Vakwerk! Antwoorden Agrarische techniek. Deel 2 (KB) Feico Hoekstra, Studio Maan Edwin Mellema



Vergelijkbare documenten
Waarmee kun je tijdens het lassen je ogen beschermen tegen infrarood en ultraviolet licht?

Vakwerk! Agrarische techniek

Vragen. Vragen. De basistechniek van het lassen

Een las wordt ook wel lassnoer of lasrups genoemd, omdat de las de vorm van een snoer of rups kan hebben.

Elektrisch booglassen. Bert hooge Venterink. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

HET PLAATSEN VAN DUBBELE BEGLAZING :

Vervorming en krimp bij het lassen 29/01/2013 L.V.PTI/PCVO 1

7 Gebruiken van snijbranders en plasmasnijders Inhoud

Onderhoud Adviezen Dubbelglas- systemen 2011

Metamorfose achtertuin

Booglassen opdracht 2

Hottub, extra opbouwtips!!

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Praktische sectororiëntatie. Techniek

bouwtechniek-timmeren CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B X C D

e l Hout B R I C O F I C H E

Zo bestelt en monteert u deuren

Aanleg en onderhoud van verhardingen voor niveau 2

3.3 Lassen. Meisjes kunnen vaak netter lassen dan jongens. Zij bewegen minder met hun handen en kunnen daardoor keurig lassen.

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

Deel 01 : een raam plaatsen

Sjef Kickken. Kickken Bouwtechnisch Advies

Voor de montage van de Bear County schutting Garden Design WPC

Uw eigen broedhok bouwt u zo

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven.

Assistent bouwen, wonen en onderhoud

Tablethouder Praktijkopdracht

Door slecht onderhoud en verkeerd gebruik van handgereedschap gebeuren er nog vaak ongelukken op de werkplek.

Alles om je heen is opgebouwd uit atomen. En elk atoom is weer bestaat uit protonen, elektronen en neutronen.

Booglassen Met Beklede Elektrode

Minibieb groot formaat

Handleiding. Vogelsuper. Pagina 1

AIR LIQUIDE Welding Plasma lassen

klusopdracht 1 Kistje Ontdek

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reader Periode 3 Leerjaar 3. J. Kuiper. Transfer Database

Het demonteren en monteren van portierbekleding.

BOUWEN VAN EEN ZEEPKIST

Inmeten enkele en isolerende beglazing

Poppenhuis of garage maken

Elvi Tuincomfort 0031(0)

Uitvoeren open teelten Antwoorden Onderhoud organiseren. N. Vollebregt

Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM s)

Bouwtekening Hoekbank

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

KRUPS F380. Gebruiksaanwijzing

Technologische Opvoeding Electro Junior Pagina 1

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Installatie instructies

ELEGANCE COMPOSIET VLONDERPLANKEN. * Handleiding Elegance Composiet Vlonderplanken

Bij dit examen horen een bijlage, een uitwerkbijlage en een digitaal bestand.

Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine) Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding Programmeren en bewerken CAM (graveermachine)

Docentenblad 4 Monteren 1

MINI-WASMACHINE. Cat. Nr.: BEDIENINGSHANDLEIDING

Handleiding Houten Vlonder Terras maken

OPDRACHT 1 Vul zelf de juiste fase in.

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE TCM180

Het bouwen van een Gardenhouses Blokhut

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven.

Plafond- en wandmonteur

Montage-instructie. Ritzscreen V540 V599 V599R V599 L V599 XL

Certificaat B-VCA. Deel 3 van 3

Schutting plaatsen. Written by Online Tuinieren

HANDLEIDING AANLEGGEN VAN KUNSTGRAS

Behendigheidsspel. N. B. De OPITEC bouwpakketten zijn gericht op het onderwijs. N104014#1

Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

GEBRUIKSAANWIJZING (NL)

Montage inrijpoort van dubbelstaaf 8/6/8. Handleiding

NEDERLANDS INSTITUUT VOOR LASTECHNIEK

Stappenplan Hout-Beton Schutting // zuidema-schuttingen.nl 1

TIGERTURF KUNSTGRAS Leginstructie kunstgras zelf installeren

landbouw en natuurlijke omgeving 2010 agrarische techniek CSPE KB

Montage-instructie. Screens. V599 Ritz V599R Ritz V599 Ritz XL

Bouwtekening Buitenkeuken

Voeg de vloerdelen samen en zorg dat de inkepingen goed aansluiten.

Voordat je aan de slag gaat met het maken van een meubel wil ik je nog wat tips en instructies mee geven.

bouw-breed CSPE BB Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Bouw je eigen Zeepkist voor de SCARB Registerdag op 31 mei 2015.

Examen VMBO-BB. bouwtechniek-schilderen CSPE BB. gedurende 670 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, een uitwerkbijlage en digitale bestanden.

Veilig werken met machines

Het uitdeuken van een carrosseriedeel

Montage-instructie. Rolluik RV40 - RV41

deuren Zo bestelt en monteert u deuren Zelf Doen Stappenplan bestellen deuren Montagewijzer

Straatmaker. Het belangrijkste bouwwerk ben je zelf. Alles wat je moet weten over gezond en veilig straten. Informatie voor de werknemer

Hoe kunnen we er voor zorgen dat de juf vlug de namen kent van de leerlingen in jouw klas?...

Het bouwen van een bak

Tijdschakelklok. Bestnr.: (groen) (oranje) (transparant) (blauw) Omwille van het milieu 100% recyclingpapier

Montagehandleiding carport. Bouwmaterialen webshop

THERMO-ELEKTRISCHE WIJNKLIMAATKAST & KOELKAST. Model: DX-68 COMBO (Mini Bar) Gebruiksaanwijzing

klusopdracht 5 Twee Boekensteunen Ontdek

Gebruiksaanwijzing elektrische sfeerhaard

Awning Instructions. Drop Arm Awning Instructions

Scouts instructie: hakken Hoe je veilig je houtvoorraad aan kan leggen

Hoe plaats ik een dievenklauw?

RECINTO COMPOSIET SCHUTTING. * Handleiding Recinto Composiet Schutting

KUNSTGRAS LEGGEN Benodigdheden Ondergrond Voor het beste resultaat adviseren wij toch een zandbed van breker- of lavazand aan te brengen.

Gebruikshandleiding X-frame 1.0

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Montage inrijpoort van dubbelstaaf 6/5/6. Handleiding

Opleidingscatalogus: Lassen

Transcriptie:

Vakwerk! Antwoorden Agrarische techniek Deel 2 (KB) Feico Hoekstra, Studio Maan Edwin Mellema eerste druk, 2006

Artikelcode: 21142.2 & 21142.1 Het Ontwikkelcentrum heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Bent u desondanks van mening dat we u hebben benadeeld, dan kunt u contact met ons opnemen. 2005 Ontwikkelcentrum, Ede, Nederland Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Ontwikkelcentrum. 2 AGRARISCHE TECHNIEK

1 Deuren en ramen onderhouden Vragen 1.1 a Persoonlijke beschermingsmiddelen zijn alle dingen die je op of aan je lichaam draagt om ongelukken te voorkomen. b Poederblusser. Vragen 1.2 a Met een antislipvloer voorkom je dat iemand uitglijdt in de werkruimte. b Met een open raam open en een afzuiginstallatie zorg je voor voldoende ventilatie. Vragen 1.3 a In de gebruiksaanwijzing van de machine staat hoe je veilig kunt werken. b De beschermingskap zorgt ervoor dat je niet in de zaagmachine valt. Vragen 1.4 a Als je rookt in de buurt van brandbare stoffen, kun je brand veroorzaken. Vragen 1.5 a Bij het werken met gevaarlijke stoffen moet je rubberen handschoenen, een veiligheidsbril en/of een mondkapje dragen en zorgen voor voldoende ventilatie. Vragen 1.6 a De afkorting Arbo staat voor Arbeidsomstandigheden. b Onjuist. Vragen 1.7 a Vurenhout valt in klasse 4. b De levensduur van vurenhout is 5 tot 10 jaar. c Meranti. Vragen 1.8 a Plaatmateriaal is goedkoper dan hout omdat het van restjes hout wordt gemaakt. b Triplex bestaat uit 3 lagen geschild hout. Vragen 1.9 a Je hebt platte en niet-platte hoekijzers. Vragen 1.10 a De 3 soorten halfhoutverbinding zijn: een gewone halfhoutverbinding, een halfhout-lipverbinding en een halfhoutverbinding met keep. b Het nadeel van een halfhoutverbinding is dat je de verbinding altijd ziet zitten. Vragen 1.11 a Een voordeel van een pen-gatverbinding is dat je de verbinding niet ziet zitten. Bovendien is een pen-gatverbinding vrij sterk. Vragen 1.12 a Een deuvelverbinding is niet zo sterk omdat er maar weinig raakvlak is tussen de deuvel en de houten delen. Vragen 1.13 a Een zwaluwstaartverbinding is wel sterk. Vragen 1.14 a Wel. b Onjuist. Vragen 1.15 a Niet. DEUREN EN RAMEN ONDERHOUDEN 3

Vragen 1.16 a Je moet hout eerst goed schuren omdat anders de verf niet goed hecht. b Wit. Vragen 1.17 a Nadat de grondverf droog is, ga je het hout weer opschuren. b Meestal breng je 2 lagen lakverf aan. Vragen 1.18 a Een verfroller gebruik je voor grote oppervlakten. b Voor het fijne werk gebruik je een kleine, platte kwast. Vragen 1.19 a Informatie over welke verfsoort je hebt, staat op het verfblik. b Waterverdunbare verf is beter voor het milieu en voor jezelf. c Als je de kleurcode van verf noteert, weet je een volgende keer precies welke verf je moet hebben. Vragen 1.20 a Bij afbijten draag je rubberen handschoenen. Vragen 1.21 a Je moet erop letten dat je het hout niet aantast en dat je brandbare spullen uit de buurt van je werk houdt. Vragen 1.22 a De meest voorkomende materialen voor scharnieren zijn ijzer, roestvrijstaal, aluminium en messing. b Met een dievenklauw voorkom je dat een raam van buitenaf geopend kan worden. Vragen 1.23 a Slot. b Inbouwslot. Vragen 1.24 a Dakramen hebben vaak een raamuitzetter die je open kunt klappen. Vragen 1.25 a Scharnieren kun je insmeren met een beetje vaseline. b Loszittende schroeven aan hang- en sluitwerk moet je vervangen door iets dikkere schroeven of vastlijmen met bruislijm. Vragen 1.26 a Als je werkt met glas, moet je altijd veiligheidshandschoenen dragen. b Grote glasplaten vervoer je met z n tweeën. Vragen 1.27 a Met een iets kleinere ruit heb je altijd wat speling als het raam krimpt. Vragen 1.28 a Voordat je een nieuwe ruit in een raam zet, verwijder je de resten van de oude, kapotte ruit. Je moet ook de glaslatten, stopverf of kit en spijkers weghalen. b Bij het zetten van een nieuwe ruit breng je twee lagen kit aan. Opdracht 1.1 Veiligheid op school en op het werk 4 AGRARISCHE TECHNIEK

1 Mogelijke veiligheidsmaatregelen zijn: beschermende kleding, brandblusmiddelen, waarschuwingsbordjes, veiligheidsinstructies voor het werken met machines, vluchtroutes, een afzuiginstallatie, geluidsdemping, enzovoort. 2 3 4 5 6 Mogelijke beroepsrisico s zijn: rugklachten, vergiftiging, verbranding, gehoorschade, oververmoeidheid, elektrische schokken, gezichtschade, rsiklachten, vallen, geweld, enzovoort. 7 Opdracht 1.2 Gegevens verzamelen over hout a b Maat nr. 3. c Maat nr. 1. d Maat nr. 2. e Bekende houtsoorten zijn vurenhout, grenenhout, eikenhout, beukenhout, teakhout, ebbenhout, enzovoort. Andere soorten zijn palissanderhout, merantihout, cederhout, rozenhout, enzovoort. f Het FSC-keurmerk wil zeggen dat het hout afkomstig is uit bossen die milieuvriendelijk worden beheerd. Opdracht 1.3 Een spijkerbakje timmeren a De houtverbindingen zijn: Hoekijzerverbinding Gewone halfhoutverbinding Pen-gatverbinding b c d e DEUREN EN RAMEN ONDERHOUDEN 5

f g De keuze voor een bepaalde houtverbinding hangt vooral af van hoe stevig de verbinding moet zijn en of de verbinding zichtbaar mag zijn. Opdracht 1.4 Een voetenbankje timmeren a Op de afbeelding staan een halfhout-lipverbinding (1) en een halfhoutverbinding met keep (2). b Als je te weinig hout wegsteekt, kun je altijd nog wat extra wegsteken. Steek je te veel weg, dan wordt de verbinding niet sterk genoeg. Opdracht 1.5 Een voetenbankje schilderen a b Buitendeur. c d e Door de gebruiksaanwijzing te lezen. Opdracht 1.6 De materialen bepalen voor het timmeren van een kozijn a De schaal van de werktekening is 1:10. b De maten zijn aangegeven in centimeters. c De schaal is 1:10. 1 cm is in werkelijkheid dus 10 cm. 2 cm is dan 2 x 10 cm = 20 cm. 6 AGRARISCHE TECHNIEK

d Op de werktekening kun je al zien hoe het werkstuk eruit gaat zien. Bovendien kun je met de werktekening precies bepalen welke materialen je nodig hebt en hoeveel. 1 2 Zie de tabel. Kostentabel hout Onderdeel Kopmaat in mm Lengte in cm Prijs per meter Totaalprijs Kozijn 50 x 70 mm 200 cm Sponning 16 x 75 mm 170 cm Raam 50 x 50 mm 140 cm 3 Door twee keer de hoogte en twee keer de breedte te nemen. 4 Zie de tabel van stap 2. 5 Zie de tabel van stap 2. 6 Zie de tabel. Kostentabel hang- en sluitwerk Onderdeel Aantal Prijs per stuk Totaalprijs Scharnier 2 Raamuitzetter 1 Grendel 2 7 Zie de tabel van stap 6. 8 9 10 11 De prijs hangt af van de leverancier en van het soort hout. 12 De prijs hangt af van de leverancier en van het soort hout. 13 14 De prijs hangt af van de leverancier en van het soort hang- en sluitwerk. 15 De prijs hangt af van de leverancier en van het soort hang- en sluitwerk. 16 a DEUREN EN RAMEN ONDERHOUDEN 7

b c d De prijzen zijn afhankelijk van de leverancier en van het soort materiaal. Ook de kwaliteit van het materiaal kan verschillen veroorzaken. Opdracht 1.7 Een kozijn timmeren a b Zie de tabel. Materiaal Voordeel Nadeel Hout Mooi om te zien, gemakkelijk te bewerken. Veel onderhoud, snel beschadigd. Kunststof Licht en goedkoop, weinig onderhoud. Niet zo mooi om te zien, moeilijk te bewerken, snel beschadigd. Staal Heel sterk, weinig onderhoud. Niet zo mooi om te zien, duur, zwaar, moeilijk te bewerken. Aluminium Licht en goedkoop, weinig onderhoud. Niet zo mooi om te zien, moeilijk te bewerken. c Zie de tabel van stap b. d Opdracht 1.8 Een raam timmeren a Een pen-gatverbinding is een houtverbinding waarbij aan het ene deel een pen zit en in het andere deel een gat. Door de pen in het gat te steken, maak je de verbinding. b Een pen-gatverbinding wordt aan alle kanten omgeven door hout. Daarom is hij zo stevig. c Een ander voordeel is dat je de verbinding niet ziet. d e Dingen om veilig te werken zijn veiligheidskleding, een nooduitgang, een verbandtrommel, goede apparatuur, voldoende werkruimte, enzovoort. 8 AGRARISCHE TECHNIEK

Opdracht 1.9 Hang- en sluitwerk aanbrengen a Hang- en sluitwerk zijn alle onderdelen waarmee je ramen en deuren ophangt, open- en dichtdoet en afsluit. b Voorbeelden van hang- en sluitwerk zijn scharnieren, schuiven, een cilinderslot, een oplegslot, een klinkset, een raamuitzetter, een deurkruk, enzovoort. c Een dievenklauw is een scharnier waarbij aan de ene helft een pin zit en in de andere helft een gat. Op die manier kan het scharnier maar één kant op draaien, zodat een raam niet van de buitenkant geopend kan worden. d a b c d e f Door een dievenklauw of een slot aan te brengen. Opdracht 1.10 Een ruit zetten in een raamkozijn a Persoonlijke beschermingsmiddelen voor het werken met glas zijn werkhandschoenen, lange mouwen en een veiligheidsbril. b Dan knapt de ruit niet als het hout iets gaat krimpen. c d DEUREN EN RAMEN ONDERHOUDEN 9

Opdracht 1.11 Een raamkozijn schilderen Zie de figuur Fig. 1.1 10 AGRARISCHE TECHNIEK

2 Buitenklussen Vragen 2.1 a Een regenpijp zorgt ervoor dat regenwater of smeltwater wordt afgevoerd. Vragen 2.2 a De meeste regenpijpen hebben een doorsnee van 75 of 80 mm. b Het verdikte uiteinde van een pvc-buis heet mof. Vragen 2.3 a Een mof moet naar boven wijzen omdat anders het regenwater naar buiten kan lekken. b Met de schroefstiften en blokjes kun je de beugels heel precies afstellen, zodat de regenpijp mooi recht langs de muur loopt. Vragen 2.4 a Als je de piketten iets buiten het vlak zet waarbinnen je gaat werken, heb je er tijdens het werk geen last van. b Met een winkelhaak controleer je of de hoeken van het grondvlak precies 90 zijn. Vragen 2.5 a De diepte van het zandbed hangt af van de mate waarin het grondvlak belast gaat worden. b Een inrit wordt zwaarder belast dan een tuinpad. Vragen 2.6 a De stelling is onjuist Vragen 2.7 a Je kunt een zandbed verdichten door er voetje voor voetje overheen te lopen, door het met een trilplaat dicht te trillen en door er met een zware rol overheen te gaan. Vragen 2.8 a Om te controleren of het zandbed ook echt horizontaal is, gebruik je een waterpas. b Afreien is het afvlakken van een zandbed met een rei. Vragen 2.9 a Een grondvlak waarop regen kan vallen, moet iets aflopen omdat anders het regenwater blijft staan. Vragen 2.10 a Om veilig te kunnen bestraten, draag je leren handschoenen, leren of kunststof kniebeschermers en veiligheidsschoenen. b Als je met een trilplaat werkt, heb je ook gehoorbeschermers nodig. Vragen 2.11 a Ja. Een baksteen die heet is gebakken, is sterker dan een baksteen die niet zo heet is gebakken. b Bakstenen voor wegen zijn sterker dan bakstenen voor muren. Vragen 2.12 a Omdat betonstenen worden gegoten, kun je de stenen precies even groot maken. b Hele bekende betonsteensoorten zijn de stoeptegel en de grindtegel. BUITENKLUSSEN 11

Vragen 2.13 a Natuurstenen zijn moeilijk te bewerken, zodat je allemaal verschillende maten krijgt. b Bekende natuurstenen zijn graniet, marmer en leisteen. Vragen 2.14 a Als de stenen verspringen, ondersteunen ze elkaar. Bovendien is het mooier om te zien. b Een steenverband is de manier waarop de stenen tegen elkaar liggen. Vragen 2.15 a Een kantopsluiting zorgt ervoor dat de stenen niet naar de zijkant kunnen wegzakken. b Een kantopsluiting kan een balk of een biels zijn, een speciale betonnen band of een rij klinkers die je op hun kant in de grond zet. Vragen 2.16 a Met halve stenen. b Met een waterpas controleer je of de stenen in de breedte mooi horizontaal liggen. Opdracht 2.1 Een regenpijp monteren a De onderdelen van een regenpijp zijn: een pvc-buis, bochtstukken, moffen, een korf en beugels met schroefstiften en blokjes. b c Opdracht 2.2 Een vlonder leggen in een zandbed a b De onderdelen van de vlonder zijn piketten, balken en vlonderplanken. c Mogelijke eisen voor de vlonder van een tuinhuisje zijn: De vlonder moet waterpas zijn. De vlonder moet mooi vlak zijn. De planken moeten steeds op dezelfde afstand van elkaar liggen. 12 AGRARISCHE TECHNIEK

Opdracht 2.3 Een tuinpad leggen a b Op de foto is een elleboogverband afgebeeld. c Opdracht 2.4 Een erfverharding herstellen a b c Mogelijkheden om schade aan de erfverharding te voorkomen zijn: De juiste steensoort kiezen. Het juiste steenverband kiezen. De stenen aan alle kanten goed opsluiten. Het zandbed goed afvlakken. Opdracht 2.5 Een tuinpad met een molgoot leggen a b De schaal is 1:3. Dat betekent dat 1 cm op de tekening in werkelijkheid 3 cm is. c De breedte van de molgoot is 3 keer de breedte van de mal in figuur 2.6. c De diepte van de molgoot is 3 keer de diepte van de mal in figuur 2.6. BUITENKLUSSEN 13

3 Elektrisch booglassen Vragen 3.1 a Alle onderdelen van het lasapparaat samen vormen een stroomkring. b De elektrische boog vormt de verbinding tussen de elektrode en het werkstuk. Vragen 3.2 a Alleen met veel stroom kun je hoge temperaturen bereiken. b Tijdens het lassen smelten de metalen delen en de elektrode. Vragen 3.3 a Voor je het lasapparaat gaat controleren, zorg je ervoor dat de schakelaar van het apparaat op de uit-stand staat en de stekker uit het stopcontact is. b Als je de lasklem op het werkstuk legt, maak je de stroomkring rond. Vragen 3.4 a De inschakelduur voorkomt dat het lasapparaat te heet wordt. Vragen 3.5 a Als eerste let je op de afmetingen van de elektrode. b De letters RR staan voor rutiel (dik bekleed). Vragen 3.6 a Een veiligheidsbril beschermt je tegen rondvliegende slakdeeltjes. b Het onzichtbare ultraviolette licht van de elektrische boog veroorzaakt lasogen. Vragen 3.7 a Met een goede ventilatie of afzuiging verwijder je schadelijke gassen. Vragen 3.8 a In een calamiteitenplan staat hoeveel nooduitgangen en brandblussers er zijn, waar die zich bevinden, wie de bedrijfshulpverleners zijn, wat er allemaal in een EHBO-doos hoort te zitten en welke veiligheidsmaatregelen er nog meer gelden. Vragen 3.9 a Omdat de elektrode tijdens het lassen afsmelt, moet je de afstand tussen de elektrode en het werkstuk steeds een beetje aanpassen. Zo blijft de booglengte constant. Vragen 3.10 a Door de hechten blijven de metalen goed op hun plaats liggen. b Een te dikke hecht blijf je altijd zien als een verdikking in de las. Vragen 3.11 a Bij een te hoge voortloopsnelheid trek je de las te veel uit elkaar. Bovendien wordt de inbranding te ondiep. Vragen 3.12 a Hiervoor gebruik je de laspositie verticaal opgaand of stapelend. b Welke elektrode je in welke laspositie het beste kunt gebruiken, staat afgebeeld op de elektrodeverpakking. Vragen 3.13 a Bij een staande hoeknaad kan het gesmolten metaal gemakkelijk wegvloeien. Vragen 3.14 a Bij een buitenhoeknaadlas wordt de verbinding helemaal gevormd door de las zelf. Vragen 3.15 a Bij een V-naad en een X-naad moet je voor het lassen de platen afschuinen. 14 AGRARISCHE TECHNIEK

b Als je een las maar van één kant kunt leggen, moet je wel een T-naad of V-naad kiezen. Vragen 3.16 a Bij het lassen van dikkere platen bewerk je de lasnaden voor met een slijpmachine. Vragen 3.17 a Als je een las aan tweee kanten legt, is de a-hoogte van elke las 0,6 keer de dikte van de platen. Vragen 3.18 a Een goede doorlassing betekent dat de lasverbinding helemaal door de naad heen loopt. Vragen 3.19 a Bij randinkarteling zakt de las aan de randen iets naar beneden. b Om randinkarteling te voorkomen, moet je precies de juiste booglengte en voortloopsnelheid hanteren. Vragen 3.20 a Lengtekrimp is het krimpen van het metaal in de lengterichting van de las. Vragen 3.21 a Bij dwarskrimp zie je dat het metaal ter hoogte van de las wat naar binnentrekt. b Als je twee platen van onder tot boven aan elkaar last, krijg je door de dwarskrimp last van schaarwerking. Vragen 3.22 a De stelling is juist b Bij lange naden pas je de lasvolgorde aan. Opdracht 3.1 Een lasapparaat controleren en aansluiten a b Zie deze tabel. Nr Onderdelen van het lasapparaat 1 Voedingsbron 2 Voedingskabel 3 Lastrafo 4 Aan- en uitknop 5 Regelknop voor de stroomsterkte 6 Laskabel 7 Lasklem ELEKTRISCH BOOGLASSEN 15

Nr Onderdelen van het lasapparaat 8 Elektrode 9 Elektrische boog 10 Werkstuk 11 Werkstukklem 12 Werkstukkabel c d e f Het grootste risico van werken met een onveilig lasapparaat is kortsluiting. De inschakelduur zorgt ervoor dat het lasapparaat niet oververhit raakt. Zie deze tabel. Nr Fasen van het lasproces 4 De stolling van het smeltbad 3 Het samenvloeien van de te lassen onderdelen 1 Het afsmelten van het toevoegmateriaal 2 Het smelten van de te lassen onderdelen 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Als het lasapparaat aanstaat, hoor je een licht gebrom. 14 15 16 Geen antwoorden aanwezig. 16 AGRARISCHE TECHNIEK

Opdracht 3.2 Je werkplek controleren op veiligheid a b Zie deze tabel. Werkzaamheden die je moet doen als je gaat lassen 7 Het werkstuk lassen 1 De werkplek opruimen en schoonmaken 5 Het lasapparaat controleren op veiligheid 2 De werkplek controleren op veiligheid 6 Het lasapparaat aansluiten 9 De werkplek opruimen en schoonmaken 4 Persoonlijke beschermingsmiddelen klaarleggen 8 Het lasapparaat uitzetten 3 Gereedschappen en materialen klaarleggen c d Met een goede voorbereiding werk je veiliger en efficiënter. Zie deze tabel. Beschermingsmiddel Beschermt tegen: Laskap of lashelm Ultraviolet licht, rondvliegende lasspatten Leren lashandschoenen Ultraviolet licht, rondvliegende lasspatten Leren lasmouw Ultraviolet licht, rondvliegende lasspatten Pet Rondvliegende lasspatten ELEKTRISCH BOOGLASSEN 17

Beschermingsmiddel Brandwerende overall Leren lasschort Veiligheidsschoenen Veiligheidsbril Gehoorbeschermers Beschermt tegen: Rondvliegende lasspatten Rondvliegende lasspatten Vallend metaal Rondvliegende slakdeeltjes Overmatig geluid tijdens het slakbikken e Zie de tabel bij stap d. Opdracht 3.3 Een T-naad lassen Opdracht 3.4 Een I-naad lassen a b c Bij een I-naad leg je de las aan twee kanten. 18 AGRARISCHE TECHNIEK

Opdracht 3.5 De sterkte van een lasverbinding testen a b De afgebeelde lasnaadvormen zijn: X-naad, I-naad, T-naad en V-naad. c d Normaal gesproken zal voor dikkere platen een V-naad of een X-naad zijn gebruikt, terwijl dunnere platen met een T-naad of I-naad zijn verbonden. a b Het werkstuk zonder hecht kan krom zijn getrokken of schaarwerking vertonen. c Als je een werkstuk niet hecht, heb je altijd meer last van krimpverschijnselen. d Opdracht 3.6 Een binnenhoeknaad lassen a b Zie deze tabel. Las Wat mankeert er aan de las? Wat is de oorzaak van de fout? 1. De las vertoont randinkarteling. Er is niet de juiste booglengte en/of voortloopsnelheid gebruikt. 2. De las is veel te dik gelegd. Er is een verkeerde a-hoogte gebruikt. 3. De doorlassing is niet goed. Er is te weinig toevoegmateriaal gebruikt. c Zie de tabel bij vraag b. Opdracht 3.7 Een buitenhoeknaad lassen a ELEKTRISCH BOOGLASSEN 19

b Zie deze tabel. Naam van de beweging die je maakt tijdens het lassen Nr. Toevoerbeweging 2 Voortloopbeweging 5 Slepen 1 Steken 4 Zwaaien 3 c Zwaaien Opdracht 3.8 Een V-naad lassen Opdracht 3.9 Om-en-om lassen a b c Alle maatregelen om krimpverschijnselen te voorkomen staan in de volgende tabel. 20 AGRARISCHE TECHNIEK

Maatregelen om krimpverschijnselen te voorkomen Verwarm de te verbinden delen zomogelijk voor. Hoe hoger de begintemperatuur, hoe minder krimpverschijnselen. Stel de stroomsterkte van het lasapparaat niet onnodig hoog in. Hoe minder het temperatuurverschil, hoe minder krimpverschijnselen. Hecht de metalen platen aan de boven- en onderkant goed aan elkaar voor je met lassen begint. Dit voorkomt schaarwerking. Leg niet meer laslagen dan nodig is. Hoe meer laslagen je legt, hoe meer last je krijgt van krimpverschijnselen. Leg bij meerdere lagen de lassen snel achter elkaar, als de onderliggende las nog warm is. Hoe minder het werkstuk tussentijds afkoelt, hoe minder krimpverschijnselen. Pas bij lange lasnaden de lasvolgorde aan. Las de lasnaad niet in 1 keer vol, maar doe eerst een stukje onderaan, dan een stukje bovenaan, dan een stukje in het midden, enzovoort. ELEKTRISCH BOOGLASSEN 21

4 Computertechniek Vragen 4.1 a De werking van een computer bestaat uit: invoer, verwerking en uitvoer. b Bekende voorbeelden van een computer zijn: een thermostaat, een telefooncentrale, een spelcomputer, een kassa en een melkrobot. Vragen 4.2 a De stelling is onjuist. b Voorbeelden van randapparatuur om gegevens in te voeren zijn: een muis, een toetsenbord, een scanner, een joystick, een microfoon en een webcam. c Voorbeelden van randapparatuur om gegevens uit te voeren zijn: een scherm, een printer, boxen en een schakelaar. Vragen 4.3 a Om een computer te laten werken, heb je allereerst een besturingssysteem nodig. b Windows en Linux. Vragen 4.4 a De bewering is juist. b Excel is een rekenprogramma. c Het computerprogramma voor een klimaatinstallatie bepaalt wanneer de verwarming of ventilatie aan moet en voor hoe lang. Vragen 4.5 a Je kunt bijvoorbeeld uitrekenen hoeveel hout je nodig hebt voor een schuur, hoeveel tijd het kost om een aardappelveld te rooien of hoeveel winst je het afgelopen jaar hebt gemaakt. Vragen 4.6 a Omdat een computer zelf niet nadenkt, is hij heel nauwkeurig. Vragen 4.7 a Deze bewering is onjuist. Vragen 4.8 a De bewering is onjuist. b Omdat een computer snel is, kun je meer werk verzetten in dezelfde tijd. c Veel werkzaamheden kunnen heel goed of zelfs beter door een computer worden gedaan. Vragen 4.9 a Je kunt gemakkelijk het productieproces controleren omdat alle gegevens in de computer zijn geregistreerd. b Allebei: zowel nauwkeuriger als schoner. Vragen 4.10 a Voorbeelden van computers in de dierhouderij zijn: de melkrobot, klimaatinstallatie en voedercomputer. Vragen 4.11 a Voordelen van een sateliettrekker is dat hij van afstand bestuurd kan worden en geen centimeter te veel rijdt. b Met een klimaatinstallatie regel je de temperatuur en luchtvochtigheid. Vragen 4.12 a Voorbeelden van computergebruik bij een trekker zijn computergestuurde slipen snelheidsregelingen en de hefinrichting. 22 AGRARISCHE TECHNIEK

Vragen 4.13 a Registreren is het vastleggen en bijhouden van bepaalde nuttige gegevens. b Registeren is handig, maar soms ook wettelijk verplicht. Vragen 4.14 a In een administratie staan de inkomsten en uitgaven van een bedrijf. b Deze gegevens voer je in een database in. Vragen 4.15 a Met het voorraadbeheer houd je precies bij wat je inkoopt en wat je verkoopt. b Met een database en een computerprogramma kun je het voorraadbeheer in een bedrijf bijna helemaal automatiseren. Vragen 4.16 a Met een bedrijfsanalyse kom je te weten welke maatregelen je moet nemen om de bedrijfsresultaten te verbeteren. Vragen 4.17 a Met een gesloten netwerk kun je op verschillende computers dezelfde documenten gebruiken. b Omdat niet iedereen overal bij mag komen, kun je documenten bijvoorbeeld afschermen met een wachtwoord. Vragen 4.18 a Een open netwerk is een netwerk waarbij je ook met gebruikers van buitenaf kunt communiceren. b Het grote voordeel van een open netwerk is dat je heel snel toegang hebt tot heel veel informatie en andere internetgebruikers. c Voorbeelden van het gebruik van een open netwerk zijn reclame, dingen kopen en verkopen, informatie zoeken en op afstand communiceren. Opdracht 4.1 Een collage maken over computers in de agrarische sector a b Precisielandbouw is een vorm van landbouw waarin heel veel computertechniek wordt gebruikt om zo efficiënt mogelijk te produceren. c Kostenbesparing. d Voorbeelden van computergebruik in de agrarische sector zijn: een voedercomputer, een melkrobot, een geautomatiseerde administratie, een koelinstallatie, een airconditioning, een broedmachine, enzovoort. Opdracht 4.2 Puzzelen met de PC COMPUTERTECHNIEK 23

Opdracht 4.3 Een thermostaat instellen a In figuur 4.4 is een centrale verwarming afgebeeld. b Andere verwarmingssoorten zijn vloerverwarming, muurverwarming, een open haard, een allesbrander, een gashaard, een heteluchtkanon, enzovoort c Een thermostaat wordt gebruikt bij vloerverwarming en muurverwarming. d Geen antwoord aanwezig a b c d Als je de kachel een half uur eerder uitzet dan je weggaat of naar bed gaat, blijft het toch nog voldoende warm. Een ruimte koelt namelijk vrij langzaam af. e Door de kachel zo weinig mogelijk te laten branden, bespaart een bedrijf geld. Bovendien is het beter voor het milieu. Opdracht 4.4 Een klimaatinstallatie onderzoeken a b Met een lamp. c Met een thermometer. d Met een thermostaat. e Met een ventilator. 1 2 3 4 5 De thermostaat slaat aan op het moment dat je een klik hoort. 6 7 8 9 De ventilator gaat draaien. 10 11 Steeds langzamer. 12 24 AGRARISCHE TECHNIEK

13 14 15 De temperatuur van 10 C wordt waarschijnlijk niet bereikt. Dat komt omdat de temperatuur in het klaslokaal hoger is dan 10 C. 16 17 a Door de lamp aan te zetten, wordt de kamer verwarmd. Je kunt de lamp harder en zachter zetten met de dimmer. Hoe harder je de lamp zet, hoe warmer het wordt. Door de ventilator wordt de kamer afgekoeld. Als het in de kamer 25 C is en je zet de thermostaat op 20 C, dan gaat de ventilator automatisch aan. Is de gewenste temperatuur bereikt, dan gaat de ventilator weer uit. b Een klimaatinstallatie wordt bijvoorbeeld gebruikt in een varkensstal en in een broeikas. c Als de temperatuur constant blijft, hoeft een ruimte niet verwarmd en niet afgekoeld te worden. En dus verbruik je ook geen energie. Opdracht 4.5 Op excursie naar een agrarisch bedrijf a b Auto, DVD-speler, digitale fotocamera. c COMPUTERTECHNIEK 25

26 AGRARISCHE TECHNIEK