NT00064_513 Nadere Toegang op inv. nr 513 uit het archief van de Dorpsgerechten 1515-1811 (64) A.A.B. van Bemmel 2006
Inleiding Deze notitie bevat een chronologische lijst van regesten van stukken in het archief van het dorpsgerecht Cothen (1644-1811). Van alle stukken in het archief van het dorpsgerecht Cothen zijn regesten gemaakt. Op enkele uitzonderingen zoals nietingevulde formulieren, algemene circulaires na zijn van alle stukken in het archief van het gerechtsbestuur Cothen eveneens regesten gemaakt. Van een akte waarvan zowel de minuut als het protocol aanwezig is, is één regest opgemaakt. Omdat er soms tussen minuut en protocol kleine (schrijf)verschillen bestaan, wordt aanbevolen beiden te bezien. Het gerecht Cothen wordt ook wel het Domproostengerecht Cothen genoemd omdat de domproost er de ambachtsheer van was en vandaar dat ook het archief van het Domkapittel in Het Utrechts Archief stukken betreffende het gerecht Cothen bevat bijvoorbeeld aangaande de aanstelling van schepenen (nrs. 2311, 2329-2331, 2337-2342, 2430, 3981-3987); Bij akten die zijn niet gedateerd danwel waarvan de datering (sterk) is beschadigd, is tussen [ ] een benaderde datering in het regest opgenomen. In opgeborgen danwel ingebonden staat hebben de akten niet altijd de juiste chronologische volgorde. Protocolakten betreffen dikwijls registratie van elders en vaak eerder opgemaakte akten. In deze notitie is de datum van registratie aangehouden dus níet de datum van opmaking. Niet-ingebonden akten zijn soms dossiersgewijs opgeborgen maar voor deze notitie is de chronologische volgorde aangehouden. Blad staat voor blad, fol. voor folio en p. voor pagina; m staat voor morgen (0,848 hectare; nb: 1 hoeve is doorgaans 16 morgen ofwel 13,57 ha; 1 akker is doorgaans 4 soms 3 morgen; 1 morgen is 6 hont à 0,14 ha); r staat voor roede (3,76 meter) en v voor voet (0,376 meter). Binnen de inventaris van de dorpsgerechten telt het dorpsgerecht Cothen 7 nummers. In dit document zijn de regesten opgenomen van inv.nr. 513 Minuten van akten betreffende overige zaken, 1662, 1701-1712, 1789. 2
Regesten 1662-8-3 Verklaring voor Jan Janssen, substituut-schout, Adriaen Dirckssen van Dam en Huych Gerritsen van Nesch, schepenen van Cothen, van Jacob Gervais genaamd Van Bijller, representeerde de staak van Jacob van Bijller, zijn grootvader, mitsgaders Alida Innocente, nagelaten dochter van Hendrick van Bijller, zijn overleden oudoom, van de legitime portie ingevolge akkoord voor het Hof van Utrecht plus approbatie dd. 31-10-1659 voor notaris Johan van Sandick te Wijk bij Duurstede, van 12m land onder Cothen, vanouds genaamd Den Bijlder, leenroerig aan Domeinen van Utrecht en daarmee verlijd volgens leenbrief dd. 18-6-1656, dat hij heeft gemachtigd Johan van Sael (advocaat van het Hof van Utrecht) om daarmee Gerrit Volkerssen van Nienkerck te doen verlijden (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 24) 1701-1-7 Aanbrenging ter secretarie van het gerecht Cothen door kapitein De Bije, gemachtigde van Caspar Willem en Johan Hendrick, de heren de Ridders van Groenesteijn, volgens procuratie dd. 4-11-1700, van een legaat van f6.000 bij Gerrit de Ridder van Groenesteijn plus f1.600 de welke Cornelis Frederik de Ridder van Groenesteijn mede tot het legaat heeft gemaakt en welke kapitalen bij Didderick Johan Aelbergh de Ridder, heer van Rijnesteijn, in propios usus zijn geconverteerd op: - 2 rijnen achter het huis [Rijnestein]; - een boomgaard, genaamd De Enthoff; - 17m bouwland voor het huis en langs de Cothergrift, strekkend tot aan de Hoofdwetering, ten dele leen en ten dele allodiaal, belast met een jaarlijkse erfpacht van een mud weid aan het St.Barbara Gasthuis; - het bos van 2m; - 7m bouwland bij de Coterweg, erfpachtgoed van het Domkapittel op last van een jaarlijkse canon van 7 guldens en 14 stuivers; - de Rijnsteinse tiend gelegen voor Rijnestein; - een huis, zijnde een herberg genaamd De Frisse Romer, tinsgoed van Domeinen op last van twee jaarlijkse tinsen van 1 gulden, 12 stuivers en 8 penningen; - een huis en boomgaard aan het Kerkhof aldaar; - een huis onder Cothen. (in de marge) 1718-8-30 Royement van deze akte, geregistreerd ter secretarie van Cothen, door Zalentin baron de Ridder van Groenesteijn, gemachtigde van Caspar Wilhelm baron de Ridder van Groenesteijn, Frans Anthony baron de Ridder van Groenesteijn, Danuan Hartard Ernst baron de Ridder van Groenesteijn (zoon van Johan Hendrik Daniel baron de Ridder van Groenesteijn) ingevolge akkoord dd. 27-7-1711; n.b. plus minuut akte 7-1-1701 (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 47) 1706-7-19 Registratie ter secretarie van Cothen op verzoek van notaris Thomas Vosch van Avesaet te Utrecht van een verklaring dd. 17-6-1706 voor notaris Johan Wechter te Utrecht van Pieter de La Tour (x Anna Helena Gerards), Jean Pierre Gerards, Cornelis de Wijs (x Antonia Gerards) en Nicolaas Gerards dat ingevolge het proces voor het Hof van Utrecht over de nalatenschap van Paul Godin, de effecten 3
uit die nalatenschap, ingevolge akkoord dd. 17-12-1705 voor notaris Thomas Vosch van Avesaet te Utrecht, niet mogen worden verkocht of belast en dat dit moeten worden geregistreerd in de gerechten waar de betreffende vaste goederen zijn gelegen (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 53) 1708-3-16 Copie van een verklaring van de stadhouder van de lenen van de Staten van Utrecht dat Cornelis Verveer x Jannigien Gerrits van Nikerken en Neeltie Gerrits van Nikerken, na de dood van Gerrit Folkertsen, haar Jannigien en Neeltie Gerrits van Nikerkens vader, zijn beleend met 6m land tot Cothen met boven het Domkapittel, met 6m daar beneden gelegen waar de Domproosdij nog beneden is geland, strekkende deze 12m van de Hogen Cotherweg aan de Wijkerslootseweg, zulks dat Gerrit Folkertsen daarmee 11-10-1662 was beleend (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 60) 1710-1?-20 Machtiging voor notaris A.J.D. Bocquet te Leeuwarden door Winanda van de Sande (weduwe Richardt van Bolten) van ten eerste Antonius de Reuver (secretaris van het gerecht Utrecht) om met Jan Aelbertsz. [van Bemmel], gebruiker van haar stuk land onder Cothen, ingevolge mondelinge koop door hem voor f1000 van dat allodiale land te regelen de behoorlijke registratie van het transport ervan, en van ten tweede Jacobus van Meteren (griffier tot Utrecht) om f300 te ontvangen uit de erfenis van haar zuster Maria Hol volgens obligatie dd. 28-6-1700 (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 64) Verklaring voor Willem [Ariensz.] van Noort, Teunis Roelofsse van Ingen, Cornelis Jansz. Hol, Teunis Willemsz. van Oostrum en Jan van Steenweert, schepenen van Cothen, van Joost Antonissen, wonende aan de Wijkersloot, en van Hendrik... van... [ws. Hendrik Jansz. van Spithoven], wonende onder het gerecht Dwarsdijk, dat zij borg staan voor hun ieder broeder en zwager Jan Joosten de Kruijff die aan de schout Johan de With verschuldigd is over de jaren 1707-1711 de som van f120 (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 11) ongedateerd [eind 1787] Verklaring voor het gerecht Cothen door Rijk van Eck (gerechtsbode), als gemachtigde van Cornelis Tellingen te Wijk bij Duurstede (volgens procuratie dd. 21-10-1787 voor burgemeester c.s. van de stad Kleef gepasseerd), van Teuntje de Cruijff (weduwe Gijsbert Vervorst) die de zuster was van wijlen Cornelia de Cruijff, weduwe Cornelis van den Nieuwendijk (volgens procuratie dd. 20-10-1787 te Wijk bij Duurstede gepasseerd), van Dirk Vernooij x Cornelia de Cruijff, van Cornelis Uijtewaal x Maria de Cruijff en welke Cornelia en Maria de enig overgebleven kinderen zijn van Joost de Cruijff (broer van wijlen Cornelis de Cruijff), die tezamen zijn gerechtigd tot 1/3 portie van haar nalatenschap, alsmede Crijn van Hasendonk, Gerrit van Hasendonk, Huijg van Hasendonk, Willem van Hasendonk, Hannes Spaan x Maria van Hasendonk, Hendrik Werkhoven x Jannigje van Hasendonk (welke Van Hasendonken de enige nog levende kinderen van Willem van Hasendonk x Maria de Cruijff)... [vervolg ontbreekt] n.b. zie nr. 141 (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 120) 1789-8-4 Testament voor Hendrik Jan van Loenen, schout, Gerrit van Eck en Crijn van Hasendonk, schepenen van Cothen, van Anthonie de Graaf x Teuntje de Cruijff (bevorens weduwe Hendrik Velthuijsen) aldaar waarbij hun zoon Huijbert de Graaff tot erfgenaam wordt benoemd die alsdan aan Peter van der Heijde x Emmerentia 4
Velthuijsen f100 plus haar klederen, goud en zilver moet uitkeren, en aan zijn broer Jan de Graaff een som van f50 (Cees Velthuijsen heeft zijn deel al ontvangen) (RHC ZOU: Dorpsgerechten, 513, blad 118-119) 5