2015 2016 locatie De Goffert
Voorwoord In het tweede leerjaar is een zorgvuldige keuze gemaakt voor een leerweg en een afdeling op basis van interesse, vermogen en affiniteit. Leerjaar drie en vier is een aaneengesloten traject waarin we de leerlingen voorbereiden op het vervolgonderwijs. In het VMBO is het mogelijk om het examentraject te starten in het derde leerjaar. We vinden het erg belangrijk dat leerlingen en ouders/verzorgers goed geïnformeerd zijn over de gang van zaken. Voor de inhoud van het schoolexamen verwijzen we naar het programma van toetsing en afsluiting (PTA).(via de website onder het keuzemenu regelingendownload ) Hierbij treft u de regelgeving aan van het schoolexamen en het centraal examen. Binnen het onderwijs zijn vele veranderingen ingezet. Eén van die veranderingen heeft betrekking op de wijze van examineren. Digitale examens zijn inmiddels standaard geworden voor de basisberoepsgerichte leerweg en kaderberoepsgerichte leerweg. Elk jaar opnieuw moet de school aantonen dat de systemen in orde zijn om deze afnames te kunnen doen. Pas in februari 2015 zal duidelijk zijn of wij definitief toestemming krijgen om ook dit jaar digitaal te examineren. Met onze ervaring met digitale examens zijn wij echter vol vertrouwen dat dit gaat lukken. Indien wij examens niet middels de computer af kunnen nemen dan heeft dat gevolgen. We vallen dan terug op de regels die gelden voor schriftelijke examens. De bepalingen voor de digitale examens zijn duidelijk aangegeven in dit reglement. De gemengde en theoretische leerweg krijgen nog altijd schriftelijke examens voorgelegd. Dit jaar zal de rekentoets voor het eerst mee gaan tellen in de uitslagbepaling. Voor vragen en/of opmerkingen betreffende het examenreglement en het PTA kunt U zich wenden tot de mentor of de secretaris van het eindexamen, dhr. H. Arts. We wensen de leerlingen veel succes en studieplezier toe en hopen dat zij erin zullen slagen dit schooljaar succesvol af te sluiten. De directie 1
Uittreksel uit het Reglement schoolexamen A. Algemeen. 1. De regeling van het eindexamen, schoolexamen en toetsonderdelen is vastgesteld in het Eindexamenbesluit vwo-havo-mavo-vbo inclusief de wijzigingen in verband met het VMBO en het 2 e profielenbesluit. Dit ligt ter inzage op school. 2. Het examenreglement wordt vastgesteld door de locatiedirectie, hiertoe gemachtigd door het bevoegd gezag van de school. 3. Dit uittreksel regelt vooral die zaken die niet in het Eindexamenbesluit zijn vastgesteld. B. Verantwoordelijkheid. 1. De locatiedirecteur en de examinatoren van de school nemen onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag het eindexamen af. 2. De locatiedirecteur kan zich wat betreft examenzaken laten adviseren door de examencommissie. De examencommissie bestaat uit: 1. Dhr. H. Arts (secretaris eindexamen) 2. Mvr. D. Bour 3. Dhr. H. Tiemessen C. Toelating: 1. Leerlingen van leerjaar 3 en 4 nemen deel aan het schoolexamen. Alleen leerlingen van het vierde leerjaar kunnen (als ze aan bepaalde voorwaarden hebben voldaan) aan de afsluitende centrale examens deelnemen. 2. Het bevoegd gezag kan leerlingen, die niet als leerling van de school zijn ingeschreven eveneens in de gelegenheid stellen een (deel)eindexamen af te leggen. 3. Het examenreglement en het programma van toetsing en afsluiting zijn van toepassing op alle leerlingen genoemd onder punt 1 en punt 2. D. Indeling examens: De schoolexamens bestaan uit een aantal toetsen. Alle toetsen die deel uit maken van dit schoolexamen staan beschreven in het PTA alsmede de weging van deze toetsen. Het centraal examen wordt in het vierde leerjaar afgelegd en omvat de volgende vakken: Leer-werktrajecten: Bij alle afdelingen: Nederlands en het beroepsgericht programma. Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg: Bij alle afdelingen (behalve consumptief): Nederlands, Engels, wiskunde, natuurkunde en het beroepsgericht programma. Bij consumptief: Nederlands, Engels, wiskunde, economie en het beroepsgericht programma. 2
Gemengde leerweg Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, natuurkunde en/of economie en technologie. Vakken met schoolexamen en centraal examen Basis- en kaderberoepsgerichte leerweg Voor de volgende vakken bestaat zowel een schoolexamen als een centraal examen: Nederlands Engels Wiskunde Natuurkunde (niet voor afdeling consumptief) Economie (alleen voor afdeling consumptief) Beroepsgericht programma Gemengde leerweg Nederlands Engels Duits Wiskunde Natuurkunde Economie Technologie Vakken met alleen een schoolexamen Voor de volgende vakken bestaat alleen een schoolexamen Culturele & kunstzinnige vorming (ckv). (Dit vak wordt afgesloten in leerjaar 3) Maatschappijleer (ma) (Dit vak wordt afgesloten in leerjaar 4) Lichamelijke opvoeding (lo) (Dit vak wordt afgesloten in leerjaar 4) Het vak Maatschappijleer neemt een bijzondere positie in: Het cijfer voor het schoolexamen is tevens examencijfer en telt mee in de uitslagregeling. Rekentoets Met ingang van het examenjaar 2013-2014 is voor alle leerlingen in alle niveaus de rekentoets verplicht. Met ingang van dit examenjaar (2015-2016) telt het resultaat ook mee in de zak-slaag regeling. Afsluiting schoolexamens De schoolexamens van leerjaar drie moeten zijn afgesloten uiterlijk 7 juli 2015. De schoolexamens van leerjaar vier basis- en kaderberoepsgerichte leerweg moeten zijn afgesloten uiterlijk 14 april 2015. De schoolexamens van leerjaar vier gemengde leerweg moeten zijn afgesloten uiterlijk 26 april 2015. Het sectorwerkstuk (gemengde leerweg) moet zijn afgerond uiterlijk 11 maart 2015. Let op: Het vak ckv is pas afgesloten als dit vak is beoordeeld met voldoende of goed ( of cijfer 5,5 of hoger). 3
Het vak lichamelijke opvoeding is pas afgesloten als dit vak is beoordeeld met voldoende of goed (of cijfer 5,5 of hoger). De handelingsopdrachten zoals deze bij een aantal vakken voorkomen, zijn pas afgesloten als deze zijn beoordeeld met voldoende of goed (of cijfer 5,5 of hoger). Het sectorwerkstuk (alleen bij gemengde leerweg) is pas afgerond als deze met een voldoende is beoordeeld (of cijfer 5,5 of hoger). E. Regeling schoolexamen: 1. Elke leerling ontvangt voor 1 november een exemplaar van het uittreksel uit het examenreglement en het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Het PTA geeft per vak aan: de wijze waarop getoetst wordt de lesstof die op dat moment getoetst wordt of het betreffende deel herkanst mag worden. de wegingsfactor van de toets bij de bepaling van het eindcijfer van het schoolexamen (=hoe zwaar telt de toets) 2. Het resultaat voor het schoolexamen wordt voor de aanvang van het centraal examen aan de kandidaat meegedeeld. F. Het schoolexamen en de herkansingen: 1. Indien de mogelijkheid tot herkansen bij een bepaald onderdeel aangegeven is, kan de leerling aangeven hiervoor in aanmerking te willen komen, binnen 5 schooldagen na ontvangst van de uitslag van de toets. Als de leerling binnen een bepaalde periode slechts één toets mag herkansen, kan de leerling aangeven hiervoor in aanmerking te willen komen binnen 5 schooldagen na ontvangst van de uitslag van de laatste toets van die periode. Na de herkansingsmogelijkheid worden de cijfers definitief! 2. Herkansingen vinden plaats op tenminste één week van tevoren aan de leerling gemelde momenten. 5. Beoordelingen: onderdelen van het schoolexamen kunnen beoordeeld worden met een cijfer van 1 t/m 10. Dit cijfer dient tot één cijfer achter de komma nauwkeurig te zijn. Indien een leerling gebruik maakt van het recht op herkansing, telt het hoogst behaalde cijfer mee voor het schoolexamen. Binnen 10 schooldagen kan de leerling tegen een beoordeling die meetelt voor het schoolexamen in beroep gaan bij de examencommissie. Daarna is het cijfer definitief. 6. De handelingsdelen hoeven niet met een cijfer te worden beoordeeld. Er kan hier worden aangegeven of een leerling er naar behoren (=voldoende of goed of cijfer 5,5 of hoger) aan voldaan heeft of er niet naar behoren (=onvoldoende of cijfer lager dan 5,5) aan voldaan heeft. Binnen 10 schooldagen kan de leerling tegen deze beoordeling in beroep gaan bij de examencommissie. Daarna is de beoordeling definitief. 7. In leerjaar 3 en 4 behaalde resultaten voor toetsen uit het PTA tellen mee voor het resultaat van het schoolexamen, waarbij rekening wordt gehouden met de wegingsfactor uit het PTA voor de derde en vierde klas. 8. Als een leerling bij aanvang van het vierde leerjaar is overgestapt naar een lagere leerweg blijven de resultaten van ckv en lo staan, omdat het programma gelijk is. Voor de overige vakken geldt echter dat de cijfers niet overgenomen kunnen worden 4
omdat het programma verschillend is. De cijfers behaald tot aan de overstap tellen dus niet mee in de berekening voor het cijfer van het schoolexamen. Een consequentie hiervan is dat het schoolexamencijfer voor deze vakken gebaseerd is op de cijfers behaald in het vierde leerjaar. G. Voorwaarden voor deelname aan het centraal examen in klas 4: Een leerling kan alleen aan het centraal examen deelnemen als de schoolexamens van de vakken waarin de leerling centraal examen doet, zijn afgerond! H. Onregelmatigheden: 1. Indien een leerling zonder geldige reden afwezig is geweest bij een deel van het schoolexamen, dan zal voor dat deel het cijfer één worden toegekend zonder recht op herkansing. 2. Indien een leerling zich ten aanzien van enig deel van het schoolexamen of het centrale examen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, dan wel zonder geldige reden afwezig is, kan de directeur maatregelen nemen. Deze maatregelen die ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, zijn: a) het toekennen van het cijfer 1 voor een toets van het schoolexamen of het centraal examen, b) het ontzeggen van de deelname of de verdere deelname aan een of meer toetsen van het schoolexamen of het centraal examen, c) het ongeldig verklaren van een of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen, d) het bepalen dat het diploma en de cijferlijst slechts kunnen worden uitgereikt na een hernieuwd examen in door de directeur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen betrekking heeft op een of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in een volgend tijdvak van het centraal examen. Onder onregelmatigheden wordt o.a. verstaan : duidelijk afkijken of het hebben van verboden contact; het in bezit hebben of gebruiken van een spiekbriefje ; het gebruiken van hulpmiddelen die niet zijn toegestaan; het te laat inleveren van een werkstuk of van een verslag e.d. dat deel uitmaakt van het schoolexamen of centraal examen; het niet tijdig volledig afronden van een handelingsopdracht; bij het vervaardigen van eigen werkstukken e.d., gebruik maken van reeds eerder gemaakte werkstukken van anderen; het zonder geldige reden (dit ter beoordeling van de directeur) afwezig zijn bij het centraal examen. 2. Procedure. De procedure die gevolgd wordt wanneer een leerling gefraudeerd heeft bij een schoolexamen of centraal examen is als volgt: 5
Voordat de directeur overgaat tot een sanctie dient de leerling gehoord te worden. De leerling kan zich laten bijstaan door een meerderjarige. De beslissing wordt de leerling en de ouders/verzorgers in ieder geval schriftelijk meegedeeld, waarna deze vijf dagen de gelegenheid heeft om in beroep te gaan bij de Regionale Commissie van Beroep. De commissie zal beide partijen horen, indien nodig getuigen horen en inlichtingen inwinnen. De commissie kan ook partijen in de gelegenheid stellen tot een schikking te komen. Van de commissie mogen noch de directeur noch de examinator deel uitmaken. Het correspondentieadres van de Regionale Commissie van Beroep luidt: Centrale Commissie van Beroep Schoolexamens Postbus 40020 6504 AA, Nijmegen I. Inhalen van toetsen bij geoorloofd verzuim Indien een leerling geoorloofd afwezig is geweest tijdens een toets dan dient de leerling bij terugkeer binnen 5 schooldagen een afspraak te maken met de betreffende docent om de toets alsnog te maken. Blijft de leerling in gebreke dan wordt dit opgevat als een onregelmatigheid en wordt het cijfer 1 toegekend. J. Klachten Indien een leerling zich ten aanzien van enig deel van het examen benadeeld voelt, kan hij/zij de klacht binnen 3 werkdagen nadat de aanleiding tot de klacht zich heeft voorgedaan, schriftelijk kenbaar maken bij de locatiedirecteur. Naar de aard van de klacht zal de locatiedirecteur de klacht afhandelen. De locatiedirecteur deelt zijn beslissing met redenen omkleed schriftelijk aan de leerling mee en vermeldt daarbij dat beroep tegen zijn beslissing mogelijk is bij de Regionale Commissie van Beroep. K. De gang van zaken tijdens de centrale examens: 1. Het definitieve rooster voor de centrale digitale eindexamens zal vóór 1 april door de directeur schriftelijk aan de kandidaten meegedeeld worden. 2. De directeur kan, na overleg met de inspectie, besluiten dat, indien de afnamecondities van een digitaal examen een adequate beoordeling onmogelijk maakt, het werk wordt beschouwd als niet gemaakt en dus niet wordt beoordeeld. Alle kandidaten die aan deze sessie deelnamen hebben dan het recht om dit digitale examen opnieuw te maken. 3. Bij de afname van het centraal examen zijn minimaal twee toezichthouders per examenlokaal aanwezig. Het is de examinatoren en de toezichthouders niet toegestaan tijdens het toezicht bij de examens andere werkzaamheden te verrichten. 4. De toezichthouders zien toe op een juiste toepassing van de gedragsregels door de kandidaten. 5. De toezichthouders maken van iedere zitting een procesverbaal op en leveren dit in bij de secretaris van het eindexamen samen met het gemaakte examenwerk. In het procesverbaal wordt vermeld: 6
de namen en de handtekeningen van de examinatoren / toezichthouders; het tijdstip van vertrek van de kandidaten; eventuele bijzonderheden zoals geluidsoverlast, onwel worden van kandidaten; het toestaan van bijzondere faciliteiten. 6. Tijdens deze zittingen van het examen worden aan de kandidaten geen mededelingen van welke aard ook, aangaande de opgaven gedaan, uitgezonderd mededeling van de door de CvE vastgestelde errata. L. Toegestane hulpmiddelen en materialen. De volgende hulpmiddelen zijn bij ieder centraal examen toegestaan: schrijfmaterialen, inclusief millimeterpapier; tekenpotlood; blauw en rood kleurpotlood; liniaal met millimeterverdeling; passer; geodriehoek of windroos; vlakgum; eenvoudig (opgeladen) elektronisch rekenapparaat (geen woorden of formules op het uitleesvenster en niet programmeerbaar) met dien verstande dat de rekenmachine bij de rekentoets niet is toegestaan Bij alle vakken, uitgezonderd het Beroepsgerichte Praktijk vak, is een ééndelig woordenboek toegestaan. Bij de moderne vreemde talen (Engels en Duits) zijn ook de woordenboeken van die taal naar het Nederlands en omgekeerd toegestaan. Op verzoek van de examenkandidaat mag het bevoegd gezag van een school bij het vak Engels de examenkandidaat toestemming geven om een woordenboek Engels-Engels te gebruiken in plaats van een woordenboek Engels-Nederlands. Bij natuurkunde en bij sommige onderdelen van de vaktheorie zijn daartoe aangewezen tabellen toegestaan. Bovengenoemde hulpmiddelen mogen geen bijschrijvingen en/of aantekeningen bevatten anders dan toegestaan door het College voor Examens (CvE). De kandidaat moet zelf voor de toegestane hulpmiddelen zorgen! M. Gedragsregels kandidaten bij centraal examen 1 De kandidaat dient uiterlijk 5 minuten voor de aanvang van een examenzitting aanwezig te zijn op de plaats waar de examenzitting plaatsvindt. De plaats waar het examen wordt afgenomen staat voor elke examendag vermeld in het examenrooster. Iedere leerling zorgt er zelf voor dat hij/zij tijdig een examenrooster ontvangt. 2 Een kandidaat die te laat komt, mag tot uiterlijk een half uur na de aanvang van een examenzitting tot die zitting worden toegelaten. Hij levert evenwel het gemaakte examenwerk in op het daarvoor vastgestelde tijdstip. Indien een kandidaat meer dan een half uur na de aanvang van een zitting verschijnt, mag hij niet meer deelnemen aan deze zitting. Hij / zij dient echter wel te verschijnen op de overige zittingen van het examen. 3 Het meenemen van tassen, jassen en dergelijke in het examenlokaal is niet toegestaan. 7
4 Toegestane hulpmiddelen (rekenmachines, tabellen, woordenboeken e.d.) worden gecontroleerd door de toezichthouders tijdens de examenzitting. 5 Het examenwerk dient gemaakt te worden op gewaarmerkt papier, dat door de school is verstrekt. Dit geldt ook voor het kladpapier. Er mag geen papier meegenomen worden door de kandidaat in het examenlokaal. Op elk papier dat door de school verstrekt wordt ten behoeve van het examen dient de kandidaat zijn naam, het examennummer en het aantal ingeleverde bijlagen te vermelden. Het examenwerk wordt niet met potlood gemaakt. Dit laatste is niet van toepassing op tekeningen, grafieken. Het gebruik van correctielak (typex e.d.) is niet toegestaan. 6 a. Na afloop van het digitale examen zullen de opgaven van dat examen niet ter beschikking van de kandidaten staan. Het is dan ook niet toegestaan om bij het verlaten van de examenzaal examendocumenten (bijvoorbeeld kladpapier) mee te nemen. b. Voor de schriftelijke eindexamens geldt dat de opgaven en aantekeningen, respectievelijk kladwerk niet vóór het officiële einde van de examenzitting buiten het examenlokaal mogen worden gebracht. 7 Zonder toestemming van een toezichthouder mag een kandidaat gedurende een examenzitting de examenzaal niet verlaten. 8 Een kandidaat die tijdens een examenzitting onwel wordt, kan onder begeleiding de examenzaal verlaten. In overleg met de kandidaat beoordeelt de directeur of de kandidaat na enige tijd het examenwerk kan hervatten. 9 Bij de schriftelijke examens mogen kandidaten na één uur, als ze klaar zijn met het examenwerk, - zonder de overige leerlingen te storen het examenlokaal verlaten. Bij de digitale examens mogen kandidaten na een half uur, als ze klaar zijn met het examenwerk, - zonder de overige leerlingen te storen het examenlokaal verlaten. 10 Bij de schriftelijke examens moeten de kandidaten hun werk aan de toezichthouders overhandigen. Tijdens het ophalen van het gemaakte werk dient er volkomen rust in het examenlokaal te heersen. Pas als het gemaakte examenwerk is ingeleverd mogen de kandidaten de examenzaal verlaten. 11 Door deelname aan een examenzitting geeft een kandidaat te kennen op de hoogte te zijn van en in te stemmen met de strekking van dit examenreglement. N. Afwijking wijze van examineren. De directeur kan toestaan dat een lichamelijk gehandicapte leerling of een leerling met dyslexie het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die leerling. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. Aan een besluit over verlenging van de examenduur bij dyslexie moet wel een rapport van een onafhankelijk deskundige ten grondslag liggen. Het bevoegd gezag kan toestaan dat ten aanzien van een leerling die met inbegrip van het eindexamenjaar ten hoogste zes jaar onderwijs in Nederland heeft gevolgd, voor het vak Nederlandse taal en voor enig ander vak waarvoor de Nederlandse taal van overwegende 8
betekenis is, wordt afgeweken van de voorschriften. De afwijking kan voor wat betreft het centraal examen slechts bestaan uit een verlenging van de duur van de toets van het centraal examen van ten hoogste 30 minuten. Leerlingen die voor een andere manier van examineren in aanmerking willen komen, moeten dit via de secretaris van het examen aanvragen vóór 1 oktober van het examenjaar. O. Eindcijfer eindexamen. 1. Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer in de reeks 1 tot en met 10. 2. Voor alle leerwegen geldt dat het eindcijfer wordt bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Indien de uitkomst van de berekening niet een heel getal is, wordt dat getal indien het eerste cijfer achter de komma een 4 of lager is, naar beneden afgerond en indien dat cijfer een 5 of hoger is, naar boven afgerond. Bijv. 5,49 wordt 5, maar 5,5 wordt 6. 3. Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden (bijv. maatschappijleer) is het afgeronde cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer, dat op de cijferlijst komt. P. Uitslag eindexamen. Voor leerlingen van de basisberoeps-, kaderberoeps- en gemengd/theoretische leerweg geldt dat hij/zij geslaagd is indien hij/zij: 1. voor de bij het centraal examen behaalde cijfers ten minste 5,5 gemiddeld scoort. 2. voor de vakken lichamelijke opvoeding en ckv de kwalificatie voldoende of goed heeft behaald. 3. Voor het vak Nederlands ten minste het eindcijfer 5 heeft behaald en voor de rekentoets het cijfer 6 óf voor Nederlands het eindcijfer 6 en voor de rekentoets het cijfer 5 heeft gehaald. 4. a) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger. b) voor ten hoogste één van zijn examenvakken het eindcijfer 4 of voor 2 vakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan tenminste één 7 of hoger. met dien verstande dat het eindcijfer van het beroepsgericht programma in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg wordt meegerekend als twee eindcijfers. Voor leerlingen die het Leer-Werk traject (LWT) hebben gevolgd geldt dat hij/zij geslaagd is indien hij/zij: 1. Voor het vak Nederlands ten minste het eindcijfer 5 heeft behaald en voor de rekentoets het cijfer 6 óf voor Nederlands het eindcijfer 6 en voor de rekentoets het cijfer 5 heeft gehaald. 2. Voor het beroepsgericht programma het eindcijfer 6 heeft behaald. Q. Herkansing centraal examen. De leerling in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg, heeft het recht om het centraal praktisch examen te herkansen en één vak van het centraal (digitaal of schriftelijk) 9
eindexamen. De leerling in de gemengde leerweg, heeft het recht om één vak van het centraal eindexamen te herkansen. Voor de herkansing(en) van het centraal digitaal of schriftelijk examen zal de leerling in het tweede tijdvak opnieuw deelnemen aan het centraal examen. De leerling stelt de directeur, voor een door de directeur te bepalen dag en tijdstip, schriftelijk in kennis van gebruikmaking van dit recht. Het tijdstip waarop de herkansing(en) voor de digitale examens gemaakt kan(kunnen) worden, wordt door de directeur bepaald. Het hoogste van de cijfers behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen geldt als definitief cijfer voor het centraal examen. R. Herkansing maatschappijleer Zoals eerder vermeld telt het schoolexamencijfer voor het vak maatschappijleer mee als examencijfer. Indien de leerling voor het vak maatschappijleer een eindcijfer lager dan 6 heeft behaald, kan de leerling dit vak herkansen. Deze herkansing bestaat uit de bestudering van een drietal thema s. De onderwerpen worden in overleg met de docent vastgesteld. Als eindcijfer telt het hoogste cijfer van het herexamen en het eerder afgelegde schoolexamen. S. Herkansing CKV en LO Zoals eerder vermeld, dienen de vakken LO (Lichamelijke opvoeding) en CKV (Cultureelkunstzinnige vorming) voldoende te zijn afgesloten om voor diplomering in aanmerking te komen. Indien de leerling voor het vak LO en/of CKV een onvoldoende heeft behaald, kan de leerling dit vak herkansen. Deze herkansing bestaat uit één of meerdere schriftelijke en/of praktische opdrachten. Het herexamen geeft de leerling de mogelijkheid om het vak alsnog met voldoende af te ronden. T. De rekentoets Zoals eerder vermeld, dienen leerlingen vanaf het examenjaar 2013-2014 verplicht een rekentoets af te leggen. De rekentoets is een centraal, landelijke toets welke in een vooraf vastgestelde periode wordt afgenomen. Het betreft een digitale toets. Voor de rekentoets gelden de volgende regels: Gebruik van een rekenmachine is niet toegestaan. Alle leerlingen hebben het recht op drie herkansingen. Vanaf het examenjaar 2015-2016 telt de rekentoets mee bij de uitslagbepaling. U. Ziekte, andere omstandigheden. Kan de leerling door ziekte of andere omstandigheden (bijv. huwelijk, begrafenis e.d.) niet aan een toets van het schoolexamen deelnemen, dan stellen de ouders of verzorgers de directie voor de aanvang van de toets daarvan in kennis. Mondelinge mededelingen moeten schriftelijk bevestigd worden. Soms wordt een verklaring van een arts of een bewijsstuk door de school verlangd. Er wordt bij een geldige reden dan een nieuwe afspraak gemaakt voor het inhalen van de toets. V. Verhindering centraal examen Indien een leerling om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen bij het centraal digitaal examen tegenwoordig te zijn, wordt hem/haar de gelegenheid gegeven het centraal digitaal examen voor die toets(en) op een later tijdstip alsnog te voltooien. Het tijdstip waarop de toets(en) alsnog gemaakt kan(kunnen) worden, wordt door de directeur bepaald. 10
Indien een leerling om een geldige reden ter beoordeling van de directeur is verhinderd bij één of meer toetsen bij het centraal schriftelijk examen tegenwoordig te zijn, wordt hem/haar bij de officiële herkansing de gelegenheid gegeven het centraal schriftelijk examen op ten hoogste twee toetsen te voltooien. W. Overige bepalingen 1. Voor de kandidaat die tot het voorlaatste of laatste leerjaar wordt toegelaten, nadat in dat leerjaar reeds toetsen zijn gehouden, stelt de locatiedirecteur een regeling vast, in overleg met de betrokken docent(en) en de kandidaat. 2. Een kandidaat die het 4 e leerjaar overdoet in dezelfde leerweg behoudt de resultaten die zijn behaald in leerjaar 3. Als de kandidaat van leerweg verandert vervallen de resultaten van leerjaar 3 en wordt het schoolexamen gebaseerd op de resultaten van leerjaar 4 (m.u.v. ckv en l.o.). 3. Niet tijdig opgevraagde werkstukken vervallen aan het bevoegd gezag. 4. Een kandidaat heeft het recht om, onder toezicht, het gemaakte examenwerk in te zien. Dit kan pas na vaststelling van de uitslag. Een schriftelijk verzoek hiertoe dient gericht te zijn aan de directeur. Tijdens de inzage van een digitaal examen is het niet toegestaan aantekeningen te maken X. Slotbepaling. In alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist de locatiedirecteur. 11