Verwijderen van de eierstok en/of eileider. Gynaecologie



Vergelijkbare documenten
Verwijderen van de eierstok en/of eileider. Gynaecologie

Verwijderen van de eierstok en/of eileider. Gynaecologie

Laparoscopie bij kinderwens. Chromolaparoscopie en LEO

Verwijderen van de baarmoeder. Gynaecologie

Laparoscopische tubectomie

Verwijdering van de bijbal en/of de zaadbal. Urologie

Anesthesie met rugkatheter. Bijlage Anesthesie

Laparoscopie (therapeutisch)

Conisatie. Gynaecologie

Tumoren aan nieren of urineleiders. Urologie

Laparoscopische operatie. De baarmoeder, eileiders en eierstokken. Wat is een laparoscopische operatie

Circumcisie of besnijdenis. Urologie

Laparoscopische operatie (kijken in de buikholte-gynaecologie)

Verwijdering van de bijbal en/of de zaadbal. Urologie

De laparoscopische operatie

Verwijdering van de blaastumor via de plasbuis. Urologie

De laparoscopische operatie

Laparoscopie. Een kijkje in de buikholte. Gynaecologie. Locatie Langendijk

Niersteenverwijdering. Urologie

DE LAPAROSCOPISCHE OPERATIE

Laparoscopische operatie. Afdeling Gynaecologie

Patiënteninformatie Operatieve laparoscopie

Inleiding Wat is een gynaecologische laparoscopie?

Een operatie bij eierstokkanker

Laparoscopische operatie

Laparoscopie en laparotomie

De laparoscopische operatie

Gynaecologie De laparoscopische operatie

laparoscopische operatie

Laparoscopische operatie

Baarmoederverwijdering

Laparoscopische operatie

Verwijderen van de baarmoeder

Oorschelpcorrectie Informatie voor ouders/verzorgers. Plastische Chirurgie

EEN KIJKJE IN DE BUIKHOLTE (LAPAROSCOPIE)

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Kijken in de buik: de diagnostische laparoscopie

Operatie aan de slijmbeurs. Elleboog of knie

DE DIAGNOSTISCHE LAPAROSCOPIE

Laparoscopie algemene informatie

Röntgenonderzoek van de urineleiders en het nierbekken via cystoscopie. Urologie

man, vrouw en kind info voor patiënten Operatieve laparoscopie

laparoscopische operatie

Laparoscopie en laparotomie

Laparoscopische operatie

LAPAROSCOPISCHE OPERATIE

Baarmoeder- operatie

De laparoscopische operatie. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Vasectomie. Informatie en richtlijnen bij sterilisatie van de man

Kloofje in de anus. Chirurgie / Vaatchirurgie

Laparoscopische operatie Gynaecologie

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken. Algemene informatie

Verpleegkundig spreekuur stomazorg. Stomapoli

Vergrote eierstok. Ovariumcysten. Poli Gynaecologie

DIAGNOSTISCHE LAPAROSCOPISCHE

Laparoscopische operatie

De laparoscopische operatie

GYNAECOLOGIE. Kijken in de buik. Laparoscopische operatie & diagnostische laparoscopie

Laparoscopische operatie

Diagnostische laparoscopie (kijken in de buik)

De laparoscopische operatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Kijken in de buikholte

De laparoscopische operatie

EEN KIJKJE IN DE BUIKHOLTE (LAPAROSCOPIE) FRANCISCUS VLIETLAND

Dijlift. Plastische chirurgie

Verwijdering van een nier met behulp van laparoscopie

Verwijdering van de baarmoeder

Anale drukmeting. Interne Geneeskunde

De laparoscopische operatie

De laparoscopische. Gynaecologie. alle aandacht

U krijgt een laparoscopische operatie (kijkoperatie)

Laparoscopie (diagnostisch)

Schildwachtklierbiopsie bij het maligne melanoom. Chirurgie

Buitenbaarmoederlijke. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Laparoscopische operatie

Laparoscopische operatie

Diagnostische laparoscopie

Laparoscopische operatie

Patiënteninformatie Diagnostische laparoscopie of kijkonderzoek van de buikholte

PATIËNTEN INFORMATIE. De laparoscopische operatie

Kijken in de buik: diagnostische laparoscopie. Poli Gynaecologie

Gynaecologie. Laparoscopische operatie

De laparoscopische operatie

Gynaecologie Laparoscopische operatie

Laparoscopische operatie

PATIËNTENFOLDER Gynaecologie: Kijkoperatie (Laparoscopie)

Urodynamisch onderzoek. Cystometrie-Drukmetingen

De belangrijkste redenen voor een diagnostische laparoscopie

Kijken in de buik. de diagnostische laparoscopie

Laparoscopische operatie

De laparoscopische operatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Gynaecologie Kijken in de buik: de diagnostische laparoscopie

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken

info voor patiënten Operatieve laparoscopie

Circumcisie of besnijdenis. Informatie voor ouders of verzorgers

Het verwijderen van de baarmoeder en/of eierstokken

Laparoscopische operatie

Echogeleide leverpunctie. Medische beeldvorming

Transcriptie:

Verwijderen van de eierstok en/of eileider Gynaecologie

Binnenkort wordt u in ons ziekenhuis opgenomen om uw eierstok en/of eileider te verwijderen (adnexextirpatie) vanwege een goedaardige aandoening. In deze folder kunt u lezen wat de ingreep inhoudt. Bij het verwijderen van de eierstok en/of eileider wordt u in de regel opgenomen op de gynaecologische verpleegafdeling. Soms wordt de ingreep via de afdeling Dagverpleging verricht. Ook van deze afdeling is een aparte folder verkrijgbaar. Redenen voor het verwijderen van de eierstok en/of eileider Er kunnen verschillende redenen zijn om de eierstok en/of eileider te verwijderen: Een cyste van de eierstok of een vergrote eierstok Een cyste is een met vocht gevulde holte in de eierstok. Niet alle cysten hoeven geopereerd te worden. Rond elke eisprong is er in de eierstok een kleine holte met vocht en daarin een eicel. Dit noemt men een follikel. Zo n follikel groeit soms door. We spreken dan van een persisterende (aanwezig blijvende) follikel. Deze verdwijnt meestal uit zichzelf. Soms adviseert de gynaecoloog een hormoonbehandeling. Een andere naam voor zo n uit zichzelf verdwijnende cyste is een functionele cyste. Als een cyste niet verdwijnt, wordt vaak een operatie geadviseerd. Er kan sprake zijn van een cystadenoom: een goedaardige afwijking waarbij zich slijm of ander vocht in de eierstok ophoopt. Een eierstok kan ook in zijn geheel vergroot zijn. Vaak is er dan sprake van een dermoid, ook wel een wondergezwel genoemd. Allerlei soorten weefsel zijn hierin aanwezig, zoals haren, botten en talg. Soms wordt de cyste of vergrote eierstok ontdekt omdat u klachten heeft; in andere gevallen is het een toevalsbevinding. Om uw klachten te verhelpen of om toekomstige klachten te voorkomen adviseert de gynaecoloog een operatie. Deze bespreekt voor de ingreep met u of de hele eierstok verwijderd wordt of alleen de cyste. Dan blijft een deel van de eierstok behouden. Soms is het pas tijdens de operatie mogelijk om te beoordelen of alleen de cyste verwijderd kan worden of dat het noodzakelijk is de hele eierstok weg te nemen. Met één overgebleven eierstok is een zwangerschap mogelijk en komt u niet voortijdig in de overgang. Pas bij het verwijderen van beide eierstokken is een zwangerschap onmogelijk. Ook komt u dan, voor zover u dat niet was, in de overgang. Het verwijderen van gezonde eierstokken Bij sommige vormen van borstkanker adviseert de arts om gezonde eierstokken te verwijderen, bijvoorbeeld als de kanker gevoelig is voor vrouwelijke hormonen die de eierstokken maken. Ook bij vrouwen met verscheidene nabije familieleden met eierstokkanker en bij wie een genetische mutatie is vastgesteld, speelt soms de overweging gezonde eierstokken te verwijderen om kanker te voorkomen. Endometriose Bij endometriose bevindt het slijmvlies dat de binnenkant van de baarmoeder bekleedt, zich ook buiten de baarmoeder: in de buikholte of in de eierstokken. De menstruaties zijn vaak pijnlijk omdat ook deze plekjes bloeden. In de eierstok kan zich bloed ophopen. Dit lijkt op chocolade en men spreekt dan van chocoladecysten. Endometriose kan ook verklevingen veroorzaken. 2

Er bestaan verschillende behandelingsmogelijkheden voor endometriose, zoals hormonen of een operatie. Uw gynaecoloog bespreekt met u welke behandeling voor u het meest geschikt is. Een chocoladecyste kan geopend of verwijderd worden. Ook is het mogelijk haardjes van endometriose weg te branden. Hydrosalpinx Door een vroeger doorgemaakte ontsteking kan een eileider zijn afgesloten. Wanneer zich daarin vocht verzamelt, spreken we van een hydrosalpinx (hydro = vocht, salpinx = eileider). Meestal zijn er geen klachten, een enkele keer pijnklachten. Vaak is er sprake van verminderde vruchtbaarheid. Afhankelijk van klachten en kinderwens bespreekt de gynaecoloog of een behandeling nodig is, en zo ja welke. Bij het ontbreken van klachten en bij een kinderwens, is behandeling zelden noodzakelijk. Buitenbaarmoederlijke zwangerschap Een buitenbaarmoederlijke zwangerschap noemt men ook wel een extrauteriene graviditeit, vaak afgekort als EUG (extra = buiten, uterus = baarmoeder, graviditeit = zwangerschap). De zwangerschap bevindt zich buiten de baarmoeder, meestal in de eileider. Kleine buitenbaarmoederlijke zwangerschappen sterven soms uit zichzelf af. Het lichaam ruimt ze dan op. Soms is een medicijn (methotrexaat) nodig om dit proces te bespoedigen. Bij grotere buitenbaarmoederlijke zwangerschappen of bij een bloeding door het barsten van de eileider is nog al eens een operatie (meestal laparoscopie = kijkbuisoperatie of soms laparotomie = buikoperatie) noodzakelijk. De gynaecoloog kan besluiten de hele eileider met de buitenbaarmoederlijke zwangerschap te verwijderen. Soms is het mogelijk de zwangerschap voorzichtig uit de eileider te pellen. Vaak is pas tijdens de operatie duidelijk wat de beste behandeling voor u is. Bij een buitenbaarmoederlijke zwangerschap is het niet mogelijk de zwangerschap te behouden. Toekomstige kinderwens, de mate van schade aan de eileider en de toestand van de andere eileider spelen een rol bij de keuze van de meest zinvolle behandeling. Operatietechnieken Bij het verwijderen van de eierstok en/of eileider zijn twee operatietechnieken mogelijk: een laparoscopische operatie (kijkbuisoperatie) of een laparotomie (buikoperatie). De keuze hangt af van de aard van de afwijking: zoals onder andere de grootte van de cyste, de aard van de inhoud van de cyste en de eventuele verklevingen. Bij ernstige verklevingen is een laparoscopische operatie vaak erg moeilijk of zelfs onmogelijk. Dit is ook het geval wanneer de buikwand erg dik is. Het kan ook voorkomen dat pas tijdens de kijkbuisoperatie blijkt dat er overgeschakeld moet worden op een buikoperatie. Bij een buikoperatie wordt meestal gekozen voor de bikinisnede. Alleen bij een zeer grote afwijking of te verwachten grote problemen wordt gekozen voor de verticale snede. 3

Als u besloten hebt tot een operatie Als u, in overleg met uw gynaecoloog, hebt besloten tot een operatie dan bespreekt de gynaecoloog met u de operatieprocedure, welke organen er worden uitgenomen en de manier waarop de operatie wordt uitgevoerd. Ook de complicaties die daarbij kunnen optreden heeft uw gynaecoloog met u besproken. Nadat de gynaecoloog de operatiepapieren heeft ingevuld vindt eerst nog onderzoek plaats. Daarbij hoort meestal een bloedonderzoek en een enkele keer een longfoto of hartfilmpje (ECG). Bij de zorgplanner kunt u aangeven wanneer de operatie u het beste uitkomt. Ook kunt u aangeven of uw operatie moet worden uitgevoerd door uw eigen gynaecoloog of een van zijn of haar collega s. In het geval van een spoedoperatie (bijvoorbeeld een ernstige bloeding in de buik), wordt u meteen opgenomen en zal deze operatie natuurlijk zeer snel geregeld worden. Voor de operatie Vóór de geplande operatie krijgt u een afspraak voor een algemeen lichamelijk onderzoek en een afspraak voor een gesprek met een anesthesiemedewerker. Meestal kan dit al in aansluiting op het onderzoek. Meestal wordt het algemeen lichamelijk onderzoek verricht door de co-assistent. U kunt de procedure van uw opname en de operatie nogmaals bespreken en er wordt ingegaan op al uw vragen. Voorbereiding op de operatie Op de dag van de operatie wordt u opgenomen op gynaecologische verpleegafdeling of de Dagverpleging. Voor de algemene zaken zoals nuchter zijn verwijzen wij u naar de folders van de Dagverpleging en de verpleegafdeling. De periode na de operatie U ziet de zaalarts dagelijks. De gynaecoloog die u opereert ziet u vlak voor de ingreep en indien mogelijk enkele keren erna. Heeft u nog vragen aarzel dan niet deze te stellen. De lichamelijke herstelperiode na de operatie duurt ongeveer een maand. Bij een kijkbuisoperatie kan het wat sneller zijn en bij een buikoperatie kan het wat langer duren. Het is verstandig om al vóór de ingreep voorbereidingen te treffen voor de periode erná. Indien er extra hulp moet worden ingeschakeld kunt u dit eventueel al met uw huisarts bespreken. De eerste dagen na de operatie is buikpijn heel gewoon. U krijgt daarvoor uiteraard pijnstilling, maar als dit onvoldoende helpt, kunt u altijd vragen om extra pijnstilling. Door de verdoving hebben uw darmen stilgelegen. Deze komen pas langzaam weer op gang en derhalve mag u de eerste dag alleen drinken en iets licht verteerbaars eten. Afhankelijk van het op gang komen van de darmen wordt het dieet uitgebreid. 4

De dag van de operatie blijft u nog in bed tenzij het bij een kijkoperatie is gebleven, dan mag u er al voorzichtig uit (mobiliseren). Soms heeft u een blaaskatheter, die in principe de eerste dag na de operatie verwijderd wordt. Als u nog niet goed mobiel bent of als er schade aan de blaas is ontstaan tijdens de operatie of als er een beetje bloed in de urine zit, wordt deze langer in de blaas gehouden. Hoe lang u in het ziekenhuis blijft hangt af van de soort operatie en het tempo van uw herstel. Ook is het van belang of u thuis hulp hebt. Doorgaans blijft u enkele dagen in het ziekenhuis (1-2 dagen na een kijkbuisoperatie en 4-5 dagen na een operatie via de buik). Als u via de buik geopereerd bent moeten de hechtingen verwijderd worden. Dit gebeurt op de 5e-7e dag na de operatie. Dit gebeurt op de polikliniek, u krijgt daarvoor een afspraak. Na een kijkbuisoperatie hoeven de hechtingen niet verwijderd te worden, deze lossen meestal na 12-14 dagen vanzelf op. Met ontslag Vlak voor uw ontslag heeft u een ontslaggesprek met de afdelingsverpleegkundige. Tijdens dit gesprek komt het verloop van de operatie, uw herstel en leefregels voor de eerste weken na uw ontslag aan de orde. U dient rekening te houden met moeheid en het houden van rust. U mag tot 1 maand na de operatie niet zwaar tillen. Dit geldt ook voor activiteiten als fietsen en sporten. Ook adviseren wij u tot minstens 1 maand na de operatie niet buitenshuis te werken (na een eenvoudige kijkbuisoperatie kan het herstel overigens vlotter zijn en kan hiervan afgeweken worden). In de regel wordt u 6 weken na de operatie terug verwacht bij uw gynaecoloog. Risico s en complicaties Bij elke operatie, hoe klein ook, kunnen complicaties of ongewenste effecten optreden. Bedenk bij het lezen dat het om mogelijke gevolgen gaat: de meeste operaties verlopen zonder complicaties. De meest voorkomende complicatie bij een laparoscopische operatie is dat er toch een gewone buikoperatie (laparotomie) moet plaatsvinden via een grotere snede. In wezen is dit geen echte complicatie, omdat het soms gewoon te moeilijk is om zorgvuldig te opereren met behulp van de laparoscopische methode. Dit komt vooral voor bij ernstige verklevingen door endometriose of een eerdere buikoperatie. Ook andere technische problemen zijn mogelijk, zoals het niet goed zichtbaar zijn van de afwijkingen. Houdt u er dus altijd rekening mee dat u met een grotere snede dan gepland wakker kunt worden. De opname in het ziekenhuis en het herstel duren dan langer. Bij het opereren zelf kunnen complicaties optreden. In zeer zeldzame gevallen worden de urinewegen of darmen beschadigd. De gevolgen zijn soms pas zichtbaar als u al uit het ziekenhuis ontslagen bent. Bij ernstige buikpijn, koorts of pijn in de nierstreek (aan de zijkant van de rug) is het dan ook verstandig direct met de dienstdoende gynaecoloog contact op te nemen. Deze beschadigingen zijn meestal goed te behandelen, maar ze vragen extra zorg en het herstel duurt langer. 5

Elke narcose brengt risico s met zich mee. Als u verder gezond bent, zijn deze risico s zeer klein. Bij de operatie wordt er meestal een katheter in uw blaas gebracht. Deze blijft doorgaans zitten tot de eerste dag na de ingreep. Er kan altijd een blaasontsteking ontstaan, welke pijnlijk is. Met antibiotica is deze goed te behandelen. Er kan ín de buik een nabloeding optreden. Meestal lost uw eigen lichaam zo n bloeduitstorting op, maar dit vergt een langere periode van herstel. Een enkele keer is bij een ernstige nabloeding een tweede operatie nodig. Dit gebeurt meestal door een buiksnede. Bij iedere operatie is er een klein risico op het ontstaan van een infectie of trombose. Bij een buiksnede krijgt u dan ook elke dag een spuitje met een bloedverdunnend middel. Bij een operatie via de buikwand kan het litteken lang gevoelig blijven. Een litteken in de buikwand kan intrekken, zodat de buikwand ernaast of erboven gaat overhangen. Bij elke operatie in de buikholte kunnen verklevingen ontstaan. Deze geven slechts zelden klachten. Een littekenbreuk is een complicatie op langere termijn. Darmen en buikvlies puilen dan door de buikwand onder de huid naar buiten. Deze complicatie kan bij alle buikoperaties voorkomen, dus ook, maar wel zelden, bij laparoscopische ingrepen. Sommige vrouwen hebben na een operatie last van slapeloosheid, moeheid, concentratiestoornissen, buik- of rugpijn. Mocht het herstel na de operatie anders zijn of langer duren van u had verwacht is het verstandig dit met uw gynaecoloog te bespreken. Indien er problemen thuis ontstaan na de operatie kunt u contact opnemen met uw huisarts, de afdeling waar u gelegen heeft of met ons, via Gynaecologie (telefoonnummer zie achterpagina). Vragen? Mochten er nog onduidelijkheden bestaan, dan kunt u altijd contact met ons of met uw huisarts opnemen. U kunt ook uitgebreidere informatie vinden in onze andere folders op de website van het ziekenhuis. Tevens biedt de website van onze beroepsvereniging www.nvog.nl u aanvullende informatie. Voorkom vertraging van uw onderzoek en/of operatie In het ziekenhuis krijgen we steeds meer te maken met bacteriën die ongevoelig zijn voor antibiotica. Deze bacteriën noemen we Bijzonder Resistente Micro Organismen (BRMO). Een voorbeeld van een BRMO is de MRSA-bacterie. De bacteriën kunnen een nadelig effect hebben op uw gezondheid of de gezondheid van andere patiënten. Wij doen er in Orbis Medisch Centrum alles aan om te voorkomen dat deze bacteriën zich verspreiden binnen ons ziekenhuis. In onderstaande tabel staan enkele vragen. Als u één vraag met Ja beantwoordt, behoort u tot een groep die meer risico heeft een ongevoelige bacterie bij zich te dragen. Geeft u dit door aan uw behandelend arts zodra deze vaststelt dat een onderzoek of operatie noodzakelijk is. Dit voorkomt onnodige vertraging. Als namelijk pas vlak voor 6

aanvang van onderzoek of operatie blijkt dat u het risico loopt besmet te zijn, is het mogelijk dat de arts besluit niet door te gaan, voordat onderzocht is of u een bacterie bij u draagt. Wij beseffen dat het maken van kweken en eventuele isolatiemaatregelen ingrijpend en onaangenaam zijn. Het is echter de enige manier om u zo goed mogelijk te kunnen behandelen en om andere patiënten te beschermen tegen mogelijke besmetting met resistente bacteriën. Leest u onderstaande vragen goed voordat u deze beantwoordt. Weet u een antwoord niet, vul dan Nee in. Vragen Bent u in de afgelopen 2 maanden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling? (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) Bent u langer dan 2 maanden geleden opgenomen geweest in een buitenlandse of Nederlandse zorginstelling (ziekenhuis, verpleeg of verzorgingshuis) en hebt u nog wondjes, infecties of andere gevolgen van deze opname? Komt u voor het eerst met een buitenlands adoptiekindje naar ons ziekenhuis voor onderzoek of opname? Is al bekend dat u drager bent van een BRMO (of MRSA)? Woont u samen met of verzorgt u een persoon met BRMO? Werkt u met levende varkens of vleeskalveren? Ja / Nee 7

Deze folder is een voor Orbis Medisch Centrum aangepaste versie van een folder van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG). De originele folder kunt u terugvinden op: www.nvog.nl Gynaecologie Meldpunt Oost 11 Afsprakennummer: 088-459 7785 Op werkdagen: 9.00-12.00 en 14.00-16.00 uur Informatienummer 088-4595580 Op werkdagen: 8.30-12.00 en 13.30-16.30 uur Verpleegafdeling Meldpunt Oost 43 Telefoon 088 459 4500 Dagverpleging Meldpunt Oost 31 Telefoon 088 459 3800 Op werkdagen van 7.30 20.00 uur Internet www.orbismedischcentrum.nl www.nvog.nl 588 02-2014