Jaardocument 2009 DESKUNDIG INSPIREREND CONCREET



Vergelijkbare documenten
Aanmelding, intake en diagnostiek. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Orthopsychiatrie en ambulante forensische kinderen jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Persoonlijkheidsstoornissen Kortdurend Behandelaanbod

Behandeling in de algemene kinder- en jeugdpsychiatrie. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

maar niet alleen! Persoonlijk Toekomstgericht Deskundig

volwassenen en ouderen

Zorgprogramma. Emergis, kinder- en jeugdpsychiatrie. Amares

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Klinische behandeling

het Diagnostiek, Advies en ConsultatieTeam

Klinische module Eetstoornissen Informatie voor jongeren en ouders Afdeling Westkust

Centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie

INDIGO HET ANTWOORD OP DE BASIS GGZ

Hierbij is de leeftijd van de cliënt die het contact ontvangt bepalend, ongeacht in welke soort instelling het face-to-face-contact plaatsvindt.

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

klinische afdelingen Duivendrecht / Amsterdam

Ambulante behandeling

Kliniek Ithaka Voor intensieve behandeling

training van basis naar brug

Behandeling bij Jongeren en Middelengebruik. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

het Diagnostiek, Advies en ConsultatieTeam

Zorgprogramma Angststoornissen

autismegroep groepstherapie voor autisme-spectrum stoornis (ass) verder met autisme mensen met een informatie voor cliënten en verwijzers

Ambulante behandeling

polikliniek doorwerth en nijmegen verder met autisme dr. leo kannerhuis informatie voor cliënten, ouders en verwijzers centrum voor autisme maart 2012

Behandeling van jongeren tussen 16 en 23 jaar

Centrum voor Psychotherapie

Wier. Behandelcentrum voor mensen die moeilijk leren, met gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen. Patiënten & familie

Integrale Zorg. Kom verder! INFORMATIE VOOR VERWIJZERS. Integrale Zorg voor kinderen en jongeren met een licht verstandelijke beperking

het antwoord op de Basis GGZ

Klinische opname. Algemene informatie

Kliniek Ouder & Kind

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 7 Afsluiting en nazorg

Al onze behandelvormen voor kinderen met autisme onder één dak!

Kliniek Nijmegen. Informatie voor patiënten

INTER-PSY Vechtdal Kliniek

Curium-LUMC, Academisch Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie

Antwoord van staatssecretaris Veldhuijzen van Zanten-Hyllner (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 9 december 2010)

Achtergronddocument Specifieke groepen binnen de GGZ

Poliklinische behandeling

Poliklinische behandeling

PersonaCura. Uw specialist in persoonlijkheid & gedrag bij senioren

De Riethorst GGZ-centrum voor doven & slechthorenden. Algemene informatie

Factsheet Wachttijden

Welkom bij Centrum Jeugd. Informatie voor kinderen, jongeren en hun familieleden

Opname op afdeling Argo en gedwongen opname. Kinderen en Jeugdigen. Informatie voor ouders/verzorgers

Uitnodiging. Congres: Het gezin centraal. Gezinsgericht werken vanuit de (gesloten) instelling

Wat is Altrecht? centrum seksuologie

Generalistische Basis GGZ en Specialistische GGZ

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie MAAK KENNIS MET DE SWAAI

Forensisch Psychiatrische Afdeling

specialistische hulp kleinschalig dichtbij

Dagbehandeling. Ouderen

Behandeling en onderwijs in één. Dagbehandeling Aquamarijn

GGzE centrum psychotische stoornissen. Algemene informatie >>

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

Ouders. Deeltijdbehandeling. Deeltijdbehandeling. voor kinderen van 6-12 jaar. Informatie voor ouders. GGz Centraal Fornhese Deeltijd Arend en Buizerd

Kinder- en jeugdpsychiatrie

Brijder Verslavingszorg Hoofddorp

In behandeling bij het NPI

PSYCHIATRIE & PSYCHOLOGIE. Psychiatrie open afdeling

Deeltijdbehandeling. Ouderen

uw antwoord op de Basis GGZ

Ambulante behandeling Ouderen

Onderzoek naar het cluster 4 onderwijs: kinderen en hulpverlening. Drs. R. Stoutjesdijk & Prof. Dr. E.M. Scholte M.m.v. drs. H.

Persoonlijkheidsstoornissen

Hulpverlening Lijn5. Kom verder! LVB - ZORG PROVINCIE NOORD-HOLLAND

Perceelbeschrijving Generalistische Basis Geestelijke Gezondheidszorg Jeugd [GBGGZ] 2016

Centrum Integrale Psychiatrie

het antwoord op de Basis GGZ

het antwoord op de Basis GGZ

Behandeling van jongeren tussen 12 en 16 jaar

Ik werk Ik doe Ik kan Ik ben

Bijlage 1: Programma van Eisen

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

Voortraject... 2 Wat kan ik bij de aanmelding verwachten?... 3 Wat kan ik bij de intake verwachten?... 4 Behandeling... 6 Afsluiting en nazorg

Traumaverwerkingskliniek. Voor mensen met een posttraumatische stressstoornis

jongeren Op WeG NaAr ZeLf - StAnDiG - heid. WoODbRoOkErS

Jaarplan 2011 ketenproject. Samenwerking VG en GGZ in Groningen en Friesland

Deeltijdbehandeling. Mondriaan. Informatie voor cliënten. Ouderen. voor geestelijke gezondheid

top-behandeling training- en onderwijsprogramma voor jonge kinderen verder met autisme dr. leo kannerhuis

Jaarverslag Transferium Jeugdzorg 2013:

Welkom bij De Jutters

Psychiatrische Intensieve Thuiszorg

Informatiefolder voor patiënten

Psychische zorg voor ouderen

Deeltijdbehandeling. Barneveld. volwassenen deeltijd

Bijlage Programma van Eisen

Generalistische basis ggz

Welkom op de polikliniek Psychiatrie

EENDAAGSE GROEPSPSYCHOTHERAPEUTISCHE DAGBEHANDELING

Behandelprogramma. Dwarslaesie

Behandeling van jongeren van 16 en 17 jaar

Zorg op maat voor het jonge kind en zijn ouders

Centrum Lichaam, Geest en Gezondheid

centrum voor verstandelijke beperking en psychiatrie MET ELKAAR VOOR ELKAAR

Stabilisatiegroep deeltijdbehandeling

Afdeling A3. Afdeling A3. Glaspaleis Ouderen

Deeltijdbehandeling onbegrepen lichamelijke klachten

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Transcriptie:

Jaardocument 2009 DESKUNDIG INSPIREREND 1 CONCREET

2

DES- KUNDI GINSPI REREN DCONC De medewerkers van Curium-LUMC zijn deskundig en stralen dit ook uit. Er wordt veel gedaan aan deskundigheidsbevordering en kennisoverdracht, zowel intern als extern. Curium-LUMC wil een inspirerende werkomgeving zijn, maar ook een inspiratiebron voor patiënten en hun ouders. Inspirerend en motiverend door de manier van communiceren en in de omgang met patienten, ouders en elkaar. Curium-LUMC wil concreet en duidelijk zijn in wie en wat we zijn, in wat we te bieden hebben en in wat we van elkaar kunnen verwachten. Concreet in de communicatie naar elkaar toe, geen verborgenheid, ook concreet over onze mogelijkheden en onmogelijkheden, een concreet verwachtingspatroon voor patiënten, ouders, verwijzers, collega-instellingen, samenwerkingspartners en (nieuwe) medewerkers. REET 3

Inhoudsopgave 5 Inleiding 6 Structuur van de organisatie 7 Algemene identificatiegegevens, missie en kerntaken 8 Belanghebbenden, Corporate Governance 9 Jaarverslag directie 10 Kwaliteit, Klachtencoördinator 11 Communicatie 12 Jaarverslag OR 13 Jaarverslag Jeugdraad 14 Uit de praktijk van de kliniek 16 Jaarverslag kliniek 20 Uit de praktijk van de dagbehandeling 22 Jaarverslag dagbehandeling en polikliniek 26 Uit de praktijk van de polikliniek 28 Jaarverslagen Commissies 30 Jaarverslagen Facilitaire Dienst, Arboteam en BHV 32 Jaarverslag Personeel en Organisatie 36 Wetenschappelijke publicaties 38 Jaarrekening 41 Accountantsverklaring 4 4

Inleiding Curium-LUMC verzorgt elk jaar een jaardocument, met daarin alle belangrijke ontwikkelingen van voorgaande jaar. Heel concreet geven we daarmee weer welke resultaten er per afdeling zijn behaald. Dit jaar is voor het eerst gekozen het jaardocument digitaal via internet aan te bieden en niet meer af te drukken. Daardoor is het document transparant en gemakkelijker toegankelijk voor iedereen die daar interesse in heeft. Via onze internetsite: www.curium-lumc.nl/organisatie/jaardocumenten kunt u het jaardocument openen en per organisatie onderdeel de resultaten bekijken. Niet alleen via het jaardocument legt Curium-LUMC maatschappelijke verantwoording af over de behaalde resultaten. Zorgaanbieders binnen de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg gebruiken tevens de basisset prestatieindicatoren voor de rapportage over kwaliteit van de geleverde zorg. Curium-LUMC heeft haar prestatieindicatoren aangeleverd bij het programma Zichtbare Zorg. De prestaties van alle GGZ instellingen zijn zodoende ook voor iedereen openbaar en terug te vinden op de internetsite van Zichtbare Zorg. Daarbij wordt het jaardocument begin juni ook gepubliceerd op de speciaal daarvoor opgezette internetsite van het Ministerie van VWS. 5 5

Structuur van de organisatie Curium-LUMC heeft een stichtingstructuur met een bestuur-/directiemodel. Conform de corporate governance code voert het bestuur op afstand de toezichthoudende rol uit op de uitvoerende bestuurders; de directie. Curium-LUMC is bestuurlijk verbonden aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), omdat de zittende leden van het bestuur ook de Raad van Bestuur vormen van het LUMC. Onder het dak van Curium-LUMC is ook de afdeling kinder- en jeugdpsychiatrie van het LUMC gevestigd. De exploitatie van deze afdeling wordt verantwoord in de jaarrekening van het LUMC en buiten dit jaardocument gehouden. Het bestuur en de directie van Curium-LUMC laten zich adviseren door: de ondernemingsraad (bestaande uit werknemers) en de cliëntenraad (ouders/voogden van in Curium-LUMC behandelde kinderen en jeugdigen). Het instituut Jeugdraad is opgericht, maar daadwerkelijke vergaderingen met jongeren die behandeld worden hebben in 2009 niet plaatsgevonden. De taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de adviesorganen zijn conform de wet georganiseerd. In onderstaand organigram is de structuur van de organisatie schematisch weergegeven. De organisatie van de zorg is opgesplitst in een tweetal clusters. In Cluster 1 zijn de klinische en dagklinische afdelingen ondergebracht en Cluster 2 bestaat uit poliklinische zorg en enkele dagbehandelingafdelingen. Beide clusters worden duaal aangestuurd door een manager patiëntenzorg en een manager bedrijfsvoering. Naast de patiëntgebonden afdelingen beschikt de organisatie over twee centrale diensten. De Economische Administratieve Dienst verzorgt de financiële, salaris- en medische administratie en de automatisering. De Facilitaire Dienst is verantwoordelijk voor bouw en techniek, receptie, bewaking, schoonmaak, linnen, voeding en catering. Daarnaast wordt de organisatie ondersteund door de afdeling Personeel & Organisatie, de afdeling Communicatie, de afdeling Kwaliteit, de afdeling Medische Informatie Voorziening en de afdeling Onderzoek. Deze laatste afdeling is geïntegreerd in de afdeling kinderen jeugdpsychiatrie die onder het financiële domein van het LUMC valt. 6 6

Algemene identificatiegegevens De Stichting Curium-LUMC is met het nummer 41166027 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder stichtingen tot algemeen nut. Curium-LUMC heeft een erkenning als categoriaal kinderpsychiatrisch ziekenhuis en stemt haar AWBZtaken af met het Zorgkantoor Zuid-Holland noord, ressorterend onder Zorg en Zekerheid. In 2007 is de totale financiering van Curium-LUMC nog verantwoord uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, er zijn voorbereidingen getroffen om te gaan werken met de Diagnose Behandel Combinaties (dbc-systematiek). Adressen Hoofdvestiging: Nevenvestigng: Endegeesterstraatweg 27 Jac. P. Thijsselaan 47 2342 AK Oegstgeest 2803 RT Gouda Tel. 071-5159600 Tel. 0182-569569 Fax 071-5171414 Fax 0182-469550 Missie en kerntaken In de statuten van de Stichting Curium-LUMC staat de doelstelling van de stichting als volgt beschreven: Ten dienste van het algemene belang curatieve en preventieve hulp te verlenen aan kinderen en jeugdigen, in het bijzonder de observatie, verpleging en behandeling van kinderen en jeugdigen voor wie de emotionele, cognitieve en/of sociale ontwikkeling en de omstandigheden waarin zij leven is vastgelopen of ernstig wordt bedreigd. In haar statuten staat verder dat Curium-LUMC deze missie wil bereiken door: Beheer en exploitatie van een kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum. Scheppen van een gunstig behandel-, verzorgings-, leef- en begeleidingsklimaat voor de patiënten en een gunstig werkklimaat voor de medewerkers. Geven van beroepsgericht onderwijs of het verlenen van medewerking aan opleidingsinstituten, bijzonder aan universitaire instellingen, voor het vervullen van co-assistentschappen en stages, het volgen van een opleiding tot specialist, van cursussen en andere onderwijsactiviteiten. Het bevorderen van een regionaal en nationaal gezondheidszorgbeleid, onder meer door samenwerking met andere instellingen op het gebied van intra- en extramurale gezondheidszorg. Het verrichten van of medewerking verlenen aan wetenschappelijk onderzoek voor de instelling of voor de gezondheidszorg. Dit wetenschappelijk onderzoek is ten behoeve van kinderen en jeugdigen en is altijd in samenwerking met andere universitaire instellingen. Alle andere wettige middelen. De kerntaken 1. Patiëntenzorg 2. Onderwijs 3. Wetenschappelijk onderzoek 4. Opleiding (waaronder bij- en nascholing) Curium-LUMC behandelt kinderen en jeugdigen met een ernstige psychiatrische stoornis tot en met de leeftijd van 18 jaar. Curium-LUMC heeft een categoriale erkenning als psychiatrisch ziekenhuis binnen de sector van de kinder- en jeugdpsychiatrie. Voor het verzorgingsgebied Zuid-Holland noord en Midden-Holland beschikt zij over een klinische capaciteit van 75 bedden, 50 deeltijdplaatsen en een poliklinische functie waarmee in 2009 ca. 1400 patiënten zijn bediend. 7 7

Belanghebbenden Curium-LUMC behandelt patiënten met een psychiatrische stoornis uit heel Nederland. De meeste patiënten komen uit de regio Zuid-Holland noord en Midden-Holland. Patiënten met een autisme-spectrumstoornis komen ook vanuit de omliggende provincies en als hulpverlener aan dove kinderen met een psychiatrische stoornis heeft Curium-LUMC een landelijke taak. De taken opleiding en onderwijs hebben een regionale verankering, wetenschappelijk onderzoek kent geen grenzen en heeft zelfs een internationale status. Curium-LUMC heeft als derdelijns voorziening een specialistische taak en een last resort functie. Dit betekent dat Curium- LUMC in beeld komt wanneer de psychiatrische problematiek van het kind zeer complex is en er vaak sprake is van comorbiditeit en wanneer het kind bij andere hulpverleningsinstanties is vastgelopen. Dit betekent dat de samenwerking met andere zorginstellingen die de keten van hulpverlening compleet maken essentieel is. Curium-LUMC probeert met alle betrokken zorginstellingen tot goede operationele afspraken te komen zodat de patiënt niet tussen wal en schip valt. Voor haar academische taken zoekt Curium-LUMC brede samenwerking. Zo is er traditioneel een sterke relatie met het LUMC voor de medische specialisaties en met de Universiteit Leiden op het gebied van psychologie en orthopedagogiek. Daarnaast zoekt Curium-LUMC waar mogelijk samenwerking met andere universitaire centra en (academische) instellingen die werkzaam zijn op het gebied van of raakvlakken hebben met de kinder- en jeugdpsychiatrie. Om goed maatschappelijk te kunnen ondernemen is de relatie met de zorgverzekeraar van belang. Het beleid van de overheid wordt zo goed als mogelijk gevolgd en geïmplementeerd. Als kinder- en jeugdpsychiatrisch centrum is Curium-LUMC onderdeel van de koepel GGZ Nederland. Samengevat zijn, als het om belanghebbenden gaat, de belangrijkste doelgroepen voor Curium-LUMC: De patiënten en hun vertegenwoordigers. De regionale partners in de zorgketen. Samenwerkende instellingen. De zorgverzekeraars. De overheid. De universiteiten en andere academische instellingen. Corporate Governance Het bestuur en de directie van Curium-LUMC hebben zich gecommitteerd aan de corporate governance code zoals die voor de zorgsector is afgegeven. In het bestuur- en directiereglement zijn de taken en bevoegdheden van de onderdelen beschreven en zijn de verantwoordelijkheden toebedeeld. Het bestuur van de Stichting Curium-LUMC is belast met het integrale toezicht op de organisatie en directie. Het toezicht omvat alle kerntaken van de instelling. Bestuur Prof. dr. F.C. Breedveld (voorzitter) Dr. ir. P.C.J. Leijh (secretaris) Ir. H.M. le Clercq (penningmeester) Prof. dr. E.C. Klasen Directie Prof. dr. R.R.J.M. Vermeiren (directeur patiëntenzorg en voorzitter) Drs. H.G. Boswerger (directeur bedrijfsvoering) 8 6

Jaarverslag van de Directie Curium-LUMC heeft in 2009 een zwaar financieel jaar achter de rug. Het boekjaar is afgesloten met een verlies van 994.000,-. Over 2009 moest een negatieve correctie op de rekenstaat worden verwerkt die ten tijde van het opstellen van de jaarrekening als een verrassing kwam. Deze correctie op de kapitaalslasten was te wijten aan een verkeerde scheiding tussen de AWBZ en ZVW component die de NZA in eerdere rekenstaten had doorgevoerd. Zonder deze correctie zou overigens slechts een licht positief resultaat bereikt zijn, wat in de huidige tijd onvoldoende is. De productie was niet optimaal en de uitgaven te hoog. Vooral de productie moet - gezien de wachtlijsten - moet beter. Ondanks het negatieve eindresultaat zijn er ook veel positieve resultaten bereikt. In 2009 heeft Curium-LUMC het felbegeerde NIAZ kwaliteitscertificaat ontvangen. In de jaren daarvoor is een hoogwaardig kwaliteitssysteem opgezet op basis van de norm van het Nederlandse Instituut voor Accreditatie in de Zorg. In 2009 konden de vruchten van dit werk worden geplukt en heeft de NIAZ het accreditatiebewijs aan Curium-LUMC uitgereikt. Hoewel er op een aantal punten nog verbetering in het kwaliteitssysteem kon worden aangebracht, waren de auditoren zeer te spreken over de kwaliteit van zorg die binnen Curium-LUMC wordt geboden. Het binnenhalen van de NIAZ accreditatie op het gebied van kwaliteit was een mijlpaal in het kwaliteitsdenken van Curium-LUMC. Veel regels, richtlijnen en protocollen zijn in de afgelopen periode gereviseerd en geactualiseerd naar de laatste stand van de wetenschap. Geprotocolleerd werken is daarmee gemeengoed geworden binnen Curium-LUMC. Voor 2010 wordt de lijn voortgezet. En ook wat betreft patiëntenzorg, onderwijs, opleidingen, onderzoek en wetenschap is in 2009 veel bereikt. Op het gebied van patiëntenzorg is de verdere specialisatie van eenheden onverminderd doorgegaan en zijn doelgroepen in zorgprogramma s beschreven. In het bijzonder is hier te vermelden de samenwerking met de afdeling kindergeneeskunde van het LUMC. In 2009 heeft Curium-LUMC intensief meegewerkt aan het maken van een nieuw plan voor de psychosociale en psychiatrische zorg aan kinderen in het kinderziekenhuis. Bij de opleidingen tot kinder- en jeugdpsychiater, gz-psycholoog en klinisch psycholoog is de groei in 2009 doorgezet. Het aantal opleidelingen is gestaag gestegen en Curium-LUMC levert daarmee een kwalitatieve bijdrage aan het opleiden van specialisten voor de kinder- en jeugdpsychiatrie. Dankzij de komst van de nieuwe plaatsvervangend opleider maakt de opleiding bovendien een inhoudelijke kwaliteitsslag. Op het gebied van onderzoek is de ingeslagen koers doorgezet. Praktijk gericht onderzoek wordt uitgevoerd met de DAWBA (on line, kinderpsychiatrische diagnostiek aan de poort, bij de huisarts) en in het kader van Routine Outcome Monitoring. In 2009 heeft de samenwerking in de kinder- en jeugdpsychiatrie op het gebied van Routine Outcome Monitoring verder gestalte gekregen in de oprichting van ROMCKAP (Routine Outcome Monitoring Consortium Kinder- en Adolescenten Psychiatrie). Samen met 26 andere instellingen werkt Curium-LUMC hard aan een project om binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie routinematig de voortgang van de behandeling van kinderen en jongeren die een psychiatrische handicap hebben, te meten. Resultaten van deze metingen kunnen de behandeling bevorderen en de effectiviteit verbeteren. Curium-LUMC neemt hierbij samen met De Bascule het initiatief. Ook zijn we verheugd dat in 2009 een aanzet is gegeven voor de oprichting van een Academische Werkplaats Justitiele Jeugdinrichtingen (JJI), waar beide participerende JJI s (Teylingereind en Rentray) structureel in investeren. Neuro-imaging loopt eveneens voorspoedig. Het EPISCA project, met Rivierduinen Kind en Jeugd en Trauma Centrum Haarlem, is van start gegaan en met de afdeling ontwikkelingspsychologie van de Universiteit Leiden is een project gestart in de JJI s. In 2009 is besloten het bedrijfsbureau van ForCA (Forensisch Consortium Adolescenten) onder de vlag van Curium-LUMC te plaatsen. Dit samenwerkingsverband in de forensische psychiatrie wordt mede gefinancierd door het Ministerie van Justitie om de inhoudelijke samenwerking tussen JJI s en kinder- en jeugd ggz te bevorderen. Bedrijfsvoering Omdat de jaarrekening met een verlies van 994.000 is afgesloten, zal een beroep op het eigen vermogen van de stichting worden gedaan. In overleg met het toezichthoudend bestuur zijn derhalve voor 2010 aanzienlijke bezuinigingen aangekondigd die het lastenniveau moeten verlagen, maar tegelijkertijd de inkomsten moeten verbeteren. In de kinder- en jeugdpsychiatrie betekent dit dat de productieafspraken in verrichtingen en (dag)klinische bedden moeten worden gerealiseerd. Met name de bedbezetting heeft de afgelopen jaren zorgen gebaard. Met de huidige wachtlijsten voor klinische opnames moet het echter mogelijk zijn de bedden het gehele jaar te bezetten. In de loop van 2010 zal nader bekeken moeten worden of de totale klinische capaciteit bijstelling behoeft. In overleg met de zorgverzekeraars kan dan bekeken worden of eventuele reductie in bedden kan worden gecompenseerd door hogere poliklinische productie. In 2009 is gestart met de implementatie van een nieuw managementrapportagesysteem. Door dit systeem, dat de personele cijfers, productiecijfers en financiële cijfers aan elkaar koppelt, moet het mogelijk zijn maandelijks een overzicht aan de leidinggevenden 9 te verstrekken van de productie in relatie tot de uitgaven. 7

Kwaliteit NIAZ-Accreditatie Het accreditatiebewijs is op 7 oktober 2009 uitgereikt door de voorzitter van het NIAZ, mevrouw Beaard. De op accreditatie is vier jaar geldig en in augustus 2010 komen de auditoren van het Nederlandse Instituut voor Accreditatie in de Zorg terug om te beoordelen of Curium-LUMC voldoende voortgang heeft weten te boeken op de verbeterpunten. Patiënttevredenheid In 2009 heeft extern onderzoeksbureau Stratus voor de tweede keer het tevredenheidsonderzoek uitgevoerd onder cliënten. Hiervoor zijn drie GGZ-thermometers gebruikt: de GGZ-thermometer jongeren, ouders (over de behandeling van hun kind) en ouderbegeleiding. De resultaten van het tevredenheidsonderzoek 2009 zijn bekeken en vergeleken met het jaar ervoor en met de andere instellingen die de thermometer gebruiken om de tevredenheid te meten. De respons was iets hoger dan vorig jaar en de gemiddelde rapportcijfers zijn gelijk gebleven of een paar cijfers achter de komma omhoog gegaan. De respons was echter te laag om duidelijke conclusies te trekken. Er kunnen wel signalen uit de resultaten worden gehaald. Aan de hand van deze signalen hebben de afdelingen verbeterpunten opgesteld om de zorg te verbeteren. Interne audits In 2009 zijn twee interne audits uitgevoerd. Bij de afdeling Medische Informatievoorziening (MIV) en een omvangrijke audit bij de klinische afdelingen. Door een nieuwe manier van auditen konden meerdere afdelingen op dezelfde wijze gecontroleerd worden en konden de verschillen per afdeling beter in kaart gebracht worden en in een verbeterplan worden omschreven. Het verbeterplan is door het management opgesteld en zal over vier jaar op voortgang worden beoordeeld. Doelstellingen voor 2010 Een goede beoordeling zoor het NIAZ bij de tussentijdse beoordeling in augustus 2010. In 2010 zal er veel tijd een aandacht aan de reorganisatie worden besteed. Hieruit komen vele veranderingen voort die invloed hebben op ons kwaliteitssysteem, zoals protocollen, werkwijzen, procesbeschrijvingen en werkinstructies. Deze zullen in 2010 dan ook alle aandacht krijgen. Klachtencoördinator In de loop van 2009 is een klachtencoördinator aangesteld om binnen Curium-LUMC de behandeling van formele en informele klachten te stroomlijnen. Hiervoor is een protocol geschren en in werking getreden. In het kort komt de procedure erop neer dat alle klachten die via mail, brief of zelfs telefoon bij Curium-LUMC binnenkomen worden doorgestuurd naar de klachtencoördinator. Daar wordt de klacht uitgezet bij de betrokken personen en binnen een gestelde termijn wordt een reactie naar de klager verstuurd die van deze termijn op de hoogte is gebracht. Op deze manier krijgt de organisatie inzicht in het soort klachten, is er meer duidelijkheid en eenduidigheid in de afhandeling ervan en kunnen we maatregelen nemen om bepaalde klachten te voorkomen. In 2009 zijn drie klachten op deze manier afgehandeld. Omdat het individuele gevallen betreft met specifieke vragen over de behandeling, zijn er geen organisatiebrede verbeteracties uit voortgevloeid. De klachtencommissie De klachtencommissie van het LUMC heeft één klachtenbrief ontvangen met betrekking tot Curium-LUMC. Deze klacht is ter beoordeling voorgelegd aan de klachtencommissie en er is een hoorzitting gehouden. Uit de klacht zijn acht deelklachten geformuleerd. Zeven daarvan zijn door de Commissie niet ontvankelijk verklaard. De laatste klacht is gegrond verklaard en was voor de Commissie aanleiding om een aanbeveling te doen aan de directie van Curium-LUMC. Deze aanbeveling is inmiddels door de directie overgenomen. 10 8

Communicatie 2009 heeft voor een deel in het teken gestaan van de twee open dagen die Curium-LUMC heeft georganiseerd. Op 19 september vond de open dag plaats voor de medewerkers van de eigen organisatie en hun familie. En op 30 september waren al onze verwijzers uitgenodigd om deel te nemen aan workshops en rondleidingen bij Curium-LUMC. De opkomst op beide open dagen was groot. Voor de familie van onze medewerkers was het prettig eens te kunnen zien wat er binnen Curium-LUMC allemaal gebeurt. Verschillende afdelingen waren opengesteld en enthousiaste collega s toonden middels presentaties of actieve workshops hun werk. De verwijzers die afkwamen op open dag op 30 september, konden kiezen voor drie workshops over onze behahdelingen uit een aanbod van veertien. Tevens kregen zij een naslagmap met alle folders over de behandelingen die mogelijk zijn binnen Curium-LUMC. Communicatiemiddelen Begin 2009 werd het huisstijlhandboek ( Jij bent het gezicht van Curium-LUMC ) geïntroduceerd. De richtlijnen in dit praktische boekje vormen de basis voor alle uitingen van Curium-LUMC. Alle communicatiemiddelen zijn vervolgens verder geoptimaliseerd en in huisstijl opgemaakt. De afdelingen die nog niet beschikten over een folder voor verwijzers of informatieboekje voor ouders hebben deze in 2009 voor het grootste gedeelte wel verkregen. Tijdens de open dag hebben de genodigde verwijzers alle folders over ons behandelaanbod ontvangen. De internetsite is voortdurend in ontwikkeling. In 2009 zijn veel papieren documenten die ouders per post ontvingen, omgezet naar digitale informatie op internet. Hierdoor is de informatie altijd actueel en bereikbaar. Tevens is informatie over de behandelingen en over verschillende stoornissen op de internetsite geplaatst voor jongeren en kinderen. Voor de cliënten die niet beschikken over internet is in de wachtruimte een computer geplaatst waarop men alles kan nalezen. De informatie zal komend jaar verder worden uitgebreid. Om als organisatie in kaart te krijgen welke prestaties worden verricht op het gebied van publicaties in gerenommeerde tijdschriften, presentaties, deelname aan symposia, scripties, mediacontacten en dergelijke, werd een intern systeem opgezet waarin alle collega s hun prestaties kunnen melden. Hiervan is op intranet een lijst gepubliceerd die ook gebruikt is om de prestaties voor dit jaarverslag te kunnen opsommen. Media aandacht in 2009 De Educatieve Therapie, School en Beroepstoelediding (ESB) is het afgelopen jaar een aantal keren actief naar voren gebracht in de media. De ESB is op zoek naar stageplaatsen voor de jongeren bij externe bedrijven en ook naar financiering door sponsoring voor een nieuw technieklokaal. De regionale media hebben hier een steentje aan bijgedragen. In januari heeft het NRC een artikel geplaatst over separeerbeleid bij instellingen binnen de kinderpsychiatrie en daarbij ook een reactie vanuit Curium-LUMC opgenomen. Directeur patiëntenzorg Robert Vermeiren heeft in mei meegewerkt aan een groot artikel in het Leidsch Dagblad over Teylingereind/ ForCA. In juni ontstond er na een presentatie op het NVK congres media aandacht voor het Onderzoek van drs Anne Krabbendam en Elsa van der Molen naar psychopathologie en functioneren van meisjes vijf jaar na plaatsing in een Justitiele Jeugdinrichting. Anne Krabbendam heeft interviews gegeven aan onder meer Radio 1, het Nederlands Dagblad en het ANP. Naar aanleiding van een brief van Directeur bedrijfsvoering Rik Boswerger over het weigeren van moeijlijke kinderen door scholen in het speciaal onderwijs heeft een aantal media zoals PSY en het Leidsch Dagblad in juni een interview met de directuer Bedrijfsvoering geplaatst over dit onderwerp. Verschillende journalisten hebben Directeur patiëntenzorg Robert Vermeiren gevraagd om een reactie op actuele gebeurtenissen zoals: het effect van gewelddadige computerspelletjes op jongeren (AD) en mogelijke psychische stoornissen die ten grondslag liggen aan schietincidenten op scholen, na een incident in Duitsland (AD). In de zomer zijn op het terrein in Oegstgeest nieuwe speeltoestellen geplaatst met volledige subsidie van Fonds Nuts Ohra. Zo is een kabelbaan aangelegd, een vogelnestschommel, voetbaldoeltjes en extra bankjes. 11 9

Jaarverslag van de Ondernemingsraad Zorgprogrammering De directie is voornemens om zorgprogrammering in te voeren. De OR staat positief tegenover het houden van Curiumbrede zeepkistbijeenkomsten, omdat op deze manier medewerkers de mogelijkheid krijgen hun ideeën en meningen te uiten. Na de zeepkistbijeenkomsten werkt een breed samengestelde werkgroep Inhoud Zorgprogrammering de plannen verder uit. De OR heeft bij de bijeenkomsten geen formele rol. Met de directie komt de OR overeen dat de reorganisatie in deelaspecten wordt opgesplitst. Zodoende wordt de OR niet pas aan het einde van het hele traject, als alle plannen geheel duidelijk zijn, om advies gevraagd. Voor de organisatie komt de voortgang van de uitvoering hierdoor niet in het geding. De OR besluit de cultuuraspecten bij de reorganisatie zorgprogrammering als speerpunt te houden. Gezien de omvang van de beoogde veranderingen, staat de OR positief tegenover het inschakelen van extern deskundigen voor de begeleiding van de invoering zorgprogrammering. Wel plaatst de OR de kanttekening dat de directie dit besluit duidelijk verantwoordt naar de medewerkers. Dergelijke adviseurs zijn een aanzienlijke kostenpost en Curium-LUMC heeft al geruime tijd een contract met een interimmanager. Dergelijke kosten kunnen voor medewerkers haaks lijken te staan op de aangekondigde bezuinigingen voor 2010. Strategisch Beleidsplan Vooruitlopend op de officiële adviesaanvraag ontvangt de OR het concept strategisch beleidsplan 2010-2014. In een initiatiefvoorstel legt de OR enkele adviezen aan de directie voor. De directie neemt de adviezen gedeeltelijk over. De Vlier Begin 2009 valt het besluit tot beëindiging van afdeling De Vlier. Het is de afsluiting van een langdurig en ingrijpend proces, waar de OR nauw bij betrokken was. De OR evalueert het hele proces uitvoerig, om mogelijke leerpunten te behouden voor volgende processen. De OR bespreekt de evaluatie met de directie, die de conclusies van de OR grotendeels onderschrijft. Arbeidsomstandigheden Een OR-lid heeft zitting in het arboteam. Op deze manier zijn de informatielijnen kort. De officiële communicatielijnen lopen tussen directie en OR. Dit betekent dat bijvoorbeeld de voorbereidingen voor de RI&E in het arboteam worden besproken en de vertegenwoordiger van de OR de informatie terugkoppelt naar de OR. Het officiële instemmingstraject verloopt tussen OR en directie. Ondanks dat de klimaatbeheersing van de gebouwen in Oegstgeest in 2009 geen speerpunt meer is, houdt de OR een vinger aan de pols door geregeld te vragen naar de voortgang. In 2009 blijken het helaas nog niet mogelijk tot afdoende oplossingen te komen. Medio 2009 ontstaat onrust op het terrein. De oorzaken liggen op het gebied van de patiëntenzorg, wat niet het terrein van de OR is. Voor de gevolgen geldt dit echter wel, want er is een stijging van het ziekteverzuim en de werkdruk merkbaar. De OR geeft een signaal van bezorgdheid naar de directie, waarop maatregelen worden genomen. In 2009 vindt een risico inventarisatie en evaluatie (RI&E) plaats met hieraan gekoppeld een medewerkers tevredenheidsonderzoek (VBBA). De OR heeft instemmingsrecht op zowel de procedure als de vragenlijsten. De OR vindt het begrijpelijk dat de directie dezelfde vragenlijsten/methodiek wil gebruiken als bij de vorige metingen, omdat hierdoor gegevens vergeleken kunnen worden. De vragenlijsten zijn echter opgesteld vanuit de achtergrond van een academisch ziekenhuis, wat een heel andere invalshoek heeft. De directie neemt het plan van de OR over om tijdig voorafgaand aan een volgende metingsronde vragenlijsten op te stellen die zijn toegespitst op de kinder- en jeugd GGZ. Het blijkt in de praktijk niet zo eenvoudig om gedurende 7x24 uur voldoende opgeleide bedrijfshulpverleners in te roosteren. Alle sociotherapeuten hiervoor opleiden blijkt om financiële redenen niet haalbaar. Eind 2009 vraagt de directie de OR in te stemmen met het opleiden van alle sociotherapeuten van een viertal units. De discussie hierover is eind 2009 nog niet afgerond. Eind 2009 vraagt de directie de OR in te stemmen met het invoeren van een totaal rookverbod voor alle gebouwen en terreinen van Curium-LUMC. De OR schat in dat de achterban hier wel eens een uitgesproken mening over kan hebben. De OR houdt een peiling onder ruim 200 medewerkers tijdens de week van de medezeggenschap die van 7 tot 12 december 2009 plaatsvindt. De resultaten van de peiling zijn in de laatste week van 2009 bekend: 58% van de 166 ontvangen reacties zijn negatief over een algeheel rookverbod. De bespreking van de resultaten en de instemmingsaanvraag worden in 2010 voortgezet. 12 10

Jaarverslag van de Jeugdraad In januari 2009 zijn de notulen van het eerste jongerenplatform binnen Curium-LUMC dat plaatsvond op 10 december 2008 goedgekeurd door de twee deelnemende jongeren. In juni 2009 is de werving gestart van jongeren voor deelname aan het tweede platform op 15 juli 2009. Hiervoor is informatie over het platform naar de sociotherapeuten van de units gestuurd met het verzoek om jongeren te vragen om deel te nemen. Hoofdonderwerp op de agenda voor deze bijeenkomst was de veiligheid en hygiëne op de units. Uiteindelijk hebben zich twee jongeren aangemeld (één jongere die had deelgenomen aan het eerste platform en een nieuwe). In het plan van aanpak voor het jongerenplatform (2008) is besloten dat er aan de bijeenkomsten minimaal drie jongeren moeten deelnemen, wil het enig draagvlak hebben. Besloten is om de tweede bijeenkomst te verzetten. In augustus is er een tweede wervingscampagne gestart voor een bijeenkomst van het jongerenplatform op 9 september. Hierop is geen reactie gekomen (de twee jongeren die zich hadden aangemeld voor de vorige bijeenkomst waren inmiddels met ontslag). In juli 2010 is een volgende bijeenkomst gepland. 13 11

Klinische behandeling van informatieverwerkingsstoornis /autismespectrumstoornis in het Van Krevelenhuis Paul is een bijna 13-jarige jongen, die aangemeld is voor een klinische behandeling bij het Van Krevelenhuis (VKH), de unit voor basisschoolkinderen met een autismespectrum stoornis. Hij heeft er last van dat hij vaak boos is en dat hij niet goed kan eten. Zijn ouders hebben erg hun best gedaan hem op te voeden en alledaagse dingen aan te leren, maar nu lukt dat niet meer. De speciale gebruiksaanwijzing die Paul nodig heeft om zich te ontwikkelen, is voor hen niet langer vol te houden. Oma, die een steun was, is net geopereerd en er zijn perikelen op het werk. De vraag is of Paul op de Leo Kannerschool terecht kan, omdat hij snel boos is als hij zijn zin niet krijgt, gaat gooien met spullen, gaat gillen en agressief wordt. Ook zijn broertje heeft hier last van. Bovendien hebben zijn opvoeders last van zijn overmatige handen wassen. Wat is er met Paul aan de hand? Paul is in 2002 gediagnostiseerd met een autistische stoornis met een (laag)gemiddeld IQ, en het gezin heeft sindsdien veel ambulante begeleiding gehad. Ook kreeg hij medicatie. Bij Paul uit zich het autisme in een zeer trage informatieverwerking, waardoor het lang duurt voordat hij iets snapt. Hij ziet de wereld om hem heen gefragmenteerd, alle losse details krijgt hij niet tot één geheel. Ook snapt hij weinig van van het sociaal verkeer tussen mensen, waardoor hij regelmatig de plank misslaat in het contact met anderen. Er wordt dan om hem gelachen en hij wordt daar razend om. Hij begrijpt niet waarom er regels zijn en lokt daar discussies over uit, weigert uitleg te accepteren en/of snapt deze niet. Pauls motoriek is opvallend. Hij neigt tot lopen op zijn tenen, er is sprake van een lage spierspanning. Hij heeft een hekel aan bewegen en fietst op een driewieler. Als hij zit, hangt hij. De beperkingen in de fijne motoriek uiten zich in altijd vieze kleding (die hij niet opmerkt), op school gebruikt hij een laptop omdat zijn handschrift onleesbaar is. Paul kan zich eigenlijk alleen met de computer goed vermaken. De ouders weten niet meer hoe ze hem moeten benaderen en om de steeds terugkerende conflicten te vermijden heeft Paul inmiddels veel voor elkaar gekregen. Hij beheert het totale computergebeuren thuis (ieder heeft daarom zijn eigen pc), hij krijgt alle ruimte om te bepalen wat en hoe er gegeten wordt, etc. Paul heeft inmiddels de regie over het gezinsleven gekregen. De ouders bewonderen hem om zijn goede cognitieve capaciteiten (op het speciaal onderwijs krijgt hij goede rapportcijfers), ze vinden hem de slimste in het gezin. En Paul geniet van het geven van adviezen bij problemen, die meestal opgevolgd worden. 14 12

De behandeling In de intakefase laat Paul meteen zijn problemen zien: als zijn ouders in het gezinsgesprek het woord hebben, interfereert hij voortdurend. De behandelcoördinator zegt hier wat van en Paul gaat dreigend met een stoel staan, klaar om te gooien. De ouders reageren opgelucht: dit is nu precies waar de hulp voor nodig is, Paul voelt zich gesteund om te gooien, maar krijgt hiervoor geen kans door ingrijpen van de hulpverlener. We spreken af Paul eerst te gaan observeren (leerbaarheid en sterkte/zwakte analyse), om daarna een gericht behandelingsadvies te kunnen geven, passend bij de hulpvraag. Paul wordt multidisciplinair onderzocht Paul heeft het moeilijk de eerste dagen: het wennen aan het leven in een groep, al die nieuwe regels, moeten wachten, het valt niet mee voor hem. Maar hij leert snel, de woedeaanvallen nemen snel af. Aagressiehanteringstechnieken zijn hem voorgedaan op de eerste dag van opname, en er is uitgelegd wanneer die gebruikt zouden worden. Ook het handenwassen neemt af. In de weekenden thuis blijft alles bij het oude. Bij thuiskomst dragen zijn ouders en broertje zijn spullen en Paul regelt waar alles hoort te staan. Ouders zijn heel tevreden, Paul doet erg zijn best thuis en hij krijgt daar veel complimenten voor. In de eerste bespreking over Paul binnen het behandelteam van Curium-LUMC worden alle observaties gebundeld en er wordt overlegd of we kunnen instemmen met de eerder gestelde diagnose, of het VKH aan de gestelde hulpvraag kan voldoen en met welke behandeling. De diagnose (autisme) wordt bevestigd, bovendien blijkt Paul te voldoen aan de kenmerken van ADD (aandachtstekortstoornis zonder hyperactiviteit). Deze stoornis kan niet alleen maar verklaard worden uit het autisme. Er is sprake van obesitas en in het gezin is het evenwicht draagkracht/draaglast fors verstoord. De woedeaanvallen zijn het gevolg van de beperkingen van het autisme en het verstoorde evenwicht thuis. Paul heeft een voorspelbaar, gestruktureerd en veilig leefklimaat nodig, waarin consequente en leeftijdsadequate eisen worden gesteld. Met de ouders wordt gewerkt aan de posities thuis en psychoeducatie gegeven. Een schooltraject wordt ingezet, met resultaat. Bij psychomotorische therapie wordt -in samenwerking met de sociotherapie- gewerkt aan zijn frustratietolerantie, medicatie is aangepast. We hopen dat er een nieuw evenwicht gaat ontstaan en dat een ambulante behandeling toereikend zal worden. 15 13

Jaarverslag van de klinische afdelingen Door onder meer een teruglopende zorgvraag van klinische patiënten is het in 2009 niet gelukt de productie met 5% te verhogen, dan wel de kosten met 5% terug te dringen. Ondanks het feit dat deze doelen niet bereikt zijn, is er op andere terreinen veel vooruitgang geboekt. Zo kunnen de klinische units vanaf 2009 van s morgens vroeg tot s avonds laat (zeven dagen per week) een duidelijke structuur bieden met een sluitend dagprogramma dat elementen bevat op het gebied van pedagogiek, educatie, therapie, beroepstoeleiding, activiteitenbegeleiding en vrije tijdsbesteding. In 2009 is bij veel units verder uitgewerkt welke diagnostische en therapeutische middelen gewenst en noodzakelijk zijn om behandeldoelen te bereiken. Daarbij is zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig de leidraad. Voor geïndiceerde kinderen zijn signaleringsplannen opgesteld, zodat bij oplopende spanning eerder kan worden geïntervenieerd waardoor het aantal middelen en maatregelen kan afnemen. De plannen worden door de mentor, samen met de systeemtherapeut, met ouders besproken. Een aandachtspunt blijft het om de plannen ook samen met de kinderen op te stellen, zodat het ook het plan van het kind wordt en niet alleen voor het kind. Alle afdelingen hebben zich ingezet om de ouders meer te informeren en betrekken. Er zijn nieuwe informatieboekjes ontwikkeld, er worden regelmatig nieuwsbrieven verzonden. Ook zijn veel activiteiten georganiseerd, zoals unitmiddagen, een barbecue, activiteiten buiten de unit (workshops Beeldende therapie, Psychomotorische therapie). De reacties van ouders zijn positief. Ze krijgen veel beter een idee van wat er allemaal gebeurt tijdens de opname van hun kind en het is een gelegenheid om andere ouders te ontmoeten en te spreken. Unit D heeft zelfs een film gemaakt over het verblijf op de unit. Deskundigheidsvergroting bij sociotherapeuten gebeurt zo vaak en zo veel mogelijk. Zo zijn verschillende sociotherapeuten door het LUMC opgeleid en bevoegd in voorbehouden medische handelingen. Een aantal sociotherapeuten heeft zich gespecialiseerd in specifieke onderwerpen, zoals REMWEG (een behandelmethode voor ADHD-ers), signaleringsplannen. Een aantal medewerkers heeft zich verder verdiept in het taakgericht programma (bijvoorbeeld het aanbieden van educatieve programmaonderdelen aan kinderen) en thuisbegeleiding. Anderen hebben bijvoorbeeld hun kennis en vaardigheden met betrekking tot het Maudsley Model (voor de bahandeling van eetstoornissen) uitgebreid, zich bekwaamd in de Dialectische GedragsTherapie (DGT) voor de behandeling van jongeren met een borderline persoonlijkheisstoornis of hebben de drie daagse in-service opleiding Autisme Spectrum Stoornissen gevolgd. Naast deze ontwikkelingen zijn van elke afdeling aanvullende ontwikkelingen te benoemen: Belangrijkse ontwikkelingen binnen Unit A (Klimop) Jongeren kunnen aan het einde van de behandeling zelf hun dagprogramma invullen. Doel voor komend jaar is dat zij ook werkpunten krijgen gericht op een goede manier van reageren op verandering. In 2009 ontvingen vier ouderparen de (groeps)training over Autisme. Deze training is gegeven door de ouderbegeleider van Klimop en Dagbehandeling. Belangrijkse ontwikkelingen binnen Unit B Het uitwisselen van kennis en ervaring met Rivierduinen en de Bascule door middel van een methodisch werkboek Dialectische Gedragstherapie (DGT). Verminderen dan wel verkorten van het aantal opnamen van de doelgroep op een gesloten afdeling. In 2009 is de mogelijkheid geboden om behandeling op Unit B te starten én daarbij nog opgenomen te zijn op een andere afdeling, bijvoorbeeld de Gesloten afdeling. In 2010 zal gestart worden met Bed Op Recept. Door de verwijzersdag 2009 heeft Unit B meer bekendheid heeft gekregen bij (potentiële) verwijzers. Dit had tot doel het vergroten van de toegankelijkheid voor Borderlinepatiënten in onze regio, zodat er meer hulp op maat kan worden geboden. Belangrijkse ontwikkelingen binnen Unit C en D De formatie is in 2009 uitgebreid waardoor de mogelijkheid ontstond om thuisbegeleiding te geven. Er vonden acht thuisobservaties plaats en acht coachingstrajecten. Alle contacten van sociotherapeuten met ouders (binnen en buiten de unit), worden nauwgezet geregistreerd. In het kader van professionalisering maken en bespreken de units video-opnamen van kinderen. Een aantal malen is een opname op de groep gemaakt. Zowel gedragingen van kinderen als interventies van de sociotherapueten zijn geanalyseerd en besproken. Middels film en foto s heeft de systeemtherapeut de medewerkers geïnformeerd over gezins-psycho Motorische 16 Therapie. 14

Belangrijkse ontwikkelingen binnen Unit E en F De wachtlijsten werden verkort, zodat meer jongeren en ouders kunnen profiteren van een behandeling. Er heeft doorstroom plaatsgevonden naar De Springplank. Doelstelling voor 2010 is onder meer het intensiveren van de samenwerking met MEE, RIBW s en Centrum Autisme. Belangrijkse ontwikkelingen binnen Unit G en H De behandelvisie van unit G is uitgewerkt. Met de komst van een nieuwe behandelverantwoordelijke en ontwikkelingen op het gebied van zorgprogrammering zal het nog verder worden aangescherpt. Doelstelling voor 2010 is o.a. het op concrete punten meten van het verloop van de behandeling in de pilot Routine Outcome Monitoring (ROM). Belangrijkse ontwikkelingen binnen het Van Krevelenhuis In 2009 is gestart met een onderzoek naar de oorzaak van de toename van complexe gezins-problematieken. Naar aanleiding van de uitkomst van dit onderzoek zal beleid worden ontwikkeld door behandelverantwoordelijke en systeemtherapeut. Het programma om groepsgewijs sociale vaardigheden (groepssova) te trainen is ontwikkeld. Doel voor 2010 is onder meer het ontwikkelen van een cursus competentie vergrotend opvoeden voor ouders. Belangrijkse ontwikkelingen binnen De Springplank Opzet van deze nieuwe unit: de eerste helft van 2009 is naar tevredenheid verlopen. Vanaf april was het multidisciplinaire team op volledige sterkte. In 2009 zijn er elf jongeren opgenomen, waarvan er zeven konden worden doorgeplaatst naar een vervolgvoorziening. In 2009 is gestart met het schrijven van diverse trainingsmodulen op de verschillende competentiegebieden. In het najaar bleek dat het aanmelden van een jongere voor een vervolgplek veel tijd kost en dat jongeren binnen Curium-LUMC (daardoor) minder snel worden aangemeld voor doorplaatsing naar De Springplank. Het aantal mogelijke interne verwijzingen voor een trainingsafdeling als De Springplank is vooraf te hoog ingeschat. Intensief Kortdurende Behandeling (IKB) Er zijn nazorgtrajecten ingevoerd in de vorm van korte begeleidingen door sociotherapeuten na het ontslag om de overgang van klinische zorg naar ambulante hulp beter op elkaar aan laten sluiten. Het team sociotherapeuten heeft deelgenomen aan een studiemiddag Cognitieve Gedragstherapie. De aansturing op de werkvloer is meer in handen van sociotherapeuten gekomen. Belangrijkse ontwikkelingen binnen de Gesloten Afdeling Tijdens de observatieperiode van jongeren duidelijker in kaart brengen wat de vaardigheidstekorten zijn en ook beter letten op signalen van mogelijk seksueel misbruik en/of kindermishandeling. Verkorten van de opnameduur, met name na de klinische bespreking, door vroegtijdige inzet van de PIT. Crisisopnames worden niet automatisch verlengd met een observatie op de Gesloten afdeling, Belangrijkse ontwikkelingen binnen de afdeling Vaktherapie en Begeleiding Het project Muzieklessen op maat van intern naar extern is opgezet en wordt in 2010 als module gepresenteerd. Vaktherapeuten worden betrokken bij unit-ouderavonden en merken dat ouders steeds beter geïnformeerd zijn. Het aanvragen van observatie vaktherapie kan vanaf 2009 via intranet. Dit maakt het gemakkelijker en sneller en alle informatie over de patiënt kan direct worden ingevoerd. En elke unit heeft de beschikking gekregen over een boek waarin cursussen en activiteiten uitgebreid beschreven zijn en waarin de volledige jaarplanning aangeboden wordt. Belangrijkse ontwikkelingen binnen de Educatieve Therapie, School en Beroepstoeleiding (ESB) In 2009 zijn er vijtig nieuwe patiënten geplaatst in de klassen. 22 patiënten daarvan zijn uitgestroomd. Daarnaast zijn er patiënten van 2008 uitgestroomd, waarmee het aantal uitstromers op 36 komt. Alle klasplaatsingen zijn eerst voor aanvullende diagnostiek bij de educatief therapeut geweest met daarbij behandeling naast de klasplaatsing. Bij alle klasplaatsingen hebben de leerkrachten consultatie van de educatief therapeuten gehad. Er hebben consulten op externe scholen plaatsgevonden en er is diagnostiek verricht zonder interne klasplaatsing. Bij de arbeidstrainer zijn 31 jongeren aangemeld, waarvan er 19 in de praktijkklassen geplaatst zijn. Iedere cliënt ontvangt het handelingsplan van de schooltoeleiding van het kind. Dit proces loopt in zowel in de kliniek als in de dagbehandelingen van Oegstgeest en Gouda. Het handelingsplan wordt eerst door de coördinator ESB ondertekend, vervolgens door de ouders en dan komt het terecht in het dossier van de Kannerschool. In overleg met de Kannerschool is een tweede lokaal beschikbaar gesteld voor het starten van derde VSO trainingsklas. De klas loopt goed en is, zoals inmiddels is gebleken, ook hard nodig geweest. Met deze klas erbij is er een indeling op niveau gekomen in de drie VSO klassen. Er is een technieklokaal ingericht. Deelname aan de Singelloop te Leiden leverde daarvoor een (sponsor)bedrag op van 17 5.000,-. 15

Patiënten in behandeling 2009 Aantal jongens gem. leeftijd Aantal meisjes gem. leeftijd Totaal (gem. leeftijd) Unit C 16 9.3 jr 4 7,7 jr 20 9.0 jr Unit D 12 9.0 jr 1 6.0 jr 13 8.8 jr Unit E 9 12.9 jr 3 11.0 jr 12 12.4 jr Unit F 7 12.3 jr 2 16.0 jr 9 13.1 jr Unit G 8 14.3 jr 7 14.6 jr 15 14.4 jr Unit H 0 -- 17 13.9 jr 17 13.9 jr Van Krevelen 11 8.3 jr 2 8.0 jr 13 8.2 jr Gesloten 15 15.2 jr 16 14.9 jr 31 15.0 jr IKB 15.0 jr 9 15.2 jr 15 15.1 jr Springplank 5 14.0 jr 4 15.5 jr 9 14.7 jr Vlier A 1 9.0 jr 0 -- 1 9.0 jr Vlier B 2 11.0 jr 1 15.0 jr 3 12.3 jr Intake kliniek 0 -- 1 15.0 jr 1 15.0 jr Totaal 92 (58%) 67 (42%) 159 Dagbehandeling Unit A 12 12.67 jr 1 15.0 jr 13 12.8 jr Dagbehandeling Unit B 0 -- 14 15.6 jr 14 15.6 jr Totaal 12 (44%) 15 (56%) 27 18 16

Klinische bedden Productie afspraak Productie realisatie Bekostigingscategorie K 1.1 843 374 44.3% Bekostigingscategorie K 1.2 1.765 246 13.9% Bekostigingscategorie K 1.3 0 1.136 Bekostigingscategorie K 1.4 66 141 213.6% Bekostigingscategorie K 1.5 3.827 2.538 66.3% Bekostigingscategorie K 1.6 20.882 20.817 99.7% Totaal verpleegdagen 27.383 25.252 92.2% % Nieuwe inschrijvingen 2009 98 95 97.0% Gemiddelde wachttijd in weken c.a. 16 weken Behandeling in 2009 afgerond 43 Ambulante verrichtingen bij OUDERS Productie afspraak Productie realisatie Intakecontact 700 1.070 Onderzoekscontact 10 2 Psychotherapiecontact 20 14 Groepscontact psychotherapie 200 1 Behandeling/begeleidingscontact 3.500 2.537 Groepscontact beh./begeleiding 800 837 Telefonisch behand./begel.contact 1.000 1.610 F121 Crisisinterventie 0 2 F122 Crisisinterventie 0 0 Toeslag contact buiten de instelling 100 52 Totaal ambulante verrichtingen 6330 6125 % 152.8% 20% 70% 0.5% 72.5% 104.6% 161.0% 52.0% 96.8% Nieuwe inschrijvingen 2009 160 124 77.5% Ambulante verrichtingen bij Productie afspraak Productie % KINDEREN / JONGEREN realisatie Intakecontact 500 176 35.2% Onderzoekscontact 300 17 5.7% Psychotherapiecontact 80 75 93.7% Groepscontact psychotherapie 100 56 56.9% Behandeling/begeleidingscontact 700 384 54.8% Groepscontact beh./begeleiding 20 83 415% Telefonisch behand./begel.contact 70 26 37.1% Toeslag contact buiten de instelling 37.1% 70 26 45.7% Totaal ambulante verrichtingen 1840 840 Nieuwe inschrijvingen 2009 80 48 60.0% 19 17

Dagbehandeling van een Borderline persoonlijkheidsstoornis in Unit B Cindy is een 15-jarige havo-leerlinge, die tot voor kort een vrij onopvallend leven leidde. Het begon ermee dat zij van school spijbelde en op straat rondzwierf waar zij voor het eerst contact maakte met randgroepjongeren. Thuis kreeg zij conflicten met haar moeder en stiefvader wanneer zij merkten dat Cindy gedronken had. Toen op school een mentor zich intensief met Cindy ging bemoeien leek haar belangstelling voor de slechte vrienden af te nemen en ging zij zelfs over naar de 3e klas. In de zomervakantie verloor Cindy het contact met de mentor. Bovendien was haar beste vriendin, die zij al vanaf de kleutertijd kende, langdurig op vakantie. Tot ontsteltenis van haar ouders nam zij haar intrek bij een oudere man die wel vaker onderdak bood aan weggelopen jongeren. Zij was steeds vaker stoned en/of dronken en bezoeken aan haar ouders leverden steeds meer conflicten op, mede omdat Cindy geld eiste of ontvreemdde. Toen ze niet langer bij de oudere man kon blijven kwam ze weer bij haar ouders in huis waar het in het begin van het nieuw schooljaar korte tijd goed ging. Na enkele weken weigerde zij naar school te gaan en sloot zij zich op haar kamer op. Moeder merkte op de mouwen van Cindy s kleren bloedsporen op. Een heftige scène volgde toen moeder haar zorgen hierover uitsprak. Cindy dreigde uit het raam te springen toen moeder voorstelde professionele hulp in te schakelen. De dienstdoende huisarts trof Cindy op haar chaotische kamer aan in een angstige en geagiteerde toestand. De voorgeschreven kalmerende tabletten hadden een averechts effect: Cindy werd er niet rustiger van doch begon als een wilde om zich heen te slaan en moest door een buurman in de houdgreep worden gehouden. Twee dagen later vond een soortgelijk incident plaats waarbij Cindy zichzelf ernstig verwondde en te kennen gaf er een einde aan te willen maken. Omdat zij zich op geen enkele manier wilde laten helpen werd zij met een Inbewaringstelling opgenomen op de gesloten afdeling van Curium-LUMC. Daar werd uiteindelijk de diagnose borderline persoonlijkheidsstoornis gesteld. 20 18

Wat is borderline? De borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) wordt gekenmerkt door een verregaande mate van instabiliteit. De meest opvallende verschijnselen zijn: emotionele labiliteit, afhankelijkheid en wispelturigheid in relaties, impulsieve gedragingen, een neiging tot verslaving, zelfbeschadigend en suïcidaal gedrag en soms een tekortschietend contact met de realiteit. Veel hulpverleners denken dat een (borderline) persoonlijkheidsstoornis niet mag worden gediagnosticeerd bij adolescenten, vanuit de veronderstelling dat een persoonlijkheidsstoornis een ongeneeslijke aandoening is en omdat in de (Nederlandse) beknopte handleiding bij de DSM IV staat vermeld dat persoonlijkheidsstoornissen beginnen in de vroege volwassenheid. In het originele, dikke (Amerikaanse) DSM-IV handboek wordt echter nadrukkelijk vermeld dat persoonlijkheidsstoornissen (behalve de antisociale persoonlijkheidsstoornis) kunnen worden gediagnosticeerd bij adolescenten en zelfs bij kinderen. Deze erkenning is voor zowel de kinder- en jeugdpsychiaters als de patiënten zelf prettig. Want uit recent onderzoek blijkt dat de BPS van adolescenten sterke overeenkomsten vertoont met de BPS van volwassenen en dat therapeutische inzichten die zijn verworven bij volwassen patiënten, ook goed toepasbaar zijn bij adolescenten. Eén van die inzichten is dat psychiatrische opnames van BPS-patiënten zelden een gunstig resultaat opleveren; integendeel, tijdens een opname gaan zij meer in plaats van minder automutileren, vervreemden zij verder van hun familie en worden zij steeds afhankelijker van de kliniek. In Curium-LUMC, op de gesloten afdeling en op de IKB, hebben wij deze ervaring ook opgedaan met opgenomen borderline adolescenten. Dagbehandeling Nu worden in Curium-LUMC adolescenten met een BPS bij voorkeur niet meer dag en nacht opgenomen, om regressie en hospitalisatie te voorkomen. Wat we wel bieden is een intensieve dagbehandeling. Deze behandeling (in unit B) is gebaseerd op de principes van de dialectische gedragstherapie, ontwikkeld door de Amerikaanse psychologe en ervaringsdeskundige Marsha Linehan. Deze behandeling omvat een training in vaardigheden, zoals omgaan met emoties, impulsen en relaties en maar ook een individuele therapie. Deze dagbehandeling sluit naadloos aan bij de ambulante behandeling van de polikliniek Curium-LUMC en van GGZ K+J Rivierduinen maar is ook te combineren met een (kortdurende) klinische opname. Omdat er zowel medewerkers van polikliniek (en GGZ-K+J) als van klinische afdelingen betrokken zijn bij de DGT-dagbehandeling op Unit B, is er sprake van een continuïteit van zorg. Voor adolescenten die deelnemen aan dit zorgprogramma is een bed op recept beschikbaar, bedoeld om bij oplopende spanningen in de thuissituatie een crisis te voorkomen door middel van een overnachting in een speciaal ingerichte kamer grenzend aan de gesloten afdeling (die eigenlijk Afdeling Acute Psychiatrie zou moeten heten). Hoewel de resultaten van de DGT dagbehandeling nog niet exact gekwantificeerd zijn, is het zeer waarschijnlijk dat de patiënten beter af zijn met deze behandelvorm en dat de behandelaars zich minder machteloos hoeven te voelen. 21 19