Deel I. Het begrip verbintenis



Vergelijkbare documenten
VERBINTENISSENRECHT. Basisbegrippen, voorbeeldvragen en antwoorden + juridische grondslagen die vaak voorkomen op examens.

1. Natuurlijke verbintenis Inspannings- en resultaatsverbintenis Verschil tussen de alternatieve en de facultatieve verbintenis

Verbintenissenrecht: inleiding

BENOEMDE OVEREENKOMSTEN

Hoofdstuk 21. Verbintenis en rechtshandhaving Inleiding

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

algemene verkoopsvoorwaarden

2de bach rechten. Verbintenissenrecht. Arresten - Oefeningen - Cursus. uickprinter Koningstraat Antwerpen R25 8.

Inhoud. Inleiding 13. Noordhoff Uitgevers bv

Deel 0 ALGEMEEN RECHT 13

Vakbekwaamheid en de lastgevingovereenkomst

Inhoud Definitie Eigensoortige en gemengde overeenkomsten 19

Juridische beschermingsmogelijkheden voor de EDPB in geval van niet of laattijdige betaling van facturen door de aangeslotenen

Recht P2 Auteur: Lydia Janssen

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

1. Een geldige wil = om een rechtshandeling te stellen, moeten de partijen hun volwaardige wil uiten

Contracten: basisbeginselen. Door Mr. Franky De Mil Advocaat-vennoot bij Pure Advocaten

Voorrechten. p e.v. Wetboek Algemene regels inzake voorrechten

Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Inleiding. 1 Plaatsbepaling en definitie burgerlijk recht

Hof van Cassatie van België

Artikel 3:40 Een besluit treedt niet in werking voordat het is bekendgemaakt.

EXAMENPROGRAMMA. Juridisch Diploma('s) Vermogensrecht niveau 5 Juridisch adviseur Paralegal Examen Vermogensrecht niveau 5 Niveau.

De contractuele uitsluiting en beperking van de tienjarige aansprakelijkheid van de architect (Cass. 5 september 2014)

21 MAART BURGERLIJK WETBOEK. - BOEK III : Wijze van eigendomsverkrijging. - TITEL III tot V (art ) en tekstbijwerking tot

ALGEMENE VOORWAARDEN PROPTIMIZE NEDERLAND B.V. (versie oktober 2012)

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.

II. DE TOTSTANDKOMING VAN OBLIGATOIRE OVEREENKOMSTEN / 11

Contractsduur, uitvoering en wijziging overeen-komst

De opdrachtgever: Iedere natuurlijke of rechtspersoon die de opdracht aan Homelyrentals verstrekt.

Hoofdstuk I. Algemene inleiding 15

De Opdrachtgever: de (rechts)persoon die de opdracht aan RandstadMakelaars verstrekt.

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

Algemene voorwaarden zakelijke dienstverlening

Korte handleiding bijeenkomst 8. Bijzondere overdrachten.

Burgerlijk Wetboek Boek 6

I VERBINTENISSENRECHT 17

Hypoteekrecht en andere beperkte zakelijke rechten - Vereisten voor de geldige vestiging ervan

Middag van het Recht: Nieuw Verbintenissenrecht. Prof. dr. Britt Weyts Hoogleraar Universiteit Antwerpen Advocaat

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

meest gestelde vragen over De Proeftijd De Gier Stam &

De wet is van toepassing op alle overeenkomsten met betrekking tot de eigendomsoverdracht. 1. Het voorwerp van de overeenkomsten:

I. ALGEMENE BEPALINGEN... 1 II. DIENSTEN INZAKE TOT STAND KOMEN VAN OVEREENKOMSTEN... 2 III. OVERIGE VOORWAARDEN... 5

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

Algemene contractvoorwaarden

EXPERT IN BEDRIJFSMANAGEMENT

INHOUDSTAFEL BOEK II. ZAKENRECHT... 1 TITEL I ZAKEN IN HET ALGEMEEN Inleiding... 3

Algemene Voorwaarden voor Interim Management en Advies Diensten van Direttore B.V.

Algemene Voorwaarden. De Opdrachtgever niet handelend in de uitoefening van een bedrijf of. beroep.

THIM Hogeschool voor Fysiotherapie Newtonbaan 6-8, 3439 NK NIEUWEGEIN

Inhoudsopgave. Inhoudsopgave 5 Voorwoord 11

INHOUD. Voorwoord / V. Afkortingenlijst / XXI. Verkort aangehaalde literatuur / XXIII 1. DE VERBINTENIS IN HET ALGEMEEN / 1

Artikel 1; Algemeen. Artikel 2; Prijzen en betalingen. Artikel 3; Aansprakelijkheid

ALGEMENE VOORWAARDEN VOOR DE KOOPOVEREENKOMST GROND VOOR EENGEZINSHUIZEN, VERSIE

overeenkomsten overeenkomsten en verbintenissen

1 Huurrecht is burgerlijk recht

FICHE WETTELIJKE RENTEVOETEN.

Niet-nakoming van overeenkomsten: toerekenbaar tekortschieten (wanprestatie)

EURO BOOKS ONLINE - Digitaal bladeren in juridische uitgaven. Uitgave C.I.P. Koninklijke Bibliotheek Albert I NUR 820 I.S.B.N.

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2012/17 - Erkenning van opbrengsten en kosten. Advies van 7 november 2012

TERUGWERKENDE KRACHT IN HET GEMEEN CONTRACTENRECHT. ENKELE PRAKTISCHE TOEPASSINGEN. Lunchdebat van 23 januari 2015

Voorwoord. Lawbooks Goederenrecht ( ) Beste student(e),

A L G E M E N E V O O R W A A R D E N S C H E E P V A A R T B E D R I J F V E R S L U I S

Verbintenissenrecht. Inleiding in het recht

Unidroit-Overeenkomst inzake de internationale factoring

Artikel 1 Algemeen Artikel 2 Overeenkomst Artikel 3 Producten en diensten Artikel 4 Levering 4.1

INHOUDSTAFEL WOORD VOORAF... CONTRACTEN ONDER VOORWAARDE ALAIN VERBEKE & IRIS VERVOORT... 1

Inhoud WOORD VOORAF 3. Deel 1 INLEIDING TOT HET RECHT 13

101 TIPS VOOR MIJN DEBITEURENBEHEER

VVT Europa B.V. Steenweg 73 A 4181 AK Waardenburg. ALGEMENE VOORWAARDEN Gasmeten VVT Europa B.V.

C.O.B.A. 4 COMMISSIE VOOR ONRECHTMATIGE BEDINGEN

Relevante feiten. Beoordeling. RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG VAN ANTWERPEN Vonnis van 09 oktober Rol nr 00/2654/A - Aanslagjaar 1996

UITVOEREN VAN WERKEN IN BELGIE Aandachtspunten bij de aannemingsovereenkomst

Hof van Cassatie van België

WETTELIJKE RENTEVOET IN DE

O. T., eiser tot cassatie van een arrest, op 5 juni 1998 gewezen. vertegenwoordigd door mr. Adolf Houtekier, advocaat bij het Hof

Verbintenissenrecht algemeen

Algemene Voorwaarden van de vereniging Nederlands Instituut van Psychologen (het NIP) Geldend vanaf 1 januari 2014

Hof van Cassatie van België

De formaliteiten voor overdracht verschillen naar gelang het over te dragen goed.

WET van 14 april 1978, betreffende huurkoop van onroerend goed (Wet Huurkoop Onroerend Goed) (G.B no. 32).

Let op!! Niet iedere handeling die rechtsgevolgen heeft, is ook een rechtshandeling. Indeling rechtshandelingen: Meerzijdig.

Algemene voorwaarden poppenspecialsit / poppenspecialist is een onderdeel van Speelgoed de Betuwe

3.4 De werkzaamheden van Just Housing vormen geen garantie voor het vinden van een geschikte) woonruimte.

4. De toepasselijkheid van eventuele voorwaarden van de wederpartij worden uitdrukkelijk van de hand gewezen.

30 DECEMBER Wet tot invoering van de Nederlandse tekst van het burgerlijk wetboek.

Algemene voorwaarden Zorg & Zo Buro - Dienstverleners

Hof van Cassatie LIBERCAS

Verbintenissenrecht & ondernemingsrecht

I ALGEMEEN II AANBIEDINGEN

Inhoud. Inleidende probleemstelling: wederkerige schenkingen Hoofdstuk 1. De emanatie van twee rechtsfiguren: de oorzaak en de voorwaarde...

Algemene Voorwaarden van De Jong Assurantiën cv en/of De Jong & Bouterse bv, behorend bij de Overeenkomst tot het verrichten van diensten

CONCEPT UITSLUITEND VOOR DISCUSSIEDOELEINDEN

Verkoop -en leveringsvoorwaarden van VAN HEES Benelux Sprl. 2. Aanbod en sluiten van het contract

SAMENWONING RELEVANTE ARTIKELS UIT HET BELGISCH BURGERLIJK WETBOEK

Op deze Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.

Instelling. Onderwerp. Datum

Algemene voorwaarden DSA Maritiem

Transcriptie:

Deel I. Het begrip verbintenis A. Juridische verbintenis - De rechtsband krachtens welke een persoon (SA) aan een ander persoon (SE) een prestatie (geven, doen of laten) verschuldigd is. - Passieve zijde vh recht: de schuld of plicht tot prestatie jegens een andere - Actieve zijde vh recht: de inschuld, het recht op prestatie van een ander, schuldvordering - Het gaat om een in rechte afdwingbare verplichting. - Enkel de betrekkingen die een vermogensrechtelijk karakter hebben. B. Zedelijke verplichting - Is degene die uitsluitend haar grondslag vindt in de moraal en waaraan het recht gn waarde hecht. C. Natuurlijke verbintenis - Niet in rechte afdwingbaar, wel een bron van rechtsgevolgen. - Wordt in rechte erkend, wnnr ze vrijwillig, geheel of gedeeltelijk uitgevoerd wordt of wnnr de SA belooft haar na te komen. (dan soort omvorming in een juridische verplichting) - De loutere erkenning door de SA dat in zijn hoofde een ntrlke verb bestaat is niet voldoende. - Een natuurlijke verbintenis is niet opeisbaar, wel uitvoerbaar. - Zie art. 1235, 2e lid BW - Bv. feitelijke vader die aan buitenechtelijk kind waarvan de afstamming niet bewezen is of mag worden, vrijwillig steungeld betaalt, zet aldus een ntrlke verb in een burgerlijke om. (zie arrest 1) D. Onderscheid tussen juridische verbintenissen en zakelijke rechten 1. Klassieke theorie - Zakelijk recht: het recht van een persoon op een zaak - Persoonlijk recht: recht van een persoon tav een andere persoon of op een prestatie vanwege een persoon - In dit perspectief is de verbintenis een persoonlijk recht. 2. Personalistische theorie - Planiol: Alle rechten, zowel de zakelijke als de persoonlijke, scheppen verhoudingen tussen personen. - Verschil tss zakelijk en persoonlijk recht: Zakelijk recht geldt erga omnes: de titularis mag eisen dat derden de uitoefening van zijn recht niet belemmeren Persoonlijk recht geldt enkel inter partes: er is slechts een band tss de partijen bij de verbintenis 3. Moderne theorie - Beaamt stelling van Planiol in de mate waarin deze het recht beschouwt als een ordening van verhoudingen tss personen. - Er is een wezenlijk verschil tss beide soorten rechten in de tegenstelbaarheid jegens derden maar mbt de verbintenis moet een onderscheid gemaakt worden tss de innerlijke uitwerkselen en het louter bestaan. De innerlijke uitwerkselen betreffen de rechten en verplichtingen die uit de verbintenis voortspruiten en die gelden slechts voor de bij die verbintenis betrokken partijen. Het louter bestaan vd verbintenis moet echter als dusdanig door iedereen als een feit erkend worden. - Zakelijke rechten hebben een bep zaak tot voorwerp, het voorwerp vd verbintenissen is veel ruimer, nl een prestatie die kan bestaan in een geven, doen of laten. - Er is een numerus clausus voor de zakelijke rechten, bij verbintenissen kan hier omwille vd wilsautonomie gn sprake van zijn. Alexander Tanguy 2010-2011 1

Deel II. De verschillende soorten verbintenissen A. Indeling volgens het voorwerp van de verbintenis 1. Indeling volgens de aard van het voorwerp A. Verbintenissen om iets te geven, te doen of te laten (art. 1101 BW) 1 Verbintenis om iets te geven - Impliceert een overdracht vd eigendom van een goed of van een ander zakelijk recht. De verbintenis doet een nieuw zakelijk recht ontstaan in hoofde vd SE. - Heeft de verb de overdracht van een bepaalde zaak tot voorwerp dan acht men de eigendomsoverdracht voltrokken door de enkele toestemming vd contracterende partijen. - Als de verb op een onbepaalde zaak slaat dan moet de zaak eerst geïndividualiseerd worden vooraleer er eigendomsoverdracht is. - Naast de verplichting tot eigendomsoverdracht bestaat er ook een leveringsverplichting, dit is een verb om iets te doen aangezien er gn sprake is van overdracht van een zakelijk recht. 2 Verbintenis om iets te doen - Houdt vanwege de SA de verplichting in bepaalde daden te stellen. - bv. in het raam v een arbeidsov moet de werknemer een reeks prestaties verrichten 3 Verbintenis om iets te laten - Houdt vanwege de SA de verplichting in bepaalde daden niet te stellen. (onthoudingsverplichting) - bv. wettelijk verbod om op een bepaalde plaats een gebouw op te richten 4 Draagwijdte van bovengenoemd onderscheid - Verb om iets te geven zijn steeds uitvoerbaar in natura, desnoods manu militari. - Bij de verb om iets te doen is de rechtstreekse gedwongen uitevoering bij onwil vd SA veelal niet mogelijk. (persoonlijke vrijheid) - Bij de verb om iets niet te doen is de gedwongen uitvoering in natura niet meer mogelijk, omdat hetgeen dat niet mocht gedaan worden, effectief verricht is geworden. - De gedwongen uitvoering in natura heeft de voorkeur op de gedwongen uitvoering bij wijze van equivalent. Deze regel geldt ook voor de verb om iets te doen of niet te doen, ondanks art. 1142 BW. - Art. 1142 BW betekent echter slechts dat de gedwongen uitvoering in natura van een verb om iets te doen of niet te doen noch rechtstreeks, noch onrechtstreeks dmv fysieke dwang op de persoon vd SA mag geschieden. - Via dwangsom kan ook op onrechtstreekse wijze de gedwongen uitvoering in natura van de meeste verb om iets te doen/geven bekomen worden. B. Inspannings- en resultaatsverbintenissen - Zie vraag 2 2. Indeling volgens het aantal voorwerpen van de verbintenis A. Conjunctieve of cumulatieve verbintenis - Een verbintenis is cumulatief wnnr haar voorwerp bestaat uit verschillende prestaties die door de partijen als ondeelbaar worden beschouwd en dus cumulatief moeten worden uitgevoerd. - De SE van een cumulatieve verb kan zich verzetten tegen de uitvoering v slechts een deel vd verbintenis. (art. 1244, 1e lid BW) - Bv. A koopt nieuwe auto in ruil voor zijn oude auto en een opleg van 2000 euro B. Alternatieve verbintenis (art. 1189-1196 BW) en facultatieve verbintenis - Zie vraag 3 Alexander Tanguy 2010-2011 2

B. Indeling volgens het aantal schuldenaars of schuldeisers 1. De gezamenlijke of samengevoegde verbintenis - Is de verbintenis die aan de actieve of passieve zijde vanaf haar ontstaan door verschillende personen is aangegaan of naderhand verschillende personen treft. - Bv. 4 studenten kopen gezamenlijk een auto A. Gevolgen: verhouding tss SE(s) en SA(s) (verplichting) - In beginsel is de verbintenis deelbaar en zal zij dus verdeeld dienen te worden in zoveel delen als er schuldenaren of schuldeisers zijn, zodat iedere SA slechts tot beloop van zijn aandeel kan aangesproken worden en iedere SE de SA slechts kan aanspreken tot beloop vh aandeel van die SE. Alhoewel geen wettekst de deelbaarheid vd samengevoegde verbintenis bekrachtigt, men aanvaardt algemeen dat de regels voor erfenissen (artt. 870, 873 en 1220 BW) analogisch moeten worden toegepast. - Iedere SE zal afzonderlijk moeten dagvaarden en iedere SA zal dus afzonderlijk moeten gedagvaard worden. - Iedere schuldvordering of schuld heeft haar eigen lot inzake ingebrekestelling. - De stuiting vd verjaring ten overstaan v 1 der schuldenaren is niet tegenstelbaar aan de andere. - Onvermogen v 1 SA komt voor rekening vd SE, niet vd andere debiteurs. B. Gevolgen: verhouding tss SE(s) of SA(s) onderling (bijdrage) - Partijen kunnen hun onderlinge bijdrage vrij regelen. (Bv met 2 een huis kopen, 1/3 + 2/3) 2. De hoofdelijke of solidaire verbintenis (art. 1197-1216 BW) A. Begrip - Hoofdelijkheid = eenheid v voorwerp en pluraliteit v verbintenissen - Passieve hoofdelijkheid: wnnr een pluraliteit v SA's gehouden is tot één en dezelfde prestatie, zodat ieder van hen voor het geheel kan worden aangesproken, en de betaling door 1 v hen gedaan de overige SA's jegens de SE bevrijdt. Is voordelig voor de SE: op vlak vd procedure omdat hij de gehele schuldvord kan opeisen v 1 SA en dus kosten kan besparen, op vlak vd waarborgen is hij beschermd tegen onvermogen van een enkele SA - Actieve hoofdelijkheid: wnnr een pluraliteit v SE's gerechtigd is tot één en dezelfde prestatie, zodat ieder v hen de SA voor het geheel kan aanspreken, en de betaling gedaan in handen v 1 vd SE's de SA jegens allen bevrijdt. B. Bronnen - Art. 1202 BW: Hoofdelijkheid wordt niet vermoed, zij moet uitdrukkelijk bedongen zijn of bestaan krachtens een bepaling vd wet. 1 Contract - Ruime opvatting 'uitdrukkelijk': het beding kan uitdr of stilzw worden aanvaard, maar de wil moet zeker, dwz duidelijk zijn. In geval van twijfel moet de rechter zich tegen hoofdelijkheid uitspreken. 1 Wet - Bv. artt. 222, 1033, 1887, 2002 BW en 50 Sw. - Krachtens een bepaling in de wet: betekent ook wnnr de hoofdelijkheid is bepaald bij een besluit of reglement genomen krachtens een wet + verwijst ook naar gewoonteregels en algemene rechtsbeginselen C. Gevolgen tussen schuldenaars en schuldeiser (verplichting) 1 Hoofdgevolgen - Het hoofdgevolg is dat iedere hoofdelijke SA tot de gehele schuld gehouden is. - Art. 1203 BW: de SE kan ieder van zijn SA's aanspreken, dus naar keuze onder hen kiezen - De aangesproken SA kan gn voorrecht v schuldsplitsing inroepen, hij is maw voor de gehele schuld gehouden (art. 2026 BW) - De SE kan 1 SA vervolgen en tegelijkertijd of ook nog daarna de overige SA's vervolgen. - Art. 1208 BW: iedere SA kan de excepties aan de SE tegenwerpen tav het geldig bestaan zelf vd verbintenis - Art. 1201 BW: iedere SA mag zich tegenover de SE beroepen op de excepties mbt de modaliteiten vd verb - Iedere SA mag zich tegenover de SE beroepen op de excepties mbt de uitdoving vd verbintenissen, de door 1 v Alexander Tanguy 2010-2011 3

hen ingeroepen exceptie komt alle SA's ten goede. Nuancering: betaling door 1 SA bevrijdt al de andere (art. 1200 BW) het tenietgaan vh voorwerp vd verbintenis door toeval of overmacht bevrijdt al de SA's (art. 1205 BW a contrario); indien de zaak tenietgegaan is door de schuld van 1 of meer SA's of terwijl zij in gebreke waren, zijn de overige medesa's niet bevrijd bij het overlijden v 1 vd hoofdelijke SA's wordt de hoofdelijke schuld tss zijn verschillende erfgenamen verdeeld (artt. 1219 en 1220 BW) de SE die slechts tegenover 1 v zijn SA's afstand doet v zijn recht op hoofdelijkheid, behoudt zijn hoofdelijke vordering tegen de overige SA's, maar onder aftrek vh aandeel vd SA die hij vd hoofdelijkheid heeft ontslagen (art. 1210 BW) 2 Secundaire gevolgen - Art. 1206 BW: vervolgingen tegen 1 vd hoofdelijke SA's stuiten de verjaring tav allen - Art. 1205 BW: de aanmaning v 1 SA geldt ten overstaan van al de anderen - Art. 1207 BW: de eis tot betaling v interest tegen 1 vd hoofdelijke SA's, doet de interest lopen tav allen D. Gevolgen tussen de schuldenaars onderling (bijdrage) - Wnnr 1 vd hoofdelijke SA's zich van meer dan zijn persoonlijk aandeel in de schuld gekweten heeft, beschikt hij over een verhaal tegen zijn medeschuldenaars. - Art. 1213 BW: de schuld die tov de SE hoofdelijk is aangegaan, is van rechtswege deelbaar tss de SA's, die onder elkaar slechts ieder voor zijn aandeel verbonden zijn - In beginsel zijn de delen dus gelijk: behalve ingeval v een andersluidend beding vd partijen zelf behalve ingeval het belang vd schuldenaren ongelijk is behalve wnnr de zaak waarvoor de schuld hoofdelijk is aangegaan, slechts 1 vd hoofdelijke medeschuldenaars aangaat (art. 1216 BW) - Art. 1214!!! en 1215 BW 3. De verbintenis in solidum A. Begrip - In solidum = pluraliteit v voorwerpen en pluraliteit v verbintenissen - Impliceert een verplichting v iedere SA tot het geheel, terwijl de betaling door 1 ook de anderen bevrijdt ten overstaan vd SE. - 2 verschillen met hoofdelijke verbintenis: bestaan is niet afhankelijk van een duidelijke overeenkomst of een bepaling krachtens de wet (zie art 1202 BW) verb in solidum is niet onderworpen aan de regels inzake de secundaire gevolgen vd hoofdelijkheid - Cass.: Wnnr 1 enkele schade berokkend is door de onderscheiden fouten v verschillende personen (dwz dat zonder het bestaan v elk v deze fouten de schade niet zou zijn ontstaan), dan is ieder v hen in solidum gehouden tot algehele schadeloosstelling, onverminderd hun verhaalrecht tegenover de mededaders. B. Kenmerken 1 De grondslag - De verb in solidum vloeit voort uit de noodwendigheden vd onderscheiden casusposities. Ogv de algemene beginselen die een bepaalde toestand beheersen, acht men het noodzakelijk dat verschillende personen tot het geheel gehouden zijn. - Hoofdelijkheid daarentegen is louter technisch en stoelt op een contractueel beding of een wettelijke bepaling. 2 Het voorwerp - Er is een pluraliteit v voorwerpen en een pluraliteit v verbintenissen. - Er zijn onderscheiden schulden, die ieder hun eigen oorzaak hebben, die van verschillende aard kunnen zijn en verschillende bedragen kunnen belopen. a) Een verschillende oorzaak - inzake borgtocht zal iedere borg gehouden zijn ogv een persoonlijk aangegane verbintenis - inzake aansprakelijkheid rechtvaardigen onderscheiden fouten een verplichting tot het geheel wnnr zij tot 1 Alexander Tanguy 2010-2011 4

enkele schade hebben bijgedragen; iedere SA is gehouden ogv zijn eigen fout b) Een verschillende aard - De schuld v 1 aansprakelijke kan bv v buitencontractuele aard zijn en die v een andere v contractuele aard. c) Een verschillend bedrag - bv. de schuld vd onderhoudsplichtigen die tov de behoeftige SE tot het geheel gehouden zijn, kan verschillen naargelang de mogelijkheid v iedere SA 3 De gevolgen - In beginsel is de SE gerechtigd de SA aan te spreken, die hij verkiest. De betaling door de ene zal de anderen bevrijden. - In de regel heeft degene die meer dan zijn aandeel betaald heeft, een verhaal op zijn medeschuldenaars. Een aantal specifieke regels kunnen echter het bestaan zelf, de grondslag of de omvang vh verhaal beïnvloeden: Bestaan vh verhaal: soms is het verhaal uitgesloten, wnnr de bijdrage tot de schuld volledig ten laste moet vallen v 1 der medesa's of wnnr onder deze laatsten een bep hiërarchie bestaat. Grondslag vh verhaal: zo het regresrecht vd hoofdelijke SA's zijn grondslag vindt in de artt. 1213 en 1214 BW, zijn deze bepalingen niet v toepassing op de verbintenis in solidum. In de regel zal de regresvordering, op het vlak vd verb in solidum, gestoeld zijn op art. 1251, 3 BW, dat de wettelijke subrogatie inricht v degene die met of voor anderen gehouden was. Bij ontstentenis van subrogatie, zou degene die betaald heeft, tegen zijn medesa een rechtstreekse vordering kunnen in stellen ogv de vermogensverschuiving zonder oorzaak. Omvang vh verhaal: soms voor de totaliteit, soms variatie naargelang de zwaarwichtigheid vd respectieve fouten, de bijdrage tot onderhoudsschuld zal afhangen vd mogelijkheden vd onderscheiden SA's Geen duidelijkheid of verhaal tegen medesa's te verdelen en te beperken is tot hun respectieve aandelen (zoals bij hoofdelijkheid wel is door art. 1214 BW) - In principe gelden de secundaire gevolgen vd solidariteit niet voor de verb in solidum. Maar zo'n gevolg kan toch nog toepasselijk gemaakt worden krachtens een bijzonder voorschrift. C. Toepassingsgevallen - Aquiliaanse en contractuele aansprakelijkheid (zie p 32) - De onderhoudsplicht die krachtens art. 203 BW in hoofde vd ouders bestaat schept tov hun kinderen een verbintenis in solidum. 4. De ondeelbare verbintenis A. Begrip - Een verbintenis is ondeelbaar, wnnr ze nooit anders dan geheel kan worden uitgevoerd. - Het al dan niet (on)deelbaar karakter vd verb is een feitenkwestie waarover de rechter soeverein oordeelt. - Is van gn belang bij een verb met 1 SA en 1 SE. Want SE kan niet verplicht worden een gedeelte vd schuld in ontvangst te nemen. (art. 1244, 1e lid BW) B. Soorten 1 Natuurlijke ondeelbaarheid - Art. 1217 BW: Een verbintenis is deelbaar of ondeelbaar naargelang zij tot voorwerp heeft, ofwel een zaak die in haar levering, ofwel een daad die in haar uitvoering, hetzij materieel, hetzij intellectueel voor verdeling vatbaar is of niet. - Art. 1218 BW: Een verbintenis is ondeelbaar, hoewel de zaak of de daad die het voorwerp ervan uitmaakt, uit haar aard deelbaar is, indien het verband waarin zij in de verbintenis is beschouwd, ze voor gedeeltelijke uitvoering onvatbaar maakt. 2 De contractuele ondeelbaarheid - Zelfs wnnr een verb deelbaar is, kunnen partijen uitdrukkelijk of stilzwijgend overeenkomen dat deze in hun onderlinge rechtsbetrekking als ondeelbaar zal beschouwd worden. (wordt afgeleid uit art. 1221, 5 BW) - Soms beoogt men enkel een versterking vd waarborg vd hoofdelijkheid ten voordele vd SE. C. Gevolgen (art. 1222-1225 BW) - De gevolgen zijn nagenoeg dezelfde als die vd hoofdelijkheid, behalve enkele verschillen: De ondeelbaarheid treft ook de erfgenamen vd SA. Terwijl bij de hoofdelijke verb de erfgenamen wel hoofdelijke schuldenaren worden, doch slechts tot beloop v hun deel in de nalatenschap. (art. 1222 en zie ook 1225 BW) Alexander Tanguy 2010-2011 5

De aanmaning v 1 SA is niet tegenstelbaar aan de andere medesa's, wat wel het geval is bij hoofdelijkheid. Het verlies v een zaak door de fout v een SA bevrijdt de anderen, dit verlies zal nl als een geval van overmacht beschouwd worden tov de SA's die gn fout hebben aan het verlies. (bij hoofdelijkheid worden de andere SA's in dit geval niet bevrijd) C. Indeling volgens de modaliteiten van de verbintenissen - Een verbintenis zonder voorwaarde of tijdsbepaling = een zuivere verbintenis. 1. Verbintenissen met tijdsbepaling (art. 1185-1188 BW) A. Begrip - Is de verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhankelijk is v een toekomstige, doch zekere gebeurtenis. - De dag waarop de bepaalde tijd verstrijkt is de vervaldag, de tijd tot de vervaldag heet termijn. - Alhoewel de tijdsbepaling in ieder geval zeker is, kan zij wat haar verwezenlijking betreft mbt de datum vast of onvast zijn. - De tijdsbepaling werkt schorsend wnnr ze eenvoudig de uitvoering vd verbintenis uitstelt. (art. 1185 BW) - De tijdsbepaling werkt uitdovend wnnr ze aan een verbintenis een einde stelt. - Het is ook mogelijk dat zowel een schorsende als een uitdovende tijdsbepaling bedongen worden. (bv huis huren vanaf volgende maand voor 1j) B. Soorten - De gewone tijdsbepaling is diegene die spruit uit de wil v partijen of uit een wetsbeschikking. - De genadetermijn is diegene die toegestaan wordt door de rechter. (zie art. 1244 BW) 1 De gewone tijdsbepaling - Bijna steeds een contractueel bedongen tijdsbepaling. De toestemming kan uitdr of stilzw gegeven worden. - Art. 1187 BW: de tijdsbepaling wordt steeds vermoed te zijn bedongen ten voordele vd SA tenzij uit het beding of uit de omstandigheden blijkt dat zij ook ten voordele of in het uitsluitend voordeel vd SE bedongen is. - Gevolgen verbintenissen met opschortende tijdsbepaling - De verbintenis bestaat reeds: de SA mag, wnnr de tijdsbepaling in zijn voordeel werd bedongen, voor de vervaldag bevrijdend betalen de SE mag, wnnr de tijdsbepaling uitsluitend in zijn voordeel werd bedongen, voor de vervaldag nakoming vd verb vorderen wat de SA voor de vervaldag betaalde mag niet als onverschuldigd teruggevorderd worden, zelfs indien hij niet op de hoogte was vd tijdsbepaling (art. 1186 BW) de SE mag alle bewarende maatregelen treffen (art. 1446 Ger.W.) bij een verb om een bepaalde zaak te geven gaat de eigendom en het risico onmiddellijk over - De verbintenis is echter nog niet opeisbaar: de SE mag nog gn nakoming vd verbintenis eisen (art. 1186 BW) de schuldvordering mag niet gecompenseerd worden met een reeds opeisbare schuld (art. 1291 BW) de SE mag nog gn uitvoerende maatregelen treffen (bv pauliaanse vordering) de verjaringstermijn vangt niet aan zolang de tijdsbepaling loopt (art. 2257, 3e lid BW) - Op de vervaldag gaat de verbintenis met opschortende tijdsbepaling in een zuivere verbintenis over. De SA verkeert dan niet automatisch in mora. De schuld is wel opeisbaar geworden, maar is daardoor nog niet effectief opgeëist. - Art. 1188 BW: De SA verliest het voordeel vd tijdsbepaling bij faillissement, kennelijk onvermogen of wnnr hij in gebreke blijft de door hem toegezegde zekerheid te verschaffen. (partijen kunnen ook andere gevallen v vervallenverklaring bedingen) 2 De genadetermijn - Is het uitstel v betaling dat de rechter, ogv art. 1244, 2e lid BW kan toestaan aan een SA die ongelukkig en te goeder trouw is. (belangrijke uitzondering op de overeenkomst-wet regel van art. 1134 BW) - Cass.: Art. 1244 BW is alleen voor verbintenissen uit overeenkomst geschreven. Vereisten (art. 1244, 2e lid BW): Met grote omzichtigheid vd rechter Rekening houdend met de termijnen die de SA reeds heeft genomen Met inachtneming vd toestand der partijen (grote appreciatiebevoegdheid rechter) Alexander Tanguy 2010-2011 6

de SA moet ongelukkig en te goeder trouw zijn (toestand is niet gevolg v eigen tekortkomingen) toestand vd SE (bv zou hij zelf in moeilijkheden geraken door uitstel v betaling?) Gematigd uitstel (grote appreciatiebevoegdheid rechter) Uitzonderingen: Art. 1333, 2e lid Ger.W.: Voor de tenuitvoerlegging v vonnissen en arresten kan gn uitstel v betaling worden verleend na de uitspraak. Als de schuld blijkt uit een andere authentieke akte dan een vonnis of arrest gelden bijzondere regels. (art. 1334-1336 Ger.W.) Art. 1337 Ger.W. Voor wisselbrieven en orderbriefjes mag de rechter gn termijn v respijt verlenen (art. 74 en 77 Wisselbriefwet) De termijn voor het uitoefenen vh recht v wederinkoop is niet vatbaar voor verlenging. Of uitstel v betaling voor belastingsschulden kan worden toegekend, wordt betwist. Gevolgen: De toekenning v een respijttermijn betekent niet dat de SA gn fout zou treffen en dus niet aanspr zou zijn voor de niet-nakoming v zijn verb. Uitstel v betaling belet dus niet een veroordeling tot het betalen v schadevergoeding noch de toepassing v een rechtsgeldig boetebeding. Art. 1292 BW: de genadetermijn vormt gn beletsel noch voor bewarende maatregelen, noch voor schuldvergelijking 2. Verbintenissen onder voorwaarde (art. 1168-1184 BW) A. Begrip - Art. 1168 BW: Is de verbintenis waarvan de uitvoering of de uitdoving afhankelijk is van een toekomstige doch onzekere gebeurtenis. B. Soorten 1 De schorsende (of opschortende) en de ontbindende voorwaarde - Art. 1181 BW: verb onder opschortende voorwaarde aangegaan is die welke afhangt v een toekomstige, onzekere gebeurtenis - Art. 1183 BW: een ontbindende voorwaarde is die welke, bij haar vervulling, de verb tenietdoet, en de zaken herstelt in dezelfde toestand alsof er nooit een verbintenis had bestaan - Cass.: Bij een verb onder opschortende voorwaarde, bestaat de overeenkomst hangende de voorwaarde, enkel de uitvoering vd verb is geschorst. Ook wnnr de voorwaarde ontbreekt en de verb ophoudt te bestaan, kan het niet-nakomen v verplichtingen hangende de voorwaarde tot schadevergoeding aanleiding geven. - In theorie bestaat enkel de schorsende voorwaarde, in het ene geval behelst de opschorting de uitvoering vh contract en in het andere de verdwijning. De ontbindende voorwaarde is dus een zuivere verbintenis waarvan de ontbinding aan een opschortende voorwaarde onderworpen is. - Het onderscheid tss de verb onder opschortende en die onder ontbindende voorwaarde is niet altijd eenvoudig. - Bv. Terugzendingsbeding: is een koop onder ontbindende voorwaarde, de koop is gesloten en de koopprijs is verschuldigd, maar de koop wordt ontbonden indien de koper er niet in slaagt de gekochte goederen weder te verkopen en hij vh terugzendingsbeding gebruik wil maken. - De ontbindende voorwaarde (modaliteit vd verb) ontbindend beding (ontbinding wegens wanprestatie) 2 De toevallige, potestatieve en gemengde voorwaarde - Toevallige voorwaarde (art. 1169 BW): is die welke van een louter toeval afhangt en waarvan de vervulling dus geenszins in de macht is vd SE of de SA. bv. A zal maandag foto's maken, op voorwaarde dat de zon schijnt Onder deze categorie valt ook de voorwaarde waarvan de verwezenlijking afhangt vd wil van een derde bv. A koopt een auto v B op voorwaarde dat bank C hem een lening geeft - Potestatieve voorwaarde (art. 1170 BW): is die welke de uitvoering of de uitdoving vd verbintenis doet afhangen van een gebeurtenis die de ene of de andere vd contracterende partijen vermag te doen plaatshebben of te verhinderen. - Zuiver potestatieve voorwaarde: is degene die de verbintenis louter en alleen doet afhangen vd wil van 1 der partijen. Zuiver potestatieve opschortende voorwaarde: Alexander Tanguy 2010-2011 7

Vd zijde vd schuldeiser: bv. Ik verhuur mijn huis aan u, indien u dat wilt (contractbelofte) Vd zijde vd schuldenaar: bv. Ik verkoop u mijn auto, indien ik dat wens (= nietig!!!!!!!) Art. 1174 BW: Een verbintenis onder opschortende voorwaarde is nietig wnnr de verwezenlijking v die voorwaarde louter afhangt vd wil vd schuldenaar. Dus enkel de zuiver potestatieve opschortende voorwaarde langs de kant vd schuldenaar is nietig. Zuiver potestatieve ontbindende voorwaarde: Is geldig langs beide zijdes, komt in feite neer op een opzeggingsrecht. bv. A stelt zich tov B borg voor al de schulden van C. Hij bedingt echter dat hij te allen tijde de borgtocht zal mogen intrekken. - Gewone potestatieve voorwaarde: is degene waarbij de verbintenis deels afhangt vd wil van 1 der partijen en deels vd omstandigheden of de wil van een derde (m.a.w. Toeval) Er is geen wezenlijk verschil tss de gewone potestatieve voorwaarde en de gemengde voorwaarde, deze hangt nl ook af vd wil van 1 vd partijen en vd wil van een derde (art. 1171 BW). bv. A verkoopt zijn huis aan B indien A trouwt met X 3 De onmogelijke en de ongeoorloofde voorwaarde - Onmogelijke voorwaarde: wnnr de verwezenlijking ervan materieel of juridisch onmogelijk is. bv. schenking v 5000 euro als jij je broer adopteert (juridisch onmogelijk) - Ongeoorloofde voorwaarde: zijn degene die strijdig zijn met de openbare orde of de goede zeden of die een beletsel uitmaken voor de vrije uitoefening vd fundamentele rechten vh individu. bv. arbeidsovereenkomst aangegaan op voorwaarde dat werknemer gn huwelijk aangaat - Gevolgen: Contracten ten bezwarende titel: principieel worden de onmogelijke en ongeoorloofde voorwaarden als nietig beschouwd en maken ze tevens de overeenkomst die ervan afhangt nietig (art. 1172 BW) Contracten ten kosteloze titel: de onmogelijke en ongeoorloofde voorwaarde worden enkel als niet geschreven beschouwd; de overige bedingen blijven dus behouden (art. 900 BW) Tempering in de praktijk: rechtspraak is geneigd de verrichtingen ten kosteloze titel in hun geheel te laten vallen, wnnr de betwiste voorwaarde er de determinerende oorzaak van vormden. Of contracten ten bezwarende titel te behouden, wnnr de nietige voorwaarden v volkomen ondergeschikt belang waren. In beide gevallen wordt het hele contract slechts absoluut nietig verklaard, zo de oorzaak ongeoorloofd is. C. Gevolgen Pendente conditione: periode van onzekerheid, tijdens dewelke nog niet zeker is of de voorwaarde in vervulling zal gaan of niet Eveniente conditione: periode waarin de voorwaarde vervuld is Defeciente conditione: periode waarin gebleken is dat de voorwaarde definitief niet in vervulling gaat (=feitenkwestie) 1 Gevolgen pendente conditione - Opschortende voorwaarde: Cass.: De schuldeiser pendente conditione bezit een recht, maar de uitvoering van dit recht is opgeschort. Het feit dat de SE een recht bezit, heeft volgende gevolgen: de SE mag alle bewarende maatregelen treffen (art. 1180 BW) bij overlijden gaat dit recht over op zijn erfgenamen (art. 1179 BW) dit recht kan onder levenden worden overgedragen of in pand worden gegeven ingeval v betwisting kan hij het bestaan v zijn recht door de rechter laten vaststellen de SA mag niet meer over de zaak beschikken Op dit beginsel bestaan echter ook een reeks uitzonderingen: de verjaring loopt niet zolang de voorwaarde niet in vervulling is gegaan (art. 2257 BW) het risico teloorgang wegens overmacht vd individueel bepaalde zaak die het voorwerp vd verbintenis uitmaakt, blijft voor rekening vd schuldenaar (art. 1182, 1e lid BW) (itt art. 1138 BW) wat de schuldenaar betaald zou hebben, mag hij als onverschuldigd terugvorderen; dit itt de verbintenis met tijdsbepaling aangezien het hier niet om een zekere maar om een onzekere toekomstige gebeurtenis gaat art. 1040 BW - Ontbindende voorwaarde: Deze zijn pendente conditione als zuivere verbintenissen te behandelen. (art. 1183, 2e lid BW) Alexander Tanguy 2010-2011 8

2 Gevolgen eveniente conditione - Opschortende voorwaarde: Art. 1179 BW: de vervulde voorwaarde werkt terug tot op de dag waarop de verbintenis is aangegaan Gevolgen van de terugwerkende kracht: indien tss het sluiten vd overeenkomst en de vervulling vd opschortende voorwaarde een nieuwe wet in werking getreden is, zal nrml de oude wet de verhouding tussen partijen beheersen, tenzij de nieuwe wet retroactief zou werken de hypotheek tot waarborg v een verbintenis onder schorsende voorwaarde neemt rang op datum vd inschrijving en niet op datum vd verwezenlijking der voorwaarde de SA die bij vergissing een voorwaardelijke schuld vereffende vóór de vervulling vd opschortende voorwaarde, kan zich na het vervullen vd voorwaarde niet meer beroepen op de regels vd onverschuldigde betaling Op de regel vd terugwerkende kracht der vervulde voorwaarde bestaan enkele uitzonderingen, die te wijten zijn aan het feit dat er een periode v onzekerheid heeft bestaan: de door de SA verrichte daden v beheer blijven voortbestaan de SA behoudt de nrml geïnde vruchten het risico blijft voor rekening vd SA (art. 1182 BW) de verjaring loopt pas vanaf het vervullen vd voorwaarde (art. 2257 BW) - Ontbindende voorwaarde: Art. 1183 BW: de vervulling vd ontbindende voorwaarde doet de verbintenis met terugwerkende kracht teniet en herstelt de zaken in dezelfde toestand alsof er gn verbintenis had bestaan Heeft tot gevolg dat de beschikkingsdaden vd eigenaar onder ontbindende voorwaarde worden tenietgedaan; dit geldt eveneneens ten overstaan vd onderverkrijgers. Uitzondering: In contracten met opeenvolgende prestaties (bv huurovereenkomst) kunnen de prestaties v 1 vd partijen onmogelijk worden uitgewist. De daarvoor betaalde tegenprestatie (bv huurprijs) mag dan evenmin worden teruggevorderd. De overeenkomst gaat dan enkel ex nunc teniet. Art. 1178 BW: Met de vervulling vd voorwaarde wordt gelijkgesteld de omstandigheid dat de SA door zijn foutief optreden de vervulling ervan verhinderd heeft. 3 Gevolgen deficiente conditione - Art. 1176 BW: Wnnr de voorwaarde erin bestaat dat een gebeurtenis wel zal plaatshebben... - Art. 1177 BW: Wnnr de voorwaarde erin bestaat dat een gebeurtenis niet zal plaatshebben... - Schorsende voorwaarde: de definitieve niet-vervulling vd voorwaarde betekent niet alleen dat de verb nooit uitgevoerd moet worden, maar ook dat die verb tenietgaat en dit met terugwerkende kracht - Ontbindende voorwaarde: de definitieve niet-vervulling vd voorwaarde betekent dat de bedreiging van een ontbinding verdwijnt; het recht vd SE wordt definitief Alexander Tanguy 2010-2011 9

Deel III. De bronnen van verbintenissen Titel I. Inleiding A. Traditionele indeling I. De oneigenlijke of quasi-contracten - De wederzijdse toestemming ontbreekt - Er is eigenlijk geen gelijkenis met contracten, als er al enige verwantschap is dan bestaat deze tussen de verbintenissen zelf en niet tussen die bronnen van deze verbintenissen II. De misdrijven en oneigenlijke misdrijven - Strafrechtelijke misdrijven: alle menselijke gedragingen die door de wet strafbaar zijn gesteld. - Civielrechtelijke misdrijven: zijn alle onrechtmatige gedragingen waardoor aan een ander schade wordt berokkend en ten gevolge waarvan men tot schadeloosstelling verplicht is (art. 1382 ev BW). Wie een inbreuk pleegt op de algemene zorgvuldigheidsnorm handelt onrechtmatig. - Eenzelfde handeling kan zowel civielrechtelijk als strafrechtelijk gevolgen hebben. (bv in fout bij verkeersongeval) - Het civielrechtelijk misdrijf (onrechtmatige handelingen) is ruimer dan het strafrechtelijk misdrijf (strafbaargestelde handelingen). - In de hedendaagse terminologie wordt voorkeur gegeven aan de termen 'onrechtmatige daden' of 'buitencontractuele aansprakelijkheid'. - Eigenlijke civielrechtelijke misdrijven: de vrijwillige of opzettelijke onrechtmatige daden (art. 1382 BW) - Oneigenlijke civielrechtelijke misdrijven: de onvrijwillige onrechtmatige daden, deze worden verricht zonder opzet, dus uit nalatigheid of onvoorzichtigheid (art. 1383 BW) - Het onderscheid tss deze 2 vertoont gn praktisch belang mbt de aansprakelijkheidsvoorwaarden of mbt de schadeloosstellingsplicht. (in beide gevallen is integrale schadevergoeding verplicht) III. De wet als bron van verbintenissen - art. 1370, 2e lid BW - Is de wet echter niet altijd de basis van verbintenissen? - Is eerder een restgroep voor verb die men niet kan thuis brengen in een andere categorie (bv burenplichten) IV. De opsomming van de bronnen is uiteindelijk te eng - Zo werd de verbintenis door eenzijdige wilsuiting over het hoofd gezien. B. Moderne indeling van de bronnen - Rechtsgebeurtenissen: omstandigheden die juridische gevolgen in het leven roepen Daden: menselijke handelingen die juridische gevolgen meebrengen materiële daden: daden die niet gesteld worden met het oog op juridische gevolgen, maar er toch hebben juridische daden of rechtshandelingen: daden die verricht worden met de bedoeling juridische gevolgen teweeg te brengen eenzijdige rechtshandelingen: de verbintenis ontstaat door het toedoen van 1 enkele persoon meerzijdige rechtshandelingen: de verbintenis ontstaat door het toedoen van meerdere personen Feiten: gebeurtenissen die tot stand komen buiten toedoen van degene die de verbintenis oploopt Titel II. De verbintenis door eenzijdige wilsuiting - In het BW niet als bron van verbintenissen - Erkenning door het Hof van Cassatie: de bindende kracht van een aanbod vindt haar grondslag in een door een eenzijdige wilsuiting aangegane verbintenis Titel III. De overeenkomst Hfdstk I. Het begrip overeenkomst - Een contract of overeenkomst: is het samentreffen van 2 of meer wilsuitingen met het oog op het doen Alexander Tanguy 2010-2011 10

ontstaan, wijzigen of uitdoven van 1 of meer verbintenissen. - Tussen de begrippen 'contract' en 'verbintenis' bestaat een fundamenteel verschil: Een contract kan verbintenissen scheppen, kan maw een bron van verbintenissen zijn, maar is geen verbintenis. Een verbintenis is elke in rechte afdwingbare verplichting. Deze kan ook voortvloeien uit een onrechtmatige daad. - Er bestaat een onderscheid tussen een 'eenzijdig contract' en een 'verbintenis door eenzijdige wilsuiting': Een eenzijdig contract is een meerzijdige rechtshandeling die slechts in hoofde van 1 der partijen 1 of meer verbintenissen in het leven roept. Bij een eenzijdige verbintenis is er gn akkoord of wilsovereenstemming, het is een eenzijdige rechtshandeling. - Gentlemen's agreement: hierbij ontbreekt de bedoeling juridische gevolgen in het leven te roepen. Het is een rechtens vrijblijvende of onverbindende afspraak. - Contract ab irato: is een contract gesloten uit speelsheid. Volgens De Page kan een persoon wnnr die een wederpartij door zijn belofte foutief misleidt tot SV gehouden zijn ogv de precontractuele aansprakelijkheid. Anderen zeggen dat het om een toepassing van de vertrouwensleer gaat. Foutief gedrag is dus niet vereist. Hfdstk II. Grondbeginselen van het contractenrecht A. De theorie van de wilsautonomie I. Oorsprong en betekenis van de theorie van de wilsautonomie - Economisch: Afremming vd economische ontwikkeling door protectionisme in Ancien Régime Reactie, materiële vooruitgang slechts mogelijk door uitbreiding vh economisch ruilverkeer en dit door vrijheid van handel, vrijheid van mededinging en vrijheid van arbeid De verwoording v deze economische opvatting in het verbintenissenrecht is het beginsel vd contractvrijheid - Politiek-filosofisch: Vrijheid vh individu, maar verplichtingen door leven in maatschappij Om vrijheid te waarborgen moeten verbintenissen zoveel mogelijk steunen op vrijwillig gesloten contracten - Ethisch: Gezien de gelijkheid v alle individuen en het feit dat zij verschillende individuele belangen hebben, is het vrijwillig gesloten contract de beste garantie dat het ook een rechtvaardig contract is. II. Gevolgen van deze leer voor het contractenrecht - Hoe werd de theorie vd wilsautonomie in de Code Napoléon geconcretiseerd? 1 Plaats in het Burgerlijk Wetboek - Grootste deel is gewijd aan de individuele eigendom en aan de vraag hoe de verkrijging hiervan mogelijk is. Bij de beantwoording hiervan wordt bijzonder aandacht besteed aan het contractenrecht, naast het erfrecht. 2 Contractuele vrijheid - Ieder individu is in beginsel vrij om al dan niet te contracteren en mits ze de openbare orde en de goede zeden eerbiedigen vrij om aan hun overeenkomsten de inhoud te geven die hen goeddunkt. 3 Consensualisme - Gezien het principe vd wilsautonomie volstaat in de regel de loutere toestemming vd partijen voor het totstandkomen van contracten. 4 Bindende kracht van de overeenkomst - Art. 1134, 1e lid BW: alle overeenkomsten die wettig zijn aangegaan strekken degenen die deze hebben aangegaan tot wet - Ook de rechter moet de bindende kracht vd geldig gesloten overeenkomst eerbiedigen. - Zelfs wnnr de niet-toepassing van een contractueel beding gn schade berokkent aan de contractant die er zich op beroept, dan nog mag de rechter de toepassing ervan niet weigeren. 5 Werkelijke wil primeert op de uitgedrukte wil - Het is de vrije wil vh individu die in de theorie vd wilsautonomie de voorrang geniet, de werkelijke bedoeling moet dus primeren op de vorm waarin die wil gestalte heeft gekregen. (art. 1156 BW) 6 Theorie van de wilsgebreken - Indien het contract niet vrijwillig (door dwaling, bedrog of geweld) werd gesloten, dan is het vernietigbaar. Alexander Tanguy 2010-2011 11

- Dit is een logisch gevolg vd theorie vd wilsautonomie, men is gebonden door zijn wil, maar dan mag die wil gn gebreken vertonen. - Benadeling is geen wilsgebrek en dus daarom niet vernietigbaar. 7 Relativiteit der contracten - Het contract ontleent zijn bindende kracht aan de wil der partijen, derden kunnen dus niet gebonden zijn. (artt. 1119 en 1165 BW) B. De socialisering van het contractenrecht I. Oorzaken van de achteruitgang van de theorie van de wilsautonomie - Economisch en sociaal: Einde 19e eeuw idee dat absolute vrijheid v handel, concurrentie en arbeid tot anarchie leiden. Groeiende overtuiging dat een zekere sociaal-economische ordening door de wetegever onontbeerlijk was. - Politiek-filosofisch: Dat onze maatschappij bestaat uit vrije en gelijke burgers, is in belangrijke mate een fictie. - Ethisch: De redenering dat de theorie van de wilsautonomie tot rechtvaardige contracten leidt, omdat ieder individu de beste verdediger is van zijn belangen, houdt onvoldoende rekening met de grote sociale, economische en culturele ongelijkheden. II. Gevolgen van deze ontwikkeling t.a.v. het contractenrecht 1 Aantasting van het beginsel van de contractuele vrijheid a) Vrijheid om al dan niet te contracteren beperkt - Wettelijke verplichtingen om te contracteren: bv verplichte aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen - Feitelijke verplichting om te contracteren: men kan in feite niet zonder water, gas, elektriciteit - Verbod om te contracteren: hoofdzakelijk wettelijke maatregelen die het sluiten v bepaalde contracten aan bepaalde personen voorbehouden (bv uitoefening geneeskunde, advocaten) - Voorafgaande overheidstoelating vereist om te contracteren b) Vrijheid om contractinhoud te bepalen aan banden gelegd - Dwingende wetsbepalingen ter bescherming van de zwakkeren: er zijn dwingende wetten die de openbare orde raken (absolute nietigheid) en die deze niet raken (relatieve nietigheid) - Het fenomeen van de sectorale regelingen: men tracht in verscheidene sectoren vd economische bedrijvigheid een zekere controle te organiseren, om het publiek te beschermen (bv commissie voor verzekeringen) - Het fenomeen van de beroepsorganisatie: bv Orde van advocaten, apothekers - Het fenomeen van de standaard- en toetredingscontracten: Standaardbedingen zijn schriftelijke bedingen die zijn opgesteld om zonder onderhandelingen omtrent hun inhoud opgenomen te worden in een gewoonlijk onbepaald aantal nog te sluiten overeenkomsten van bepaalde aard. Toetredingsovereenkomsten zijn eenzijdig opgestelde standaardovereenkomsten. - Uitbreiding van de begrippen openbare orde en goede zeden: om zo een einde te stellen aan bepaalde misbruiken vd contractsvrijheid bv. Cass.: een boetebeding is strijdig met de openbare orde, wnnr de feitenrechter oordeelt dat de bedongen som gn vergoeding van schade kan zijn, m.a.w. een private straf is, of wnnr de schuldeiser speculeert op de wanprestatie van zijn medecontractant 2 Beperkte herleving van het formalisme - Het aantal gevallen waarin de geldigheid vd rechtshandeling afhankelijk wordt gesteld vd inachtneming van vormvereisten neemt toe. (= een beperking vh beginsel van consensualisme) 3 Contracten strekken niet altijd tot wet - Art. 1134, 2e lid BW: contracten kunnen herroepen worden met wederzijdse toestemming vd partijen en op de gronden door de wet erkend deze uitzondering doelt vooral op de beëindiging bij onderling akkoord, de ontbinding en de nietigheid ze doelt echter ook op specifieke wettelijke beschikkingen die de rechter de bevoegdheid verlenen om overeenkomsten te wijzigen of aan te passen - Vermindering vh loon vd mandataris en vd tussenpersonen in het algemeen: Cass.: Het valt binnen de bevoegdheid vd rechter het overeengekomen loon voor de uitvoering vh mandaat te verminderen, indien hij vaststelt dat dit loon buiten verhouding is met de belangrijkheid vd bewezen diensten. Alexander Tanguy 2010-2011 12

Dit arrest schept echter een discriminatie tussen de bezoldigde lastgeving en de andere contracten ten bezwarende titel. De misbruiken die het arrest beoogt te beteugelen, zijn immers niet beperkt tot het mandaat, maar bestaan in talloze andere gevallen. Het gewenste resultaat kan ook bekomen worden langs een erkenning vd theorie vd gekwalificeerde benadeling (wanverhouding tss bedongen prestaties ten gevolge van misbruik van omstandigheden) en ogv het marginaal toetsingsrecht vd rechter krachtens het beginsel dat contracten te goeder trouw moeten worden uitgevoerd. - Eenzijdige opzegging ad nutum (naar eigen goeddunken): Nrml is wederzijdse toestemming vereist, maar rechtsleer en rechtspraak zijn van oordeel dat alle voor onbepaalde duur aangegane contracten eenzijdig kunnen worden opgezegd. (anders zou bij weigering van ene partij de andere levenslang verbinden) Krachtens het beginsel vd uitvoering te goeder trouw (art. 1134, 3e lid BW) moet de opzeggende partij een redelijke opzegtermijn in acht nemen. Bij plotse opzeg of op ongelegen moment is SV verschuldigd. - Imprevisieleer: Volgens de imprevisieleer gaat een overeenkomst teniet of mag deze door de rechter worden aangepast, indien na het totstandkomen vh contract zich abnormale en onvoorziene omstandigheden hebben voorgedaan die de nakoming vd verbintenis van 1 der partijen in zeer belangrijke mate verzwaren, zij het niet onmogelijk maken. Deze theorie is in ons recht niet van toepassing. Dit betekent dat de SA slechts van zijn verbintenis bevrijd kan verklaard worden, wnnr de onvoorziene en abnormale gebeurtenissen overmacht opleveren. 4 Vertrouwensleer - Volgens de traditionele leer heeft de werkelijke wil voorrang op de uitgedrukte wil, m.a.w. primeert de wil de wilsverklaring. Dit kan leiden tot onwenselijke toestanden, vandaar correctie door de vertrouwensleer. - Volgens de heersende rechtsleer en rechtspraak dient deze vertrouwensleer gegrond te worden op de fout van de schijnschepper, die gesanctioneerd wordt door art. 1382-1383 BW. - Van Gerven bepleit de aanvaarding van de vertrouwensleer zonder meer: in de gevallen waarin werkelijke wil en en verklaarde wil niet overeenstemmen, vormt de verklaring die bij de tegenpartij het vertrouwen mocht wekken dat zij met de werkelijke wil overeenstemt, de grondslag van de geldig totstandgekomen rechtshandeling. (Cass heeft zich bij deze visie aangesloten in een zaak van schijnmandaat) 5 Uitvoering te goeder trouw - Art. 1134, 3e lid BW houdt in dat de SE bij het uitoefenen van zijn recht en de SA bij het nakomen van zijn verbintenis loyaal moeten samenwerken, dus moeten handelen met inachtneming vd eisen van redelijkheid en billijkheid. Hierin kan men een toepassing vd theorie vh rechtsmisbruik zien. Alexander Tanguy 2010-2011 13

Hfdstk III. Indeling van de overeenkomsten A. De eenzijdige en wederkerige contracten 1. Definitie - Wederkerig contract (art. 1102 BW): wnnr de partijen zich over en weer jegens elkaar verbinden, m.a.w. Indien door en bij het tot standkomen der overeenkomst onderling afhankelijke verbintenissen ontstaan van beide partijen jegens elkaar. - Eenzijdig contract (art. 1103 BW): wnnr door en bij het tot stand komen der overeenkomst slechts 1 der partijen tot 1 of meer prestaties jegens de andere partij verplicht wordt. (= een meerzijdige rechtshandeling) (een eenzijdige verbintenis daarentegen is een eenzijdige rechtshandeling) kunnen soms aanleiding geven tot het ontstaan van verbintenissen in hoofde vd medecontractant bv kosten door de bewaarnemer voorgeschoten terugbetalen standpunt 1: deze verplichtingen ontstaan slechts achteraf en toevallig en zijn gn tegenprestatie vd aanvankelijke verbintenis standpunt 2: ook bij eenzijdige contracten ontstaan voor beide partijen verbintenissen, maar in hoofde vd wederpartij gaat het niet om hoofdverbintenissen maar om bijkomende verplichtingen 2. Belang van het onderscheid - Bij wederkerige contracten kan men ingeval de wederpartij haar verbintenis niet uitvoert de exceptio non adimpleti contractus gebruiken of de ontbinding vh contract aanvragen (art. 1184 BW). - De theorie van het risico speelt enkel bij de wederkerige contracten een rol. - Verschil in bewijslevering. (art. 1325 en 1326 BW) B. De contracten onder bezwarende titel en de contracten uit vrijgevigheid 1. Definitie - Onder bezwarende titel (art. 1106 BW): indien de door 1 der partijen op zich genomen verbintenis rechtens verband houdt met de prestatie vd wederpartij. De overeenkomst moet voor beide partijen over en weer een vermogensvoordeel opleveren. - Uit vrijgevigheid (art. 1105 BW): is de overeenkomst waarbij 1 der partijen geheel om niet zich jegens de andere tot een prestatie verbindt. 2. Belang van het onderscheid - Contracten uit vrijgevigheid worden meestal intuitu personae gesloten. (dwaling omtrent de persoon) - Voor beschikkingen ten kosteloze titel bestaan er beperkingen (bv erfrecht art. 913 BW) - De onmogelijke, onzedelijke en met de wet strijdige voorwaarden worden in contracten ten kosteloze titel in beginsel voor niet geschreven gehouden (art. 900 BW). Dezelfde voorwaarden maken het contract ten bezwarende titel in het geheel nietig (art. 1172 BW). - Mbt de contractuele aansprakelijkheid zal de rechter bij het contract uit vrijgevigheid de 'culpa levis in concreto' als maatstaf nemen, en bij het contract ten bezwarende titel de 'culpa levis in abstracto'. - Mbt de Pauliaanse vordering moet bij het bestrijden vh contract ten bezwarende titel de medeplichtigheid vd derde aan het bedrog vd SA worden bewezen. Bij het contract uit vrijgevigheid is dit niet het geval. - De sanctionering van benadeling in ons recht geldt uitsluitend voor contracten ten bezwarende titel. C. De vergeldende contracten en de kanscontracten 1. Definitie - Vergeldend contract (art. 1104, 1e lid BW): wnnr elke partij zich verbindt iets te geven of te doen, dat beschouwd wordt als gelijkwaardig met wat men haar geeft of voor haar doet. De gelijkwaardigheid is uiteraard relatief en wordt aan het goeddunken vd partijen overgelaten. - Kanscontract (art. 1104, 2e lid BW): wnnr het gelijkwaardige gelegen is in de kans op winst of verlies, die voor elke partij afhankelijk is van een onzekere gebeurtenis 2. Belang van het onderscheid - De regels inzake benadeling, waar deze in het recht beteugeld wordt, vinden uiteraard gn toepassing op kanscontracten Alexander Tanguy 2010-2011 14

D. De benoemde en onbenoemde contracten - Benoemde contracten: zijn deze die uitdrukkelijk in het BW, W.Kh. of in een andere wet geregeld zijn. - Onbenoemde contracten: zijn die welke door de wet aan gn specifieke regeling werden onderworpen (art. 1107 BW). E. De hoofdcontracten en de bijkomende contracten 1. Definitie - Het hoofdcontract: is het contract dat op zichzelf bestaat en los is van elke andere rechtshandeling. (bv koop) - Het bijkomstig contract: is enkel denkbaar als accessorium van een ander contract. (bv pandgeving, hypotheek) 2. Belang van het onderscheid - Het bijkomstig contract volgt steeds het lot vd hoofdovereenkomst. (Accessorium sequitur principale) F. De ogenblikkelijke contracten en de opeenvolgende contracten 1. Definitie - Ogenblikkelijke contracten: zijn deze waarvan de uitvoering ineens, dwz op stande voet, plaatsgrijpt. (zoals dit in beginsel is voor de koop-verkoop, art. 1138 BW) - Opeenvolgende contracten: zijn deze waarvan de uitvoering zich strekt over een bepaalde tijdsduur. (bv huur) 2. Belang van het onderscheid - De exceptio non adimpleti contractus zal weinig ingeroepen worden bij ogenblikkelijke contracten, want als er voor de uitvoering gn tijdsspanne bedongen is, moeten de verbintenissen dadelijk uitgevoerd worden. - De ontbinding van opeenvolgende contracten zal in de regel slechts ex nunc (voor de toekomst) gelden. - Bij langdurige overeenkomsten bestaat tss partijen een versterkte samenwerkingsverplichting gesteund op de verplichting het contract te goeder trouw uit te voeren (art. 1134, 3e lid BW). G. De consensuele, plechtige en zakelijke contracten 1. Definitie - Consensuele contracten: ontstaan door het louter samentreffen vd wilsuitingen vd partijen. (schriftelijk of mondeling, uitdrukkelijk of stilzwijgend) - Plechtige contracten: zijn die waarvan het ontstaan op straffe van nietigheid onderworpen zijn aan de nakoming van bepaalde vormvereisten. - Zakelijke contracten: zijn die welke voor hun rechtsgeldig ontstaan behalve wilsovereenstemming ook de afgifte van de zaak vereisen. 2. Belang van het onderscheid - Behoudens de gevallen waarin de wet uitdrukkelijk de vervulling van bepaalde vormvereisten voorschrijft, zijn alle contracten consensueel. H. De contracten intuitu personae en contracten intuitu pecuniae 1. Definitie - Contracten intuitu personae: wnnr de identiteit of de persoonlijke hoedanigheid van 1 der partijen beslissend is voor de toestemming vd andere. Soms blijkt het intuitu personae-karakter uit de aard vh contract zelf. In andere gevallen kan er twijfel ontstaan en zal de rechter de bedoeling vd partijen moeten onderzoeken. (bv huurcontract intuitu personae) - Contracten intuitu pecuniae: wnnr het geldelijk voordeel primeert en waarin de persoonlijkheid vd wederpartij om die reden slechts van ondergeschikt belang is. 2. Belang van het onderscheid - De ov neemt een einde bij het overlijden, het onbekwaam worden of de faillietverklaring vd partij, van wie de personaliteit determinerend is. - Deze laatste mag de ov niet overdragen of ze door een uitvoeringsagent laten nakomen. - Bij intuitu personae kan dwaling omtrent de persoon of de persoonlijke kwaliteiten aanleiding geven tot vernietiging vd overeenkomst. - De ov intuitu personae is vaak herroepbaar ad nutum, mits uitkering in bepaalde gevallen van een SV (bv art. 1794 BW) - In de contracten intuitu personae moet een aanbod steeds aan 1 of meer welbepaalde personen worden gedaan. - De rechtstreekse gedwongen uitvoering tav contracten intuitu personae is veelal uitgesloten. Alexander Tanguy 2010-2011 15

I. De administratieve overeenkomsten - Op het domein vd overeenkomsten met de overheid (of publiekrechtelijke rechtspersonen) dient een onderscheid te worden gemaakt tss: - Gewone overeenkomsten met de overheid: zijn alle overeenkomsten waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon partij is en die aan de algemene regelen vh contractenrecht zijn onderworpen. - Administratieve overeenkomsten: zijn overeenkomsten die door een publiekrechtelijke rechtspersoon worden gesloten met het oog op de behartiging van een openbare dienst en die een aantal vh gemene recht afwijkende clausules bevatten. - Behoudens een reeks afwijkingen, worden in België de administratieve contracten aan de gewone privaatrechtelijke beginselen onderworpen: de totstandkoming hangt vaak af v allerlei formaliteiten en machtigingen de verplichting vd overheid om onder normale omstandigheden te contracteren met alle burgers die daarom vragen de toepassing van bepaalde quasi-verordende voorschriften het recht vd overheid om, teneinde de goede werking v een openbare dienst te verzekeren, toezicht en leiding uit te oefenen op de uitvoering door de wederpartij v haar contractuele verplichtingen het eenzijdig beëindigingsrecht vd overheid mits schadevergoeding de toepassing van specifieke sancties J. De onderhandelingscontracten, standaardovereenkomsten en toetredingscontracten 1. Definitie - Onderhandelingscontract: de overeenkomst die na onderhandelingen tss de partijen totstandkomt. - Standaardovereenkomsten: zijn contracten die geregeld aan bepaalde rechtsbetrekkingen ten grondslag worden gelegd en waarvan de inhoud geheel of voor een belangrijk deel bestaat uit een vast samenstel v contractbedingen dat vooraf schriftelijk is opgesteld voor een groot aantal gevallen en waarin het aanvullend recht wordt gepreciseerd, aangevuld of uitgeschakeld. - Toetredingscontracten: zijn eenzijdig opgestelde standaardovereenkomsten. - Bv. de CAO is standaardcontract maar geen toetredingscontract 2. Belang van het onderscheid - Mogelijkheden ter bestrijding van misbruiken: Samenbundeling van belanghebbenden in belangenorganisaties Door schriftelijke aanvaarding vd standaardvoorwaarden door de toetredende partij wettelijk verplicht te maken (maar toetreder ondertekent toch gewoonlijk zonder de standaardbedingen te hebben gelezen) Door dwingende wetsbepalingen uit te vaardigen voor bepaalde contracten (bv arbeidsovereenkomsten) Bestaande rechterlijke controlemiddelen (maar in democratie is het wenselijk dat de grote beleidslijnen worden vastgelegd door de wetgever en niet door de rechtspraak) Wettelijke maatregel die de rechter de algemene bevoegdheid verleend om 'onredelijke' standaardbedingen onverbindend te verklaren. (bv art. 2, 28 en 75, 1 Wet Consumentenbescherming) Verbod om bepaalde clausules in toetredingscontracten op te nemen (bv art. 74 en 75, 1 Wet Consumentenbescherming) Administratieve goedkeuringsprocedure (bv art. 76 Wet Consumentenbescherming) Alexander Tanguy 2010-2011 16

Hfdstk IV. De geldigheidsvereisten van het contract - Art. 1108 BW stelt 4 vereisten: de toestemming der partijen de bekwaamheid tot contracteren een bepaald en geldig voorwerp een oorzaak die bovendien geoorloofd is Hfdstk IV. De geldigheidsvereisten van het contract A. De toestemming - Is het samentreffen van 2 of meer wilsuitingen over eenzelfde voorwerp. (wilsovereenstemming) - Opdat een contract rechtsgeldig zou kunnen ontstaan, is de toestemming van al de partijen vereist. (itt tot wat er in art. 1108 BW staat) I. De totstandkoming van de wilsovereenstemming a. Voorstel, aanbod en contractbelofte - Precontractueel: is de periode die voorafgaat aan het sluiten v een overeenkomst of, omgekeerd, aan de eenzijdige of meerzijdige beslissing een voorgenomen contract niet te sluiten. Er is een wederkerige verhouding tss rechtssubjecten ivm het sluiten van een overeenkomst. Precontractuele verhouding stricto sensu: partijen zijn het uiteindelijk niet eens geworden Precontractuele verhouding lato sensu: partijen zijn uiteindelijk wel tot een overeenkomst gekomen In het BW zijn er enkel bepalingen die de precontr verhouding sensu lato regelen (bv art. 1109 BW) - Voorstel: de besprekingen, onderhandelingen, voorstellen en tegenvoorstellen die aan het aanbod voorafgaan, worden gekenmerkt door een gebrek aan precisie en binden de partijen in beginsel niet. - Aanbod: dit is een vast en precies voorstel, een door 1 vd partijen voorgesteld ontwerpcontract, waarin al de onontbeerlijke elementen voor het sluiten vd overeenkomst aanwezig zijn, zodat de andere partij alleen nog toe te stemmen heeft, zonder iets te moeten preciseren, om het contract tot stand te brengen. bv. Is een door een persoon ondertekend voorstel tot verzekering een aanbod? Dit hangt ervan af of de ondertekenaar al dan niet op de hoogte is gebracht van alle essentiële bepalingen vh verzekeringscontract. Publiek aanbod: Bv. catalogussen, advertenties in dagbladen Enkele auteurs zien in deze tot het publiek gerichte aanbiedingen onverbindende voorstellen. Anderen vinden dat het publiek recht heeft te vertrouwen op de door de aanbieder gewekte schijn. - Onderscheid tussen aanbod en contractbelofte: De contractbelofte is een overeenkomst waarbij 1 der partijen zich verbindt om met de andere partij een contract te sluiten, waarvan de hoofdbedingen zijn vastgesteld. Gaat dus verder dan het aanbod: het aanbod is een eenzijdige rechtshandeling, de contractbelofte een overeenkomst. Onderstelt dat partijen het eens zijn over alle hoofdbestanddelen vh contract dat later in het leven kan worden geroepen. (bv bij een verkoopbelofte moet wilsovereenstemming zijn over zaak en prijs) Een aanbod kan men na het gedurende een redelijke termijn te hebben opengehouden intrekken, een contractbelofte niet. - Bindende kracht aanbod: betekent dat bij aanvaarding vh aanbod door de wederpartij het contract gesloten is en dus partijen tot wet strekt betekent dat de pollicitant niet meer vrij is het op ieder moment naar eigen goeddunken in te trekken als de aanbieder gn termijn heeft bepaald wordt veelal aangenomen dat hij in dit geval zijn aanbod gedurende een redelijke termijn moet openhouden het aanbod vervalt in ieder geval, wnnr de aanbieder het intrekt vooraleer het de tegenpartij kon bereiken - Grondslag bindende kracht vh aanbod: Cass.: de bindende kracht van een aanbod vindt haar grondslag in een door een eenzijdige wilsuiting aangegane verbintenis wnnr de pollicitant immers een aanbod doet, gaat hij uit eigen vrije wil de verbintenis aan zijn pollicitatie gedurende een zekere termijn te handhaven Maar wat als de aanbieder betwist dat hij zich juridisch wou binden? kijken naar vertrouwensleer: het feit dat alle voor de sluiting vh contract onontbeerlijke elementen in het aanbod aanwezig zijn, wekt veelal de gewettigde indruk bij de bestemmeling dat de pollicitant de bedoeling Alexander Tanguy 2010-2011 17

heeft om zich eenzijdig tot het openhouden van dit aanbod te verbinden b. Plaats en tijdstip van de contractvorming - Zie vraag 22 II. De vormen van toestemming a. Uitdrukkelijke en stilzwijgende toestemming - Uitdrukkelijk: is de toestemming die blijkt uit een handeling (geschrift, woorden) die speciaal wordt verricht om de wil tot uiting te brengen. - Stilzwijgend: is de toestemming die blijkt uit een handeling die verricht wordt met een andere bedoeling, maar die toch de wil tot het verrichten vd betrokken rechtshandeling noodzakelijk insluit. - Omstandig stilzwijgen: het louter stilzitten vd wederpartij mag in de regel niet als aanvaarding worden geïnterpreteerd, behalve wnnr in de gegeven omstandigheden het stilzwijgen niet anders kan worden uitgelegd dan in de zin van een toestemming. bv. stilzwijgende wederverhuring (art. 1738 BW) - Stilzwijgende aanvaarding van standaardbedingen Algemeen: Er kan slechts sprake zijn van een stilzwijgende aanvaarding van deze bedingen, indien de medecontractant er kennis van heeft genomen of er redelijkerwijze kennis van heeft kunnen nemen. Daarna dient te worden bewezen dat de bestemmeling die bedingen ook heeft aanvaard. - Voorafgaande kennis van standaardbedingen: De kennis of mogelijke kennis vd algemene bedingen moet aan de contractsluiting voorafgaan. De algemene bedingen die voor het eerst opduiken in een factuur of leveringsbon en de oorspronkelijke overenkomst wijzigen of aanvullen, maken in beginsel gn deel uit van dat contract. De factuur is in beginsel slechts een geschreven bevestiging door 1 vd partijen vh bestaan en de inhoud vh contract en is bedoeld als bewijsmiddel. De factuur vormt op zichzelf gn contract. Men kan dan ook in de regel niet aannemen dat de stilzwijgende aanvaarding vd factuur impliceert dat beide partijen de bedoeling hebben geuit tav de daar voor het eerst opduikende afwijkende algemene bedingen een schuldvernieuwing of novatie tot stand te brengen. - Loutere verwijzing naar standaardbedingen: Bij ontbreken van elke verwijzing naar de algemene bedingen, maken deze in de regel gn deel uit vh contract. Sommige rechtspraak stelt dat opdat de voorwaarde van kennis of mogelijke kennis vervuld zou zijn, het volstaat dat verwezen wordt naar de toepasselijke algemene bedingen. (itt persoonlijk mededelen) Huidige tendens in rechtspraak is dat een een loutere verwijzing niet voldoende is, behoudens als de partijen reeds geruime tijd met elkaar contractuele relaties onderhouden. - Mogelijke kennis van standaardbedingen: Men neemt meestal aan dat het volstaat dat de algemene bedingen in duidelijke letters afgedrukt staan op de keerzijde van bestelbonnen en andere handelsdocumenten. (Exoneratie)bedingen moeten duidelijk zijn geschreven en op een goed zichtbare plaats zijn aangebracht. (bv. een bord op een parkeerplaats) De wederpartij wordt niet geacht kennis te hebben genomen vd algemene bedingen die in een voor hem onbegrijpelijke taal zijn opgesteld, tenzij de opsteller er op mocht vertrouwen dat hij deze taal wel machtig was. - Bewijs van stilzwijgende aanvaarding van standaardbedingen: Vaak wordt aangenomen dat de bestemmeling de algemene bedingen stilzw heeft aanvaard, indien hij er niet uitdr of stilzw tegen heeft geprotesteerd. Dit is echter niet voldoende. Vereist is een omstandig stilzwijgen, een stilzwijgen dat niet anders uitgelegd kan worden dan in de zin van een toestemming. - Gebruikelijke standaardbedingen: Zie vraag 24 b. Wil en wilsverklaring - Hoofdprobleem is wat er moet gebeuren wnnr de wilsverklaring niet met de werkelijke wil overeenstemt. Die discrepantie kan gewild of ongewild zijn. - De toepassing vd theorie vd wilsautonomie leidt tot erkenning vd regel dat de werkelijke wil de voorrang dient te genieten op de uitgedrukte wil. - Temperingen vd leer dat de werkelijke wil primeert: 1. Wie beweert dat er een discrepantie bestaat tss zijn werkelijke wil en zijn wilsverklaring, draagt de Alexander Tanguy 2010-2011 18

bewijslast van zijn werkelijke bedoeling. 2. Contracten boven 375 euro moeten in beginsel schriftelijk worden bewezen (art. 1341 BW). 3. Vertrouwensleer gesteund op een culpa in contrahendo en de theorie vd onverschoonbare dwaling. 4. Vertrouwensleer gesteund op de aan het gedrag vd wederpartij toerekenbare schijn. 5. Bedingen die klaar en duidelijk zijn, zijn in beginsel niet voor interpretatie vatbaar. Cass.: De rechter die een overeenkomst uitlegt met afwijking vd letterlijke betekenis vd termen ervan, mag alleen dan de voorkeur geven aan een slecht uitgedrukte bedoeling vd partijen boven de letterlijke betekenis van die termen, indien hij vaststelt dat die bedoeling de gemeenschappelijke bedoeling vd contracterende partijen is geweest. 6. De feitenrechter miskent de bewijskracht vd geschreven akte, indien hij de daarin vervatte bedingen op een vd gebruikelijke betekenis afwijkende wijze interpreteert en indien hij deze beslissing niet voldoende motiveert. 7. Veinzing of simulatie - Simulatie zie vraag 25 III. Het ontbreken van wilsovereenstemming a. Het ontbreken van de werkelijke wil om te contracteren (animo contrahendae obligationis) - Hier ontbreekt 1 vd geldigheidsvereisten vh contract, nl de toestemming. Er kan dus gn geldige overeenkomst tot stand zijn gekomen. - Er kunnen wel problemen rijzen wnnr in schijn een contract gesloten is. - Cass.: Wnnr onder andermans gezag, leiding en toezicht een bepaalde arbeid wordt geleverd tegen een bepaald loon, ontstaat het vermoeden van een arbeidsovereenkomst. Degene die beweert dat de kloosterling zonder zijn eigen toestemming tot die overeenkomst werd verplicht, zal zulks dienen te bewijzen. b. Het ontbreken van wilsovereenstemming over alle elementen van het contract - Van een contract kan geen sprake zijn, indien tss partijen geen wilsovereenstemming over alle essentiële elementen vd overeenkomst bestaat. - Bepaalde bestanddelen zijn in elk contract van een bepaald type essentieel. (objectief essentieel) - Nagegaan moet worden wat de partijen als essentieel hebben vooropgesteld. Het is mogelijk dat partijen aan een bestanddeel dat op zichzelf van bijkomstige aard is een essentieel karakter hebben verleend. (subjectief essentieel) - Is een geldig contract gesloten wnnr partijen het wel eens zijn geworden over de hoofdbestanddelen vd overeenkomst, maar een akkoord op secundaire punten ontbreekt? Als het de bedoeling vd partijen was dat de overeenkomst slechts tot stand zou komen op het ogenblik dat een akkoord over die bijkomstige elementen bereikt was, gaat het in werkelijkheid om essentiële elementen. Wilden de partijen contracteren ondanks het ontbreken v een akkoord tav die bijkomstige punten, dan moet art. 1135 BW toegepast worden, krachtens hetwelk overeenkomsten niet alleen verbinden tot hetgeen daarin bepaald is, maar ook tot alle gevolgen die door de billijkheid, het gebruik of de wet aan de verbintenis, volgens de aard ervan, worden toegekend. - Cass.: Een overeenkomst is bij een gebrek aan toestemming niet onbestaande doch slechts relatief nietig (omdat ze enkel private belangen beschermt). De relatief nietige overeenkomst is voor bevestiging vatbaar. c. Verhinderend wilsgebrek - Begrip: Bij het ontbreken van elke toestemming hebben 1 of meerdere partijen niet toegestemd. Bij het verhinderend wilsgebrek hebben de partijen wel hun toestemming gegeven, maar van echt samentreffen van wilsuitingen, van echte wilsovereenstemming is geen sprake. - Soorten verhinderende dwaling: error in negotio (dwaling nopens de aard vd rechtshandeling) A denkt een goed te verkopen, terwijl wederpartij B meent dat het om een schenking gaat error in corpore (dwaling nopens het voorwerp vd verrichting) A verkoopt een werkmanswoning, terwijl B in de waan verkeert een villa te kopen error in causa (dwaling omtrent de oorzaak vd rechtshandeling) A weigert een erfenis, omdat hij in de waan verkeert dat daardoor zijn vader tot die nalatenschap geroepen zal worden, terwijl in werkelijkheid zijn broer er baat uit trekt - Sanctie is de relatieve nietigheid Alexander Tanguy 2010-2011 19

IV. Gebreken in de toestemming - Art. 1109 BW: dwaling, bedrog, geweld - Art. 1118 BW: benadeling a. Dwaling - Begrip: Men dwaalt wnnr men zich onvrijwillig de zaken anders voorstelt, dan ze zijn. Dit kan gaan om een discrepantie tss wil en werkelijkheid of een verschil tss wil en wilsverklaring. - Toepassing: zie art. 1110 BW - Verhinderende dwaling: is zo vergaand dat er geen echte wilsovereenstemming is tot stand gekomen, de partijen zijn volledig misleid door een misverstand of vergissing. - Essentiële dwaling: impl dat er weliswaar wilsovereenstemming bestaat, maar dat 1 vd partijen ten gevolge van een waanvoorstelling haar toestemming heeft gegeven. - Bijkomende dwaling: is de vergissing die geen determinerende invloed heeft uitgeoefend op de toestemming vd betrokken partij. 1. Essentiële dwaling - Zelfstandigheid vd zaak houdt in: ieder element dat de partij hoofdzakelijk ertoe heeft bewogen de overeenkomst te sluiten, zodat zonder dit element geen contract zou zijn aangegaan. - Gemeenschappelijke dwaling: de dwaling moet aan beide partijen gemeen zijn, in die zin dat de ene contracterende partij het overwegend belang gekend heeft of normalerwijze moest kennen dat de andere, de dwalende partij, aan het bestaan vd bepaalde hoedanigheid hechtte. (feitenkwestie) De bewijslast zal verlicht worden door het algemeen vermoeden dat een partij bij het sluiten van een overeenkomst steeds minstens de hoedanigheid nastreeft die nrml te vinden is bij overeenkomsten van dezelfde aard. - De dwaling moet beoordeeld worden op het ogenblik dat het contract is gesloten. - Een onjuiste voorstelling vh resultaat dat een overeenkomst kan opleveren, kan soms een essentiële dwaling zijn. Vaak gaat hier echter een dwaling omtrent de waarde achter schuil. (bijkomende dwaling) - Rechtsdwaling: kan evenzeer als een feitelijke dwaling voor nietigverklaring van een contract in aanmerking komen. Rechtsdwaling zal alleen dan een grond tot nietigheid uitmaken wnnr ze het voorwerp zelf vd overeenkomst behelst of wnnr ze betrekking heeft op een wezenlijk bestanddeel vd overeenkomst, maw er de determinerende oorzaak van is. - Dwaling nopens de persoon: Voor de toepassing hiervan volstaat het dat de dwaling de persoonlijkheid, het talent, de beroepsgeschiktheid, de financiële gegoedheid of bepaalde intellectuele of morele hoedanigheden vd wederpartij betreft. Het moet echter bewezen zijn dat de toestemming tot de overeenkomst door voormelde elementen of 1 ervan gedetermineerd werd. Bovendien moest de wederpartij zulks weten of kunnen weten. (feitelijke kwestie) 2. Invloedloze of bijkomende dwaling - Gevallen waarin een dwaling niet als grond voor vernietiging vd rechtshandeling wordt aangenomen. - Dwaling omtrent bijkomende eigenschappen (want zie art. 1110 BW: enkel zelfstandigheid vd zaak) - Dwaling omtrent de waarde: Dit staat in de regel gelijk met benadeling. Art. 1118 BW bepaalt uitdrukkelijk dat benadeling overeenkomsten slechts nietig maakt wat betreft bepaalde contracten of bepaalde personen. Dwaling omtrent de waarde vd zaak is op zichzelf dus niet voldoende om de nietigverklaring vd overeenkomst te verkrijgen. - Dwaling omtrent de beweegredenen 3. Afzwakking van de dwalingsleer a) Onverschoonbare dwaling - Cass.: De onverschoonbare dwaling, dus de vergissing die geen redelijk mens zou begaan, is geen gebrek in de toestemming in de zin van de artt. 1109 en 1110 BW en kan derhalve niet tot grondslag dienen voor de in art. 1117 BW bedoelde vordering tot nietigverklaring. - Gevolgen van deze opvatting: Het begrip onverschoonbaarheid moet niet in het licht van art. 1382 BW worden omschreven, maar in functie vd wilsleer. De schuld dient in concreto te worden beoordeeld. De leer vd onverschoonbare dwaling geldt niet tav de verhinderende dwaling, daar deze niet bedoeld wordt in Alexander Tanguy 2010-2011 20