Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1993-1994 23604 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van bepalingen van verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de imple mentatie van bepalingen van verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap. De toelichtende memorie (en bijlagen) die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust. En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming. 's-gravenhage, 4 februari Beatrix Nr. 2 VOORSTEL VAN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet milieubeheer te wijzigen en aan te vullen in verband met de implemen tatie van enkele bepalingen van verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PbEG L 30); Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I In de Wet milieubeheer worden de volgende wijzigingen aangebracht. 411931F ISSN 0921-7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1994
Aan artikel 1.1, eerste lid, wordt - onder vervanging van de punt aan het slot van dat lid door een puntkomma - de volgende begripsomschrijving toegevoegd: de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen: de verordening (EEG) nr. 259/93 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 februari 1993 betreffende toezicht en controle op de overbrenging van afvalstoffen binnen, naar en uit de Europese Gemeenschap (PbEG L 30). B Artikel 10.18, tweede lid, onder b, wordt vervangen door: b. die in een ander land dan Nederland is gevestigd en die overeen het wrak naar dat land brengt. Artikel 10.19, tweede lid, onder e, wordt vervangen door: e. die in een ander land dan Nederland is gevestigd en die overeen die afvalstoffen naar dat land brengt. Paragraaf 10.4.7 vervalt. Artikel 10.30, tweede lid, onder e, wordt vervangen door: e. die in een ander land dan Nederland is gevestigd, en die overeen die afvalstoffen naar dat land brengt. G Paragraaf 10.5.4 vervalt. Na titel 10.5 wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL 10.5A. HET OVERBRENGEN VAN AFVALSTOFFEN BINNEN, NAAR EN UIT DE EUROPESE GEMEENSCHAP Artikel 10.44a 1. Onze Minister stelt regels ter uitvoering van artikel 27 van de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen. 2. Onze Minister kan regels stellen ter uitvoering van de artikelen 1, derde lid, onder d, 3, zesde en achtste lid, 4, derde lid, onder a.i, 5, derde lid, 6, zesde en achtste lid, 8, derde lid, 15, vierde, achtste en elfde lid, 17, achtste lid, 20, derde en zevende lid, 22, eerste en tweede lid, 23, tweede lid, 33, eerste lid, en 35 van de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen. Artikel 1O.44b Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat de titels II,
VII en VIII van de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van overeenkomstige toepassing zijn met betrekking tot de overbrenging van afvalstoffen binnen Nederland. Artikel 10.44c 1. Het is verboden afvalstoffen waarop de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is, binnen Nederlands grondgebied of buiten Nederlands grondgebied te brengen, indien dat naar het oordeel van Onze Minister in strijd zou zijn met het belang van de bescherming van het milieu. 2. Het is tevens verboden afvalstoffen waarop de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is, buiten Nederlands grondgebied te brengen om te worden verwijderd in een land buiten de Europese Gemeenschappen, indien Onze Minister redelijkerwijs tot het oordeel moet komen dat de voorgenomen wijze van verwijderen in strijd zal zijn met het belang van de bescherming van het milieu. Artikel 10.44d Op een kennisgeving als bedoeld in de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen, zijn de artikelen 4:2, 4:5 en 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht van overeenkomstigetoepassing. Artikel 10.44e Het is verboden handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen. H In artikel 10.47, tweede lid, wordt na «en 10.30 gestelde verboden» ingevoegd:, voor zover deze geen betrekking hebben op afvalstoffen waarop de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is,. I In artikel 18.1 worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. Voor de tekst van artikel 18.1 wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. Na het eerste lid (nieuw) wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. De artikelen 18.4 tot en met 18.18 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de handhaving van het bij de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen bepaalde. In artikel 18.8, derde lid, wordt «in strijd met het krachtens of overeen komstig artikel 10.39, tweede lid, geldende verbod» vervangen door: in strijd met het bij of krachtens de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen of titel 10.5A bepaalde. In artikel 20.1, derde lid, wordt «de Wet milieugevaarlijke stoffen en de Wet bodembescherming» vervangen door: de Wet milieugevaarlijke stoffen, de Wet bodembescherming en de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen.
L Artikel 20.4 wordt vervangen door: Artikel 20.4 Een beschikking, houdende vergunning of bezwaren krachtens de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen, wordt terstond van kracht. ARTIKEL II In de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt artikel 1d vervangen door: Artikel 1d Het is verboden afvalstoffen waarop de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is, binnen Nederlands grondgebied te brengen, indien dat naar het oordeel van Onze Minister, in overeen stemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in strijd zou zijn met het belang van de bescherming van het milieu. ARTIKEL III In de Wet verontreiniging zeewater worden de volgende wijzigingen aangebracht. Artikel 6b wordt vervangen door: Artikel 6b Het is verboden afvalstoffen waarop de EEG-verordening overbrenging van afvalstoffen van toepassing is, binnen Nederlands grondgebied te brengen, indien dat naar het oordeel van Onze Minister, in overeen stemming met Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, in strijd zou zijn met het belang van de bescherming van het milieu. B In artikel 10 vervalt de aanduiding «1.», alsmede het tweede lid. ARTIKEL IV In de Wet op de economische delicten worden de volgende wijzigingen aangebracht. 1. In artikel 1a, onder 1, vervalt in de opsomming na de Wet milieu beheer «10.39, tweede lid,» en wordt na «10.43» ingevoegd: 10.44a, eerste en tweede lid, 10.44b, 10.44c, eerste en tweede lid, 10.44e,. 2. In artikel 1a, onder 1, wordt in de opsomming na de Wet verontrei niging oppervlaktewateren na «1b,» ingevoegd: 1d,. 3. In artikel 1a, onder 1, wordt in de opsomming na de Wet verontrei niging zeewater na «4» ingevoegd:, 6b.
4. In artikel 1a, onder 2, vervalt in de opsomming na de Wet milieu beheer «10.24, eerste lid, 10.25 juncto 10.39, tweede lid,» en «10.39, eerste lid,». ARTIKEL V Deze wet treedt in werking met ingang van 6 mei 1994. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,