PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT. Vergadering van 24 februari 2015



Vergelijkbare documenten
Provincieraadsbesluit

Vergadering raadscommissie NOTULEN. Agendapunten RAADSCOMMISSIE RUIMTELIJKE ORDENING, VERKEER EN MOBILITEIT

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

Voldoet de constructie aan de voorschriften van het PRUP of gewestplan of verkaveling?

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Amendementen. op het ontwerp van decreet

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Aanvraag van een planologisch attest

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 25 januari 2014 betreffende het onroerend erfgoed;

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ROTSELAAR informatievergadering 10 juni 2014

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GEMEENTERAAD VAN 9180 MOERBEKE.

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

ROTSELAAR informatievergadering 23 juni 2014

directie infrastructuur dienst mobiliteit

directie infrastructuur dienst mobiliteit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provincieraadsbesluit

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RUP Stedelijk Wonen versterkt woonbeleid Stad Gent


PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

GEMEENTERAAD VAN 9 JULI 2015

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

Verslag GECORO 12/01/2016

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

DOSSIER VOOR DE GEMEENTERAAD

voor de vaststelling van ruimtelijke uitvoeringsplannen, vermeld in artikel 3, de toepasselijke procedureregels van de Vlaamse Codex Ruimtelijke

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oostelijke Tangent - Temse Verslag plenaire vergadering

college van burgemeester en schepenen Zitting van 9 januari 2015

Voorstel van resolutie. betreffende het behoud van de poldergraslanden en de andere historische permanente graslanden

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

college van burgemeester en schepenen Zitting van 30 januari 2015

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Tijdelijk ruimtegebruik in de Vlaamse wetgeving en reglementering ruimtelijke ordening. Studienamiddag tijdelijk ruimtegebruik 23 februari 2016

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

gericht aan PROCORO Koningin Elisabethlei Antwerpen

Bestuursmemoriaal Provincie Vlaams-Brabant

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Uittreksel uit het vergunningenregister

Informatiemoment PRUP Camping Ter Hoeve (De Panne) Infomoment 6 februari 2019

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

De commissie vergadert na bijeenroeping door de voorzitter of, als de voorzitter verhinderd is, de ondervoorzitter.

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan AFBAKENING VAN HET STRUCTUURONDERSTEUNEND KLEINSTEDELIJK GEBIED KNOKKE-HEIST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij Bovenzanden

Jouw stem in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan

RUP Decof. Procesnota. Fase: Startnota. Mei Plan_id: RUP_36008_214_00409_0001

Structuurplan Herne. PRESENTATIE GRS Herne

TOELICHTING RUIMTELIJKE UITVOERINGSPLANNEN

Provinciaal Ruimtelijk Uitvoeringsplan

Provincieraadsbesluit

Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening Huishoudelijk reglement

voorontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf Brouwerij Lindemans te Sint-Pieters-Leeuw

college van burgemeester en schepenen Zitting van 16 november 2012

Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Dijlevallei van Werchter tot Hever

PROCESNOTA 1.0 (26/04/2018)

VR DOC.0696/1BIS

Bijlage 1. Model van huishoudelijk reglement van de Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie als vermeld in artikel 2

Stad Gent werkt aan Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan Stedelijk Wonen

MODEL INLICHTINGENFORMULIER VASTGOEDINFORMATIE IDENTIFICATIE VAN DE AANVRAGER. Beroep: Datum van aanvraag: IDENTIFICATIE VAN HET ONROEREND GOED

Datum Vraagsteller Onderwerp Pagina

PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies nummer 06/04 van de Vlaamse Jeugdraad, gegeven op 1 februari 2006;

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

PROVINCIE ANTWERPEN GEMEENTE ARENDONK UITTREKSEL UIT DE NOTULEN VAN DE GECORO VERGADERING VAN :

Motivatienota Onteigeningsplan. Recreatiezone Melsbroek

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Huishoudelijk Reglement Gemeentelijke en Intergemeentelijke Begeleidingscommissie

Aanpak problematiek van de weekendverblijven. Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan (PRUP) Leugenboombos

ZELZATE RUP EUROHAL. Procesnota

Uittreksel uit het plannenregister

PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN

naam: gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse datum: 17/07/2000 met bestemming:

3. Hoeveel van het WUG op het gewestplan valt onder de volgende categorieën:

KLEINSCHALIG WONEN VLAAMS-BRABANT

vergadering raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit datum : 6 december 2011 plaats : Raadzaal aanvangsuur : u einde : 17.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

college van burgemeester en schepenen Zitting van 26 februari 2016

college van burgemeester en schepenen Zitting van 12 april 2013

Ontwerp van decreet. Tekst aangenomen door de plenaire vergadering ( ) Nr. 8 6 juli 2011 ( ) stuk ingediend op

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Transcriptie:

PROVINCIERAAD VAN VLAAMS-BRABANT Vergadering van 24 februari 2015 Voorzitterschap van de heer Chris Taes De vergadering wordt om 14.10 uur geopend Verontschuldigingen De heer Erik Torbeyns, mevrouw Fatima Lamarti, mevrouw Linda De Dobbeleer-Van den Eede, mevrouw Marie Claire Loozen, de heer Johan De Haes, de heer Daniel Fonteyne; provincieraadsleden; Afwezigen / In Memoriam De voorzitter zegt vernomen te hebben dat de heer Paul Peeters op 10 februari 2015 overleed. De heer Peeters werd geboren op 9 november 1935. Al heel vroeg werd hij parlementair medewerker van senator Hendrik Delport. In 1963 trad hij toe tot de Volksunie en van 1968 tot 1974 was hij provincieraadslid van het vroegere Brabant. Begin jaren tachtig was hij senator en van 1986 tot 1988 ook burgemeester in Kapelle-op-den-Bos. De voorzitter wenst, in naam van de voltallige provincieraad, familie en vrienden alle sterkte toe en verzoekt de raad één minuut stilte in acht te nemen ter nagedachtenis van deze oud-collega. Mededelingen De voorzitter zegt dat bij brief van 5 december 2014 een antwoord werd verstrekt op de schriftelijke vraag van mevrouw Linda De Dobbeleer-Van den Eede van 5 november 2014 in verband met het pluimkrediet voor welzijnsorganisaties. Bij brief van 24 december 2014 werd een antwoord verstrekt op de schriftelijke vraag van mevrouw Linda De Dobbeleer-Van den Eede van 25 november 2014 in verband met de provinciegouverneurskosten; Bij brief van 6 januari 2015 werd een antwoord verstrekt op de schriftelijke vraag van de heer Joris Van den Cruijce van 14 december 2014 in verband met het provinciaal reglement ter ondersteuning van infrastructurele ingrepen ten behoeve van stappers en trappers op prioritaire schoolroutes; Bij brief van 14 januari 2015 een werd antwoord verstrekt op de schriftelijke vraag van mevrouw Mireille Buyse van 18 december 2014 in verband met de aanleg van een ring rond Asse. 1

Indiening van de verslagen De voorzitter zegt dat de voorstellen nrs. 8 t.e.m. 19 werden neergelegd op het bureau. Op 10 februari 2015 diende mevrouw Marie-Claire Loozen, namens de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit, amendement nr. 15/1 in. Op 11 februari 2015 diende de heer Manu Claes, namens de meerderheidspartijen, motie nr. 20 in betreffende het Gewestelijk Expresnet. Hij zegt dat conform artikel 62 van het huishoudelijk reglement van de provincieraad, de provincieraad dient te beslissen over de ontvankelijkheid van de motie. Hoofdelijke stemming ontvankelijkheid motie nr. 20 De motie nr. 20 wordt bij handopsteking en bij meerderheid van stemmen ontvankelijk verklaard. Notulen De voorzitter meldt dat de notulen van de vergadering van 20 januari 2015 beschikbaar zijn. Voor de goedkeuring ervan verwijst hij naar artikel 33 van het provinciedecreet. Hij deelt mee dat de notulen van de raadsvergaderingen vanaf dit jaar in een andere vorm op de deelsite zullen worden gepubliceerd. Dit om de leesbaarheid van de documenten te verhogen en de verwerking van de provincieraad efficiënter te laten verlopen. Zo zal alle informatie maximaal worden gebundeld zodat er geen inhoudelijke overlapping bestaat tussen de verschillende documenten. Vragenuur (toepassing van art. 32 van het Provinciedecreet) Mondelinge vraag van mevrouw Fatima Lamarti van 14 februari 2015 betreffende de situatie van het oude Wijnpersgebouw te Leuven (zal behandeld worden op 03/03). De voorzitter laat weten dat mevrouw Lamarti vandaag verontschuldigd is en dat deze vraag wordt toegevoegd aan de agenda van de provincieraad van 3 maart 2015. Mondelinge vraag van de heer Jan Laeremans van 23 februari 2015 over het kasteel van Beersel De heer Laeremans zegt dat hij in de regionale pers las dat het aantal bezoekers van het kasteel van Beersel de jongste tien jaar sterk is gedaald. Dit heeft te maken met de noodzakelijke restauratiewerkzaamheden. In de gemeenteraad werd daarenboven kritiek geuit over het toeristisch beleid van de gemeente. In deze context stelt hij volgende vragen: 1. Hoeveel geld heeft de provincie tot nu toe bijgedragen aan de restauratie van het kasteel? 2. Komt daar in de toekomst nog een deel bovenop? 3. Op welke manier wil toerisme Vlaams-Brabant er mee voor zorgen dat het gerestaureerde kasteel weer een toeristische trekpleister wordt? Wordt er bijvoorbeeld een daguitstap aangeboden in combinatie met het domein van Huizingen? Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat het aandeel van de provincie voor de restauratiepremie van het Kasteel van Beersel 408.183,99 euro bedraagt. Sinds 1 januari 2014 is de koppelsubsidie afgeschaft. Het aandeel van de provincie in de restauratiepremie wordt sindsdien overgenomen door het Vlaams Gewest. De provincie draagt dus niet langer bij aan de financiering van restauraties van beschermde gebouwen. Ze zegt dat de provincie voor het luik toerisme de reguliere promotie voor de Groene Gordel behoudt. In die zin komt er een opwaardering van het kasteel van Gaasbeek, Meise en de Rozentuin Coloma. De provincie Vlaams Brabant organiseert echter zelf geen daguitstappen aangezien die taak is weggelegd voor de gemeenten en de vzw Pajottenland en Zennevallei. Zij stellen deze daguitstappen samen. De heer Laeremans vraagt tegen wanneer dit alles kan gerealiseerd zijn? Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, zegt dat de gemeente hiervoor het signaal moet geven. Extra initiatieven kunnen gepromoot worden via de lokale toeristische convenanten in het kader van de Groene Gordel. 2

Mondelinge vraag van mevrouw Marleen Van de Wiele van 23 februari 2015 over de witloofcultuur Mevrouw Van De Wiele licht toe dat op zaterdag 31 januari 2015 witloofboeren in Leuven promotie hebben gemaakt voor het grondwitloof. Dit is een mooi initiatief maar de manier waarop dit in de pers naar buiten werd gebracht, was niet zo mooi. In het avondjournaal van 19.00 uur werd letterlijk gezegd dat volgens de Boerenbond het smaakverschil immens is. In deze reportage wordt het witloof vanuit hydrocultuur volledig afgebroken en dat is bij vele landbouwers die witloof telen op watercultuur niet in goede aarde gevallen. Witloof is een product dat voornamelijk geteeld wordt in de provincie Vlaams-Brabant. Er zijn meer en meer landbouwers die witloof telen op watercultuur en doordat deze bedrijven het ganse jaar witloof leveren, zijn zij ook werkgevers voor vast personeel. Daarom stelt zij de volgende vragen: 1. Hoe belangrijk vindt de deputatie de productie van hydrocultuur? 2. Wat stimuleert de provincie vooral in haar proefveldwerking witloof te Herent? 3. Kan de provincie iets organiseren om deze negatieve reclame over hydrocultuur witloof recht te zetten of op zijn minst er voor zorgen dat zulke negatieve reclame voor een Brabants product in de toekomst niet meer wordt toegelaten? Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, legt uit dat historisch gezien de proeftuin in Herent werd opgericht voor onderzoek naar witloof op hydrocultuur. De hoofdmoot van het onderzoek richt zich dan ook vooral op hydroteelt. Een deel van het onderzoek (teeltfase) is zowel voor grond- als hydrotelers relevant. Er wordt bijvoorbeeld bekeken hoe men duurzamer kan omgaan met water- en energieverbruik en aandacht besteed aan rassenonderzoek. Ze stelt dat de projecten voor grondwitloof beperkter zijn en dat dergelijk onderzoek vaak bij de grondwitlooftelers op het bedrijf zelf gebeurt. Zij zegt dat het laatste jaar vooral gewerkt is rond het zoeken naar nieuwe jonge starters, om de traditieteelt te behouden voor de toekomst. Welke onderzoeken er concreet in het proefcentrum worden uitgevoerd, wordt beslist door een afvaardiging van telers. Het technisch comité, met zowel grond- als hydrotelers, waakt over de onderwerpen van de proefveldwerking. Hierdoor wordt een evenwicht door de sector nagestreefd. Zij vindt het jammer dat de communicatie uit haar context werd gehaald. Zowel de productie van witloof op hydrocultuur als van grondteelt zijn van evenwaardig belang. In de nieuwe brochure witloof verrukkelijk (eind 2014) worden beide teelten uitgelegd met hun typische kenmerken. Er wordt geen appreciatie gegeven aan de smaak, in de zin van beter of slechter. Over smaak valt immers niet te twisten. De teksten werden afgestemd met verschillende organisaties die zowel grond- als hydrotelers vertegenwoordigen. Daarenboven zijn er tussen witloofpartijen onderling al smaakverschillen aantoonbaar. Het ras heeft hier een grotere invloed dan de teeltwijze. Dit werd onlangs nog bevestigd door getrainde smaakpanels in het kader van wetenschappelijk onderzoek. Ze besluit dat de provincie erover waakt dat witloof in het algemeen als typisch Vlaams-Brabants product wordt gepromoot. Zo wordt in recepten witloof als ingrediënt vermeld en wordt niet gesuggereerd of hiervoor hydro- of grondwitloof moet gebruikt worden. De keuze voor hydro- of grondwitloof wordt aan de consument overgelaten. Ook de witloofbox is een geslaagd initiatief voor de lagere scholen. Indien het relevant is, worden wel de verschillen tussen beide uitgelegd. Over dit evenwicht zal ook in de toekomst gewaakt worden. Mondelinge vraag van de heer Diederik Dunon van 23 februari 2015 betreffende het promotiemateriaal voor Straffe Streek. De heer Dunon licht toe dat in het toeristisch centrum van Aarschot, bij de aankoop van streekproducten, zijn oog gevallen is op een stapel mooie brochures over Het Hageland. Een dikke mooi gelay-oute promotiebrochure van 28 blz. Groot was zijn verwondering dat de brochure ééntalig in het Frans was opgesteld en dat nergens een Nederlandstalige versie te bespeuren viel. Hij zegt dat op de brochure wordt vermeld: Prenez goût au Hageland Vlaams-Brabant, Guide Viticole Hageland. Het betreft een brochure met het nieuwe logo van de provincie Vlaams-Brabant, met een voorwoord van onze gedeputeerde Monique Swinnen, Présidente Office du Tourisme du Brabant flamand. Op pagina twee staat een suggestieve kaart van Vlaams-Brabant waar Leuven en de Groene Gordel, en ook het tweetalige Brussel niet meer bestaan, maar wel Louvain, Ceinture Verte en het ééntalige Bruxelles zeer duidelijk vermeld staan op de kaart. 3

In deze context heeft hij de volgende vragen: 1. Om welke reden is deze uitsluitend Franstalige brochure terug te vinden in Aarschot, uitgerekend de thuisstad van La Présidente Office du Tourisme, zonder dat er een eenwaardige Nederlandstalige versie erbij ligt? Wat is de oplage van deze Franstalige versie? Wat is hiervan de kostprijs? Wat is haar verspreiding in andere Vlaamse Gemeenten van Het Hageland, van gans Vlaams-Brabant en verder? In welk soort verspreidingscentra? Bestaat er ook een Nederlandstalige versie? Wat is dan de oplage? 2. Deze brochure wordt uitgegeven in het kader van het project Ken uw buren door zowel Toerisme Vlaams-Brabant als de landbouwdienst van Vlaams-Brabant. o Wie zijn die buren? Horen ook de provincies Limburg, Antwerpen, enz. hierbij? o Wie draagt de kosten voor deze brochure? 3 Wat vindt u van de suggestieve kaart op blz. twee waar Leuven en Groene Gordel en ook het tweetalige Brussel niet meer bestaan, maar wel Louvain, Ceinture Verte en het ééntalige Bruxelles zeer duidelijk vermeld staan op de kaart. Vindt de deputatie dit de manier om haar eigenheid te promoten bij de buren? 4 Is dit de vernieuwde visie van de deputatie: het kruispunt van vele werelden, maar het centrum is Franstalig? 5 Gaat de deputatie aan de Stad Aarschot vragen om deze Franstalige brochure te verwijderen of ook een even zichtbare stapel Nederlandstalige brochures erbij plaatsen? Zal hieraan onmiddellijk gevolg gegeven worden? Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat het hier gaat over een zeer geslaagd samenwerkingsproject dat werd afgerond eind 2014. Dit project kadert in de Europese plattelandswerking binnen de Leadergebieden. Ze zegt dat er in onze provincie twee Leadergebieden zijn namelijk, Hageland+ en Pajottenland+. Een van de programmaonderdelen is dat Leadergebieden kunnen samenwerken en daarvoor extra samenwerkingsprojecten kunnen ingediend worden. In de voorbije periode werkte Pajottenland+ met de regio Parijs Plaine de Versailles en met Utrecht In de weidse veenweide samen. Nu werd er gekozen om met de naaste Leadergebieden samen te werken, zijnde Haspengouw en Hesbaye Brabançonne. Zij merkt op dat zowel de medewerkers van de lokale besturen, als de schepenen, als de coördinator van de Leadergebieden heel goede trekkers zijn en alles perfect weten te matchen. Zij werkten in zes deelgebieden met de focus op natuur, kunst, landbouw, jeugd en toerisme en ontwikkelden samen zes nieuwe fietslussen. Daarenboven werd een tweetalige kalender gerealiseerd met toeristische trekpleisters die in heel het Hageland werd verspreid en werd een wijnbrochure gemaakt in het kader van Leader Hageland+. In 2011 werd deze brochure gelanceerd als de wijngids voor het Hageland. Ze zegt dat deze gids echter reeds na 2 weken was uitgeput. In 2013 werd een nieuwe wijngids voor het Hageland gepubliceerd. Ze legt uit dat de wijnbouwers n.a.v. een uitwisselingsproject met Wallonië hebben vastgesteld dat ze te weinig Frans kenden om op een goede manier hun verhaal te brengen. De vraag naar een Franstalige brochure is daar ontstaan. De nieuwe brochure werd gefinancieerd met de restmiddelen (7.000 euro). Ze stelt dat er een voorraad van 25.000 exemplaren werd gedrukt die werd verdeeld via Hesbaye-Brabançonne over alle toeristische diensten in Wallonië en het Hageland. Het is echter de bedoeling deze brochures nog enkel op vraag te verspreiden. Ze legt uit dat de Nederlandstalige versie uitgeput was en dat wellicht daardoor enkel de Franstalige versie op de toonbank werd gelegd. Intussen is de Nederlandstalige versie 2015 in herdruk. Zij vraagt de toeristische dienst om hier extra waakzaam over te zijn. De heer Dunon vraagt wat er gebeurt wanneer er niet voldoende plaats is om beide brochures naast elkaar tentoon te stellen. Mevrouw Swinnen, gedeputeerde, antwoordt dat het louter om een toevalligheid ging. De Nederlandstalige versie wordt herdrukt met de middelen vanuit Toerisme en de Franstalige versie was een opportuniteit vanuit het Leaderproject. Zij zal een verzoek richten aan de verdelers om te wachten met het verdelen van de Franstalige brochure tot de Nederlandstalige brochure opnieuw in de rekken kan liggen. 4

Mondelinge vraag van mevrouw Liselore Fuchs van 23 februari 2015 over de bereikbaarheid van de activiteitenzones in Haasrode. Mevrouw Fuchs zegt dat er aan de verkeersellende rond Leuven geen ontkomen is. Er zijn in het verleden al meerdere stemmen opgegaan voor de bouw van een treinstation aan het industrieterrein van Haasrode. Het zou de toegankelijkheid tot het industrieterrein vergemakkelijken en de toegangswegen van en naar Leuven aanzienlijk minder belasten. Kamerlid Renate Hufkens stelde hierover een vraag aan federaal minister van mobiliteit Galant. Uit haar antwoord blijkt dat de bouw van het station spijtig genoeg niet is opgenomen in het strategisch spoorplan 2017 of in het meerjarenplan van de NMBS. Meer nog, de minister wist ook te vertellen dat de NMBS nooit een aanvraag kreeg van de provincie Vlaams-Brabant. Op de website van de provincie Vlaams-Brabant lezen we nochtans dat zij de bereikbaarheid willen vrijwaren. Om de economische attractiviteit en de bereikbaarheid van de activiteitenzones te vrijwaren is het van belang de bedrijven te helpen om het vervoer van werknemers op een efficiënte en duurzame manier te organiseren. Het Vlaams Gewest heeft daarvoor in samenwerking met de provincies een aantal initiatieven genomen. Haar fractie heeft de volgende vragen: 1. Welke initiatieven zijn er al genomen om de economische attractiviteit en bereikbaarheid van de activiteitenzones te vrijwaren? 2. Is er sprake van een station in Haasrode in het mobiliteitsplan van de provincie Vlaams-Brabant? 3. Zal de provincie Vlaams-Brabant druk zetten op het dossier bij de NMBS door een aanvraag in te dienen? De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat hij met verschillende ambtenaren van de provincie heeft vergaderd met de heer Descheemaeker (NMBS), met staatssecretaris Devlies en met Vlaams minister Crevits om de bouw van een treinstation in de meerjarenplanning op te nemen. Hij ontkracht bijgevolg de stelling dat hier niets voor werd gedaan. Hij verduidelijkt dat via het provinciaal mobiliteitspunt en het pendelfonds bedrijven/werkgevers worden gestimuleerd en financieel ondersteund om initiatieven uit te werken. Het betreft hier initiatieven waarvoor de bedrijven niet afhankelijk zijn van wat er bij de overheden en/of openbaarvervoer-aanbieders in de planning zit. Hij zegt dat er geen mobiliteitsplan als dusdanig bestaat, maar dat in 2008 wel een openbaarvervoerstudie Leuven-Tienen-Landen werd uitgewerkt waarbij het belang van de opening van een station in Haasrode een centraal gegeven was. De provincie Vlaams-Brabant heeft recent het project 'Regionet Leuven' opgestart, waarbij - samen met verschillende betrokken partners - een geïntegreerde visie en een set van concrete maatregelen op ruimtelijke ontwikkelingen en duurzame mobiliteit worden uitgewerkt. De opening van een station in Haasrode is een zeer belangrijk onderdeel van dit Regionet. De heer Dehaene, gedeputeerde, vult aan dat hij niet gelukkig is met de berichtgeving. Temeer omdat de provincie wel effectief stappen ondernomen heeft. Ook hij heeft met de NMBS en een delegatie van burgemeesters uit de regio vergaderd, waar nogmaals duidelijk werd gepleit voor dat treinstation. De NMBS vroeg om de studie die de provincie tijdens de vorige legislatuur uitwerkte, te bezorgen. Omdat de NMBS eigen modellen heeft om te berekenen of een station relevant is, moet de studie niet herwerkt worden. Er wordt dan ook rekening gehouden met de mogelijkheid dat er een station komt met een fietssnelweg langs het traject van het station naar Haasrode. Mevrouw Fuchs vraagt of er in de toekomst nog verdere afspraken met de NMBS worden gepland voor de opvolging van dit dossier. De heer Dehaene, gedeputeerde, antwoordt dat er tot nu nog geen feedback werd gegeven, maar dat de deputatie de NMBS zal blijven bestoken met vragen voor een stand van zaken in dit dossier. Raadsvoorstellen De voorzitter gaat over tot de bespreking van de voorstellen nr 9 tot en met 14 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen voor de gemeenten de gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Oud-Heverlee, Rotselaar, Tielt-Winge en Tremelo - definitieve vaststelling De voorstellen werden op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. 5

De heer Dekeyser, gedeputeerde, geeft een algemene toelichting over de verschillende PRUP s en stelt voor om nadien de vragen te bundelen per gemeente. Hij licht toe dat de gemeenten Aarschot, Rotselaar en Tielt-Winge de draaiboeken goedkeurden. Er werden enkel een aantal kleine tekstuele aanpassingen aangebracht. De aanpassingen hebben geen invloed op de beslissing die nu voorligt. De gemeente Oud-Heverlee kwam in tijdsnood en vraagt uitstel tot 3 maart 2015 voor het indienen van de collegebeslissing. Dit vormt geen probleem voor de timing. Tremelo en Begijnendijk hebben tijdens de lopende procedure beslist om zelf een RUP op te stellen, omdat ze niet akkoord gaan met de locaties waar de provincie sociale huisvesting voorziet. Zij gaan ook niet akkoord met bepaalde delen in het kader van de weekendverblijven die niet als recreatief wonen worden bestempeld. Daarom kiezen deze gemeenten voor een eigen RUP. Hij zegt dat er in de goedgekeurde draaiboeken 30 hectaren woonuitbreidingsgebied worden gecreëerd. Door deze omzetting krijgen 250 gezinnen de mogelijkheid om te blijven wonen op de huidige locatie. Bovendien voorzien de draaiboeken in de begeleiding van de bewoners, het aanleggen van de nutsvoorzieningen en afspraken met de sociale huisvestingsmaatschappijen. Voor Aarschot gaat het over 11 clusters van weekendverblijven, 2 campings en 2 residentiële woonwagenterreinen. Voor Rotselaar gaat het over 17 clusters van weekendverblijven, 1 camping en 2 residentiële woonwagenterreinen. Voor de Demervallei worden de campings meegenomen in de afbakening van het Gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Voor Tielt-Winge gaat het over 6 clusters met ongeveer 96 permanent bewoonde constructies. Het eerste deelplan is de Kaaskorf. Kaaskorf 1 en 2 worden omgezet naar recreatief wonen, het gebied dat er tussenin ligt wordt omgezet naar natuurgebied. Samengevat komt het er op neer dat er voor de gemeenten Tielt-Winge, Aarschot en Rotselaar een goedgekeurd draaiboek voorligt. De gemeente Oud-Heverlee vraagt uitstel. De gemeenten Begijnendijk en Tremelo voorzien een eigen RUP. Mevrouw Van Laere heeft een aantal vragen bij de draaiboeken. Haar fractie staat achter de PRUP s aangezien het de bedoeling is om woonzekerheid te geven aan mensen die nu in woononzekerheid verkeren. Ze zegt dat alles staat of valt met deze draaiboeken en met de naleving van de bepalingen die er in zijn opgenomen. Ze vraagt of de ondertekende draaiboeken werden opgeladen op het internet. Ze stelt dat de draaiboeken misschien wel werden goedgekeurd door de gemeenteraden, maar vraagt hoe het staat met de andere actoren. Daarenboven hebben een aantal schepencolleges nog opmerkingen gemaakt over het draaiboek. Zo heeft ze vernomen dat de gemeente Aarschot niet zal investeren in onteigeningen en dat de sociale huisvestingsmaatschappij van Aarschot evenmin de middelen heeft om te investeren. Concreet vraagt ze of de andere actoren ook het draaiboek hebben ondertekend en wie de ontbrekende elementen opvangt. De heer Dekeyser, gedeputeerde, verduidelijkt dat de provincie alle gemeenten blijft begeleiden en stelt dat de OCMW s altijd betrokken zijn geweest. Het is een logisch gevolg dat, wanneer de gemeente akkoord gaat, het OCMW ook akkoord gaat. Voor wat Aarschot betreft werd er met de sociale huisvestingsmaatschappijen onderhandeld. Zij zouden overgaan tot de aankoop van die gronden. Voor de drie gemeenten financieren de sociale huisvestingsmaatschappijen de aankopen. Ook voor Oud-Heverlee is dat zo. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 9 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen-deel 2- gemeente Tielt-Winge' - definitieve vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De voorzitter legt voorstel nr. 9 ter stemming voor. Voorstel nr. 9 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 43 stemmen voor, 16 tegenstemmen en 5 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. 6

De heer Dunon verantwoordt zijn onthouding door te stellen dat de Kaaskorf een aantal sociale problemen heeft die moeten worden opgelost. Daarnaast heeft hij zijn bedenkingen bij het aantal verkavelingen die er in de loop der jaren zijn bijgekomen en nu worden geregulariseerd. De heer Dekeyser, gedeputeerde, voegt toe dat de woningen een vergunning hebben. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 10 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen-deel 2- stad Aarschot' - definitieve vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De heer Dunon merkt op dat de draaiboeken van belang zijn en de sociale huisvestingsmaatschappijen in deze een belangrijke partner zijn. Hij stelt dat de sociale huisvestingsmaatschappij van Aarschot zich in slechte papieren bevindt en geen grote projecten kan realiseren. Omdat de provincie enkel over een mondeling engagement van de sociale huisvestingsmaatschappij van Aarschot beschikt, wenst hij zich te onthouden. De heer Dekeyser, gedeputeerde, legt uit dat het hier over een financiering gaat door Vlaanderen. De projecten worden gedekt door de Vlaamse financiering FS3. De heer Dunon vraagt waarom de sociale huisvestingsmaatschappij dan geen schriftelijk engagement aangaat. De heer Dekeyser, gedeputeerde, voegt toe dat de financiering werd toegezegd en het engagement schriftelijk zal worden bevestigd. De voorzitter legt voorstel nr. 10 ter stemming voor. Voorstel nr. 10 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 41 stemmen voor, 17 tegenstemmen en 4 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 11 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinendeel 2- gemeente Begijnendijk' - definitieve vaststelling. Vraag om stopzetting. Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De voorzitter legt voorstel nr. 11 ter stemming voor. Voorstel nr. 11 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 63 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 12 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinendeel 2- gemeente Oud-Heverlee' - definitieve vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De heer Dekeyser, gedeputeerde, licht toe dat het stappenplan nog niet werd goedgekeurd door het college van Oud-Heverlee en stelt voor de bespreking te verdagen naar 3 maart 2015. De voorzitter legt de verdaging van het voorstel nr. 12 ter stemming voor. Voorstel nr. 12 wordt bij hoofdelijke stemming en bij unanimiteit verdaagd met 64 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. 7

De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 13 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinendeel 2- gemeente Rotselaar' - definitieve vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De heer Laeremans zegt dat zijn fractie grote moeite heeft met dit voorstel op basis van een van de onderdelen, nl. de cluster Eggelbroek in Rotselaar. Een getroffen bewoner heeft de situatie in de cluster Eggelbroek aangekaart. Hij licht toe dat het om 12 woningen gaat die gelegen zijn langs een gemeentelijke, geasfalteerde weg, met alle nutsvoorzieningen. Deze woningen zijn in goede staat (toelichtingsnota p. 25). Langs deze weg was er volgens de Ferrariskaart reeds in 1700 bebouwing. Het eerste weekendverblijf werd gebouwd in de jaren 50, de andere tot 1970. Hij stelt vast dat deze woningen volgens het gewestplan in recreatiegebied liggen. Het gemeentelijk structuurplan Rotselaar selecteerde hun cluster als een verblijfsrecreatiepool. Echter, momenteel is 75% van de huizen daar permanent bewoond. Hij wenst te weten wat de provincie hier nu mee wil doen en zegt dat in de afwegingsnota het volgende staat te lezen: Uit bovenstaand afwegingsschema blijkt dat de cluster niet meteen uit te sluiten valt, noch meteen in aanmerking komt voor een herbestemming naar woongebied. De cluster is gelegen in een provinciaal natuurverbindingsgebied langsheen de Dijle (NVBG5), de ontwikkeling van deze natuurverbinding komt echter op geen enkele manier in het gedrang door de aanwezigheid van de cluster. Hij stelt vast dat het hier dus over een twijfelgeval gaat en vraag zich af waarom men dan toch opteert voor een herbestemming naar open ruimte. Dit betekent voor de bewoners dat permanente bewoning niet aanvaardbaar is en dat ze daar dus weg moeten. De belangrijkste argumenten hiervoor zijn: 1. Juridisch Voor geen van de constructies werd een vergunning afgeleverd. (TN p. 25). Dit wordt ten stelligste ontkend door een van de bewoners, die beweert dat hij een schriftelijke vergunning van de gemeente Werchter heeft gekregen om daar te bouwen. Hij beweert dat dit ook geldt voor de andere bewoners en bovendien verwijst hij naar de Vlaamse Codex voor ruimtelijke ordening art.5.1.3 2 dat zij als vergund beschouwd moeten worden gezien zij gebouwd werden tussen de jaren 1950 en 1970. 2. Bestaande constructies, met uitzondering van publiciteitsinrichtingen of uithangborden, waarvan door enig rechtens toegelaten bewijsmiddel in de zin van boek III, titel III, hoofdstuk VI van het Burgerlijk Wetboek is aangetoond dat ze gebouwd werden in de periode vanaf 22 april 1962 tot de eerste inwerkingtreding van het gewestplan waarbinnen zij gelegen zijn, en waarvan het vergund karakter door de overheid niet is tegengesproken middels een proces-verbaal of een niet anoniem bezwaarschrift, telkens opgesteld binnen een termijn van vijf jaar na het optrekken of plaatsen van de constructie, worden in het vergunningenregister opgenomen als vergund geacht, onverminderd artikel 4.2.14, 3 en 4. Op de gemeentelijke overheid rust ter zake een actieve onderzoeksplicht. Het vergunningenregister vermeldt de datum van opname van de constructie als vergund geacht. Het juridisch argument wordt dus wellicht met veel kans op succes aangevochten. 2. Ruimtelijk Eerst lezen we in de tabel dat deze cluster ruimtelijk aansluit bij de uitlopers van bebouwing in Werchter, maar in het besluit staat er plots dat de cluster geïsoleerd ligt naar omgevende woonbebouwing toe én nog minder nabij een woonlint met specifieke bestemming toe. Wie de kaart van Google Maps bekijkt, kan volgens hem niet anders dan die conclusie in vraag stellen en het hoofd schudden bij zoveel interne tegenspraak. Een bijkomend argument is dat het gebied in een landschappelijk waardevolle omgeving en biologisch waardevol gebied ligt. Hij stelt dat dit toch geen argument kan zijn om mensen daaruit weg te jagen. De cluster ligt niet in overstromings- of overstromingsgevoelig gebied, niet in waterwinningsgebied of Sigmaplan, niet in natuurgebied, habitat-richtlijngebied of vogelrichtlijngebied. 8

3. Maatschappelijk Hij zegt dat de provincie vreest dat er, door het behoud van de recreatieve bestemming, een aanzuigeffect zal ontstaan naar permanente bewoning. Ook dat is volgens hem een bijzonder pover argument aangezien het dan gaat om maximaal 25 % meer bebouwing dan nu, dus hooguit 3 woningen. Hij benadrukt dat in totaal 8 van de 12 gezinnen herhuisvest zouden moeten worden en dus mee opgenomen worden in het PRUP. Dat lijkt hem toch een bijzonder schrale troost voor de bewoners. Drie gezinnen zijn namelijk gepensioneerd en van de andere gezinnen werken beide partners. Niemand is afhankelijk van een sociale uitkering. Bijgevolg komt waarschijnlijk niemand inkomensgewijs in aanmerking voor een sociale woning en al zeker niet gezien zij nog steeds een als kadastraal gekende en belaste woning bezitten. Hij zegt dat deze mensen dus mogelijk dubbel getroffen worden. Met één pennentrek wordt hun eigendom waardeloos, want onverkoopbaar, en bovendien dreigen ze uit de boot te vallen voor een sociale woning. Zullen ze dan misschien het ongelooflijke voorrecht krijgen om ergens iets, op eigen kosten, te gaan huren? De heer Laeremans licht toe dat de bezwaren van de bewoners tegen dit PRUP zelfs niet werden behandeld door de Procoro aangezien de cluster Eggelbroek wordt opgenomen in het gewestelijk planningsproces in het kader van het strategisch project Dijlevallei. Dat heeft natuurlijk tot gevolg dat de provincie niet verantwoordelijk kan gesteld worden voor een finale beslissing. Hij stelt vast dat dit dossier echter in de richting wordt gestuurd die de provincie wenst. In het mailverkeer tussen de provincie en het gewest leest hij dat op gewestelijk niveau de afweging dient gemaakt te worden of deze clusters herbestemd worden naar een openruimtefunctie of naar een gebied voor kleinschalig wonen en verblijven, maar ook hier weer geeft de provincie aan dat haar voorkeur uitgaat naar openruimtebestemming. Hij zegt dat de gewestelijke ambtenaar alvast de optie wil meenemen om tijdelijk woonrecht te verlenen, maar die blijkt daar dan toch niet zo zeker van te zijn. De gewestelijke ambtenaar vroeg immers of er vanuit de provincie een voorbeeld van dergelijk voorschrift voor tijdelijk woonrecht bestaat en of dit misschien al werd toegepast in de eerste fase van het planningsproces voor de weekendverblijven. Voor hem is het duidelijk dat de bewoners in een bijzonder moeilijke situatie worden gebracht. Uiteraard zal dit leiden tot het aanvechten voor de rechtbank, waar dan weer niemand beter van wordt. Hij vraagt waarom die mensen daar gewoon niet mogen blijven wonen. Niemand wordt gehinderd, niemand wordt op kosten gejaagd, alleen het plannetje moet anders worden ingekleurd. Afgaande op dit ene voorbeeld heeft de Vlaams Belang-fractie grote twijfels bij de behandeling van alle andere gevallen. Op pagina 21 staat vermeld dat er van de 235 gevallen amper 8 gezinnen meteen worden omgezet naar permanente bewoning en 189 gevallen op termijn moeten verhuizen, dat is zowaar 80%! Hij vraagt of de provincie al een kosten-batenanalyse hiervoor heeft gemaakt en wat dit aan de gemeenschap zal kosten. Bovendien is het nog maar de vraag hoeveel verlies de bewoners zullen boeken en wat ze hiervoor in ruil zullen krijgen. De heer Dekeyser, gedeputeerde, legt uit dat het in het totaal gaat over een 2000-tal woongelegenheden over gans de provincie, waarvan er 1300 woonrecht krijgen. Deze cijfers zijn terug te vinden bij de niet-bindende bepalingen van de tekst die werd doorgestuurd naar Vlaanderen. De administratie oordeelt volgens de criteria, maar in een aantal gevallen werden afwijkingen toegestaan. Er werd rekening gehouden met het feit dat er moet worden voorzien in herhuisvesting. Hij stelt dat mocht de provincie die 1300 niet weerhouden hebben, er nog eens 1300 sociale woningen meer moeten voorzien worden. Er werd rechtvaardig geoordeeld en er werd getracht om zoveel mogelijk mensen te helpen. De heer Laeremans zegt dat van de 602 gevallen er 370 voor herhuisvesting in aanmerking komen. Dit komt overeen met 60%. In het geval van Rotselaar Eggelbroek is dit 80%. Hij begrijpt dat de gedeputeerde dit concreet geval zou willen bespreken en vraagt daarom het punt uit te stellen tot de volgende raadsvergadering. 9

De heer Dekeyser, gedeputeerde, zegt dat een uitstel voor Eggelbroek niet noodzakelijk is aangezien daarover in deze provincieraad niets wordt goedgekeurd. Hij is wel bereid om over een bijkomend advies voor Eggelbroek te spreken. De heer Laeremans herhaalt zijn vraag om uitstel om de bijlagen voor Eggelbroek te herbekijken. De heer Dekeyser, gedeputeerde, zegt dat er voor Eggelbroek een advies kan worden meegegeven bij het openbaar onderzoek van Vlaanderen. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 13 ter stemming voor. Voorstel nr. 13 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 43 stemmen voor, 21 tegenstemmen en geen onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 14 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinendeel 2- gemeente Tremelo' - definitieve vaststelling. Vraag om stopzetting Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. Er worden geen bijkomende vragen of opmerkingen geformuleerd. De voorzitter legt het voorstel nr. 14 ter stemming voor. Voorstel nr. 14 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 63 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 15 en amendement nr. 15/1 Onteigeningsplannen bij de Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen-deel 2' in de gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Oud-Heverlee, Rotselaar, Tielt-Winge en Tremelo - definitieve vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. Op 10 februari 2015 diende mevrouw Marie-Claire Loozen, namens de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit, amendement nr. 15/1 in. De voorzitter legt uit dat dit voorstel onlosmakelijk verbonden is met de vorige voorstellen over de PRUP s die werden goedgekeurd. Hij deelt mee dat er voor dit voorstel een amendement werd ingediend vanuit de raadscommissie ruimtelijke ordening. De heer Troch, ondervoorzitter van de raadscommissie, geeft toelichting bij het amendement nr. 15/1. Hij legt uit dat er een aantal onteigeningsplannen komen te vervallen doordat de procedure van een deel van de ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt stopgezet. Hij zegt dat bij de omzetting van het raadsbesluit het overwegend gedeelte werd aangepast maar niet in het besluit. De site Hinderenberg in Rotselaar en de volledige procedure voor de gemeente Tremelo dienen dan ook in het raadsbesluit van de onteigeningsplannen geschrapt te worden. De heer Dekeyser, gedeputeerde, merkt op dat, gezien het dossier voor Oud-Heverlee wordt verdaagd naar een volgende zitting, ook het onteigeningsplan voor het PRUP Oud-Heverlee dient geschrapt te worden in het raadsbesluit. De voorzitter stelt voor een subamendement in te dienen waarmee het amendement in die zin wordt aangepast. De voorzitter gaat over tot de bespreking van het subamendement nr. 15/1/1 bij amendement 15/1 bij voorstel nr. 15 betreffende Onteigeningsplannen bij de Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen-deel 2' in de gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Oud-Heverlee, Rotselaar, Tielt-Winge en Tremelo - definitieve vaststelling: Hij wijst op een aanpassing die nog moet gebeuren in het subamendement. In de voorlaatste alinea worden nog twee gemeenten vermeld waarvan de PRUP s niet definitief worden vastgesteld. In het subamendement wordt melding gemaakt van de gemeenten Aarschot, Begijnendijk, Oud-Heverlee, Rotselaar en Tielt-Winge. Hij zegt dat de gemeenten Begijnendijk en Oud-Heverlee dienen geschrapt te worden. Hij stelt voor het subamendement dan ook ter stemming voor te leggen met inbegrip van deze correctie. 10

n.v.d.r. Naast de gemeenten Begijnendijk en Oud-Heverlee, dient ook de gemeente Tielt-Winge geschrapt te worden uit de voorlaatste alinea van het subamendement nr. 15/1/1. De provinciale commissie voor ruimtelijke ordening heeft immers een gemotiveerd advies uitbracht waaruit volgt dat de onteigeningsplannen voor Kaaskorf te Tielt-Winge niet ter definitieve vaststelling worden voorgelegd aan de provincieraad. gecorrigeerde tekst subamendement nr. 15/1/1 In het overwegend gedeelte op pagina 4, derde en vierde alinea, wordt volgende zin toegevoegd: Overwegende dat er inzake de definitieve vaststelling van het PRUP Oud-Heverlee nog geen collegebesluit is genomen betreffende het voorliggende draaiboek en hierdoor het voorstel nr. 12 PRUP Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen deel 2 gemeente Oud- Heverlee wordt verdaagd naar de provincieraad van 3 maart 2015, wordt ook de beslissing betreffende het onteigeningsplan bij dit PRUP verdaagd. In artikel 1 van het besluit aan de provincieraad dient op pagina 4, in de opsomming het deelplan Zoete Waters te Oud-Heverlee weggelaten te worden, nl: Volgende onteigeningsplannen bij de Provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen 'Weekendverblijven, campings en residentiële woonwagenterreinen-deel 2' in de gemeenten Aarschot en Begijnendijk, Oud-Heverlee Rotselaar Tielt-Winge, worden definitief vastgesteld: - Boonzakstraat, Gijmelberg en Diestsesteenweg te Aarschot; - Vossebergen en Leybos te Rotselaar. Er worden geen vragen of opmerkingen meer geformuleerd. De voorzitter legt het subamendement nr. 15/1/1 ter stemming voor. Subamendement nr. 15/1/1 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 65 stemmen voor zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter legt het gewijzigde amendement nr. 15/1 ter stemming voor. Het gewijzigde amendement nr. 15/1 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 45 stemmen voor, geen tegenstemmen en 20 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter legt het geamendeerde voorstel nr. 15 ter stemming voor. Het geamendeerde voorstel nr. 15 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 45 stemmen voor, 15 tegenstemmen en 4 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 16 Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan BEK Kampenhout-Sas - voorlopige vaststelling Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie ruimtelijke ordening, verkeer en mobiliteit. De N-VA-fractie diende op 24 februari 2015 twee amendementen in op het voorstel nr. 16. De heer Dekeyser, gedeputeerde, licht toe dat in het streven naar openheid én stedelijkheid, nieuwe economische activiteiten worden gebundeld in de stedelijke gebieden en economische knooppunten. In het provinciaal ruimtelijk structuurplan Vlaams-Brabant is vastgelegd dat de provincie de economische knooppunten afbakent. In dit kader werd het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan, voor de afbakening van het bijzonder economisch knooppunt Kampenhout-Sas, opgemaakt. Hij zegt dat op 23 januari 2013 dit provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan bij ministerieel besluit werd goedgekeurd. Op 16 april 2013 werd een verzoek bij de Raad van State ingesteld tot de vernietiging van de definitieve vaststelling en de ministeriële goedkeuring van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Op 24 oktober 2014 heeft de Raad van State beide beslissingen vernietigd. 11

Hij licht verder toe dat het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Bijzonder economisch knooppunt Kampenhout-Sas werd opgemaakt volgens het zogenaamde MER-integratiespoorbesluit van de Vlaamse regering van 18 april 2008. Dit besluit is in de rechtspraak onwettig bevonden vanwege een ongelijkheid met de algemene plan-mer-regeling. Volgens de algemene regeling worden belanghebbenden onder meer via een bekendmaking in kranten op de hoogte gebracht van een inspraakmogelijkheid, terwijl dat volgens het MER-integratiespoorbesluit niet verplicht was. Het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan voor het bijzonder economisch knooppunt is echter onwettig bevonden, omdat het stoelt op het vernietigde MER-integratiespoorbesluit. Hij zegt dat vooruitlopend op de uitspraak van de Raad van State, de deputatie heeft beslist de procedure voor het plan-mer te hernemen. Het plan-mer is goedgekeurd op 16 december 2014. Op 13 november 2014 heeft de deputatie ingestemd met het voorontwerp van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Bijzonder economisch knooppunt Kampenhout-Sas. Hierover is advies gevraagd aan de provinciale commissie voor ruimtelijke ordening. Vanuit de commissie werd op 24 november 2014 een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd op het voorontwerp van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan. Op 18 december 2014 is een plenaire vergadering gehouden waarop alle adviesverlenende instanties uitgenodigd werden om opmerkingen te formuleren over het voorontwerp. Het voorontwerp is aangepast aan de uitgebrachte adviezen en er is een actualisatie doorgevoerd op basis van het geactualiseerde plan-mer. Hij legt uit dat voor de lokale bedrijventerreinen van Kampenhout en Boortmeerbeek beide gemeenten hun bevoegdheid inzake de opmaak van ruimtelijke uitvoeringsplannen hebben gedelegeerd aan de provincie, zodat zowel de lokale als regionale bedrijventerreinen van het bijzonder economisch knooppunt in het provinciale ruimtelijke uitvoeringsplan konden worden opgenomen. Na de voorlopige vaststelling van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringplan Bijzonder economisch knooppunt Kampenhout- Sas', kan een openbaar onderzoek over het ontwerp van provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan georganiseerd worden. Hij vult nog aan dat in de raadscommissie twee discussiepunten aan bod kwamen over de afvalverwerkende bedrijven in industriezone en over de zone langs het jaagpad. Hij legt uit dat de afvalverwerkende bedrijven die zich bevinden in de bestaande industriezone verder toegelaten blijven. Voor de nog niet ontwikkelde industriezones wordt afvalverwerking uitgesloten. Ook de verbrandingsoven wordt uitgesloten. De heer Dunon licht het amendement nr. 16/1 toe en benadrukt dat hij al verschillende keren gewezen heeft op het feit dat er reeds in de vorige legislatuur opmerkingen werden geformuleerd over dit PRUP. Hij citeert de voormalige voorzitter van de raadscommissie ruimtelijke ordening (notulen 28 feb. 2012): Er is in de commissie grote eensgezindheid met name dat elke vorm van afvalverwerkingsactiviteiten uitgesloten moet worden. Ook de gemeente Haacht heeft problemen met te veel afvalactiviteiten in de nabijheid van dorpskernen. Hij zegt dat hij duidelijkheid wil en kan akkoord gaan met het voorliggend PRUP, op voorwaarde dat de afvalverwerking in de meest ruime zin niet toegelaten wordt in alle nieuwe zones van het PRUP, het economisch knooppunt Kampenhout-Sas. Hij bedoelt hiermee de ovendrukzones A1, B1 en B2. Gelet op de nood voor optimale bescherming van de omliggende woningen tegen overlast en gelet op het feit dat er ook andere KMO s voor tewerkstelling kunnen zorgen. De heer Dekeyser, gedeputeerde, beaamt dat een aantal elementen correct zijn, maar er zijn ook elementen die niet worden vermeld. Hij licht toe dat wanneer de afvalverwerkingsactiviteiten in de bestaande zones worden uitgesloten, er een procedurefout wordt gemaakt. Dit kan tot gevolg hebben dat de verbrandingdingsactiviteit kan geactiveerd worden. Voor de nieuwe zoneringen is dat totaal anders. Daar kunnen geen afvalverwerkingsactiviteiten worden opgericht. De heer Dunon betwist de procedurefouten. De voorzitter legt het amendement nr. 16/1 ter stemming voor. Het amendement 16/1 wordt bij hoofdelijke stemming verworpen met 36 tegenstemmen, 22 stemmen voor, en 4 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. Mevrouw Vande Wiele licht amendement nr. 16/2 toe en zegt dat in tegenstelling tot vroeger de zone langs de oostkant aan het jaagpad van het kanaal, noch op de kaart noch in het MER staat. Zij vraagt of het gebied naar zijn vroegere groen-recreatieve bestemming kan worden hersteld. De heer Dekeyser, gedeputeerde, antwoordt dat deze zone werd opgenomen in het ruimtelijk uitvoeringsplan als los- en laadkaai naar het achterliggend terrein. NV Zeekanaal leverde hier eerder al een vergunning voor af. 12

Mevrouw Vande Wiele zegt dat het terrein achteraan een camping is. Zij gelooft niet dat dit als los- en laadkaai is bedoeld voor de camping. De voorzitter legt het amendement nr. 16/2 ter stemming voor. Het amendement 16/2 wordt bij hoofdelijke stemming verworpen met 36 tegenstemmen, 22 stemmen voor en 4 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter legt het voorstel nr. 16 ter stemming voor. Het voorstel nr. 16 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 41 stemmen voor, 1 tegenstem en 18 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 17 Dienstenopdracht voor het uitvoeren van het groenbeheer en -onderhoud op de site van het PIVO - opleidingscentrum van het provinciebestuur van Vlaams-Brabant. - Goedkeuring voorwaarden, wijze van gunnen en ontwerpbestek. Dit voorstel werd op 16 december 2014 behandeld in de raadscommissie onderwijs, PIVO en veiligheid. De heer Dehaene, gedeputeerde, licht toe dat er voor het groenbeheer op de PIVO-site met Pronatura wordt samengewerkt. Deze samenwerking werd als zeer positief ervaren. Wat vandaag voorligt is een nieuwe dienstenopdracht. Deze opdracht loopt tot 2019 en het geraamde budget is 250.470 euro. Jaarlijks wordt er 75.000 euro voorzien in het budget. De voorzitter legt het voorstel nr. 17 ter stemming voor. Het voorstel nr. 17 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 61 stemmen voor zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 18 Reglement voor de opname van een archeologisch ensemble in het Onroerenderfgoeddepot Vlaams- Brabant (wijziging Reglement voor de opname van een archeologisch archief in het provinciaal archeologisch- en nooddepot Vlaams-Brabant te Asse ) en aanpassing van het model bewaargevingsovereenkomst. Dit voorstel werd op 3 februari 2015 behandeld in de raadscommissie jeugd, cultuur, Vlaams karakter, sport, recreatie en domeinen. De heer Dehaene, gedeputeerde, licht toe dat de heer Laeremans in de raadscommissie heeft gewezen op de gebruikte terminologie. Hij zegt dat er effectief specifieke termen worden gehanteerd. Hij stelt dat er intussen heel wat beslist is op Vlaams niveau over de bevoegdheden van de provincies. Over het reglement voor de opname van een archeologische archief in een archeologisch depot en nooddepot, is echter discussie. Op Vlaams niveau werkt men momenteel aan een nieuw regelgevend kader rond depots voor archeologische vondsten en onroerend erfgoed. Hij legt uit dat het gaat om een aanpassing van het bestaand reglement waarvan de terminologie wordt aangepast op Vlaams niveau. Het is belangrijk om aan te sluiten bij die Vlaamse regelgeving omdat er vanuit Vlaanderen middelen (85.000 euro) worden voorzien voor dergelijke depots. Hij zegt op die manier in te spelen op de verandering in de bevoegdheden. Daarnaast is er inhoudelijk tevens een belangrijke wijziging wat betreft de verzekering. Deze passage werd weggelaten omdat het zeer moeilijk is om archeologische vondsten te laten verzekeren. De voorzitter legt het voorstel nr. 18 ter stemming voor. Het voorstel nr. 18 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 62 stemmen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. 13

De voorzitter gaat over tot de bespreking van voorstel nr. 19 Provinciaal reglement cofinanciering Europese streekontwikkelingsprojecten 2014-2020. Dit voorstel werd op 10 februari 2015 behandeld in de raadscommissie regionaal beleid en economie. De heer Florquin, gedeputeerde, licht toe dat het bestaande reglement wordt verlengd. Het huidige voorziet een periode van 2008 tot 2014 en loopt af in 2016. Het nieuwe reglement voorziet een periode van 2014 tot 2020 en loopt af in 2023. Hij zegt dat er een aantal tekstuele aanpassingen werden aangebracht. Hij vestigt de aandacht op artikel 3 en artikel 6 die worden gewijzigd. Artikel 3 houdt in dat buiten EFRO en Interreg ook andere Europese subsidieprogramma s in aanmerking komen en in artikel 6 worden de betalingsmodaliteiten gewijzigd, nl. een voorschot van 70% (vroeger 50%) en 30% bij de oplevering van de eindrapportering. De voorzitter legt het voorstel nr. 19 ter stemming voor. Het voorstel nr. 19 wordt bij hoofdelijke stemming eenparig aangenomen met 60 stemmen, zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter gaat over tot de bespreking van motie nr. 20 Gewestelijk Expresnet Deze motie werd op 11 februari 2015 ingediend door de heer Manu Claes namens de meerderheidspartijen. De heer Claes licht toe dat de centrumfunctie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en van de Vlaamse Rand rond Brussel een sterke concentratie van economische activiteiten en verkeersinfrastructuren met zich meebrengt. De regio voelt sterk de negatieve effecten van het eigen succes, met onder meer een explosieve groei van de vervoersvraag en de verkeerscongestie. Het Gewestelijk Expresnet (GEN) moet die negatieve impact op de mobiliteit helpen counteren, maar de realisering van het netwerk loopt steeds meer vertraging op. Als provincieraad is het aangewezen dat we onze bekommernis uitdrukken, vandaar de motie vanuit de meerderheidspartijen. Hij zegt dat de plannen voor het GEN zeer ver teruggaan in de tijd. Over de realisatie werden in het verleden al meerdere akkoorden gesloten tussen de federale en gewestelijke overheden en volgens de oorspronkelijke timing zou het GEN volledig gerealiseerd geweest zijn eind 2012. In het voorjaar van 2007 luidde Infrabel de alarmklok door administratieve procedures en vertragingen met bouwvergunningen. De doelstelling zou zeker niet gehaald worden. Sindsdien is het eindpunt steeds verder opgeschoven in de tijd: van 2015 over 2023, 2025 richting 2030. De stand van zaken van het GEN is des te meer verontrustend, omdat het financiële plaatje ondanks de opschuivende timing, helemaal niet blijkt te kloppen. Uit een antwoord van minister Galant op een recente parlementaire vraag, blijkt dat voor de verdere realisatie van het GEN 965,4 miljoen euro nodig is, terwijl het GEN-fonds nog maar 460 miljoen euro ter beschikking zou hebben. Ondertussen wordt de verkeersknoop in Brussel en Vlaams-Brabant met de dag moeilijker te ontwarren. De mobiliteitsvraag in de regio is zeer divers complex zelfs en laat zich moeilijk in kort bestek samenvatten. Toch zijn er een aantal kenmerken en uitdagingen waar het spooraanbod, en in het bijzonder het GEN, een uitstekend antwoord op kan bieden. De remedie kan onmogelijk van een enkele vervoersmodus komen. De provincie, RESOC en POM Vlaams-Brabant hebben met de campagne Vlot Vlaanderen dan ook sterk de nadruk gelegd op de uitdagingen in deze regio en dringen er bij de hogere overheid op aan voldoende, snel en gericht te investeren in de multimodale bereikbaarheid. Onder meer de federale diagnostiek woon-werkverkeer toont aan dat werkgevers in de centrumregio gemiddeld op langere afstand rekruteren dan in de rest van het land. De rol van de trein is dan evident en de realisering van het GEN is een cruciale schakel in het streven naar een betere mobiliteit en bereikbaarheid. Andere bouwstenen zijn een veilige weginfrastructuur, een goed functionerend, hoogwaardig regionaal openbaar vervoer en kwaliteitsvolle lokale fietspaden en fietssnelwegen voor verbindingen over langere afstanden. Een verregaande samenwerking en afstemming over grenzen van gewesten en vervoersaanbieders heen, zijn daarbij de sleutels tot een betrouwbaar, goed geïntegreerd en flexibel vervoerssysteem, dat beantwoordt aan de mobiliteitsnoden van de 21ste eeuw. 14

Hij vat kort samen dat de inhoud van de motie drieledig is en dus drie vragen bevat. De provincie Vlaams-Brabant vraagt aan: 1. de federale overheid, Infrabel en NMBS het GEN onverkort te realiseren. De federale overheid dient hiervoor het GEN-fonds aan te vullen met de ontbrekende middelen. De ingebruikname van het volledig gerealiseerde GEN tegen 2020 moet het streefdoel zijn; 2. de NMBS om de toekomstige GEN-bediening af te stemmen met de regionale openbaar vervoersmaatschappijen De Lijn, MIVB en TEC, zodat een geïntegreerd vervoerssysteem tot stand komt dat kan voldoen aan de mobiliteitsnoden van de 21ste eeuw; 3. Infrabel en NMBS voluit mee te werken aan de snelle realisering van de fietssnelwegen langs de bestaande spoorinfrastructuur in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, eveneens met het oog op een performant vervoerssysteem in de centrumregio. De voorzitter legt de motie nr. 20 ter stemming voor. De motie nr. 20 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 45 stemmen voor, geen tegenstemmen en 20 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De heer Laeremans verantwoordt de onthouding van de Vlaams Belang-fractie. Hij stelt dat een afstemming tussen de NMBS en De Lijn inderdaad al jaren mank loopt, maar dat de vraag om het GEN onverkort te realiseren utopisch lijkt. Hij vraagt zich af of er 500.000 euro tekort is voor de realisatie van dit project omdat men 500.000 euro surplus aan Brussel geeft en welke politieke akkoorden hierover werden gesloten. Hij denkt dat het beter is te pleiten om een bepaalde selectie te maken om tenminste een aantal prioriteiten van dat GEN te realiseren. Er is geen geld voor de veiligheid van de treinen en noodstopsystemen en veiligheid aan de overwegen. Bij het GEN heeft zijn fractie gemengde gevoelens, want het risico bestaat dat het GEN er zou kunnen toe leiden dat Brusselaars de stad zullen verlaten, wat nog meer verfransing en verbrusseling zou kunnen betekenen. Het is ook een gevolg vanuit de ruimtelijke planning van Vlaanderen om zoveel mogelijk te concentreren op één plek. Zijn fractie heeft er altijd voor gepleit om de werkgelegenheid te spreiden om fileproblemen te vermijden. Een logisch gevolg zal zijn dat men steeds verder zal moeten gaan rekruteren. Zij stellen vast dat Vlaanderen in het verleden op een schandelijke manier werd benadeeld door de NMBS dat peperdure investeringen deed voor Wallonië. Daardoor was er nooit genoeg geld om in Vlaanderen - dat nochtans het leeuwenaandeel van de reizigers levert - de verouderde stations op te knappen. Zijn fractie vreest dat deze motie een slag in het water is. Mevrouw Van Laere verantwoordt ook de onthouding van de N-VA-fractie. Voor haar fractie mag het GEN snel worden uitgevoerd, maar het is duidelijk dat de budgettaire realiteit dat niet toelaat. De heer Dehaene, gedeputeerde, reageert dat de mobiliteit voor onze regio van onschatbare waarde is. Hij betreurt dat er geen eenduidigheid zou komen vanuit deze raad. Elk signaal dat samen kan worden gegeven, is belangrijk. We hebben elke maatregel, elke investering nodig. Hij zegt dat we met zijn allen moeten beseffen dat dit voor de regio een ongelooflijk belangrijk dossier is. Er kan nu eenmaal geen virtuele muur rond Brussel gebouwd worden. De mobiliteit zullen we samen moeten aanpakken en hij pleit om vanuit deze raad een sterk signaal te geven. Vanuit de deputatie blijven ze aandringen voor de realisatie van het GEN. De gesprekken met de NMBS lopen. De laatste knelpunten moeten echter nog worden weggewerkt. Er werd dan ook het verzoek gericht om nauw betrokken te blijven met dit dossier. De voorzitter legt de motie nr. 20 ter stemming voor. De motie nr. 20 wordt bij hoofdelijke stemming aangenomen met 45 stemmen voor, geen tegenstemmen en 20 onthoudingen zoals wordt weergegeven in de bijlage met de resultaten van de stemming. De voorzitter deelt mee dat de eerstvolgende provincieraad zal plaatsvinden op 3 maart 2015. Zowel de uitnodiging als de agenda voor de vergadering werden op 23 februari 2015 aan de raadsleden bezorgd. Hij sluit vervolgens de vergadering om 15.55 uur. 15