Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Beertjeshuis (KDV) Schuurkerkpad 33 5258AE BERLICUM NB Registratienummer 347272022 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Sint-Michielsgestel Datum inspectie: 12-01-2016 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 28-01-2016
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 11 Gegevens toezicht... 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 12 2 van 12
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf 't Beertjeshuis is gevestigd naast de Theresiaschool in Berlicum en maakt onderdeel uit van Stichting Kinderopvang Berlicum. Het kinderdagverblijf bestaat uit vijf verticale stamgroepen (0-4 jaar), waar in totaal maximaal 60 kinderen worden opgevangen. Naast deze stamgroepen is er een peuterarrangementgroep De Berenclub. Deze groep is van maandag- tot en met vrijdagochtend geopend en biedt opvang aan twee- en drie-jarigen die alleen de ochtend komen (alleen naar het peuterarrangement) en driejarigen die vanuit één van de verticale kinderdagverblijfgroepen aan De Berenclub deelnemen. Conclusie Er is één overtreding geconstateerd. Deze heeft betrekking op de beroepskracht-kindratio. Aan de overige getoetste voorwaarden is voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 12
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel is beoordeeld of beroepskrachten handelen conform het opgestelde pedagogisch beleidsplan. Daarnaast wordt een oordeel gegeven wat betreft de uitvoering van de pedagogische praktijk op de groep(en). Het oordeel van de toezichthouder is tot stand gekomen door middel van observatie tijdens het inspectiebezoek. Bij het beoordelen van de observatie is uitgegaan van de vier pedagogische basisdoelen van M. Riksen-Walraven, die zijn benoemd in de Memorie van Toelichting bij de Wet kinderopvang (2005), dit zijn: 1. Het bieden van emotionele veiligheid. 2. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. 3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. 4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Binnen dit onderdeel is ook de voorschoolse educatie getoetst. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (opgesteld door GGD GHOR Nederland, versie december 2014). Onderstaande beschrijvingen, die cursief zijn weergegeven, zijn aan dit instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Per basisdoel wordt het oordeel met voorbeelden toegelicht. Het bieden van emotionele veiligheid De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Ze gaan op een ongedwongen manier om met de kinderen en sluiten op een passende wijze aan op de interesse en emotie die individuele kinderen aangeven. De beroepskrachten geven complimentjes, maken grapjes en maken plezier met de kinderen. Er heerst een ontspannen, open sfeer in de groep. Er is een aangename sfeer in de groep. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Kinderen laten hun emoties zien, zowel positief als in negatieve zin. De emoties zijn passend bij de situatie. Voorbeeld: Tijdens de kring bij de Berenclub worden alle kinderen betrokken bij de activiteit en doen ze enthousiast mee. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties De beroepskrachten sluiten aan bij het ontwikkelingstempo en -niveau van een kind. Ze bieden spelmateriaal en activiteiten aan die uitdagend en spannend zijn. Voorbeeld: Er wordt gewerkt met de voorschoolse educatie-methode Uk & Puk. Binnen deze methode worden aan de verschillende leeftijdsgroepen verschillende activiteiten aangeboden, die passen bij de leeftijd van het kind. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Ze grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Voorbeeld: De beroepskracht ziet dat een kind een ander kind slaat. Ze vraagt of beide kinderen bij haar willen komen en praat het uit met de kinderen. 4 van 12
De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. Kinderen reageren positief op andere kinderen. Er is belangstelling en nieuwsgierigheid naar wat andere kinderen doen en kunnen. Kinderen hebben plezier met elkaar. Kinderen worden aangesproken op hun omgang met elkaar en de beroepskrachten bij het aangaan en uitvoeren van activiteiten. Kinderen worden aangezet tot sociaal gedrag (bv elkaar helpen, op elkaar wachten). Voorbeeld: Na het eten wil een kind van tafel gaan. De beroepskracht zegt tegen het kind dat ze even moet wachten tot iedereen klaar is en dat ze dan van tafel mogen. De beroepskrachten bouwen het dagprogramma op met vaste rituelen en bekende afspraken. Kinderen weten wat er gaat gebeuren en wat van hen verwacht wordt. Voorbeelden: Na het eten krijgen alle kinderen een washandje. De pedagogisch medewerker zegt dat ze nu even gaan poetsen en zingt het poetsliedje. De kinderen gaan met het washandje zelf hun mond en handen poetsen. Bij de Berenclub zitten de kinderen in een kring om fruit te gaan eten. De pedagogisch medewerker zingt een liedje over fruit. De kinderen zingen mee en kennen de bijbehorende gebaren bij het liedje. Voorschoolse educatie Omvang voorschoolse educatie Peuterarrangementgroep De Berenclub is vijf ochtenden per week van 8.30 tot 12.00 uur geopend. Er wordt alle dagdelen aandacht besteed aan voorschoolse educatie. Hiermee wordt voldaan aan de minimale eis van 10 uur per week voorschoolse educatie. Certificaten voorschoolse educatie De beroepskrachten die op de peuterarrangementgroep staan, beschikken over een certificaat voor voorschoolse educatie. Methode voorschoolse educatie Er wordt gebruik gemaakt van de voorschoolse educatie-methode Uk & Puk. Deze week is gestart met het thema: Wat heb ik aan vandaag?. Activiteiten die aangeboden worden, zijn bijvoorbeeld de kleertjes wassen van Puk (peuters), een luier aandoen bij Puk (jongste kinderen) en voorlees- en knutselactiviteiten die passen binnen het thema. Opleidingsplan voorschoolse educatie Momenteel komt een pedagogisch coach bij alle beroepskrachten observeren (videointeractiebegeleiding). Naar aanleiding van deze observaties wordt er voor iedere beroepskracht een passend scholingsaanbod opgesteld. Deze scholingen zullen in 2016 verzorgd worden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Smids en mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Observaties (Tafelmoment, kring en vrij spel binnen.) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie 5 van 12
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet niet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn zowel de beroepskrachten als het kantoorpersoneel steekproefsgewijs gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters en presentielijsten. Verklaring omtrent het gedrag De beroepskrachten en stagiaires zijn in het bezit van een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen De opvang vindt plaats in zes groepen: De Honingberen: maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar; De Koala's: maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar; De Panda's: maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar; De Teddy's: maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar; De Wasberen: maximaal 12 kinderen van 0 tot 4 jaar; peuterarrangementgroep De Berenclub: maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. De Berenclub is alle ochtenden geopend. Er worden kinderen opgevangen die enkel naar het peuterarrangement komen en de groep wordt aangevuld met 3-jarigen vanuit de andere kinderdagverblijfgroepen. In totaal worden er maximaal 16 kinderen bij de Berenclub opgevangen. Er is een rooster opgesteld waarop staat welke kinderen welk dagdeel vanuit de andere kinderdagverblijfgroepen naar de Berenclub gaan. De ouders van deze kinderen hebben schriftelijke toestemming gegeven voor de opvang in deze tweede stamgroep. 6 van 12
Beroepskracht-kindratio Tijdens de inspectie blijkt dat er op één groep onvoldoende beroepskrachten worden ingezet. Bij de Honingberen worden 6 kinderen in de leeftijd van 0 tot 3 jaar opgevangen door één beroepskracht. Hiervoor dienen twee beroepskrachten ingezet te worden. Op de andere groepen wordt conform de beroepskracht-kindratio gewerkt. Uit bovenstaande constatering(en) / bevinding(en) blijkt dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan. De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Mevrouw M. Smids en mevrouw A. van Esch) Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 7 van 12
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) 8 van 12
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Kinderen worden alleen met vooraf gegeven schriftelijke toestemming van de ouders in een overeengekomen periode in één andere stamgroep opgevangen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 13 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 12
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 10 van 12
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : Kinderdagverblijf 't Beertjeshuis Website : http://www.beertjeshuis.nl Aantal kindplaatsen : 76 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Stichting Kinderopvang Berlicum Adres houder : Schuurkerkpad 33 Postcode en plaats : 5258AE BERLICUM NB Website : www.beertjeshuis.nl KvK nummer : 41084279 Aansluiting geschillencommissie : Ja Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Hart voor Brabant Adres : Postbus 3024 Postcode en plaats : 5003DA Tilburg Telefoonnummer : 088-3686845 Onderzoek uitgevoerd door : T. van Waardenburg Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Sint-Michielsgestel Adres : Postbus 10000 Postcode en plaats : 5270GA SINT-MICHIELSGESTEL Planning Datum inspectie : 12-01-2016 Opstellen concept inspectierapport : 27-01-2016 Zienswijze houder : 28-01-2016 Vaststelling inspectierapport : 28-01-2016 Verzenden inspectierapport naar houder : 28-01-2016 Verzenden inspectierapport naar : 28-01-2016 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 18-02-2016 11 van 12
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze op het GGD-rapport locatie Schuurkerkpad Tijdens de inspectie waren er inderdaad 6 kinderen met 1 pedagogisch medewerkster aanwezig. Er was 1 kindje onder het jaar. Bij het roosteren is expliciet gekeken naar het aantal kinderen onder het jaar. In eerste instantie leek de LKR te kloppen, later bleek dat er 1 kindje van 2 jaar 5 weken te jong was om met 1 pedagogisch medewerkster te kunnen werken. We zullen in de toekomst bij de roostering kritischer zijn op het aantal 2 en 3-jarigen in de groep. Mathelijne Smids-Verbakel Directeur-bestuurder SKB t Beertjeshuis 12 van 12