Driemaandelijks. Tijdschrift. Juni Juli September 2/4. Band. Missionarissen van AFRIKA



Vergelijkbare documenten
Tip mijn naam in op Google en U ziet het relaas.

Het mysterie: Moord op Lumumba

6 Stefanus gevangengenomen

LES6. De wegloper belonen. Sabbat. Zondag Lees Lees 'De wegloper. Teken Teken een gympie en. Leer Begin met het uit je hoofd

Filippenzen 1. Begin van de brief

LES 6. Nu zie je Hem wel, nu zie je Hem niet.

Uitvaart voorbede Voorbeeld 1.

LES 4. Handelingen 12:1-19; Van Jeruzalem tot Rome: Verlost uit de gevangenis blz

Openingsgebeden INHOUD

IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Verhaal: Jozef en Maria

Leven in veiligheid. Artikel 1, Vluchtelingenverdrag van Genève, 1951

EEN PRINS WORDT EEN HERDER

Toespraken van koning Boudewijn en premier Lumumba op de onafhankelijkheidsdag van Congo op 30 juni 1960.

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Op weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 5 Bidden. H. Theobaldusparochie, Overloon

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt.

Neem nu even tijd om de Heilige Geest te vragen je te helpen bij deze studie en inzicht te geven in zowel het Woord als in je eigen leven.

Formulier om het heilig avondmaal te vieren (3)

DE GEBOORTE VAN JEZUS

De steen die verhalen vertelt.

Boek1. Les 1. Dit is het verhaal van Maria. Dit is het verhaal van de engel. Dit is het verhaal van Jezus.

Voorwoord. Daarna ging ik praten met Chitra, een Tamilvrouw uit Sri Lanka. Zij zette zich in voor de Tamilstrijd.

Menze Fernandus van Houten

LES 11. Respect tonen of een lesje leren? Sabbat

L Voor aanvang van de dienst : Keruchma zingt voor ons: Heer, U bent

Chr. Geref. Kerk Ontswedde LITURGIE. voor de morgendienst op zondag 2 september in deze dienst zal. Julia Brugge.

Viering voor de 1e zondag van de missiemaand 7 oktober e zondag doorheen het jaar B

Tekst: Lucas 24: Thema: Grote vreugde Hemelvaartsdag

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Het verhaal van William Booth

Iiturgie voor de -12 jeugddienst van zondagmorgen 28 Juni in de Westerkerk te Veenendaal

Liturgie zondagmorgen 8 januari 2017 Jeugddienst 12-

Het sacrament van. De ziekenzalving. Sacramenten

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

Goede buren. Startzondag 13 september 2015 m.m.v. Jeugdkoor Joy uit Streefkerk o.l.v. Vincent van Dam

Liturgie. zondag 11 juni :30 uur Ds H D Bondt. 14:15 uur Ds R Prins

Apostolische rondzendbrief

ONLINE BIJBELSTUDIE VOOR JONGEREN

Gezinsviering voor Missiezondag 21 oktober e zondag doorheen het jaar B

Binnenkomst in stilte in de donkere kerk. We zingen:

14 God ging steeds voor hen uit, overdag in een wolk, s nachts in licht en vuur.

Inleiding Christendom

assie voor het leven Noteer voor jezelf een aantal opmerkingen en kernwoorden Lees de tekst nog eens door en bespreek met elkaar als groep

2 maart maart Leerlingen groep 7 en 8 De Meeander Heelweg

21 februari 2012 mochten we samen vieren in de Basiliek van Sint Pieter

Geloven in Jezus Christus

JEREMIA, DE MAN VAN TRANEN

Welke opdracht gaf Jakob aan zijn zonen vanwege de hongersnood?

Pastoor Reneerkens. De volgende mensen zijn er ook bij:

Er was eens een Kleine Ziel die tegen God zei: Ik weet wie ik ben, ik ben het licht net als alle andere zielen.

Dit product wordt u aangeboden door ComputerBijbel ( ComputerBijbel Alle rechten voorbehouden 1/6

Doop van een kind vanaf zes jaar Orde I

Doop van kinderen Orde I

Heilig Jaar van Barmhartigheid

De Bijbel open (29-06)

Waar wil je heengaan?

Doop van kinderen Orde II

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Vertel me toch je geheim! Gezinsdienst over Simson en Delilah

2.2. Het Nieuwe Testament, of het verhaal van Jezus en de eerste kerk 1

Kindvriendelijke liturgie 20 september Begin schooljaar Boekentassenwijding

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Jezus zei tegen Petrus: "En u, als u eens tot inkeer gekomen bent, versterk dan uw broeders.", vlak voor zijn ontkenning (Lukas 22:32) Petrus

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

NIET LANGER VREEMDELINGEN?

Voor de dienst: "Laat Het Zien" van Reni en Elisa Welkom Lied 216 ( Morning has broken ) Bemoediging en groet Gebed Lied 780 (naar Psalm 139) Psalm 23

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

DE RIJKE MAN, DE ARME MAN

Zondag 17 november 2013

Zondag 12 april 2015 is er om 15 uur een aangepaste gezinsdienst in de Opstandingskerk te Terneuzen. Voorganger: de heer G.A. Slabbekoorn uit Goes

Wij maken ons nu klaar om voor 2 jaar naar Colombia te gaan. Maar voor die tijd zullen we teruggaan naar Senegal om wat te regelen.


rijm By fightgirl91 Submitted: October 17, 2005 Updated: October 17, 2005

Kerk- School- en Gezinsdienst op zondag 29 maart 2015 in de Martinikerk

Boekje over de kerk. voor kinderen van ca jaar gemaakt door de jongste catechisatiegroep

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

Het verhaal van de schepping (Genesis 1 en 2)

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Pinksteren oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : Handelingen 2 : 1-11

Onze Vader. Amen.

Wat betekenden de verschillen tussen Noord en Zuid-Korea voor de Koude Oorlog? (conclusie)

VOORBEELD-GEBEDEN. Veel succes ermee. Inhoudsopgave

DE WEEK VOOR WE HET AV0NDMAAL VIEREN

Eucharistieviering van 13 oktober 2013 Achtentwintigste zondag door het jaar (C) Nationale ziekendag

DomineeOnline.org Jrg. 1, nr. 8

DOPEN. Th ema s N i e u w L e v e n M a as tri ch t. Geloven = dopen

Welke les moesten de Egyptenaren leren?

Liturgie voor de dienst van het Woord waarin we de uitstorting van de Heilige Geest gedenken. EENSGEZIND!

Inhoud. Inleiding...4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van mensenrechten...6 Hoofdstuk 2 Dertig mensenrechten...14

weetje weetje weetje weetje weetje weetje weetje

Paasmorgen 2011 in de Open Hof te Drunen Voorganger ds. M. Oostenbrink Organist dhr. B. Vermeul Mmv zanggroep Joy. De tuin van de Opstanding

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

DANIËL EN DE LEEUWENKUIL

Transcriptie:

Driemaandelijks Tijdschrift Juni Juli September 2/4 2014 Band Missionarissen van AFRIKA 1

Editoriaal In Zijn laatste samenzijn met Zijn vrienden zei Jezus: Dit is Mijn opdracht dat jullie elkaar liefhebben met de liefde die Ik jullie heb toegedragen. De grootste liefde die iemand zijn vrienden kan betonen, bestaat hierin dat hij zijn leven voor hen geeft. (Joh.15, 12-13) De liefde van het Evangelie legt het zwaartepunt buiten zichzelf. Dit heeft een dubbele betekenis. Deze dynamiek van de liefde houdt vooreerst in dat men bereid is zijn leven te geven ten einde toe, tot in de dood. En ook wordt het zwaartepunt van het hart wel heel ver buiten zichzelf gelegd als men wereldwijd bemint, tot aan de uiteinden van de aarde, vooral in de ontmoeting met de armen van de wereld. De liefde tot aan de uiteinden van de wereld, de liefde tot in de dood Dit is het getuigenis van de Vlaamse missionarissen die, vooral in de laatste voorbije halve eeuw, hun leven hebben gegeven voor het Evangelie van Jezus. Zij hebben met heel hun hart voor Jezus geleefd, in dienstbaarheid aan de armen, wereldwijd. Zij hebben ook tot in de dood hun leven prijsgegeven in het ultieme getuigenis van hun geloof en hun liefde. Deze missionarissen waren jonge mannen en vrouwen uit onze Vlaamse dorpen en steden. De grote wereld lag van hun leefmilieu van toen wel heel ver af. En toch hebben die Vlamingen hun weg naar de wereld gevonden in Afrika, omdat ze door de liefde van Jezus en van het Evangelie geboeid waren en omdat zij die liefde en die vreugde wilden delen met mensen van overal. De christenmensen van onze Vlaamse bisdommen waren ontroerd door dat getuigenis van hun eigen broers en zussen. In deze tijd willen ook wij de wereld in ons hart dragen en ons hart in de wereld dragen. Toen de wereld nog vreemd 2

en ver was, hebben deze Vlaamse martelaren, samen met veel andere missionarissen, de weg naar de armen in de wereld met evangelische vrijheid en spiritualiteit gevonden. Nu de wereld voor ons open ligt, kan het toch niet zijn dat wij, als christenen van de 21 eeuw, ons op onszelf zouden terugplooien om onze eigen probleempjes en pleziertjes te cultiveren Dit is menselijk en evangelisch gesproken ondenkbaar. Naar een bijdrage van Mgr. Paul Schreurs in Limburgse martelaren, geloofsgenoten ook voor deze tijd.(2000) Wij willen onze missionarissen, die in 1964 werden vermoord herdenken omdat het nu vijftig jaar geleden is. Onafhankelijkheid en Chaos in CONGO 3

Congo kreeg in 1960 zijn vrijheid, maar deze bracht geweld en corruptie mee. De bevolking betaalde de prijs. Patrice Lumumba werd in juli 1925 geboren als Tasumbu Tawosa in de provincie Kasaï. Hij nam als jongeman de naam Lumumba ( Rebellerende massa s) aan. In 1958 stichtte hij de Mouvement National Congolais. (MNC)(Nationale beweging van Congo) als tegenhanger van de ABAKO, van Joseph Kasavubu. De ABAKO, de Association des BaKongo was een vereniging voor de bevordering van de eenheid, verspreiding en verdediging van de Kicongo-taal. Ook bevorderde de ABAKO de cultuur van de Bakongo. De ABAKO was slechts als bijkomstigheid ook nog een onafhankelijkheidsbeweging. Voor Lumumba kwam vrijheid daarentegen op de eerste plaats. Hij putte hoop uit het verval van het Franse koloniale rijk. Op 1 juli 1960 begroette de bevolking van Léopoldville de onafhankelijkheid met grote vreugde. De situatie in het land liep algauw uit op geweld en chaos. 4

In december 1958 had Lumumba het All-African Peoples congress (Congres van alle Afrikaanse Volken) bijgewoond in Ghana. Kwame N krumah, de president van het zojuist onafhankelijk geworden Ghana was de gastheer. Andere Afrikaanse leiders verzekerden Lumumba hun solidariteit met de bevrijdingsstrijd van de MNC. De beweging had algauw ruime aanhang in Congo zelf. Toen Lumumba in oktober 1959 werd gearresteerd braken er stakingen uit en waren er ordeverstoringen. De Belgische autoriteiten bogen voor het onvermijdelijke en riepen op tot de vorming van politieke partijen. In mei 1960 werden verkiezingen gehouden. De MNC van Lumumba kreeg de meeste zetels in het parlement: 33 van de 137, maar de ABAKO van Kasavubu was op lokaal niveau sterker. Het lag voor de hand dat de macht zou worden gedeeld. Fiasco van de Onafhankelijkheidsdag. De dag van 1 juli 1960 was vastgelegd als de dag waarop Belgisch Congo de Democratische Republiek Congo zou worden. De straten van Léopoldville waren gevuld met vrolijke, lachende, zingende mensen, die blij hun bevrijding van het blanke bewind vierden. Joseph Kasavubu werd hun staatshoofd en president, terwijl Patrice Lumumba eerste minister werd. Lumumba had al een regering gevormd, 5

zodat de Belgen nu nog alleen het leger beheersten. In het Palais de la Nation werd beleefd geapplaudisseerd toen koning Boudewijn I van België opstond om het woord te voeren. Er klonk instemmend gemompel toen hij de hoop uitte op harmonieuze betrekkingen tussen de nieuwe republiek en het oude moederland. Daarna sprak hij echter een loflied uit op het hele koloniale verleden. Zijn voorvader Leopold II was niet gekomen als veroveraar, maar als civilisator. Sindsdien had België zijn beste zonen gezonden om dit grote werk voort te zetten. De toespraak was even tactloos als feitelijk onjuist, zoals Patrice Lumumba het hem duidelijk liet verstaan in wat een ongeplande reactie leek. Boos bekritiseerde hij de wrede onderdrukking en uitbuiting van het koloniale systeem. Chaotische overgang De woede van Lumumba was terecht. Leopold II had hebzuchtige minachting getoond voor de bevolking van Congo en ondanks alle civilisatiepogingen hadden maar weinig mensen in Congo onderwijs genoten. Congo was 80 keer zo groot als het moederland en het ontbreken van een goede infrastructuur betekende dat de oerwouden van het land nog steeds ondoordringbaar waren. De Belgische autoriteiten deden geen poging de zaken ordelijk over te dragen. De Europese kolonisten vluchtten gewoon. De grootschalige landbouw werd in verval achtergelaten. In de dorpen bleef de orde weliswaar bewaard en kon men in het eigen onderhoud voorzien, maar in de uitdijende steden verspreidden zich de armoede, het geweld en de corruptie. In deze chaotische situatie vertrouwde Lumumba op zijn rechterhand, Joseph Désiré Mobutu, de minister van buitenlandse zaken en daarna minister 6

van defensie en opperbevelhebber. In het leger wezen de Congolese soldaten de blanke officieren af, die in functie gehouden waren om hun autochtone opvolgers te trainen. Intussen leidde een oplopend conflict tussen Lumumba en Kasavubu tot de afscheiding van de provincie Katanga. Op 11 juli riep Moïse Tsjombe zichzelf uit tot president van een onafhankelijke staat, die als hoofdstad Elisabethville had. Afscheiding Moïse Tsjombe was lid van de heersende dynastie van het volk van de Lunda. Hij dankte zijn opleiding aan Amerikaanse missionarissen en had als zakenman een fortuin verdiend met een winkelketen. In 1951 was hij in de politiek gegaan als lid van de provinciale raad van Katanga. Hij had in 1959 de Confédération des Associations tribales du Katanga (Conakat) Confederatie van de stamverbanden van Katanga helpen oprichten. Deze federatie van stamverbanden vroeg om een onafhankelijk federaal Congo. Bij de verkiezingen van 1960 won zijn partij 8 van de 137 zetels en 25 van de 60 zetels van het provinciaal parlement van Katanga. Tsjombe vond dat dit voldoende was om Katanga af te scheiden van Congo. We scheiden ons af van chaos, zei hij. Daarin had hij een punt. Met zijn acties maakte hij de chaos ook groter. Hij maakte Congo als geheel ook armer door een provincie af te scheiden, die zeer rijk was aan grondstoffen zodat zij het hele land welvarend had kunnen maken op het moment dat het land onafhankelijk werd, voorzag het land in 63% van de vraag naar kobalt in de wereld; 8,3 % van de vraag naar koper en 4,3% van de vraag naar zink. Een groot 7

deel hiervan kwam uit Katanga, dat ook vooropging in de uraniumproductie van het land. De aangrenzende provincie Kasaï produceerde 75% van de industriële diamanten in de wereld. Eén van de mijnen in Katanga, te Kipushi bij Elisabethville, zou de rijkste mijn op aarde zijn. De critici wantrouwden Tsjombe s hechte band met de Union Minière du Haut-Katanga, die zijn afscheidingsbeweging had aangemoedigd. De nieuwe president gaf de voorkeur aan nauwe banden met België en met het internationale bedrijfsleven in zijn onafhankelijk Katanga leken de koloniale tijden nooit te zijn verdwenen. Belgische troepen hadden Tsjombe geholpen de afscheiding door te zetten. Toen er een burgeroorlog dreigde, vroeg Tsjombe opnieuw om hulp, terwijl Lumumba de V.N. vroeg vredeshandhavers te sturen. Deze kwamen prompt, maar beperkten zich tot het toezien op een niet-bestaande vrede. Lumumba vroeg daarop de Sovjet-Unie om hulp om zijn verloren provincie terug te winnen. MOBUTU in het midden. De spanningen tussen Lumumba en Kasavubu liepen steeds verder op. Begin september 1960 gaf Kasavubu Mobutu opdracht zijn eerste minister te arresteren. Lumumba vertelde hem op zijn beurt de president te arresteren. Mobutu deed geen van beide. Op 14 september pleegde hij een coup en greep zelf de macht. Lumumba werd onder huisarrest gesteld. Hij ontsnapte, maar werd op 1 december gevangen genomen. De VN. troepen weigerden in te grijpen. Terwijl de TV-camera s elke klap en beschimping registreerden, werd hij door de mannen van Mobutu in elkaar geslagen. Hij werd naar Thijsville gebracht, waar hij in een militaire gevangenis werd vastgehouden. Op 17 januari 1961 werd hij naar Elisabethville, de hoofdstad van Katanga, gevlogen. Toen hij daar arriveerde, was duidelijk, dat hij opnieuw in elkaar werd geslagen. Die nacht werd hij het oerwoud ingevoerd 8

en doodgeschoten. Er gingen geruchten dat de Belgische autoriteiten stilzwijgend toestemming hadden gegeven voor de executie. Ook gingen er verhalen over de betrokkenheid van de Verenigde Staten. Door de Sovjets uit te nodigen had Lumumba namelijk zonder het te beseffen zijn land betrokken bij de koude oorlog. Decennia later werd duidelijk dat de Belgische autoriteiten inderdaad hadden toegezien op elke stap van de gevangenneming van en moord op Lumumba. Conflict en verwarring Intussen was heel Congo in staat van beroering. Katanga stond algauw onder druk omdat de moord op Lumumba over de hele wereld werd bekritiseerd. Men kwam overeen dat de V.N. nu echt zouden vechten. Secretaris-generaal Dag Hamerskjold van de V.N., een 56- jarige Zweedse diplomaat was in Afrika en hoopte te bemiddelen. Maar in de nacht van 18 september 1961 explodeerde zijn vliegtuig in volle vlucht. Op 2 augustus 1961 nam Cyrille Adula de teugels in handen in Léopoldville en trok Mobutu zich tijdelijk terug van het politieke toneel. Adula was met Lumumba één van de oprichters van de M.N.C. maar hij kon niet akkoord gaan met de verschillende facties. Op 30 juni 1964 trad hij af. Hij liet congo in een nog grotere verwarring achter dan voorheen al was geweest. President Kasavubu benoemde heel onverwachts de afvallige Tsjombe tot nieuwe eerste minister. De aanhangers van Lumumba protesteerden, maar werden de mond gesnoerd met de hulp van Belgische huurlingen. Tsjombe bleef niet lang in functie; op 13 november 1965 verwijderde Kasavubu hem en stuurde hem in ballingschap. 9

Een coup met steun van de V.S. Het Westen was nooit erg gelukkig geweest met Lumumba s geflirt met de Sovjet-Unie. Amerika wilde zijn eigen man aan de macht brengen. Joseph-Désiré Mobutu leek een voor de hand liggende kandidaat. Hij was opgeklommen tot de rang van sergeant-majoor in het koloniale leger van België, de hoogst haalbare rang voor Afrikanen. Als lid van de MNC had hij de Afrikaanse naam Sese Seko aangenomen. Met Amerikaanse steun pleegde hij op 24 november 1965 een geweldloze militaire coup. Zijn doelen draaiden om Afrikaanse authenticiteit. Hij herdoopte Leopoldville in Kinshasa en Elisabethstad in Lubumbashi. Het land zelf heette voortaan Zaïre. Hij was een meedogenloze dictator, een economische prutser, iemand, die op grote schaal geld verduisterde. Eindeloze gevechten waren een kenmerk van de congolese geschiedenis in de jaren zestig. In de strijd waren blanke huurlingen uit verschillende landen betrokken. Uit Reader s Digest Geïllustreerde Wereldgeschiedenis 10

En plots: De moord op pater Renaat De Vos te Bukavu : 1912-1961 In februari 1961, bereikte ons het ontzettend nieuws, dat Renaat De Vos te Bukavu vermoord was. De dood van Lumumba had de gemoederen fel opgehitst. Door de heftige uitlatingen tegen de blanken, die iedere dag langs de radio door minister Kashamura uitgestuurd werden, was de toestand uiterst gespannen. Op 16 februari in de voormiddag kwam een grote bende oproermakers opdagen voor de missie van Kadutu. De paters samen met de inlandse priesters hadden juist een vijfhonderdtal schoolkinderen gebiecht en waren de pastorie binnengetrokken. Het huis werd omsingeld, sommigen begonnen stenen te werpen en allerhande bedreigingen uit te roepen. De abbés konden tijdig ontvluchten. De paters De Vos, Farcy en Bosmans verscholen zich in de recreatiezaal, terwijl Jos Van Noten, die in de kerk achtergebleven was, een toevluchtsoord vond in de toren. Enkele oproermakers drongen in de gang. Op een gegeven ogenblik kwam Renaat De Vos naar buiten en poogde de menigte te kalmeren. Hij werd met geweld vastgegrepen en met machetes doodgeslagen. Hetzelfde lot werd zijn confraters bespaard, die door een uitzonderlijk geluk niet ontdekt werden. De soldaten waren inmiddels aangekomen om de plaats te ontzetten. Het lijk van pater De Vos werd achtergelaten op de trappen van het huis. s Anderendaags celebreerde Mgr. Mulindwa de mis in de kapel van de kliniek. Renaat werd begraven op het kerkhof. Hij was 49 jaar oud en sinds 1945 werkzaam in de Kivustreek. 11

De bloedige opstand in Congo 1964 Het jaar 1964 werd in de provincie grotelijks gedomineerd door de tragische gebeurtenissen, die zich in Congo afspeelden en speciaal door de opstand van de Mulelisten. (van de naam Pierre Mulele, eerste leider van de opstand in Kwilu) Ze werden ook Simba s genoemd (simba = leeuw), naam die de opstandelingen zichzelf toekenden. Die opstand vond zijn uitgangspunt in Uvira in het Oosten van het land en overrompelde in enkele maanden tijd ongeveer de drie vierden van het land. De missies hadden het hard te verduren. Talrijk vielen de slachtoffers onder de zwarte bevolking: 209 missionarissen werden vermoord. Onder de bisdommen van de Witte paters werden Boudewijnstad en Bunia-Mahagi het zwaarst getroffen. Er waren nog twee andere rebellenleiders: Gbenye Christophe, voormalig politicus en Gaston Somialot. 12

50 jaar geleden De moord op Constant Lenaers en Gaston Stove te Kalemie Het bisdom Boudewijnstad was één van de eersten waar de Simbas binnenvielen. Nadat de rebellen Kalemie veroverd hadden op het nationaal leger, (A.N.C. Armée nationale Congolaise) heerste er grote anarchie in de stad. Benden van de jeunesse terroriseerden voortdurend de bevolking. In de drie posten van de cité (Christus-Koning, Mateo en Lubuye) verbleven talrijke inlandse priesters en confraters, die veiligheidshalve de missies in het binnenland verlaten hadden. Op 11 augustus 1964 vielen benden jongeren de drie posten aan. Te Lubuye gebeurde het ergste. s Morgens om 6u.00 kwam een groep mannen naar de missie en ze verzochten de paters hen onmiddellijk te vergezellen naar het hoofdkwartier. Pater Stove, die de mis aan het celebreren was, moest ophouden. De aanwezige paters moesten de baan op naar het huis van de Broeders van Oostakker. Van daaruit trokken allen te voet naar het hoofdkwartier, ongeveer 3 km verder. 13

Hier volgt het relaas van pater Jozef de Jaeger, ooggetuige, die zelf op een onverwachte manier aan de dood ontsnapte. Toen ze op het hoofdkwartier waren aangekomen, waren de jonge mannen zeer opgehitst. Men dreigde met een geweer of een mes. Enkelen werden met een stok op de rug geslagen. Eindelijk mochten ze het kantoor binnen; daar was het veel rustiger, men vroeg onze papieren. We antwoorden dat we niet op onze kamer hadden mogen gaan om onze papieren mee te nemen. De secretaris werd kwaad en gaf als antwoord: ik hoorde gisteren in de radio zeggen dat we communisten zijn en dat men zich tegen ons moet verzetten. Dus de paters doen aan politiek. Rond 8u.30 werd beslist dat men ons naar de missie zou terugbrengen om de papieren te gaan halen. Rond 9u.00 kwamen ze bij de broeders en daar was er geen sprake meer van papieren te controleren, doch van deuren open te breken en te stelen. Rond 9u.30 reed de camionette terug naar de missie met de paters Stove, Lenaers, Van Audenaerde en De Jaeger. Op de missie aangekomen waren jongens bezig met het huis te plunderen. Men moest geld geven; men werd bedreigd: sommigen onder u zullen sterven. Anderen zeiden: vandaag zult ge allen sterven. Wij gaven elkaar de absolutie. Rond 10u.00 moesten we weer opstappen, op de camionette, die bij het college stond. Zonder de reden goed op te geven, deden die mannen de paters Stove en Lenaers uitstappen. Een jongen ging achter hen aan met een geweer op een vijftal meter van hen. Een twintigtal meter verder keek pater Gaston Stove om en onmiddellijk knalde een geweerschot. Pater Stove viel achterover zonder één woord, zonder een stuiptrekking. Toen keek pater Constant Lenaers ook 14

achterom en weer klonk een schot. Hij zonk achterover, de armen langs het lichaam, zonder een woord of stuiptrekking. (De dokter zei ons later dat de kogels bij beiden langs de borst waren binnengedrongen en dat de dood onmiddellijk was ingetreden.) Toen zei men aan pater Van Oudenaerde ook van de camionette te gaan. Hij ging voorbij de twee lijken en toen begon hij te lopen roepend: ik ga naar de hemel, God zal winnen. Twee schoten gingen af en doorboorden zijn rechterarm. Zo stond de pater bloedend stil, met een bebloede gandoera (onze rozenkrans hadden we op de missie moeten afleggen), weer wilde de jongen schieten, maar zijn kogellader was ledig. Toen zeiden zijn kameraden: schiet niet meer, hij heeft Lumumba aangeroepen, hij is gered. Toen zei een andere rebel aan pater De Jaeger af te dalen om ook doodgeschoten te worden, doch een andere zei: laat hem, laten we ze niet allemaal doden. Toen kreeg pater Van Audenaerde toelating om naar het hospitaal te gaan. Ga maar, zei men. Doch zonder begeleiding hadden we te veel schrik. Eindelijk rond 2u.30 wilde een jongen te voet met ons meegaan naar het hospitaal. Daar werd pater Van Audenaerde verzorgd en men bevestigde dat het been van de bovenarm geheel gebroken was. De lijken van de twee vermoorde paters werden s anderendaags, 12 augustus, overgebracht van Lubuye naar het hospitaal en tegen de middag begraven op het kerkhof, niet ver van de missie van Christus-Koning. Nuntiuncula (speciaal nummer) van 15 september 1964 15

Op 28 november 1973 vierde Oostrozebeke de gedachtenis van Gaston Stove (voor zijn confraters Stoveke). Een pontificale eucharistieviering, geleid door Mgr. Van Steene in een overvolle kerk, met daarna de onthulling van een mooi monument, aangebracht tegen de binnenmuur van de kerk. Walter Aelvoet, zijn klasgenoot, schreef over hem in Wereldwijd: Toen we in 1943 te Boechout binnentraden, zal wel niemand gedacht hebben dat een van ons nog wel een monument zou krijgen en als het dan toch iemand zou zijn, ik geloof eerlijk niet dat we aan die kleine, bescheiden, bijna onopvallende Gaston Stove zouden gedacht hebben. Ja, eens te meer werd deze kleine door de Heer uitverkoren om de groten te beschamen. (Wereldwijd 1973, blz. 43) 16

Negen paters vermoord in de provincie ITURI Na de landing van de Belgische para s op het vliegplein van Stanleystad werd de toestand in de Oostprovincie, door de rebellen gecontroleerd, uiterst kritiek. De rebellenleiders kregen via de radio opdracht alle missionarissen aan te houden en gevangen te zetten. Vanaf september 1964 begon voor de bisdommen Bunia en Mahagi een echte lijdensweg: gevangenis en mishandelingen allerhande. Voor negen paters betekende de ontknoping het bloedig offer van hun leven. Dit gebeuren speelde zich af te ABA op 29 november 1964, waar zes paters doodgeschoten werden en op 1 december 1964 te Bunia, waar drie paters vermoord werden. In het bisdom Mahagi-Logo werden honderdduizenden mensen gedoopt en vandaag zijn er meer dan 100 inlandse priesters werkzaam in het bisdom. Een tiental onder hen werd missionaris van Afrika. Anderen werden karmeliet en één werd missionaris van de armen. Eén leeft in het zuiden van Congo als Trappist. Vandaag telt het bisdom Mahagi-Nioka 18 parochies. iedere parochie telt tientallen kapellen, maar de grote parochie van Laybo telt honderd bidplaatsen, die bediend worden door slechts drie priesters. Ivo Wellens 17

De Zes slachtoffers uit het bisdom Mahagi De eerste weken van de bezetting van de missieposten Aba en Laybo (gelegen in het noorden van het bisdom Mahagi), verliepen vrij rustig. Tot ineens de toestand kritisch veranderde. Te Aba bevonden zich op dat ogenblik Paul D Hoore uit Brugge (pastoor-deken), Albert Verlinden uit Gierle, Karel Pauwelijn uit Harelbeke, Paul Leys uit Brugge en de tachtigjarige Laurent Coninx uit Bree, op rust. Op 25 november arriveerde een groep simba s (rebellen) uit Paulis (Isiro). De volgende dag kwamen ze op de missie om de paters alsmede vier zusters van Maria (Ingelmunster) aan te houden en gevangen te zetten. De paters werden opgesloten in het kloosterke van de inlandse broeders en de zusters in het huis van de inlandse zusters. In de avond kwam pater Leo de Meyer, overste van de missie Laybo, te Aba aan. Hij werd er enkele dagen vroeger aangehouden. De oude broeder Oscar, die met hem te Laybo verbleef, mocht er blijven omwille van zijn hoge ouderdom. s Anderendaags, rond de middag, kwam een camionette met rebellen voor het huis van de broeders. De zes paters moesten kousen en schoenen uittrekken. De oude pater Laurent Coninx, die dit niet vlug kon uitvoeren, werd geslagen en tot bloedens toe gestampt. De paters werden in de camionette opeengehoopt en moesten zich plat leggen, terwijl hun bewakers hen voortdurend sloegen. De zusters werden samen weggeleid in een gesloten wagen. Het konvooi vertrok in de richting van het militair kamp op ongeveer één kilometer gelegen. De paters en de zusters werden binnengeleid in een zaal, waar ze urenlang allerhande mishandelingen ondergingen 18

Sommige Griekse handelaars kwamen geld en kisten bier voorstellen om de in vrijheidsstelling af te kopen. Niets kon baten. De simba s schenen wel beslist tot het uiterste te gaan. We kennen weinig details over hetgene juist in het kamp voorviel. Inderdaad, de hele groep, die over het lot van de missionarissen besliste, viel later in de handen van het leger en allen werden gedood. Maar volgens onrechtstreekse getuigen is het zeker dat deze groep zusters en paters ontzettend veel geleden heeft, fysisch en moreel, en afschuwelijke pijnigingen heeft ondergaan. In de morgen van 27 november verzamelden de beulen hun slachtoffers; op een weg in de brousse werden de paters koelbloedig met mitraillettes neergekogeld. De zusters werden afgemaakt door lanssteken en machetes. Ooggetuigen hebben bevestigd dat zij op een hoop gesmeten werden, met benzine overgoten en verbrand. Wat overschoot werd in een put geworpen. Zes maanden later toen de Afrikaanse priesters de missie betrokken, hebben ze enkele gebeenten en stukken stof teruggevonden en alles begraven op het kerkhof van de missie. Uit: Christus wordt weer gekruisigd. 19

Laurent Coninx Karel Pauwelijn Albert Verlinden Paul Leys Leo De Meyer Paul D Hoore Abbé Paul Yaba, medepastoor te Aba, gaf hierover volgend relaas op 5 augustus 1965: De relikwieën (stoffelijke overschotten) van de zusters en de paters werden verzameld en plechtig begraven door ons op het kerkhof van de parochie op 28 juni laatstleden. We hebben nog 8 ongeschonden schedels gevonden en twee die verbrand waren en eveneens andere gebeenten, die verbrand of intact waren. We hebben deze relikwieën gezocht en tentoongesteld tot gebed en devotie van de gelovigen. Ze zijn komen bidden, met velen, drie dagen lang, voor de kist met relikwieën, die we in het koor geplaatst hebben. Op 28 juni hadden de religieuze diensten plaats. Een plechtige requiemmis werd gezongen in open 20

lucht buiten de kerk. De kist werd voor een geïmproviseerd altaar gezet. Er waren vijfduizend mensen tegenwoordig. De Europese en Congolese militairen en alle politiemensen waren verwonderd die verknochtheid van de mensen aan hun missionarissen te zien en allen kwamen hun deelneming aanbieden. Spijtig genoeg konden veel mensen niet tegenwoordig zijn wegens de onveiligheid op de wegen. De gelovigen weenden zelfs tijdens de h. Mis, maar vooral op het kerkhof. Na de begrafenis gingen ze droevig en al biddend naar huis terug. Zr. Christiane Zr. M. Louise Zr. Gerarda Zr. Irène Deze vier zusters van Maria (Ingelmunster) werden samen met onze confraters vermoord te Aba op 27 november 1964. 21

De drie slachtoffers van Bunia Op 29 oktober 1964, stuurden de opstandige gezagvoerders vanuit Stanleystad een telegram naar Djugu (Ituri) met opdracht alle buitenlandse missionarissen onder arrest te zetten. Zo werden talrijke paters, zusters en broeders uit verschillende missies samengebracht in het pensionaat te Fataki. De paters verkregen de toelating iedere dag de h. mis op te dragen en biecht te horen op zaterdag. Deze situatie eindigde op een tragische ontknoping door de moord op drie andere paters: De Meyer Piet, uit Antwerpen, broer van Leo, Pauwelijn Eugène uit Harelbeke, broer van Karel, en Smissaert Louis uit Brugge. We geven hier de beschrijving van deze tragedie aan de hand van het verhaal, geschreven door onze confrater Roger Faict, ooggetuige van het gebeuren en als bij mirakel aan de dood ontsnapt. 22

Op dinsdagmorgen van 1 september rond 7u.30 kwam er een grote vrachtwagen volgeladen met rebellen, op het pensionaat aan. Het hoofd van deze simba s was de fameuze officier-dominee (het gaat hier over een protestantse rebel). Deze laatste meldde zich aan op het pensionaat en riep de paters Eugène Pauwelijn, Piet De Meyer, Roger Faict en Louis Smissaert en hij beval hen in de camion te stappen. Ze vertrokken om 8u.30. Er werd een eerste halte gehouden in Djugu, waar de officier-dominee ons liet binnengaan in zijn huis. In dat huis vergaderden de bazen om ons proces-verbaal op te stellen. De ondervraging was uiterst kort: jullie hebben de mis opgedragen; wie heeft u daarvoor de toelating gegeven? Pater De Meyer antwoordde: de Commandant van Bunia. Hoe heet die commandant? wij wisten het niet. En zo was ons proces-verbaal opgesteld. De dronken officierdominee werd zenuwachtig en begon aan onze rozenkransen te trekken. Wij reageerden niet. Ze lieten ons onder de bewaking van één simba. Om 11u.30 moesten we terug plaats nemen in de vrachtwagen; deze was al volgeladen met eetwaren, bestemd voor de rebellen van Bunia. We moesten plaats nemen in de laadbak van de vrachtwagen, gezeten op onze valiezen. Meerdere simba s vergezelden ons. In de stuurcabine zat de officier-dominee naast de chauffeur, zijn luitenant en de gewestbeheerder van Djugu. Er werd rap gereden. We hielden halt aan km 3, de splitsing van de baan, die leidt naar Nizi. Op hetzelfde ogenblik kwam een tegenligger eveneens volgeladen met rebellen. Ze vergaderden: samenscholing? Mekaar groeten? Wij begrepen niet wat er aan de gang was en waren ongerust. We vertrokken opnieuw richting Bunia. Aangekomen op 7 km van Bunia, te Myala, werd er opnieuw gestopt aan een drankgelegenheid. 23

Enkele ogenblikken nadat de chefs de camion verlaten hadden, kwam een auto van de politieke partij (M.N.C.) aan. De inzittenden waren zeer opgehitst en vroegen aan de chauffeur van de vrachtwagen om hen door te laten. Toen vernamen we dat het nationaal leger geholpen door Zuid-Afrikaanse huurlingen Bunia had ingenomen. De officier-dominee beval ons de camion te verlaten zonder zich te veel om ons te bekommeren en vervoegde zijn manschappen. Eén rebel nodigde ons uit om te zitten in de zetels, die in de barza stonden. Het was ongeveer 13u.00. Toen kwam er opnieuw een vrachtwagen aan, volgeladen met opgehitste rebellen en die stopte juist vóór deze waarin wij zaten. In allerijl verlieten deze rebellen schreeuwend hun vrachtwagen. Onder hen was er een grote rebel uitermate opgehitst, gewapend met een automatisch geweer. Hij kwam onmiddellijk naar ons toe en beval ons op een rij te gaan staan en richtte zijn wapen recht op ons. Pater De Meyer riep: Zo gaat dat toch niet, waar is uw commandant?. Op dit ogenblik zag ik pater Pauwelijn schreeuwend voorwaarts neervallen. We stonden niet meer op één lijn. Intussen kwam een tweede rebel aan en richtte ook zijn wapen op ons. Toen die twee weinig aandacht aan ons besteedden riep Pater Smissaert: Weglopen nu!. Onmiddellijk vluchtten we weg. Smissaert volgde mij van dichtbij. Hij week even uit naar rechts en viel, geraakt door een kogel. Ik weet niet precies wat er verder gebeurde, wel dat ik ook enkele meters verder op de grond viel denkend gekwetst te zijn. Liggend op mijn rug, verwonderd dat ik nergens pijn voelde opende ik mijn ogen en zag een rebel in onze richting kijken, met het geweer in aanslag. Ik besloot mezelf voor dood te houden. Andere auto s kwamen aan vanuit Bunia. De rebellen deden nerveus en ik dacht dat ze terug zouden rijden om een tegenaanval te doen op de oprukkende huurlingen. 24

Ik verstopte me onder een doornstruik en bleef roerloos liggen, wetend dat mijn confraters op enkele meters van mij neergeveld waren. De tijd ging voorbij ik bad.. Rond 16u.00 nieuw geweld: Auto s volgeladen met rebellen, die Bunia ontvluchtten, achtervolgd door andere die hen beschoten. Daarna werd het kalm en volledig stil. Na een tijdje hoorde ik opnieuw vrachtwagens, ben dan opgestaan om te gaan kijken naar mijn drie confraters die geen teken van leven meer gaven. Daarna liep ik de weg op en zag een Congolese vlag op een vrachtwagen... Een camion stopte en blanke huurlingen stapten uit en groetten mij. Ik moest met hen mee, want het was te gevaarlijk om te blijven rondhangen in deze zone. Ik heb hen gevraagd te gaan kijken naar mijn confraters op de grond. Ze deden het en zeiden: dood! ; ze wilden de lijken niet meenemen maar eerst mij in veiligheid brengen. Ze beloofden hen s anderendaags op te halen. Om 17u.00 waren we in Bunia, waar ik enkele paters en zusters terugvond die zojuist bevrijd waren. De vrijdag daarop stuurde onze bisschop Mgr. Ukec enkele Congolese Broeders naar Myala om de lichamen van de vermoorde paters te halen. De mensen van Myala hadden reeds een graf gegraven. Ze brachten de drie lichamen naar de missie voor de uitvaart. Een grote menigte kwam meebidden want dit drama bedroefde iedereen. De drie confraters rusten nu naast een zuster van het Christelijk Onderwijs, zuster Thérèse SIMONS, ook gedood te Bunia op 17/11/1964, gevangen in een hotel samen met alle paters, broeders en zusters van de omliggende missies. 25