Inhoud. Colofon. colofon / inhoud. Contactadressen Werkgroepen. Ontwerp & Layout: Elisabeth Hoek- 2D Digital Design



Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief Jaar van de Patrijs in Zeeland

Er zijn drie tellingen waaraan u mee kunt doen. Deze tellingen staan los van elkaar dus u kunt zelf bepalen aan welke tellingen u mee wilt doen.

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Natuurfotografie. Kijken, zien en dán pas fotograferen. Luc Hoogenstein

Hier zien jullie alweer de een uitgave van ons jeugdblad. Nieuwsgierig wat de Oele nu weer heeft te vertellen. Lees maar gauw.

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Macro fotografie De eerste is de scherpstelafstand van de lens De tweede belangrijke waarde is de reproductiefactor

FOTO- OPDRACHT 6. NatGeoFoto

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Verschillende lenzen, verschillende toepassingen.

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

thema sport Sportfotografie Hoe doe

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Verslag telling aalscholvers en blauwe reigers in het Kippenest in De Wieden op 9 mei 2009

Bescherming Weidevogels Zuid-Holland Versterken, ondersteunen en stimuleren van vrijwilligerswerk in het groen

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Fotografie tips voor betere landschapsfoto's

Waterlanders : op weg met Sam de salamander. Poelenproject Herzele ter uitbreiding van de amfibieënpopulatie met als kernsoort de kamsalamander.

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

BMP rapport Gat van Pinte 2013

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2014

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2013

Lezingen Han Bouwmeester Natuurfotografie

Monitoringsnieuwsbrief 1 mei 2016

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2016

Nieuwsbrief Vogelwerkgroep IVN Oisterwijk

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Verslag Vogelwerkgroep IVN Vijlen-Vaals en Gemeente Vaals 2014

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Van 11 tot 18 mei waren mijn vrouw en ik op Kreta. Zij was hier 27 jaar geleden als eens geweest, maar voor mij was het de eerste keer.!

Activiteiten bij De Helderse Vallei - maart 2016

Cursus Roofvogelnestkartering. Werkgroep Roofvogels Zeeland

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Het Meetnet Agrarisch Soorten van start in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen.

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

Aan de kinderen en de ouders van de kinderen van de jeugdnatuurgroep De Biesboschonderzoekers

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Monitoring op natuurboerenerven. Uitleg over de systematiek van het monitoren

Het onderzoek van de burgemeester 5/6

Meer over de ooievaar. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Hieraan herken je hem

Handleiding Vogel Wintertuintelling IVN Zeewolde. Vogelwerkgroep Oriolus

Diafragma, hoe werkt het

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Beginnerstips om roofvogels te fotograferen - de wereld van roofvogelfotografie

VOGELRINGSTATION OUD NAARDEN 4 e KWARTAAL OVERZICHT 2012

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Nationale Tuinvogeltelling 2012 enkele cijfers en getallen op een rij*

Datum: 13 april Excursie: Ochtendexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

(nestkastenproject) Golfbaan Welschap

Opdrachten thema. Veluwe

Welkom workshop Portretfotografie

Nieuwsbrief Roofvogelwerkgroep Fruitstreek. Februari 2014

Vervolgens reden we via de Torenvalkweg naar de Oostvaardersplassen. We besloten van start te gaan met een wandeling over het Oostvaardersveld.

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2012

Fotografietips - Vuurwerk

Nieuwsbrief april e jaargang nr. 1

Validatie. Beste Atlastellers,

1 september Rohel Tjeukemeer SBB-terrein Marswâl. 18 e vangdag

IK HEB JE! Kindertour Jacht met de camera

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Reisverslag Turkije (15 ) Jacques Vanheuverswyn brengt een verslag van een natuurreis naar Turkije en heeft mooie vogelfoto s mee.

Nieuwsbrief Gierzwaluwwerkgroep Oisterwijk

Inhoudsopgave. Algemene Informatie

Workshopvoorbereiding

Tekst lezen en verwijswoorden begrijpen

7 supertips over SCHERPTE & DIEPTE. voor natuurfoto s met een WOW-factor. Fotograferen in de natuur.nl. Toine Westen

Datum: Zondag 30 juni Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gids: Pim

Inhoud. Redactie: Website: B. de Maat. Excursies: Verenigingsruimte:

Monitoring met vrijwilligers

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Welkom bij kinderboerderij de Rekerhout

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2013 voor CCWO

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2015

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Welkom bij Foto van Beloois. Uitgangspunten. Werkwijze lessen van 2 uur. Oefeningen na elke les

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Experts maakten zich in het voorjaar zorgen: waar blijven de zwaluwen? Nieuwsbrief augustus 2018

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

NIEUWSBRIEF Juli 2018

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

De Steltkluut. Van Hulst tot Tokyo. schijnwerper

Spot diesperweruil met je Swarovski kijker

Tips voor betere foto's

Voorbereiding post 5. Iedere vogel zijn eigen plekje Groep

Wat weet jij over biologisch en over de bodem?

Germa de Vos. Kletsboek. Een vrolijk voorleesboek

Tuinvogels. Meer over onze koolmezen. Even voorstellen. Hier wonen ze. Echte natuur. Meer over de koolmees

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Transcriptie:

Colofon Uitgave van Natuurbeschermingsvereniging verschijnt 4x per jaar. Overname is toegestaan, mits bronvermelding. Auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun artikelen. Contributie /2012 20,00 contributie, en andere betalingen te voldoen door overmaking t.n.v. Natuurbeschermingsvereniging, Terneuzen Rabo Axel/ Terneuzen rek.no: 13.66.05.540 Voor België: PCR: 000-1666970-25 Adresgegevens: Postbus 319, 4530 AH Terneuzen www.steltkluut.nl info@steltkluut.nl Contactadressen Werkgroepen Planologie A. Paauwe G.v.d. Nissestraat 48, 4532 AE Zaamslag Vogels A. Wieland Liniestraat 13, 4561 ZS Hulst 0114-317026 Landschapsbeheer / Bomen L. Calle Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-617416 Planten P. Maas Rembrandtlaan 11, 4532 HP Terneuzen 0115-617004 Insecten J. de Bakker Past. Willemsstraat 5, 4586 AJ Lamswaarde 0114-690482 Jeugd van 6 tot 12 jaar M. Spruyt Notendijksepad 2, 4583 SZ Terhole 0114-314280 Jeugd van 12 tot 16 jaar S. Dobbelaar Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-617416 Jeugd vanaf 16 jaar B. van der Maas, Julianastraat 24, 4581 AP Vogelwaarde 06-10755586 Inhoud Steltkluut In de schijnwerper / Themamiddag 2 Henk Castelijns- SOVON- Vrijwilliger 3 Veldwaarnemingen 4-6 Birdwatch 6-7 Project Akkerzaden 8-9 Edward Neve- fotoles 10-12 Het jaar van de Boerenzwaluw 12-13 Vleermuizen op kerkzolders 14-15 Agenda 16-17 t Stekkertje Mieren en termieten 1 Sporen 2 Vlier en Judasoor 3 Afval in het bos 4-5 Bomen in de winter 5 Beroemdheden 6 Muizen in de Yerseke-moer 7 Bestuur: A. Paauwe, voorzitter voorzitter@steltkluut.nl L. Calle, secretaris secretaris@steltkluut.nl W. Wisse, penningmeester penningmeester@steltkluut.nl Leden K. Rijk, R. Goossens, R. Kregting Redactie: redactie@steltkluut.nl Website: webmaster@steltkluut.nl H. Hamelinck Excursies: excursies@steltkluut.nl Verenigingsruimte: Walstraat 7, 4531 ED Terneuzen 0115-61 74 16 openingstijden: woensdag 10:30-17:00 uur zaterdag 10:30-16:00 uur ISSN 1875-1385 Uiterste inleverdatum voor de kopij: 01-02-2012 colofon / inhoud Ontwerp & Layout: Elisabeth Hoek- 2D Digital Design 1

schijnwerper Foto: Natuurwerkdag- Lucien Calle Achter de remise t Lijkt wel of de mensen die In de Schijnwerper komen een abonnement hebben op bijzondere woonplekken. Kirsten Bilterijst woont op een plaats in Axel, die haast niemand kent. Achter de oude remise. Kirsten (30, geboren in Vogelwaarde) woont daar met haar vriend en twee katten. Ze werkt bij Cargill als allround expedition operator, wat inhoudt dat ze vrachtwagens vult met alcohol en alles wat daarbij komt kijken. Zo komt ze in contact met mensen uit allerlei landen. Ze heeft opleidingen gevolgd voor sociaalpedagogisch werker, grafische industrie en in de ICT. Misschien dat ze ooit nog in het groen wil werken, maar ik weet niet of ik daar fysiek sterk genoeg voor ben. Sinds ongeveer een jaar is ze actief binnen. Wat ik doe binnen? Ik ga voornamelijk mee met de beheerswerkgroep om te knotten en de bijkomende werkzaamheden te doen. Daarnaast ben ik ook af en toe actief voor de stichting Landschapsbeheer Zeeland, ook in een beheerswerkgroep. Ik was al een tijdje op zoek naar een hobby, bij voorkeur met een maatschappelijk doel. De natuur spreekt me aan, omdat ik graag buiten en fysiek actief ben. Ik werk bijvoorbeeld graag in mijn tuin. Mijn kennismaking met beviel me enorm goed. Het is toegankelijk voor iedereen, jong en oud. Het is best goed georganiseerd. En er zijn veel mogelijkheden op het gebied van natuur, zoals bomen en planten, dieren en diverse activiteiten. Mijn eerste kennismaking was meteen heel bijzonder. Er lag veel sneeuw en ik kreeg een door mezelf omgehakte boom mee als kerstboom! Ik leer ook best veel. Zo ben ik een keer met de groep amfibieën gaan determineren in de Smitschorre. En ik kom natuurlijk nieuwe mensen tegen. Kirsten heeft leren kennen via internet. Daarna was het contact snel gelegd. Misschien dat ze ooit nog eens wat gaat doen bij de vogelwerkgroep. Maar voorlopig heeft ze nog genoeg te doen met haar werk en haar hobby s: computeren (gamen), puzzelen, lezen en tuinieren. Rob Kregting Themamiddag Insectenwerkgroep Binnen een organisatie als De Stelkluut is er altijd beweging in het ledenbestand. Nieuwe mensen melden zich aan en jeugdleden groeien door. Degenen die echt actief willen deelnemen aan projecten, kunnen zich aanmelden bij een van de werkgroepen. Zo kan je van elkaar leren en blijf je op de hoogte van elkaars activiteiten. De insectenwerkgroep houdt een speciale informatiemiddag, zodat leden die daarin geinteresseerd zijn, zich kunnen aansluiten. Naast een paar lezingen over het veldwerk is het ook de bedoeling om te inventariseren wie zich met welk project wil bezig houden. Datum: zaterdag 28 januari, 13.00 uur Plaats: De Halle Axel. Programma: Opening en welkom. Joop de Bakker vertelt over zowel dag- als nachtvlinders in. Korte presentaties door de leden. Graag vantevoren melden bij Joop. Pauze. Wie doet wat? Overzicht van lopende en nieuwe projecten en vaste klussen, zoals (digitale) nieuwsbrief, inventarisaties, bijdragen aan website, voorzitter, etc. Lucien Calle vertelt over wilde bijen met focus op schorbijen en de knautiabij. Afsluiting, rond 16.00 uur. Henk Castelijns: SOVON-Vrijwilliger van het jaar Op 26 november ontving Henk Castelijns uit handen Sovon-directeur Theo Verstraal de onderscheiding SOVON-Vrijwilliger van het jaar. Het juryrapport nemen we hier in een wat ingekorte vorm over. Henk is actief in diverse werkgroepen op het gebied van vogelonderzoek en natuurbescherming. Hij is vanaf het begin zeer doordrongen geweest van het belang van goed onderzoek om de status van vogelsoorten in een gebied vast te stellen en eventuele relaties met de omgeving te kunnen begrijpen. Over een lange periode heeft hij zeer velen bij het systematische telwerk weten te betrekken en heeft zijn enthousiasme aan hen overgedragen. Hij geeft zelf meestal het goede voorbeeld door altijd de grootste en of moeilijkst te inventariseren gebieden op zich te nemen. Ook is Henk zeer overtuigd van het belang van goede contacten in Nederland maar ook in het buitenland en met name in België. Natuurbeschermingsvereniging Henk is hiervan actief lid sinds de jaren zeventig. Hij is mede oprichter van de vogelwerkgroep en is momenteel duovoorzitter samen met Alex Wieland. In de eerste jaren richtte het vogelonderzoek van Henk zich vooral op het Braakmangebied. Ook Saeftinghe gaat hem zeer aan het hart. Henk coördineert de maandelijkse hoog- en laagwatertellingen en mede hierdoor is het gebied op de kaart gezet als 1 van de belangrijkste wetlands van West Europa. Hij is zeer belangrijk geweest bij de bescherming van het gebied door te ijveren voor het stopzetten van de plezierjacht via kontakten met kamerleden, kamervragen en lobbywerk samen met de toenmalige schaapherder Jan Boon. Ook was Henk betrokken bij het opzetten van het vogelringstation Saeftinghe. Naast al dit werk heeft Henk nog tijd om geregeld coördinator te zijn voor ander soortgericht onderzoek in het werkgebied zoals: kraaiachtigen, Groene Specht en Bosuil. Roofvogelwerkgroep Zeeland Henk is oprichter van deze werkgroep. Hij heeft het voor elkaar gekregen dat in Zeeland zeer intensief onderzoek wordt uitgevoerd naar roofvogels. In alle vogelwerkgroepen in Zeeland zijn cursussen gegeven en mensen opgeleid. Ook op het gebied van voorlichting is veel gedaan. Zo is er een mooie website en zijn er werkbladen gemaakt die verstrekt worden aan eigenaren waar een roofvogel op het terrein broedt. Diverse professionele Henk van harte! 2 3

veldwaarneming presentaties van het roofvogelonderzoek in Zeeland zijn gegeven bij landelijke bijeenkomsten. Ook heeft Henk veel artikelen over roofvogels in Zeeland geschreven. Stichting Het Zeeuwse Landschap Tussen 1996 en 2006 is Henk bestuurslid geweest van Stichting Het Zeeuwse Landschap. En sinds 2006 tot heden is hij lid van de Natuur Wetenschappelijke Adviesraad van die Stichting. Vogeltrekstation en Sovon Henk heeft zich ontwikkeld tot specialist in roofvogels en uilen. Vele vogels (meestal nestjongen) zijn door hem van een ring voorzien. Daarnaast is Henk sterk voorstander In onderstaand overzicht zijn alleen bijzondere waarnemingen van vogels vermeld. Marcel Capello wordt bedankt voor het beoordelen van de inhoud van dit artikel en het geven van opmerkingen en aanvullingen. Regio: Midden en Oost Zeeuws-Vlaanderen (vanaf grofweg het Paulinaschor tot en met Saeftinghe). Nieuwe meldingen: Nieuwe meldingen kunt u sturen naar bertusbvb@gmail.com. De voorkeur gaat uit naar registratie via www.waarneming.nl. Bij de waarnemingen indien mogelijk vermelden: datum, aantal, leeftijd, geslacht, ter plaatse of overtrekkend en dergelijke. van het verzamelen van zoveel mogelijk gegevens: biometrie, nestkaarten en prooigegevens. Zo probeert hij de levenswijze van deze soorten zo goed mogelijk in beeld te krijgen waardoor er gerichte beschermingsmaatregelen uitgevoerd kunnen worden. Henk is inmiddels cursusleider (voor ringers van roofvogels en uilen) voor het certificeringsysteem van het Vogeltrekstation. Voor het landelijke project het jaar van de Bruine Kiekendief (2009) heeft Henk een belangrijke rol gespeeld. Henk: van harte gefeliciteerd met deze onderscheiding. Waarnemingen 1-07 t/m 30-09- Gebruikte afkortingen: Laagwatertelling Saeftinghe LWT, Hoogwatertelling Saeftinghe HWT, Diverse waarnemers = Div.wrns, Braakman-Noord BN, Braakman-Zuid BZ, Telpost Margarethapolder TELM, Telpost t Hellegat TELH, Autriche Polder AP, Verdronken Land van Saeftinghe VLVS, Groot Eiland GE, Paulinaschor PS. Futen tot en met eenden: 1 melding van een Roerdomp van JS op 16-9 in BN. 4 keer werd de Purperreiger gezien. Op 17-8 (1) TELM (BvB, HM), op 8-9 (1) bij Westdorpe (LB), op 22-9 (1) bij GE (LB) en op 24-9 (3) bij TELH (MC, HB, BV). Op 18-7 zag EN bij Terneuzen een overvliegende Ooievaar. Tussen 23-8 Foto: Ooievaars, Ab Klaassen bij Mauritsfort en 24-8 waren er in het gebied Maurisfort- Braakman 12-21 tijdelijk aanwezig. (JP, AK, CV) Op 25-8 zag MK maar liefst 42 overvliegende exemplaren. Op 31-7 werd een overvliegende Zwarte Ooievaar gezien (KVV, PD). Op 19-7 en 20-7 was er in de buurt van Vogelwaarde 1 aanwezig (SvdH, KT). Helaas waren de ingezonden foto s niet te gebruiken. Opvallende trek van Kleine Zilverreiger was er op 30-9. Op TELM kwamen er 10 voorbij. (BvB, HM). Grote Zilverreigers zijn, tot max 7, weer veel waargenomen op de bekende plaatsen (div. wrns). Een vroege waarneming van drie Kleine Zwanen op 24-9 (BdM). De enige melding van Rotgans in deze periode op 16-9 kwam van TELH (3) (HB). Zomertaling is gemeld op 2 locaties: van 18-7 tot 31-7 bij BN (1-5) (CF, BD, HC) en van 20-8 tot 13-9 bij AP (1-2) (YP, LB). Bij AP was in de periode van 12-9 tot 23-9 1 erg vroeg Nonnetje aanwezig. (YP, LB) Roofvogels tot en met Sterns: In september zijn een beperkt aantal Visarenden gezien. Op 2-9 op de Westerschelde (1) (LA), op 12-9 (1) op de Westerschelde (1) (SL), op 16-9 (1) bij GE (HH), op 17-9 (1) in VLVS (MJ, WvK, SdS, JM), op 17-9 (1) bij TELH (MC), op 22-9 (1) bij Ossenisse (MM) en op 24-9 (1) bij TELH (MC,HB). Blauwe Kiekendieven zijn gemeld op de volgende plaatsen: op 11-9 (1) VLVS (KdK), op 17-9 bij TELM (1) (BV, ED, JL, BvB), op 18-9 (2) in VLVS (WvK, HB) en op 18-9 (1) in Canisvliet (PM). De zeldzame Grauwe Kiekendief is 2 keer gezien. Op 31-7 (1) in BN (HC en MCa) en op 6-9 (1) bij Hulst (PM). Begin september was net over de grens bij de Hertogin Hedwigepolder een Steppenkiekendief aanwezig. Af en toe ging deze de grens over en is daardoor in ons gebied in de periode 4-9 tot 11-9 enkele keren gezien (LB, JK, AW, HH, TV). De enige locatie waar de Havik is waargenomen is de Braakman en wel op 3-7 (1) (HC), 10-9 (1) (GB) en 13-9 (1) (HC). Ook in BN zag CS 2 vroege overvliegende Ruigpootbuizerden. De gemelde Wespendieven zijn: op 4-7 (1) Hedwigepolder (WdR, SB), 31-7 (1) BN (KVV, PD), 10-8 (1) Canisvliet (FT),11-8 (1) Hulst (HB), 15-8 (1) VLVS (HB), 16-8 (1) Heikant (SvdV) en 31-8 (1) Terneuzen (JK). Enkele meldingen van het Smelleken: 23-7 (1) VLVS (FvV), 22-8 (1) TELM (BV), 11-9 (1) Hoek (LB), 17-9 (1) Zaamslag (BV), 17-9 (1) VLVS (MJ,SdS), 19-9 (1) Axel (LB) en 28-9 (1) BN (DC). Kwartels zijn vooral gehoord: op 1-7 (1) bij Canisvliet (LB), 4-7 (1) bij Eugeniapolder (HC), 6-7 (1) bij Zandberg (HB), 8-7 (1) bij Ter Hole (AvdW), 8-7 (1) bij Luntershoek (RD), 10-7 (1) bij Lamswaarde (AvdW), 10-7 (1) bij Canisvliet (FT), 11-7 (1) in BN (EN), 16-7 (1) bij Vogelwaarde (AvdW), 21-7 (2) bij Zaamslagveer (LB), 22-7 (1) in BN (CF), 31-7 (1) in BZ (HC, MCA), 15-8 (5) bij Philippine (RR). Twee meldingen van de vangst van Porseleinhoen op 27-9 en 30-9 bij het vogelringstation in VLVS (KM,JT). De Strandplevier is gezien op 3-7 (9) nabij Terneuzen (BV), 16-7 (2) VLVS (WvK), 15-8 (2) bij het Hellegatschor (BV) en op 13-9 (2) VLVS (HH). Op 2-9 zag HB 4 zeldzame Morinelplevieren bij HELH. Twee mogelijke Amerikaanse Goudplevieren zijn op 30-9 waargenomen door (AN). In de periode van 29-8 tot 23-9 waren bij AP max 9 Krombekstrandlopers aanwezig (LB, HH, JK, MC, CB). Bij TELH was er 1 aanwezig op 17-9 en 1 op 23-9 (HB, MC). In de periode 29-8 en 23-9 waren in AP max 20 Kleine Strandlopers aanwezig (LB, JK, WdS, MC, CB). Verder op 17-9 (1) bij TELM (BvB, ED, JL), op 18-9 (4) in VLVS (HN, FvV, LvR). Slechts 1 waarneming van de Temminck Strandloper bij BN (1) (HC, MCa). De zeldzame Poelruiter is in VLVS op 13-8 waargenomen door WvK. Ook een zeldzame waarneming is die van een Blonde Ruiter op 20-9 door LB bij AP. Eveneens zeldzaam is de waarneming van de Gestreepte Strandloper op 25-9 (1) bij de Vogel door HB. 1 melding van een Kleine Jager op 14-7 (1) op de Westerschelde (EP). 1 Grote Jager werd gezien door VdB bij VLVS op 14-7. Dwergsterns worden nabij Terneuzen niet vaak gezien. Aldaar zag CF er op 17-7 10 langs de zeedijk. Duiven tot en met gorzen: Deze periode zijn er gelukkig weer enkele IJsvogels gezien en wel op de volgende locaties: BN, BZ, Hulst, Canisvliet, TELH, VLVS, Heikant en Koewacht. (LB, MK, EM, AW, HB, MC, JP, CS, HV, CF, RD, ML). Gekraagde Roodstaarten zijn niet algemeen in onze regio. Er waren 4 meldingen: op 28-7 (1) bij St Jansteen (SvdV), op 7-8 en 26-8 (1) in Terneuzen (EN) en op 17-9 (1) bij Axel (LB). Slechts 1 melding van een Paapje vanuit VLVS op 18-9 (1) (BD,WL,WvK). Ook deze editie slechts 2 meldingen van de Braamsluiper: op 8-8 (1) bij Westdorpe (MG) en op 18-9 (1) VLVS (AW). Op het ringstation in VLVS zijn op 3 verschillende dagen, de zeldzame, Waterrietzangers gevangen. Op 5-8 (1) (JT, KM), op 17-8 (2) (JK, KM) en op 15-9 (1) (JT). De Graszanger is buiten de bekende gebieden VLVS en de Braakman alleen gezien op 2-9 bij Kloosterzande (HB). In BN gaat het om 3-4, in BZ om 2 en in VLVS om veldwaarneming 4 5

veldwaarneming Foto: Bonte Vliegenvanger, Edward Neve 4-6 zangposten (Div.wrns). De karakteristieke roep van de Cetti s Zanger was te horen op 3 locaties: op 11-9 (1) bij Koewacht (LP), op 14-9 (1) bij Canisvliet (SvdW) en op 17-9 (1) in VLVS (AW). De Grote Karekiet, een zeldzame rietvogel, is gezien op 3-8 bij GE (HN). De Grauwe Vliegenvanger werd gezien op 11-7 (1) bij Hoek (EN), op 24-7 (2) bij Philippine, op 26-8 en 31-8 (1) bij Terneuzen (EN, BV). De Bonte Vliegenvanger werd gezien op 6-8 (1) bij GE (HN), op 22-8,23-8 en 26-8 (1) bij Terneuzen (EN). Meldingen van de Baardman: In VLVS tussen 6-7 en 18-9 tot max 7 (VdB, WvK, MS, DV, LB, LvR), op 6-7 (2) bij Zandberg (HB), op 25-8 (1) bij Axel (PM). Op 17-9 passeerde een Buidelmees luid roepend TELM (BvB). Ook op TELM passeerde op 25-9 een Europese Kanarie (BV, BvB). Een Geelgors, in onze regio niet vaak te zien, is gezien op 6-8 bij Heikant (HN). De Grauwe Gors werd alleen bij TELH gezien op 20-8 (1), op 10-9 (2) en op 23-9 (1) (HB). Exoten: Op 9-8 was bij het GE een Chinese Knobbelgans aanwezig (AvdW). Tussen 7-9 en 28-9 is 1 Hoendergans gezien bij AP (LN, HH, FT). Casarca is op 2 locaties gezien. Tussen 2-7 en 20-9 max 5 bij AP (LB, HH, SvdW, ED, Euro Birdwatch 2-10- Tijdens de Euro Birdwatch heeft dit jaar weer geteld op 3 locaties. Er is geteld vanaf 7.30 tot 13.00 uur door 22 tellers, 3 dames en 19 heren. Bij aanvang was het dit jaar een erg klein wereldje. Het was helaas erg mistig, het zicht was slechts 30-50 meter. Doordat er tevens erg weinig wind was bleef de mist aanwezig tot ongeveer 9.30. De 1e 2 uren was er daardoor YP, LV) en 1 van 5-8 tot 31-8 in VLVS (WvK, HH, LB). De exotische Roodbekwever werd vanuit BZ gemeld door HC en MCa op 31-7. Hieronder volgen de namen van de mensen, van wie ik gegevens heb verwerkt in bovenstaande. De afkortingen zijn in de tekst verwerkt. S. Baeten (SB), L. Bekaert (LB), V. de Boer (VdB), B. v. Broekhoven (BvB), H. Bun (HB), M. Capello (MC), D. Camerlinck (DC), H. Castelijns (HC), M. Castelijns (MaC), B. Deconinck (BD), P. Dhaluin (PD), C. Fokker (CF), M Govaert (MG), S. vd. Heijden(SvdH), H. Hiel (HH), D. d Hondt (RD), M. Jeurissen (MJ), W. v. Kerkhove (WvK), A. Klaassen (AK),M Knipping (MK), J. Kolijn (JK), J. Labeij (JL), M. Lieman (ML), P. Maas (PM), B. d Maat (BdM), J. Maebe (JM), E. Matthijs (EM), K. Minnaar (KM), H. Molenaar (HM), M. Moncousin (MM), E. Neve (EN), A. Nijsen (AN), H. Nijskens (HN), J. Poortvliet (JP), L. Persijn, H. Nijskens (HN), E. Paree (EP), Y. Pieters (YP), R. Remijnse (RR), L. v. Rie (LvR), W. de Rouck (WdR), S. de Smet (SdS), M. Snyders (MS), J. Spinnewijn (JS), C. Stam (CS), K. Tieleman (KT), F. Tombeur (FT), J. Tramper (JT), F. v. Velzen (FvV), H. Verbrugge (HV), C. Verhelst (CV), D. Verroken (DV), K. Vliet Vlietland (KVV), B. Vroegindeweij (BV), A. vd. Wiel (AvdW), A. Wieland (AW). Bert van Broekhoven helaas niet zoveel te beleven. Die werden benut om wat bij te kletsen. Doordat het net hoog water was geweest hebben we kunnen genieten van een leuk aantal steltlopertjes die dan onder aan de telpost op het slikrandje komen foerageren. In het begin hebben we ze alleen gehoord. Zo hoorden we het kenmerkende geluid van de Bontbekpleviertjes, het klagende geluid van de Zilverplevier, het 3-tonige goed herkenbare geluid van een Foto: Pestvogel, Edward Neve aantal Groenpootruiters en het Tuu-Wiet van enkele Zwarte Ruiters. Toen de mist optrok bleken er 8 Bontbekpleviertjes aanwezig. Als we die niet hadden gehoord dan hadden we ze zeker gemist. Omdat de wind zuidoost was en er weinig wind stond zaten de vogels erg hoog. Doordat het ook nog eens onbewolkt was bleek het erg moeilijk de vogels die overvlogen in het vizier te krijgen. Klapper van de dag was een heuse Grote Pieper, een soort die op de telpost nog niet eerder was waargenomen. De 190e soort voor telpost Margarethapolder. Ik ontdekte hem of haar om 11.45 door de musachtige trekroep die slechts 2 keer gehoord werd. De vlucht was diepgolvend. De grootte duidelijk groter dan een Graspieper en een lange staart. Later bleek dat ook bij t Hellegat en op de uitkijkpost in Saeftinghe Grote Piepers waren waargenomen. Een andere aardige waarneming was de passage van een enorm lint van 95 Aalscholvers. Vanaf de telpost is ook een Gewone Zeehond gezien. Voor ons niet zo bijzonder meer, die zien we regelmatig. Tijdens de Birdwatch worden niet alleen de trekvogels geteld, ook alle soorten die zich ter plaatse ophouden. Er waren opvallend veel Tureluurs aanwezig vandaag namelijk 48. Verder ook al een aantal vroege Wintertalingen (10). Wat ook opvallend was dat we erg weinig Graspiepers (29) telden, minder zelfs dan Veldleeuweriken (51). Opvallend was de waarneming van een solitaire Rotgans. Die zien we meestal niet zo vroeg in het najaar en vooral niet in Zeeuws Vlaanderen. De resultaten: In totaal hebben we op de 3 telposten 85 verschillende soorten waargenomen. Het totale aantal vogels was 5845. Het landelijk totaal was 377.969. Alle resultaten zijn te vinden op: www.trektellen.nl en op www.vogelbescherming.nl. Bert van Broekhoven Foto: Tellers bij t Hellegat, Huub Bun Foto: Alex wachtend op de rovers- Bert v. Broekhoven Euro Birdwatch 6 7

zoals vroeger Project akkerzaden waterwingebied St. Jansteen Stichting Het Zeeuwse Landschap heeft verspreid door de hele provincie in totaal ruim 8500 hectare natuurgebied in eigendom en beheer, variërend van grote natuurgebieden als Het Verdronken Land van Saeftinghe tot kleine landschapselementen zoals een kreekrest of een vliedberg. In al die gebieden zorgt Het Zeeuwse Landschap er door actief terreinbeheer voor dat de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden in stand blijven of worden hersteld èn dat de gebieden waar mogelijk toegankelijk zijn voor publiek. In 2009 heeft Evides Waterbedrijf het beheer van het waterwingebied Sint Jansteen overgedragen aan Stichting Het Zeeuwse Landschap. Evides blijft eigenaar, het Zeeuwse Landschap heeft het gebied in erfpacht. Het gebied wordt beheerd volgens de door beide organisaties overeengekomen en goedgekeurde beheersvisie. Ten zuiden van Sint Jansteen is het gebied landschappelijk erg waardevol. Er zijn lanen met oude bomen en er liggen vele kleine weiden die vroeger als rootakker gebruikt werden voor de vlasverwerking. Boeren uit de omgeving brachten na de oogst het vlas naar het gebied om het te laten roten. Door het roten verweerde het buitenste laagje van de vlasstengel en kon deze gebruikt worden in de linnenindustrie. De kleinschalige akkers werden ingezaaid met rogge. Van de vlas- en roggeteelt is momenteel weinig meer terug te vinden in het gebied. De lokale graansoorten van vroeger zijn helemaal verdwenen. Omdat het herstellen van natuur- en landschapswaarden een onderdeel is van de beheersvisie, is beheerder Alex Wieland begonnen met het terugbrengen van de oude graansoorten. Samen met die graansoorten zouden ook de oude verdwenen akkerplanten terug kunnen komen. (Welke 50-plusser herinnert zich niet de klaprozen en korenbloemen die vroeger tussen het graan stonden.) Tegenwoordig worden de in te zaaien graanzaden grondig geschoond, waardoor alle zaden van akkerbloemen er uit gefilterd worden. Rondom de waterwinkanalen is vooral bos ingeplant maar aan de randen van het gebied is er mogelijkheid tot kleinschalige landbouw omdat daar minder water aan de bodem wordt onttrokken. Aan de hand van oude kaarten en luchtfoto s zijn enkele grote percelen herverkaveld tot kleine percelen zoals deze er lagen circa 100 jaar geleden. Voordat het project van start ging, heeft Alex geluisterd naar de verhalen van oude boeren. Zij konden nog vertellen over de wijze waarop de oude gewassen verbouwd werden en welke rassen er waren. Het is belangrijk dat de oude landrassen van dit gebied terugkomen omdat de landrassen specifiek zijn voor een bepaalde streek. De rassen passen zich steeds aan de wijzigende omstandigheden aan en kunnen daardoor ook beter tegen ziekten. Als ze niet meer verbouwd worden, kunnen ze zich ook niet meer aanpassen en zijn ze ook niet meer specifiek voor de oorspronkelijke regio. Voor de zaden kon Alex een beroep doen op de zaadbanken (genenbanken) waar de Foto: Akkerbloemen, Fien Bussens Foto: Spelt, Lucien Calle Foto: Inzaaien van de akkers, Fonny Roels Foto: Oogsten van de akkerzaden, Fonny Roels zaden van oude landrassen van de akkergewassen bewaard worden. Daar gaat dat met een zakje van honderd zaadjes. O.a de Stichting Korensla heeft zaad beschikbaar dat voldoende is om meteen op het hele perceel te zaaien. Naast de honderd jaar oude graansoorten zoals de vierrijige gerst, Sintjansrogge, spelt, haver en boekweit zijn ook verdwenen akkerplanten als dreps, gele ganzenbloem, bolderik en korenbloem meegezaaid. Dit zijn kruiden die niet lang kiemkrachtig zijn. Deze soorten zijn verdwenen door een betere zaaidzaadschoning. Sommige planten zijn vele tientallen tot honderd jaar kiemkrachtig. Deze zijn bewust niet meegezaaid. Er wordt gehoopt dat deze nog spontaan uit de aanwezige zaadbron in de bodem zullen kiemen als de omstandigheden gunstig zijn. Een boer had een kleine machine voor het oogsten beschikbaar en het zaaien is uitgevoerd door vrijwilligers van Landschapsbeheer Zeeland en de Agrarische Natuurvereniging De Groene Oogst. In 2010 is voor de eerste keer ingezaaid. Deze oogst mislukte vanwege slechte weersomstandigheden gedurende de oogstperiode is alles blijven staan als voer voor vogels. Grote aantallen vinken, rietgorzen en zelfs een flinke groep patrijzen, diverse geelgorzen, boomleeuwerik en blauwe kiekendief waren gedurende de hele winter aanwezig. In maart werden voor de tweede keer akkers in het gebied ingezaaid. De grotere percelen met de machine, de kleinere percelen met de hand. Het spreekt vanzelf dat er geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt. Na het zaaien volgde een heel droog voorjaar, het zaaigoed werd met spanning gevolgd. De oogst in augustus viel door de droogte wel wat tegen maar het het hoofddoel van het project is niet een grote oogst. Circa een derde deel is niet geoogst zodat de vogels en andere dieren hier voedsel kunnen vinden in de winter. In 2012 wordt het project voortgezet. De akkerbloemen deden het uitstekend, het paars van de bolderik kwam boven het graan uit. De rode klaproos trok massaal de aandacht en de gele ganzenbloem stond in flinke bossen een wedstrijd te houden met de zon. Op 1 van de akkers werd de zeer zeldzame Franse silene aangetroffen en in de nazomer werd de bijzondere Kleine parelmoervlinder waargenomen. Deze vlinder zet eitjes af op het akkerviooltje wat volop aanwezig is. Hopelijk weet deze vlinder zich uit te breiden. Een deel van geoogste zaden werden verpakt in zakjes van 2,2 kg. en worden te koop aangeboden voor 3,50 (voor Steltkluut leden). Het kan gebruikt worden als vogelvoer (of kippenvoer). Grotere hoeveelheden zijn ook mogelijk ( 1 per kg), maar dan liefst even contact opnemen met Alex. Alex adviseert voor een rijkere samenstelling (voor verwende tuinvogels) het zaad aan te vullen met zonnebloempitten. De lege zakjes kun je weer inleveren, ze kunnen gebruikt worden bij het ringen van vogels. De opbrengst wordt gebruikt voor het akkerproject Mochten er nog mensen zijn die meer informatie hebben over oude gewassen in Zeeland of als er mensen zijn die wat met de geoogste producten willen doen dan kunnen ze contact opnemen. Verkoopadres: Bezoekerscentrum Saeftinghe Emmaweg 4 4568 PW Nieuw Namen of stuur een email naar Alex: elsenalex@hetnet.nl Fien Bussens Foto: Gele Ganzebloem, Fien Bussens zoals vroeger 8 9

een ogenblik Foto: Koolmees 1958, Edward Neve Houdt U van stilzitten en genieten? Sinds het op de markt verschijnen van de digitale compactcamera wordt er wereldwijd heel wat af gefotografeerd. Legioenen staren zich suf naar de achterkant van die kleine cameraatjes om het geliefde onderwerp te registreren! Over dit soort fotografie gaat dit verhaal niet, hoewel het een wonder blijft dat zoveel techniek in zo n klein kastje is samengebundeld. De serieuze (natuur) fotograaf komt uiteindelijk toch terecht bij de spiegelreflexcamera (met verwisselbare lenzen). Omstreeks 1958 kocht ik mijn eerste camera, een Agfa Isola II, met uittrekbare lenstubus en een negatiefformaat van 6 x 6 cm. De diameter van het lensje was ongeveer een vingertop groot en ik fotografeerde er (met een voorzetlens, goed verscholen en van dichtbij) mijn eerste koolmees mee. Op een fotorolletje (zwartwit) kon je twaalf opnamen maken, dus je was wel zuinig om op de ontspanknop (toen nog mechanisch) te drukken. Anno zijn we natuurlijk enorm verwend door Canon, Nikon, Sony, etc. met razendsnelle digitale spiegelreflexcamera s, verwisselbare en kwalitatief uitstekende lenzen. Er zijn vele instelmogelijkheden op de camera en voor wie dit allemaal te lastig vindt is er wel een program- of automaatstand op de camera te vinden. Is het resultaat niet optimaal dan kun je achteraf, met een fotobewerkingsprogramma op je computer, het beeld nog wel wat bij schaven. Eén ding is in al die jaren niet veranderd: het natuurlijke licht waarbij we onze foto s maken. Als je beseft dat fotografie letterlijk schrijven met licht betekent ga je al heel anders tegen de materie aankijken. Afhankelijk van het tijdstip van de dag en het weertype is er niets veranderlijker dan licht. Mooi schaduwloos licht hebt je bijv. bij lichte bewolking waarbij de zon net niet door de wolken schijnt. Direct zonlicht op je onderwerp slaat de kleuren vaak dood (landschappen, bloemen). De ruimte hier is te beperkt om alle facetten van de fotografie te vermelden maar geen nood er zijn talloze boeken op de markt om je kennis te vergaren en te vergroten. (Wil je jezelf flink in de materie verdiepen kijk dan eens in het boek Digitale fotografie & Beeldbewerking van Frans Barten). Nog belangrijker is dat je je camera door en door leert kennen om snel op wisselende omstandigheden te kunnen inspelen. Daarbij komen zaken als in te stellen diafragma, sluitertijd, scherptediepte, onderen overbelichten, groothoek- standaard- of telelens, compositie, kleur etc. aan de orde. Studeren dus! Begonnen als vogelfotograaf (zie boven), heb ik me daarna ook bezig gehouden met landschaps- en macrofotografie. Landschapsfotografie Bij landschapsfotografie is het vooral belangrijk om niet direct naar de camera te grijpen maar eerst eens rustig te kijken hoe en wat je precies wilt fotograferen (ga eerst een tijdje zitten en laat het landschap op je inwerken). Kijk naar compositie, scherptediepte, standpunt, te gebruiken lens, lichtinval enz. Een stevig statief is een erg handig hulpmiddel zodat je, erg handig bij zoomlenzen, de juiste beelduitsnede kunt instellen. Gebruik je een lens met een vast brandpunt loop dan eens een stukje naar voren of achteruit. De uren rond zonsopgang en zonsondergang zijn favoriet doordat het licht mooi zacht is vergeleken met het wat harde licht (vooral bij zonnig weer) op het midden van de dag. Bezit je camera de mogelijkheid om vooraf de spiegel op te klappen maak er gebruik van zodat trillingsonscherpte door het opklappen van de spiegel, vooral bij lange sluitertijden en telelenzen, wordt voorkomen. Speel ook eens met de horizon, hoog of laag in je beeld en let op storende dingen in de achtergrond bijv. hoogspanningsleidingen, autoverkeer, lelijke blinkende hangaars etc. Wees bij het bekijken van de resultaten thuis op de computer kritisch voor jezelf en heb je er helemaal niks van gebakken: volgende keer beter. Macrofotografie Macrofotografie kent z n eigen problemen: vooral de zeer beperkte scherptediepte van een macrolens is vaak een probleem. Iets beter in dat opzicht is een groothoeklens die wat meer scherptediepte geeft maar ook wat minder vergroting. Een stevig statief is een must! Een macrofoto valt of staat ook met een rustige achtergrond. Zonlicht op grashalmen of bladeren geven storende lichtgekleurde, onscherpe lijnen of vlekken in je beeld. Om vlinders en libellen te fotograferen moet je je onderwerp als een sluipende indiaan benaderen en vooral veel geduld hebben. Het is een kwestie van veel doen om erachter te komen tot welke afstand ze jou nog tolereren. s Morgens vroeg als ze zich nog zitten op te warmen biedt kansen! Onontbeerlijk bij dit alles is een gedegen kennis van je onderwerpen. Denk, als deze beestjes je al een aantal keren te vlug af zijn geweest, ook eens aan rupsen. Oefenen op dit soort onderwerpen en met deze vorm van fotografie kan heel aardig in je eigen achtertuin. Zit al dit moois echter op een wiegelende bloem of grasspriet doordat er zelfs bij weinig wind nog altijd beweging is dan is dit een mooie gelegenheid om je geduld te beoefenen en te wachten tot het even windstil is. Vogelfotografie Voor vogelfotografie tenslotte is een lichtsterke telelens noodzakelijk, eventueel met converter om de brandpuntsafstand te vergroten. Trillingsvrij fotograferen voor het maken van scherpe opnamen vereist specifieke attributen. Om dicht genoeg bij je onderwerp te kunnen komen is een schuilhut of schuiltentje noodzakelijk. Ook fotografie met gebruik van de auto als schuilhut biedt goede mogelijkheden. Wil je kleine zangvogels beeldvullend vanuit een schuilhut op de plaat zetten beweeg dan niet heftig achter de zoeker van je camera want als de vogel in de lens kijkt ziet hij elke beweging achter de zoeker, jou dus, haarscherp. Mezen is in dit opzicht de favoriete soort om te oefenen. Zij zijn doorgaans minder schuw dan een roodborst of zwartkop. In mijn schuiltent heb ik een zelf gemaakte tafel waarop een zak ligt die gevuld is met enkele kilo s rijst zodat ik daar de telelens flink kan indrukken: constructie aanbevolen. Een stevig statief en ik bedoel daarbij een echt stevig exemplaar voldoet natuurlijk ook prima. In zo n schuiltentje kan het bloedheet of ijskoud zijn, afhankelijk van het jaargetijde dus voor je erin kruipt (meestal voor enkele uren of langer) even nadenken over je kledij! Wat voor apparatuur je ook hebt, bij dit soort fotografie loop je toch steeds weer tegen dezelfde grenzen aan van sluitertijd (bewegingsonscherpte), diafragma (scherptediepte) en ingestelde iso-waarde (ruis). Ideaal is natuurlijk een iso-waarde van 50 of 100 (geeft de minste ruis in je foto) een zo kort mogelijke sluitertijd (bij een 300 mm lens minimaal 1/300 ste seconde, liefst nog korter) en een diafragma enkele stops boven de grootste lensopening. In de praktijk zal het echter vaak neerkomen op het zoeken naar een zo gunstig mogelijke combinatie van sluitertijd/diafragma/iso-waarde. Een uitdaging! Doe ook geregeld een lichtmeting want het licht is vaak aan snelle veranderingen onderhevig. Door kennis te vergaren van vogelgedrag (vaste aanvliegroute?) vogelgeluiden, vogelvoer en het inrichten van een drinkplaats zijn sommige vogels redelijk voorspelbaar in hoe en wanneer ze voor je lens verschijnen. Vooral bij het fotograferen van kleine zangvogels wordt je kennis en kunde op de proef gesteld. Denk maar eens aan het nerveuze gedrag van een tjiftjaf bij een drinkplaats of een zwarte mees op het wintervoer. Zitten die vogels ooit stil?! Vele opnamen zijn dan ook meteen rijp voor de prullenmand. Tenminste het oog scherp en liefst nog een mooi lichtje erin moet je voor jezelf toch wel als criterium voor een geslaagde foto hanteren. De ontwikkelingen in de cameratechniek en steeds weer betere lenzen gaat onverminderd voort. Ik denk aan HDR fotografie (het combineren van enkele beelden om in je foto meer scherptediepte te verkrijgen), razendsnelle autofocussystemen, steeds snellere cameracomputers om beelden weg te schrijven etc. Het belangrijkste onderdeel van je camera blijft echter de gebruikte lens. Laat je hoofd niet op hol brengen en ren niet achter iedere nieuwe ontwikkeling aan. Veel belangrijker is je eigen apparatuur door en door te leren kennen want het is echt niet zo dat je betere foto s maakt door steeds meer en vaak niet gebruikte knopjes op je camera. Tot slot nog een opmerking. Vogelfotografie gaat vaak met emoties van de fotograaf gepaard. Andere mensen die je beelden bekijken ervaren deze emotie niet. Wil je een objectieve beoordeling van je fotografische kunde en kennis overweeg dan eens om lid te worden van een fotoclub en wanhoop niet als daar je eerste getoonde beelden direct naar de prullenmand worden verwezen. Maar als je gegrepen bent door het fotografievirus en een ogenblik 10 11

Boerenzwaluw Foto: Staartmees - Edward Neve je je kennis van de natuur en van je fotoapparatuur voldoende hebt ontwikkeld dan zul je ongetwijfeld tot goede resultaten komen. Dan is wachten op zo n vogeltje weliswaar Onderzoek SOVON Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland, organiseerden in een grootschalig, landelijk onderzoek, naar het wel en wee van de Boerenzwaluw. Om voor dit onderzoek een zo breed mogelijk publiek te interesseren kon men kiezen om deel te nemen aan een of meerdere onderzoeken; Fenologie, Bewoonde nesten, Nestplaatskeuze en Broedsucces. Vogelwerkgroep Evenals in voorgaande jaren, werden we door bovengenoemde instanties verzocht om weer deel te nemen aan dit jaarlijks terugkerend onderzoek, waarbij steeds een andere vogel, meestal een rode lijst soort, aan de orde komt. Dus dit keer de Boerenzwaluw. Op de vogelwerkgroepvergadering is dit uitvoerig besproken en hebben zich een aantal vogelaars aangemeld om deel te nemen aan een of meerdere onderzoeken, die in het telgebied van onze vogelwerkgroep, Oost Zeeuws Vlaanderen moesten plaatsvinden. stilzitten in zo n tentje maar vooral genieten van de spanning van wat er voor je lens komt. Jaar van de Boerenzwaluw Edward Neve Vogelwerkgroep deelnemer grootschalig landelijk onderzoek Boerenzwaluw. Fenologie Veel interesse was er om via www.waarneming.nl deel te nemen aan het spotten van de eerste waarneming Boerenzwaluw, hier hebben 27 vogelaars aan mee gedaan. De eerste waarneming binnen het telgebied van onze vogelwerkgroep was op 18 maart door Sander van der Veeken, die de eerste Boerenzwaluw spotte te St Jansteen. Op de telpost Margarethapolder werden in het voorjaar van tijdens tellingen in totaal 835 Boerenzwaluwen geteld, op de telpost t Hellegat waren dat er 50. Tijdens de najaarstrek Foto: Boerenzwaluw- Edward Neve Foto: Boerenzwaluw met klei- Edward Neve werden er op de telpost Margarethapolder 1966 Boerenzwaluwen geteld en op de telpost t Hellegat 215, voor meer informatie zie: www. trektellen.nl De eerste Boerenzwaluw in Zeeland werd gezien op de telpost Breskens op 15 maart door ons lid Jaap Kolijn uit Terneuzen. De primeur voor Nederland was op 7 maart in de provincie Utrecht. Bewoonde nesten Van de deelnemers aan dit onderzoek werd verwacht dat zij tussen 20 mei en 20 juli op hun eigen boerderij of elders op een andere locatie in hun omgeving het aantal bewoonde boerenzwaluwnesten te tellen, met als doel inzicht te verkrijgen in de verspreiding en trend in aantal 2e broedsels van de Boerenzwaluw. Aan dit onderzoek werd deelgenomen door 8 leden van de vogelwerkgroep. In totaal telden zij op 18 locaties, zoals boerderijen, maneges, schuurtjes en garages in totaal 104 bewoonde nesten. Op een paar locaties ging het mis, een aantal nestjes vielen (waarschijnlijk door de droogte) naar beneden met soms desastreuze gevolgen. Ook was er hier en daar sprake van predatie. Het aantal getelde 2e legsels kwam uit op 38. Nestplaatskeuze Aan de hand van een vragenlijst werden in Oost Zeeuws Vlaanderen in twee kwartblokken (2,5x2,5 km) alle mogelijk geschikte broedobjecten geïnventariseerd op bewoonde nesten. Op 27 voor de boerenzwaluw geschikte locaties werden tussen 20 mei en 15 juni in totaal 72 bewoonde nesten aangetroffen. Broedsucces Dit onderzoek is gestart in 2009 met de bedoeling dit nog vele jaren te volgen. Hiervoor zijn ten oosten van Terneuzen in Atlasblok 54-17 (5x5 km) 2500 Ha, een 7 tal locaties geselecteerd. Het betreft 2 boerderijen met vee, 2 boerderijen zonder vee, 1 boerderij met paarden en schapenstal, 1 paardenstal en 1 kleine schapenstal met omliggende gebouwen. Met een interval van 10-14 dagen werden alle bewoonde nesten bezocht om het aantal eieren en of jongen te tellen, dit gedurende de gehele broedperiode. Het broeden begint veelal begin mei en eindigt eind augustus, soms nog begin september. De gegevens zijn ingevoerd op de digitale nestkaart van SOVON Vogelonderzoek Nederland. Op deze locaties werden tot nu toe op jaarbasis, gemiddeld 50 bewoonde nesten geteld met in totaal 225 eieren en als broedsucces 190 jonge uitgevlogen vogels. Door predatie, verlaten van het nest, kapot gaan van het nest zijn een aantal eieren niet uitgekomen en jonge vogels ten prooi gevallen aan predatoren of uit het nest gevallen. De resultaten voor dit jaar: Hoewel de start ongeveer 14 dagen later was dan in de voorgaande jaren werd het toch een goed broedseizoen. En zijn er in de 63 geïnventariseerde bewoonde nestjes 297 eieren geteld en zijn er 276 jonge Boerenzwaluwen uitgevlogen. Er zal nog deze winter, op een van onze vogelwerkgroep avonden, een presentatie over dit onderzoek worden gegeven. Meer informatie over het onderzoek Broedsucces kunt u inwinnen bij Bram Vroegindeweij e-mail: vroegtol@zeelandnet.nl Inzet SOVON Vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland was om in voor de provincie Zeeland de volgende resultaten te boeken. Publiekstelling: Op ten minste 50 verschillende erven in Zeeland bewoonde nesten tellen. Door vogelwerkgroep zijn in Oost Zeeuws Vlaanderen op 18 erven bewoonde nesten geteld. Nestplaatskeuze: 10 nieuwe telgebieden in Zeeland = 10 kwartblokken van 2,5x2,5 km. Door vogelwerkgroep zijn in Oost Zeeuws Vlaanderen 3 kwartblokken onderzocht op nestplaatskeuze. Al met al mogen we met onze vogelwerkgroep terugkijken op een geslaagde deelname aan dit door SOVON vogelonderzoek Nederland en Vogelbescherming Nederland georganiseerde onderzoek en hebben we zeker voor het gebied Oost Zeeuws Vlaanderen ruim voldaan aan de vooraf gestelde doelstellingen. Bram Vroegindeweij Boerenzwaluw 12 13

verhuurd! Foto: Schitterend oud gebouw met monumentale bomen- Lucien Calle Vleermuizen op kerkzolders in Oost Zeeuws-Vlaanderen Het is al lange tijd bekend dat kerkzolders en bijbehorende torens van groot belang zijn voor een aantal soorten vleermuizen. Vooral de katholieke kerken met hun hoge zolders zijn in trek. De grote, donkere, meestal tamelijk verlaten en s zomers warme (zwarte leisteen op dak!) zolders en de soms vele monumentale bomen rond de kerken vormen een uitstekend leefgebied. Doorgaans worden dwergvleermuizen, laatvliegers en gewone grootoor vleermuizen aangetroffen. Veel zeldzamer zijn de grijze grootoor en de baardvleermuis. De meervleermuis is elders in Nederland op kerkzolders soms talrijk aanwezig, maar dat is hier niet het geval. Om enig zicht te houden en eventueel een bescherming te kunnen bieden, zijn er in Zeeland en dus ook in Oost Zeeuws- Vlaanderen een aantal projecten, die door Stichting Landschapsbeheer Zeeland (SLZ) en de Zoogdiervereniging uitgevoerd worden. Die projecten worden hieronder kort beschreven. Inventarisaties Er zijn twee methoden. SLZ probeert met behulp van vrijwilligers in de nazomers alle geschikte kerken eens per 6 jaar te bezoeken. Daarbij worden alle vleermuizen geteld en wordt gekeken naar de kwaliteit van de biotoop. Eventuele verbeterpunten kunnen in een vervolgproject worden aangepakt. Zo ontstaat een globaal beeld. Daarnaast is er een zg. monitoringsproject: 6 kerken worden jaarlijks geteld. Alex Wieland telt Clinge, Heikant en Koewacht, Luciën Calle doet St Jansteen, Zuiddorpe en Overslag. Door dit jaarlijks precies volgens voorgeschreven methodiek te doen, ontstaat een nauwkeuriger beeld van de ontwikkeling van de populaties. Kort samengevat blijkt dat de populaties redelijk stand houden of zich zelfs wat weten uit te breiden. Het inventariseren is een heel aparte klus. Mensen met hoogtevrees, stofallergie, spinnenfobie ed. kunnen beter een andere hobby zoeken. De speurtocht door zolders en torenspitsen gaat vaak via hoge gammele laddertjes, door duistere ruimten, gevuld met stofsluiers en het is er vooral in de nazomer loeiheet. Een voor deze streek bijzondere soort is de grijze grootoor vleermuis. Dit zeldzaam dier is in de streek al veel langer bekend, maar er waren toch steeds slechts weinig waarnemingen. In oktober bleek de soort op 4 van de 6 kerkzolders uit de monitoringsreeks aanwezig te zijn, met in totaal 12 dieren. Dat is meer dan op enig moment in het verleden. Onderstaand de gegevens van. Gewone dwergvleermuis Laatvlieger Gewone grootoor Tabel: Monitoring katholieke kerken in. Kr= Kraamkolonie aanwezig Grijze grootoor Clinge Aanwezig 10 1 St. Jansteen Aanwezig 8 1 Heikant Aanwezig 3 Koewacht Aanwezig Zuiddoprpe Aanwezig 1 Overslag Aanwezig 2, Kr* 7 Foto: Torenspits kerk Zuiddorpe-- Lucien Calle Foto: Grijze grootoor in kerk te Overslag- Lucien Calle Verbeteren biotoop en bescherming De SLZ werkt aan bescherming op verschillende manieren. Daar waar in de nabijheid van de kerk weinig groen aanwezig is, zijn bomen geplant. Daarnaast is rust op de zolders, zeker in de kraamtijd, van groot belang. In overleg met de kerkbeheerders zijn informatiebordjes opgehangen bij de ingang van de zolders. Soms is de toegankelijkheid van de zolders een probleem. Door een kleine aanpassing, zoals het gedeeltelijk open knippen van wat vliegenroostertjes, kan al veel bereikt worden. Ook de afstelling van de lampen die de gebouwen verlichten is een punt van zorg. De poepjes van de dieren kunnen, zeker op de plaatsen waar kraamkolonies zijn, zeer talrijk zijn. Meestal is dat geen bezwaar, omdat ze niet in de weg liggen of stinken. De SLZ vrijwilligers gaan een keer in de 2 jaar de zolder van Overslag op, om het toch weer wat schoon te maken. Dat helpt ook om de acceptatie van de dieren bij de kerkbeheerders te vergroten. Toekomst Het onderhoud van de torens en zolders is duur en het aantal kerkbezoekers loopt terug. De toekomst van deze markante gebouwen is daarom wat onzeker geworden. Je moet er toch niet aan denken dat de beeldbepalende gebouwen uit de dorpjes zouden verdwijnen. De belangrijke functie van de zolders en torens voor deze dieren is hopelijk een extra steuntje in de rug voor hen die zich voor het behoud van deze monumentale gebouwen sterk maken. Zaterdag 11 februari: Vrijwilligersdag te Zuiddorpe Een maal jaarlijks heet een van de Zeeuwse knotgroepen, alle andere Zeeuwse groepen welkom op de jaarlijkse vrijwilligersdag. Dit maal is gastheer. s. We verzamelen in Het Kaaike op het marktplein. s Morgens zijn er diverse klussen in de directe omgeving. s middags is er een heel programma waarin contacten leggen en Lucien Calle gezelligheid de boventoon voeren. Er zijn verschillende excursies die als thema natuur en cultuur hebben. Tot slot wordt de Gouden Jirizaag uitgereikt, de prijs voor de vrijwilliger van het jaar. Let op, enkele dagen vooraf aanmelden, ook bij de SLZ (info@slz. landschapsbeheer.nl) is verplicht! (voor preciese tijden, zie verder in de agenda) Foto: Poepjes van kolonie laatvliegers op kerkzolder Overslag- Lucien Calle Foto: Ook deze laatvliegers werken aan de toekomst - Lucien Calle verhuurd! 14 2010 15

De Agenda Excursies, wandelingen, fietstochten Zaterdag 7 januari: Knotten en boswerk aan de Zeildijk te Hulst Tijd: 9.45u ter plaatse Plaats: Zeildijk 25 Hulst Contact: Luciën Calle, 0115-617416, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl Er worden wilgen geknot en in het bos gewerkt. Er wordt om 9.45 uur begonnen en iedereen is welkom. Graag vooraf even een berichtje. januari Donderdag 19 januari en 15 maart Vergadering Vogelwerkgroep Tijd: 19.30u Plaats: Buurthuis Oudelandse Hoeve, Edvard Grieghof 113 Terneuzen Contact: Bram Vroegindeweij, vroegtol@zeelandnet.nl Belangstellenden, of ieder die wat meer wil weten over de vogelwerkgroep zijn eveneens van harte welkom. Knot- werk- Vogel- werk- Vrijdag 20 januari: Trekvogels Tijd: 19.00-21.00u Plaats: Walstraat Terneuzen Contact: Anja van der Giessen, vinkegiessen@tele2.nl of 0115-617524. Bert van de vogelwerkgroep gaat ons er alles over vertellen en laten zien. Daarna gaan we leren en/of oefenen hoe we door een verrekijker kijken. Dus: Neem je eigen verrekijker mee als je die hebt. 1 april (dit is geen grap) gaan we bij de Margarethapolder door onze verrekijker kijken of wij de vogels herkennen die Bert ons heeft laten zien. Of misschien wel een zeldzame vogel ontdekken! t Stekkertje/ Tussengaai- Zaterdag 21 januari: Uilenballen pluizen Tijd: 19.00-21.00u Plaats: Walstraat Terneuzen Contact: Sandra Dobbelaar, sandra.dobbelaar@gmail.com of 0115-617416 Meenemen: pincet, braakballen als je die toevallig hebt en een potje of plastic zakje. Uilen eten muizen met huid en haar op. Alles wat niet verteert braken ze weer uit. Wanneer je de botjes in zo n bal goed bekijkt, kun je te weten komen wat voor soort muis het is geweest. Heel soms vinden we resten van een vogel of zelfs een vleermuis! Pluis je mee? Zaterdag 21 januari: Afzetten hakhout de Plasschaert, Koewacht Tijd: 9.45 uur Verzamelen: Ingang van het bos in de Matthijsstraat Contact: Lucien Calle, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl Het is alweer 10 jaar geleden dat het hakhout hier is afgezet. We werken in het moerasbos dus laarzen zijn handig. De stammen moeten worden doorgezaagd en van takhout ontdaan. Het dunnere hout wordt in het aanleggende bos verwerkt. Hopelijk heeft het wat gevroren, want dan is de bodem hard. Tussengaaien Knotwerkgr. Zaterdag 28 januari: Themamiddag Insectenwerkgroep Tijd: 13.00uur Plaats: De Halle Axel De insectenwerkgroep houdt een speciale middag, zodat leden die daarin geïnteresseerd zijn, zich kunnen aansluiten. Zie voor meer informatie pagina 2 in dit blad. Zaterdag 4 februari: Afzetten hakhout de Plasschaert, Koewacht Tijd: 9.45 uur Verzamelen: Ingang van het bos in de Matthijsstraat Contact: Lucien Calle, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl Zie 21 januari. februari Insec- ten- Knot- werk- Zaterdag 11 februari: Afval, wat is dat? Tijd: 13.00-15.00u Plaats: Koegorspolder, de milieustraat Contact: Anja van der Giessen, vinkegiessen@tele2.nl of 0115-617524 We nemen een kijkje in de milieustraat en laten ons daar alles over afval uitleggen. Wie gaat ermee? Heb je nu al vragen over afval? Mail deze door naar mij en hopelijk krijgen we er die zaterdag antwoord op! Max. 20 kinderen, vol is vol! Zaterdag 11 februari: Vrijwilligersdag te Zuiddorpe Tijd: 9.30 uur Plaats: Het Kaaike, Marktplein Zuiddorpe Contact: Lucien Calle, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl s Morgens zijn er diverse klussen in de directe omgeving. s middags is er een heel programma waarin contacten leggen en gezelligheid de boventoon voeren. Er zijn verschillende excursies die als thema natuur en cultuur hebben.. Let op, enkele dagen vooraf aanmelden, ook bij de SLZ (info@slz.landschapsbeheer.nl) is verplicht! Donderdag 16 februari Lezing Vogelwerkgroep Tijd: 19.30u Plaats: Bezoekerscentrum Saeftinghe Emmadorp Contact: Bram Vroegindeweij, vroegtol@zeelandnet.nl Belangstellenden, of ieder die wat meer wil weten over de vogelwerkgroep zijn eveneens van harte welkom. t Stekkertje/ Knotwerkgroep Vogel- werk- Zaterdag 18 februari: Winterse wandeling langs het Groot Eiland Tijd: van 13.00 tot 16.00 Plaats: verzamelen aan de parking 8e verkorting Contact: Adri Paauwe, A3Paauwe@hetnet.nl. Een pittige voorjaarswandeling langs weilanden en door het bos. Maximaal aantal deelnemers is 25. Vooraf aanmelden bij Adri is verplicht. Zondag 4 maart: Winterse wandeling langs het Groot Eiland Tijd: 14.00 uur Plaats: Verzamelen op het erf van familie Dekker aan de Hoge weg 25 Contact: Clara Dekker, 0114-651725 Ook deze keer maken we weer een rondje langs het Groot Eiland. Een andere tijd in het jaar. Andere vogels, planten die weer te voorschijn komen, het eerste blad aan de bomen en verrassende uitzichten. Wandel mee en ontdek dit prachtige natuurgebied. maart Zaterdag 10 maart: Werken in het Gaaienbos, Kinderdijk te Axel Tijd: 9.45 uur Verzamelen: Ingang van het bos aan de Kinderdijk te Axel Contact: Lucien Calle, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl De jeugdgroep van (De gaaien) heeft sinds enkele jaren een eigen bosje in beheer. Er is nog genoeg werk te doen en op deze dag mogen ook alle volwassenen mee. We gaan het bos dunnen en houtrillen maken. Bovendien is er altijd tijd voor excursies of om wat lol te maken. Knotwerkgroep Zondag 11 maart: Zeeuws Vlaanderen schoon! Tijd: 10.00-12.00u Plaats: Waterstraat, Hulst of hebben jullie een idee voor een plaats? Contact: Marjon Spruyt, marjons@hetnet.nl of 0114-314280 Wie van jullie heeft al eerder zwerfafval opgeruimd? Stuur ons jouw verhaal. Help mee! Trek je handschoenen aan en neem een afvalzak mee. Zondag 11 maart gaan we met z n allen aan de slag! Let op, voor de oudere kinderen (v.a. 11 jaar) is er ook een andere activiteit. Zondag 11 maart: Bomen, bos en dieren in het bos Tijd: 10.00-12.00u Plaats: Clingse bos, verzamelen achter Interjute Contact: Sandra Dobbelaar, sandra.dobbelaar@gmail.com of 0115-617416 Meenemen: loep en verrekijker. We maken een wandeling door het bos en gaan op zoek naar bijzondere bomen en wat daar allemaal op en in leeft. Tegelijk speuren we naar vogels en zoogdieren. Let op, voor de jongere kinderen (v.a. 6 jaar) is er ook een andere activiteit. Zaterdag 24 maart: Heide en bosbeheer in St. Jansteen. Tijd: 9.45 uur Verzamelen: Ingang van het bos aan de Heerstraat te St. Jansteen Contact: Lucien Calle, 06-22792100 of lucalle@zeelandnet.nl Het heideveld wordt van bramen ontdaan en er zijn wat klussen in het bos, zoals het verwijderen van Amerikaanse vogelkers. Daarnaast is er volop ruimte voor excursies, inventarisaties, fotografie ed. Bovendien brengt de boswachter een verrassing t Stekkertje Tussengaaien Knotwerkgroep 17De Agenda t Stekkertje 16

deze pagina is leeg vanwege het layout, omdat het Stekkertje met een rechte pagina begint- is alleen bij de opmaak niet in het boekje Foto: Bosmier- Lucien Calle Mieren en termieten Heel wat dieren vormen groepen. Vaak om voedsel te zoeken of om zich te verdedigen. Voor sommige dieren is deel uitmaken van een groep een heel gespecialiseerde manier van leven geworden. Dat is vooral het geval bij de sociale insecten : mieren, bijen en wespen en termieten. Mieren en termieten zijn niet sterk verwant, maar leven op een zelfde manier. Ze maken liefst een ondergronds nest, lijken vaak op elkaar en vertonen hetzelfde gedrag. Sociale insecten verdelen onder elkaar het werk dat nodig is om hun gemeenschap in leven te houden. Gewoonlijk is er maar één dier (de koningin) dat eieren legt. Voedsel zoeken, zorgen voor de larven en op de uitkijk staan, dat is het werk van andere dieren. Ze werken instinctief en reageren op feromonen (dat zijn chemische boodschappen) van de koningin. Ontwikkeling en lichaamsbouw Volwassen mieren groeien uit de eieren die de koningin legt. Eerst komen uit de eieren made-achtige larven, die daarna verpoppen. Uit de poppen komen volwassen mieren. In vele mierenkolonies hebben de volwassen insecten een verschillende lichaamsbouw, afhankelijk van het soort werk dat ze doen. Bij sommige soorten kunnen de soldaten (strijdmieren) vijftig keer zwaarder zijn dan de werkmieren. Wanneer de koningin de eitjes heeft gelegd, worden ze door werkmieren weggebracht. Ze worden samen uitgebroed in kamers. Uit de eieren komen larfjes zonder vleugels. Die vormen later ovale poppen, veel mensen denken trouwens dat dit de eieren zijn. Soldaten hebben grote kaken om indringers mee aan te vallen. Dat kunnen andere mieren zijn, die nesten plunderen om de werkmieren te dwingen voedsel voor hen te gaan zoeken. Gevleugelde mieren vliegen uit het nest om te paren. Kort daarna sterven de mannetjes en de wijfjes beginnen nieuwe kolonies. Het aantal werkmieren in een kolonie schommelt tussen enkele honderden en meer dan 20 miljoen bij een paar tropische soorten. Anja van der Giessen Foto: Rode bosmieren zitten op te warmen - Lucien Calle Foto: Uitzwermende Zwarte wegmieren- Lucien Calle sociale insecten 1

achtergelaten Sporen Veel zoogdieren leven meestal verborgen. Ze zijn altijd op hun hoede voor gevaar. Horen of ruiken ze iets geluiden of geuren dat op gevaar wijst, dan gaan ze ervandoor. Lang voor je ze te zien hebt gekregen. Op de grond kun je wel hun sporen vinden, als je ten minste goed kijkt. Zo kom je toch nog iets te weten over die verborgen dieren. Het beste kun je sporen zoeken op vochtige, maar toch stevige grond. Sporen vertellen je op welke manier zoogdieren zich verplaatsen. Herten en andere hoefdieren laten heel scherpe afdrukken achter, omdat al hun gewicht wordt gedragen door één of twee harde tenen aan elke poot. Dieren die op hun tenen lopen noemen we teengangers. Gewoonlijk zijn ze snel en wendbaar. Bij minder vlugge zoogdieren, zoals dassen, wasberen en beren, zijn de pootafdrukken groter. Deze zoolgangers bewegen zich wat logger en vaak staan hun sporen dicht bij elkaar. Bij het onderzoeken van afdrukken moet je goed kijken om het aantal tenen te tellen en om te zien of er klauwsporen zijn. Honden en vossen kunnen hun klauwen niet intrekken, katten doen dat wel als ze lopen. PROEF: Laat een schaal met een laagje zand dag en nacht op dezelfde plaats (in je tuin/buiten) staan. Zo kun je sporen van amfibieën, vogels en insecten verzamelen. Bv. een pissebed laat hele fijne afdrukken achter, kevers en duizendpoten later duidelijker sporen na. Misschien loopt er wel een egel, pad of een kikker over het zand! Die sporen lijken wel kunstwerkjes. Voedselsporen Voedselsporen van dieren zoeken en herkennen is een beetje detectivewerk. Wat je allemaal zou kunnen vinden: losse veren, stukjes schors, uitwerpselen, gebroken eierschalen, afgeknabbelde zaden Veel planteneters, zoals konijnen en herten, zijn gedurende de tijd waarin ze niet slapen, grotendeels bezig met eten. Vaak gebeurt dat op plaatsen waar ze altijd terugkeren. Dat ze ergens geweest zijn, kun je zien aan de afgebeten begroeiing of aan de uitwerpselen. Vleeseters laten minder sporen na en die sporen liggen ook verder uit elkaar: ze eten niet zo vaak en vreten hun prooi soms helemaal op. Wanneer een vos een vogel heeft aangevallen, zie je op die plaats vaak veren liggen. Heeft de vos een nest muizen opgegraven, dan blijft er van de prooi niets over, alleen een kuil in de grond. Geursignalen Uitwerpselen van konijnen liggen vaak in hoopjes grasbulten. De geur ervan vertelt andere konijnen dat in dit gebied al iemand woont. Bij planteneters zijn de uitwerpselen afgerond en vezelig. Herten eten massa s planten met weinig voedingswaarde en laten dan ook grote hoeveelheden uitwerpselen achter. Uitwerpselen van vleeseters hebben gewoonlijk een puntje en bevatten vaak haar en stukjes been. Ook vleeseters bakenen hiermee hun territorium af. Anja van der Giessen Foto: Knaagsporen muis - Sandra Dobbelaar Foto: Sperwer plukplaats- Sandra Dobbelaar Foto: Vossenpoep- Sandra Dobbelaar Foto: Gewone vlier - Sandra Dobbelaar Vlier en Judasoor De Vlier is een struik met donkergroene bladeren, die wel 10 meter hoog kan worden. De knoppen of blaadjes staan telkens tegenover elkaar. Anders dan bij andere struiken en bomen, kun je bij de vlier in de winter nog een stukje van de blaadjes zien. Die steken een eindje uit de knoppen. Vlieren hebben een asgrauwe, wrattige schors, die later vaak gebarsten en gescheurd is. Heb je wel eens aan een vlier geroken? Wat vind je daar van? De takken zijn hol. Bij jonge takken zit daar merg in. Van oudere takken kun je een fluitje maken. Daar komt de naam flierefluiter vandaan. De struik bloeit vanaf mei tot juli met witgelige bloemenschermen. In de nazomer komen er glanzende, zwartpaarse bessen aan. De zaden worden verspreid door vogels die de bessen eten. Dat zijn vooral spreeuwen die gek zijn op de zwart/paarse bessen. De vlier groeit overal goed waar de grond veel stikstof bevat. Bij verwaarloosde huizen bijvoorbeeld, op kerkhoven of rond konijnenholen. Op deze plaatsen is de grond verrijkt door afbraak van organisch materiaal, zoals mest. Op boerenerven werd de struik vaak aangeplant als erfbeplanting, omdat de vlierfee Vrouw Holle de bewoners beschermde. In de natuurgeneeskunde staat de vlierstruik hoog aangeschreven: bladeren, bloesem, schors, bessen,. Alles is bruikbaar. De bladeren bevatten Kaliumnitraat, wat een stimulerende werking geeft aan de nieren. De bloesem werkt zweetafdrijvend. Afvalstoffen worden uit het lichaam verdreven. De bloesem wordt wel in pannenkoeken en cake meegebakken. De Noord-Amerikanen frituren de bloesem. Bovendien kan men van de bloesem siroop maken. De schors activeert de darmen door zijn harsgehalte. De bessen bevatten veel vitamine C. Van de vruchten wordt jam, vruchtensap en vlierbessenjenever gemaakt. Vlier zou rustgevend, bloedreinigend, vochtafdrijvend en laxerend zijn. Let op: alle niet rijpe groene delen van bessen en bloesem zijn giftig! Het Judasoortje komt het gehele jaar voor. Meestal vind je het op oude vlierstruiken, maar soms is het ook op ander loofhout te vinden. Het is een trilzwam van 2,5-7,5 cm. Ze groeien vaak in groepjes. De buitenkant is roodbruin van kleur en voelt fluwelig aan. De binnenkant is een beetje roze van kleur. De paddenstoel is taai elastisch, net als je oor. Voel er maar eens aan. In vochtige perioden zijn de paddenstoelen zacht, maar bij droogte kunnen ze steenhard worden. Zodra het weer vochtig wordt, worden de judasoortjes weer zacht en sappig. Hoewel het judasoortje weinig smaak heeft, eten ze het in Japan en China graag. Anja van der Giessen Foto: Vlierbessen Foto: Judasoor - Lucien Calle ken je deze? 2 2010 3

recycling Foto: Diverse vliegen op poep- Lucien Calle Afval in het bos In de herfst vallen de blaadjes van de bomen. Ze vormen dan een prachtig kleurentapijt op de grond. Het ruikt dan heerlijk in het bos. En wat is er leuker dan schoppen onder de gevallen blaadjes. Of je beste vriendje begraven onder een dik pak. Een jaar later, vind je van dat hele bladertapijt niet veel meer terug. Waar blijven al die blaadjes toch? Afval van de natuur Het woord afval is misschien een beetje verwarrend. Voor ons betekent afval iets dat we niet meer kunnen gebruiken. We gooien het dan weg. In de natuur gaat het anders. Als we in de natuur praten over afval, natuurlijk afval dus, dan hebben we het over alle resten van planten en dieren. Afgewaaide takken bijvoorbeeld. En blaadjes, bessen, boomstronken, keutels, braakballen en dode dieren. Je kunt zelf vast nog meer bedenken. In de natuur wordt het afval niet weggegooid. Natuurlijk afval wordt steeds weer opnieuw gebruikt. Vertering Afgebroken takken, bladeren, dode dieren enz. komen op de bodem terecht. Dit natuurlijke afval vormt een dikke laag. Die laag noemen we de strooisellaag. Allerlei soorten beestjes, schimmels en bacteriën verteren (afbreken, verrotten) dit natuurlijke afval. Ze zorgen ervoor dat het uiteindelijk zo klein mogelijk wordt. Het natuurlijke afval is verteerd tot mineralen die in het water kunnen oplossen. Dan kunnen de wortels van een plant de opgeloste mineralen samen met het water opnemen. Grote aantallen beestjes zijn onmisbaar bij de vertering van natuurlijk afval. Ze leven op en in de grond: slakken, regenwormen, pissebedden, miljoenpoten en oorwormen. Deze bodemdiertjes leven van plantenresten. Ze eten van de afgevallen bladeren en rottende takken of boomstammen. Ze maken ze klein en verteren ze. Larven van houtkevers boren gaten in soms keihard hout en maken er zacht zaagsel van. Regenwormen vreten stukjes blad met aarde. In de poep van een regenworm zit dat dan helemaal vermengd. Er zijn kevers die doodgravers heten. Hoe deze kevers aan die naam komen? Omdat ze dode dieren, zoals een vogeltje, mol of muis begraven. Dat doen ze meestal met zijn tweeën. Een mannetje en een vrouwtje. Als het werk klaar is, jaagt het vrouwtje het mannetje weg. Dan legt ze haar eitjes bij het dode dier. Als de eitjes uitkomen, eten de larven het dier verder op. Je hebt vast ook wel eens zo n prachtige glimmend blauwe kever op het bospad gezien. Ze graven gangen die ze vullen met mest. Daar leggen ze hun eitjes bij. De larven eten van de mest. Een andere soort mestkever maakt balletjes van mest. De bal wordt achteruit naar een geschikte plek gerold om hem te begraven. Onder de grond wordt de mestbal opgegeten of er wordt een eitje bij gelegd. Sommige soorten vliegen legen ook hun eitjes in dode dieren. Uit de eitjes komen maden. Deze larven hebben geen ogen en ook geen poten. Echt nodig hebben zij die eigenlijk ook niet. Ze liggen toch midden in hun voedsel. Er zijn ook soorten vliegen waarvan de larven leven van rottend hout. Dus niet zomaar omgooien die dode bomen! Mieren eten ook dode dieren. Vaak dode insecten. Ga maar eens bij een mierenpaadje kijken en zie wat ze allemaal meeslepen. Schimmels spelen een belangrijke rol bij de vertering. Je hebt vast wel eens een rotte appel of beschimmeld brood gezien. Sommige schimmels hebben prachtige vruchtlichamen. Die vruchtlichamen noemen we padden- Foto: Mestkever- Sandra Dobbelaar Foto: Elfenbankjes- Lucien Calle stoelen. Schimmels maken het werk af. Zij verteren de resten tot nog kleinere deeltjes. Dan is uit het afval iets heel nieuws ontstaan. Het heet humus. Ook bacteriën zijn belangrijk bij het verteren van natuurlijk afval. We kunnen ze zonder microscoop niet zien, maar ze zijn er wel. Ze zijn overal. Heb je wel eens bedorven melk gezien? Dat komt door bacteriën. Er zijn Bomen in de winter Bomen worden veel ouder dan mensen. In hun leven gebeurt heel veel. Bomen zijn levende natuurgebiedjes. Allerlei dieren vinden er voedsel in en onder. Vogels maken een nest in de takken, vleermuizen slapen in de holtes van de stam, insecten boren gangetjes in het hout en muizen maken holletjes tussen de wortels. Bomen behoren tot verschillende families. Wat ze allemaal hetzelfde hebben is dat ze hoog worden. In het bos staat een boom vaak ingesloten door andere bomen, zodat hij hoog moet groeien om het licht te bereiken. Vaak staan er alleen bladeren aan de bovenste takken. Als je kijkt naar alleenstaande bomen en bomen in een bos, zie je dat de vorm van een boom ook afhangt van zijn omgeving. Er groeien op aarde 5 boomtypes. De twee die het meest voorkomen zijn de coniferen of naaldbomen (zoals sparren en dennen) en de loofbomen (zoals eiken, esdoorn, wilgen, enz.). De drie andere groepen zijn zeldzamer: boomvarens, palmvarens en de ginkgo. Naaldbomen zijn bomen met kegels als bescherming voor hun zaden. De bladeren van de meeste naaldbomen zijn scherp, slank en taai. Op een paar uitzonderingen na zijn ze altijd groen en blijven de bladeren drie tot vier jaar aan de boom zitten. Insecten worden op een afstand gehouden door een sterke dennengeur (afkomstig van hars). heel wat verschillende soorten. Bacteriën leven met miljarden tegelijk vooral in de bovenste lagen van de bodem. Daar maken ze de resten van het natuurlijke afval zo klein mogelijk. Zo klein dat het als mineralen in de bodem kan spoelen. Al de genoemde dieren, bacteriën en schimmels zijn bezig met het steeds kleiner maken van het natuurlijke afval. Zó klein dat het uiteindelijk weer mineralen worden die door de regen de bodem in spoelen. Mineralen zorgen er voor dat planten en bomen goed kunnen groeien. En daar kunnen weer een heleboel dieren van leven. In de natuur wordt niets weggegooid. Van oud wordt weer nieuw gemaakt. Dat noemen we de voedselkringloop. Sandra Dobbelaar Foto: In de winter kun je bomen herkennen aan hun vorm- Linde- Lucien Calle Loofbomen zijn bomen met bloemen. De bladeren van de meeste loofbomen zijn breed en maar dun (plat). Een aantal daarvan verliezen hun bladeren één keer per jaar. In Europa gebeurt dat in de herfst. Zo bereidt de boom zich voor op de winter. Het lijkt of alles doodgaat, maar het is een overlevingsstrategie. Anja van der Giessen linde, eik of es? 4 2010 5

indrukwekkend Foto: Oude Moerbei- Sandra Dobbelaar Foto: Reuzeneik- Sandra Dobbelaar Beroemdheden Zou jij ook beroemd willen zijn? Op de foto in dure magazines, je komt op tv en overal vragen ze je om een handtekening. Iedereen weet wie je bent en hoe je er uit ziet. Je draagt de hipste kleren en mensen bewonderen je. Als je beroemd wilt worden, lukt dat niet zomaar. Je moet heel goed zijn in iets. Bijvoorbeeld prachtig kunnen zingen, uitstekend zijn in sport of een bepaald vak. Heel soms wordt je vanzelf beroemd. Gewoon omdat je mooi bent, heel groot of heel oud. Zoek in het bos een boom waar je je armen maar net omheen kunt leggen. Je vingertoppen raken elkaar maar net! Stel je eens voor: deze boom is ongeveer net zo oud als je opa of oma! Mensen worden misschien tachtig of negentig jaar, maar een boom kan wel een paar honderd jaar oud worden! Lang voordat er mensen op aarde waren groeiden er al bomen. Europa is na de laatste ijstijd zelfs één groot bos geweest. Mensen gebruikten hout voor hun vuurtje en om er mee te bouwen. Ze ontdekten de nuttige dingen van iedere boomsoort. Wat ze ervan konden eten, hoe ze touw, visnetten en schoenen van de bast konden maken en hoe ze stekelige bomen konden gebruiken om hun vee in de wei te houden. Bomen worden veel ouder dan mensen. Voor de mensen in hun omgeving spelen zij vaak een belangrijke rol. Onder oude eiken werd vroeger recht gesproken. Onder een grote linde op het dorpsplein werden jaarlijkse feesten gevierd. Onder enorme bomen werden goden vereerd en bomen hielpen om ziekten te genezen. Grote, oude bomen zijn indrukwekkend en prachtig. Hun omgeving kan helemaal veranderd zijn omdat er gebouwen of wegen zijn gekomen. Sommige bomen hebben een overstroming meegemaakt, of zijn scheefgegroeid na een zware storm. Deze bomen worden dan vanzelf beroemd. Andere bomen worden beroemd gemaakt als ze zijn aangeplant ter ere van een Koninklijke geboorte, of als er na een oorlog vrede wordt gesloten onder een boom. Bomen worden ook aangeplant om een grens aan te geven of ze dienen als ontmoetingspunt midden op een dorpsplein. Zo herinneren bomen mensen aan hun geschiedenis. We zeggen dan dat ze cultuurhistorische waarde hebben. Weet jij ook zo n beroemde boom te staan? Op www.bomenstichting.nl kun je zien welke beroemde bomen er bij jou in de buurt staan: 14 bomen in de gemeente Sluis, 3 in Terneuzen en 3 in Hulst. Doe mee aan de Boomverkiezing. Welke boom heeft volgens jou de X-factor? Ga naar: www.boomverkiezing.nl Anja van der Giessen Foto: Dikke beuken- Sandra Dobbelaar Foto: Bosmuis- Bas de Maat Muizen in de Yerseke-Moer Het is een koude en regenachtige nacht als een groepje mannen door de Yerseke-moer struint. Met zaklampen zijn ze haastig op zoek naar iets. Telkens als ze een aluminiumfolietje rond een takje of grassprietje gewikkeld zien duiken ze omlaag en halen een plastic zak te voorschijn. Een van de mannen houd de zak omhoog en de ander leegt er een soort blikken doosje in wat hij even daarvoor uit het gras opraapte. Er komt een flinke dot hooi uit en er lijkt iets bewegends in te zitten. Een grote hand verdwijnt in de zak en er wordt een muisje aan zijn nekvel uitgehaald. Er wordt van alles bekeken en opgeschreven. Als ze klaar zijn wordt de muis vrijgelaten. Zo ongeveer moet een toevallige passant gedacht hebben. Het is het weekend van 7-9 oktober en we zijn te gast bij de zoogdierwerkgroep Zeeland. Er zijn slechts 300 muizenvallen uitgezet die dit weekend meerder malen gecontroleerd zullen gaan worden. Traditiegetrouw regent het per uur minimaal 55 minuten en komt de wind niet beneden windkracht 8. Gelukkig hebben we een droog onderkomen, het hoofdkwartier van beheereenheid Schelde van Natuurmonumenten. De vallen zijn verdeeld over drie deellocaties. De bloemendijken van Natuurmonumenten, De Yerseke- Moer van Stichting Het Zeeuwse Landschap en de omgeving van het Spuikanaal Bath in beheer bij Staatsbosbeheer. Ik kies ervoor met Lucien en Bas naar de Yerseke-Moer te gaan. Lucien kent de weg en wijst ons de verschillende locaties. Behalve de muizen wordt er eigenlijk naar alle zoogdieren uitgekeken. Konijnen en hazen proberen snel weg te vluchten maar ze ontkomen er niet aan en worden allemaal genoteerd. Zelfs de vleermuizen zijn dit weekend niet veilig en worden massaal afgeluisterd. We scoren goed qua muizen de eerste vangavond. Bosmuis is overal aanwezig, aardmuis en veldmuis worden ook geregeld gevangen. Een rosse woelmuis is ook een val ingekropen en de huisspitsmuis sluit het rijtje af. Op één plekje weten we zelfs alle vijf de soorten te vatten. Dat belooft veel voor het komend weekend. Er zijn nog tal van soorten die we hier kunnen verwachten. Dwergmuis bijvoorbeeld of een bosspitsmuisje. Helaas zal later blijken dat er niet meer soorten gevangen worden. Het is zaterdagavond en we steken via een brug één van de vele watergangen die de Yerseke-Moer rijk is over. Dit zou zomaar eens een plekje kunnen zijn waar een vleermuis aan het jagen is. Nog voordat we goed en wel de auto uitgestapt zijn hebben we al beet. Een ruige dwergvleermuis zoekt zijn avondmaal bij elkaar. Het is even stil en vervolgens komt het geluid weer terug. Het herkennen van vleermuizen is mij nog abracadabra. Ik krijg een privé cursus vleermuizen herkennen van Jeroen. Ik weet nu alles over droge en natte geluiden, maar of ik volgende keer de soorten weet te onderscheiden Bas de Maat Foto: Huisspitsmuis- Bas de Maat van de Gaaien 6 7