RUD de heer DJ. Slobbe Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Slachthuisbuurt, Haarlem

Transcriptie

1 rüd R e e i o n a ï Uitvoeringsdienst oord-holland Noord Archief Elan Wonen t.a.v. De heer W. Fennema Meesterlottelaan JJ HAARLEM Hoorn, 18 september 2017 VERZONDEN 1 8 SEP Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie RUD de heer DJ. Slobbe Wnb aanvraag ontheffing ruimtelijke ingrepen Slachthuisbuurt, Haarlem Geachte heer Fennema, Op 6 juni 2017 hebben wij uw aanvraag voor een ontheffing als bedoeld in artikel 3.3 en 3.8 van de Wet Natuurbescherming (hierna: Wnb) ontvangen. De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project 'Renovatie Slachthuisbuurt', gelegen in de gemeente Haarlem. Het project betreft het renoveren en isoleren van woningen. De werkzaamheden bestaan uit het van buitenaf isoleren van de gevels, het van buitenaf isoleren van de daken, het vervangen van de dakpannen, en het aanpassen van de dakranden. Voor onderhavig project wordt ontheffing gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1 lid 2 van de Wnb voor wat betreft de huismus (Passer domesticus) en gierzwaluw (Apus apus), en van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.5 lid 4 van de Wnb voor wat betreft de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de periode van 31 juli 2017, tot en met 1 januari De aanvraag is geregistreerd onder zaaknummer Besluit Wij besluiten om aan Elan Wonen, ontheffing te verlenen van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 2 van de Wnb voor zover dit betreft het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten, rustplaatsen en eieren, of het wegnemen van nesten van de diersoorten huismus (Passer domesticus) en gierzwaluw (Apus apus), en van artikel 3.5 lid 4 van de Wnb voor zover dit betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van diersoort gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) voor de aangevraagde periode. Hieronder motiveren wij ons besluit. Overwegingen Wettelijk kader De huismus en de gierzwaluw zijn beschermde vogelsoorten als bedoeld in artikel 1 van de Europese Vogelrichtlijn. De richtlijn ziet op de bescherming van individuele vogels, hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden. Op grond van artikel 3.1 van de Wnb is het verboden van nature in Nederland in het wild levende vogels van soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn: - opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.1, lid 1); opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren te vernielen ofte beschadigen, of nesten van vogels weg te nemen (artikel 3.1, lid 2); eieren van vogels te rapen en deze onder zich te hebben (artikel 3.1, lid 3); Pagina 1 van 10 Zaaknummer: RUDt

2 opzettelijk te storen (artikel 3.1, lid 4). Het verbod, bedoeld in artikel 3.1, vierde lid, is niet van toepassing indien de storing niet van wezenlijke invloed is op de staat van instandhouding van de desbetreffende vogelsoort. Op grond van artikel 3.3 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.1 of artikel 3.2, zesde lid, ten aanzien van vogels van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van hun nesten, rustplaatsen of eieren. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten: - in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid; in het belang van de veiligheid van het luchtverkeer; ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, visserij of wateren1 ter bescherming van flora of fauna; - voor onderzoek of onderwijs, het uitzetten of herinvoeren van soorten, of voor de daarmee samenhangende teelt, of - om het vangen, het onder zich hebben of elke andere wijze van verstandig gebruik van bepaalde vogels in kleine hoeveelheden selectief en onder strikt gecontroleerde omstandigheden toe te staan. Wetteliik kader De gewone dwergvleermuis is opgenomen in bijlage IV van de Europese Habitatrichtlijn, dieren plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. Op grond van artikel 3.5 van de Wnb is het onder meer verboden in het wild levende dieren van soorten genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn in hun natuurlijk verspreidingsgebied: opzettelijk te doden ofte vangen (artikel 3.5, lid 1); - opzettelijk te verstoren(artikel 3.5, lid 2); - opzettelijk eieren te vernielen of te rapen(artikel 3.5, lid 3); voortplantingsplaatsen of rustplaatsen te beschadigen of te vernielen (artikel 3.5, lid 4). Op grond van artikel 3.8 van de Wnb kunnen Gedeputeerde Staten ontheffing verlenen van verboden als bedoeld in artikel 3.5 of artikel 3.6, tweede lid, ten aanzien van dieren van daarbij aangewezen soorten, dan wel ten aanzien van de voortplantingsplaatsen, rustplaatsen of eieren van dieren van daarbij aangewezen soorten. Een ontheffing wordt uitsluitend verleend, indien er geen andere bevredigende oplossing bestaat, dat er niet bij of krachtens enig ander artikel van deze wet vrijstelling is of kan worden verleend, dat er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van de betrokken soort in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan, en zij nodig is op grond van een in de wet genoemd belang. Te weten: Postbus 2095 a 1620 EB Hoorn a Pagina 2 van 10

3 in het belang van de bescherming van de wilde flora of fauna, of in het belang van de instandhouding van de natuurlijke habitats; ter voorkoming van ernstige schade aan met name de gewassen, veehouderijen, bossen, visgronden, wateren of andere vormen van eigendom; in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten; voor onderzoek en onderwijs, re-populatie of herintroductie van deze soorten, of voor de daartoe benodigde kweek, met inbegrip van de kunstmatige vermeerdering van planten, of om het onder strikt gecontroleerde omstandigheden mogelijk te maken op selectieve wijze en binnen bepaalde grenzen een beperkt, bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde dieren van de aangewezen soort te vangen of onder zich te hebben, onderscheidenlijk een beperkt bij de ontheffing of vrijstelling vastgesteld aantal van bepaalde planten van de aangewezen soort te plukken of onder zich te hebben. Andere bevredigende oplossing Uit de gegevens van uw aanvraag blijkt dat het project is gebonden aan een specifieke locatie. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan nestplaatsen van huismussen en gierzwaluwen, en paarverblijven van gewone dwergvleermuizen zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid. In internationaal verband is afgesproken dat de uitstoot van C02 in 2020 met ruim 20% is teruggebracht (dit staat verwoord in het Kyoto Protocol). Eén van de maatregelen is een betere isolatie van woningen. De bebouwing in het plangebied is energetisch verouderd, hetgeen leidt tot hoge onderhouds- en exploitatielasten. Renovatie en isolatie van de bebouwing is noodzakelijk om de woningen energiezuinig te maken en langdurig te behouden. Door de isolatiewerkzaamheden wordt de C02-uitstoot teruggebracht en daarmee een bijdrage geleverd aan het terugdringen van klimaatverandering. Door de aan te brengen verbeteringen aan de woningen zal ook het wooncomfort voor de bewoners van de woningen aanzienlijk worden verbeterd. Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat het belang voldoende onderbouwd is om de eventuele negatieve effecten op de soort huismus, die als gevolg van de uitvoering van het project mogelijk zouden kunnen optreden, te rechtvaardigen. Staat van instandhouding Eén van de voorwaarden waaraan voldaan moet worden voordat een ontheffing van de verboden in de wet kan worden verleend is dat de staat van instandhouding van de desbetreffende diersoort niet in het gevaar mag komen. Voor soorten van de Vogelrichtlijn wordt een ontheffing uitsluitend verleend indien de maatregelen niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de desbetreffende soort. Het nest van een vogel is de plaats of ruimte die een vogel gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en, voor zover het geen nestvlieders betreft, het grootbrengen van de jongen. In de context van artikel 3.1, tweede lid van de Wnb moet onder nest ook de inhoud en de functionele omgeving daarvan, voor zover het broedsucces van vogels daarvan afhankelijk Pagina 3 van 10

4 is, worden begrepen. Daartoe zijn alle activiteiten begrepen die het broedsucces negatief beïnvloeden of teniet doen. Artikel 3.1, tweede lid van de Wnb is gedurende het broedseizoen van toepassing op alle in gebruik zijnde nesten van vogels. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat een nieuw nest te maken en gebruiken hun nest niet als vaste rust- of verblijfplaats. Dergelijke nesten voor eenmalig gebruik genieten buiten het broedseizoen niet de bescherming van artikel 3.1, tweede lid van de Wnb. Nesten van de soorten huismus en gierzwaluw vallen ook buiten het broedseizoen onder de definitie van 'vaste rust- of verblijfplaatsen' in artikel 3.1, tweede lid van de Wnb. Deze nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. Derhalve is, bij overtreding van de verbodsbepalingen, ontheffing nodig van artikel 3.1, tweede lid van de Wnb met betrekking tot de nesten van deze soorten. Volgens de Soortenstandaard Huismus is de broedtijd van de huismus meestal van begin april tot en met augustus, maar in maart kan er ook al gebroed worden. Meestal worden 2 tot 3 legsels grootgebracht. Ook buiten de broedperiode wordt aan het nest gebouwd. Uit de Soortenstandaard Huismus blijkt verder dat de huismus zeer honkvast is. Hij blijft het gehele jaar in de buurt van zijn eenmaal gekozen nest. Huismussen gebruiken het nest zelf ook het gehele jaar door. Het nest wordt buiten de broedperiode soms ook gebruikt ais slaap plaats. Tijdens strenge koude in de winter bijvoorbeeld. In het najaar begint de huismus al weer met het naar het nest toe slepen van nestmateriaal, waarschijnlijk ook voor bekleding van het door de jongen vervuilde nest. Volgens de Soortenstandaard Gierzwaluw keren gierzwaluwen vanaf eind april terug naar het nest van het vorige jaar. Als het noodzakelijk is, bijvoorbeeld als nestgelegenheid de beperkende factor is geworden, zijn gierzwaluwen in staat om nieuwe nestplekken te accepteren. Bij het zoeken naar nieuwe locaties zijn ze zeer voorzichtig met het binnendringen van een ruimte, omdat de vogel niet weet of hij de plek weer kan verlaten. Gierzwaluwen gaan volgens de soortenstandaard liever vlak in de buurt van bestaande kolonies op zoek naar nestgelegenheid en zijn veel minder geneigd op exploratie te gaan op plaatsen ver van kolonies en waar reeds lang geen vogels meer broeden. Eind juli zijn de nesten doorgaans weer verlaten. In jaren met koude en natte omstandigheden in de zomer is dit begin augustus. De genoemde maanden zijn afhankelijk van de lokale klimatologische omstandigheden en bij de gierzwaluw zeker ook van de meteorologische omstandigheden voor en tijdens het broeden. Dit kan tot gevolg hebben dat nesten al eerder of nog later in gebruik zijn. De renovatie van de woningen in de Slachthuisbuurt in Haarlem leiden volgens het bij de aanvraag gevoegde activiteitenplan niet tot een verslechtering van de gunstige staat van instandhouding van de soorten huismus, gierzwaluw, en gewone dwergvleermuis. Met de maatregelen die zullen worden genomen en de alternatieve nestplaatsen die zullen worden aangeboden worden er namelijk extra broedlocaties en verblijfplaatsen voor huismussen, gierzwaluwen, en gewone dwergvleermuizen gecreëerd. De huidige broed- en verblijflocaties worden pas verwijderd nadat de nieuwe permanente broed- en verblijflocaties ingericht zijn. Er zijn daarom altijd voldoende broed- en verblijfplaatsen aanwezig. Ook het leefgebied van de soorten wordt in stand gehouden, want er wordt alleen aan de woningen gewerkt. Voorgenomen werkwijze U heeft uw aanvraag ingediend met een Activiteitenplan, waarin u beschrijft hoe u te werk zult gaan, en op welke manieren rekening gehouden zal worden met de verschillende soorten. Indien deze richtlijnen worden gevolgd zullen negatieve gevolgen voor de huismussen, de gierzwaluwen, en de gewone dwergvleermuizen op de locatie zeer beperkt en zeer tijdelijk blijven. De voorgenomen maatregelen zullen dan naar ons oordeel niet leiden tot verslechtering van de staat van instandhouding van de huismus, de gierzwaluw, en de gewone dwergvleermuis. Huismus Om verlies van nestgelegenheid tegen te gaan worden in de te renoveren woningen vervangende verblijven voor huismussen aangebracht. Per vastgestelde Pagina 4 van 10 Zaaknummer: RUD17,218859

5 nestplaats worden minimaal 2 alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd in de vorm van mussenvides, nestkasten en/of neststenen. Aangezien er 5 mussennesten zijn gevonden, dienen er 10 alternatieve nestplaatsen te worden verzorgd. Deze alternatieve nestplaatsen worden verspreid over de te renoveren woningen aangebracht. De alternatieve nestplaatsen worden ruim voorafgaand aan het broedseizoen geplaatst. De renovatiewerkzaamheden zullen alleen plaatsvinden aan de woongebouwen. Het functionele leefgebied van de huismus bestaat uit de aangrenzende tuinen en het aangrenzende openbaar gebied. In deze leefomgeving zullen geen aanpassingen of werkzaamheden plaatsvinden. Hierdoor blijft het leefgebied van de huismus, waarin de alternatieve verblijfplaatsen worden geplaatst, intact. Voor aanvang van de renovatiewerkzaamheden worden de bestaande nestplaatsen ongeschikt gemaakt. Het ongeschikt maken van de bestaande nestplaatsen vindt plaats buiten de broedperiode (van maart tot en met augustus) en onder begeleiding van een ter zaken kundige op het gebied van huismussen. Om te voorkomen dat de huismus zich in de overige te renoveren woningen zou vestigen worden de ruimten onder de pannen van de woningen die na 1 maart 2018 nog moeten worden gerenoveerd voor aanvang van de broedperiode in 2018, ongeschikt gemaakt als broedplaats voorde huismus en voor andere broedvogels. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door alle voor huismussen geschikte openingen dicht te zetten met fijnmazig gaas (met een maaswijdte van maximaal 8mm x 8mm) of door het plaatsen van een vogelschroot. Het ongeschikt maken van deze woningen wordt afgestemd met een ter zake kundige op het gebied van de huismus. De renovatiewerkzaamheden aan de woningen zullen gefaseerd worden uitgevoerd, waarbij maximaal 15 van de 96 woningen tegelijk onder behandeling zullen zijn. Werkzaamheden vinden vanaf september 2017 gedurende 9 achtereenvolgende maanden plaats. Met de fasering van de werkzaamheden wordt rekening gehouden met de voortplantingsperiode van de huismus. De werkzaamheden aan de woningen waarbinnen nestplaatsen van de huismus zijn vastgesteld worden buiten de gevoelige periode van de huismus (globaal van maart tot en met augustus) uitgevoerd. Gierzwaluw Om verlies van verblijfgelegenheid tegen te gaan worden in de te renoveren woningen vervangende verblijven voor gierzwaluwen aangebracht. Per vastgestelde nestplaats worden minimaal 5 alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd in de vorm van nestkasten en/of neststenen. Aangezien er 6 nesten zijn aangetroffen, dienen er minimaal 30 vervangende nestplaatsen te worden aangebracht. Deze alternatieve nestplaatsen worden groepsgewijs aangebracht aan de bebouwing en directe omgeving waarbinnen de nestplaatsen zijn aangetroffen. De renovatiewerkzaamheden zullen alleen plaatsvinden aan de woongebouwen. Het functionele leefgebied van de gierzwaluw komt hierdoor niet in het geding. De gierzwaluw gebruikt zijn nest alleen in de periode van half april tot en met half augustus. In het geval van late legsels worden de nesten soms tot eind augustus nog wel gebruikt. Buiten deze periode is de gierzwaluw niet in de omgeving van het nest aanwezig. De aangetroffen nestplaatsen zullen door de werkzaamheden aan het dak verloren gaan. Ook kunnen de werkzaamheden geluidsoverlast veroorzaken waardoor aanwezige gierzwaluwen mogelijk worden verstoord. De renovatiewerkzaamheden aan de woningen zullen gefaseerd worden uitgevoerd, waarbij maximaal 15 van de 96 woningen tegelijk onder behandeling zullen zijn. Werkzaamheden vinden vanaf september 2017 gedurende 9 achtereenvolgende maanden plaats. Met de fasering van de werkzaamheden houdt u rekening met de voortplantingsperiode van de gierzwaluw. De werkzaamheden aan de woningen waarbinnen nestplaatsen van de gierzwaluw zijn vastgesteld, worden buiten de gevoelige periode van de gierzwaluw (globaal van half april tot half augustus) uitgevoerd. Om te voorkomen dat de gierzwaluw zich in andere, nog te renoveren woningen zal vestigen, worden de ruimten onder de pannen van de woningen die na half april 2018 nog moeten worden gerenoveerd voor aanvang van de broedperiode in 2018 ongeschikt gemaakt als broedplaats voor de gierzwaluw en voor andere broedvogels. Dit kan bijvoorbeeld worden bewerkstelligd door alle voor de gierzwaluw geschikte openingen Pagina 5 van 10

6 dicht te zetten met fijnmazig gaas (met een maaswijdte van maximaal 8mm x 8mm) of door het plaatsen van een vogelschroot. Het ongeschikt maken van deze woningen wordt afgestemd met een ter zake kundige op het gebied van de gierzwaluw. Gewone dweravleermuis Om de functionaliteit van verblijfplaatsen voor de gewone dwergvleermuis te garanderen wordt gezorgd voor alternatieve verblijfplaatsen in het plangebied. Per vastgestelde nestplaats worden minimaal 4 alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd in de vorm van vleermuiskasten. Aangezien er 5 nesten zijn aangetroffen, dienen er minimaal 20 vervangende verblijfplaatsen te worden aangebracht. Deze worden verspreid over de kopgevels in het plangebied op ten minste 3 meter hoogte aangebracht. Door het aantal verblijven en de variatie in oriëntatie wordt voldoende ruimte en variatie geboden om de aanwezige gewone dwergvleermuizen te blijven huisvesten. De paarterritoria van de gewone dwergvleermuis zijn verspreid over het plangebied waargenomen. De kwetsbare periode voor paarverblijven betreft de periode van medio juli tot en met oktober. Door de verspreiding over het plangebied en de doorlooptijd van 9 maanden is het volgens uw activiteitenplan niet mogelijk om enkel buiten de kwetsbare periode (van medio juli tot en met oktober ) te werken. Bij het plannen van de renovatiewerkzaamheden wordt er daarom naar gestreefd om de woningen waar de vleermuizen zich bevinden zoveel mogelijk als laatst en buiten de paarperiode in te plannen. Hierdoor is de verstoring op de huidige paarverblijfplaatsen van de vleermuizen minimaal. Om te voorkomen dat vleermuizen zich elders gaan vestigen in de nog te renoveren woningen worden de woningen vooraf aan de renovatiewerkzaamheden ongeschikt gemaakt als verblijfplaats. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden door het loshalen van dakpannen, loodslabben eventueel plaatselijk aangevuld door het plaatsen van 'exclusion flaps' en/of het beschijnen met felle verlichting. Dit ongeschikt maken wordt minstens 1 week voorafgaande aan de renovatiewerkzaamheden uitgevoerd. Hierbij wordt rekening gehouden met de gevoelige perioden van de vleermuizen voor de paarperiode (van medio juli tot en met oktober). Woningen waaraan binnen de paarperiode werkzaamheden daken, dakkapellen of betimmering worden uitgevoerd worden voorafgaande aan de paarperiode ongeschikt gemaakt. Zowel de planning als de wijze van uitvoer van het ongeschikt maken wordt afgestemd met een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. Ondanks alle voorzorgsmaatregelen zou het kunnen voorkomen dat er ergens onverwachts toch vleermuizen worden aangetroffen tijdens werkzaamheden. Bij het verwijderen van de elementen die voor vleermuizen als verblijfplaats zouden kunnen dienen wordt daarom voorzichtig te werk gegaan, op een wijze zodat eventueel aanwezige dieren niet gewond raken. In het geval er dieren worden aangetroffen wordt de betreffende locatie direct met rust gelaten en wordt contact opgenomen met een deskundige op het gebied van de gewone dwergvleermuis. Tenslotte wordt er, om verstoring voor foeragerende en passerende vleermuizen te voorkomen in de periode april tot en met november voor zover mogelijk alleen tussen zonsopgang en zonsondergang gewerkt. Indien toch gebruik gemaakt gaat worden van kunstmatige verlichting, wordt deze uitsluitend op de werkzaamheden gericht waarbij verlichting van bomen en omliggende bebouwing wordt voorkomen. Alle werkzaamheden worden uitgevoerd in afstemming met en onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de betreffende soort. Door de geplande werkwijze zullen de mussen, de gierzwaluwen, en de gewone dwergvleermuizen dus voor, tijdens, en na de werkzaamheden voldoende rust, en verblijfplaatsen hebben in het plangebied. Ook zijn de tijdelijke nest- en verblijfkasten ruim op tijd geplaatst zodat de verschillende soorten voldoende tijd hebben aan de alternatieve nest- en verblijfkasten te wennen. Er worden nesten (vaste rust- en verblijfplaatsen) weggenomen. Pagina 6 van 10

7 waardoor een ontheffing nodig is. Er worden echter ook voldoende maatregelen getroffen om de mogelijke negatieve effecten op te heffen, waardoor een ontheffing verleend kan worden. Zorgplicht In artikel 1.11 van de Wnb is een zorgplicht bepaling opgenomen. Hierin wordt gesteld dat een ieder voldoende zorg in acht dient te nemen voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. De zorg, als bedoeld in voorstaande zin, houdt in elk geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor in het wild levende dieren en planten kunnen worden veroorzaakt dergelijke handelingen achterwege laat. Indien het achterwege laten redelijkerwijs niet kan worden gevergd, dienen de noodzakelijke maatregelen te worden getroffen om die gevolgen te voorkomen, of voor zover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt. Voor de soort waarvoor wij u ontheffing verlenen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Conclusie Ontheffing kan slechts verleend worden indien geen andere bevredigende oplossing bestaat, zij nodig is in het kader van een in de wet genoemd belang en er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan dan wel er geen verslechtering van de staat van instandhouding van de betreffende soorten optreedt. Bij beoordeling van uw aanvraag is gebleken dat de in uw aanvraag aangegeven werkwijze de meest bevredigende oplossing is. Daarnaast zijn wij van oordeel dat het belang voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Verder concluderen wij op basis van uw aanvraag dat met uw werkwijze de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten huismus (Passer domesticus), gierzwaluw (Apus apus), en gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) niet in het geding komt. Wij verlenen u daarom ontheffing van het verbod opzettelijk nesten, rustplaatsen en eieren te vernielen ofte beschadigen, of nesten van vogels wea te nemen (artikel 3.1, lid 2) voor zover dit van toepassing is op de soort huismus en de soort gierzwaluw, en het verbod voortdlantinasolaatsen of rustplaatsen te beschadigen ofte vernielen (artikel 3.5, lid 4) voor zover dit van toepassing is op de soort gewone dwergvleermuis. Voorschriften en intrekking ontheffing Aan dit besluit zijn op grond van artikel 5.3, eerste, tweede en derde lid van de Wnb voorschriften, beperkingen en een geldigheidsduur verbonden. Op grond van artikel 5.4, eerste en derde lid, Wnb kan de ontheffing worden ingetrokken als in strijd met de ontheffing of de voorschriften wordt gehandeld. Tevens is dan sprake van een economisch delict. Pagina 7 van 10

8 Besluit Kenmerk (2017) Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gelezen De aanvraag van Elan Wonen, d.d. 6 juni 2017, voor een ontheffing ex artikel 3.3 en artikel 3.8 van de Wet natuurbescherming (hierna: Wnb) voor het door Logchies renovatie en onderhoud uitvoeren van werkzaamheden voor het project 'renovatie woningen Slachthuisbuurt', in Haarlem, in de periode van 31 juli 2017, tot en met 1 januari De ontheffing is nodig in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid, voor het opzettelijk weg nemen van nesten (artikel 3.1, lid 2) van diersoort huismus (Passer domesticus) en diersoort gierzwaluw (Apus apus), en voor het opzettelijk beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen (artikel 3.5, lid 4); van diersoort gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Het projectgebied is gelegen in de gemeente Haarlem. Gelet op de artikelen 3.1, 3.3, 3.5, 3.8, en 5.1 tot en met 5.4 van de Wet Natuurbescherming; Overwegende dat geen vrijstelling is of kan worden verleend bij of krachtens enig ander artikel van de Wet Natuurbescherming; er in dit geval geen andere bevredigende oplossing bestaat; er geen sprake is van een verslechtering van de staat van instandhouding Besluit aan Elan Wonen op grond van artikel 3.3, vierde lid van de Wnb ontheffing te verlenen van artikel 3.1, lid 2 van de Wnb voor zover het betreft het opzettelijk beschadigen, vernielen of wegnemen van nesten, rustplaatsen en eieren van diersoortenhuismus (Passer domesticus) en gierzwaluw (Apus apus), en op grond van artikel 3.8, lid 5 van de Wnb ontheffing te verlenen van artikel 3.5, lid 4 van de Wnb voor zover het betreft het beschadigen of vernielen van voortplantingsplaatsen of rustplaatsen van diersoort gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus). Voorschriften en beperkingen Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soort en beschreven verboden handelingen verleend; 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven; 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn; 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder blijft daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing; 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren; 6. De ontheffinghouder dient zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is: Pagina 8 van 10 Zaaknummer: RUD17,218859

9 I. hiervan elektronisch melding te maken bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord via het digitale meldformulier op de website van de RUD NHN). OF; II. hiervan telefonisch melding te maken bij de Regionale Uitvoeringsdienst Noord- Holland Noord op Specifieke voorschriften huismus 7. De nieuwe (vervangende) huismus nestkasten zijn minstens 3 maanden voor de start van de project werkzaamheden geplaatst; 8. De nieuwe huismus nestkasten bevinden zich op niet meer dan 200 meter afstand van de huidige nestplaatsen; 9. Als permanente voortplantings- en vaste rust- en verblijfplaatsen worden er minstens 10 nestkasten en/of vogelvides aangebracht in de woningen nabij (binnen een straal van 200 meter) het projectgebied; 10. Huidige nesten worden, buiten het broedseizoen en onder begeleiding van een deskundig ecoloog, voorafgaand aan de daadwerkelijke werkzaamheden ongeschikt gemaakt; 11. Nestopeningen van de nieuw te plaatsen nestgelegenheden liggen minstens 50 centimeter uit elkaar, tenzij de ene nestopening niet zichtbaar is vanuit het aangrenzende nest; 12. De exacte locatie van de nieuwe nestvoorzieningen wordt nader bepaald in overleg met een deskundige ecoloog op het gebied van de betreffende soort; 13. Voor zover nog niet benoemd in een voorschrift, dient u alle maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het bij uw aanvraag gevoegde Activiteitenplan (bijlage 1 bij dit besluit); Specifieke voorschriften gierzwaluw 14. De nieuwe (vervangende) gierzwaluw nestplaatsen moeten voorde eigenlijke werkzaamheden en voor terugkomst uit het zuiden (15 april) beschikbaar zijn; 15. De nieuwe gierzwaluw nestplaatsen bevinden zich op niet meer dan 200 meter afstand van de huidige nestplaatsen; 16. Als permanente voortplantings- en vaste rust- en verblijfplaatsen worden er minstens 30 vervangende nestplaatsen aangebracht in de woningen nabij (binnen een straal van 200 meter) het projectgebied; 17. De werkzaamheden aan de woningen waarbinnen nestplaatsen van de gierzwaluw zijn vastgesteld, worden buiten de gevoelige periode van de gierzwaluw (half april tot half augustus) uitgevoerd; 18. Om te voorkomen dat de gierzwaluw zich in andere, nog te renoveren woningen zal vestigen, worden de ruimten onder de pannen van de woningen die na half april 2018 nog moeten worden gerenoveerd voor aanvang van de broedperiode in 2018 ongeschikt gemaakt als broedplaats voor de gierzwaluw en voor andere broedvogels; 19. De exacte locatie van de nieuwe nestvoorzieningen wordt nader bepaald in overleg met een deskundige ecoloog op het gebied van de betreffende soort; 20. Voor zover nog niet benoemd in een voorschrift, dient u alle maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het bij uw aanvraag gevoegde Activiteitenplan (bijlage 1 bij dit besluit); Specifieke voorschriften gewone dwerqvleermujs 21. De nieuw aangeboden vleermuiskasten worden uiterlijk in januari 2018, minimaal 6 maanden voorafgaande aan het paarseizoen (medio juli/augustus tot en met 15 oktober) geplaatst; 22. Er worden minstens 20 vervangende vleermuiskasten aangebracht in de woningen nabij (binnen een straal van 200 meter) het projectgebied; 23. De vleermuiskasten worden geplaatst op minimaal 3 meter hoogte; 24. De locatie van te plaatsen vleermuiskasten biedt een vrije aanvliegroute, en duisternis; 25. De locatie van de vleermuiskasten dient vrij te zijn van menselijke verstoring en buiten bereik te zijn van predatoren; 26. Om te voorkomen dat vleermuizen zich elders gaan vestigen in de nog te renoveren woningen worden de woningen vooraf aan de renovatiewerkzaamheden ongeschikt gemaakt als verblijfplaats; 27. Voor zover nog niet benoemd in een voorschrift, dient u alle maatregelen uit te voeren zoals beschreven in het bij uw aanvraag gevoegde Activiteitenplan (bijlage 1 bij dit besluit); Pagina 9 van 10

10 Overige voorschriften 28. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soort waarvoor ontheffing is verleend; 29. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffing houder zich niet houdt aan de voorschriften; 30. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vijf maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. Geldigheid De ontheffing treed in werking de dag na verzending, en is geldig tot en met 1 januari Samenhangende besluiten Wij wijzen u erop dat uw aanvraag betrekking heeft op een activiteit waarvoor mogelijk ook op grond van andere wet- en regelgeving een besluit nodig is. Kennisgeving Van dit besluit zal kennis worden gegeven middels de website van de RUD Noord-Holland- Noord. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten va/n Noord-Holland, namens dezen, mw. drs. I.A.M.J. Sw< Afdelingsmanager Regulering Groen Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUDNHN) Bijlage(n): Kopie aan: Activiteitenplan - Afdeling toezicht en handhaving RUDNHN - Logchies renovatie en onderhoud Bezwaar Als u belanghebbende bent kunt u binnen zes weken na de verzending, uitreiking of publicatie van dit besluit schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift kunt u sturen aan Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, ter attentie van de secretaris van de Hoor- en adviescommissie. Postbus 123, 2000 MD Haarlem. Ook kunt u voor meer informatie de provinciale website bezoeken: Indien u bezwaar heeft ingediend is het mogelijk gebruik te maken van een minder formele procedure: een gesprek tussen u en medewerkers die namens het college van gedeputeerde staten deelnemen. Indien uw bezwaar zich hiervoor leent, wordt contact met u opgenomen, maar u kunt hier ook zelf om verzoeken. Een gesprek tast uw rechten als bezwaarmaker niet aan. Pagina 10 van 10 Zaaknummer: RUD17,218859