Besluit van de Bestendige Deputatie



Vergelijkbare documenten
Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /MV/lydr.

MLAV1/ /MV/bd

MLAV1/ /RP/si

Besluit van de Deputatie

Gelet op het feit dat op datum van 23 november 1992 de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard of geacht;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Deputatie

HOUDENDE VERGUNNING AAN MATTHIJSSEN HERMAN VOOR HET VERANDEREN VAN EEN INRICHTING GELEGEN TE 2960 BRECHT, HOEKSTRAAT 26.

Besluit van de Deputatie

2/MLAV1/ /JB/AB Milieuvergunningen

Besluit van de Deputatie

MLAV1/ /RTH/vive

MLVER/ /RTH/AG/sdv

MLVER/ /PAG/sdv

MLAV1/ /RP/bd

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE N.V. BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN.

veranderen door uitbreiding met : - de lozing van huishoudelijk afvalwater in de openbare riolering (R 3.3.);

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

p r o v i n c i e Limburg

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

34013/110/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Bestendige Deputatie

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Besluit van de Bestendige Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

o v in c i e Limburg De deputatie van de provincie Limburg 1/5

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het M.B. d.d waarbij in beroep het besluit d.d van de Bestendige Deputatie wordt bevestigd;

p r o v i n De bestendige deputatie van de provincieraad van Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990 en 12 december 1990;

MLAV1/ /FL/DL

Besluit van de Bestendige Deputatie

36008/127/1/W/1. De Bestendige Deputatie van de Provincieraad,

Besluit van de Deputatie

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Besluit van de Bestendige Deputatie

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1011

p r o v i n c i e Limburg

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

Besluit van de Deputatie

VLAAMSE REGERING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur,

MLAV1/ /MV/pn.

MLAV1/ /MV/lydr.

VERSLAG VAN DE GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR

AMV/ /1000. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement.

Besluit van de Bestendige Deputatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV PROVIRON INDUSTRIES MET BETREKKING TOT EEN INRICHTING, GELEGEN TE 2620 HEMIKSEM, G. GILLIOTSTRAAT 60.

Besluit van de Deputatie

BESLUIT VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE BVBA VEVAR MET BETREKKING TOT EEN VARKENSBEDRIJF, GELEGEN IN 2321 HOOGSTRATEN (MEER), SLUISKENSWEG 10.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

AMV/ /1002. Ministerieel besluit houdende uitspraak over een aanvraag tot afwijking

Gewestdirectie Dienst Milieuvergunningen

Vlaamse Regering : ~ AMV /1 004/B

AKTENAME MELDING. Het college van burgemeester en schepenen heeft de melding ingediend door Ghys bvba, Kamiel Wautersstraat 4, 9140 Temse ontvangen.

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

VLAAMSE GEMEENSCHAP AMV/ /1026

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

p r o v i n Ruimte De deputatie van de provincie Limburg

Besluit van de Bestendige Deputatie

OVER DE MEDEDELING VAN VERANDERING VAN DE NV BP CHEMBEL MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2440 GEEL, AMOCOLAAN 2.

Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (Milieuvergunningsdecreet), zoals gewijzigd bij latere decreten;

college van burgemeester en schepenen Zitting van 2 december 2016

OVER DE VERGUNNINGSAANVRAAG VAN DE NV BASF ANTWERPEN MET BETREKKING TOT EEN CHEMISCH BEDRIJF, GELEGEN TE 2040 ANTWERPEN, HAVEN 725, SCHELDELAAN 600.

MLAV1/ /LDS/lh

Besluit van de Deputatie

p r o v in c f e Limburg

BEKENDMAKING MELDINGSAKTE

Besluit van de Deputatie

De melding omvat de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit (IIOA) van de derde klasse.

::7 :.~~~ AMV/ /1027

Gewestdirectie Departement Leefmilieu Dienst Milieuvergunningen

Datum collegevergadering: 05/11/2018

Transcriptie:

8e Directie Dienst 82 Milieuhygiëne aanwezig Herman Balthazar, gouverneur-voorzitter Marc De Buck, Alexander Vercamer, Ivan Verleyen, Frans Van Gaeveren, Jean-Pierre Van Der Meiren, Georges De Langhe, leden Albert De Smet, provinciegriffier Besluit van de Bestendige Deputatie referte betreft verslaggever 082/44013/66/1/A/3/SQ/KVW AQUAFIN DESTELBERGEN de heer Georges De Langhe Besluit van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad, houdende het verlenen van de vergunning aan de nv Aquafin, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, voor het wijzigen en uitbreiden van een rioolwaterzuiveringsinstallatie, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder DESTELBERGEN 1 AFD, Sectie A, Nrs 210/g, 211, 212/c, 223/e, 224/t, aan de Panhuisstraat zn te 9070 Destelbergen. De Bestendige Deputatie, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997, 11 mei 1999, 18 mei 1999 en 3 maart 2000; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering, houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem I), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 27 februari 1992, 28 oktober 1992, 27 april 1994, 24 mei 1995, 1 juni 1995, 26 juni 1996, 22 oktober 1996, 12 januari 1999, 15 juni 1999, 29 september 2000, 20 april 2001, 13 juli 2001, 5 oktober 2001 en 31 mei 2002 en bij decreet van het Vlaams Parlement van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem II), gewijzigd bij de besluiten van de Vlaamse Regering van 6 september 1995, 23 juni 1996, 3 juni 1997, 17 december 1997, 24 maart 1998, 16 september 1998, 6 oktober 1998, 19 januari 1999, 15 juni 1999, 3 maart 2000, 17 maart 2000, 17 juli 2000, 19 januari 2001, 20 april 2001, 13 juli 2001, 18 januari 2002, 25 januari 2002 en 31 mei 2002; Gelet op het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, gewijzigd bij decreet van 19 april 1995; Gelet op het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu van 21 oktober 1997;

2 Gelet op de volgende, lopende vergunningen in verband met het exploiteren van deze hinderlijke inrichting: Milieuvergunningen: - Besluit van de Bestendige Deputatie van 7 mei 1998 (tot en met 6 mei 2018): exploitatie van een rioolwaterzuiveringsinstallatie - Besluit van de Bestendige Deputatie van 18 april 2002 (tot en met 6 mei 2018): wijzigen en uitbreiden van de rioolwaterzuiveringsinstallatie Gelet op de milieuvergunningsaanvraag op 14 juni 2002 ingediend door de nv Aquafin, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, om een inrichting, gelegen aan de Panhuisstraat zn te 9070 Destelbergen, op de percelen, kadastraal bekend onder DESTELBERGEN 1 AFD, Sectie A, Nrs 210/g, 211, 212/c, 223/e, 224/t, met als voorwerp: rioolwaterzuiveringsinstallatie (rubrieken: 2.3.3.a, 2.3.9.a, 2.3.9.b) te exploiteren; Gelet op de aangetekende brief van 25 juli 2002, waarmee de milieuvergunningsaanvraag ontvankelijk en volledig werd verklaard; Gelet op de stukken, waarbij wordt geattesteerd dat de milieuvergunningsaanvraag de vereiste publiciteit verkreeg, conform artikel 17 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning; Gelet op het proces-verbaal van 5 september 2002, houdende de tijdens het openbaar onderzoek ingediende schriftelijke en mondelinge bezwaren en opmerkingen, waaruit blijkt dat er geen bezwaren werden ingediend; Gelet op het gunstig advies van 24 september 2002 van het College van Burgemeester en Schepenen van Destelbergen; Gelet op het gunstig advies van 26 september 2002 van de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur (afgekort AMINAL-AMV) voor een termijn tot en met 6 mei 2018 onder de toepasselijke algemene, sectorale en een aantal bijzondere (voorwaarden bestaande milieuvergunningen blijven van toepassing) milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en Infrastructuur (afgekort AROHM); Gelet op het gunstig advies van 27 september 2002 van de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (afgekort Gezondheidszorg) voor een termijn tot en met 6 mei 2018, voor de rubrieken 2.3.3.a., 2.3.9.a en 2.3.9.b;

3 Gelet op het feit dat geen advies werd uitgebracht door de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de Administratie Economie van het Departement Economie, Werkgelegenheid en Binnenlandse Aangelegenheden (afgekort Natuurlijke Rijkdommen) vermits uit hun brief van 27 augustus 2002 blijkt dat de inrichting van nv Aquafin niet gelegen is in een ontginningsgebied en de aanvraag evenmin betrekking heeft op de winning van grondstoffen; dat het dossier dan ook geen gegevens bevat waarvoor de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie advies dient te verlenen; Gelet op het gunstig advies van 20 augustus 2002 van de Vlaamse Milieumaatschappij (afgekort VMM); Gelet op het gunstig advies van 11 september 2002 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest (afgekort OVAM) voor een termijn tot en met 6 mei 2018 onder de toepasselijke algemene, sectorale milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op het gunstig advies van 3 oktober 2002 van de provinciale milieudeskundige voor een termijn eindigend op de einddatum van de basisvergunning, zijnde tot en met 6 mei 2018 onder de voorgestelde milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op de volgende vaststellingen door de Provinciale Milieuvergunningscommissie: dat deze aanvraag het wijzigen en uitbreiden van een rioolwaterzuiveringsinstallatie beoogt door de actualisatie van de vergunningstoestand en meer bepaald van de rubrieken; dat er geen nieuwe activiteiten gepland zijn; dat de voorwaarden opgenomen in de bestaande activiteiten toereikend zijn; dat mits het naleven van de opgelegde milieuvergunningsvoorwaarden de kans op hinder voor mens en milieu tot een minimum beperkt is; dat tijdens het openbaar onderzoek geen bezwaren ingediend werden; dat de inrichting gelegen is in een gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, bestemming waarmee de inrichting planologisch verenigbaar is; Gelet op het gunstig advies van 15 oktober 2002 van de Provinciale Milieuvergunningscommissie (afgekort PMVC) voor een termijn eindigend op de einddatum van de basisvergunning, zijnde tot en met 6 mei 2018 en onder de door de adviserende diensten voorgestelde en door de provinciale milieudeskundige gecoördineerde milieuvergunningsvoorwaarden; Gelet op de beslissing van 19 september 2002 van de Bestendige Deputatie van de Provincieraad om de behandelingstermijn van de milieuvergunning te verlengen; Overwegende dat de inrichting gelegen is in een gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen, in overeenstemming met de bepalingen van het KB van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de gewestplannen; dat de bedrijfspercelen ingesloten liggen tussen de Panhuisstraat en de Scheldekant; dat ten westen en ten noordoosten het bedrijf paalt aan een woongebied; dat ten oosten van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (afgekort: RWZI) een natuurgebied gelegen is;

4 dat de onmiddellijke omgeving matig bebouwd is; dat binnen een straal van 100 m rondom de perceelsgrenzen zich een 25-tal woningen situeren, waarbij de dichtste woning op ca. 60 m van de installaties; Overwegende dat de aanvraag het uitbreiden en wijzigen van de vergunde RWZI betreft met een ontwerpcapaciteit van 66.000 IE; dat het effluent van de RWZI in de Schelde geloosd wordt; dat op jaarbasis de RWZI gemiddeld 22.000 ton septisch materiaal van huishoudelijke aard verwerkt; dat voorts de RWZI jaarlijks 1.325 ton slib (ca. 300 ton extern slib) behandelt, waarbij het ontwaterd slib van de indiktafels of de zeefbandpersen afgevoerd wordt naar ofwel een klasse 2-stortplaats, ofwel een verbrandingsinstallatie ofwel naar een drooginstallatie; Overwegende dat de basisvergunning dateert van 7 mei 1998 en verleend werd voor een termijn van 20 jaar; dat het voorwerp van de aanvraag voornamelijk de actualisatie van de bestaande milieuvergunningen omvat; dat er 4 werknemers tewerkgesteld worden en er een interne milieucoördinator aangesteld is; Overwegende dat met onderhavig dossier de exploitant de vergunde rubriek 2.2.5.a.2 voor de opslag en fysisch-chemische behandeling van nietgevaarlijk slib wenst te schrappen; dat door het feit dat er geen afzet meer is van het slib naar de landbouw de rubriek (opslag en nuttige toepassing van afvalstoffen) niet meer van toepassing is; dat deze activiteit nog wel vergund blijft onder de rubriek 2.3.2.a., zijnde opslag en fysisch-chemische behandeling van zuiveringsslib (opslag en verwijdering van afvalstoffen); dat de exploitant rubriek 2.3.3.a. aanvraagt voor de biologische behandeling van septisch materiaal; dat deze activiteit reeds vergund was onder de rubriek 2.3.2.e., zijnde opslag en fysisch-chemische behandeling van septisch materiaal; dat gezien het septisch materiaal ook biologisch behandeld wordt, rubriek 2.3.3.a eveneens van toepassing is; dat dagelijks maximum 200 m³ septisch materiaal en 83 m³ slib aangevoerd wordt; dat gezien de installaties voor de verwijderingshandelingen van de niet-gevaarlijke afvalstoffen een capaciteit hebben van meer dan 50 ton/dag, de rubrieken 2.3.9.a. (biologische behandeling) en 2.3.9.b. (fysisch-chemische behandeling) van toepassing zijn; dat deze activiteiten al vergund waren onder de rubrieken 2.3.2.e en 2.3.2.a; dat de aangevraagde rubrieken 2.3.9.a. en 2.3.9.b onder de X-inrichtingen vallen zodat bijkomende informatie inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (GPBV) vereist is; dat de informatie opgenomen is in punt 4.9. van het aanvraagformulier; dat samenvattend kan gesteld worden dat de aangevraagde rubrieken geen betrekking hebben op nieuwe activiteiten, maar dat het een actualisatie betreft van de vergunningstoestand, onder meer door het in voege treden van de bepalingen inzake GPBVinrichting (Besl. Vl. Reg. 12 januari 1999) en de bijhorende nieuwe rubrieken; Overwegende dat de exploitant, overeenkomstig artikel 43 2. van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning steeds alle maatregelen dient te nemen om schade en hinder te voorkomen; Overwegende dat de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig artikel 20 van het milieuvergunningsdecreet, onverminderd de bepalingen van dezelfde wetten, decreten en uitvoeringsbesluiten bij het verlenen van een

5 vergunning bijzondere voorwaarden kan opleggen, met het oog op de bescherming van de mens en het leefmilieu; Overwegende dat, wat voorafgaat in acht genomen, kan gesteld worden dat de risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, mits naleving van de in onderhavig besluit opgelegde milieuvoorwaarden tot een aanvaardbaar niveau kunnen worden beperkt; Overwegende dat de gevraagde exploitatie milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar is met de onmiddellijke omgeving; dat bijgevolg de gevraagde vergunning kan worden verleend; Gehoord het verslag van de heer Georges De Langhe, lid van de Bestendige Deputatie; besluit: Artikel 1. Aan de nv Aquafin, Dijkstraat 8 te 2630 Aartselaar, wordt de vergunning verleend tot het exploiteren van een inrichting, gelegen op de percelen kadastraal bekend onder DESTELBERGEN 1 AFD, Sectie A, Nrs 210/g, 211, 212/c, 223/e, 224/t, aan de Panhuisstraat zn te 9070 Destelbergen, met als voorwerp: het veranderen van een rioolwaterzuiveringsinstallatie met: de wijziging door: - 2.2.5.a.(1) Opslag en fysisch-chemische behandeling, al dan niet in combinatie met mechanische behandeling, van niet-gevaarlijk slib (zuiveringslib): max. 1.325 ton ds/jaar. Schrappen van rubriek wegens stopzetting van afzet naar de landbouw de uitbreiding door: - 2.3.3.a.(1) Opslag en biologische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen (nieuwe rubriek) - 2.3.9.a.(1) Installaties voor de volgende verwijderingshandelingen van nietgevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag: D8: biologische behandeling waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de in artikel 1.3.1. van het VLAREA vermelde methodes D1 tot en met D12 (nieuwe rubriek) - 2.3.9.b.(1) Installaties voor de volgende verwijderingshandelingen van nietgevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag: D9: fysisch-chemische behandeling waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de in artikel 1.3.1. van het VLAREA vermelde methodes D1 tot en met D12 (nieuwe rubriek) Na deze verandering is het bedrijf globaal vergund voor:

6 2.3.2.a.(1) Opslag en fysisch-chemische behandeling, al dan niet in combinatie met mechanische behandeling, van niet-gevaarlijk slib (zuiveringsslib): max. 1.325 ton ds/jaar (reeds vergund) 2.3.2.e.(1) Opslag en fysisch-chemische behandeling, al dan niet in combinatie met mechanische behandeling, van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen: 798 m³/jaar roostergoed, 5.500 m³/jaar zand en 22.000 m³/jaar aangevoerd septisch materiaal (reeds vergund) 2.3.3.a.(1) Opslag en biologische behandeling van niet-gevaarlijke afvalstoffen, zijnde septisch materiaal (nieuwe rubriek) 2.3.9.a.(1) Installaties voor de volgende verwijderingshandelingen van niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag: D8 : biologische behandeling waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de in artikel 1.3.1. van het VLAREA vermelde methodes D1 tot en met D12 (nieuwe rubriek) 2.3.9.b.(1) Installaties voor de volgende verwijderingshandelingen van niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag: D9 : fysischchemische behandeling waardoor verbindingen of mengsels ontstaan die worden verwijderd op een van de in artikel 1.3.1. van het VLAREA vermelde methodes D1 tot en met D12 (nieuwe rubriek) 3.6.4.3(1) Afvalwaterzuiveringsinstallatie, met inbegrip van het lozen van het effluentwater voor de behandeling van afvalwater aangevoerd via de openbare riolen en/of collectoren, met een ontwerpcapaciteit van 66.000 I.E., een gemiddeld lozingsdebiet van 9.962 m³/dag en een maximaal lozingsdebiet van 51.387 m³/dag (reeds vergund) 12.1.1.(2) Een noodstroomaggregaat met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van 580 kw (reeds vergund) 12.2.2.(2) Een transformator met een vermogen van 2.000 kva (reeds vergund) 17.3.3.2.(2) Opslag van 37.500 kg (25 m³ x 1,5 kg/l) defosfatatiemiddel en 5.500 kg (5 m³ x 1,1 kg/l) poly-elektroliet (reeds vergund) 17.3.6.1.b.(3) Opslag van 10.000 l stookolie in een bovengrondse, dubbelwandige tank en 1.000 l afvalolie in een multibox op lekbak totaal 11.000 l (reeds vergund) 17.3.7.1 (3) Opslag van 1.500 l smeerolie in vaten (reeds vergund) 24.4 (3) Een laboratorium (reeds vergund) 29.5.2.2 (2) Een metaalbewerkingsatelier met o.m. een mobiele compressor, een elektro -

7 pneumatische boorhamer, een soldeerbout en een slijpmachine met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 20 kw (reeds vergund) 31.1.2 (1) Een vast opgestelde motor ten behoeve van de noodgroep met een nominaal vermogen van 613 kw (reeds vergund) Art. 2. De milieuvergunning wordt verleend voor een termijn eindigend op de einddatum van de basisvergunning, zijnde tot en met 6 mei 2018. Art. 3. Deze milieuvergunning is afhankelijk van de strikte naleving van de volgende uitbatingsvoorwaarden: 1. Algemene milieuvoorwaarden 1.VLAREM.V01: Algemene milieuvoorwaarden - Algemeen (bijlage 1) 2.VLAREM.V02: Algemene milieuvoorwaarden - Geluid (bijlage 2) 2. Sectorale milieuvoorwaarden 3.VLAREM.V07: Verwerking van afvalstoffen - Algemeen (bijlage 3) 3. Bijzondere milieuvoorwaarden 4. De algemene, sectorale en bijzondere milieuvoorwaarden opgenomen in de bestaande milieuvergunningen blijven volledig en onverkort gelden voor de totaliteit van de inrichting. Art. 4. 1. De in artikel 1 vergunde inrichting dient uiterlijk in gebruik te worden genomen binnen een termijn van 3 jaar, te rekenen vanaf de datum van onderhavige milieuvergunning. 2. In de mate dat de inrichting, die het voorwerp uitmaakt van de in artikel 1 bedoelde vergunning, krachtens het decreet houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening van 18 mei 1999, een stedenbouwkundige vergunning nodig is, wordt onderhavige milieuvergunning geschorst, zolang de stedenbouwkundige vergunning niet definitief is verleend. De aanvangsdatum van de vergunningstermijn van onderstaande milieuvergunning wordt verdaagd tot de dag dat deze stedenbouwkundige vergunning definitief verleend is. De exploitant dient de datum waarop de stedenbouwkundige vergunning werd verleend bij ter post aangetekende zending mee te delen aan de overheid die de milieuvergunning heeft verleend. 3. Wordt de in 2. bedoelde stedenbouwkundige vergunning geweigerd, dan vervalt de in artikel 1 bedoelde milieuvergunning van rechtswege op de dag van de weigering van de stedenbouwkundige vergunning in laatste aanleg. Art. 5. Onderhavige vergunning doet geen afbreuk aan de rechten van derden. Art. 6. 1. Een bijkomende vergunning moet worden aangevraagd voor elke verandering van de vergunde inrichting. 2. Elke overname van de inrichting door een andere exploitant, dient uiterlijk tien kalenderdagen voor de datum van overname gemeld aan de vergunningverlenende overheid, overeenkomstig de bepalingen van artikel 42 van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning.

8 3. Een hernieuwing van de vergunning moet worden aangevraagd, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, tussen de achttiende en de twaalfde maand voor het verstrijken van de vergunningstermijn van de lopende vergunning. Art. 7. Een eensluidend verklaard afschrift van deze beslissing zal, samen met het attest inzake de datum van de verzending, verzonden worden aan: - de exploitant; - het College van Burgemeester en Schepenen van Destelbergen; - de Provinciale Milieuvergunningscommissie; - de Afdeling Milieuvergunningen van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Afdeling voor Ruimtelijke Ordening van de Administratie voor Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumentenzorg van het Departement van Leefmilieu en Infrastructuur; - de Afdeling Preventieve en Sociale Gezondheidszorg van de Administratie Gezondheidszorg van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur; - de Afdeling Natuurlijke Rijkdommen en Energie van de Administratie Economie van het Departement Economie, Werkgelegenheid en Binnenlandse Aangelegenheden; - de Afdeling Milieu-inspectie van de Administratie Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer, van het Departement Leefmilieu en Infrastructuur; - de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest; - de Vlaamse Milieumaatschappij; - de Technische Inspectie van de Administratie voor Arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de nv Aquafin; - het Comité voor Preventie en Bescherming op het Werk; Een soortgelijk afschrift wordt verzonden aan de bevoegde Burgemeester met de opdracht de beslissing bekend te maken, overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk IX van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning. Art. 8. Tegen deze beslissing kan, overeenkomstig de modaliteiten en de termijnen beschreven in het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning (aangetekende brief binnen de 30 kalenderdagen na de betekening van deze beslissing), mits betaling van de voorgeschreven dossiertaks, beroep worden ingediend bij de Vlaamse Regering, vertegenwoordigd door de Vlaams minister van leefmilieu, p/a Administratie

9 Milieu, Natuur, Land- en Waterbeheer Bestuur Milieuvergunningen, Koning Albert II-laan 20, bus 8, 1000 Brussel. Gent, 28 november 2002 namens de Bestendige Deputatie: de Provinciegriffier get. Albert De Smet de Gouverneur-Voorzitter get. Herman Balthazar Voor eensluidend afschrift, Namens de Provinciegriffier, De gemachtigde Ambtenaar, Raf Barzeele dienstchef