http://www.legalintelligence.com/frontend/doc.aspx?docid=4584324&srcfrm=basic+se...



Vergelijkbare documenten
2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

Parlementaire geschiedenis. Beslagvrije voet met terugwerkende kracht aanpassen (art. 475d lid 7 Rv) Van 1 april 1991 tot heden

Samenvatting 1 Klacht 2 Beoordeling 2 Conclusie 6 Onderzoek 6 Bevindingen 7 Achtergrond 7

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding ex artikel 438 lid 4 Rv van 22 juli 2010

Rapport 1994/198, Nationale ombudsman, 7 april 1994

Een onderzoek naar het rekening houden met de beslagvrije voet bij loonbeslag door de Belastingdienst en het UWV

EXECUTIE EN VERREKENING

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr d.d. 27 mei 2014 (mr. R.J. Paris en mevrouw mr. L.T.A. van Eck, secretaris)

Vordering ex artikel 19, lid 1 Invorderingswet 1990 De beslagvrije voet

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM PRESIDENT

Rapport. Rapport over een klacht over de Belastingdienst/Oost-Brabant te Oss. Datum: 2 oktober Rapportnummer: 2013/138

zaaknummer gerechtshof (zaaknummer rechtbank Midden-Nederland, kantonrechter, locatie Utrecht )

Voorlopige en bewarende maatregelen in Nederland

Prof. mr. A.W. Jongbloed WAAROM ER NAUWELIJKS RECHTSPRAAK IS OVER BESLAGEN OP LEVENSVERZEKERINGEN

ECLI:NL:CRVB:2016:4659

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

vonnis RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Nijmegen zaakgegevens \ VV EXPL \ 493 \ 450

afspraken die in het Najaarsoverleg 2008 zijn gemaakt. Volstaan wordt dan ook met hiernaar te verwijzen.

Rapport. Afwijzing kwijtscheldingsverzoek. Datum: 23 december 2014 Rapportnummer: 2014/223

1. De beslagvrije voet bedraagt voor schuldenaren die kunnen worden aangemerkt als:

MEINDERT OOSTERHOF, in zijn hoedanigheid van gerechtsdeurwaarder, kantoorhoudende te Drachten,

RAPPORT 2001/035, NATIONALE OMBUDSMAN, 9 FEBRUARI 2001

Rapport. Rapport over een klacht over Gerechtsdeurwaarder X. uit Groningen. Datum: 19 oktober Rapportnummer: 2011/312

==================================================================== Artikel 1

Rapport. Beslag op beslag

ECLI:NL:CRVB:2017:1820

Over ontslagvergoeding: ontbinding of opzegging?

Sjoerd Warringa. Donderdag 20 januari 2011

Bijzondere kenmerken Kort geding Inhoudsindicatie Opheffen conservatoir beslag. Onjuist en/of onvolledig informeren van beslagrechter.

BESLAG OP NIET-BENUTTE KREDIETRUIMTE EXIT Hoge Raad 29 oktober 2004, LJN: AP4504, C03/166HR (Van den Bergh B.V./Van der Walle en ABN-AMRO Bank N.V.

ARBEIDSOVEREENKOMST. 2. [naam DGA], geboren op [datum], wonende aan de [adres] te ([postcode]) [plaats], hierna te noemen: "werknemer";

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

Verzoekster verwees naar de artikelen 475b en 475 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv).

Beleidsregels Terugvordering WWB, IOAW & IOAZ

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES: uitleg over verplichtingen inzake de WML

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/299

BELEIDSREGELS TERUGVORDERING PARTICIPATIEWET GEMEENTE HELLEVOETSLUIS

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 18 februari 2019 in de zaak tussen

GEZAMENLIJKE BEHANDELING VAN EEN ONTBINDINGSVERZOEK EN KORT GEDING: EEN GEZAMENLIJK BELEID ONTBREEKT

Nee Ga naar stap 2 Nee Ga naar stap 3 Nee Ga naar stap 3 Stap 3 Stap 3a Stap 3b. aangiftetijdvak minder dan 2,5% af. van het loon LB/PH in het een na

ECLI:NL:CRVB:2017:2577

Rapport. Rapport over het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Leeuwarden. Rapportnummer: 2011/304

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ALGEMENE VOORWAARDEN BUSKOOP SCHILDERS B.V.

ECLI:NL:HR:2018:484. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 17/01642

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Vast te stellen de gewijzigde invulling van richtlijn nr. B123 Aflossingsregels terugvorderingsschulden

Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM

In artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.

Beoordeling. h2>klacht

de naamloze vennootschap ABM AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen Snelontruiming.nl, en u de opdrachtgever.

de naamloze vennootschap Achmea Hypotheekbank N.V., gevestigd te Apeldoorn, hierna te noemen Aangeslotene.

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Beslagvrije voet met terugwerkende kracht vaststellen door de Belastingdienst

ALGEMENE VOORWAARDEN RIWOJO VERHUUR

ECLI:NL:RVS:2012:BY5907

Afkoopsom lijfrente belast in het jaar waarin de afkoopsom vorderbaar en inbaar is

Parlementaire geschiedenis. Verhoging beslagvrije voet met premie ziektekostenverzekering (art. 475d lid 5 onder a Rv) Belangrijke passages 1

Kamer voor Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam

Beleidsregels terug- en invordering in het kader van WWB, IOAW, IOAZ en WIJ Hoofdstuk I Algemeen Artikel 1 Begripsbepalingen

Analyse proceskansen. Geachte heer R

Drie stellingen. Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series. M.L. Tuil. Published in WPNR 2010 (6831), p

Beleidsregels terugvordering & verhaal WWB, IOAW, IOAZ

ECLI:NL:RBOVE:2017:721

Afdeling Samenleving Richtlijn 565 Ingangsdatum: DRAAGKRACHTBEREKENING

MEMORIE VAN TOELICHTING. Algemeen

de naamloze vennootschap Robeco Direct N.V., gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

BEN IK EIGENLIJK WEL ZZP ER? Verschil tussen Arbeidsovereenkomst en Opdrachtovereenkomst.

Arbeidsrecht Actueel. Hoge Raad geeft (meer) duidelijkheid over ontslag op staande voet onder de Wet werk en zekerheid.

Commissie cassatie in het belang der wet

ECLI:NL:RBARN:2008:BF9690

ECLI:NL:GHDHA:2014:3701

Het verstrekken van referenties na einde dienstverband; goed ex-werkgeverschap vereist?

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

AH Z Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar , nr.

Nationale omubdsman: bij berekening beslagvrije voet uitgaan van normhuur

Aandachtspunten voor gemeenten bij de uitvoering van de bestuursrechtelijke premieheffing Inhoudsopgave:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1.327,20 als hoofdsom in verband met achterstallige verzekeringspremies; 42,49 als tot op dat moment vervallen wettelijke rente over de hoofdsom;

Algemene Voorwaarden. Artikel 1 Algemeen

Felixx. Pensioen Consultants B.V. Leveringsvoorwaarden

Een onderzoek naar de afwijzing door de Belastingdienst van het verzoek tot terugbetaling van loonbelasting aan een vennootschap.

Algemene voorwaarden Snelontruiming.nl 1. Deze voorwaarden zijn van toepassing op iedere offerte, de website en de overeenkomst tussen

Tarieven overzicht Van der Vleuten & Van Hooff Gerechtsdeurwaarders B.V.

[NAAM KANTOOR] [UW NAAM] [UW ADRES] Rechtbank [NAAM RECHTBANK], locatie [LOCATIE RECHTBANK]. T.a.v. Sector kanton, afdeling Griffie [ADRES RECHTBANK]

Rapport. Datum: 28 december 2007 Rapportnummer: 2007/333

Burgerlijk Wetboek boek 7 titel 12. Aanneming van werk. Afdeling 1. Aanneming van werk in het algemeen

Jurisprudentie Ondernemingsrecht

Heeft op 2 november 2015 de volgende bestuursregel vastgesteld.

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

ECLI:NL:CRVB:2015:240

Organisatiebureau The 5th Element. inspanningsverplichting tot het verrichten van diensten. hulp en adviezen ten behoeve van opdrachtgever(s).

Het leggen van beslag op een goed is vaak een EXECUTIE VAN EEN AANDEEL IN EEN GEMEENSCHAP 1 VERHAAL OP DE HUWELIJKSGEMEENSCHAP VOLGENS HUIDIG RECHT 2

Rapport. Rapport betreffende een klacht over de Belastingdienst/Toeslagen ingediend door mr. C. Berendse, advocaat te Amsterdam. Datum: 20 juni 2012

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

A. Definities. B. Algemene bepalingen

Transcriptie:

Page 1 of 6 ArbeidsRecht. Maandblad voor de praktijk, Loonbeslag ArbeidsRecht 2011/17. Bijgewerkt tot 2011-03-01. Auteur: Mevr. mr. N.T. Dempsey 1 Wanneer een werknemer zijn schulden niet betaalt, kan zijn werkgever geconfronteerd worden met een deurwaarder die beslag komt leggen op het salaris. In dit artikel wordt aandacht besteed aan de (bijzondere) regels waar een werkgever op moet letten indien hij met een loonbeslag wordt geconfronteerd. Ook wordt antwoord gegeven op een aantal vragen dat daarbij kan rijzen. Verplichtingen vóór beslaglegging Een schuldeiser kan zich in beginsel op het gehele vermogen van zijn schuldenaar verhalen. De schuldeiser zal wel eerst dat vermogen moeten zien te vinden. Art. 475g lid 1 Rv verplicht schuldenaren opgave te doen van hun bronnen van inkomen indien hiernaar wordt gevraagd door een deurwaarder die gerechtigd is beslag te leggen, dat wil zeggen een deurwaarder die over een executoriale titel beschikt of verlof van de Voorzieningenrechter heeft om beslag te leggen. De wet verbindt overigens geen sancties aan de niet-nakoming van deze verplichting. De deurwaarder die op zoek is naar verhaalsobjecten kan zich ook tot de (vermoedelijke) werkgever van de schuldenaar wenden. Op grond van art. 475g lid 3 Rv is de werkgever verplicht desgevraagd aan de deurwaarder schriftelijk mee te delen of hij periodieke betalingen aan de betreffende schuldenaar verricht, en zo ja, de termijn en omvang daarvan na aftrek van o.a. loonheffing, sociale premies en pensioenpremies en of er andere beslagen liggen. Deze mededelingsplicht is uitdrukkelijk beperkt tot opgave van periodieke betalingen. De werkgever is op dat moment niet verplicht melding te doen van eventuele andere vorderingen die de werknemer wellicht op hem heeft (zoals een ontslagvergoeding) en handelt in strijd met de privacy van zijn werknemer indien hij dat wel doet. Uit de Parlementaire Geschiedenis blijkt dat indien een werkgever onjuiste informatie verschaft, hij aansprakelijk kan zijn voor de daardoor veroorzaakte schade (bijvoorbeeld de kosten van een door die onjuiste verklaring uitgelokte, vruchteloze beslaglegging) en zich mogelijk zelfs schuldig maakt aan valsheid in geschrifte. 2 Verplichtingen ná beslaglegging De werkgever onder wie ten laste van een werknemer beslag wordt gelegd, heeft achtereenvolgens drie verplichtingen: bewaren, verklaren en afdragen. De eerste verplichting houdt in dat de werkgever alles onder zich moet houden dat hij aan de werknemer verschuldigd is en dat door het beslag wordt geraakt (op dit laatste aspect wordt hierna nader ingegaan). Doet de werkgever dit niet en betaalt hij in weerwil van het beslag aan de werknemer, dan loopt hij op grond van art. 475h lid 1 Rv het risico dat hij een tweede keer moet betalen (ditmaal aan de deurwaarder). Art. 6:33 BW geeft de werkgever in dat geval een verhaalsrecht op de werknemer, maar het is de vraag of de werkgever zich met succes op de (wellicht inmiddels ex-)werknemer zal kunnen verhalen. De werkgever die het loon niet uitbetaalt vanwege een beslag, pleegt geen wanprestatie en zal ook geen wettelijke rente (en/of wettelijke verhoging) verschuldigd zijn wegens vertraging van de loonbetaling. 3Zodra vier weken zijn verstreken na de beslaglegging, verplicht art. 476a lid 1 Rv de werkgever verklaring te doen van alle door het beslag getroffen vorderingen. Dit betreft in tegenstelling tot de mededelingsplicht vóór beslaglegging alle periodieke én niet-periodieke vorderingen die de werknemer op de werkgever heeft. De verplichting tot verklaring ontstaat eerst na verloop van vier weken. Tot die termijn is verstreken, is de werkgever niet verplicht te verklaren en handelt hij mogelijk onzorgvuldig door dat al wel te doen. Die termijn strekt er namelijk onder meer toe de werknemer tijd te geven het beslag aan te vechten. Door de deurwaarder wordt een formulier verstrekt voor de verklaring. 5Op dit formulier moet de werkgever in ieder geval opgave doen van wat hij uit hoofde van de arbeidsovereenkomst aan de werknemer verschuldigd is of zal worden. Daarnaast dient de werkgever onder meer eventuele tijdsbepalingen of voorwaarden die verbonden zijn aan de vorderingen te vermelden, evenals al liggende beslagen en/of verdere gegevens die voor het vaststellen van 4

Page 2 of 6 de rechten van partijen dienstig mochten zijn (zoals voor verrekening vatbare vorderingen van de werkgever). De verklaring dient aan de deurwaarder of advocaat van de beslaglegger te worden gestuurd, die vervolgens verplicht is binnen drie dagen een kopie van de verklaring aan de werknemer te sturen (art. 476b Rv). In de wet is geen regeling opgenomen voor het wijzigen van een verklaring. Volgens de Hoge Raad brengt het uitgangspunt dat een derde-beslagene (de werkgever), zonder daartoe aanleiding te hebben gegeven, betrokken raakt in een geschil tussen executeur (schuldeiser) en executant (werknemer) en door een beslag niet in een slechtere positie dient te komen, mee dat men in beginsel vrij is om zijn verklaring te herroepen of te wijzigen. Onder omstandigheden kan de werkgever wel onrechtmatig handelen jegens de beslaglegger door een onjuiste verklaring af te leggen. 6 Ervan uitgaande dat sprake is van executoriaal beslag (zie over conservatoir beslag hierna), moet de werkgever, nadat hij heeft verklaard, de in zijn verklaring opgegeven bedragen rekening houdend met een eventueel daaraan verbonden tijdsbepaling of voorwaarde aan de deurwaarder voldoen. In de wet is hiervoor geen termijn bepaald. Te verwachten valt dat de deurwaarder de werkgever een redelijke termijn stelt om tot betaling over te gaan. Betaling aan de deurwaarder geldt op grond van art. 477b Rv als betaling aan de werknemer. Indien de werkgever op basis van een naar achteraf blijkt onjuiste verklaring bedragen aan de deurwaarder heeft betaald, die hij niet aan de werknemer verschuldigd was, kan hij het te veel betaalde als onverschuldigd terugvorderen. 7Van wie precies de werkgever het ten onrechte betaalde bedrag terug kan vorderen (de deurwaarder, beslaglegger en/of werknemer), is nog niet uitgemaakt. 8 Omvang van het beslag: wat valt er (niet) onder? Tenzij in het beslagexploot het beslag in omvang is beperkt tot één of meer specifieke vorderingen, treft een beslag onder de werkgever in beginsel alle vorderingen die de werknemer ten tijde van het beslag op de werkgever had én alle vorderingen die hij rechtstreeks uit de arbeidsovereenkomst zal verkrijgen. Onder het beslag valt niet dat gedeelte van het loon dat de werkgever krachtens de wet (zoals de Wet op de Loonbelasting 1964) of uit hoofde van een ziektekostenverzekering of een pensioenregeling moet inhouden. Wat betreft door het beslag getroffen periodieke betalingen zoals loon, is het beslag verder slechts geldig voor zover die periodieke betalingen de beslagvrije voet overtreffen. Op de beslagvrije voet wordt hierna nader ingegaan. Indien de werknemer vóór het beslag een gedeelte van zijn salaris aan een derde heeft gecedeerd, valt dit gedeelte van het salaris evenmin onder het beslag. Overigens is ook cessie van loon slechts geldig voor zover het loon de beslagvrije voet overstijgt (art. 7:633 BW). Valt een onkostenvergoeding onder het beslag? Strikt genomen, naar de letter van de wet, wel. Derdenbeslag onder de werkgever treft namelijk alle vorderingen die de werknemer op zijn werkgever heeft of rechtstreeks op grond van de arbeidsovereenkomst zal krijgen. Een onkostenvergoeding is, net als salaris, een vordering die de werknemer op zijn werkgever heeft en valt niet onder één van de limitatief in de wet opgenomen uitzonderingen. Voor ambtenaren is wél geregeld dat kostenvergoedingen welke verband houden met de dienstverrichting niet vatbaar zijn voor beslag (art. 116 lid 2 Ambtenarenwet). De Voorzieningenrechter te Rotterdam beriep zich ook op deze bepaling toen hij in 1998 in een overweging ten overvloede besliste dat een onkostenvergoeding in beginsel niet onder het loonbeslag valt en dat dit slechts anders is indien geen sprake is van een vergoeding voor reële kosten, maar van verkapt loon. De Voorzieningenrechter overwoog daarbij: Een andersluidende opvatting zou leiden tot het onaanvaardbare resultaat dat de werknemer die door loonbeslag ingevolge de beslagvrije voet 10% onder het bijstandsniveau komt te verkeren, hetwelk als minimum wordt geacht om in de noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien, van dit minimum ook nog de ten behoeve van zijn dienstbetrekking te maken kosten voldoet. 9 Art. 475b lid 3 Rv bevat een bijzondere uitzondering op de regel dat alle vorderingen door een beslag worden geraakt: periodieke betalingen die vóór de beslaglegging voldaan hadden moeten zijn, vallen niet onder het beslag. Vorderingen wegens achterstallig salaris zijn dus niet vatbaar voor beslag. Deze uitzondering geldt niet voor vakantiebijslag die is opgebouwd vóór het moment dat beslag is gelegd: vakantiebijslag die in mei wordt uitbetaald, is ook pas in mei door de werkgever verschuldigd. Loonbeslag treft niet alleen de ten tijde van het beslag bestaande

Page 3 of 6 vorderingen, maar ook die vorderingen die de werknemer nadien rechtstreeks op zijn werkgever verkrijgt uit een ten tijde van de beslaglegging bestaande arbeidsovereenkomst. Hierdoor is beslag op toekomstige vorderingen, waaronder loon, mogelijk. Wordt een door de rechter toegekende ontbindingsvergoeding door een eerder gelegd beslag geraakt? In de gepubliceerde jurisprudentie is deze vraag tot nu toe maar één keer aan de orde gesteld. In een door de werkgever en werknemer aangespannen procedure, oordeelde de Kantonrechter te Heerenveen dat de ontbindingsvergoeding dient te worden aangemerkt als een vordering die ( ) rechtstreeks [uit de arbeidsovereenkomst] voortvloeit. 10 Ook Broekveldt neemt in zijn dissertatie over derdenbeslag het standpunt in dat verplichtingen tot schadevergoeding wegens beëindiging of ontbinding van de beslagen rechtsverhouding onder een aan die beëindiging of ontbinding voorafgaand beslag vallen. 11 De beslagvrije voet De beslagvrije voet beoogt te waarborgen dat de schuldenaar van zijn inkomen voldoende overhoudt om in de noodzakelijke kosten van zijn bestaan te kunnen voorzien. Dit betekent dat de beslagvrije voet niet pro rata wordt aangepast bij een deeltijddienstverband. Hoe de beslagvrije voet moet worden berekend, is geregeld in art. 475d Rv. 12 Als uitgangspunt geldt dat de beslagvrije voet 90% bedraagt van de voor de schuldenaar geldende bijstandsnorm. Afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de schuldenaar kan de beslagvrije voet worden verhoogd in verband met woonkosten of de kosten van een (aanvullende) ziektekostenverzekering, verlaagd wegens inkomsten van een partner of ander periodiek inkomen waarop géén beslag ligt. 14 13 of juist De verantwoordelijkheid voor het berekenen en doorgeven van wijzigingen van de beslagvrije voet rust niet op de werkgever als derde-beslagene. Het is volgens de wetgever de deurwaarder die aan de werkgever opgave doet van de hoogte van het bedrag dat moet worden afgedragen: 15 Niet nodig lijkt het te bepalen dat de deurwaarder ook aan de derde-beslagene meer moet mededelen dan hoe ver het beslag zich uitstrekt. Dat wordt bepaald door de beslagvrije voet, eventueel verhoogd of verminderd volgens de wet. Slechts de einduitkomst is voor de derde van belang. Daarop mag de derde-beslagene afgaan, ook als de deurwaarder zich zou hebben vergist. Dit laat overigens onverlet dat in de praktijk de werkgever soms wordt gevraagd op het formulier derdenverklaring zelf de beslagvrije voet in te vullen aan de hand van een aangehechte tabel. Art. 475d lid 7 Rv bepaalt dat het de verantwoordelijkheid van de beslagleggende schuldeiser is om een eventuele wijziging, waardoor de beslagvrije voet moet worden verhoogd, aan de werkgever mee te (laten) delen. De werknemer die stelt dat er aanleiding is voor een verhoging van de beslagvrije voet moet zich dus tot de beslagleggende schuldeiser wenden. Met beslagvrije voet verhogende omstandigheden dient met terugwerkende kracht rekening te worden gehouden. Indien door de werkgever als gevolg van een te laag berekende beslagvrije voet te veel aan de deurwaarder is afgedragen, dan moet dit door de deurwaarder/beslaglegger worden terugbetaald of met daaropvolgende periodieke betalingen worden verrekend. De werkgever is pas verplicht rekening te houden met een lagere beslagvrije voet vanaf het moment dat hij hierover (via de deurwaarder) door de beslaglegger is ingelicht. 16 De derde-beslagene is gehouden volledige medewerking te geven aan een gelegd beslag zonder de geldigheid en de omvang daarvan te mogen beoordelen. Indien een werkgever twijfels heeft over bijvoorbeeld de geldigheid van een beslag, is hij in het algemeen niet verplicht hiernaar onderzoek te doen. Als goed werkgever zou hij wel de werknemer van zijn twijfels op de hoogte kunnen stellen. 17 De beslagvrije voet is niet van toepassing op een ontbindingsvergoeding, ook niet indien in die vergoeding tevens een vergoeding voor de niet-inachtneming van de fictieve opzegtermijn is begrepen. 18 Een recente controverse in het kader van de beslagvrije voet is de vraag of de schuldeiser ook beslag mag leggen op de bankrekening waarop de werknemer de beslagvrije voet ontvangt. De Voorzieningenrechter Arnhem oordeelde in 2007 dat beslag op de beslagvrije voet dat op de salarisrekening van de werknemer was bijgeschreven,

Page 4 of 6 toegestaan is. 19 Deze uitspraak is in lijn met een eerder arrest van de Hoge Raad waarin is overwogen dat het bepaalde in art. 23 lid 1 onder c AKW op grond waarvan kinderbijslag niet vatbaar is voor beslag enkel ziet op de vordering op de uitkeringsinstantie en niet op de bedragen die door de uitkeringsinstantie op de bankrekening van de gerechtigde worden bijgeschreven. De Voorzieningenrechter te Assen is een ander oordeel toegedaan: door de schuldeiser was beslag gelegd op de bankrekening van de schuldenaar op precies de dag dat haar Wwb-uitkering werd bijgeschreven. Daarop had de schuldenaar voortvarend aan de deurwaarder opgave gedaan van haar inkomen, gevraagd welke gegevens nodig waren voor het berekenen van de beslagvrije voet en verzocht het beslag op te heffen, aan welk verzoek de schuldeiser niet voldeed. Door onder die omstandigheden het beslag niet te willen opheffen, ondanks ervan op de hoogte te zijn dat hij daarmee de feitelijke waarborg die de beslagvrije voet beoogt te bieden, frustreerde, handelde de schuldeiser onrechtmatig. Ook het Gerechtshof Amsterdam heeft geoordeeld dat bankbeslag onder omstandigheden onrechtmatig kan zijn indien tegelijkertijd beslag op periodieke betalingen is gelegd. 22 20 21 Conservatoir beslag onder de werkgever In het voorgaande is tot uitgangspunt genomen dat sprake is van een executoriaal beslag. De meeste regels, die gelden bij executoriaal loonbeslag, zijn ook van toepassing op een conservatoir loonbeslag. Bijzonder aan conservatoir loonbeslag is wel dat de werknemer in tegenstelling tot bij andere conservatoire beslagen voorafgaand aan het verlenen van verlof tot conservatoir loonbeslag door de rechter gehoord dient te worden (art. 720 Rv). Verder dient de werkgever het door het beslag getroffen loon pas aan de deurwaarder af te dragen vier weken nadat de beslaglegger een ten uitvoer legbare executoriale titel heeft verkregen en deze aan de werkgever heeft betekend. Tot dat moment zal de werkgever het salaris dat de beslagvrije voet overstijgt onder zich moeten houden evenals alle andere door het beslag getroffen vorderingen. Beslag en verrekening Art. 6:130 BW regelt of en zo ja in hoeverre de werkgever, nadat beslag is gelegd, nog vorderingen die hij op de werknemer heeft of krijgt met het salaris kan verrekenen. De werkgever hoeft zich wat betreft zijn ten tijde van het beslag opeisbare vorderingen op de werknemer niets van het beslag aan te trekken en kan tot verrekening overgaan met het gedeelte van het salaris dat de beslagvrije voet overstijgt. Een en ander uiteraard binnen de beperkingen die art. 7:632 BW stelt aan de verrekeningsbevoegdheid van de werkgever. Vorderingen die na het beslag ontstaan of opeisbaar worden, kunnen alleen dan in weerwil van een beslag verrekend worden indien die vorderingen rechtstreeks uit de arbeidsovereenkomst voortvloeien (te denken valt aan een overeengekomen maandelijkse inhouding in verband met lunchkosten). De werkgever die vorderingen op zijn werknemer heeft (of verwacht die te krijgen), doet er goed aan hiervan opgave te doen in zijn verklaring (desnoods door opname van promemorieposten) en mee te delen dat hij tot verrekening zal overgaan. Vergoeding van kosten in verband met beslag De werkgever die de tijd, kosten en moeite vergoed wil zien die een loonbeslag onvermijdelijk meebrengt, zal in de regel teleurgesteld worden. Op grond van de wet mogen namelijk alleen kosten die de werkgever heeft gemaakt voor afschriften ter staving van de door het beslag getroffen vorderingen in mindering worden gebracht op de aan de deurwaarder te betalen bedragen. 23 Beslag: reden voor ontslag? Juist vanwege de financiële en administratieve lasten die een loonbeslag meebrengen, kan het feit dat herhaaldelijk beslag wordt gelegd ten laste van een werknemer voor de werkgever aanleiding zijn het dienstverband te willen beëindigen. Voorstelbaar is ook dat de werkgever het onwenselijk vindt dat werknemers ten laste van wie loonbeslag is gelegd en die dus in financiële problemen verkeren bepaalde functies bekleden. Uit het beperkte aantal uitspraken dat hierover is gepubliceerd, blijkt dat onder omstandigheden beslag reden kan zijn voor ontslag. Zo verweerde een werknemer in een ontbindingsprocedure bij de Kantonrechter Deventer zich tegen het verwijt dat hij herhaaldelijk, ondanks waarschuwingen, te laat op het werk verscheen met de stelling dat hij als gevolg van loonbeslag geregeld niet in staat was benzinekosten (om naar het werk te kunnen rijden) voor te schieten en daardoor steeds te laat kwam. De Kantonrechter ontbond de arbeidsovereenkomst wegens

Page 5 of 6 verandering van omstandigheden zonder een vergoeding toe te kennen: volgens de Kantonrechter kwamen de financiële problemen van de werknemer voor zijn risico. In een arrest van de Hoge Raad uit 1979 bleef een statutair bestuurder zijn salaris incasseren ondanks het feit dat hij wist dat ten laste van hem onder zijn werkgever conservatoir loonbeslag was gelegd. Het ontslag op staande voet, dat nota bene was gegeven nadat het dienstverband al was opgezegd en de bestuurder tijdens de opzegtermijn was geschorst, hield ook in cassatie stand. 25 24 In de gepubliceerde ambtenarenrechtspraak zijn beslissingen te vinden waarin het herhaaldelijk aanleiding geven tot loonbeslag is gekwalificeerd als ernstig plichtsverzuim dat (straf)ontslag rechtvaardigt. De eerste uitspraak betrof de directeur van een gemeentelijk energie- en waterleidingsbedrijf ten laste van wie onder zijn werkgever in een periode van zes jaar twintig keer loonbeslag was gelegd; de directeur was vóór het ontslag hierop herhaaldelijk mondeling en schriftelijk aangesproken. In de tweede zaak had een hoofdagent van politie verzuimd zijn werkgever te waarschuwen dat er na vele eerdere loonbeslagen nog een loonbeslag zou worden gelegd voor ruim ƒ50 000. 27 Verder blijkt uit een uitspraak van de Rechtbank Zutphen dat de Belastingdienst het beleid hanteert bij een vierde loonbeslag tot voorwaardelijk strafontslag over te gaan. Tot slot moest de Centrale Raad van Beroep oordelen over de vraag of de minister in redelijkheid gebruik mocht maken van zijn ontslagbevoegdheid ten aanzien van een ambtelijk secretaris medezeggenschap van een penitentiaire inrichting. Deze verkeerde al jarenlang in ernstige financiële problemen, had op kosten van zijn werkgever daarvoor begeleiding gekregen, was failliet verklaard en had sindsdien nog meer schulden gemaakt. Bij het oordeel dat het ontslag stand hield, woog de Raad onder meer mee dat de financiële situatie van de medewerker uitzichtloos was, dat hij daardoor in een kwetsbare positie was met het risico dat hij makkelijker was te beïnvloeden en dat er in elk geval sprake was van een verhoogde vatbaarheid voor omkoping. 26 29 28 Conclusie Loonbeslag leidt niet alleen tot een beslag op het inkomen van de werknemer, maar ook een beslag op de tijd en middelen van zijn werkgever. Niettemin is loonbeslag een dankbaar instrument voor crediteuren en zal het dat zeker in tijden van economische crisis ook blijven. Werkgevers die met loonbeslag worden geconfronteerd, blijven er goed aan doen goed op te letten wat zij wel of niet uitbetalen en, belangrijker nog, aan wie. Voetnoten 1 Mevr. mr. N.T. Dempsey is advocaat bij Houthoff Buruma te Den Haag. 2 Kamerstukken II 1982/83, 17 897, nr. 3, p. 22. 3 L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p. 374-375. 4 A.I.M. van Mierlo, Kluwer Losbl. Rechtsvordering, aant. 2 op art. 476a Rv. 5 Besluit verklaring derdenbeslag. 6 HR 20 november 2001, NJ 2002/419, r.o. 4.4. 7 HR 24 november 2006, NJ 2007/540, r.o. 3.7.1-2. 8 A. Steneker, De positie van de derde-beslagene in N.E.D. Faber e.a. (red.), Knelpunten bij beslag en executie, Deventer: Kluwer 2009, p. 535-571, 567-569. 9 Rb Rotterdam 17 september 1998, JOR 1999/20, r.o. 4.4. 10 Ktr. Heerenveen 25 april 2002, JAR 2002/127. 11 L.P. Broekveldt, Derdenbeslag (diss. Leiden), Deventer: Kluwer 2003, p. 573 en 579-580. 12 Zie E. van der Hoeden, Loonbeslag, vakantiegeld en woonkosten, PP 1999-4, p. 69 en C.M.G. Burger, De beslagvrije voet; meer dan alleen een tabel, Executief 2002-9, p. 140 e.v. Op internet zijn onder meer op de site van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders ( www.kbvg.nl) rekentools te vinden. 13 Art. 475d lid 5 Rv.

Page 6 of 6 14 Art. 475d lid 3 en 6 Rv. 15 Kamerstukken II 1986/87, 17 897, nr. 5, p. 10. 16 Kamerstukken II 1986/87, 17 897, nr. 5, p. 59. 17 Rb. Amsterdam 23 december 2008, JOW 2010/13, r.o. 4.1 en H.A. Stein, Goed beslagen, Deventer: Kluwer 2010, p. 104-105. 18 Ktr. Heerenveen 25 april 2002, JAR 2002/127. 19 Rb. Arnhem 13 maart 2007, RAR 2007/125, r.o. 4.3. 20 HR 21 mei 1999, NJ 2001/630, r.o. 3.3. 21 Rb. Assen 19 februari 2009, NJF 2010/136, r.o. 4.7-4.8. 22 Hof Amsterdam 24 mei 2007, LJN BB3135, r.o. 4.6. 23 Art. 477 lid 2 Rv. 24 Ktr. Deventer 6 november 2001, JAR 2001/246, r.o. 6. 25 HR 23 februari 1979, NJ 1979/478. 26 CRvB 19 november 1988, TAR 1989/26. 27 CRvB 22 november 2001, LJN AD9035. 28 Rb. Zutphen 8 oktober 2008, NJF 2009/158. 29 CRvB 15 oktober 2009, LJN BK1704.