preek over matteüs 27 : 26 april 2012 1 PREEK OVER MATTEÜS 27 : 26 GOEDE VRIJDAG 2012 VIERING HEILIG AVONDMAAL Ruilen met Jezus 4 april 2012 Liturgie: votum/groet zingen: Gez. 79 : 1,2,3 Hoe zal ik Hem bezingen en loven in mijn lied gebed zingen: Ps. 69 : 1,3 O, God, verlos mij, red mij uit de nood lezen/ tekst: Matteüs 27 : 1-2 en 11-26 luisterlied : Via Dolorosa van Sela; door Gijs Bakker en Marije Versteeg tekst: Matteüs 27 : 26 zingen: LvK 181 : 1,2 Noem d overtreding mij, die Gij begaan hebt verkondiging zingen: LvK 181 : 3,4,5,6 Zeg, mij, waarom men U aldus gehoond heeft Viering Heilig Avondmaal: lezen: H.A. formulier 5 zingen: Gez. 90 : 1,2 Ontsluit o Heer, voor U ons hart (na gebed uit formulier) gaande viering lezen: Matteüs 27 : 27 61 door: Herma Lubbers (achtergrond muziek door Arnold en Antheunis) luisterlied : Stille zaterdag door: Arnold, Marije en Mariët dankgebed zingen: Gez. 123 : 2,3 k Geloof in God de Zoon collecte: 1. Kerk en Eredienst zingen: Gez. 89 : 1,2,3,4 Jezus, leven van mijn leven zegen Gehouden te Enschede West op 06-04-12 h.p.dam Het staat u vrij om deze preek voor u zelf of in kleine kring te gebruiken. Wilt u deze preek lezen in uw gemeente, dan stel ik het op prijs dat u mij daar even van in kennis stelt (hpdam@kpnplanet.nl). Verder is het niet toegestaan deze preek te vermenigvuldigen of te publiceren zonder mijn toestemming. H.P. Dam
preek over matteüs 27 : 26 april 2012 2 Broeders en zusters in Jezus Christus, Noem mij de overtreding die Gij begaan hebt. Het zou de vraag kunnen zijn, die Pilatus aan Jezus stelde. Aan welke misdaad hebt U zich schuldig gemaakt? Jezus was door de hogepriesters en de schriftgeleerden, de leiders van het Joodse volk, naar Pilatus, de Romeinse stadhouder, de prefect, gebracht. Daarvoor was Hij door deze Joodse leiders, door het Sanhedrin verhoord. Zij stelden vast dat Jezus zich schuldig maakte aan Godslastering, omdat Hij zichzelf de Zoon van God noemde, de Messias. En omdat Hij sprak over zijn plaats aan Gods rechterhand, en over de dag waarop Hij weer zou komen. Toen Jezus dat zei, vonden ze het niet nodig om nog verder naar Hem te luisteren. Hij is schuldig, Hij verdient de doodstraf. Zelf mochten de Joden de doodstraf niet uitvoeren. Dat mocht alleen de Romeinse overheid. Daarom voerden ze, nog heel vroeg in de ochtend, Jezus naar het gerechtshof van de Romeinen. Daar leverden ze Hem over aan de prefect, de stadhouder, Pilatus. Ze wilden graag dat Pilatus nu, als de officiële rechter, zijn vonnis uitsprak over Jezus. En zo begint Pilatus zijn verhoor van Jezus. Wat is nu precies zijn schuld? Bent u de Koning van de Joden? vraagt hij. U zegt het, antwoordt Jezus. Is dat een doodzonde? Pilatus kan Jezus onmogelijk als koning serieus nemen. Alsof deze man een gevaar zou zijn voor de Romeinen, een opstand zou ontketenen. In de ogen van Pilatus is Jezus hoogstens een man met te veel verbeelding of met godsdienstwaanzin. Wat moet hij nu met die joodse godsdienstperikelen? Hij kan er niets mee. Als het proces zich voortspint, werkt Pilatus zich steeds verder in de nesten. De joden dringen steeds heftiger aan op een vonnis voor Jezus. Maar hoe Pilatus de hele zaak ook bekijkt, hij vindt op geen enkele manier schuld in Jezus. Jezus antwoordt niet op de beschuldigingen van de hogepriesters en de oudsten. Hij zwijgt, zoals Jesaja schreef, als een lam, dat stil is wanneer het geschoren wordt. Pilatus krijgt, onverwachts, tijdens het proces, nog een boodschap van Jezus onschuld. Zijn vrouw heeft een droom gehad die nacht, die haar zeer bezig hield. Blijkbaar was ze op de een of andere manier bekend met Jezus. Ze werd gekweld door het lot dat deze rechtvaardige zou treffen: Pilatus, houd je handen van Hem af! Die boodschap laat ze hem overbrengen. En dat was toch niet minder dan een vingerwijzing uit de hemel, van God. Voor Pilatus op z n minst een boodschap van zijn romeinse goden: pas op, deze man is onschuldig. Brand je vingers niet aan Hem. Maar Pilatus, gedwongen door het volk, weet uiteindelijk niets anders te doen, dan zijn handen in onschuld te wassen. Ik pleit mezelf vrij. Maar dat handenwassen laat niets anders zien dan dat Jezus onschuldig is, en Pilatus helemaal niet vrijuit gaat.
preek over matteüs 27 : 26 april 2012 3 Heel dat proces is één getuigenis van de onschuld van Jezus. Er valt geen overtreding te noemen. Wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan? Hoe kan Pilatus deze man nu veroordelen? Pilatus wil zich er onderuit wringen tijdens het proces. Er bestaat de gewoonte dat op het pesachfeest een gevangene wordt losgelaten. Maar Pilatus maakt er een ruil van. Hij betrekt Jezus in een ruilhandel. Er zit een gevaarlijke, joodse misdadiger in de gevangenis. De ironie wil, dat deze man ook Jezus heet, Jezus, met als bijnaam Barabbas, dat is Aramees voor: zoon van de vader, Jezus, de zoon van Abba. Deze Barabbas is een oproerkraaier, een moordenaar. Een man die misschien ook wel de kruisdood zou moeten ondergaan, als hij zijn terechte straf zou krijgen. Het kan haast niet mooier! We hebben hier Jezus, de zoon van Abbas en Jezus die zichzelf de Zoon van God de Vader noemt. Welke Jezus willen jullie vrij? Wie van de twee? Het is een gevaarlijk spelletje wat Pilatus speelt. Hij betrekt Jezus, die onschuldig is in de ruil, en geeft daarmee in feite al aan, dat Hij een misdadiger is. Mocht hij denken dat het volk wel voor Jezus, de Messias zou kiezen, en dat hij er daarmee vanaf was, dan komt hij bedrogen uit. De hogepriesters en de leiders halen het volk over: ze moeten de vrijlating van Barabbas vragen. En Jezus de Messias moet worden gekruisigd. Steeds feller dringt het volk aan: aan het kruis met Hem! Pilatus, hij wast zijn handen in onschuld: Hij wil niet schuldig staan aan de dood van deze man. Maar voor het volk is het geen probleem: Laat zijn bloed ons en onze kinderen maar worden aangerekend. En zo gebeurt het: Pilatus laat Barabbas, de moordenaar, de schurk, vrij. Jezus laat hij geselen en geeft Hem dan over om gekruisigd te worden. Zo staan ze daar, naast elkaar, in dat laatste vers van dit gedeelte. Barabbas en Jezus. Ze stonden op tweetal voor de rechtbank. Het recht wordt grof geweld aangedaan. De schuldige komt vrij, de onschuldige moet hangen. Het is Gods hand die het zo stuurt. Het is Gods verborgen wijsheid, die hier achter zit. Niets gebeurt er zomaar in die dagen van het lijden en sterven van Christus. Als Petrus later terugblikt op deze geschiedenis, zegt hij: Jezus werd overeenkomstig Gods bedoeling en voorkennis uitgeleverd, en zo hebt u, volk van de joden, Hem door heidenen laten kruisigen en doden (Hand. 2 : 23). In heel deze geschiedenis van Pilatus en Jezus is Gods hand aanwezig. En Gods diepe bedoeling wordt duidelijk in deze kwalijke rechtsgang.
preek over matteüs 27 : 26 april 2012 4 Het is God zelf, die zijn Zoon laat inruilen voor een schurk. Jezus de onschuldige: wat heeft Hij dan voor kwaad gedaan? Hij heeft ons allen welgedaan Aan blinden gaf Hij het gezicht. Verlamden liet Hij opstaan. Bedroefden heeft Hij opgericht. Hij sprak ons Vaders Woord En duivels macht heeft Hij verstoord. Hij nam ons zondaars aan. Iets anders heeft Hij niet gedaan. Zo klinkt het ontroerend in de Matthäus Passion, als daar gezongen wordt over deze episode. God laat zijn Zoon, de Heilige, de Weldoener, van plaats ruilen met de zondaar. En door deze daad wordt Jezus nog veel meer de Weldoener van de wereld. Hij maakt zijn dood aan het kruis tot leven voor ieder die in Hem gelooft! Hij neemt de schuld op zich, de zonde. En Hij laat zich uitleveren tot de kruisdood. Hij laat zich op Golgotha vastnagelen. Hij laat de straf van God over zich heenkomen. Dat is de wijsheid van God. Waarvoor Hij ook Pilatus, de rechter gebruikt: stel de onschuld maar vast, en spreek dan het vonnis van de kruisdood maar uit. Zo wil Ik mijn volk redden van de zonde door de dood van mijn Zoon. Laat zijn bloed ons maar worden aangerekend roept het volk tot Pilatus. Tegen wil en dank worden deze woorden een profetie. Het is alweer Gods diepe bodem die we hier zien. Het volk wil de verantwoordelijkheid wel op zich nemen. Ze zijn ervan overtuigd dat ze goed doen, als ze Jezus kruisdood eisen. Ze willen wel aansprakelijk zijn. Maar God draait deze onheilswoorden om. Hij stelt zijn volk, dat zo dwaalde, zijn volk, dat de Messias verwierp, en uitleverde aan de heidenen, aan het kruis, niet aansprakelijk. Maar Hij laat de kruisdaad zijn volk ten goede komen. Het is alweer Petrus die dat op een prachtige manier laat zien: U hebt de Heilige en Rechtvaardige verstoten en geëist dat aan een moordenaar gratie verleend zou worden. Hem die de weg naar het leven wijst, hebt u gedood, maar God heeft Hem uit de dood doen opstaan, en daarvan getuigen wij. Wend u af van uw huidige leven, en keer terug tot God om vergeving te krijgen voor uw zonden. (Hand. 3 ; 14,15 en 19). Het bloed van Jezus, dat tegen het volk zou moeten getuigen, laat het maar over ons komen, wordt niet een reden tot wraak laat staan dat we deze tekst zouden mogen lezen als een excuus voor Jodenvervolging God draait het om, en laat het bloed op een prachtige manier over zijn volk komen: bekeer je tot Jezus, de Messias, en zijn bloed zal je reiniging van al je zonden. Zelfs voor deze grote zonde, dat je Gods Zoon uitleverde en liet doden, bestaat genade!
preek over matteüs 27 : 26 april 2012 5 Wat is onze God groot in zijn goedheid! Wat ging onze Here Jezus vér in zijn liefde voor ons! Voor de rechtbank van Pilatus maakt God zichtbaar de grote kracht van het evangelie van zijn liefde. Jezus de Heilige, ruilt zijn leven in voor dat van de zondaar. Hij het oordeel, de zondaar vrijuit. Dat is de kracht van het evangelie. Wie gelooft, mag ruilen met Jezus. De rechtbank van Pilatus op aarde beeldt Gods rechtbank in de hemel af. God voltrekt hetzelfde oordeel als Pilatus. Dat is de ondoorgrondelijke wijsheid van het evangelie. Als tegen ons de aanklacht klinkt: noem Mij de overtreding die u begaan hebt. En als wij dan voor de dag moeten komen, en we moeten ze noemen. onze waslijst, waar zullen we beginnen..? Schuld en schaamte. En als we bekend hebben, dan wil God het grote wonder voltrekken. Alles wat tegen je pleit, alles wat roept om mijn oordeel over jou: Ik neem het van je af. Ik maak een scheiding tussen jou en je zonde. Je zonde neem Ik van je af, en Ik zie ze als weggedaan door mijn Zoon, die ook jouw zonden op zich wilde nemen. Je zonde op Hem, die stierf aan het kruis. En jij mag leven. Jij bent vrij! Hoe zwaar je zonden ook waren, hoeveel, hoe groot, hoelang de waslijst ook. Mijn genade in Jezus Christus is onuitputtelijk. Zijn bloed wast schoon en schoon en schoon. Jij, zondaar, wordt rein in Christus. Durf dat werkelijk te geloven, dat niet te bevatten wonder van Gods liefde! Durf voor jezelf aan te nemen, dat Jezus ook met u, met jou, van plaats ruilde. Hij jouw zonden, en jouw doodstraf. Jij vrijgesproken, jij het leven! Het is haast te groot om te geloven. Hoe kan God, hoe kan Jezus, ons zo liefhebben? Is het daarom niet, dat Jezus het zichtbaar maakte? Zijn lichaam en zijn bloed, voor ons gegeven aan het kruis? In de nacht, voor Hij werd uitgeleverd? Hij brak het brood en zei: Neem, eet, dit is mijn lichaam. En Hij nam de beker, en sprak het dankgebed uit en zei: Drink allen hieruit, dit is mijn bloed, het bloed van het verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden. Mijn lichaam werd gebroken in de dood, mijn bloed vergoten. Zo heb Ik mijn lichaam tot brood gemaakt. En mijn bloed tot drank. Dat heb Ik voor U, voor jou gedaan. Neem, eet en drink, en geloof dat al je zonden volkomen verzoend zijn. Amen.