Antwoorden Nederlands Module 4

Vergelijkbare documenten
Antwoorden Nederlands Module 3

Boekverslag Engels Dear nobody door Berlie Doherty

Boekverslag Nederlands Ik mail je door Yvonne Kroonenberg

Boekverslag Nederlands Terug naar de kust door Saskia Noort

Schaduwspits. Gemaakt door : Onur Arslantas. Klas: 3T3. Leraar: Mevrouw Scholten

Het meisje in mijn hoofd. Naam: Emma Oude Weernink Klas: 3T2 Docent: Mevrouw Scholten

5.6. Boekverslag door een scholier 2834 woorden 2 maart keer beoordeeld. Virginia Andrews Thriller & Detective Eerste uitgave 1998

Boekverslag door een scholier 1899 woorden 27 september keer beoordeeld. Eerste uitgave 1997 Nederlands

Boekverslag Nederlands Dat had je gedroomd door Ellen Tijsinger

De bruiloft van Simson

Boekverslag Nederlands De ijzeren maagd door Bobje Goudsmit

Boekverslag Nederlands Het leven is vurrukkulluk

Boekverslag Nederlands Kinderjaren door Jona Oberski

Het is de familieblues. Je kent dat gevoel vast wel. Je zit aan je familie vast. Voor altijd ben je verbonden met je ouders, je broers, je zussen.

Antwoorden Nederlands Fictie blok 2 en 3

Boekverslag Nederlands LEEF! door Laura Maaskant

Boekverslag Nederlands Fout door Mel Wallis de Vries

Boekverslag Nederlands Verliefd zijn is een ramp!

1. Dit gedicht is iets minder dan die van Remco Campert. Dat komt omdat ik het verhaaltje over het fietsen op die berg niet echt interessant vind.

Opstel Nederlands Gedicht Ik

Boekverslag Nederlands Dansen op de brug van Avignon door Ida Vos

Sophie Gerritsen Mevr. Owel 3T3. Groener Gras

Boekverslag Nederlands Raak me dan, als je kan

Ted van Lieshout Floor van de Ven, H3G, Uitgeveri Plaats Jaar uitgave en druk Aantal bladzijdes Genre Inhoudsopgave Samenvatting

Samenvatting van het boek

Verhaal 1 ORPHEUS IN DE ONDERWERELD

6,9. Eva: Eva is een heel lief meisje, ze houdt heel erg van het ontwerpen van T-shirts, daarom moet ze ook voor

Boekverslag Nederlands Wij zijn wegwerpkinderen

Filmverslag Nederlands De kleine blonde dood (Boudewijn Büch)

Afgewezen en erbij horen

Theorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,

Boekverslag Nederlands Rotzooi in mijn hoofd door Arno Bohlmeijer

Boekverslag Nederlands Razend door Carry Slee

De zesde mei. Naam: Esmee van Sark. Klas: 4G4. Docente: Mevr.Scholten. Titel: De zesde mei. Auteur: Tomas Ross. Uitgever: De bezige bij

Boekverslag Nederlands Kilometers cola en knetterende ruzie door Carry Slee

Annie van Gansewinkel. Vast

Boekverslag Nederlands Een honderd jaar oude vriend door Bianca Schepel

Boekverslag Nederlands Wierook en tranen door Ward Ruyslinck

Boekverslag Nederlands Een stelletje mooie vrienden door Jacques Vriens

Boekverslag Duits Die Ilse ist weg door Christine Nostlinger

Zondag 6 maart 2016, uur Jeugddienst. Voorganger: ds. Bert de Wit

Naam: Silke Bouwman Klas: 3T2 Lerares: Mevr. Scholten

Een boekje over God. voor jou!

Boekverslag Nederlands Vrijen door Haye van der Heyden

1 Tessalonicenzen 1. Begin van de brief

Lees : Mattheüs 25:14-30

Boekverslag Nederlands Terug naar Oegstgeest

Boekverslag Nederlands De vriendschap door Connie Palmen

Boekverslag Nederlands De ijzeren maagd door Bobje Goudsmit

Boekverslag Nederlands Blauwe kralen door Karin Hilterman

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 12

Oriëntatie 1. Hieronder zie je de voorkant van de originele uitgave (1) en die van de lijsteruitgave (2) (afbeelding zie bijlage).

Opdracht Levensbeschouwing Goed en kwaad

Boekverslag Nederlands Lieve leugens door Brigitte van Aken

Boekverslag Nederlands Dertien door Susanne Koster

Boekverslag Nederlands Dit been is korter door Jan

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Het staat in de Bijbel in Lukas 15 vers 11-32

De gelijkenis van de verloren zoon.

Boekverslag Nederlands La place de la bastille door Leon de Winter

6,5. Antwoorden door een scholier 1352 woorden 21 april keer beoordeeld. Nederlands

Vul kort dit leeskader in:

Stap 1. Stap2. Stap3. Stap4. Opstel door een scholier 1979 woorden 11 januari keer beoordeeld. Nederlands. Stappenplan.

Veilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod

Melissa Even 3T2 Mevr. Scholten

Adam en Eva eten van de boom

JOHAN CRUIJFF MIJN VERHAAL. in makkelijke taal

Omdat ik het zeg! Regels en grenzen bij kinderen in de basisschoolleeftijd

Hanneke van Herk. Beschrijvingsopdracht:

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

8,2. Onderwerp: Boekverslag door een scholier 2420 woorden. 17 keer beoordeeld 31 mei Eerste uitgave Nederlands

Boekverslag Nederlands Junkie Mama door Lonneke van Asseldonk

Boekverslag Nederlands zoenen door Nel

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Don zit naast Jamiro. Ze zit omgekeerd in haar stoel en kijkt door de achterruit.

Inleiding IN DIT BOEK LEES JE WAAROM STEUN, RESPECT EN VERTROUWEN BIJ VRIENDSCHAP HOREN.

Theaterverslag CKV Rob Kamphues

Oorlogswinter. Denice Surink

Boekverslag Nederlands J avais douze ans, j ai pris mon vélo et je suis partie à l école door Sabine Dardenne

Spreekbeurt Biologie Hoogbegaafdheid

7,4. Boekverslag door een scholier 1531 woorden 26 oktober keer beoordeeld. Eerste uitgave 2002 Nederlands. A. Zakelijke gegevens

Boekverslag Engels Stepmom door Maggie Rob

7,4. Boekverslag door een scholier 1449 woorden 18 oktober keer beoordeeld. Ben Slingenberg. Eerste uitgave 2001 Nederlands.

DEEL 1. BOUWSTEEN 5 Theorie Eigen Keuze Monique van Dam DEEL 1: YOU

Het meisje in mijn hoofd

Groeten uit Londen. Gemaakt door: Ben Klein Buursink Klas: 3t1 Lerares: mevrouw Owel

Kijk ook op:

1. Kees de jongen, Theo Thijssen. Uitgeverij C. de Boer jr. - Bussum, 19e druk, september 1972 (1e druk, 1923).

Boekverslag Nederlands Idil, een meisje door Yasmine Allas

Werkstuk Verzorging Kindermishandeling

1. Dit kan niet waar zijn

Multatuli Saïdjah en Adinda Het beroemde liefdesverhaal uit Max Havelaar

GOED VRIENDJE? FOUT VRIENDJE?

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Boekverslag Nederlands De voorspelling door Evert Hartman

Boekvergelijking. lessenserie

Spreekbeurt hoogbegaafdheid.

vragen te stellen, Een nieuwe start: Gemeente van Jezus Christus

Mijn ouders zijn gescheiden en nu? Een folder voor jongeren met gescheiden ouders over de OTS en de gezinsvoogd

Jeremia 1: Vertel het door!

Transcriptie:

Antwoorden Nederlands Module 4 Antwoorden door een scholier 1985 woorden 11 jaar geleden 7,3 49 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Laagland Laagland Hoofdstuk 4 Opdracht 1: 1. Gehoorzaam zijn loont uiteindelijk. 2. Als je gehoorzaam bent, krijg je uiteindelijk een beloning omdat je gehoorzaam bent geweest. 3. Het was ideaal om aan kinderen voor te lezen en ze zo gehoorzaam te laten zijn. En het verhaal over Jantje gaat over iets onschuldigs, maar ergere dingen zouden dan op hetzelfde neer komen. 4. De moraal blijft voor kleine kinderen waarschijnlijk wel gelden, maar het taalgebruik zou te lastig zijn. 5. Hans en grietje, de moraal is om nooit zomaar iedereen te vertrouwen, Doornroosje, de moraal is dat je voorzichtig moet zijn want voor je het weet prik je jezelf aan een spinnewiel, en roodkapje, de moraal is: als je niet naar je moeder luistert, kom je in de problemen. 6. De kleine meid is groot geworden en een puber, dus ze doet niets slechts, maar ze heeft alleen haar vader niet zo meer nodig als vroeger en het lijkt meer alsof die vader en erger mee zit dan zij zelf. Opdracht 2: 1. A: het gaat allebei over een kind dat gehoorzaam en lief is (in het begin dan) B: het ene verhaal is vanuit het kind, vanuit Jantje, en het verhaal over de kleine meid is vanuit de vader. Bij het gedicht van Jantje blijft het dezelfde dag, terwijl in het gedicht van de kleine meid, het meisje opgroeit. Bij Jantje blijft Jantje opkijken tegen zijn vader en naar hem luisteren, terwijl in het verhaal van de kleine meid, het meisje als ze groter is, niet meer naar haar vader luistert. Jantje is een braaf kind met respect voor zijn vader, terwijl de kleine meid met de jaren het respect verliest. Opdracht 3: Zelftoets 1. Het is een literair-historisch motief, omdat het geen voorwerpen zijn, maar een verhouding tussen mensen en dat blijft terug keren. 2. Een verhaal laag is alles wat er gebeurt, de structuur en de personages. Een thematische laag verteld je wat er eigenlijk met het verhaal bedoeld wordt. 3. Omdat iedereen een andere mening heeft over wat hij/zij goed of slecht vond aan een verhaal. De ene die en recensie schrijft, schrijft de positiever dingen op en een ander de negatieve. 4. Het verteld wat er bedoeld word met het verhaal. De betekenis van wat er gebeurt. 5. A: fout, want in de tekst staat dat het nogal eens voorkomt, maar niet dat het altijd zo is. B: fout, het staat niet onder de titel, maar voorin het boek. https://www.scholieren.com/verslag/antwoorden-nederlands-module-4 Pagina 1 van 5

C: juist. D: meestal wel ja. E: juist. Opdracht 4: 1. Eerste ligt een jongen met zijn moeder in het gras naar de wolken te kijken, later ligt hij met zijn eigen zoon naar de wolken te kijken. 2. 1e tijdsprong: regel 9, 2e tijdsprong, regel 13. 3. Ik denk zeker tien jaar, omdat het jongetje eerst met zijn eigen moeder naar de wolken ligt te kijken, en daarna met zijn eigen zoon naar de wolken kijkt. 4. Kinderen zien dingen die volwassenen niet zien. 5. De fantasie van de kinderen. In beide gedichten zien de kinderen dingen die en niet zijn. (in de wolken, in de schaduw). 6. De wolken, verwijst wel naar de lucht, mar niet naar dat een kind daar iets anders in ziet dan een volwassene, en kinderspel verwijst overduidelijk naar iets wat kinderen doen en volwassenen niet. 7. In beide gedichten gaat het over iets wat een ander niet ziet. Opdracht 5: 1. A: regels 19 t/m 21 B: regels 57 t/m 59 2. Je krijgt heel erg medelijden met hem, omdat hij nog maar zo klein is en eigenlijk geen idee heeft wat er eigenlijk gebeurt. 3. Hij ligt op sterven, hij staat op het punt om het aardse leven te verlaten. 4. A: regels 7 t/m 14 B: een week geleden had zijn vader ook in de ziekenbarak gelegen en dat had zowel zijn vader als de zoon niet zo erg gevonden, dan konden ze elkaar tenminste zien. 5. Verdriet en dood, want het verhaal speelt zich in een concentratiekamp af en dat kan nooit leuk geweest zijn. 6. A: Het verliezen van onschuld, waarschijnlijk door de oorlog en onontkoombaar noodlot, ze zitten gevangen in een concentratiekamp. B: nee, noodlot is natuurlijk duidelijk, omdat ze gevangen zitten, maar verliezen van onschuld komt volgens mij niet voor in het fragment. C: noodlot. Het is wel zo, maar daar had ik zelf nog niet aan gedacht. Opdacht 6: 1. Ik vind het verhaal op zich wel mooi, het taalgebruik is ook wel makkelijk en ik denk dat het onderwerp me ook wel aanspreekt. 2. A: ontdekt worden als voetballer om zo voor zijn familieleden te kunnen zorgen. B: hij wil ontdekt worden als voetballer en naar Europa gaan. 3. Nfama is een jongen die zijn ouders verloren heeft en daarom bij een ander gezin woont. Hij voelde zich daar eerst helemaal niet op zijn plek, maar toen hij begin met voetballen, wist hij waar zijn passie lag. 4. Nfama wil een voetballer worden en geld verdienen om zijn familie te kunnen onderhouden. Hij wil ontdekt worden als voetballer en naar Europa gaan. 5. Hij voelt zich eerst niet erg op zijn plaats. 6. A: als hij echt talent heeft als voetballer, dan komt zijn jongensdroom om rijk te worden toch uit. https://www.scholieren.com/verslag/antwoorden-nederlands-module-4 Pagina 2 van 5

B: ja, ik wilde vroeger (en nu ook nog wel) zangeres worden, maar dan moet je wel het geluk hebben dat je ontdekt wordt. 7. Ongeveer zeven jaar. 8. Je vraagt je af om het Nfama gaat lukken om ontdekt te worden als voetballer. Opdracht 7: 1. Mijn zoon: een kleine jongen die op zich best vrolijk is, maar hij leeft in een moeilijke periode (van ziekte?). Het boze bos: een wat ouder, niet bang aangelegd kind, een jongen denk ik, die naar zijn oma toe gaat. Marc groet s morgens de dingen: klein kind genaamd Marc, en hij is vrolijk want hij groet alles in de ochtend. Middelbaar onderwijs: net een tiener aan het worden meisje, in de klas die bekeken word door haar leraar. 2. Mijn zoon omdat het waarschijnlijk om ziekte gaat en dus een betekenis heeft. 3. Eerst is de zoon een levensvolle jongen, en neemt dat wat af, en hij is bang voor wat er met hem zal gaan gebeuren. 4. Dat het gaat over hoe erg het is om je kind te verliezen. 5. A, B, C, D, E, X Opdracht 8: 1. Ja, want als je helemaal niet weet dat Teun, of Kees namen zijn, kan je daar natuurlijk nooit iets van snappen. 2. A: slim, creatief B: slim, regel 60-62, en creatief, regel 29-33 3. A: de eerste met de leraar en de tekenles, de tweede met een vrouw en haar hond, en de derde in een groepsgesprek met de rest van de klas. B: die met de vrouw met de hond en in de klas, het ging allebei om verstaanbaar maken. 4. Een meisje komt uit Turkije in Nederland en moet gelijk hier naar school. Ze snapt niks van de taal maar wil het wel graag leren. Er ontstaan veel misverstanden en dat is voornamelijk de schud van het leesplankje dat ze in het begin krijgt door de namen die erop staan. 5. Verschillen tussen landen en hoe je je dan moet aanpassen, hoe moeilijk dat is. Regel 29-33 6. Ja, want geen enkel kind zou het kunnen begrijpen of erop komen dat het leesplankje dan wel niet zal kloppen. Opdracht 9: 1. Boeiend, maar ik hoop niet dat het echt gebeurd is want dan is het meisje die de hoofdpersoon is wel heel erg naïef. 2. Ik vind dat de man het meisje heel erg misbruikt heeft omdat zij totaal geen ervaring had, maar het meisje ging ook veel te makkelijk met hem mee. Maar de man had beter moeten weten. 3. A: Het meisje wil een vrouw worden, de man wil haar alleen gebruiken. B: voor het meisje zal het een vernieling van haar leven zijn, omdat zij haar maagdelijkheid verliest aan iemand waar ze niet van houdt, en voor de man juist herstellend, omdat hij het met een jong meisje doet. 4. A: nee, het blijft niet terugkomen in het verhaal, het komt een keer voor. B: ja, dat komt in de regels: 4-5, 123-126, 173-175 voor. C: ja, regels: 20, 33, 120 D: ja, regel 166 dus. https://www.scholieren.com/verslag/antwoorden-nederlands-module-4 Pagina 3 van 5

5. Ze weet niet wat er gaat gebeuren. 6. Achterhouden van informatie, want je weet nauwelijks iets over de hoofdpersoon en je weet al helemaal niks over de man. 7. A: of het meisje met de man mee zal gaan of niet, en waar haar moeder denkt dat het meisje is. B: of het meisje nog teruggaat naar de man, waarom het meisje steeds in de kamer van haar broer is. 8. A: het moment waarop je nog niet weet of het meisje met de man mee naar huis zal gaan of niet en wat er dan met haar zal gebeuren. B: 1. Gaat ze mee of niet? 2. Gaat ze met die man naar bed of niet? 9. X Opdracht 10. 1. Regels 42-58, en 100-103 2. Vanuit de hij-vorm, Personale vertelsituatie. 3. Een vader en zoon gaan vissen, en ondertussen blijkt eigenlijk dat de zoon bang is voor zijn vader. Voor elke misstap die hij maakt, wordt hij later gestraft. Niet gelijk. Daar is zijn moeder het ook niet zo mee eens. 4. Een zoon die een ongelukkig leven heeft door zijn vader. 5. De biefstuk van het zoete water slaat op de soort vis die de vader en zoon vangen, het is een hele goede, lekkere soort genaamd zeelten. 6. A: niet waar B: waar C: niet waar 7. Het doel is om een leuke dag te hebben en hij denkt ook dat het hem gelukt is, maar op het eind blijkt dat hij zich vergist had. 8. Johan is een jongen die graag jong wil zijn, en dat niet kan vanwege zijn vader. Zijn vader slaat hem om elke misstap en dat vind ik fout. 9. Heel erg slecht, hij kan zijn zoon niet dagen later (soms zelfs drie dagen later) pas straffen. 10. Zij roept alleen maar Jezus Christus en loopt weg, ze doet er verder ook niets aan. 11. Zijn vader is de gene die hem bang maakt en zijn moeder is de gene die alleen maar begint de schreeuwen maar haar handen wel kan thuishouden. Opdracht 11. 1. Regel 44, een televisietoestel wat toen nog duur. 2. Op de middelbare school, omdat je niet zo snel spijbelt opeen basisschool. 3. Een man die een portemonnee heeft gestolen aangeven een daardoor een reden heeft om te spijbelen, en zich zo te onderscheiden van anderen en een held te worden. 4. Regel vier, agenten die geen dienst hebben. 5. A: regels 102-103, tussen de tijd dat ze vrouw de man wil helpen en dat ze ambulance wegrijd. B: ja, hij denkt aan een keer dat hij met zijn vader is gaan vissen. C: nee, hij denk alleen over zijn grootvader na. 6. A: Alwetende vertelsituatie. B: ook de alwetende vertelsituatie. 7. A: wat is er gebeurd voordat de jongen en de oude man uit de tram stappen? https://www.scholieren.com/verslag/antwoorden-nederlands-module-4 Pagina 4 van 5

B: vanaf regel 78. 8. A: omdat hij spijbelt om een oude man te laten arresteren, alleen omdat hij als een held gezien wil worden. B: hij heeft een portemonnee gestolen. 9. A: erkenning. B: het hele verhaal gebeurt eigenlijk omdat de jongen een held op zijn school wil zijn. 10. A: Je kan denken dat de buit te maken heeft met de portemonnee die de man heeft gesloten, maar je kan ook denken dat het slaat op dat de jongen de man wil pakken en hem als zijn buit ziet. B: de jongen wil als held erkent worden, dus hij wil zijn buit, de man dus, pakken. 11. Nee. 12. Als je spijbelt, moet je er wel een goede reden voor hebben. Opdracht 12. 1. De buit, en daaruit de jongen omdat hij spijbelt van school om een man te pakken, maar als er iets met de man gebeurt, dan rent hij weg. 2. De biefstuk van het zoete water, de vader, omdat hij zijn kinderen zomaar slaat omdat ze kleine dingen fout doen. En niet eens gelijk, maar een paar dagen later pas. 3. Nee, niet echt, de rest vond ik wel duidelijk. https://www.scholieren.com/verslag/antwoorden-nederlands-module-4 Pagina 5 van 5