Voorstel van resolutie



Vergelijkbare documenten
In de beleidsbrief Welzijn, Volksgezindheid en Gezin zegt de minister ook werk te maken van een flexibele kinderopvang.

4. Hoeveel zelfstandige kinderopvanginitiatieven stapten in 2013 en 2014 (cijfers tot september) uit het IKG-systeem?

VVSG INSPIRATIEDAG 20 maart Stand van zaken op vandaag, onder voorbehoud van definitieve goedkeuring van de regelgeving

I. Situering Art. 4, eerste lid, 1 en 2 Decr.Vl. 20 april Art. 5, eerste lid, 3 Decr.Vl. 20 april 2012.

DECREET HOUDENDE DE ORGANISATIE VAN KINDEROPVANG VAN BABY S en PEUTERS. Ann Lobijn

wegwijs in opvang voor je baby of peuter

20/02/2014 SUBSIDIES KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS. Principieel akkoord Vlaamse Regering 5 juli PRINCIPIEEL AKKOORD BVR SUBSIDIES 5 juli 2013

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Vernieuwing kinderopvang in Vlaanderen en Brussel

25/06/2010. Zelfstandige kinderdagverblijven

In bepaalde omstandigheden kan een afwijking worden aangevraagd van het berekende inkomenstarief voor kinderopvang.

Infosessie zelfstandige kinderopvangsector

Vlaamse Regering keurt voorontwerp decreet Kinderopvang goed

Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het Subsidiebesluit van 22 november 2013, wat betreft flexibele opvang

Subsidie kinderopvang baby s en peuters: in de praktijk

Subsidies inclusieve opvang

Kinderopvang in Vlaanderen. 6 maart 2014

20/02/2014 VERGUNNINGSVOORWAARDEN KINDEROPVANG BABY S EN PEUTERS INHOUD. 1. Nieuwe namen. Nieuwe namen

VERANTWOORDINGSNOTA BBC STRATEGISCHE DOELSTELLING 2.

REGLEMENT BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN PREMIES AAN INITIATIEVEN VOOR KINDEROPVANG VAN BABY S EN PEUTERS IN NINOVE

Per kinderen onder de 3 jaar telde Limburg eind opvangplaatsen minder dan het Vlaamse gemiddelde.

over de uitsluiting van grensarbeiders van de Vlaamse zorgverzekering

Kinderopvang in Aarschot

Voorstel van resolutie. betreffende de organisatie, de kwaliteit, de financiering en de omkadering van internaten

Gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters - Handhaving voorwaarden

VERZOEKSCHRIFT. over de herberekening van de ouderbijdrage voor kinderopvang VERSLAG

Bruto tarieven per uur uur 6,98 per uur uur uur uur. Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag

Transitie decreet voor diensten voor opvanggezinnen

Kinderopvang in West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 3, 2012

Voorstel van resolutie. betreffende het automatisch toekennen van een tenlasteneming van de Vlaamse zorgverzekering voor palliatieve thuispatiënten

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Overzicht: Starten als zelfstandige in de kinderopvang.

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 16 maart 2016;

betreffende een betere ondersteuning van de mantelzorg in het Vlaamse beleid

ONDERSTEUNINGSREGLEMENT VOOR KINDEROPVANGPLAATSEN VOOR BABY S EN PEUTERS HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1: Locatiepremie

Verslag van het verzoekschrift. over een inkomensafhankelijke bijdrage voor de zorgverzekering

uur uur uur uur Halve dagopvang ook mogelijk! Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag

GEMEENTELIJK SUBSIDIEREGLEMENT VOOR HET TOEKENNEN VAN EEN INVESTERINGSTOELAGE AAN KINDEROPVANGINITIATIEVEN versie 01/01/2017

Vlaamse Regering..3^L^

Subsidies voor groepsopvang van schoolkinderen

Visie op betaalbare groepsopvang. Werkdocument

1 punt 3 /1 wordt opgeheven; 2 er wordt een punt 14 /2 ingevoegd dat luidt als volgt:

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 3 ;

Moet je overdag gaan werken, studeren, een opleiding volgen, werk zoeken,?

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

MEDEDELING. KWMDJ maart Alle opvangvoorzieningen

VERZOEKSCHRIFT. over een voordelig internetabonnement voor andersvaliden VERSLAG

uur uur uur uur Halve dagopvang ook mogelijk! Flexibele tijden; minimaal 4 uur per dag

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 12 maart 2019;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters, artikel 10, 1, 2 en 3 ;

Aan alle kinderopvangorganisaties met subsidie voor inkomenstarief. Afdeling contactpersoon Telefoon Kinderopvang. AMDP mei 2014

BROCHURE FINANCIËLE COMPENSATIE 2017

INHOUD WORKSHOPS VAKBEURS KINDEROPVANG 27 EN 28 NOVEMBER 2015

Subsidie inkomenstarief ( trap 2 )

CENTRALE AANMELDINGSLIJST KINDEROPVANG IN GROOT-AALST. voor kinderen van 0-3 jaar

BROCHURE FINANCIËLE COMPENSATIE 2014

BISNOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

VR DOC.0472/1TER

TB-IT-30. Bezorg je attest inkomenstarief 2016 voor KIND met kindcode CODE aan je opvang

Organisatie van opvang en vrijetijdsbesteding van schoolkinderen [1]

Besluiten van de Vlaamse Regering van 22 november 2013 over de vergunningsvoorwaarden en de subsidies voor de kinderopvang van baby s en peuters

IV.4 PA/E/S IBO MB Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van het laatste wijzigingsbesluit

betreffende het Vlaamse beleid ten aanzien van jeugdhuizen

Kosten en Vergoedingen. Bijlage bij het Huishoudelijk Reglement Buitenschoolse opvang kinderen uit het kleuter- en lager onderwijs

Kinderopvang cijfert 1. Het bezettingspercentage 2015

VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD

Vlaamse Regering.3^v^ "^ M

Gelet op het decreet van 30 april 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid Kind en Gezin, artikel 12;

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

VOORSTEL VAN DECREET VAN MEVROUW SONJA BECQ EN MEVROUW VEERLE HEEREN C.S HOUDENDE REGELING VAN DE THUISOPVANG VAN ZIEKE KINDEREN

De (on)gelijke deelname aan kinderopvang in Vlaanderen

Voorontwerp decreet voorschoolse kinderopvang

H$+3F$+/-I.%;:BAAB;7AA%

De kinderopvangtoelage. Bevoegde schepen: Nabilla Ait Daoud

VR DOC.1496/1BIS

VR DOC.1026/1

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Inwerkingtreding wijzigingen Wijzigingsbesluiten

Aangepaste bedragen van de subsidies en andere financiële tegemoetkomingen voor de opvangvoorzieningen in 2012

BIJLAGE. Vlaamse Gemeenschapscommissie Collegebesluit nr ) Voorwoord

Hoofdstuk 2. Voorwaarden voor de specifieke dienstverlening

Overeenkomst en Afspraken

Kinderopvang. Jaarverslag Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:

Veel gestelde vragen over peuterschool t Koggeschip

Beoordelingscriteria en procedure voor uitbreidingsronden Kinderopvang Baby s en Peuters Trap 1 subsidies

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het Procedurebesluit Buitenschoolse Opvang van 19 december 2014;

Het Groeipakket. voor elk kind in elk gezin

Beste kandidaten, Beste vrienden,

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 7 juli 2017;

Green Paper Decreet Voorschoolse Kinderopvang

1 Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatste verstuurde mededeling

Verslag van het verzoekschrift. over een verminderde bijdrage Vlaamse zorgverzekering voor leefloners op basis van het actuele inkomen

STARTEN ALS ONTHAALOUDER

Kinderopvang in Knesselare een samenwerkings -verhaal

jaarverslag kinderopvang 2009 Hallepoortlaan Brussel Kind en Gezin-Lijn:

VR DOC.1589/2

IV.3 E/S IBO BVR Dit is een gecoördineerde versie. De datum van de laatste versie is steeds de datum van de laatst verstuurde mededeling

Meer kinderopvang met minder belastingsgeld. voorstel inkomensgerelateerde én leefbare kinderopvang. de goedkoopste oplossing voor Vlaanderen

Transcriptie:

stuk ingediend op 2512 (2013-2014) Nr. 1 26 maart 2014 (2013-2014) Voorstel van resolutie van de heer Bart Tommelein, de dames Elisabeth Meuleman, Vera Van der Borght en Mieke Vogels en de heer Peter Gysbrechts betreffende het uitstellen van de inwerkingtreding van het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters verzendcode: WEL

2 Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 TOELICHTING Op 1 april 2014 treedt het decreet Kinderopvang in werking. Dat is goed over een week. Deze nieuwe regelgeving heeft een grote impact op de zelfstandige kinderopvang. Ook onthaalouders (al dan niet aangesloten bij een dienst) en erkende, gesubsidieerde opvanginitiatieven worden geconfronteerd met een reeks nieuwe regels en procedures die flexibel ondernemen bemoeilijken en financiële consequenties met zich meebrengen die voor veel initiatieven de doodsteek betekenen. De problematiek is het meest acuut en zichtbaar in de zelfstandige kinderopvang. Daar waar vooral gelijkheid van alle vergunde opvangvoorzieningen de doelstelling was, worden we nu geconfronteerd met een reeks nieuwe verplichtingen voor de zelfstandige kinderopvanginitiatieven. Dat leidde ondertussen tot een enorme onrust bij de zelfstandigeopvangsector. Sommige initiatieven laten de kelk helemaal aan zich voorbijgaan en sluiten de deuren. Nadat ze jaren lang op de rand van het faillissement deze zorgtaak hebben opgenomen, zien ze de bijkomende verplichtingen niet meer zitten. Anderen zetten met de moed der wanhoop door, niet bereid de ouders in de steek te laten. In 2013 hielden niet minder dan vijftig zelfstandige kinderopvanginitiatieven het voor bekeken. Nog eens 74 zelfstandige crèches zochten ten einde raad een overnemer. Met de inwerkingtreding van het nieuwe decreet verwachten we een nieuwe, forse golf van faillissementen. Achter deze cijfers zitten jonge, enthousiaste mensen die gedesillusioneerd en met een berg schulden achterblijven. Ondertussen zwellen de wachtlijsten aan. Sommige ouders moeten hun baan opzeggen omdat ze geen opvang vinden voor hun kind. Het opstarten van nieuwe zelfstandige opvanginitiatieven wordt zo ontmoedigd, dat er slechts weinigen nog de stap zullen durven zetten. Zo gaan we naar een daling van het aantal opvangplaatsen, terwijl een snelle stijging meer dan noodzakelijk is. De indieners van dit voorstel van resolutie vragen zich af of het kinderopvanglandschap zoals het nu wordt uitgetekend wel is wat we nodig hebben voor de toekomst. We denken hierbij aan de nieuwe regeling inzake flexibiliteit, de regeling inzake overbezetting en de onzekerheid over de financiële middelen om te komen tot een gelijke financiering van alle vergunde opvanginitiatiefnemers, erkende en gesubsidieerde enerzijds en zelfstandige anderzijds. Ook over de meerwaarde van een aantal maatregelen stellen de indieners van dit voorstel zich vragen. Vlaanderen heeft nood aan voldoende, flexibele en kwaliteitsvolle kinderopvang. Met dit decreet legt de minister zelfstandige kinderopvanginitiatieven een strak kader op dat plaatsen vernietigt, de flexibiliteit inperkt, de beschikbaarheid fnuikt en kosten genereert zonder meerwaarde. Zonder in te schatten wat de gevolgen zijn voor de zelfstandige opvang, heeft de minister zich gespiegeld aan de erkende en gesubsidieerde opvang. De kans om met een soepele regelgeving te komen tot meer efficiëntie en maximale bezetting van bestaande plaatsen is daarmee verkeken. 1. Flexibiliteit Vlaanderen heeft zich in het kader van Europa 2020 geëngageerd om de werkzaamheidsgraad van de bevolking op actieve leeftijd op te krikken tot 76%. Kinderopvang is voor jonge ouders daartoe essentieel zodat de combinatie van werk en gezin mogelijk wordt. Die kinderopvang moet dan ook flexibel zijn, denken we maar aan de vroege en late diensten in de zorgsector en in de industrie waar ploegenarbeid aan de orde is. Maar ook in de dienstensector is voor vele ouders een nine to five -job al lang verleden tijd. De nieuwe regeling inzake flexibiliteit kortwiekt de zelfstandige sector die meer dan de gesubsidieerde flexibele opvang mogelijk maakte en laat ouders die bereid zijn flexibel te werken financieel opdraaien voor hun professioneel engagement. V l a a m s Pa r l e m e n t 1011 B r u s s e l 0 2 / 5 5 2. 11. 11 w w w. v l a a m s p a r l e m e n t. b e

Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 3 Minister Jo Vandeurzen opteerde ervoor om van het inkomenstarief een tarief te maken dat van toepassing is overdag tussen 6.00 u en 20.00 u en voor prestaties die niet langer dan elf uur duren. Hij liet daarbij optekenen dat de middelen die hiervoor tot nog toe in de zelfstandige kinderopvang waren voorzien niet verloren gingen, want ze werden geïntegreerd in het totaalbudget voor zelfstandige kinderopvang met IKG-subsidie (IKG: inkomensgerelateerd). Maar in realiteit betekent deze maatregel wel dat zelfstandige kinderdagverblijven met IKG een vrij tarief zullen moeten vragen voor opvang die deze elf uur overschrijdt. Met andere woorden, zij zullen voor deze uren verplicht zijn de ouders de volledige kost van de opvang aan te rekenen. Voor ouders die werken op vroege en late uren betekent dat een serieuze meerkost. De huidige subsidiesystemen voor flexibele opvang in de gesubsidieerde opvang blijven wel gehandhaafd. 2. De 120%-regel De overbezetting van kinderopvanginitiatieven is beperkt tot 120%. Dat lijkt op het eerste gezicht logisch. Maar waar we vaak zeggen dat we met dezelfde middelen meer moeten doen, dat we moeten gaan voor meer efficiëntie, wordt het maximaal benutten van de bestaande capaciteit zonder in te boeten op kwaliteit hier ongegeneerd afgestraft door Vlaanderen. Een onderneemster in de kinderopvang bracht voor de minister precies in kaart wat de gevolgen van deze maatregel zijn, zowel voor initiatiefnemers als voor ouders: Nieuw: de 120%-regel Rekent u even mee? Wij zijn twaalf uur per dag geopend. Kind A start om 7 u en blijft tot 12.30 u, dat is meer dan vijf uur opvang en dus en volledige dag. Maar dat plaatsje, dat schaars en erg gewild plaatsje, blijft leeg in de namiddag. Wat een zonde, dachten wij, en we hebben doorheen de jaren een publiek opgebouwd dat zo divers is, dat we ook in de namiddag dat plaatsje ingevuld krijgen. Kind B arriveert om 13 u en wordt om 18.30 u opgehaald. Twee blije kinderen, tevreden ouders, en een dubbele omzet op die plaats, dus ik een tevreden ondernemer. Dat noemt men optimalisatie : 200% bezetting op één plaats. Een schitterend gegeven, toch, in een tijd waarin er zo veel vraag is naar kinderopvang? In 2014 zijn wij 245 dagen open, in plaats van de 220 die u vooropstelt. Sinds 2013 sluiten wij enkel nog tijdens de kerstvakantie. Dit is voor ons ideaal: mijn medewerkers en de ouders kunnen vrij hun zomervakantie kiezen. Iedereen heeft intussen zijn vakantiewensen ingediend en nu vullen we de eventuele lege plaatsen aan met broers en zusjes uit de kleuterschool. Want inderdaad: wij bieden ook buitenschoolse opvang aan, buiten IKG. Optimalisatie, weet u wel? Neemt u nu toch even uw rekenmachine erbij. In het decreet staat vermeld dat we vergoed zullen worden voor de vergunde capaciteit en dat tot een maximum van 120%. Dat is nieuw, want nu worden we vergoed voor elke aanwezigheid. Neemt u even onze kindjes A en B van hierboven. Daar hebben we een bezetting van 200% op die ene plaats, terwijl u maar 120% zal vergoeden. Wie betaalt die andere 80%, meneer de minister? Drukt u vooral nog niet op off, want we gaan verder. U zal natuurlijk opwerpen dat die 120% over en heel jaar wordt bekeken. Maar wanneer ga ik weten dat mijn 120% is opgebruikt? En door niet te sluiten in de zomer, kom ik met mijn 245 openingsdagen ook nog eens in die 120%-marge terecht. Eens die 120%-grens bereikt, past u niets meer bij. Kan u mij eens uitrekenen wat ik ga moeten aanrekenen aan alle ouders eens ik die 120% bereikt heb? Want u heeft voor uzelf al uitgerekend dat u niks meer geeft, dan. Niks. Conclusie: vanaf de uitvoering van het decreet is het zinvoller om een plaats die normaal door twee kinderen kan bezet worden, vanaf de middag leeg te laten en bovendien zijn we beter af door maar 220 dagen open te zijn.

4 Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 Verlies: potentieel 245 opvangdagen als we elke plaats zouden kunnen optimaliseren en minstens 25 opvangdagen als we maar 220 dagen open zijn. 25 dagen, dat is een hele maand opvang voor 24 kinderen.. 3. De draaglastmeting Ook onthaalouders bij een dienst klagen terecht over het gebrek aan perspectief, zeker nu het nieuwe decreet in werking treedt. Het dossier over een volwaardig statuut sleept al jaren aan en nu worden ze plots geconfronteerd met een vage draaglastmeting die bepaalt hoeveel kinderen ze mogen opvangen. Onthaalouders kunnen voortaan acht kinderen opvangen maar moeten zich onderwerpen aan een draaglastmeting. Wat als ouders rekenen op een inkomen van acht kindjes maar de draaglastmeting wijst uit dat betrokken onthaalouder maar zes kindjes mag opvangen? Op die manier lopen ze noodzakelijke inkomsten mis en dreigen ze financieel het hoofd niet boven water te houden. Een onthaalouder die ook opvang tijdens de nacht en in het weekend aanbiedt, verwoordt het zo: Ook werden we vernederd toen ze ons vroegen hoe we in de toekomst onze draagkracht konden uitleggen doordat we 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 werken. We hebben hen uitgelegd dat we een autistische zoon hebben en die structuur het best dezelfde blijft voor hem in het weekend. Daardoor kunnen we niet veel weg en bieden we de ouders die daar nood aan hebben opvang aan.. Het aanbieden van een flexibel aanbod met onregelmatige uren, laat staan nachtopvang, wordt ook op deze manier onmogelijk gemaakt. Dit terwijl opvang buiten de regelmatige uren voor sommige ouders een noodzaak is om werk en gezin te combineren. De draaglastmeting vertrekt vanuit formele regels over wat haalbaar is en wat niet en houdt geen rekening met de reële draagkracht die onthaalouders aangeven optimaal te vinden. Beroep aantekenen tegen de draaglastmeting is bovendien niet mogelijk. In dezelfde lijn ligt een vreemde beslissing binnen het systeem van opvangreservering. Het nieuwe decreet voorziet in zo n systeem van opvangreservering waardoor ouders die hun gereserveerde opvangplaats annuleren, toch voor deze opvangtijd moeten betalen. Zeker in een tijd waarin zelfstandige opvang vaak wordt gebruikt als een tussenoplossing (tot er een plaatsje vrijkomt in de gesubsidieerde opvang) valt deze maatregel te verdedigen. Wat echter bijzonder vreemd is, is dat de inkomsten van dit systeem van opvangreservering niet naar de onthaalouders zelf gaan, maar wel naar de diensten voor onthaalouders. Opnieuw moeten de onthaalouders die het het hardst nodig hebben op de blaren zitten en lopen ze de financiële compensatie die ze nodig hebben om het hoofd boven water te houden, mis. 4. De ratio kind/begeleider De uitvoeringsbesluiten van het nieuwe decreet bepalen dat het aantal kinderen per begeleider wordt opgetrokken. Dit staat haaks op het streven naar meer kwaliteit binnen de kinderopvang. Gezien de toegenomen administratieve last die het nieuwe decreet met zich meebrengt voor zelfstandige kinderopvangondernemers is de tijd om de kinderen te verzorgen en te voeden zeer beperkt, laat staan dat er tijd over blijft om educatief of recreatief met hen bezig te zijn. In het nieuwe decreet is bepaald dat de ratio van één begeleider per negen aanwezige kinderen wordt gehanteerd. Tijdens rustpauzes wordt dit zelfs één begeleider per veertien aanwezige kinderen. Voorheen bedroeg deze ratio voor de zelfstandige sector één begeleider per zeven aanwezige kinderen.

Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 5 Vanuit verschillende hoeken wordt gesteld dat een dergelijk groot aantal kinderen voor één begeleider in de praktijk onrealistisch en onwerkbaar is en dat dit de kwaliteit van de opvang zeker niet ten goede komt. In het decreet wordt wel gesteld dat er best naar gestreefd wordt om tot een ratio te komen van één begeleider per zeven aanwezige kinderen, maar de vraag blijft waarom deze ratio niet werd bekrachtigd in het decreet. In verschillende andere Europese landen wordt een veel lagere ratio kind-begeleider gehanteerd om zich op die manier te verzekeren van kwaliteitsvolle kinderopvang. Door de ratio begeleider-kind op te trekken naar negen, bestaat niet enkel het risico dat de kwaliteit van de kinderopvang daalt, maar ook dat er een afvloeiing van personeel zal volgen. Er zijn immers minder begeleiders nodig om de beoogde ratio te bekomen. De indieners vragen zich af wat de organisatorische en personeelsmatige gevolgen zijn van de implementatie van deze ratio, zowel voor de zelfstandige als voor de gesubsidieerde, erkende opvanginitiatieven. 5. De vennootschap met sociaal oogmerk Vlaanderen is een kmo-land en de Vlaamse overheid doet er alles aan om mensen aan te zetten om te ondernemen. Met een gebrek aan grondstoffen is slim ondernemen onze manier om welvaart te creëren. Maar in welzijn lijkt ondernemen een vies woord. Ook dit decreet toont dat aan. De uitvoeringsbesluiten van het decreet voorzien dat vanaf achttien kinderen een kinderopvanginitiatief de vorm moet aannemen van een vennootschap met sociaal oogmerk. De vraag dient gesteld te worden wat de meerwaarde is van deze verplichting? Wie wordt daar beter van? Wordt daarmee één bijkomende plaats gecreëerd? Zal de vennootschap met sociaal oogmerk betere opvang bieden dan de huidige zelfstandige initiatiefnemer als natuurlijke persoon, bvba of wat dan ook? 6. Het digitale inkomensattest Ook in de erkende gesubsidieerde IKG-opvang komen de laatste weken bijna dagelijks verhalen over de toegenomen bureaucratisering en regelneverij die de werking eerder bemoeilijken dan vereenvoudigen. Onder meer het nieuwe digitale inkomensattest stuit op een berg kritiek. De deadline voor dit nieuwe inkomensattest van Kind & Gezin liep af op 31 januari 2014. Dit attest geeft ouders het recht op een tarief voor hun kinderopvang aangepast aan hun inkomen. Wie er niet in slaagt zo n attest te bemachtigen, betaalt het maximumtarief. Vroeger volstond het om met je belastingbrief naar de directie van je crèche te stappen. Die berekende op basis daarvan hoeveel een dag opvang kostte. Meer papier-, reken-, of loopwerk kwam er niet aan te pas. Vandaag moeten ouders een ingewikkelde procedure doorlopen via Kind & Gezin. Voor ouders die geen Nederlands spreken, die niet handig zijn met een computer, of die geen Belgisch paspoort of verblijfsvergunning hebben, betekent het bemachtigen van een inkomensattest een lijdensweg. Ze raken verstrikt in een kluwen waar sommigen simpelweg niet uit raken. Resultaat: geen inkomensattest en veroordeeld tot het betalen van een veel hoger tarief dan waar ze wettelijk recht op hebben. Steeds meer bereiken de indieners berichten van onthaalouders en kinderopvangverblijven die ouders moeten bijstaan in het bemachtigen van zo n inkomensattest omdat ze zelf niet weten hoe eraan te beginnen of zijn vastgelopen op een computermuur. De schaarse tijd die onthaalouders en kinderdagverblijven hebben om kwalitatief met de kinderen om te gaan, gaat zo verloren aan domme administratie. De indieners van dit voorstel vragen zich af wat het nut is van het invoeren van de ingewikkelde procedure voor het verkrijgen van het nieuwe inkomensattest? Goed wetende dat een grote groep ouders hierdoor veroordeeld wordt tot het betalen van het maximumbedrag terwijl ze wettelijk gezien veel minder zouden moeten betalen. Hoe valt dit te rijmen met de filosofie van de automatische rechtentoekenning?

6 Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 7. Ongelijke subsidies Het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters treedt in werking op 1 april eerstkomend, maar voorziet in een overgangsperiode van zes jaar. Die overgangsperiode geldt ook voor de gelijktrekking van de subsidies van alle initiatieven die inkomensgerelateerd werken en finaal aan de voorwaarden van het decreet zullen voldoen. De budgettaire contouren zijn echter onbekend. De indieners werd ondanks veel aandringen nooit meegedeeld wat de meerkost van het decreet zal zijn. Aan de zelfstandige kinderopvanginitiatieven werd evenmin voorgerekend op welke stijgende subsidies ze de komende jaren zullen kunnen rekenen. Voor velen onder hen, bij wie het water tot aan de lippen staat, is die horizon nochtans broodnodig. De onderneemster in de kinderopvang rekende het de minister even voor in haar open brief: Verschil in subsidies Het mag nu wel eens voor eens en voor altijd geweten zijn: de gesubsidieerde opvang ontvangt 50 euro per opvangdag per kind, op basis van de capaciteit. De zelfstandige crèches krijgen 30 euro per dag per kind, op basis van aanwezigheden, voor dezelfde dienst. Ziet u het verschil al? Mag ik even uw rekenmachine, meneer de minister, ik reken het even voor: kinderdagverblijf Maria s tuintje, gesubsidieerde crèche met 24 plaatsen: 50 euro x 24 plaatsen x 20 dagen/maand = 24.000 euro, ook als er maar 22 plaatsen bezet waren die maand; kinderdagverblijf Het magische woud, zelfstandige crèche met IKG met 24 plaatsen: 30 euro x 22 aanwezige kinderen gemiddeld per dag x 20 dagen/maand = 13.200 euro. Ziet u het verschil? Begrijpt u nu waarom wij als zelfstandigen al jaren optimaliseren? En waarom zou Maria s tuintje optimaliseren, als ze toch vergoed wordt op basis van capaciteit? Even tussen ons: ik weet dat u op dit punt altijd schermt met de verschillende cao s in de verschillende sectoren en de hogere loonkost in de gesubsidieerde sector die daar het gevolg van is. Wel, als dat het breekpunt is, ontvang ik van u graag vanaf 1 april de vergoeding die in de gesubsidieerde sector geldt, want ik betaal mijn personeel door een jammerlijke vergissing buiten mijn wil om al sinds 2010 volgens de cao en de barema s van de gesubsidieerde sector. Dus, het decreet is er op voorzien dat we op termijn dezelfde vergoeding gaan krijgen. Dat dit tot 2020 moet gaan duren is op zich al erg bedenkelijk. Maar waarom ontneemt u de zelfstandige sector op alle vlakken de mogelijkheid tot optimalisatie? Waarom wil u ons daar ook nog financieel beknotten? Conclusie: de overheid betaalt niet en schuift de rekening door naar de ouders..

Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 7 8. Conclusie De Vlaamse overheid is niet klaar om volgende week het decreet kinderopvang in werking te laten treden. We dreigen onze regeldrift los te laten op de kinderopvangsector die door de Vlaamse regelneverij beknot wordt in haar efficiëntie. De zelfstandige kinderopvangsector wordt op die manier regelrecht naar het faillissement gedreven. De indieners van dit voorstel van resolutie zijn van mening dat we dit decreet best on hold plaatsen, dat we de uitvoeringsbesluiten opnieuw bekijken in functie van de realiteit op het werkveld en de reële behoeften van ouders met jonge kinderen, en dit totdat duidelijk is wat de budgettaire middelen zijn die Vlaanderen aan deze opvanginitiatieven te bieden heeft. Ondertussen breiden we alleen de zelfstandige kinderopvang met IKG uit en werken we aan de financiële leefbaarheid van de sector. Die inspanning is immers niet verloren want op die manier wordt het later makkelijker de lat gelijk te leggen voor alle initiatiefnemers. Bart TOMMELEIN Elisabeth MEULEMAN Vera VAN DER BORGHT Mieke VOGELS Peter GYSBRECHTS

8 Stuk 2512 (2013-2014) Nr. 1 Het Vlaams Parlement, VOORSTEL VAN RESOLUTIE gelet op: 1 het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters; 2 de uitvoeringsbesluiten van dit decreet; 3 de onrust in de kinderopvangsector en het negatieve effect van het decreet en de uitvoeringsbesluiten op de flexibiliteit van de opvang in de zelfstandige kinderopvangsector; 4 de financiële onzekerheid die dit decreet met zich meebrengt; 5 de problematiek van de nieuwe digitale inkomensattesten; vraagt de Vlaamse Regering: 1 het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby s en peuters on hold te zetten; 2 ondertussen te investeren in de leefbaarheid van onthaalouders en zelfstandige kinderdagverblijven met IKG, en zelfstandige kinderdagverblijven toegang te verlenen tot de inkomensgerelateerde ouderbijdragen; 3 de uitvoeringsbesluiten aan te passen aan de noden van de zelfstandige kinderdagverblijven en aan de noden van de ouders inzake flexibiliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid; 4 de procedure voor het bekomen van het digitale inkomensattest aan te passen en te vereenvoudigen, en net zoals bij de studiebeurzen naast een digitale versie ook de mogelijkheid te voorzien om een versie op papier in te dienen; 5 werk te maken van een becijferd meerjarenplan met een gedetailleerd overzicht van de meerkosten die de uitvoering van het nieuwe decreet Kinderopvang met zich mee brengt. Bart TOMMELEIN Elisabeth MEULEMAN Vera VAN DER BORGHT Mieke VOGELS Peter GYSBRECHTS