Stichting OPOS. Postbus 13 9620 AA SLOCHTEREN Telefoon : 0598 425 644 Fax : 0598 425 552 E-mail : info@stichtingopos.nl



Vergelijkbare documenten
Onderstaand treft u de balans aan per 31 december Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Gemeenteraad Slochteren Postbus AA Slochteren. datum betreft jaarverslag Geachte gemeenteraad,

Stichting OPOS. Postbus AA SLOCHTEREN Telefoon : Fax : info@stichtingopos.nl

Stichting OPOS Administratienummer bevoegd gezag: Postbus AA SLOCHTEREN Telefoon : Fax :

Ontwerpbegroting 2011

Aan de Raad. 1 Alle scholen die vallen onder de Opron doen mee aan het project duurzaam leren. Ambitie van

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Onderwijs 4 Nieuwe Tijd (04NT) te Amsterdam

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Schoolvereniging Aerdenhout-Bentveld te Aerdenhout

Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel

Raadsvergadering : 13 december 2010 Agendanr. 13. : jaarverslag en jaarrekening 2009 Scholengroep OPRON

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Bestuursformatieplan VCO Midden- en Midden- en Oost-Groningen BESTUURSFORMATIEPLAN. VCO Midden- en Midden- en Oost- Groningen

C. Herziene Begroting Bestuursbureau/bovenschools Strategisch Beleidsplan Omvang en verloop van reserves 15

Basisschool De Werf: vrije persoonlijkheidsvorming, sterk inhoudelijk onderwijs en een goede zorgstructuur

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus

Ten behoeve van: Algemene Ledenvergadering Steller: J.P. van den Berg, Controller Datum:

Toelichting bij de begroting 2015 Stopoz Hierbij biedt het bestuur van Stopoz u de toelichtingsbrief en de begroting 2015 aan.

MAAK KWALITEIT ZICHTBAAR: DE PRESTATIE INDICATOREN

Tweede kwartaalrapportage exploitatie Conceptversie 1.1

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming)

MANAGEMENTRAPPORTAGE. Januari t/m September 2012

Schooljaarplan obs de Skûle

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

Raadsvergadering : 21 november 2011 Agendanr. 14

5 # 2!$# 3 )$)*!$# 3 )$)* 7#.$% 3 )$)* 4 $%!$%! '#.!*$ 1 )! $% / 0##% " # "$%! &'() !$*$!+,!! -.!!

Geacht College van B&W Geachte leden van de Gemeenteraad van de gemeente Leiderdorp. 30 april 2015 Begroting 2015 en Meerjarenbegroting

6 COMMUNICATIE EN RELATIES...

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

meerjarenbegroting laat geengunstig perspectief zien, maar is minder negatief dan de vorige meerjarenbegroting.

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist

Passen en meten: bekostiging en kosten van een VO school. Door Jan Looise

Agendanr. : Voorstelnr. : Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

Stichting OPOS Adm.nummer: Postbus AA SLOCHTEREN

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting Het Zonnewiel te De Bilt

Medezeggenschap en Financiën PO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

Bijeenkomst GMR. maandag 23 juni 2014

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Medezeggenschap en Financiën VO. Auke de Roos, MR trainer/adviseur

Grootboekrekeningen SKPO

Raadsvergadering : 29 oktober 2012 Agendanr. 14. : jaarverslag en jaarrekening 2011 Scholengroep OPRON

CSG DE WAARD BEGROTING 2017 STICHTING CHRISTELIJKE SCHOLENGROEP DE WAARD OUD-BEIJERLAND

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

Raadsstuk. Onderwerp: Meerjarenbegroting 2014/ /2019 Stichting Dunamare Onderwijsgroep Reg.nummer: 2015/170311

drs. J. (Jaap) Bergman RA directeur - partner Hartelijk welkom

Inhoudsopgave. Deel A Kengetallen en terugblik op het afgelopen schooljaar. Deel B Doelstellingen en jaarplan. Inleiding. School. 1.

RAADSVOORSTEL. Nummer 2017/39

Begroting 2015 inclusief Meerjarenbegroting

Bovenschools Jaarplan niet apart maar samen

Aan de bestuursleden van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Zuid- Kennemerland

Bijlage 8 Specificaties begroting

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM

(pagina 3) (pagina 6)

JAARREKENING Ja, IPA Acon heeft een goedkeurende verklaring afgegeven.

Onderzoek bestuurlijke fusie VCBO Kollumerland & Stichting Arlanta

Financieel economisch verslag

3.1.2 Overige subsidies OCW Geoormerkte OCW subsidies Lerarenbeurs

Meerjarenbegroting Stichting Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam 2014 t/m 2017

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JULI Stichting voor openbaar primair onderwijs /Indrukwekkend onderwijs

Rapportage Eindresultaten 2014

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Stichting Van Brienenoordschool te Rotterdam

Op 2 juni 2005 heeft de Inspectie van het Onderwijs de Annie M.G. Schmidtschool bezocht in het kader van jaarlijks onderzoek.

FINANCIEEL VERSLAG 2017 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

MANAGEMENTRAPPORTAGE Periode van januari t/m juli 2015

BEGROTING bij ongewijzigd beleid Werkvoorzieningschap De Sluis

RAPPORT VAN BEVINDINGEN TUSSENTIJDS KWALITEITSONDERZOEK OP OBS OETKOMST IN KOLHAM

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting voor Speciaal Basisonderwijs te Doetinchem

Jaarverslag Missie:

Eerst kiezen, dan delen. Financieel management in het PO en de rol van de (G)MR

Elk hoofdstuk bevat een conclusie met eventuele actiepunten voor het nieuwe schooljaar.

Drentse Onderwijs monitor

Begroting SKPO Eindhoven e.o.

Financieel overzicht Stichting Stedelijk Museum Fonds. Versie

Drentse Onderwijs monitor

Notulen MR-vergadering 6 december 2018

JAARVERSLAG 2010 SCHOOLBESTUUR L&E UITHUIZERMEEDEN EN GODLINZE

RAPPORT JAARLIJKS ONDERZOEK OBS JULIANA VAN STOLBERG

FINANCIEEL VERSLAG 2016 Stichting AKROS Beheer te Amsterdam

Onderzoeksnummer : Datum schoolbezoek : 27 maart 2012 Rapport vastgesteld te Zoetermeer op 25 april 2012.

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VIERJAARLIJKS BEZOEK. obs De Horn

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

18 Begroting. Begroting

Artikel 1. Definities

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

Toezichtkader RSV Breda VO Inleiding.

Wij danken iedereen die heeft meegewerkt aan de behaalde resultaten van onze scholen. Bestuur Stichting Poolster

Financieel economisch verslag

SOPOH. Bijgestelde. Begroting Voor ieder kind het beste bereiken, met passie, plezier en professionaliteit. Begroting 2015.

Drentse Onderwijs monitor

Stichting Openbare Basisscholen Gemeenschap Leiderdorp GEMEENTE LEIDERDORP. Nr. Ctess.nr.. \ Q ^1. Ingsto 1 5 OEC Kopte naor: B G. Weeknr. afd.

BASISSCHOLEN < EEN MEE ONTWERPBEGROTING september 2014

Managementrapportage 2016

RAPPORT VAN BEVINDINGEN VERIFICATIEONDERZOEK SPECIAAL BASISONDERWIJS. SBO De Vlieger

RAPPORT Onderzoek in het kader van het vierjaarlijks bezoek bij Basisschool Woold. : Winterswijk Woold

Toezichtkader AB - DB

Transcriptie:

JAARVERSLAG 2010 Stichting OPOS administratienummer bevoegd gezag: 41779 Postbus 13 9620 AA SLOCHTEREN Telefoon : 0598 425 644 Fax : 0598 425 552 E-mail : info@stichtingopos.nl

INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2010 Inleiding 2 1. Bestuursverslag 3 1.1. Stichting OPOS 3 1.2. Organisatie 3 1.3. Leiderschap 6 1.4. Beleid 7 1.5. Personeel 7 1.6. Middelen 8 1.7. Processen 8 1.8. Waardering en resultaten 9 2. Waardering, Resultaten en Kengetallen 11 2.1. Waardering 11 2.2. Resultaten onderwijs 11 2.3. Kengetallen leerlingen 13 2.4. Kengetallen personeel 15 2.5. Financiën 19 2.6. Risicoparagraaf 27 2.7. Toekomstparagraaf 29 2.8. Begroting 2010 30 Verklarende woordenlijst / Afkortingen 31 Bijlage Rapport inzake de Jaarrekening 2010 1

Inleiding In het hier voorliggende jaarverslag worden de onderwijskundige doelstellingen, het personeelsmanagement en de besteding van middelen getoetst aan de doelen en activiteitenplannen zoals gesteld in het jaarplan en begroting 2010. Het jaarverslag is gebaseerd op het INK model. Dit model gaat uit van een vaste methode van kijken naar organisatie en organisatieontwikkeling. Het model wordt in hoofdstuk 1 nader toegelicht. Het jaarverslag is een wettelijke verplichting. Daarnaast vindt het bestuur het belangrijk om alle betrokkenen bij Stichting OPOS en onze maatschappelijke omgeving te informeren over het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren. Wij presenteren hierbij het jaarverslag 2010 met de onderdelen: hoofdstuk 1 - bestuursverslag hoofdstuk 2 - waardering, resultaten, kengetallen Bijlage "Rapport inzake de jaarrekening" over de periode 1 januari 2010 tot en met 31 december 2010. Het "Rapport inzake de jaarrekening" bestaat uit een balans per 31 december 2010 en een exploitatierekening over de periode 1 januari tot en met 31 december 2010, welke beide zijn voorzien van de benodigde specificaties en toelichtingen. We zijn tevreden over de resultaten. Het aantal zwakke scholen is teruggebracht van vier naar twee. Het exploitatieresultaat is 111.635 negatief (exclusief de bruidschat van 48.000) en is daarmee 124.492 positiever dan het begrote tekort van 236.127. Namens Bestuur Stichting OPOS A. Veldboom R. Smit voorzitter secretaris 2

1. Bestuursverslag 1.1. Stichting OPOS Stichting OPOS is per 1 januari 2008 ontstaan door het verzelfstandigen van het openbaar primair onderwijs van de gemeente Slochteren. Ons motto is Samen leren, samen werken, samen leven Onze missie is: Het waarborgen en stimuleren van kwalitatief goed onderwijs waarin wederzijds respect, saamhorigheid, eerlijkheid, openheid en kwaliteit centraal staan. Wij streven naar het voortdurend optimaliseren van het onderwijsleerproces. Alle kinderen worden zo toegerust dat zij hun weg kunnen vinden naar het vervolgonderwijs en de samenleving. Onze ambitie: Alle personeelsleden hebben een sterk betrokkenheid bij het geven van onderwijs en staan open om te leren van elkaar, van ouders en van leerlingen. Leerlingen, ouders en personeel voelen zich thuis binnen onze openbare scholen. 1.2. Organisatie 1.2.1. Bestuur Het bestuur als bevoegd gezag van Stichting OPOS heeft een toezichthoudende rol. De dagelijkse leiding en bijbehorende bevoegdheden zijn overgedragen aan de bovenschoolse directie. Het bevoegd gezag stelt alleen de belangrijkste beleidsdocumenten en financiële documenten vast. De verdeling van taken en verantwoordelijkheden is weergegeven in het managementstatuut. Het bestuur hanteert de 'Code Goed Bestuur in het primair onderwijs' van de PO-raad (januari 2010). Het bevoegd gezag blijft eindverantwoordelijk voor het openbaar primair onderwijs. Om haar toezichthoudende functie goed te kunnen vervullen zijn er met de bovenschoolse directie (prestatie)afspraken gemaakt over welke doelstellingen gehaald moeten worden en op welke wijze en wanneer de bovenschoolse directie het bevoegd gezag informeert over de stand van zaken betreffende de afgesproken doelstellingen. Dit wordt jaarlijks vastgelegd in een managementcontract. Bestuurssamenstelling: Naam Functie A. Veldboom voorzitter K. van Brummelen penningmeester R. Smit secretaris N. Jansingh-Germeraad lid S. Scholtens lid 1.2.2. Bovenschoolse directie Het bestuur heeft zoveel mogelijk taken en verantwoordelijkheden overgedragen aan de bovenschoolse directie door hen een vergaand mandaat te verlenen. De bovenschoolse directie vormt namens Stichting OPOS het dagelijks bestuur. 3

De bovenschoolse directie: Naam Taken A. Roek - clusterdirecteur cluster Oost - personeelszaken E.B. Okken - beleid - clusterdirecteur cluster West - financiën - huisvesting 1.2.3. Organogram Onder Stichting OPOS vallen de 10 openbare basisscholen van de gemeente Slochteren. Er was in 2010 sprake van een toezichthoudend bestuur met de onderstaande organisatiestructuur: Bestuur Stichting OPOS Stafbureau Administratiekantoor Bovenschoolse Directie Directieoverleg GMR Directeur Directeur School School School 1. Het overleg tussen schoolbestuur en bovenschoolse directie vond plaats d.m.v. bestuursvergaderingen. 2. De bovenschoolse directie sprak met de directeuren in het directieoverleg. Dit overleg vond één keer in de vijf weken plaats. 3. De directeuren leidden het overleg op schoolniveau. 4. De taken en verantwoordelijkheden van de directeuren en de bovenschoolse directie zijn vastgelegd in het managementstatuut. 5. De medezeggenschap is op school- en bovenschools niveau vertegenwoordigd. De scholen kennen een MR (medezeggenschapsraad), waarin de schoolbelangen worden behartigd. Bovenschools zijn de afzonderlijke medezeggenschapsraden van de scholen van Stichting OPOS vertegenwoordigd in de GMR (gemeenschappelijke medezeggenschapsraad). Hier worden de bovenschoolse belangen behartigd. 1.2.4. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad Iedere school heeft twee vertegenwoordigers (een ouder en een leerkracht) in de GMR. Het dagelijks bestuur bestond uit: Naam Functie M.E. Roelfsema (tot augustus) voorzitter H. ter Veer (vanaf augustus) voorzitter C. Dijkstra-Veen secretaris / penningmeester J.C.E. Hut-Bloem / L.S. Jansema secretaris (aanvullend) 4

De GMR is 7 keer bijeen geweest voor een reguliere vergadering. Tijdens deze vergaderingen zijn o.a. de volgende onderwerpen besproken: de begroting en de meerjarenbegroting; het vakantierooster; het jaarverslag; de zorgplannen van SWV 2.09 en 2.10 en het (meerjaren) formatieplan. Er zijn twee werkgroepen gevormd: financiën en personeel. De werkgroep financiën is betrokken geweest bij het traject voor het opstellen van de begroting 2011. De werkgroep personeel is gestart eind 2009 en geeft advies over de koers die gevolgd wordt bij het invoeren van de functiemix. 1.2.5. Intern risicobeheersing- en controlesysteem Het bestuur van Stichting OPOS heeft een treasurystatuut opgesteld. Hierin is primair als doel vastgesteld het beheren van financiële risico's en secundair het reduceren van financieringskosten. Ook de verantwoordelijkheden, wie mag verplichtingen aangaan en wie is tekenbevoegd, is in dit statuut vastgelegd. Er is een splitsing aangebracht in het verwerken van rekeningen en het accorderen van rekeningen. Periodiek wordt er door het administratiebureau een Integraal Management Rapport opgeleverd. Hierdoor wordt er aan risicobeheersing gedaan en kan er tijdig ingegrepen worden. Om beleidskeuzes inzichtelijk te maken, de daaraan gekoppelde budgetten en de verantwoording van de besteding van de budgetten is er een zogenaamde 'planning en control cyclus' vastgesteld, met bijbehorende verantwoordingsdocumenten: het jaarplan, twee tussenrapportages en het jaarverslag. Deze documenten worden tevens gebruikt voor verantwoording richting de GMR. 1.2.6. INK-managementmodel Als methodiek voor het formuleren van een heldere visie op een organisatie is het INKmanagementmodel ontwikkeld. Het model bestaat uit negen aandachtsgebieden die samen bepalend zijn voor het succes van de organisatie. De velden staan niet op zichzelf, maar zijn onderling verbonden. Het INK-model is in onderwijsland een veel gehanteerd model. Het INK-managementmodel bestaat uit de twee delen 'organisatie' en 'resultaat'. Het deel 'organisatie' omvat de interne factoren: leiderschap, beleid, personeel, middelen en processen. Voor het deel 'resultaat' zijn als outputfactoren benoemd: waardering door personeel, waardering door ouders, waardering door maatschappij en als laatste - en als een soort overkoepelende outputfactor - eindresultaten. 5

beleid waardering door personeel personeel waardering door ouders leiderschap middelen processen waardering door maatschappij eindresultaten organisatie resultaat In dit jaarverslag wordt per aandachtsgebied uit het INK-model informatie gegeven over de behaalde resultaten op de doelen zoals die in het Jaarplan 2010 gesteld zijn. 1.3. Leiderschap Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Lerende organisatie: Leerkrachten gebruiken de resultaten van het onderwijs om voortdurend de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Minimaal wordt van elke groep één groepsbespreking gehouden. Gerealiseerd. Op de meeste scholen worden meerdere besprekingen per jaar gerealiseerd. Systematisch analyseren van de opbrengsten en zo nodig verbeterpunten formuleren. Besturen op hoofdlijnen / versterking management: Scheiding bestuur en intern toezicht. Uitwerken adviezen onderzoek directiestructuur. Er wordt een analyse van de leerlingvolgsysteemtoetsen en de CITO eindtoets gemaakt. N.a.v. deze analyse worden beslissingen genomen die opgenomen worden in het jaarplan van de school. Keuze voor een model dat in onze situatie werkbaar is. Intern toezicht moet zijn vastgesteld. Goede directiestructuur. Van alle scholen is de analyse binnen. Zo nodig zijn actiepunten in het integraal jaarplan voor 2010-2011 opgenomen. Informatie is ingewonnen. Voor augustus 2011 moet een scheiding tussen bestuur en intern toezicht gerealiseerd zijn. In de wachtstand gezet vanwege mogelijke fusie. Taak schoolleider verschuift naar integraal directeur. Integrale directeuren die berekend zijn op hun taak. Bij werving en selectie wordt hier rekening mee gehouden. 6

1.4. Beleid Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Managementstatuut en -contract: Er is transparantie over de inhoud en wijze waarop het bestuur geïnformeerd wordt. Jaarlijks vaststellen van prestatieafspraken tussen bestuur en bovenschoolse directie en tussen bovenschoolse directie en directeuren. INK-managementmodel: Leren en verbeteren m.b.v. streefdoelen staat centraal binnen het onderwijs. Er zijn managementcontracten vastgesteld. De planning en control cyclus is geactualiseerd. Streefdoelen en gewenste resultaten zijn SMART geformuleerd. Het contract met de bovenschoolse directie voor 2010 is vastgesteld. De contracten met de directeuren voor 2010-2011 zijn vastgesteld samen met het integraal jaarplan. Gerealiseerd. Gerealiseerd. Uitkomsten resultaatmetingen en tevredenheidsonderzoeken worden gebruikt om nieuwe streefdoelen en beleid op te stellen. Gerealiseerd. Tijdens werkoverleggen wordt aandacht besteed aan het leren en verbeteren m.b.v. streefdoelen. Gerealiseerd. Inspectie beoordeelt de kwaliteitszorg minimaal als voldoende. Lutje Til: alles voldoende; Oetkomst: 2 indicatoren onvoldoende, 5 indicatoren voldoende; Schaldmeda: 1 indicator onvoldoende, 5 voldoende; Driespan 1 indicator onvoldoende, 5 voldoende 1.5. Personeel Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Integraal personeelsbeleid Er wordt adequaat personeelsbeleid gevoerd. In het schooljaar 2009-2010 worden beoordelingsgesprekken gevoerd. Minimaal 75% van de verzoeken tot herplaatsing worden gerealiseerd. Gerealiseerd. 25% gerealiseerd. De specifieke wensen van de mobiliteitskandidaten kwamen niet overeen met de mogelijkheden. Er wordt beleid vastgesteld waarin is aangegeven wanneer of hoe een leerkracht in de LBschaal komt. Beleidsplan functiedifferentiatie. Het bestuur heeft het beleidsstuk op 3 november vastgesteld. De GMR moet nog instemming verlenen. 7

Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Onderwijsondersteunend personeel Streven naar 1 conciërge per school. Iedere school heeft minimaal 1 conciërge voor 16 uren per week. 1 school zit zonder conciërge. Op 2 scholen wordt de taak ingevuld door gebruik te maken van een vrijwilliger. 1.6. Middelen Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Meerjarenbegroting De meerjarenbegroting wordt jaarlijks, samen met de begroting opgesteld. Arbo Zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van personeel en leerlingen. Een sluitende meerjarenbegroting. Er wordt een RI&E opgesteld. Niet gerealiseerd. Een verdere bezuiniging zou ten koste gaan van de schoolformatie. Het bestuur koerst aan op een fusie. De gegevens zijn verzameld. dit moet nog verder verwerkt worden. ICT Het gebruik van digitale borden is geïntegreerd in de lespraktijk. Huisvesting Verbouw van De Ent, Oetkomst en Ruitenvelder. Ziekteverzuim ligt op of onder het landelijk gemiddelde. De leerkrachten zijn kundig in het gebruik van het digitale bord en gebruiken het bord dagelijks. Gebouwen die aangepast zijn aan de onderwijskundige vernieuwingen. De scholen zijn goed te ventileren en energiezuinig. In 2010 was het percentage 4,9%. Dit is onder het landelijk gemiddelde. Gerealiseerd. De verbouw van De Ent en Oetkomst is gerealiseerd. De verbouwing van Ruitenvelder is in nog niet gestart. Dit is gepland voor februari 2011. Ontwikkelingen Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Brede school Meerstad Het stichten van een openbare basisschool in de wijk Meeroevers van Meerstad. Participeren in gemeentelijke werkgroep. De gemeente gaat nog uit van een start in 2012. 1.7. Processen Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Planning en control cyclus Sturing hebben op en inzicht hebben in wat er gepland is en of deze planning wordt gehaald en wie ervoor verantwoordelijk is in relatie tot het afgesproken beleidsproces. Aansluiten bij de voorschoolse periode Er is een doorgaande lijn in de ontwikkeling van kinderen. Werken volgens de planning en control cyclus. De overdracht is op alle locaties goed geregeld. Gerealiseerd. Tijdens werkoverleggen wordt steeds nagegaan of de geplande activiteiten ook gerealiseerd worden. De directeuren zijn tevreden over de aangeleverde gegevens. 8

Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken CITO eindtoets De eindopbrengsten zijn op niveau. CITO leerlingvolgsysteem De tussenopbrengsten op de onderstaande toetsen zijn voldoende: Technisch Lezen: DMT gr. 3 en gr. 4 Rekenen: R&W gr. 4, gr. 6 en voor de kleine scholen ook gr. 5 Begrijpend Lezen: BL gr. 6 en voor de kleine scholen ook gr. 5 Taal Verspreiden kennis opgedaan door scholen die deelnamen aan het LINN-project. De GLG-score van de scholen ligt minimaal boven de ondergrens die de inspectie als norm stelt. De vaardigheidsscores liggen minimaal boven de norm die de inspectie heeft vastgesteld. Directeuren zijn op de hoogte van de technieken van het LINNproject. 5 van de 10 scholen scoorden boven de ondernorm. 8 van de 10 scholen scoren voldoende eindopbrengsten volgens de normering die de inspectie hanteert. Alle scholen hebben een rapportage ingeleverd. 9 van de 10 scholen scoren voldoende tussenopbrengsten volgens de normering die de inspectie hanteert. Gerealiseerd. Deelname aan taalpilot (3-jarig). Passend onderwijs Voorbereid zijn op de invoering van de wet Passend Onderwijs in 2011. Hoogbegaafdheid (Hoog)begaafde leerlingen willen we meer uitdaging bieden in ons onderwijs. Verhogen taalopbrengsten. Uitwerken van de ontwikkelagenda van het regionaal netwerk. Er is voor (hoog) begaafde leerlingen een leerrijke omgeving gecreëerd. Uitvoering verloopt conform de projectplanning. De taalopbrengsten zijn verbeterd. In uitvoering. Scholen hebben een begin gemaakt met het creëren van een leerrijke omgeving. Er worden aanpassingen in het onderwijsaanbod (compacting extra leerstof - versnellling) toegepast. Nieuwe leermaterialen werden aangeschaft. Extra scholing voor leerkrachten is in 2011 ingepland. 1.8 Waardering en resultaten Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Resultaten algemeen Alle scholen monitoren de waardering over het onderwijs en de onderwijsresultaten volgens aangeleverde formats. Werken volgens planning en control cyclus. Bevindingen worden opgenomen in jaarverslag. Bij het monitoren wordt gewerkt met het aangeleverde format. Gerealiseerd. Gerealiseerd. Gerealiseerd. 9

Doelen Verwacht Resultaten Stand van zaken Financiële resultaten De verantwoordingen over de uitgaven van de rijksvergoeding vinden plaats op basis van EFJsystematiek en zijn tijdig en transparant. Er wordt gewerkt volgens de planning en control cyclus Verantwoording vindt plaats via tussenrapportages en het jaarverslag. 10

2. Waardering, resultaten en kengetallen 2.1. Waardering Er is dit jaar geen personeelsenquête afgenomen. Dit gebeurt 1x/2 jaar. Er zijn in 2010 ouderenquêtes afgenomen. Dit gebeurt 1x/4 jaar. Het gemiddelde cijfer dat de ouders de scholen gaven was een 7,4. Aandachtspunten die voor (bijna) alle scholen gelden zijn: Volgens de ouders weten de kinderen niet dat de school een vertrouwenspersoon heeft en wat de taak van deze vertrouwenspersoon is. In 2010 zijn ook leerlingenenquêtes (groep 5 t/m 8) afgenomen. Het gemiddelde cijfer dat de leerlingen hun scholen gaven was een 7,8. Er zijn geen aandachtspunten die voor (bijna) alle scholen gelden. Klachtenprocedure Er zijn in 2010 geen klachten ingediend bij bovenschoolse directie / bestuur. 2.2. Resultaten onderwijs Alle scholen monitoren de onderwijsresultaten volgens het aangeleverde format. Zowel in het schoolplan als in het integraal jaarplan zijn de analyses opgenomen. 2.2.1. CITO eindtoets Streven: De eindopbrengsten worden minimaal als voldoende beoordeeld (normering inspectie). De inspectie maakt bij de beoordeling een onderscheid tussen scholen met minder dan 10 leerlingen in groep 8 en scholen met 10 of meer leerlingen in groep 8. Jaarlijks zijn er per school grote verschillen tussen de behaalde scores. Een en ander hangt samen met het aantal kinderen dat de toets volgt. Op een school met weinig kinderen in groep 8 is de invloed van een hele goede of een hele zwakke leerling op de totale score erg groot. Scholen < 10 lln. gr. 8 aantal lln. * 2007 2008 2009 2010 Ondergrens inspectie 533.8 534.5 534.5 534.8 oordeel inspectie Lutje Til 4 512.9 521.4 528.4 onvoldoende De Ent 4 533.2 534.7 538.4 537.1 voldoende Schaldmeda 5 536.4 529.8 536.9 527.5 voldoende Ruitenvelder 7 527.5 524.1 532.6 534.7 onvoldoende De Spil 7 539.4 531.3 537.0 528.9 voldoende Scholen 10 lln. gr.8 aantal lln. * 2008 2009 2010 Ondergrens inspectie 533.7 533.8 533.8 oordeel inspectie De Springplank 26 532.9 535.2 535.2 voldoende De Meent 10 536.5 536.2 535.6 voldoende De Kinderboom 13 534.3 537.2 533.2 voldoende Oetkomst 12 535.5 536.4 529.4 voldoende Driespan 37 533.2 531.9 538.3 voldoende * - vetgedrukt betekent: boven of gelijk aan ondergrens inspectie - Lutje Til had in 2009 geen leerlingen in groep 8 - aantal lln. geeft gemiddelde aantal leerlingen van groep 8 weer van de getoonde jaren 11

M6 Begrijpend lezen M5 Begrijpend lezen M6 Rekenen & Wiskunde M5 Rekenen & Wiskunde M4 Rekenen & Wiskunde M4 DMT leeskaart 3 M3 DMT leeskaart 2 Jaarverslag Stichting OPOS 2010 2.2.2. CITO leerlingvolgsysteem Streven: De tussentijdse opbrengsten worden als voldoende beoordeeld (normering inspectie). Hieronder wordt een overzicht gegeven van de bereikte resultaten op de tussentijdse opbrengsten. Hiervoor wordt de toetsen van het CITO leerlingvolgsysteem afgenomen. Voor de twee grote scholen (De Springplank en Driespan) wordt gekeken naar 5 toetsen, voor de rest van de scholen wordt naar 7 toetsen gekeken. Weergegeven is de vaardigheidsscore. De norm geeft de ondergrens aan die de inspectie hanteert. Als de scores op de helft van de toetsen boven de norm liggen zijn de tussentijdse opbrengsten voldoende. Norm inspectie oud 18 37 64 80 88 16 36 Norm inspectie nieuw 21 49 45 67 80 21 29 Oordeel inspectie Lutje Til 40.5 62.5 73.3 94 94 51.8 29.7 voldoende De Springplank 18.7 60.7 67.8 83.9 35.9 voldoende De Ent 21.9 23.7 52.7 71.6 103.6 47 25.6 voldoende De Meent 41 51 45.5 76.7 85.4 23.3 40.5 voldoende Schaldmeda 17 41.8 71.3 90.1 29.3 voldoende De Kinderboom 19.4 62.9 47.4 80.3 91.5 34.5 48.6 voldoende Ruitenvelder 22.3 53.3 50.6 76.3 72.2 27.4 31 voldoende Oetkomst 15.2 56.8 59 64.4 91.1 22.3 38.8 voldoende Driespan 29.4 50.7 57 87.4 35.3 voldoende De Spil 18 38.2 40 65.5 87 17.2 35.1 onvoldoende * - M3 DMT betekent: midden groep 3 drieminuten test; dit is een test voor technisch lezen die midden in het schooljaar (rond februari) wordt afgenomen. - vetgedrukt betekent: de streefnorm is gerealiseerd (sommige scholen gebruiken nog de oude toets met een andere norm). - Schaldmeda had bij de toetsafname geen leerlingen in groep 5. 2.2.3. Inspectierapport Streven: Alle scholen hebben een basisarrangement onderwijstoezicht. Op basis van een analyse van de gegevens van de CITO eindtoets en een door de directeuren ingevulde vragenlijst bepaalt de inspectie welke scholen bezocht zullen worden. Scholen Oordeel inspectie 2009 Oordeel inspectie 2010 Datum laatste inspectiebezoek Opmerkingen Lutje Til zwak voldoende 12-01-2010 - De Springplank voldoende voldoende 20-06-2006 - De Ent voldoende voldoende 19-02-2008 - De Meent voldoende voldoende 03-07-2006 - Schaldmeda zwak voldoende 04-11-2010-12

4 t/m 7 jaar 8 jaar e.o. totaal 4 t/m 7 jaar 8 jaar e.o. totaal 4 t/m 7 jaar 8 jaar e.o. totaal 4 t/m 7 jaar 8 jaar e.o. totaal Jaarverslag Stichting OPOS 2010 Scholen Oordeel inspectie 2009 Oordeel inspectie 2010 Datum laatste inspectiebezoek Opmerkingen De Kinderboom voldoende voldoende 16-12-2008 - Ruitenvelder zwak zwak 27-10-2009 De eindopbrengsten zijn onvoldoende. De tussentijdse opbrengsten en alle normindicatoren zijn voldoende. Oetkomst zeer zwak zwak 11-01-2010 Vier normindicatoren waren onvoldoende. De school krijgt een nieuwe beoordeling in Driespan zwak voldoende 30-11-2010 - De Spil voldoende voldoende 04-10-2005 - Totaal 5 scholen voldoende 4 scholen zwak 1 school zeer zwak 8 scholen voldoende 2 scholen zwak maart 2011. * Een school die een voldoende scoort heeft een basisarrangement, dat wil zeggen: de school heeft het vertrouwen van de inspectie en wordt volgens de reguliere planning bezocht. Scholen die zwak scoren hebben een aangepast arrangement. Ze vallen onder geïntensiveerd toezicht. Het bestuur heeft flink geïnvesteerd in scholen die niet voldeden aan het basisarrangement. Verder is in het kader van een kwaliteitsakkoord, die met de provincie is afgesloten, een traject opgestart die er voor moet zorgen dat de zwakke scholen op een basisarrangement uit komen. 2.3. Kengetallen leerlingen 2.3.1. Leerlingenaantal Het aantal leerlingen op 1 oktober 2010 was 1081. Aantal leerlingen op 1 oktober 1 oktober 2007 1 oktober 2008 1 oktober 2009 1 oktober 2010 Scholen Lutje Til 22 17 39 24 16 40 18 22 40 15 17 32 De Springplank 105 105 210 104 111 215 99 119 218 88 113 201 De Ent 29 21 50 28 23 51 25 30 55 28 27 55 De Meent 49 36 85 52 43 95 59 54 113 60 54 114 Schaldmeda 17 20 37 18 15 33 19 13 32 17 10 27 De Kinderboom 55 57 112 47 52 99 40 54 94 38 44 82 Ruitenvelder 33 36 69 35 38 73 36 38 74 39 34 73 Oetkomst 45 49 94 41 45 86 30 59 89 29 46 75 Driespan 185 158 343 199 175 374 206 179 385 205 181 386 De Spil 22 26 48 14 26 40 16 26 42 12 24 36 Totaal 562 525 1087 562 544 1106 548 594 1142 531 550 1081 13

2.3.2. Leerlingenprognoses De prognoses van 2011 en 2012 zijn gemaakt op basis van een inschatting van de directeuren. De prognoses van 2013 t/m 2020 op basis van gegevens die OSG heeft aangeleverd (oktober 2010; gebruik makend van het prognoseprogramma GO'4 Pro; dit programma wordt door het ministerie geaccepteerd als prognoseprogramma). Leerlingenprognoses 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 2018 2019 2020 Lutje Til 33 31 35 35 34 32 30 31 29 28 De Springplank 191 181 197 185 175 164 152 141 132 124 De Ent 56 58 49 50 51 51 48 46 45 46 De Meent 106 102 123 130 134 138 143 151 161 170 Schaldmeda 25 22 24 27 25 23 21 19 19 19 De Kinderboom 82 82 87 87 86 83 81 82 82 79 Ruitenvelder 70 70 69 65 65 65 65 63 63 62 Oetkomst 70 64 67 59 53 48 47 43 41 40 Driespan 390 390 382 371 365 350 336 331 319 317 De Spil 42 42 44 43 43 43 40 39 38 36 Totaal 1065 1042 1077 1052 1031 997 963 946 929 921 Ervaringen in het verleden hebben uitgewezen dat de inschatting die de directeuren maken dichter bij de uiteindelijke aantallen liggen dan die van het prognoseprogramma. Er wordt een daling van het aantal leerlingen verwacht. Na de start van een nieuwe school in Meerstad (vermoedelijk in 2012) zal het leerlingenaantal stijgen. In deze prognose is nog geen rekening met Meerstad gehouden. De opheffingsnorm voor een school in de gemeente Slochteren is 23 (een school met dit aantal leerlingen komt nog voor bekostiging in aanmerking). 2.3.3. Deelnamepercentage Openbaar Onderwijs Het deelnamepercentage van het openbaar onderwijs in de gemeente Slochteren over de afgelopen vijf jaar: Teldatum Totaal aantal leerlingen basisscholen Gemeente Slochteren Leerlingen Stichting OPOS 1 oktober 2006 1504 1069 71.1 % 1 oktober 2007 1530 1087 71.0 % 1 oktober 2008 1554 1106 71.2 % 1 oktober 2009 1577 1142 72.4 % 1 oktober 2010 1496 1081 72.3 % Deelnamepercentage Stichting OPOS 14

2.3.4. Uitstroomgegevens Uitstroomgegevens groep 8: Uitstroom leerlingen groep 8 naar het voortgezet onderwijs 2006 in % 2007 in % 2008 in % 2009 in % 2010 in % Gem. in % Prov. Gron. LWOO / Praktijkonderwijs 0 10 9 0 6 5 5 Vmbo basisberoeps gerichte leerweg 10 9 14 7 8 9 15 Vmbo kaderberoepsgerichte leerweg 15 9 0 9 10 9 15 Vmbo gemengde leerweg 17 25 29 18 6 19 9 Vmbo theoretische leerweg 23 12 15 37 30 23 10 Havo 22 20 22 17 28 22 22 VWO 13 15 11 13 12 13 24 Totaal aantal leerlingen groep 8 135 123 117 115 151 Uitstroomgegevens richting het speciaal basisonderwijs en het speciaal onderwijs: Uitstroom leerlingen speciaal (basis)onderwijs 2007 2008 2009 2010 Speciaal Basisonderwijs* 5 4 3 3 Speciaal Onderwijs 1 1 1 2 Totaal 6 5 4 5 Percentage uitstroom t.o.v. totaal 0.6% 0.5% 0.4% 0.5% * landelijke norm: 2% 2.4. Kengetallen personeel 2.4.1. Personeelssamenstelling In onderstaande tabel is de leeftijdsopbouw van de personeelsleden opgenomen evenals de verdeling van het aantal mannen, vrouwen en personeelscategorie. Leeftijd Mannen Vrouwen Directie OOP OP Totaal % 0-25 4 4 4 4 % 26-35 3 21 24 24 24 % 36-45 2 13 1 14 15 15 % 46-55 4 29 4 2 27 33 32 % 56-60 4 16 4 16 20 20 % 61-65 4 1 2 3 5 5 % Totaal 17 84 11 2 88 101 100 % * Gegevens per 31-12-2010 2.4.2. Instroom/uitstroom personeel In de onderstaande tabel is het verloop van het personeelsbestand gedurende het verslagjaar weergegeven. Aantal personen Dir. OOP OP Totaal Fte s Aanvang verslagjaar 10 02 88 100 Uit dienst 01 05 05 4.73 In dienst 02 05 01 3.66 Einde verslagjaar 11 02 88 101 Uitstroom: 1 directeur ging met fpu; 3 leerkrachten gingen met fpu; 1 leerkracht is afgekeurd; 1 leerkracht is ontslagen. 15

Verwachte uitstroom in de komende 5 jaar: Categorie 2011 2012 2013 2014 2015 Totaal OP 6 0 1 0 2 9 OOP 0 0 0 0 0 0 Directie 0 1 1 0 1 3 Totaal 6 1 2 0 3 12 Flexibele formatie in fte s: Soort formatie Omvang flexibele contracten per 31-12-2010 Dir. OP OOP Totaal Tijdelijke aanstellingen 0 3.10 0 3.10 Het betreft hier tijdelijke contracten en tijdelijke uitbreidingen. Een mogelijke terugloop aan beschikbare formatie kan opgevangen worden en door het verwachte vertrek van enkele personeelsleden en door het niet verlengen van tijdelijke aanstellingen of uitbreidingen. 2.4.3. Functiebouwwerk 2010 Functie 0-25 26-35 36-45 46-55 56-60 > 60 Aantal fte s OOP 04 0.67 0.67 OOP 06 0.56 0.56 LA 2.86 19.00 10.06 19.19 10.96 1.90 63.97 DA 0.93 2.48 2.26 5.67 DB 1.90 1.80 DC 0.90 0.90 1.80 * Netto werktijdfactor per 31-12-2010 2.4.4. Gewogen Gemiddelde Leeftijd en personeelslast OP Functie OP GGL landelijk GGL Slochteren GPL landelijk OPOS +/- 2007-2008 40,28 42,36 51.388 54.171 2.783 2008-2009 40,21 41,30 54.200 55.120 920 2009-2010 40,14 41,30 55.139 58.500 3.361 De verhoging van de gemiddelde personeelslast in zowel 2008 als 2009 wordt met name veroorzaakt door de CAO-wijzigingen. Uit de tabel blijkt dat zowel de gewogen gemiddelde leeftijd als ook de gemiddelde personeelslast van Stichting OPOS hoger zijn dan het landelijk gemiddelde. 2.4.5. Verzuimgegevens Het ziekteverzuimpercentage over 2010 is voor Stichting OPOS door Ardyn (onze arbodienst) vastgesteld op 4,9 %. Dit is ten opzichte van 2009 (5,67 %) een daling. Het ziekteverzuimpercentage is exclusief verlofsituaties als zwangerschapsverlof en bijzonder verlof. De meldingsfrequentie is met 1,41 hoger dan het landelijk gemiddelde (1,12), maar lager dan in 2009 (2,05). Er werd regelmatig overleg met de bedrijfsarts gevoerd. In dit overleg werd gesproken over de begeleiding en de zorg voor zieke medewerkers. Daarnaast zijn er gesprekken gevoerd met begeleiders van individuele trajecten o.a. reïntegratiedeskundige, arbeidsdeskundige en psycholoog. 16

Ziekteverzuimpercentages: 8,0% 7,0% 6,0% 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% 2006 2007 2008 2009 2010 Gem. Landelijk Stichting 2.4.6 Vervangingsfonds Onderstaand is de ontwikkeling van de premiedifferentiatie ten opzichte van de landelijke premies weergegeven. De premie komt volledig ten laste van de eigen middelen. Cursusjaar Premie Declaratie Verhouding Trede Toeslag Malus 2005/2006 220.513 216.954 98,39% 0 2006/2007 211.751 187.740 88,66% 0 2007/2008 221.217 198.918 89,92% 0 2008/2009 248.168 201.822 81,32% 0 2009/2010 238.477 213.264 89,43% 0 2.4.7. Pemba en arbeidsongeschiktheid Het doel van de Wet Pemba (Wet premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) is het decentraliseren van de financiële verantwoordelijkheid voor de kosten van langdurige arbeidsongeschiktheid naar de werkgever. Naast de basispremie betaalt de werkgever een gedifferentieerde premie afhankelijk van het aantal werknemers dat een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt. In de toekomst zal de basispremie steeds verder afgebouwd worden. De gedifferentieerde premie is afhankelijk van de toekomstige instroom in de WIA en dus gebaseerd op de werkelijke WIA-instroom. De huidige gedifferentieerde premie WGA (2010) voor Stichting OPOS is 1,08 % (in 2009 was dit 0,62%). De landelijk vastgestelde basispremie is verwerkt in de vergoeding van de lumpsum. 17

2.4.8. Personeelszaken - divers Kweekvijver management: Een leerkracht in de kweekvijver heeft de schoolleideropleiding met goed gevolg afgerond. Een andere leerkracht is in augustus 2010 gestart in de kweekvijver. Deze leerkracht neemt deel aan de basisopleiding leiderschap in het onderwijs. Scholing: Eén leerkracht volgde de opleiding intern begeleider. De leerkracht is tussentijds met de opleiding gestopt. Een startende directeur volgt in het startjaar (schooljaar 2010-2011) een coachtraject. Alle bedrijfshulpverleners namen deel aan de herhalingscursus voor bedrijfshulpverlening (BHV). Beginnende BHV-ers volgden de startcursus. Gesprekkencyclus: De bovenschoolse directie voerde met alle directeuren, vakleerkrachten en de medewerkers van het stafbureau een beoordelings- en persoonlijk ontwikkelingsplan gesprek. De directeuren hadden een beoordelings- en persoonlijk ontwikkelingsplan gesprek met de leerkrachten. Agressie en seksuele intimidatie: Er is over de rapportageperiode geen aangifte gedaan van agressie of seksuele intimidatie bij de vertrouwenspersoon. 18

2.5. Financiën 2.5.1. Gevoerd financiële beleid Voor 2010 werd geen sluitende begroting gepresenteerd. Dit tekort op de exploitatie ontstaat met name op het onderdeel ABB (administratie beheer en bestuur). De meerjarenbegroting laat een negatieve trend zien. De in het verleden aangelegde reserves fungeren als buffer om risico's en tekorten af te dekken. Het bestuur heeft op basis van onderzoek geconcludeerd dat Stichting OPOS zal moeten fuseren om in de toekomst een financieel gezonde situatie voor het openbaar onderwijs van Slochteren te kunnen blijven garanderen. Het bestuur heeft er voor gekozen om de personeelskosten van het personeel op bovenschools niveau te leggen. Hierdoor worden ongewenste verschillen in de kosten tussen de scholen genivelleerd. Het maakt hierdoor voor de inzet in fte's niet uit of aan een school naar verhouding jong personeel dan wel ouder personeel is aangesteld. De directeuren zijn op schoolniveau verantwoordelijk voor een deel van de materiële instandhouding, namelijk voor de onderdelen: onderwijsleerpakket (m.u.v. hardware ICT); dienstreizen en een deel van de nascholing. 2.5.2. Treasuryverslag Overzicht van de transacties In 2010 is één van de BNG Fido Geldmarktselect fondsen (GMS) overgezet naar het BNG Fido Kapitaalmarktselect fonds (KMS). Verder zijn er geen mutaties geweest, zie het overzicht hieronder: fonds 01-01-2010 30-04-2010 rendement GMS Vaste looptijden tranche 2 mnd. 105.407 105.809 402 fonds 01-01-2010 31-12-2010 rendement GMS Vaste looptijden tranche 2 mnd. 208.941 211.146 2.205 GMS Vaste looptijden tranche 3 mnd. 317.634 321.760 4.126 KMS Relatief Rendement Tranch 1 433.079 548.903* 5.016 Totaal 1.065.601 1.076.810 11.749 * Vanaf 01-05-2010 is de inleg in het bovenste GMS fonds gestopt. De waarde (= 105.809) is per 01-05-2010 ondergebracht in het KMS fonds. Verder ontvangen we van BNG rente op de rekening-courant: Rente rekening-courant 2010 449 Het rendement is opnieuw lager dan voorgaand jaar. Dit ten gevolge van de dalende Euribor (waaraan gekoppeld de rendementstarieven). Liquiditeitsplanning De bovenschools directeur bepaalt aan de hand van het banksaldo en de te verwachten uitgaven of er liquiditeitsproblemen worden verwacht. Aan de hand van de planning wordt bepaald welk deel van de middelen op rendement kan worden gezet. Standaard wordt als buffer op de lopende rekening een saldotegoed van minimaal 350.000 gehanteerd. 19

Ontwikkelingen op de financiële markten De onzekerheid in de financiële wereld is nog groot. De Europese Monetaire Unie geeft aan dat de crisis nog niet voorbij is. Beleggers zijn voorzichtig. Rentevisie: Het rendement zal in 2011 bescheiden zijn (verwachting ± 1 tot 1,5 %). Prognose van de financieringsbehoefte op middellange termijn De inleg in het Geldmarktselectfonds ligt steeds voor 2 of 3 maanden vast. De inleg in het Kapitaalmarktselectfonds is steeds direct opvraagbaar. Hierdoor kan er voor gezorgd worden dat er steeds tijdig voldoende liquide middelen beschikbaar zijn. Anticiperen op het voorgaande Een deel van de reserves is ondergebracht in fondsen van de BNG Vermogensbeheer. 1. De BNG Fido Geldmarktselectfonds. Bij dit geldmarktfonds is voortdurende, snelle beschikbaarheid van het geld de leidende factor. Het fonds biedt de kans op een hoger rendement dan op deposito s en er is net als bij een deposito met regelmaat de gelegenheid om over het geld te beschikken. Ten gevolge van de financiële crisis is het rendement niet hoog. 2. De BNG Fido Kapitaalmarktselect Relatief Rendement Fonds belegt in vastrentende waarden die voldoen aan de Wet Fido. Dit betekent onder andere dat er wordt belegd in staatsleningen en in obligaties van debiteuren uit de financiële sector met een kredietwaardigheid van minimaal A en dat er geen valutarisico wordt gelopen. Het rendement op het Kapitaalmarktselectfonds is op langere termijn (min. een jaar) hoger dan de Geldmarktselectfondsen. Vandaar dat er in 2010 een deel van de reserves is overgezet van het Geldmarktselectfonds naar het Kapitaalmarktselectfonds. 2.5.3. Samenvatting exploitatie Het financieel resultaat over 2010 is 63.635,- negatief. Het begrote resultaat over 2010 is vastgesteld op 236.127,- negatief. Het positief behaalde resultaat is o.a. te danken aan het afsluiten van nieuwe contracten voor schoonmaak en bedrijfsgezondheidszorg. Tevens zijn alle uitgaven kritisch bekeken en zijn er diverse bezuinigingen doorgevoerd. Vanwege de grote afwijking tussen realisatie en begroot hieronder eerst kort een weergave van incidentele en structurele verandering in het resultaat. Daarna zal per post kort worden toegelicht waaruit het resultaat is opgebouwd en waar de grootste afwijkingen zijn ontstaan. Structureel hogere baten Verklaring Afwijking Bijstelling variabelen ministeriele bekostiging 40.000,- WSNS bijdrage 5.000,- Totaal 45.000,- 20

Structureel lagere lasten Verklaring Afwijking Nieuw contract bedrijfsgezondheidszorg 17.000,- Afschrijvingstermijn digiborden aangepast 8.000,- Nieuw contract schoonmaak 19.500,- Totaal 44.500,- Structureel hogere lasten Verklaring Afwijking Stijging loonkosten door salarismaatregel 47.500,- Functiemix 3.123,- Totaal 50.623,- De totale structurele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt 38.877,-. De behaalde winst zit hem voornamelijk in het afsluiten van goedkopere contracten. Waardoor de jaarlijks lasten flink zijn gedaald. Incidenteel hogere baten Verklaring Afwijking Groeibekostiging 33.500,- Lerarenbeurs 11.500,- Bruidschat (geen opname in begroting) 48.000,- Subsidie Visueel gehandicapten 12.900,- Bestemmingbox taal en rekenen 7.400,- Provinciale baten 11.800,- VVF baten 9.400,- Gemeentelijke baten Brede school en 6.000,- coördinatie Vakleerkrachten 3.800,- Loonkostensubsidie OOP 8.400,- Taalpilot 6.000,- REC bijdrage AWBZ 2.500,- Overblijfkrachten 3.000,- Teruggave loonheffing 3.100,- Overige baten 17.800,- Totaal 185.100,- Incidenteel lager baten Verklaring Afwijking Rentebaten 14.800,- Totaal 14.800,- 21

Incidenteel lagere lasten Verklaring Afwijking BAPO 5.000,- Leermiddelen 12.000,- Reproductiekosten 19.000,- Deskundigenadvies 6.300,- Huur 4.500,- Reis en verblijfkosten 1.300,- Vrijval jubilea 4.800,- Spaarverlof 11.200,- Onderwijsbureau 7.000,- Overige lasten 10.700,- Totaal 81.800,- Incidenteel hogere lasten Verklaring Afwijking Cursuskosten 8.000,- Extern personeel 11.600,- Wervingskosten 13.700,- Klein onderhoud 33.300,- Energie en water 2.200,- ICT hardware en software 24.800,- Overige personele lasten 10.900,- Overige materiaallasten 6.500,- Reisjes en excursies 7.600,- Totaal 118.600,- De totale incidentele bijdrage aan een positievere exploitatie bedraagt 133.500,-. De behaalde winst zit hem voornamelijk in de lagere energielasten, de diverse extra baten en de doorgevoerde bezuinigingen. Rijksbijdragen Ministerie van OCW De normatieve rijksbijdrage laat een stijging zien ten opzichte van de begroting. Dit word veroorzaakt door de niet begrote groeibekostiging en loonkostensubsidie. Tevens is de normatieve rijksbijdrage hoger door de verhoging van de variabelen. In de begroting zijn de ontvangen baten ten behoeve van de lerarenbeurs, visueel gehandicapten en bestemmingsbox niet opgenomen. De culturele baten zijn geheel ontvangen in 2010. Hierdoor zijn er meer culturele baten dan begroot maar hier staan ook extra lasten tegenover. Overige overheidsbijdragen en subsidies Voor 2010 word op basis van de exploitatie een bruidschat van 48.000,- verwacht. De post overige overheidsbijdragen heeft betrekking op de vergoeding van twee samenwerkingsverbanden en op de ontvangen vergoedingen uit het vervangingsfonds. 22

De vergoedingen die zijn ontvangen van het vervangingsfonds waren niet opgenomen in de begroting. Tevens is er een extra bate door de ontvangen REC gelden ter vervanging van AWBZ gelden. Deze compensatie is voor leerlingen die zonder de steun van de vroegere AWBZ gelden niet kunnen deelnemen aan het onderwijs. De gemeentelijke baten van de Brede school, coördinatie en vakleerkrachten zijn hoger uitgevallen dan begroot. Er zijn tevens diverse provinciale baten ontvangen. De post toerekening investeringssubsidies heeft betrekking op de vrijval van de afschrijvingen over het jaar 2010 naar aanleiding van een vergoeding van de gemeente voor de aanschaf van ventilatie en zonwering voor twee scholen. Dit jaar is voor het eerst de vrijval van de afschrijvingen van een door de OR gestorte bijdrage voor een Activboard opgenomen. Overige baten De post ouderbijdragen is niet opgenomen in de begroting. Daartegenover staat dat de kosten die betaald zijn van de ouderbijdragen ook niet zijn opgenomen in de begroting. De post overige baten heeft o.a. betrekking op een ontvangen bedrag van de gemeente Slochteren voor het openbaar stellen van schoolpleinen. Verder zijn er baten ontvangen voor techniekgelden van Stichting Platform. Personeelslasten De salariskosten zijn hoger dan begroot. Dit wordt o.a. veroorzaakt door CAO-wijzigingen welke niet zijn meegenomen in de begroting. Daartegenover staat dat er ook extra baten zijn ontvangen van DUO. De loonkosten zijn hoger door: - De directietoeslag vanuit actieplan leerkracht is per december 2009 verhoogd. Dit was nog niet bekend ten tijde van het opstellen van de begroting. - De lasten van het bovenschools stafbureau zijn verhoogd door de per december 2009 doorgevoerde verhoging van de specifieke uitkering voor onderwijsondersteunend personeel. - Stijging van de loonkosten directie DA door verhoging van de directietoeslag. - Voor twee scholen is in de begroting uitgegaan van een meerscholendirecteur. Op deze scholen zijn momenteel echter nog twee directeuren werkzaam. Daarnaast heeft een directeur BAPO opgenomen. Totale extra inzet fte bedraagt 0,1332. - Een oude en nieuwe directeur hadden in de maand augustus beide een aanstelling. De nieuwe directeur heeft met een extra 0,0313 fte een andere aanstelling. - Extra lasten lerende organisatie, lerarenbeurs en brede school. - Lasten functiemix vanaf augustus 2010. De BAPO lasten zijn daarentegen lager dan begroot. De overige personele lasten wijken op diverse punten af met de begroting. Er zijn hogere lasten die ontstaan door de nieuwe startende directeuren. Zo werden er diverse advertenties geplaatst voor de werving. Tevens werden de nieuwe startende directeuren via het kweekvijver project en diverse assessments geholpen in hun nieuwe functie. Door de uitgebreide werving is er ook meer gebruik gemaakt van extern personeel. 23

In de andere personele lasten zijn de lasten voor de bedrijfsgezondheidszorg lager uitgevallen door het afsluiten van een nieuw contract. In 2010 is er sprake van een vrijval in de jubileum voorziening. Afschrijvingen De afschrijvingslasten voor het onderwijsleerpakket vallen hoger uit door niet begrote investeringen. De totale afschrijvingslasten zijn lager dan begroot door de wijziging van de afschrijvingstermijn digiborden. De afschrijvingstermijn voor digiborden is van 5 jaar gewijzigd naar 10 jaar. Huisvestingslasten De totale huisvestingslasten vallen lager uit dan begroot. De meest opvallende verschillen ten opzichte van de begroting zijn de lagere lasten voor energielasten door de bijstelling van de voorschotten op basis van de teruggaven over 2009. De schoonmaaklasten vallen lager uit door de verandering van schoonmaakbedrijf. Het huidige afgesloten contract zorgt voor lagere lasten. De huisvestingslasten vallen lager uit door de doorbelasting van 4 in plaats van 5 werkplekken op het stafbureau. De lasten voor de beveiliging van gebouwen, klein onderhoud, tuinonderhoud en de afvalstoffenheffing zijn hoger uitgevallen dan begroot. Overige instellingslasten De totale overige instellingslasten vallen iets lager uit dan begroot. De lager lasten zitten in de uitgaven aan leermiddelen. De schooldirecteuren hebben aan de door hun budgetverantwoordelijke post minder uitgegeven. De reproductiekosten, deskundigenadvies en de lasten voor het onderwijsbureau vallen tevens lager uit dan begroot. Door de schooldirecteuren is er meer uitgegeven aan ICT en overige materiaallasten. Er lijkt een verschuiving plaats te vinden tussen de besteding aan leermiddelen en de uitgaven aan ICT middelen door het gebruik van steeds meer interactieve lesmethoden. Financiële baten en lasten De rentebaten zijn lager uitgevallen dan begroot. De rentebaten zijn laag door het lagere rendement dat op de uitstaande gelden is behaald. De bankkosten zijn hoger dan de opgenomen lasten in de begroting. BAPO voorziening In de Staatscourant van 4 oktober 2010 heeft het Ministerie van OCW de definitieve regeling kenbaar gemaakt. Daaruit blijkt dat de verwerkingsmethodiek met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2010 is gewijzigd. Alle BAPO lasten dienen met ingang van die datum, lees boekjaar 2010, te worden verwerkt als periodekosten. Dit betekent dat alle BAPO lasten via de staat van baten en lasten worden verantwoord. De voorziening BAPO komt hiermee te vervallen. De jaarlijks BAPO-lasten worden met ingang van het verslagjaar 2010 als periodelast in de staat van baten en lasten verantwoord. Met ingang van het verslagjaar 2010 vervalt de verplichting om een onderbouwing in sturen naar het Ministerie van OCW. 24

De regeling dient retrospectief te worden toegepast, wat betekent dat de vergelijkende cijfers 2009 zijn aangepast aan de huidig geldende regeling. De effecten van deze stelselwijziging zijn hieronder schematisch weergegeven. Effecten stelselwijziging op het vermogen: Balanspost Saldo 31-12-09 Correctie vergelijkende Saldo 31-12-09 Stelselwijziging Saldo 1-1-10 cijfers 2009 na correctie Dotatie Vrijval Reserves Algemene reserve 1.179.345 5.112 1.184.457 18.152 1.202.609 Bestemmingsreserves Energie 300.000 300.000 300.000 Voorzieningen Bapo 23.264 5.112- - 18.152 18.152- - 1.502.609 - - 1.502.609-1.502.609 Effecten stelselwijziging op het resultaat: Bedrag Resultaat volgens de jaarrekening 2009 125.057- Bij: dotatie voorziening BAPO 2009 5.112 Af: vrijval voorziening BAPO 2009 0 Resultaat 2009 na correctie 119.945- In de toekomst dient naast de huidige BAPO lasten rekening te worden gehouden met extra BAPO lasten in verband met de stijging van het deelnemerspercentage. De huidige BAPO lasten worden berekent op basis van de huidige deelname aan de BAPO regeling. Wanneer in de toekomst meer medewerkers van de regeling gebruik gaan maken zullen de BAPO lasten aanzienlijk stijgen. Hiermee houden wij als bestuur rekening door dit te kunnen opvangen met de algemene reserves. Als de BAPO regeling verdwijnt zullen de personen voor wie de huidige regelgeving telt waarschijnlijk in een overgangsregeling komen en zal de personele lumpsum waarschijnlijk ook trapsgewijs worden verlaagd tot 0%. 2.5.4. Uitsplitsing reserves De stand van de reserves ultimo 2010, na verwerking van het resultaat, is als volgt weer te geven: Reserves 31 december 2009 31 december 2010 Eigenvermogen - Reserve op schoolniveau 161.357 169.208 - Algemene reserve bovenschools 1.041.250 969.764 - Bestemmingsreserve 300.000 300.000 1.502.607 1.438.972 25

* De reserve herwaardering is gevormd door de activering van een deel van de aanwezige inventaris. Voor de oude afschrijvingslasten geldt dat hier een reserve eerste waardering (herwaarderingsreserve) tegenover staat. Elk jaar valt een deel van de reserve eerste waardering vrij dat even groot is als de oude afschrijvingslast van dat jaar. Reserve op schoolniveau Onderverdeling Scholen 31-12-09 resultaat '10 31-12-10 o.b.s. Lutje Til 19.499,08-3.082,62 16.416,46 o.b.s. De Springplank 28.228,85-693,81 27.535,04 o.b.s. De Ent 1.647,71-3.607,35-1.959,64 o.b.s. De Meent 3.715,80 8.188,92 11.904,72 o.b.s. Schaldmeda 8.232,61-489,14 7.743,47 o.b.s. De Kinderboom -2.106,15 4.921,39 2.815,24 o.b.s. Ruitenvelder 3.134,12-1.491,30 1.642,82 o.b.s. Oetkomst 11.042,65-355,13 10.687,52 o.b.s. Driespan 100.316,18 5.020,36 105.336,54 o.b.s. De Spil -12.353,76-560,75-12.914,51 161.357,09 169.207,66 2.5.5. Financiële kengetallen De financiële kengetallen kunnen als volgt worden vergeleken: Kengetal Omschrijving Norm* Streef 2006 2007 2008 2009 2010 Solvabiliteit 1 Liquiditeit Eigen vermogen / totale vermogen > 20% > 30% 60.9% 61.4% 61.0% 61.7% 60.3% Vlottende activa / kortlopende schulden > 0.5 > 1.2 1.0 1.1 2.9 2.9 2.4 Weerstandsvermogen Algemene reserve / totale exploitatie 10% 17% 21% 18% 16% 13% * Norm is ondergrens volgens de Commissie Don (sept. 2009). Deze ratio's geven per 31 december 2010 een gezond beeld. Alle ratio's waarvoor een (minimum) streefwaarde is benoemd voldoen aan de norm (zie omschrijving hieronder), zodat er geen beleid is gemaakt om die doelen (alsnog) te bereiken. Solvabiliteit: Solvabiliteit is de verhouding tussen het eigen en het totale vermogen en geeft aan of een instelling op langere termijn (bij liquidatie) in staat zal zijn haar schulden te voldoen. Een solvabiliteit van meer dan 30% is goed, tussen de 10% en 30% is matig/voldoende en 10% of lager wordt als slecht gekwalificeerd. Liquiditeitspositie: Liquiditeit (current ratio) is de verhouding tussen vlottende activa plus liquide middelen en de kortlopende schulden en geeft aan of een instelling korte termijn aan haar schulden kan voldoen. Een liquiditeitsratio van meer dan 1,2 is goed, tussen de 0,6 en of gelijk aan 1,2 is matig/voldoende en 0,6 of lager is slecht. Weerstandsvermogen: Zie 2.6. Risicoparagraaf. 26

2.6. Risicoparagraaf In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van risico s die Stichting OPOS loopt, de eventuele financiële consequenties en de bijbehorende beheersmaatregelen. Het weerstandsvermogen kan worden gedefinieerd als het vermogen van Stichting OPOS om financiële risico s op te vangen teneinde zijn taken te kunnen voortzetten. Risico s mogen feitelijk geen belemmering vormen voor de uitvoering van de begroting nu en in de naaste toekomst. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover Stichting OPOS beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekkenen alle risico s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. De algemene reserve is de buffer voor het kunnen opvangen van tekorten. Zowel de toekomstige verliezen op de reguliere begroting als de niet-begrote tegenvallers (risico s) komen ten laste van de algemene reserve. De omvang van de algemene reserve dient hiervoor toereikend te zijn. Risico's Voor Stichting OPOS zijn onderstaande risico s te onderkennen: Personeel: Risico's Fluctuaties leerlingenaantal Toelichting Als het leerlingenaantal in een korte periode terugloopt, kan een bestuur worden geconfronteerd met boventallige formatie, waarvan de loonkosten niet door het Ministerie worden betaald. Ontslag: formatieve frictie instroomtoets Participatiefonds wachtgeldverplichtingen werkgelegenheidsgaranties premie Participatiefonds voor eigen rekening kosten ontslagprocedure kosten outplacement en scholing premie voor vrijwillig vertrek werving en selectie Beheersmaatregel: De terugloop op korte termijn kan worden opgevangen doordat er contracten zijn voor bepaalde tijd. Na de start van Meerstad (per 01-08-2012) zal er eerder sprake zijn van stijgende leerlingenaantallen. Ontslag brengt in bijna alle gevallen kosten met zich mee. Wachtgeldkosten kunnen op een bestuur drukken als een aanvraag niet door de instroomtoets komt. Een bestuur zal procedurekosten (opbouw dossier, juridische kosten) moeten maken. In sommige gevallen kan personeel afvloeien via een outplacement en/of bijscholing of door een vertrekpremie aan te bieden. Beheersmaatregel: Stringent bijhouden van functioneringsen beoordelingsgesprekken en incidentele gebeurtenissen als onderdeel van het personeelsdossier. Nieuwe school Meerstad Waarschijnlijk zal er in 2012 een nieuwe openbare basisschool worden gesticht. Als voorbereiding hierop zal vroegtijdig een directeur als kwartiermaker moeten worden aangesteld. Beheersmaatregel: Afbakening periode van kwartier maken. 27