Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken



Vergelijkbare documenten
Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken ***I ONTWERPVERSLAG

(Wetgevingshandelingen) RICHTLIJNEN

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 juli 1999 (07.09) (OR. en) 10456/99 LIMITE DROIPEN 5

MEMORIE VAN TOELICHTING. 1. Inleiding

EUROPESE CENTRALE BANK

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Samenvatting van de effectbeoordeling. bij

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

1. De Commissie heeft het in hoofde genoemde voorstel op 28 juli 2000 bij de Raad ingediend.

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal

(Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

9116/19 JVB/jvc/srl JAI.2

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0180(COD) van de Commissie begrotingscontrole. aan de Begrotingscommissie

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPEES PARLEMENT Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

9114/19 JVB/jvc/srl JAI.2

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 februari 2003 (10.03) (OR. en) 6927/03 CRIMORG 16

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (28.10) (OR. fr) 14533/08. Interinstitutioneel dossier: 2007/0192 (C S)

PUBLIC. Brussel, 30 april 2002 (08.05) (OR. fr,en) RAAD VA DE EUROPESE U IE. 8434/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (C S) LIMITE

15445/1/06 REV 1 wat/hor/mg 1 DG H 2B

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0036(COD)

De in document 6249/02 DROIPEN 9 CORDROGUE 19 vermelde algemene of parlementaire voorbehouden van de delegaties worden gehandhaafd.

PUBLIC. Brussel, 23 mei 2003 (12.06) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6927/2/03 REV 2 LIMITE CRIMORG 16

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 maart 2003 (31.03) (OR. en, it ) 7814/03 Interinstitutioneel dossier: 2001/0270 (CNS) LIMITE DROIPEN 21

AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 januari 2002 (22.01) (OR. fr) 5297/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE DROIPEN 1 CORDROGUE 9

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Gewijzigd voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Voorbereidende besluiten krachtens titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie)

16542/2/09 REV 2 eek/mak/mv 1 DG H 2B

(COM(2001) 259 C5-0359/ /0114(CNS))

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

REGLEMENTEN VAN ORDE EN REGLEMENTEN VOOR DE PROCESVOERING

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2000 (15.11) (OR. fr) 12957/00 LIMITE MIGR 89 COMIX 785

Inhoudstafel. Europese Unie Verdrag van 25 maart 1957 betreffende de Werking van de Europese Unie 153

EUROPESE CENTRALE BANK

15490/14 cle/gar/as 1 DG D 2B

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

GSC.TFUK. Raad van de Europese Unie Brussel, 7 januari 2019 (OR. en) XT 21106/18. Interinstitutioneel dossier: 2018/0426 (NLE) BXT 125

12494/1/07 REV 1 yen/il/lv 1 DG H 2B

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2007 (23.01) (OR. de) 5118/07 LIMITE DROIPEN 1

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0255(APP) van de Commissie juridische zaken

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 februari 2002 (18.02) (OR. fr) 6249/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

Nationaal Benelux Prüm Europese Unie

PUBLIC. Brussel, 30 januari 2002 (06.02) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. 5733/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0114 (CNS) LIMITE

RICHTLIJNEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 83, lid 1,

Benelux Verdrag 27 juni 1962 aangaande de uitlevering en de rechtshulp in strafzaken tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom

gezien het voorstel van de Commissie aan de Raad (COM(2001) ),

Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken. Essentiële-informatiedocumenten voor beleggingsproducten

RICHTLIJN (EU) 2017/1371 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 januari 2008 (21.01) (OR. en) 5213/08 COPEN 4

14279/10 mak/ngs/rb 1 DG H 2B

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

7079/17 gys/van/sv 1 DG D 1C

gelet op artikel 63, eerste alinea punt 3 van het EG-Verdrag,

Strafrechtelijke bestrijding van fraude die de financiële belangen van de Unie schaadt ***I

BEGELEIDENDE NOTA Betreft: Monetaire overeenkomst tussen de Italiaanse Republiek, namens de Europese Gemeenschap, en de Republiek San Marino

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 september 2001 (13.09) (OR. it) 11551/01 UEM 73 ECOFIN 228

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende de bescherming van de euro tegen valsemunterij

Deze herziene versie van het verslag is opgesteld na bespreking in de Groep materieel strafrecht van 23 juni 2004.

wet aangenomen, maar ratificatie nog niet bekendgemaakt

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

A8-0165/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

Publicatieblad van de Europese Unie L 373/1. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

Commissie juridische zaken

C 284/6 Publicatieblad van de Europese Unie

Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing Astrid Lulling (PE v01-00)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

***I ONTWERPVERSLAG. NL In verscheidenheid verenigd NL 2011/0449(COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie werkgelegenheid en sociale zaken PE v01-00

ECB-PUBLIC ADVIES VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. van 18 augustus 2011

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2014/0807(CNS) Ontwerpverslag Kay Swinburne (PE v01-00)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2005 (29.09) (OR. en) 12122/1/05 REV 1. Interinstitutioneel dossier: 2005/0003 (CNS) LIMITE

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een KADERBESLUIT VAN DE RAAD. ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit

EUROPEES PARLEMENT. ONTWERPVERSLAG - Klamt (PE ) over het voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake de bestrijding van mensenhandel

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement Ontwerpadvies Helga Stevens. PE v01-00

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Prüm Verdrag 27 mei 2005 tussen het Koninkrijk België, de Bondsrepubliek Duitsland, het Koninkrijk Spanje, de Republiek Frankrijk, het Groothertogdom

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 974/98 over de invoering van de euro

Voorstel voor een kaderbesluit van de Raad inzake terrorismebestrijding (2001/C 332 E/17) COM(2001) 521 def. 2001/0217(CNS)

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0088(COD) van de Commissie internationale handel. voor de Commissie juridische zaken

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

Gemeenschappelijke EU-standaarden voor het garanderen van procedurele rechten in strafzaken

Raad van de Europese Unie Brussel, 30 mei 2017 (OR. en)

A8-0165/46. Amendement 46 Claude Moraes namens de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken

8658/15 dui/pw/mt 1 DG D 2B

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0175(COD) Ontwerpverslag Werner Langen (PE v01-00)

Transcriptie:

EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken 2013/0023(COD) 17.7.2013 AMENDEMENTEN 7-57 Ontwerpverslag Anthea McIntyre (PE510.737v03-00) over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de strafrechtelijke bescherming van de euro en andere munten tegen valsemunterij en ter vervanging van Kaderbesluit 2000/383/JBZ van de Raad (COM(2013)0042 C7-0033/2013 2013/0023(COD)) AM\944160.doc PE516.694v01-00 In verscheidenheid verenigd

AM_Com_LegReport PE516.694v01-00 2/29 AM\944160.doc

7 Antigoni Papadopoulou Overweging 1 (1) Als gezamenlijke munt van de lidstaten van de eurozone is de euro een belangrijke factor geworden in de economie van de Unie en het dagelijks leven van haar burgers. Het is in het belang van de Unie als geheel om elke activiteit die de echtheid van de euro door middel van vervalsing in gevaar zou kunnen brengen, te bestrijden en te vervolgen. (1) Als gezamenlijke munt van de lidstaten van de eurozone is de euro een belangrijke factor geworden in de economie van de Unie en het dagelijks leven van haar burgers. Sinds de invoering van de euro in 2002 beloopt de financiële schade als gevolg van valsmunterij echter ten minste 500 miljoen euro, aangezien de munt een voortdurend doelwit is voor georganiseerde misdaadgroepen die actief zijn op het gebied van valsmunterij. Het is in het belang van de Unie als geheel om elke activiteit die de echtheid van de euro door middel van vervalsing in gevaar zou kunnen brengen, te bestrijden en te vervolgen. 8 Antigoni Papadopoulou Overweging 2 (2) Vals geld heeft bijzonder schadelijke gevolgen voor de maatschappij. Valsemunterij berokkent zowel burgers als bedrijven financiële schade omdat vals geld, zelfs wanneer dit in goed vertrouwen werd aanvaard, niet wordt vergoed. Het is van wezenlijk belang dat het vertrouwen van burgers, bedrijven en financiële instellingen in de echtheid van biljetten en (2) Vals geld heeft bijzonder schadelijke gevolgen voor de maatschappij. Valsemunterij berokkent zowel burgers als bedrijven financiële schade omdat vals geld, zelfs wanneer dit in goed vertrouwen werd aanvaard, niet wordt vergoed. Het is van wezenlijk belang dat het vertrouwen van burgers, bedrijven en financiële instellingen in de echtheid van biljetten en AM\944160.doc 3/29 PE516.694v01-00

muntstukken niet wordt beschaamd. muntstukken niet wordt beschaamd, en het is net zo belangrijk om burgers te beschermen tegen valsmunterij bij de uitoefening van hun recht op vrij verkeer, werk en verblijf in de EU. 9 Antigoni Papadopoulou Overweging 2 bis (nieuw) (2 bis) De teloorgang van het bankbiljet van 200 euro, die volgt op die van het bankbiljet van 500 euro dat in 2010 uit omloop werd genomen, is een voorbeeld van de nadelige gevolgen van het vertrouwensverlies in de authenticiteit van bepaalde bankbiljetten. 10 Antigoni Papadopoulou Overweging 3 (3) Het is van fundamenteel belang dat gezorgd wordt voor doeltreffende en efficiënte strafrechtelijke maatregelen om de euro en andere munten die wettelijk in omloop mogen zijn, in alle lidstaten een passende bescherming te bieden. (3) Het is van fundamenteel belang dat gezorgd wordt voor doeltreffende en efficiënte strafrechtelijke maatregelen om de euro en andere munten die wettelijk in omloop mogen zijn, in alle lidstaten een passende bescherming te bieden. Die maatregelen dienen onder meer minimumstraffen, versterkte grensoverschrijdende onderzoeken en PE516.694v01-00 4/29 AM\944160.doc

gevangenisstraffen voor ernstige gevallen van valsmunterij te omvatten. 11 Cornelis de Jong Overweging 3 (3) Het is van fundamenteel belang dat gezorgd wordt voor doeltreffende en efficiënte strafrechtelijke maatregelen om de euro en andere munten die wettelijk in omloop mogen zijn, in alle lidstaten een passende bescherming te bieden. (3) Het is van fundamenteel belang dat de lidstaten alle nodige maatregelen treffen om de euro en andere munten die wettelijk in omloop mogen zijn bescherming te bieden. Die maatregelen dienen zowel preventieve als handhavingsmaatregelen te omvatten. 12 Cornelis de Jong Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) Een van de belangrijkste preventieve maatregelen die de EU dient te treffen is het afschaffen van de bankbiljetten van 500 euro, aangezien is aangetoond dat meer dan 90% van deze bankbiljetten enkel door de georganiseerdemisdaadorganisaties wordt gebruikt. AM\944160.doc 5/29 PE516.694v01-00

13 Cornelis de Jong Overweging 10 (10) Om de euro en andere munten te kunnen beschermen, moeten een gemeenschappelijke definitie van de strafbare feiten die verband houden met valsemunterij, en gemeenschappelijke soorten sancties voor zowel natuurlijke als rechtspersonen worden vastgesteld. Om samenhang met het Verdrag van Genève te garanderen, dient deze richtlijn dezelfde feiten strafbaar te stellen als het Verdrag. De vervaardiging en verspreiding van valse bankbiljetten en munten moet dan ook strafbaar worden gesteld. Belangrijke hieraan voorafgaande voorbereidende werkzaamheden, bijvoorbeeld de productie van werktuigen en bestanddelen om vals geld te vervaardigen, moeten eveneens strafbaar worden gesteld. Gemeenschappelijk doel van deze definities van strafbare feiten is een afschrikkende werking uit te oefenen op elke handeling die verband houdt met valse bankbiljetten en muntstukken alsook werktuigen en gereedschap voor valsemunterij. (10) Om de euro en andere munten te kunnen beschermen, moeten een gemeenschappelijke definitie van de strafbare feiten die verband houden met valsemunterij, en doeltreffende, evenredige en afschrikkende sancties voor zowel natuurlijke als rechtspersonen worden vastgesteld. Om samenhang met het Verdrag van Genève te garanderen, dient deze richtlijn dezelfde feiten strafbaar te stellen als het Verdrag. De vervaardiging en verspreiding van valse bankbiljetten en munten moet dan ook strafbaar worden gesteld. Belangrijke hieraan voorafgaande voorbereidende werkzaamheden, bijvoorbeeld de productie van werktuigen en bestanddelen om vals geld te vervaardigen, moeten eveneens strafbaar worden gesteld. Gemeenschappelijk doel van deze definities van strafbare feiten is een afschrikkende werking uit te oefenen op elke handeling die verband houdt met valse bankbiljetten en muntstukken alsook werktuigen en gereedschap voor valsemunterij. 14 Tanja Fajon Overweging 13 bis (nieuw) (13 bis) Met betrekking tot de in deze richtlijn opgenomen strafbare feiten moet PE516.694v01-00 6/29 AM\944160.doc

het voornemen gelden voor alle bestanddelen van de in deze richtlijn genoemde strafbare feiten. Dat een handeling of nalaten opzettelijk is kan worden afgeleid uit objectieve feitelijke omstandigheden. Feiten die zonder opzet zijn gepleegd door een natuurlijke persoon vallen niet onder deze richtlijn. Motivering Het EU-strafrecht dient als extrema ratio te gelden en in beginsel enkel betrekking te hebben op opzettelijke handelingen of nalatigheid. 15 Cornelis de Jong Overweging 14 (14) Sancties voor valsemunterij moeten doeltreffend, evenredig en afschrikkend zijn in de hele Unie. Schrappen Motivering Deze tekst zit vervat in het amendement op overweging 10. 16 Rui Tavares Overweging 16 AM\944160.doc 7/29 PE516.694v01-00

(16) De lidstaten moeten daarom zorgen voor bepaalde soorten minimumstraffen en minimumstrafmaten. De meeste lidstaten hebben al invulling gegeven aan het begrip van een minimumstrafmaat. Eenzelfde aanpak op het niveau van de Unie is logisch en passend. (16) De lidstaten moeten daarom zorgen voor bepaalde soorten minimumstraffen en minimumstrafmaten. De meeste lidstaten hebben al invulling gegeven aan het begrip van een minimumstrafmaat. 17 Cornelis de Jong Overweging 16 (16) De lidstaten moeten daarom zorgen voor bepaalde soorten minimumstraffen en minimumstrafmaten. De meeste lidstaten hebben al invulling gegeven aan het begrip van een minimumstrafmaat. Eenzelfde aanpak op het niveau van de Unie is logisch en passend. (16) De lidstaten moeten daarom zorgen voor bepaalde soorten minimumstrafmaten voor maximumstraffen. 18 Axel Voss Overweging 16 (16) De lidstaten moeten daarom zorgen voor bepaalde soorten minimumstraffen en minimumstrafmaten. De meeste lidstaten hebben al invulling gegeven aan (16) De meeste lidstaten hebben al invulling gegeven aan het begrip van een minimumstrafmaat. Eenzelfde aanpak op het niveau van de Unie is logisch en PE516.694v01-00 8/29 AM\944160.doc

het begrip van een minimumstrafmaat. Eenzelfde aanpak op het niveau van de Unie is logisch en passend. passend. Een allesomvattend onderzoek van de nationale regelingen is alleszins nodig om de kadervoorwaarden aan te passen in het licht van toekomstige wetsvoorstellen. Gezien de grote verschillen in de praktijken voor straftoemeting en strafvervolging zou de invoering van minimumstraffen voor eurovervalsing en de vervalsing van andere munten kunnen leiden tot ongelijke minimumstraffen binnen eenzelfde nationaal rechtsstelsel. Or. de 19 Axel Voss Overweging 17 (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. In ernstige gevallen, d.w.z. voor de voornaamste strafbare feiten van vervaardiging en verspreiding van vals geld waarbij het gaat om een grote hoeveelheid valse bankbiljetten en muntstukken of bijzonder ernstige omstandigheden, dient voor natuurlijke personen dan ook een minimale gevangenisstraf van ten minste zes maanden en een maximale gevangenisstraf van ten minste acht jaar te gelden. (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. AM\944160.doc 9/29 PE516.694v01-00

20 Cornelis de Jong Overweging 17 (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. In ernstige gevallen, d.w.z. voor de voornaamste strafbare feiten van vervaardiging en verspreiding van vals geld waarbij het gaat om een grote hoeveelheid valse bankbiljetten en muntstukken of bijzonder ernstige omstandigheden, dient voor natuurlijke personen dan ook een minimale gevangenisstraf van ten minste zes maanden en een maximale gevangenisstraf van ten minste acht jaar te gelden. (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. In ernstige gevallen, d.w.z. voor de voornaamste strafbare feiten van vervaardiging en verspreiding van vals geld waarbij het gaat om een grote hoeveelheid valse bankbiljetten en muntstukken of bijzonder ernstige omstandigheden, dient voor natuurlijke personen dan ook een maximale gevangenisstraf van ten minste acht jaar te gelden. 21 Rui Tavares Overweging 17 (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. In ernstige gevallen, d.w.z. voor de voornaamste strafbare feiten van vervaardiging en verspreiding van vals geld waarbij het gaat om een grote hoeveelheid valse bankbiljetten en muntstukken of bijzonder ernstige omstandigheden, dient voor natuurlijke personen dan ook een minimale (17) De strafmaat dient voldoende hoog te liggen om een doeltreffende en afschrikkende werking te kunnen hebben maar moet evenredig blijven met de strafbare feiten. In ernstige gevallen, d.w.z. voor de voornaamste strafbare feiten van vervaardiging en verspreiding van vals geld waarbij het gaat om een grote hoeveelheid valse bankbiljetten en muntstukken of bijzonder ernstige omstandigheden, dient voor natuurlijke personen dan ook een maximale PE516.694v01-00 10/29 AM\944160.doc

gevangenisstraf van ten minste zes maanden en een maximale gevangenisstraf van ten minste acht jaar te gelden. gevangenisstraf van ten minste acht jaar te gelden. 22 Tanja Fajon Overweging 17 bis (nieuw) (17 bis) De vaststelling van minimumstraffen moet voor de nodige samenhang en afschrikkende werking zorgen in alle EU-lidstaten. Deze minimumstraffen zijn voorts bestemd om te verhinderen dat valsmunters gebruikmaken van forumshopping, waarbij zij zich vestigen in de lidstaat met de lichtste strafmaat. Zulke minimumstraffen mogen echter geen afbreuk doen aan het voorrecht van de rechtbanken en rechters van de lidstaten om hun discretionaire bevoegdheid uit te oefenen om te bepalen welke sanctie passend is op basis van de omstandigheden van het desbetreffende geval. 23 Cornelis de Jong Overweging 18 (18) De minimumstraf van zes maanden Schrappen AM\944160.doc 11/29 PE516.694v01-00

zorgt er mede voor dat de rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten gelijke prioriteit geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en vergemakkelijkt zo de grensoverschrijdende samenwerking. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. Bovendien kunnen veroordeelde valsemunters met behulp van een Europees aanhoudingsbevel worden uitgeleverd zodat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel kan worden uitgevoerd. 24 Rui Tavares Overweging 18 (18) De minimumstraf van zes maanden zorgt er mede voor dat de rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten gelijke prioriteit geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en vergemakkelijkt zo de grensoverschrijdende samenwerking. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. Bovendien kunnen veroordeelde valsemunters met behulp van een Europees aanhoudingsbevel worden uitgeleverd zodat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel kan worden uitgevoerd. Schrappen PE516.694v01-00 12/29 AM\944160.doc

25 Tanja Fajon Overweging 18 (18) De minimumstraf van zes maanden zorgt er mede voor dat de rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten gelijke prioriteit geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en vergemakkelijkt zo de grensoverschrijdende samenwerking. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. Bovendien kunnen veroordeelde valsemunters met behulp van een Europees aanhoudingsbevel worden uitgeleverd zodat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel kan worden uitgevoerd. (18) De minimumstraf van zes maanden zorgt er mede voor dat de rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten gelijke prioriteit geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en vergemakkelijkt zo de grensoverschrijdende samenwerking. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. 26 Axel Voss Overweging 18 (18) De minimumstraf van zes maanden zorgt er mede voor dat de rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten gelijke prioriteit geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en vergemakkelijkt zo de grensoverschrijdende samenwerking. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. Bovendien kunnen veroordeelde valsemunters met behulp van een Europees aanhoudingsbevel worden uitgeleverd zodat een vrijheidsstraf of een (18) De rechtshandhavingsinstanties en de gerechtelijke autoriteiten dienen gelijke prioriteit te geven aan vervalsing van de euro en van andere munten en zo de grensoverschrijdende samenwerking te vergemakkelijken. Ook "forum-shopping" wordt op die manier minder interessant. Bovendien kunnen veroordeelde valsemunters met behulp van een Europees aanhoudingsbevel worden uitgeleverd zodat een vrijheidsstraf of een tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel AM\944160.doc 13/29 PE516.694v01-00

tot vrijheidsbeneming strekkende maatregel kan worden uitgevoerd. kan worden uitgevoerd. 27 Tanja Fajon Overweging 18 bis (nieuw) (18 bis) De minimumsanctie van zes maanden waarborgt dat voor de strafbare feiten die zijn vastgelegd in artikel 2 van het kaderbesluit betreffende het Europees aanhoudingsbevel een Europees aanhoudingsbevel kan worden uitgevaardigd en uitgevoerd, teneinde de justitiële en politiële samenwerking zo doeltreffend mogelijk te laten verlopen. Er dient te worden voorzien in strengere sancties voor gevallen waarin het strafbare feit wordt gepleegd binnen een criminele organisatie in de zin van Kaderbesluit 2008/841/JBZ van de Raad. 28 Cornelis de Jong Overweging 19 (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de totale nominale waarde van de valse Schrappen PE516.694v01-00 14/29 AM\944160.doc

bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. Deze waarde dient te worden vastgesteld op 5 000 euro, oftewel tienmaal de hoogste denominatie van de euro, voor gevallen waarin andere straffen dan een gevangenisstraf gelden en op minder dan 10 000 euro voor gevallen waarin een gevangenisstraf van minder dan zes maanden geldt. 29 Tanja Fajon Overweging 19 (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de totale nominale waarde van de valse bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. Deze waarde dient te worden vastgesteld op 5 000 euro, oftewel tienmaal de hoogste denominatie van de euro, voor gevallen waarin andere straffen dan een gevangenisstraf gelden en op minder dan 10 000 euro voor gevallen waarin een gevangenisstraf van minder dan zes maanden geldt. Schrappen Sluit aan bij de schrapping van artikel 5, lid 2. Motivering AM\944160.doc 15/29 PE516.694v01-00

30 Michèle Striffler Overweging 19 (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de totale nominale waarde van de valse bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. Deze waarde dient te worden vastgesteld op 5 000 euro, oftewel tienmaal de hoogste denominatie van de euro, voor gevallen waarin andere straffen dan een gevangenisstraf gelden en op minder dan 10 000 euro voor gevallen waarin een gevangenisstraf van minder dan zes maanden geldt. (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de potentiële nominale waarde of de totale nominale waarde van de valse bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. Or. fr 31 Axel Voss Overweging 19 (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de totale nominale waarde van de valse bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. Deze waarde dient te worden vastgesteld (19) De lidstaten dienen de mogelijkheid te hebben een korte gevangenisstraf op te leggen of af te zien van een gevangenisstraf wanneer de totale nominale waarde van de valse bankbiljetten en muntstukken verwaarloosbaar is of wanneer de omstandigheden niet bijzonder ernstig zijn. PE516.694v01-00 16/29 AM\944160.doc

op 5 000 euro, oftewel tienmaal de hoogste denominatie van de euro, voor gevallen waarin andere straffen dan een gevangenisstraf gelden en op minder dan 10 000 euro voor gevallen waarin een gevangenisstraf van minder dan zes maanden geldt. 32 Sergio Paolo, Francesco Silvestris Overweging 22 (22) Om gevallen van valsemunterij naar behoren te kunnen onderzoeken en juridisch te kunnen vervolgen, moeten diegenen die dergelijke gevallen onderzoeken en vervolgen, toegang hebben tot de onderzoeksmiddelen die gebruikt worden bij de bestrijding van georganiseerde misdaad of andere ernstige misdaden. Het kan daarbij onder meer gaan om het onderscheppen van gesprekken, geheime observatie, onder meer met elektronische middelen, toezicht op bankrekeningen of andere financiële onderzoeken, daarbij rekening houdend met, onder andere, het evenredigheidsbeginsel en de aard en ernst van de onderzochte strafbare feiten. (22) Om gevallen van valsemunterij naar behoren te kunnen onderzoeken en juridisch te kunnen vervolgen, moeten diegenen die dergelijke gevallen onderzoeken en vervolgen, toegang hebben tot de onderzoeksmiddelen die gebruikt worden bij de bestrijding van georganiseerde misdaad of andere ernstige misdaden. Het kan daarbij onder meer gaan om het onderscheppen van gesprekken, geheime observatie, onder meer met elektronische middelen, toezicht op bankrekeningen of andere financiële onderzoeken, daarbij rekening houdend met, onder andere, het evenredigheidsbeginsel en de aard en ernst van de onderzochte strafbare feiten, alsook met het recht op bescherming van persoonsgegevens. Or. it 33 Cornelis de Jong AM\944160.doc 17/29 PE516.694v01-00

Overweging 23 (23) De lidstaten moeten hun rechtsmacht vestigen in overeenstemming met het Verdrag van Genève en de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid in ander strafrecht van de Unie, d.w.z. voor op hun grondgebied gepleegde strafbare feiten en voor strafbare feiten die door hun onderdanen zijn gepleegd. De cruciale rol van de euro voor de economie en de samenleving van de Europese Unie en de specifieke dreiging voor de euro als mondiaal belangrijke munt vergen een aanvullende maatregel ter bescherming van deze munt. Elke lidstaat die de euro als munt heeft, moet derhalve universele rechtsmacht uitoefenen voor strafbare feiten in verband met de euro die buiten de Europese Unie zijn gepleegd, wanneer de dader zich op zijn grondgebied bevindt of wanneer op zijn grondgebied nagemaakte euro's worden ontdekt die hiermee samenhangen. Bij de uitoefening van universele rechtsmacht moeten de lidstaten het evenredigheidsbeginsel in acht nemen, met name wat betreft veroordelingen van dezelfde handelingen door een derde land. (23) De lidstaten moeten hun rechtsmacht vestigen in overeenstemming met het Verdrag van Genève en de bepalingen inzake de rechterlijke bevoegdheid in ander strafrecht van de Unie, d.w.z. voor op hun grondgebied gepleegde strafbare feiten en voor strafbare feiten die door hun onderdanen zijn gepleegd, met dien verstande dat strafbare feiten het best kunnen worden behandeld door het strafrechtelijk systeem van de lidstaat waar zij worden begaan. Het beginsel van ne bis in idem moet worden geëerbiedigd, wat inhoudt dat niemand voor een tweede keer mag worden berecht voor een strafbaar feit waarvoor hij in een eerder proces bij einduitspraak is veroordeeld of waarvan hij is vrijgesproken. 34 Antigoni Papadopoulou Artikel 1 lid 1 1. Deze richtlijn bevat minimumregels met betrekking tot de definitie van strafbare feiten en sancties op het gebied van 1. Deze richtlijn bevat minimumregels met betrekking tot de definitie van strafbare feiten en sancties op het gebied van PE516.694v01-00 18/29 AM\944160.doc

valsemunterij van de euro en andere munten. Ze bevat tevens gemeenschappelijke bepalingen om dergelijke strafbare feiten harder te bestrijden en het onderzoek van deze delicten te verbeteren. valsemunterij van de euro en andere munten. Ze bevat tevens gemeenschappelijke bepalingen om dergelijke strafbare feiten harder te bestrijden; het onderzoek van deze delicten te verbeteren en een betere coördinatie van de maatregelen ter bestrijding van valsmunterij tussen de nationale overheden binnen en buiten de eurozone te verzekeren. 35 Jean-Pierre Audy Artikel 2 alinea 1 letter a (a) munt : bankbiljetten en muntstukken, die wettelijk in omloop mogen zijn, met inbegrip van eurobiljetten en euromunten, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 wettelijk in omloop mogen zijn; (a) munt : bankbiljetten en muntstukken, die wettelijk in omloop mogen zijn, met inbegrip van eurobiljetten en euromunten, die overeenkomstig Verordening (EG) nr. 974/98 wettelijk in omloop mogen zijn: het gaat dan om chartaal geld; Or. fr 36 Jean-Pierre Audy Artikel 2 alinea 1 letter b (b) "rechtspersoon": elke entiteit die rechtspersoonlijkheid bezit op grond van het geldende recht, met uitzondering van staten of openbare organen bij de uitoefening van hun overheidsgezag, (b) "rechtspersoon": elke entiteit die rechtspersoonlijkheid bezit op grond van het geldende recht, met uitzondering van staten; AM\944160.doc 19/29 PE516.694v01-00

alsook publiekrechtelijke internationale organisaties; Or. fr 37 Jean-Pierre Audy Artikel 3 lid 1 letter b (b) het bedrieglijk in omloop brengen van valse munt; (b) het in omloop brengen van valse munt; Or. fr 38 Cornelis de Jong Artikel 3 lid 1 letter d punt i (i) werktuigen, voorwerpen, computerprogramma's of andere middelen welke naar hun aard bestemd zijn voor de vervaardiging van valse munt dan wel voor de verandering van munt of (i) werktuigen, voorwerpen, computerprogramma's of andere middelen welke specifiek bestemd zijn voor de vervaardiging van valse munt dan wel voor de verandering van munt of 39 Tanja Fajon Artikel 3 lid 1 letter d punt ii PE516.694v01-00 20/29 AM\944160.doc

(ii) hologrammen of andere muntbestanddelen die worden gebruikt om munt tegen valsemunterij te beveiligen. (ii) hologrammen, watermerken of andere muntbestanddelen die worden gebruikt om munt tegen valsemunterij te beveiligen. 40 Jean-Pierre Audy Artikel 3 lid 3 3. De in lid 1 bedoelde handelingen omvatten ook handelingen met betrekking tot biljetten en muntstukken die nog niet zijn uitgegeven maar bestemd zijn om in omloop te worden gebracht en wettig betaalmiddel zijn. 3. De in lid 1 bedoelde handelingen omvatten ook handelingen met betrekking tot biljetten of muntstukken die nog niet zijn uitgegeven maar bestemd zijn om in omloop te worden gebracht en wettig betaalmiddel zijn. Or. fr 41 Antigoni Papadopoulou Artikel 5 lid 1 3. Elke lidstaat neemt de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in de artikelen 3 en 4 bedoelde handelingen worden bestraft met doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke sancties, waaronder boetes en gevangenisstraf. 1. Elke lidstaat neemt overeenkomstig de nationale wetgeving de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de in de artikelen 3 en 4 bedoelde handelingen uit hoofde van het nationale strafrecht worden bestraft met doeltreffende, evenredige en afschrikkende strafrechtelijke sancties, waaronder boetes en gevangenisstraf. AM\944160.doc 21/29 PE516.694v01-00

42 Tanja Fajon Artikel 5 lid 2 4. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van minder dan 5 000 euro en waarbij zich geen strafverzwarende omstandigheden voordoen, kunnen de lidstaten een andere straf vaststellen dan gevangenisstraf. Schrappen Motivering Deze bepaling hoort niet thuis in een rechtsinstrument dat bedoeld is om de strafrechtelijke regelgeving van de EU te harmoniseren. Ze is onvoldoende duidelijk en biedt daardoor onvoldoende rechtszekerheid; er wordt immers gesteld dat de lidstaten andere straffen dan gevangenisstraffen kunnen vaststellen, maar er wordt niet gespecificeerd om welke straffen het kan gaan. 43 Michèle Striffler Artikel 5 lid 2 4. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van minder dan 5 000 euro en waarbij zich geen strafverzwarende omstandigheden 2. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarbij zich geen strafverzwarende omstandigheden voordoen, kunnen de lidstaten een andere straf vaststellen dan gevangenisstraf. PE516.694v01-00 22/29 AM\944160.doc

voordoen, kunnen de lidstaten een andere straf vaststellen dan gevangenisstraf. Or. fr 44 Michèle Striffler Artikel 5 lid 3 5. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 5 000 euro geldt een gevangenisstraf met een maximale duur van ten minste acht jaar. Schrappen Or. fr 45 Axel Voss Artikel 5 lid 3 5. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 5 000 euro geldt een gevangenisstraf met een maximale duur van ten minste acht jaar. Schrappen 46 Tanja Fajon AM\944160.doc 23/29 PE516.694v01-00

Artikel 5 lid 3 5. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 5 000 euro geldt een gevangenisstraf met een maximale duur van ten minste acht jaar. 3. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde of een potentiële nominale waarde van ten minste 5 000 euro of het equivalent daarvan in de munteenheid van de desbetreffende vervalste bankbiljetten of munten geldt een gevangenisstraf met een maximale duur van ten minste acht jaar. Motivering Naar aanleiding van het advies van de Europese Centrale Bank van 28 mei 2013 (2013/C 179/03). 47 Cornelis de Jong Artikel 5 lid 4 6. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 10 000 euro of waarbij zich strafverzwarende omstandigheden voordoen geldt (a) een minimumstraf van minimaal zes maanden gevangenisstraf; (b) een maximumstraf van ten minste acht jaar gevangenisstraf. Schrappen PE516.694v01-00 24/29 AM\944160.doc

48 Axel Voss Artikel 5 lid 4 6. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 10 000 euro of waarbij zich strafverzwarende omstandigheden voordoen geldt (a) een minimumstraf van ten minste zes maanden gevangenisstraf; (b) een maximumstraf van ten minste acht jaar gevangenisstraf. Schrappen Or. de Motivering Een harmonisering van de minimale maximumstraffen en minimumstrafmaten is principieel toe te juichen. Een uitgebreid onderzoek van de nationale regelingen is alleszins nodig om deze randvoorwaarden aan te passen in het licht van toekomstige wetsvoorstellen. Gezien de grote verschillen in de praktijken voor straftoemeting en strafvervolging zou de invoering van minimumstraffen voor eurovervalsing en de vervalsing van andere munten kunnen leiden tot divergenties in de nationale rechtspraktijk. 49 Michèle Striffler Artikel 5 lid 4 inleidende formule 6. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 10 000 euro of waarbij zich strafverzwarende 4. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarbij zich strafverzwarende omstandigheden voordoen geldt AM\944160.doc 25/29 PE516.694v01-00

omstandigheden voordoen geldt Or. fr 50 Tanja Fajon Artikel 5 lid 4 inleidende formule 6. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde van ten minste 10 000 euro of waarbij zich strafverzwarende omstandigheden voordoen geldt 4. Voor onder a), b) en c) van artikel 3, lid 1, genoemde delicten waarin het gaat om biljetten en muntstukken met een totale nominale waarde of een potentiële nominale waarde van ten minste 10.000 euro of het equivalent daarvan in de munteenheid van de desbetreffende vervalste bankbiljetten of munten of waarbij zich strafverzwarende omstandigheden voordoen geldt. Motivering Naar aanleiding van het advies van de Europese Centrale Bank van 28 mei 2013 (2013/C 179/03). 51 Michèle Striffler Artikel 5 lid 4 (nieuw) 4 bis. Bij de toepassing en de uitvoering van de straffen voor strafrechtelijke delicten in de zin van deze richtlijn, passen de lidstaten de algemene regels en beginselen van het nationale strafrecht PE516.694v01-00 26/29 AM\944160.doc

toe op grond van de concrete omstandigheden van elk geval afzonderlijk. Or. fr 52 Rui Tavares Artikel 5 lid 4 letter a (a) een minimumstraf van minimaal zes maanden gevangenisstraf; Schrappen 53 Jean-Pierre Audy Artikel 6 lid 3 (nieuw) 3 bis. De controleurs belast met de controle van de jaarrekeningen van rechtspersonen melden de vastgestelde inbreuken in de zin van de artikelen 3 en 4 van deze richtlijn aan de bevoegde gerechtelijke instanties, zonder dat zij vanwege deze melding aansprakelijk gesteld kunnen worden; Or. fr 54 Cornelis de Jong AM\944160.doc 27/29 PE516.694v01-00

Artikel 8 lid 2 alinea 1 Iedere lidstaat die de euro als munt heeft, neemt de nodige maatregelen om zijn rechtsmacht te vestigen ten aanzien van de in de artikelen 3 en 4 genoemde delicten die buiten de Europese Unie zijn gepleegd, ten minste wanneer deze betrekking hebben op de euro en wanneer (c) de persoon die het delict heeft gepleegd, zich op het grondgebied van de lidstaat bevindt; of (d) valse eurobiljetten of -munten die verband houden met het delict, in de lidstaat zijn ontdekt. Schrappen 55 Cornelis de Jong Artikel 8 lid 2 alinea 2 Met het oog op de vervolging van al deze delicten neemt iedere lidstaat de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat zijn rechtsmacht niet afhangt van de voorwaarde dat de handelingen strafbaar zijn gesteld op de plaats waar zij zijn gepleegd. Schrappen 56 Cornelis de Jong PE516.694v01-00 28/29 AM\944160.doc

Artikel 8 lid 3 bis (nieuw) 3 bis. De lidstaten onthouden zich van strafvervolging wanneer de in de artikelen 3 en 4 bedoelde handelingen reeds het voorwerp zijn geweest van strafvervolging waarbij de verdachte bij einduitspraak is vrijgesproken of veroordeeld. 57 Tanja Fajon Artikel 10 lid 2 14. Wanneer deze exemplaren van biljetten en munten waarvan vermoed wordt dat ze vals zijn, niet kunnen worden verstrekt omdat zij als bewijsmateriaal dienen in strafrechtelijke procedures om een eerlijke en doeltreffende rechtsgang en het recht van verdediging van de verdachte te waarborgen, wordt het nationale analysecentrum en het nationale analysecentrum voor muntstukken hiertoe onverwijld toegang verleend. 2. Wanneer deze exemplaren van biljetten en munten waarvan vermoed wordt dat ze vals zijn, niet kunnen worden verstrekt omdat zij als bewijsmateriaal dienen in strafrechtelijke procedures om een eerlijke en doeltreffende rechtsgang en het recht van verdediging van de verdachte te waarborgen, wordt het nationale analysecentrum en het nationale analysecentrum voor muntstukken hiertoe onverwijld toegang verleend. De gerechtelijke autoriteiten verschaffen het nationale analysecentrum onmiddellijk nadat het proces is afgelopen de nodige exemplaren van elk type bankbiljet waarvan wordt vermoed dat het vals is, en het nationale analysecentrum voor muntstukken de nodige exemplaren van elk type munt waarvan wordt vermoed dat zij vals is. AM\944160.doc 29/29 PE516.694v01-00