ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2003-2004. voor de masteropleiding SYSTEEM- EN NETWERKBEHEER



Vergelijkbare documenten
Universiteit van Amsterdam FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar Deel B. HOOFDSTUK 1 - Doelstellingen en eindtermen van de opleiding

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE MASTEROPLEIDING NANOSCIENCE

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

BESLUIT: de volgende onderwijs- en examenregeling voor de opleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Arabische Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

BESLUIT: de volgende regels en richtlijnen voor de bacheloropleiding Toegepaste Wiskunde vast te stellen:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en Spraaktechnologie (Language and Speech Technology)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 2.4 Vergaderfrequentie examencommissie De examencommissie vergadert <tenminste twee keer per jaar>

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisaties (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

REGELS EN RICHTLIJNEN BACHELOROPLEIDING

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Duitslandstudies. studierichtingen:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Conflict Studies and Human Rights. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en Examenregeling van de Masteropleidingen. Life Science & Technology. NanoScience

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING TECHNISCHE INFORMATICA

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Letterkunde en Literatuurwetenschap

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING BACHELOROPLEIDING

Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding Informatica aan de Universiteit Utrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Arabische, Nieuwperzische en Turkse Talen en Culturen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Geschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Historische Wetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling LS&T/SMS&TI (Bacheloropleiding)

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Onderwijs- en Examenregeling 2009/2010

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR DE TENTAMENS EN EXAMENS IN DE OPLEIDING LIFE SCIENCE & TECHNOLOGY

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Algemene Cultuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

BIJLAGE E ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING MASTER IK

gelet op: de artikelen 7.13, 9.15, 9.18 en 9.38 van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de onderzoeksmaster. Kunst en visuele cultuur in historisch perspectief

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Deze regeling wordt aangeduid als OER van de Masteropleiding Energie en Milieuwetenschappen.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Nederlandse Taal en cultuur

3. In geval in hetzelfde examenonderdeel al dan niet te zelfder tijd door meer dan één examinator het onderzoek wordt verricht en het resultaat daarva

Dit reglement is een extract uit de Onderwijs- en Examenregeling van NOVI Hogeschool.

7.3 Regels en Richtlijnen van de Examencommissie Lerarenopleiding voor:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Kunstgeschiedenis

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Taalwetenschap (Linguistics)

Onderwijs- en examenregeling

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Examenreglement Premaster Accounting & Control

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Medische Psychologie. Faculteit Sociale Wetenschappen. Universiteit van Tilburg

Rijksuniversiteit Groningen. Faculteit Medische Wetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Engelse Taal en Cultuur

1 Onderwijs- en Examenregeling Bacheloropleiding Informatica, 2007/2008

Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

EXAMENREGLEMENT GRADUATE SCHOOL OF HUMANITIES UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM

ONDERWIJS- EN TENTAMENREGELING (OET) (ex artikel 7.13 WHW) Interfacultair Onderwijs TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Taal- en spraakpathologie

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Romaanse Talen en Culturen. studierichtingen: Franse Taal en Cultuur. Spaanse Taal en Cultuur

REGELS EN RICHTLIJNEN VAN DE EXAMENCOMMISSIE VAN DE BACHELOROPLEIDING MOLECULAR SCIENCE & TECHNOLOGY

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding psychologie

3TU.ONDERWIJS ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING

FACULTEIT DER MEDISCHE WETENSCHAPPEN. REGELS EN RICHTLIJNEN van de EXAMENCOMMISSIE BEWEGINGSWETENSCHAPPEN. Rijksuniversiteit Groningen

Studiejaar Model Onderwijs- en examenregeling (Bachelor)

Onderwijs- en examenregeling (OER)

Faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen. Onderwijs- en examenregeling. Masteropleiding

2. Begripsbepalingen. 3. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de bacheloropleiding. Arabische Taal en Cultuur

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING studiejaar Deel B

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de masteropleiding. Bedrijfscommunicatie. studierichtingen: Bedrijfscommunicatie, Cultuur & Organisatie (BCO)

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) (ex artikel 7.13 WHW) BACHELOROPLEIDING INDUSTRIEEL ONTWERPEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT

2. Samenstelling en dagelijkse gang van zaken van de examencommissie

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Life science & Technology

Regels en richtlijnen van de examencommissie Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde

REGELS EN RICHTLIJNEN VOOR TENTAMENS EN EXAMENS

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

Onderwijs- en examenregeling bacheloropleiding HBO-Rechten

Regels en richtlijnen van de examencommissie Artificial Intelligence

Examenreglement Quasir Opleiding klachtenfunctionaris zorgsector

b. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een aantal leden.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. van de Masteropleiding. Engelse Taal en Cultuur

Onderwijs- en examenregeling wo masteropleiding Rechtsgeleerdheid

Transcriptie:

ONDERWIJSINSTITUUT INFORMATIEWETENSCHAPPEN ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2003-2004 voor de masteropleiding SYSTEEM- EN NETWERKBEHEER In de Onderwijs- en Examenregeling (OER) is de inhoud en de inrichting van het onderwijs van de opleiding vastgelegd. De OER is te raadplegen op de website van de Faculteit en is verkrijgbaar bij de Onderwijsbalie van de opleiding. De OER wordt vastgesteld door de decaan van de faculteit (art. 7.13 WHW) HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN Artikel 1.1 Toepassing 1. De regeling is van toepassing op het onderwijs en de examens van de masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 2. De opleiding wordt verzorgd door het Onderwijsinstituut Informatiewetenschappen waarvan de Faculteit Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica penvoerder is. 3. In de gevallen waar de OER niet in een regeling voorziet beslist de Examencommissie van de opleiding. 4. Deze regeling kan in het lopende studiejaar alleen worden gewijzigd na advies van de opleidingscommissie en voor zover vereist - na instemming van de studentenraad en voor zover de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. Artikel 1.2 Begripsomschrijvingen In deze regeling wordt verstaan onder: Opleiding de masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer Faculteit de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica Onderwijsinstituut het Onderwijsinstituut Informatiewetenschappen Examencommissie de examencommissie van de opleiding Studiejaar: de periode van 1 september tot en met 31 augustus van het jaar daarna. Studiepunt (sp) 1 studiepunt (1 ECTS) komt overeen met een studiebelasting voor de gemiddelde student van 28 uur. Eén studiejaar kent een studielast van 60 studiepunten Student: hij/zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding. Examen het examen van de opleiding Onderdeel de onderwijseenheid van de opleiding met een tentamen als afsluitende beoordeling Tentamen de beoordeling van een onderdeel, in de vorm van een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student Afstudeeronderzoek: een onderdeel dat bestaat uit uitvoering van een onderzoeksopdracht op het eigen vakgebied, dat uitmondt in een schriftelijke en één of meer mondelinge rapportages. Scriptie: een onderdeel resulterend in schriftelijke verslaglegging over wetenschappelijk onderzoek, literatuurstudie of stagewerkzaamheden. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 1

Externe stage: Practicum: Examinator: Docententeam: een onderdeel waarbij de student deelneemt aan werkzaamheden, niet noodzakelijk bij het eigen onderzoeks- of onderwijsinstituut en niet noodzakelijk bij een universitaire instelling, gericht op wetenschappelijk onderzoek of de ontwikkeling van (technologische) producten. een onderdeel gericht op de oefening van praktische vaardigheden (ook: werkcollege) de docent die verantwoordelijk is voor het afnemen van een tentamen. de voor de ontwikkeling en de uitvoering van het onderwijs van de opleiding verantwoordelijke docenten. Artikel 1.3 Overgang naar de bachelor-masterstructuur 1. Met ingang van het studiejaar 2003-2004 is de bachelor-masterstructuur ingevoerd. Studenten volgen een bacheloropleiding van drie jaar of een masteropleiding van één of twee jaar. 2. Elk aan de UvA behaald bachelordiploma geeft recht op toegang tot ten minste één aansluitende masteropleiding aan de UvA. 3. Voor niet aansluitende masteropleidingen kunnen aanvullende eisen worden gesteld. 4. De opleiding is nieuw en heeft daardoor geen verantwoordelijkheid jegens studenten in een overgangsregeling. In voorkomende gevallen, mogelijk na een intake, zal door de studieadviseur en de Examencommissie en in samenspraak met de betreffende student(en) een specifieke regeling worden getroffen. Artikel 1.4 Toelating tot de opleiding Voor toelating tot de masteropleiding Systeem- en NetwerkBeheer per september 2003 komt in aanmerking: 1. Iedere bachelor Informatica of Technische Informatica van een Nederlandse universiteit. 2. Een ieder die een buitenlandse kwalificatie vergelijkbaar met eis 1 heeft, op voorwaarde dat het Nederlands en Engels actief en passief voldoende worden beheerst. Wat betreft de beoordeling van een buitenlands diploma zullen met het Nuffic criteria en procedures worden vastgesteld. 3. Iedere HBO-bachelor Informatica (HIO), Technische Informatica, Information Engineering of Elektrotechniek met afstudeerrichting Computerkunde, met eindcijfer gemiddeld 7 of hoger die een pakket heeft gevolgd dat de volgende of hiermee vergelijkbare vakken omvat: (a) Computerarchitectuur; (b) Besturingssystemen; (c) Netwerken ;(d) Programmeertalen; (e) Wiskunde en Logica 4. Een ieder die (een substantieel deel van) een gerelateerde opleiding succesvol heeft afgerond en die tijdens een assessment procedure aantoont over voldoende kwaliteit, motivatie en voorkennis te beschikken om de opleiding succesvol af te ronden. In het bijzonder zal bij de intake gekeken worden naar de volgende aspecten: a) Basiskennis van opbouw, structuur en werking van computers. b) Basiskennis van besturingssystemen, in het bijzonder procesmanagement, opslagmanagement en in- en uitvoersystemen. c) Vertrouwd zijn met het gebruik van een Unix of Linux systeem. d) Basiskennis van netwerktechnologie en internetworking, in het bijzonder TCP/IP. e) Het kunnen schrijven van eenvoudige en kunnen lezen van ingewikkelde software, in de programmeertaal C en/of Java. f) Vertrouwd zijn met scripttalen zoals de Bourne shell, Perl en/of Python. g) Kennis van eenvoudige wiskundige en logische bouwstenen, zoals verzamelingen, h) propositie- en predicatenlogica. i) Het analyseren en adequaat samenvatten van complexe teksten. j) Schriftelijk en mondeling heldere verslaglegging van uitgevoerde werkzaamheden of analyses. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 2

HOOFDSTUK 2. DE INRICHTING VAN DE OPLEIDING Artikel 2.1 De examens van de opleiding De masteropleiding bestaat uit een eenjarig programma met een studielast van 60 studiepunten. Artikel 2.2 Voltijds / Deeltijds De opleiding wordt voltijds verzorgd. Artikel 2.3 Doelstellingen van de opleiding De masteropleiding Systeem- en Netwerkbeheer (SNB) is een éénjarige opleiding van de Universiteit van Amsterdam (UvA) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Het is een wetenschappelijk beroepsgerichte opleiding met een verplicht vakkenpakket. Doelstelling van de opleiding is beheerders op te leiden die in staat zijn, in samenhang met de behoeften van organisaties, systeemconfiguraties op te stellen, procedures voor dagelijks beheer en bij calamiteiten op te stellen en -doen- uitvoeren, kennis te nemen van technische innovaties en de mogelijkheden hiervan kunnen doordenken, in staat zijn tot het plannen en verifiëren van stappen in de evolutie van beheerde systemen en netwerken, en te zorgen voor een adequate beveiliging. Artikel 2.4 Eindtermen van de opleiding Algemeen 1. De master SNB heeft op het gebied van systeem- en netwerkbeheer inzicht in de belangrijkste technologische ontwikkelingen en hieraan gerelateerde wetenschappelijke resultaten. 2. De master SNB is in staat dit inzicht in te zetten ten behoeve van innovatie en modernisering van systeem- en netwerkconfiguraties. 3. De master SNB kan systeem- en netwerkbeheer problemen aanpakken met behulp van abstractie en modelvorming, en is in staat de oplossingen zowel in algemene termen als in wiskundige en technische termen te formuleren. 4. De master SNB is in staat zich zowel mondeling als schriftelijk helder uit te drukken, is vaardig in het presenteren voor een groep mensen, en weet problemen en oplossingen op het juiste abstractieniveau uit te leggen. 5. De master SNB kan goed in teamverband functioneren. De master is vaardig in het overleggen in kleine en grote groepen over technische thema s en is goed instaat technische werkzaamheden te verdelen over een groep mensen en deze werkzaamheden op elkaar af te stemmen. 6. De master SNB heeft zich rekenschap gegeven van de maatschappelijke, ethische en sociale aspecten van systeem- en netwerkbeheer. Specifieke eindtermen. 1. De master SNB is vaardig in het exploreren (zoeken, lezen en beoordelen) van de vele vormen, zowel qua inhoud als medium, van documentatie en literatuur over systeem-en netwerkbeheer. De master is bekend met de internationale lichamen die standaarden ontwikkelen en publiceren op het gebied van computersystemen en netwerken als ISOC, W3C, ACM en IEEE. 2. De master SNB is zeer vertrouwd met de gangbare configuraties en procedures voor dagelijks beheer en bij calamiteiten van uiteenlopende maar courante systemen en netwerken, middleware en applicaties. De master is dus snel inzetbaar in gangbare multi-vendor systeem- en netwerkcontexten. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 3

3. De master SNB is zeer vertrouwd met de beveiligingstaken van systemen en netwerken, en kan actief bijdragen aan architectuur en configuratie van systemen en netwerken die aan geldende normen van veiligheid voldoen. Tevens kan de master beoordelen of systemen en netwerken aan zekere normen voldoen. 4. In aansluiting op de punten 2 en 3: de master SNB heeft de technische kennis van communicatieprotocollen, netwerkcomponenten en bedrijfssystemen om keuzes en stappen bij beheer en beveiliging, zoals configuratie, procedures en beveiligingsarchitectuur, precies te motiveren. 5. De master SNB heeft voldoende inzicht in de organisatorische context waarbinnen systemen en netwerken functioneren om de behoeften van organisaties en gebruikers te kanaliseren en te vertalen in adequate technische ondersteuning. 6. De master SNB heeft voldoende technische kennis en intellectuele capaciteiten om na enige jaren van ervaring een leidinggevende rol in het werkveld van systeem- en netwerkbeheer te kunnen spelen. De master is in staat een visie te ontwikkelen op het gebied van systeem- en netwerkbeheer en zodoende bij te dragen aan de evolutie en innovatie van concrete systeemomgevingen. HOOFDSTUK 3. DE INHOUD VAN DE OPLEIDING Artikel 3.1 Algemeen Het curriculum (60 ECTS) bestaat voor 60% uit vakinhoudelijk cursorisch onderwijs (theorie en practicum 36 ECTS) en voor 40% uit projectonderwijs (24 ECTS), onder meer uit te voeren bij externe partners. Voor zowel cursorisch onderwijs als projectonderwijs staan de te bereiken eindtermen centraal. In het bijzonder bevat het curriculum geen vakken die uitsluitend ten dienste staan van andere vakken. Het projectonderwijs krijgt gestalte in de vorm van twee praktijkprojecten en twee analytische projecten. Elk van de praktijkprojecten sluit aan op het cursorisch onderwijs dat in de voorgaande periode is gegeven, en loopt (gelijktijdig met een derde, onafhankelijke cursus) over een periode van 8 weken. De analytische projecten duren elk 4 weken, waarin de student geen ander onderwijs volgt en zich dus volledig kan wijden aan dit leerdoel. De analytische projecten kunnen de vorm hebben van een literatuurstudie, een analyse van een groot (open source) softwareproject of een (externe) stage. In het projectonderwijs dient de student de koppeling met de eindtermen en competenties en de stof uit het tot dan toe gevolgde cursorisch deel te maken. Het totale projectwerk is een dwarsdoorsnede van de in de opleiding beoogde vakinhoudelijke competenties, waarbij elke student zich individueel kan verdiepen in voor hem interessante vakinhoudelijke thema's. Elk van de projecten wordt afgesloten met een projectverslag en een presentatie, die beide goedkeuring van een vakinhoudelijk deskundige docent van de masteropleiding behoeven. Bij de beoordeling van een eventuele stage wordt ook advies gevraagd aan de (externe) opdrachtgever. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 4

Artikel 3.2 Het programma Het studiejaar is opgedeeld in twee semesters. Elk semester is opgedeeld in drie perioden van respectievelijk 8, 8, en 4 weken (periode a, b en c). Het onderwijsprogramma bestaat uit de volgende onderdelen. sp semester periode Classical Internet Applications and Operating Systems 6 1 a Distributed Internet Applications and Middleware 6 1 a Evolutionary System and Network Administration 6 1 b Project Web Services 6 1 b Analytical Server Project 6 1 c InterNetworking and Routing 6 2 a Security of Systems and Networks 6 2 a ICT and Company Practice 6 2 b Project Honeypots and Honeynets 6 2 b Analytical Network Project 6 2 c Artikel 3.3 Overgangsregeling voor Informatica naar de master SNB 1. Er is geen mogelijkheid voor studenten uit het 4-jarig curriculum Informatica direct in te stromen in de master SNB. Studenten uit het 4-jarig curriculum Informatica die de master SNB willen doen dienen eerst de bachelor van het 5-jarig curriculum te volbrengen. In de onderstaande regels wordt uitgegaan van studenten uit het 5-jarig curriculum Informatica. 2. Studenten Informatica die hun bachelor of kandidaats Informatica hebben afgerond kunnen instromen in de master SNB. Hiervan kan alleen in uitzonderlijke gevallen worden afgeweken in overleg met de coördinator. 3. De masters SNB sluit aan op de bachelor of kandidaats Informatica. Dus studenten met een bachelor of kandidaats Informatica kunnen zondermeer instromen. Als een student al een deel van een specialisatie heeft afgerond wordt de mogelijkheid van vrijstellingen op individuele basis onderzocht. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 5

HOOFDSTUK 4. DE TENTAMENS MASTEROPLEIDINGEN Artikel 4.1 - Volgorde van de tentamens 1. De student kan pas deelnemen aan tentamens van een onderdeel nadat de student heeft aangetoond dat hij de benodigde voorkennis bezit. Daartoe dient een student de in de studiegids vermelde vakken welke gelden als voorkennis, met voldoende resultaat te hebben afgerond. 2. De student kan pas beginnen aan het afstudeerproject van de opleiding indien alle verplichte examenonderdelen zijn behaald en het vakkenpakket is goedgekeurd door de Examencommissie. 3. De examencommissie kan op verzoek van een student ten gunste van die student afwijken van het gestelde onder lid 1, of lid 2. 4. De examencommissie kan de studieadviseur van de opleiding machtigen om - binnen vastgestelde regels - namens de examencommissie de vrijstelling als bedoeld in lid 3 te verlenen, ook zonder dat de student hiervoor een verzoek heeft ingediend bij de examencommissie. Artikel 4.2 - Aanmelding en afmelding voor tentamens 1. Om te worden toegelaten tot een tentamen dient de student zich tijdig aan te melden. 2. Aanmelding geschied op een door het Onderwijsinstituut bekend te maken wijze. 3. Indien een student zich niet op de aangegeven wijze heeft aangemeld, heeft hij geen toegang tot het tentamen en zal van dat tentamen geen uitslag in de administratie worden opgenomen. 4. Indien een student is verhinderd voor een tentamen waarvoor hij zich heeft aangemeld, dient de student zich af te melden. De wijze van aanmelding en afmelding staat vermeld in de studiegids. 5. Een student kan zich in de eerste twee blokken (per semester) aanmelden voor onderdelen met een maximale studielast van in totaal 36 EC. 6. In overleg met en na instemming van de studieadviseur kan van het gestelde in lid 5 worden afgeweken. Artikel 4.3 - Aantal tentamengelegenheden 1. Een student heeft per jaar driemaal de gelegenheid tot het afleggen van tentamens. 2. In afwijking van het bepaalde in lid 1, vindt de beoordeling van een praktische oefening en van opdrachten alleen plaats in aansluiting op de verzorging van het onderwijs van dat onderdeel. In geval de student een onvoldoende beoordeling heeft gekregen, wordt hem/haar een herkansing geboden. 3. De data van (deel)tentamens die direct volgen op het onderwijs, worden voorafgaand aan de start van het onderdeel bekend gemaakt, de data van overige tentamengelegenheden worden uiterlijk twee maanden tevoren bekend gemaakt. 4. De examencommissie kan alleen ten voordele van de student besluiten af te wijken van lid 1, 2 en 3. Artikel 4.4 - Tentamenstof 1. De bronnen waaraan de tentamenstof is ontleend worden voor de aanvang van het onderdeel bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen wordt de precieze omvang van de tentamenstof bekend gemaakt. 2. De vragen van het tentamen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen en tentamenstof niet te buiten. 3. De vragen van een tentamen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en zijn zodanig dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. De onderwerpen van de vragen zijn evenwichtig gespreid over de examenstof. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 6

Artikel 4.5 - Vorm van de tentamens, algemene bepalingen 1. De examinator bepaalt op welke wijze een onderdeel wordt getentamineerd: een schriftelijk tentamen (S), een mondelinge tentamen (M), een schriftelijk werkstuk (W), een voordracht (V) en - in geval van praktische oefeningen - de beoordeling van praktische vaardigheden (P). 2. De examinator kan bepalen dat een tentamen wordt afgenomen door middel van twee of meer deeltentamens, die verschillende vormen kunnen hebben. 3. De examinator kan bepalen dat pas kan worden deelgenomen aan het afsluitend tentamen indien voldoende resultaat is behaald voor de praktische oefeningen. Deze eis wordt door de docent bij aanvang van het onderdeel bekend gemaakt. 4. De eerste tentamengelegenheid is direct aansluitend op het verzorgen van het onderdeel. De examinator kan bepalen dat bij een tweede of latere tentamengelegenheid in het jaar een afwijkende tentamenvorm wordt gebruikt, bijvoorbeeld indien bij de eerste gelegenheid gebruik wordt gemaakt van deeltentamens of het laten meetellen van schriftelijke werkstukken bij de beoordeling. 5. Tentamens worden afgenomen in de taal waarin het onderwijs is verzorgd. De examinator en de student kunnen in onderling overleg en met beider instemming bepalen dat het tentamen in een andere taal wordt afgenomen. 6. Voor onderdelen die in de studiegids staan beschreven, wordt bij aanvang duidelijk vermeld hoe het tentamen wordt afgenomen, waaronder: a. de vorm het tentamen, dan wel ieder deeltentamen; b. de wijze waarop eventuele deeltentamens bijdragen aan de eindbeoordeling; c. de taal van het tentamen indien die niet in het Nederlands wordt afgenomen; d. afwijkende tentamenvormen bij een tweede of latere tentamengelegenheid. Artikel 4.6 - Vorm van de tentamens, aanvullende bepalingen 1. De examinator kan de student de mogelijkheid bieden om bij de beoordeling van een (deel)tentamen, ingeleverde schriftelijke werkstukken te laten meetellen. 2. De examinator deelt bij aanvang van het onderdeel mee aan de student op welk moment de werkstukken ingeleverd moeten worden en hoe deze kunnen meetellen. 3. De examinator kan in overleg met de student een schriftelijk tentamen vervangen door een mondeling tentamen. 4. De duur van het tentamen is zodanig dat studenten, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden. Een schriftelijk (deel)tentamen duurt maximaal 3 uur. 5. Het mondeling afnemen van een tentamen is openbaar tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders beslist. 6. De examencommissie kan in bijzondere gevallen toestaan dat wordt afgeweken van het bepaalde in de voorgaande leden en de leden van het voorgaande artikel. Artikel 4.7 - Gebruik maken van meerdere tentamengelegenheden 1. Indien een student meerdere keren deelneemt aan hetzelfde tentamen, geldt het hoogst behaalde resultaat. 2. Indien een student na driemaal te hebben deelgenomen aan een tentamen niet is geslaagd, kan de examinator na overleg met de student bepalen op welke wijze bij deze student het tentamen de volgende keer het beste kan worden afgenomen: schriftelijk, mondeling, dan wel op een andere wijze. 3. De student dient het initiatief te nemen voor het maken van afspraken zoals bedoeld in lid 2, minimaal vier weken voordat deze opnieuw tentamen wil afleggen. Indien deze afspraak niet is gemaakt, kan de examinator de student uitsluiten van deelname aan een schriftelijk tentamen voor het betreffende onderdeel. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 7

Artikel 4.8 - Gehandicapte studenten Lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten krijgen de gelegenheid tentamens af te leggen op een wijze die zoveel mogelijk is aangepast aan hun individuele handicap. De examencommissie besluit hierover, zij wint hiervoor zo nodig deskundig advies in. Artikel 4.9 - De beoordeling van tentamens 1. De wijze van beoordeling is zo inzichtelijk dat de geëxamineerde kan nagaan hoe de uitslag van zijn examenonderdeel tot stand is gekomen. 2. De student is voor een onderdeel geslaagd, indien het cijfer 6,0 of hoger is behaald. De uitslag van het onderdeel wordt gegeven in hele of halve cijfers tussen 1 en 10. 3. Het cijfer 5,5 wordt als eindbeoordeling voor een onderdeel niet gegeven. Artikel 4.10 - Uitslagen en termijnen 1. Mondeling tentamen: de examinator stelt terstond na het mondeling tentamen de uitslag vast en stelt de kandidaat van de uitslag in kennis. 2. Schriftelijk tentamen: de examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop het tentamen is afgelegd. 3. Practicum: de examinator stelt de uitslag van de toetsing van praktische vaardigheden vast binnen vijftien werkdagen na de dag waarop het onderdeel is afgerond. De gelegenheid tot herkansing vindt niet eerder plaats dan tenminste vijf werkdagen na de uitslag. 4. De examinator brengt de einduitslag terstond schriftelijk ter kennis van het onderwijsbureau. Het onderwijsbureau draagt zorg voor de registratie van de einduitslag en voor ondertekening van de uitslag door de docent. Na ondertekening door de docent wordt de uitslag officieel aan de student bekend gemaakt. 5. Ten aanzien van een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamens bepaalt de examencommissie binnen welke termijn de uitslag moet worden vastgesteld. 6. Onder bijzondere omstandigheden kan de examencommissie bepalen dat van de termijnen die in dit artikel zijn vastgesteld kan worden afgeweken. Artikel 4.11 - Geldigheidsduur tentamenresultaten 1. De geldigheid van een na 1 september 2003 behaald tentamenresultaat is 4 jaar. 2. Indien een tentamen uit meerdere onderdelen bestaat (zoals bijvoorbeeld practica en/of schriftelijk werk), blijven de resultaten van deze deelresultaten geldig tot de eerstvolgende keer dat het onderdeel wordt aangeboden. 3. Indien het tentamen een vak betreft dat onregelmatig wordt aangeboden of niet meer wordt aangeboden, blijven de resultaten van deeltentamens geldig tot het einde van het studiejaar volgende op het jaar waarin het deeltentamen is behaald. Artikel 4.12 - Vrijstelling 1. De Examencommissie kan op verzoek aan studenten vrijstelling verlenen voor het afleggen van één of meerdere tentamens van onderdelen van de opleiding indien: a. de student een tentamen heeft behaald bij een universitaire opleiding in Nederland of in het buitenland dan wel bij een vergelijkbare hogere beroepsopleiding in Nederland of in het buitenland. Het betreffende behaalde tentamen dient voor wat betreft inhoud en studielast gelijkwaardig te zijn aan het tentamen waarvoor de vrijstelling wordt aangevraagd, of b. de student beschikt over een bewijs van beroepservaring op het betrokken vakgebied. 2. Een verzoek tot vrijstelling van één of meer tentamens van een onderdeel dient schriftelijk te worden ingediend bij de examencommissie. Bij dit verzoek dienen kopieën van alle relevante bescheiden waaruit blijkt op grond waarvan de vrijstelling wordt aangevraagd te worden gevoegd. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 8

Artikel 4.13 - Inzagerecht en nabespreking 1. Gedurende twee maanden na bekendmaking van de uitslag kan een student die heeft deelgenomen aan een tentamen, op zijn verzoek inzage krijgen in zijn beoordeelde werk of om een nabespreking verzoeken. 2. De examinator dient de student de gelegenheid te geven om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden. 3. Belanghebbenden kunnen op verzoek kennis nemen van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 4. De student heeft recht op een kopie van het beoordeelde tentamen. Artikel 4.14 - De orde van tentamens 1. De examinator bepaalt de orde van het tentamen. De examinator zorgt voor toezicht op het goede verloop van een tentamen. 2. Aanwijzingen van de examencommissie c.q. examinator, die voor de aanvang van het tentamen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan worden gegeven, dienen door de student te worden opgevolgd. 3. De student is verplicht zich op verzoek van de examinator (of diens vertegenwoordiger) te legitimeren met het bewijs van inschrijving of een ander geldig legitimatiebewijs. 4. a. Wanneer een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, worden studenten tot 30 minuten na het officiële tijdstip van aanvang van het tentamen tot het tentamen toegelaten. b. Wanneer een onderdeel schriftelijk wordt afgenomen, mogen studenten gedurende de eerste 30 minuten van het tentamen de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen niet verlaten. c. Indien een (deel)tentamen in de vorm van een praktische oefening wordt afgenomen, worden studenten alleen op het officiële tijdstip van aanvang tot het tentamen toegelaten 5. Een student, die niet voldoet aan de onder 2 en 3 genoemde eisen kan door de examinator worden uitgesloten van deelname aan het tentamen. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het desbetreffende tentamen wordt vastgesteld. 6. Een tentamen dient geheel zelfstandig door de student te worden afgelegd, tenzij door de examinator anders is bepaald. 7. Het is verboden tijdens het afleggen van het tentamen van ander materiaal gebruik te maken dan door de examinator is toegestaan. 8. De opgaven mogen door de student na afloop van het tentamen worden meegenomen. Artikel 4.15 - Fraude 1. Constatering of vermoeden van fraude moet door de examinator c.q. surveillant terstond en schriftelijk beargumenteerd aan de examencommissie worden gerapporteerd. De examinator kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen. Een weigering hiertoe wordt in de rapportage vermeld 2. De student wordt in de gelegenheid gesteld schriftelijk of mondeling commentaar te leveren op het rapport van de examinator 3. De examencommissie besluit over het toepassen van sancties uiterlijk 4 weken nadat het tentamen is afgenomen 4. Als de examencommissie oordeelt dat fraude is bewezen, kan de examencommissie de student uitsluiten van verder deelname aan het betreffende tentamen. Bovendien kan zij de student uitsluiten van alle tentamens van de opleiding voor zover verzorgd door het onderwijsinstituut waarbinnen de opleiding valt. De uitsluiting geldt voor een periode van ten hoogste een jaar na de constatering van de fraude. 5. De examencommissie verleent geen vrijstellingen op grond van elders behaalde resultaten, behaald in de periode waarvoor de student, krachtens het vorige lid was uitgesloten van deelname aan tentamens bij de opleiding. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 9

HOOFDSTUK 5. OVERIGE BEPALINGEN Artikel 5.1 - Deelname aan het onderwijs 1. Hoorcolleges van onderwijsonderdelen zijn voor elke aan de UvA ingeschreven student vrij toegankelijk. 2. Voor toelating tot onderdelen met andere onderwijsvormen (zoals practica en werkcolleges), geldt als voorwaarde dat de student zich vooraf en op een door het Onderwijsinstituut aangegeven wijze voor dat onderdeel heeft aangemeld. 3. Mededelingen over de wijze waarop en de termijnen waarbinnen studenten zich dienen aan te melden, worden per e-mail gedaan. Mededelingen worden tevens op de onderwijswebsite gepubliceerd. 4. Indien een student zich niet op de voorgeschreven wijze heeft aangemeld voor de onderdelen zoals vermeld in lid 2, heeft de student geen toegang tot het onderwijs. 5. Voor elk onderdeel waarop dat van toepassing is, wordt in de studiegids vermeld welke onderwijsonderdelen, vooraf dienen te zijn gevolgd of afgerond. 6. Indien een student niet voldoet aan de voorkennisvereisten zoals vermeld in lid 5, heeft de student geen toegang tot het onderwijs. 7. Indien een student zich heeft aangemeld voor een onderdeel en toegang heeft tot dat onderdeel, is hij eveneens ingeschreven voor het tentamen. 8. Indien een student niet voldoet aan de voorkennisvereisten of zich niet op de voorgeschreven wijze heeft aangemeld, wordt voor de student van het betreffende onderwijsonderdeel geen resultaat in de administratie opgenomen en worden voor het betreffende onderwijsonderdeel geen studiepunten toegekend. 9. De Examencommissie kan op verzoek ten gunste van de student van het gestelde in lid 1 t/m 8 afwijken. Artikel 5.2 - De taal van het onderwijs 1. Het onderwijs in de opleiding wordt in het Nederlands (opleidingen Kunstmatige Intelligentie, Informatiekunde, Systeem- en Netwerkbeheer en Software Engineering) of in het Engels (opleidingen Logic en Computer Science) verzorgd. 2. In overleg met en met instemming van de studenten kan worden besloten het onderwijs van een onderdeel in een andere taal te verzorgen Artikel 5.3 - Studievoortgang en studiebegeleiding 1. Studenten die voor de opleiding zijn ingeschreven kunnen voor studiebegeleiding een beroep doen op de studieadviseur wiens naam aan het begin van het studiejaar wordt bekend gemaakt. 2. Studenten krijgen tenminste eenmaal per jaar een overzicht van de behaalde resultaten ten aanzien van onderdelen van het programma van de opleiding. Artikel 5.4 - Verzoeken aan de examencommissie 1. Verzoeken aan de examencommissie dient de student schriftelijk gemotiveerd te richten aan de voorzitter van de examencommissie; verzoeken worden ingediend bij de studieadviseur. 2. Het besluit om een verzoek als vermeld in lid 1 niet te honoreren wordt door de examencommissie gemotiveerd genomen, nadat de student de gelegenheid heeft gekregen mondeling dan wel schriftelijk aanvullende informatie te geven. 3. De examencommissie beslist op haar eerstvolgende vergadering maar niet later dan vijf weken, de maand juli niet meegerekend, na ontvangst van het verzoek. 4. Indien de commissie langer nodig heeft om tot een besluit te komen, wordt de student hiervan zo spoedig mogelijk gemotiveerd in kennis gesteld, onder vermelding van een nieuwe termijn. Deze termijn is niet langer dan vier weken na de termijn in lid 3. 5. De student wordt van de beslissing zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis gesteld. Indien Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 10

de examencommissie niet heeft beslist binnen de termijn bedoeld in het derde lid, dan wel lid 4 indien van toepassing, wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend. 6. Tegen beslissingen van de examencommissie dan wel van examinatoren staat beroep open bij het College van Beroep voor de examens binnen 4 weken nadat de student de beslissing op zijn verzoek heeft ontvangen. (artikel 7.61 WHW) 7. De student dient bij besluiten van de examencommissie dan wel van een examinator, inclusief de uitslag van een afgelegd tentamen en/of examen expliciet te worden gewezen op de mogelijkheid van het instellen van beroep bij het College van Beroep voor de examens. (Adres: College van beroep voor de examens, Spui 21,1012 WX, Amsterdam). Artikel 5.5 - Het afleggen van examens 1. Tot het afleggen van het masterexamen wordt ten minste vijf maal per jaar gelegenheid geboden. 2. De examendata worden bekend gemaakt door het Onderwijsinstituut. 3. De procedure voor het aanvragen van een examen staat vermeld in de studiegids en op het onderwijsweb. 4. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast nadat de student volgens de aanmeldingsprocedure de bewijzen overlegt van door hem behaalde onderdelen. De student is geslaagd indien alle onderdelen zijn behaald. 5. In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student met betrekking tot één of meer onderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. 6. Als bewijs van het halen van het examen wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt, met een daarbij behorende bijlage waarop de onderdelen van het examen, de studielast en de beoordeling worden vermeld. 7. Het getuigschrift wordt gedateerd op de datum van het laatst behaalde tentamenresultaat. Artikel 5.6 - Cum Laude 1. Indien de student tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, kan de examencommissie besluiten dat dit op het getuigschrift wordt vermeld met de woorden "cum laude". 2. Bij een examen is sprake van uitzonderlijke bekwaamheid wanneer de student voor de examenonderdelen een gemiddelde van 8 (acht) of meer heeft behaald, met dien verstande dat niet meer dan één examenonderdeel is beoordeeld met het cijfer lager dan 7 (zeven). 3. In geval van vrijstellingen beslist de examencommissie 4. De examencommissie kan in bijzondere gevallen van deze regeling afwijken. Artikel 5.7 - Registratie van tentamens en examens 1. Het onderwijsinstituut draagt zorg voor de registratie van de uitslagen van tentamens en registreert tevens de getuigschriften die aan een student zijn uitgereikt. 2. Over geregistreerde gegevens, met uitzondering van gegevens over uitgereikte getuigschriften, wordt aan anderen dan de student, de studieadviseur, het docententeam, de studentendecaan, de InformatieBeheerGroep en het College van Beroep voor de examens geen mededeling gedaan. Alleen met toestemming van de student kan hiervan worden afgeweken. Artikel 5.8 - Slotbepalingen 1. Deze regeling is op 17 oktober 2003 vastgesteld door de decaan van de faculteit, na instemming en advies van de Facultaire Studentenraad en advies van de Facultaire Ondernemingsraad. 2. De regeling treedt in werking op 1 september 2003 3. De regeling wordt bekend gemaakt via de website en het Onderwijsinstituut 4. In zaken waarin deze regeling niet voorziet beslist de examencommissie. Onderwijs- en Examenregeling 2003-2004 masteropleiding Systeem- en netwerkbeheer 11