Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 maart

Vergelijkbare documenten
Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 13 november

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 9 mei

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 10 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 oktober

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 21 maart

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 januari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk. 9 juli Onderwerp

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 7 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 5 juli

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 april

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 4 december

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 22 maart

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 december

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

SW B.V. Van Weerden Poelmanweg PC ALMELO. Datum 8 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

mr. drs T. van der Wal . Verbeek Het college van Burgemeester en Wethouders Van de gemeente Noordoostpolder Postbus AD EAAMELOORD

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Stichting Thús Wonen Postbus AA DOKKUM. Datum 18 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer/mevrouw,

Woonstichting De Kernen H.L.J. Janssen Postbus AA HEDEL. Datum 7 augustus 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Janssen,

Stichting WonenCentraal R.D. Donninger Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 27 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

AMOS Amsterdamse Oecumenische Scholengroep A. Van Loon Postbus GC Amsterdam. Datum 17 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting Woningbeheer Betuwe J. Heesen Postbus ZG LIENDEN. Datum 14 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Heesen,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 augustus

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Stichting GroenWest K.L. Verdooren Postbus DD WOERDEN. Datum 9 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Verdooren,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 16 augustus

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 19 december

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningensestraat DB Zetten. Datum 13 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

Talis Sietse Jager Postbus AP NIJMEGEN. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jager,

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

RUD Mevrouw E.J.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Elft 15, Hippolytushoef

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting WonenBreburg K. op t Hoog Postbus AK TILBURG. Datum 23 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Op t Hoog,

Stichting de Alliantie R.C. Haans Postbus AC HILVERSUM. Datum 23 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Haans,

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 20 okt

Ontheffing Wet natuurbescherming Art. 3.5, lid 4, Wnb

Woningstichting HEEMwonen De heer M. Segers Postbus AC KERKRADE. Datum 2 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Segers,

Junco B.V. M.J.A. Schrijver Buitenkant VH ZWOLLE. Datum 24 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Schrijver,

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Stichting Ymere D.S.M. Louwerens Postbus GG AMSTERDAM. Datum 14 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Louwerens,

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 21 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Hupperts,

RUD Mevrouw EJ.G. Ros Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Jan van Kuikweg 18 te Heemskerk

Woonstichting Valburg M.P.C. Jansen Wageningsestraat DB ZETTEN. Datum 28 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Jansen,

PROVINCIE FLEVOLAND 2 O OKT Staatsbosbeheer De heer J. van Soest Smallepad MG DEVENTER

Stichting De Twentse Zorgcentra voor mensen met een verstandelijke handicap H.J.M. Finkenflügel Postbus CC ENSCHEDE

Gereformeerde Gemeente in Nederland te Leerdam W.H. Heenck Nieuwstraat CB LEERDAM. Datum 3 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

M & M Onroerend Goed B.V. M. Kruithof Beulakerweg AC GIETHOORN. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Kruithof,

Rijsenburgsehof V.o.f. S.J. van Dijk Menno van Coehoornsingel XA ZWOLLE. Datum 7 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

IEF Berlage Utrecht (Boven Clarenburg) B.V. M.G. Boessenkool Postbus BT AMSTERDAM. Datum 25 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

WOONopMAAT J. van Kuijk Postbus AA HEEMSKERK. Datum 3 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer van Kuijk,

Formulier voor aanvraag ontheffing op grond van: Wet Natuurbescherming Onderdeel: Soorten (hoofdstuk 3 Wnb)

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Stichting Vivare M. van Gerven Postbus EG ARNHEM. Datum 23 juni 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Van Gerven,

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Aanvraag Ontheffing Soortenbescherming

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

ïid Archief VERZONDE» I 9 OEC Uitvoeringsdienst ro o r d - H o 11 a n d Noord Ymere t.a.v. de heer J. den Hertog Postbus CK AMSTERDAM

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 6 juli

Somnium Real Estate B.V. W. van der Velden Postbus AB RIJNSBERGEN. Datum 1 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Stichting Vidomes E. Ewalt Kleveringweg LZ DELFT. Datum 28 april 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte mevrouw Ewalt,

Woningbouwstichting ''De Gemeenschap'' P.J.J. van Roosmalen Postbus BB NIJMEGEN. Datum 3 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Bouwbedrijf J. Heldoorn B.V. P. Rosier Pascalweg RC ZWOLLE. Datum 5 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 26 februari

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

VERZONDEN ij 9 MEI 201~

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Uw kenmerk Uw aanvraag

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Archief Alphag B.V. t.a.v. mevrouw D. Minne p/a Albrechtlaan 14 C 1404 AK BUSSUM

RUD de heer J. van der Veldt Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Boomberglaan 9, Hilversum

Van Wijnen Projectontwikkeling Midden B.V. P. Koppejan Postbus AJ WEESP. Datum 6 maart 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag

BESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INZAKE ONTHEFFING OP BASIS VAN HOOFDSTUK 3 VAN DE WET NATUURBESCHERMING (WNB)

Stichting Zayaz M. Acharki Postbus AL S HERTOGENBOSCH. Datum 16 mei 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Acharki,

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

RUD de heer DJ. Slobbe Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Slachthuisbuurt, Haarlem

Ontheffing Wet natuurbescherming

Ecologische QuickScan, Flora & fauna scan Gamma Zeist

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Ontheffing Wet natuurbescherming Artikel 3.5, leden 1, 2 en 4

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Boxmeer Afdeling Milieu, Realisatie en Mobiliteit Postbus AL BOXMEER. Datum 9 mei 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

memo vaststelling bestemmingsplan aangaande Flora- en faunawet 'herontwikkeling perceel voormalig gemeentehuis' te 's Heerenberg.

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Transcriptie:

Postbus 55 8200 AB Lelystad Mercatus De heer Postbus 20 8300 AA EMMELOORD Telefoon (0320)-265265 Fax (0320)-265260 E-mail provincie@flevoland.nl Website www.flevoland.nl ** Verzenddatum Bijlagen Uw kenmerk Ons kenmerk 25 maart 2019 Onderwerp Wet natuurbescherming: ontheffing aantasting verblijfplaatsen van de huismus, gierzwaluw en gewone dwergvleermuis in verband met sloop van woningen aan de Lange Omgang 1-19 te Bant Geachte heer Op 19 november 2018 hebben wij uw aanvraag, voor een ontheffing van artikel 3.1 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het opzettelijk verstoren, vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen of het wegnemen van nesten van de huismus en gierzwaluw. Tevens wordt ontheffing aangevraagd van artikel 3.5 lid 2 en 4 Wet natuurbescherming voor het verstoren van de gewone dwergvleermuis, respectievelijk het vernielen of beschadigen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis, in verband met de sloop en nieuwbouw van woningen aan de Lange Omgang 1-19 te Bant. Het project of handeling vindt plaats op het grondgebied van de provincie Flevoland. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn daarom gelet op artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wet natuurbescherming het bevoegd gezag. Wij hebben uw aanvraag beoordeeld op basis van de in artikel 3.3 en 3.8 van de Wet natuurbescherming genoemde voorwaarden en criteria, op grond waarvan een ontheffing kan worden verleend. Bijgevoegd treft u ons besluit aan. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal L. Verbeek Inlichtingen bij Doorkiesnummer Bezoekadres Visarenddreef 1 Lelystad

2 Besluit van GEDEPUTEERDE STATEN VAN FLEVOLAND op een verzoek voor een ontheffing op grond van artikel 3.3 en 3.8 Wet natuurbescherming Inhoudsopgave A. Besluit B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming B2. Aanvraag B3. Inhoudelijke beoordeling B4. Cumulatie B5. Conclusie C. Kennisgeving en afschriften D. Bezwaar E. Ondertekening A. Besluit Gedeputeerde Staten van Flevoland hebben besloten op grond van artikel 3.3 en artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming, aan Mercatus, een ontheffing te verlenen: - van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren, vernielen of beschadigen, van nesten, rustplaatsen en eieren van de huismus en gierzwaluw of het wegnemen van nesten van deze soorten. - van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5 lid 2 en 4 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft het opzettelijk verstoren of vernielen en beschadigen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met provincie Flevoland (via wnb@flevoland.nl en handhaving@ofgv.nl) indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 6. Een week voordat wordt begonnen de uitvoering van de werkzaamheden moet hiervan melding worden gedaan bij de OFGV via handhaving@ofgv.nl. 7. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 8. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal drie maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 9. Deze ontheffing is geldig vanaf de datering van dit besluit tot en met 31 december 2020.

3 Specifieke voorschriften 1. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden zijn aan de Zuidakker 21-31, minimaal 8 permanente nestplaatsen voor huismus gerealiseerd in de vorm van vogelvides. 2. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden aan de Zuidakker 21-31 tenminste tien nestplaatsen voor gierzwaluw gerealiseerd in de vorm van neststenen of nestkasten (vogelvides zijn ongeschikt voor de gierzwaluw). Deze nestkasten worden geplaats conform de richtlijnen uit het kennisdocument van BIJ12. Dit betekent onder meer dat ze geclusterd en bij voorkeur zo hoog mogelijk aan de kopse gevels gehangen worden. 3. Ruim voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden aan de bomenrij tegenover de Zuidakker 21-31, minimaal 12 tijdelijke verblijfplaatsen voor gewone dwergvleermuis gerealiseerd in de vorm van platte vleermuiskasten. 4. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden en vóór het broedseizoen van huismus en gierzwaluw worden de woningen aan de Lange Omgang 1-19, ongeschikt gemaakt voor huismus en gierzwaluw, conform de methoden beschreven in de kennisdocumenten van Bij12. 5. Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden dient gezorgd te worden dat de gewone dwergvleermuis het pand verlaten heeft. Dit kan door: a. Gebruik te maken van zogenaamde exclusion flaps of exclusion tubes. Deze flaps en tubes kunnen jaarrond aangebracht worden en zorgen ervoor dat vleermuizen hun verblijfplaats kunnen verlaten, maar niet meer terug kunnen keren. b. Na uitvliegen (gecontroleerd door ter zake kundige ecoloog) de invliegopening dichtzetten. Dit mag pas na de winterrust van de gewone dwergvleermuis uitgevoerd worden (na 1 april). c. De spouwmuur en de ruimte onder het dak ongeschikt te maken door het creëren van tocht. Dit kan door op verschillende plekken en hoogten grote gaten in de spouwmuur te maken of de hoeken open te trekken en de eerste twee rijen dakpannen handmatig te verwijderen. Deze methode mag pas na de winterrust van de gewone dwergvleermuis uitgevoerd worden. 6. Voordat verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt dient hiervan uiterlijk een week van tevoren een melding te worden gedaan via handhaving@ofgv.nl. Deze melding bevat minimaal de informatie wanneer de verblijfplaatsen ongeschikt worden gemaakt en wanneer de sloop gepland is. 7. De voorgenomen sloopwerkzaamheden van de woningen aan de Lange Omgang 1-19 kunnen starten ná het ongeschikt maken van panden voor de huismus, gierzwaluw en gewone dwergvleermuis en in de ecologisch minst kwetsbare periode. Dat wil zeggen na de winterrust periode van de gewone dwergvleermuis (start vanaf circa 15 april). Hierbij wordt opgemerkt dat de winterperiode van de gewone dwergvleermuis geen standaard periode betreft. Afhankelijk van de meteorologische en klimatologische omstandigheden kunnen deze perioden eerder danwel later aanvangen en/of eindigen. Een deskundige op het gebied van deze soort dient aan te geven wanneer het een geschikte periode is om te werken. 8. De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. 9. Ter compensatie voor de huismus worden in de nieuwbouw woningen aan de Lange Omgang permanente nestplaatsen gecreëerd door de ruimte onder de eerste rij dakpannen toegankelijk te maken (onderpanprofiel, geen vogelvides). 10. Ter compensatie voor de gierzwaluw dienen in de nieuwbouw woningen aan de Lange Omgang permanente nestlocaties te worden gecreëerd, conform de richtlijnen uit het kennisdocument van BIJ12. Dit kan door het aanbrengen van minimaal 25 (inpandige) neststenen of nestkasten (niet richting het zuiden). Een andere optie is om de ruimte onder het dak aan de kopse kanten toegankelijk en geschikt te maken voor de gierzwaluw. Voor toegankelijkheid dient tussen de kantpannen en de muur een ruimte van minimaal 3 centimeter te zitten. 11. Ter compensatie van de gewone dwergvleermuis dienen in de nieuwbouw woningen aan de Lange Omgang permanente verblijfplaatsen gecreëerd te worden. Dit kan door:

4 a. Spouwmuren van de nieuwbouw geschikt en toegankelijk te maken. Om de spouw voor vleermuizen geschikt te maken moet er tussen de buitenmuur en het isolatiemateriaal (de luchtspouw) minimaal 3 cm ruimte zijn. De vleermuizen moeten zowel aan de buitenmuur als de isolatielaag kunnen hangen. De isolatielaag dient in dat geval voorzien te worden van een harde ruwe buitenlaag. Het toegankelijk maken van de spouwruimte kan middels het aanbrengen van open stootvoegen (minimaal 2,5 cm breed),of b. Het aanbrengen van minimaal vier inpandige vleermuiskasten. Deze moeten worden geplaatst in verschillende windrichtingen om zodanig verschillende microklimaten te creëren. 12. Nadat door de ecoloog is vastgesteld dat alle huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen de verblijfplaatsen hebben verlaten, dienen de sloopwerkzaamheden zo snel mogelijk te worden uitgevoerd. Als tijdens de werkzaamheden toch exemplaren van de huismus, gierzwaluw of vleermuizen worden aangetroffen, dienen de werkzaamheden onmiddellijk te worden stopgezet en dient de begeleidend ecoloog ingeschakeld te worden. Tevens dient hiervan melding te worden gedaan via handhaving@ofgv.nl. 13. De ontheffinghouder dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin aangegeven hoe omgegaan wordt met de voorschriften van deze ontheffing en met onverwachte situaties (zoals het tijdens de sloop aantreffen van levende dieren). Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden en dienen dit na te leven. Voor aanvang van de werkzaamheden dient dit ecologisch werkprotocol te worden verzonden aan de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek via handhaving@ofgv.nl. B. Motivering besluit B1. Wettelijk kader Wet natuurbescherming De Wet natuurbescherming (hierna Wnb) is het nationale wettelijke kader voor de toetsing van activiteiten, plannen, projecten en handelingen met mogelijke gevolgen voor de belangrijkste natuurwaarden van de Natura 2000-gebieden en voor de soortenbescherming van in Nederland in het wild levende planten en dieren. De Wnb geeft algemene beschermingsmaatregelen ten aanzien van de zorgplicht (artikel 1.11 lid 1 en 2) en de actieve soortenbescherming (artikel 1.12). Artikel 1.3 lid 1 luidt: ingeval Gedeputeerde Staten ingevolge het bepaalde bij of krachtens deze wet bevoegd zijn tot het nemen van een besluit met betrekking tot projecten of handelingen, zijn, tenzij anders bepaald, bevoegd Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 het bevoegd gezag voor de onderhavige handeling. In hoofdstuk 3 van de Wnb (betreft soortenbescherming) zijn drie beschermingsregimes opgenomen: - de Vogelrichtlijn (artikel 3.1 tot en met 3.4); - de Habitatrichtlijn (artikel 3.5 tot en met 3.9); en - de Andere soorten (artikel 3.10 tot en met 3.11). De soorten (huismus en gierzwaluw) waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, vallen onder het beschermingsregime van de Vogelrichtlijn. Hiervoor gelden de navolgende verboden: - artikel 3.1, lid 1: het opzettelijk doden of vangen van vogels; - artikel 3.1, lid 2: het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren of het wegnemen van nesten van vogels; - artikel 3.1, lid 3: het rapen en onder zich hebben van eieren van vogels; - artikel 3.1, lid 4, respectievelijk lid 5: het opzettelijk storen van vogels, tenzij de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van desbetreffende vogelsoort.

5 Gedeputeerde Staten kunnen op basis van artikel 3.3 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: - er bestaat geen andere bevredigende oplossing; - zij is nodig: o in verband met de volksgezondheid of de openbare veiligheid; o in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; o ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren; o ter bescherming van flora of fauna o voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt, of; o om het vangen, het onder zicht te hebben of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan. - de maatregelen leiden niet tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort De soorten (gewone dwergvleermuis) waarvoor ontheffing is aangevraagd van de in de Wnb genoemde verboden, vallen onder het beschermingsregime van de Habitatrichtlijn. Hiervoor gelden de navolgende verboden: - artikel 3.5, lid 1: Het opzettelijk doden of vangen; - artikel 3.5, lid 2: Het opzettelijk verstoren; - artikel 3.5, lid 3: Het opzettelijk vernielen of rapen van eieren; - artikel 3.5, lid 4: het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen; - artikel 3.5, lid 5: het opzettelijk plukken, verzamelen, afsnijden, ontwortelen of vernielen van beschermde plantensoorten. Gedeputeerde Staten kunnen op basis van artikel 3.8 Wnb ontheffing verlenen, indien is voldaan aan de volgende voorwaarden: - er bestaat geen andere bevredigende oplossing; - zij is nodig: o in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; o ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; o in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid, of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; o voor onderzoek en onderwijs, repopulatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten; of, o om onder strikt gecontroleerde omstandigheden op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben. - er wordt geen afbreuk gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van Instandhouding te laten voortbestaan.

6 Bevoegdheid en overeenstemming met andere provincies Artikel 1.3 lid 4 luidt: ingeval een project of handeling mede wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht in een andere provincie, wordt een besluit als bedoeld in het eerste lid genomen door Gedeputeerde Staten van de provincie waar het project of de handeling in hoofdzaak wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, in overeenstemming met gedeputeerde staten van die andere provincie. Gedeputeerde Staten van Flevoland zijn gezien artikel 1.3 lid 1 en 4 van de Wnb het bevoegd gezag voor onderhavig project. De gevraagde activiteit vindt uitsluitend plaats op grondgebied van de provincie Flevoland; overeenstemming met andere provincies is niet noodzakelijk. B2. Beleid Provincie Flevoland Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 In de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 zijn door Provinciale Staten regels gesteld ter invulling van de taken die de Provincie Flevoland heeft voortvloeiende uit de Wet natuurbescherming. Beleidsregels uitvoering Wet natuurbescherming Flevoland 2016 De beleidsuitgangspunten voor het verlenen van ontheffingen van de Wet natuurbescherming zijn opgenomen in de Beleidsregels Wet natuurbescherming. B3. Aanvraag Op 19 november 2018 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing van artikel 3.1 (de leden 2 en 4) van de Wet natuurbescherming ontvangen voor het opzettelijk verstoren, vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen of het wegnemen van nesten van de huismus en gierzwaluw, respectievelijk het opzettelijk verstoren van de soorten; tevens voor ontheffing van artikel 3.5 (de leden 2 en 4) van de Wet natuurbescherming voor het verstoren van de gewone dwergvleermuis, respectievelijk het vernielen of beschadigen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis, dit in verband met de sloop en nieuwbouw werkzaamheden aan de Lange Omgang 1-19 te Bant (zie bijlage 2). Bij de aanvraag behoren de volgende bijlagen: - Aanvraagformulier Wet natuurbescherming; - Activiteitenplan Lange Omgang 1-19 Bant; - Tekening slooplocatie; - Tekening mitigatie; - Onderzoeksrapportage Landschapsbeheer Flevoland; - Aanvulling op de ontheffingsaanvraag. De voorgenomen werkzaamheden bestaan globaal uit; - Sloop bestaande woningen aan de Lange Omgang 1-19 in Bant; - Nieuwbouw op dezelfde locatie. U vraagt de ontheffing aan voor een periode vanaf 1 januari 2019 tot en met 31 december 2020. B4. Inhoudelijke beoordeling De beoordeling van de aanvraag en de bijbehorende belangenafweging vindt plaats in 3 stappen: 1. alternatieven afweging; 2. wettelijk belang; 3. toets aan de instandhoudingsdoelstellingen. Ad. 1: Alternatieven afweging Er zijn geen redelijke alternatieven met minder ecologische impact voor de voorgenomen activiteit. Het uitvoeren van de sloop en nieuwbouwwerkzaamheden is locatie gebonden en kan niet op een andere plek worden uitgevoerd. Alternatieve inrichtingsplannen zijn geen optie. De huidige

7 woningen zijn in een verouderde staat en toe aan vernieuwing waarbij tevens asbest wordt verwijderd. De nieuwbouw biedt Mercatus tevens de kans om bij te dragen aan energie neutrale woningen die een bijdrage leveren aan het terugbrengen van CO2-uitstoot. Het achterwege blijven van sloop en nieuwbouw is geen optie. De sociale cohesie en veiligheid van de buurt is daarbij sterk gediend. Indien dergelijke vernieuwingen uitblijven zal de kwaliteit van het woonbestand afnemen wat (mogelijk) leidt tot onveilige leefomstandigheden van de bewoners en negatieve effecten op volksgezondheid. Voor de periode waarin de werkzaamheden uitgevoerd worden zijn geen betere alternatieven. De werkzaamheden worden nu uitgevoerd buiten de periode waarin de soorten het meest kwetsbaar zijn en gedurende de werkzaamheden zijn er ruim voldoende alternatieve nestgelegenheden voorafgaand aan de werkzaamheden aangeboden. De sloop en nieuwbouw van de woningen vindt plaats in de ecologisch meest gunstige periode waardoor er geen redelijke alternatieven met minder ecologische impact zijn. Ad. 2: Wettelijk belang U heeft ontheffing van de verbodsbepaling aangevraagd op grond van de belangen volksgezondheid of openbare veiligheid en ter bescherming van flora of fauna. Het belang ter bescherming van flora of fauna is niet nader toegelicht. De belangenafweging is dan ook uitsluitend gericht op het belang volksgezondheid of openbare veiligheid. Volksgezondheid en Openbare veiligheid De voorgenomen ontwikkeling, i.c. het slopen en afvoeren van het asbest en van de gebouwen zelf, is noodzakelijk in het kader van het wettelijke belang uit de Vogelrichtlijn (artikel 9 lid 1 sub a Vogelrichtlijn, respectievelijk artikel 3.3, lid 4, sub b onder 1 Wnb) en de Habitatrichtlijn (artikel 16 lid 1 sub c Habitatrichtlijn, respectievelijk artikel 3.8 lid 5 sub b onder 3 Wet natuurbescherming) openbare veiligheid of volksgezondheid. De te slopen gebouwen bevatten asbest dat met het oog op de volksgezondheid en de openbare veiligheid vóór 1 januari 2024 verwijderd moet zijn. Tevens sluiten de woningen niet meer aan bij de woonwensen waardoor als gevolg van leegstand en verloedering de sociale veiligheid in het geding kan komen. Wij zijn van oordeel dat het wettelijk belang hiermee voldoende onderbouwd is. Ad. 3: Toets aan de instandhoudingsdoelstellingen Huismus De landelijke staat van instandhouding van de huismus als broedvogel wordt in Nederland gekarakteriseerd als matig ongunstig (www.sovon.nl, Bij12). Regionaal zijn er nog wel verschillen. In steden is de afname sterk terwijl de huismus het goed doet in het zandige agrarische gebied. In het kleiige agrarische gebied doet de huismus het slecht. Verwacht mag worden dat de Noordoostpolder bij deze laatste categorie behoort. Over de staat van instandhouding van de huismus in alleen Bant is niets bekend. Uit onderzoek van Landschapsbeheer Flevoland (in opdracht Mercatus) in de wijken in eigendom van Mercatus blijkt wel dat de huismus een normale verschijning is. De huismussen die aanwezig zijn in het plangebied behoren tot een grotere populatie in de bebouwde omgeving van Bant en omgeving. Hoe de populatie zich echter de laatste jaren ontwikkeld heeft niet onderzocht en niet bekend. Als gevolg van de voorgenomen sloop en nieuwbouw werkzaamheden gaan vier nestplaatsen van de huismus verloren. Door het nemen van mitigerende en compenserende maatregelen wordt echter voorkomen dat de huismus wordt verwond of gedood en wordt overgecompenseerd wat betreft nestlocaties. Permanente nestlocaties worden zowel in de nieuwbouw binnen het plangebied als daarbuiten gerealiseerd. Wijzigingen in het voedselaanbod zullen door de geplande werkzaamheden niet optreden. Effecten van de sloop (en herbouw) van de Lange Omgang 1-19 op de staat van instandhouding van de huismus zijn daarmee uitgesloten. Gierzwaluw De landelijke staat van instandhouding van de gierzwaluw als broedvogel wordt in Nederland gekarakteriseerd als gunstig (www.sovon.nl, Bij12). Rekening houdend met de verspreiding van de gierzwaluw in 1998-2000, waarbij het aantal broedparen in de Noordoostpolder ingeschat wordt in

8 enkele honderden dieren met een zwaartepunt in Urk, is de situatie anno 2017 gunstiger in deze regio. Onderzoek door Landschapsbeheer in alleen het eigendomsgebied van Mercatus in de Noordoostpolder (zonder Urk) levert al meer dan 100 broedparen op. Op basis van telgegevens van Sovon, wordt de populatie omvang voor Ens geschat op ongeveer 25. De gierzwaluwen die zijn aangetroffen in het plangebied zijn onderdeel van een grotere populatie in de bebouwde omgeving van Bant en omgeving. Door de renovatiewerkzaamheden gaan 3 nestplaatsen van de gierzwaluw verloren. Door het nemen van mitigerende en compenserende maatregelen wordt echter voorkomen dat gierzwaluwen worden verwond of gedood en wordt er voldoende gecompenseerd wat betreft nestlocaties. Permanente nestlocaties worden in de nieuwbouw binnen het plangebied gerealiseerd, tijdelijke voorzieningen in de directe omgeving zorgen voor voldoende uitwijkmogelijkheden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Wijzigingen in het voedselaanbod zullen door de geplande werkzaamheden niet optreden. Effecten van de sloop (en herbouw) van de Lange Omgang 1-19 op de staat van instandhouding van de gierzwaluw zijn daarmee uitgesloten. Gewone dwergvleermuis De landelijke staat van instandhouding van gewone dwergvleermuis wordt beoordeeld als gunstig (BIJ12, 2017c). Gewone dwergvleermuis is de meest wijdverspreide en de algemeenste vleermuis soort in Nederland. De aantallen worden geschat op 300.000 tot 600.000 dieren (https://minez.nederlandsesoorten.nl/content/gewone-dwergvleermuis-pipistrellus-pipistrellus). Regionaal is de gewone dwergvleermuis ook verreweg de meest algemene vleermuissoort van Flevoland. Het grootste gevaar dat deze soort loopt is de toegankelijkheid van gebouwen als verblijfplaats. Binnen Flevoland is de staat van instadhouding (nog) gunstig. Er zijn geen trends beschikbaar, maar de lokale staat van instandhouding wordt eveneens als gunstig beoordeeld. De functionaliteit van de leefomgeving van gewone dwergvleermuis is niet in het geding. De aangetroffen gewone dwergvleermuis in het plangebied maakt deel uit van een grotere populatie in de bebouwde kom van Buns en omgeving. Door de renovatie gaat één paarverblijfplaats van de gewone dwergvleermuis verloren. Door het nemen van mitigerende en compenserende maatregelen wordt echter voorkomen dat gewone dwergvleermuizen worden verwond of gedood en wordt er voldoende gecompenseerd wat betreft verblijfplaatsen. Permanente nestlocaties worden in de nieuwbouw binnen het plangebied gerealiseerd, tijdelijke voorzieningen in de directe omgeving zorgen voor voldoende uitwijkmogelijkheden tijdens de uitvoering van de werkzaamheden. Wijzigingen in het voedselaanbod zullen door de geplande werkzaamheden niet optreden. Effecten van de sloop (en herbouw) van de Lange Omgang 1-19 op de staat van instandhouding van de gierzwaluw zijn daarmee uitgesloten. Mitigatie Bij de uitvoering van de (sloop)werkzaamheden vinden de volgende mitigerende maatregelen plaats: - Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden zijn aan de Zuidakker 21-31, minimaal 8 permanente nestplaatsen voor huismus gerealiseerd in de vorm van vogelvides. - Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden aan de Zuidakker 21-31, minimaal 10 nestplaatsen voor gierzwaluw gerealiseerd in de vorm van neststenen of nestkasten (vogelvides zijn ongeschikt voor de gierzwaluw). Deze nestkasten worden geplaats conform de richtlijnen uit het kennisdocument van BIJ12. Dit betekent onder meer dat ze geclusterd en bij voorkeur zo hoog mogelijk aan de kopse gevels gehangen worden. - Ruim voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden worden aan de bomenrij tegenover de Zuidakker 21-31, minimaal 12 tijdelijke verblijfplaatsen voor gewone dwergvleermuis gerealiseerd in de vorm van platte vleermuiskasten. - Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden en vóór het broedseizoen van huismus en gierzwaluw worden de woningen aan de Lange Omgang 1-19, ongeschikt gemaakt voor huismus en gierzwaluw, conform de methoden beschreven in de kennisdocumenten van Bij12. - Voorafgaand aan de sloopwerkzaamheden dient gezorgd te worden dat de gewone dwergvleermuis het pand verlaten heeft. Dit kan door:

9 o o o Gebruik te maken van zogenaamde exclusion flaps of exclusion tubes. Deze flaps en tubes kunnen jaarrond aangebracht worden en zorgen ervoor dat vleermuizen hun verblijfplaats kunnen verlaten, maar niet meer terug kunnen keren. Na uitvliegen (gecontroleerd door ter zake kundige ecoloog) de invliegopening dichtzetten. Dit mag pas na de winterrust van de gewone dwergvleermuis uitgevoerd worden. De spouwmuur en de ruimte onder het dak ongeschikt te maken door het creëren van tocht. Dit kan door op verschillende plekken en hoogten grote gaten in de spouwmuur te maken of de hoeken open te trekken en de eerste twee rijen dakpannen handmatig te verwijderen. Deze methode mag pas na de winterrust van de gewone dwergvleermuis uitgevoerd worden. - De voorgenomen sloopwerkzaamheden van de woningen aan de Lange Omgang 1-19 kunnen starten ná het ongeschikt maken van panden voor de huismus, gierzwaluw en gewone dwergvleermuis en in de ecologisch minst kwetsbare periode. Dat wil zeggen na de winterrust periode van de gewone dwergvleermuis (start vanaf circa 15 april). - Hierbij wordt opgemerkt dat het broedseizoen voor de huismus en gierzwaluw en winterperiode van de gewone dwergvleermuis geen standaard perioden kent. Afhankelijk van de meteorologische en klimatologische omstandigheden kunnen deze perioden eerder danwel later aanvangen en/of eindigen. Een deskundige op het gebied van deze soorten dient aan te geven wanneer het een geschikte periode is om te werken. - De werkzaamheden worden tezamen met de begeleidende ecoloog beslist, uitgevoerd en gecontroleerd op hun effectiviteit. - Ter compensatie voor de huismus worden in de nieuwbouw aan de Lange Omgang permanente nestplaatsen gecreëerd door de ruimte onder de eerste rij dakpannen toegankelijk te maken (onderpanprofiel, geen vogelvides). - Ter compensatie voor de gierzwaluw dienen in de nieuwbouw aan de Lange Omgang permanente nestlocaties te worden gecreëerd, conform de richtlijnen uit het kennisdocument van BIJ12. Dit kan door het aanbrengen van minimaal 25 (inpandige) neststenen of nestkasten (niet richting het zuiden). Een andere optie is om de ruimte onder het dak aan de kopse kanten toegankelijk en geschikt te maken voor de gierzwaluw. Voor toegankelijkheid dient tussen de kantpannen en de muur een ruimte van minimaal 3 centimeter te zitten. - Ter compensatie van de gewone dwergvleermuis dient in de nieuwbouw aan de Lange Omgang permanente verblijfplaatsen gecreëerd te worden. Dit kan door: o o Spouwmuren van de nieuwbouw geschikt en toegankelijk te maken. Om de spouw voor vleermuizen geschikt te maken moet er tussen de buitenmuur en het isolatiemateriaal (de luchtspouw) minimaal 3 cm ruimte zijn. De vleermuizen moeten zowel aan de buitenmuur als de isolatielaag kunnen hangen. De isolatielaag dient mogelijk voorzien te worden van een harde ruwe buitenlaag. Het toegankelijk maken van de spouwruimte kan middels het aanbrengen van open stootvoegen (minimaal 2,5 cm breed). Het aanbrengen van minimaal vier inpandige vleermuiskasten. Deze moeten worden geplaatst in verschillende windrichtingen om zodanig verschillende microklimaten te creëren. B5. Conclusie De aangevraagde situatie past binnen de wettelijke regels. Gezien de activiteit en de maatregelen die worden getroffen zijn er geen effecten op de staat van instandhouding van de huismus, gierzwaluw en gewone dwergvleermuizen. De aanvraag past eveneens binnen de door de provincie Flevoland vastgestelde beleidsregels. Wij zijn van mening dat de gevraagde ontheffing voor de beoogde situatie kan worden verleend. De ontheffing wordt verleend tot en met 31 december 2020.

10 C. Kennisgeving en afschriften Van dit besluit zal conform artikel 3.42 tweede lid van de Algemene wet Bestuursrecht door ons kennis worden gegeven door middel van publicatie in de Noordoostpolder en op de website van de Provincie Flevoland. Afschriften van dit besluit worden verzonden aan: OFGV, info@ofgv.nl D. Bezwaar Tegen dit besluit kunt u binnen zes weken na datum van verzending van deze brief schriftelijk bij ons bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en voorzien van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. Nadere informatie over de bezwaarprocedure treft u aan in het hierna volgende informatieblad. E. Ondertekening Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van Flevoland, de secretaris, de voorzitter, Mr. Drs. T. van der Wal L. Verbeek

Informatieblad bezwaarprocedure Gedeputeerde Staten van Flevoland Bezwaar Tegen onze besluiten kunt u op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na datum van verzending ervan bij ons schriftelijk bezwaar maken. Uw bezwaarschrift dient ondertekend en voorzien te zijn van uw naam en adres, de datum, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden van het bezwaar. U dient het bezwaar in op onze website https://www.flevoland.nl/loket/producten/bezwaar-tegen-beslissing-provincie-6365. Verzoek om voorlopige voorziening Wanneer u van mening bent dat, in afwachting van de behandeling van uw bezwaarschrift, een voorlopige voorziening moet worden getroffen, kunt u een verzoek daartoe indienen bij de voorzieningenrechter. Het adres is Rechtbank Midden-Nederland, Afdeling Bestuursrecht, voorlopige voorzieningen, Postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Uw verzoek om voorlopige voorziening wordt pas in behandeling genomen wanneer u griffierecht heeft betaald. De rechtbank laat u weten hoe hoog het griffierecht is en op welke wijze u dit kunt overmaken. Overslaan van de bezwaarschriftenprocedure Op grond van artikel 7:1a van de Algemene wet bestuursrecht kunt u in uw bezwaarschrift aangeven dat u de bezwaarschriftenprocedure wilt overslaan en rechtstreeks in beroep wilt gaan bij de bestuursrechter. In artikel 7:1 a tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht is bepaald dat wij een dergelijk verzoek in ieder geval moeten afwijzen wanneer: A) het bezwaarschrift is gericht tegen het niet op tijd nemen van een besluit. B) tegen het besluit door een andere belanghebbende ook een ander bezwaarschrift is ingediend waarin zo n verzoek niet is gedaan en dit bezwaarschrift ontvankelijk is. Wij stemmen alleen in met het verzoek om de bezwaarschriftenprocedure over te slaan, wanneer de zaak daarvoor geschikt is. Wanneer dit het geval is, zenden wij het bezwaarschrift door aan de bevoegde rechter. Proceskostenvergoeding Tot slot wijzen wij u er nog op dat u op grond van artikel 7:15, tweede lid van de Algemene wet bestuursrecht bij ons voordat wij een besluit hebben genomen op uw bezwaarschrift een verzoek kunt indienen om de kosten die u redelijkerwijs in verband met de behandeling van uw bezwaarschrift moet maken, te vergoeden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om kosten van rechtsbijstand, kosten van een getuige/deskundige; reis- en verblijfkosten, kosten van uittreksels uit openbare registers, telefoongesprekken. Bij het indienen van zo n verzoek moet u het bedrag van de vergoeding aangeven en stukken overleggen waaruit blijkt dat u deze kosten daadwerkelijk heeft gemaakt. Bij het besluit dat wij op het bezwaarschrift nemen, wordt tegelijkertijd een besluit genomen op een ingediend verzoek om vergoeding van de kosten.