09.1 Galaten -1-1a een apostel die niet is aangesteld of gezonden door mensen (een) gezonden(e) van mensen of door een mens. 1b die Christus uit de dood heeft opgewekt Christus ingevoegd door NBV, in de tekst staat: hem. uit de dood uit doden, zie bij 1Ko. 2 broeders en zusters of: gemeenteleden, gelovigen, christenen. Genade zij u zij het Grieks heeft geen werkwoordsvorm, noch aantonend noch aanvoegend: genade voor u. 4 wereld. Dat is de wil van onze God en Vader wereld mensenwereld; dat is conform, overeenkomstig. 5 Hem komt de eer toe vgl. : voor hem de eer. dat u zich zo snel hebt afgewend van tot afgewend de taalkunde kent de term meta-thesis, verwisseling van medeklinkers, b.v. wesp > weps; je zet de goede letters op een verkeerde plaats; híer staat een vorm van het bijbehorende werkwoord meta-tithemai! 7a Er is geen ander evangelie het vers begint met een betrekkelijk voornaamwoord: wat/dat geen ander is (evangelie) 51: en dat is geen evangelie. 7b die u in verwarring brengen en het evangelie van Christus willen verdraaien verwarring confusion, commotion, disturbance (B.M. Newman); verdraaien omkeren. verkondigt verkondigd euangelidzoo, een goede boodschap brengen, ook in 1 9.1.2 4 ; euangelion, goede boodschap 1 v.11 2 2.5.7.14. 9 Ik heb het al eerder gezegd en zeg het nu opnieuw We hebben het al eens gezegd en ik zeg het nu weer. 10 Probeer ik te overtuigen zoek ik de goedkeuring van 11 Ik verzeker u niet door mensen is bedacht ik maak u bekend niet conform een mens (niet menselijk) is. maar dat Jezus Christus mij is geopenbaard letterlijk: maar door openbaring van Jezus Christus zo'n uitdrukking kun je passief èn actief opvatten (Jezus is/heeft aan mij geopenbaard). NBV kiest voor het eerste (vgl. 1a ), maar gezien de hele context is het tweede ook mogelijk. Het één sluit het ander niet uit.
09.2 a volgens de Joodse godsdienst leefde in het judaïsme leefde. b en haar probeerde uit te roeien en haar verwoestte. 14 Ik leefde de Joodse wetten heel wat strikter na dan velen van mijn generatie en zette mij vol overgave in voor de tradities van ons voorgeslacht Ik vorderde in het judaïsme meer dan velen van mijn leeftijdsgenoten, overdreven ijveraar als ik was voor de tradities van mijn voorouders. 1a zijn Zoon in mij te openbaren zijn zoon in mijn leven te onthullen. 1b Ik heb toen geen mens om raad gevraagd geen mens vlees en bloed, 'mensen die niets te betekenen hebben vergeleken bij God' (H.J.Jager); Van het begin af aan heb ik geen mens om raad gevraagd. 2 probeerde uit te roeien zie bij b. -2-2a Dat was mij in een openbaring opgedragen weergave van: En ik ging in overeenstemming met (conform) een openbaring. 2b de belangrijkste broeders vgl.. 2c want ik wilde me ervan overtuigen dat mijn inspanningen, toen en nu, niet voor niets waren loop of liep zodat ik mij niet voor niets inspan of ingespannen heb. 4a Dat wilden alleen namelijk ter wille van 4b om erachter te komen hoe wij onze vrijheid gebruikten om onze vrijheid te bespioneren. 5 gezwicht onderdanig aan de kant gegaan a hun positie interesseert me trouwens niet, God slaat geen acht op het aanzien van een mens wat ze ooit waren maakt voor mij geen verschil, God gaat niet af op de buitenkant van een mens b hebben mij tot niets verplicht hebben mij verder niets opgelegd. 7+ 7 de verkondiging onder de heidenen het evangelie van de heidenen zijn werk onder de Joden (het) apostolaat van de besnedenen; 7 onder de heidenen onder de besnedenen onder de onbesnedenen onder de besnedenen onder de Joden onder de onbesnedenen onder de besnedenen (joden) onder de volken.
09. 10 Onze enige verplichting was dat we de armen ondersteunden alleen moesten wij aan de armen denken. 11 openlijk tegen hem verzet, want zijn gedrag was verwerpelijk openlijk recht in zijn gezicht, vgl. aanzien, buitenkant; verwerpelijk af te keuren. de voorstanders van de besnijdenis de (mensen) uit de besnedenen hen die besneden waren. deden met hen mee hypocriseerden met hen mee. 14 Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden en houdt je niet aan de Joodse gebruiken; hoe kun je dan opeens heidenen dwingen als Joden te leven? Wanneer jij als jood niet joods maar heidens leeft, waarom dwing je dan de heidenen om joods te leven? 1 dat niemand als rechtvaardige wordt aangenomen door de wet na te leven, maar door het geloof in Jezus Christus als rechtvaardige wordt aangenomen vgl. 1 met 2 17.21..11.21.24 5 4.5 ; NBV geeft het zelfstandige naamwoord 'uit werken van de wet' terecht weer met een werkwoord 'naleven' ('doen' o.i.d.). Het ligt voor de hand om ook het zelfstandige naamwoord 'geloof' te vertalen door een werkwoord: 'geloven' of 'vertrouwen' niet statisch maar dynamisch, zo ook in 1b ; dat niemand wordt vrijgesproken (gered) door de wet na te leven, maar door in Jezus Christus te geloven (J.Chr. te vertrouwen). 1 Maar wanneer ik weer aanneem wat ik had verworpen, maak ik van mezelf opnieuw een overtreder Want als ik weer opbouw wat ik heb afgebroken, dan laat ik zien dat ikzelf een overtreder ben. 20 hier op aarde in (het) vlees, in dit zondige en zwakke lichaam. 2:1-21 1 Na verloop van veertien jaar ging ik opnieuw naar Jeruzalem, samen met Barnabas en Titus. 2 En ik ging in overeenstemming met een openbaring. In besloten kring legde ik de belangrijkste broeders het evangelie voor dat ik aan de (niet-joodse) volken verkondig, zodat ik mij niet voor niets inspan of ingespannen heb. Maar zelfs mijn reisgenoot Titus, die toch een Griek is, werd niet gedwongen zich te laten besnijden 4 dit dan ter wille van een paar schijnbroeders, die waren binnengedrongen om onze vrijheid, die we in Christus Jezus hebben, te bespioneren. Ze wilden slaven van ons maken. 5 Maar we zijn geen moment voor hen onderdanig aan de kant gegaan, want de waarheid van het evangelie moest in uw belang behouden blijven. De belangrijkste broeders wat ze ooit waren, maakt voor mij geen verschil: God gaat niet af op de buitenkant van een mens hebben mij verder niets opgelegd. 7 Integendeel, toen ze inzagen dat mij (de verkondiging van) het evangelie onder de onbesnedenen was toevertrouwd, zoals aan Petrus de verkondiging onder de besnedenen want zoals God Petrus kracht had gegeven voor het apostolaat onder de Joden, zo had hij mij kracht gegeven voor mijn werk onder de volken, 9 en ze dus de genade onderkenden die mij geschonken was, toen reikten Jakobus, Kefas en Johannes, die als steunpilaren golden, mij en Barnabas de broederhand: wij zouden naar de volken gaan, zij naar de besnedenen. 10 Alleen moesten wij aan de armen denken, en dat is ook precies waarvoor ik mij heb ingezet.
09.4 11 Maar toen Kefas in Antiochië was, heb ik me recht in zijn gezicht tegen hem verzet, want zijn gedrag was af te keuren. Hij at altijd met de heidenen, maar toen er afgezanten van Jakobus kwamen, trok hij zich terug en at hij apart, uit angst voor hen die besneden waren. De andere Joden deden met hem mee, en zelfs Barnabas liet zich meeslepen door hun huichelarij. 14 Toen ik zag dat ze niet de rechte weg naar het ware evangelie bewandelden, zei ik tegen Kefas, in aanwezigheid van iedereen: Wanneer jij als jood niet joods maar heidens leeft, waarom dwing je dan de heidenen om joods te leven? Hoewel wij Joden van geboorte zijn en geen zondaars uit andere volken, 1 weten we dat niemand wordt vrijgesproken door de wet na te leven, maar door in Jezus Christus te geloven. Ook wij zijn in Christus Jezus gaan geloven om daardoor, en niet door de wet, vrijgesproken te worden, want niemand wordt gered door de wet na te leven. 17 En in ons streven om door Christus vrijgesproken te worden, blijkt dat wijzelf ook zondaars zijn. Betekent dit dat Christus dus in dienst staat van de zonde? Natuurlijk niet. 1 Want als ik weer opbouw wat ik heb afgebroken, dan laat ik zien dat ikzelf een overtreder ben. Want ik ben gestorven door de wet en leef niet langer voor de wet, maar voor God. Met Christus ben ik gekruisigd: 20 ikzelf leef niet meer, maar Christus leeft in mij. Mijn leven in dit zwakke lichaam leef ik door te geloven in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zich voor mij heeft prijsgegeven. 21 Ik verwerp Gods genade niet; als we door de wet gered zouden kunnen worden, zou Christus voor niets gestorven zijn. -- 1a Galaten, u hebt uw verstand verloren! Wie heeft u in zijn ban gekregen? Volgens mij is dit met meer empathie geschreven: O dwaze Galaten, wie heeft jullie behekst? 1b Ik heb u Jezus Christus toch openlijk en duidelijk als de gekruisigde bekendgemaakt? Jezus Christus is jullie toch als een gekruisigde voor ogen geschilderd? 2 hebt u de Geest ontvangen door de wet na te leven of door te luisteren en te geloven? Evenals in 2 1 kun je ook hier het tweede naamwoord beter met werkwoord weergeven (in 10 doet NBV het zelf ook: iedereen die op de wet vertrouwt) door de wet te doen òf door gelovend te horen? (vertrouwend te luisteren) Bent u werkelijk zo dwaas weer op uw eigen kracht te vertrouwen, en niet langer op de Geest? Hoe dichter je naar de Griekse tekst toe kruipt, des te warmer wordt de Nederlandse vertaling: Zijn jullie zó dwaas: begonnen met (Gods) Geest eindigen jullie nu puur menselijk? Van Abraham wordt gezegd: Hij vertrouwde op God, en dat werd hem als een daad van gerechtigheid toegerekend een daad van gerechtigheid is in déze context curieus; het werd hem tot gerechtigheid gerekend! Zoals Abraham: hij vertrouwde op God en dat werd zijn redding. 7 U ziet dus dat Weet dus dat Nu heeft de Schrift voorzien dat God ook andere volken door geloof zou aannemen en daarom aan Abraham verkondigd: In jou zullen alle volken gezegend worden van tevoren hier 2x, wordt ook in 17 benadrukt; verkondigde evangeliseerde, vgl. bij 1 ; (voor de vertaling van deelwoorden zie C.F.D.Moule, An Idiom Book, ch. IX) De schrift zag van tevoren dat de volken door te gelóven gered zouden worden: God verkondigde van tevoren 10 Maar iedereen die op de wet vertrouwt vgl. 2.
09.5 De wet daarentegen is niet gegrond op geloof, want Maar in de wet gaat het niet om geloven, want Maar Christus Jezus heeft ons vrijgekocht van deze vloek door voor ons te worden vervloekt, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt Grieks: Christus, en in 14 : Christus Jezus; deze vloek de vloek van de wet; door voor ons te worden vervloekt door voor ons een vloek te worden. 14 Zo zouden door hem alle volken delen in de zegen van Abraham en zouden wij, zoals ons is beloofd, door het geloof de Geest ontvangen Zo kwam de zegen van Abraham door Christus Jezus tot de volken, en zo krijgen wij de beloofde Geest door te geloven (vertrouwen). ik geef u het voorbeeld van een rechtsgeldig testament, een testament dat door een mens bekrachtigd is. Niemand kan zo n testament ongeldig verklaren of er iets aan toevoegen naar de mens gesproken: het is als met een rechtsgeldig menselijk testament niemand negeert of wijzigt dat. 1 Let wel, er staat alsof het velen betreft, maar het gaat om één: je nakomeling en die nakomeling is Christus Wij zeggen hetzelfde met andere woorden: (God) zegt niet nakomelingen, meervoud, maar je nakomeling, enkelvoud. 17 Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte werd gegeven, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte nooit ontkrachten De wet, die 40 jaar later (aan Israël) werd gegeven, maakt de belofte van het verbond (met Abraham) niet ongeldig. 1a als de erfenis afhankelijk van de wet zou zijn, zou ze niet afhankelijk zijn van de belofte als de erfenis afhankelijk is van de wet, is ze niet meer afhankelijk van de belofte 1b maar het is nu juist door zijn belofte dat God maar het is juist door een belofte dat God De wet is later ingevoerd om ons bewust te maken van de zonde, in de tijd dat de nakomeling aan wie de belofte was gedaan nog komen moest In verband met de zonden is zij toegevoegd, totdat de nakomeling kwam over/aan wie de belofte was gedaan. 20 Maar bemiddeling is niet nodig wanneer er maar één is die handelt, en God handelt alleen En de middelaar ('mediator') is niet van één, maar God is (nummer) één. De middelaar bemiddelt tussen meer dan één persoon, en God is de ene/eerste. 4 24 maakt duidelijk dat het hoofdtelwoord 'één', mia (v. bij heis m.), gebruikt kan worden als een rangtelwoord 'eerste' (zó GNB: Het eerste brengt slaven voort en wordt voorgesteld door Hagar). Dit is een bekend verschijnsel in NT-isch Grieks. (Blass/DeBrunner/Rehkopf, Moulton/Turner). 21 Als de wet leven zou kunnen brengen, zou de wet ons ook rechtvaardig kunnen maken. want als er een wet gegeven was Als er een wet bestond die levend kon maken, dan zou de wet ons inderdaad kunnen redden. 2 Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen u bent allen één in Christus Jezus
09. Er is geen jood of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw, want jullie zijn allemaal één in Christus Jezus. 29 bent u nakomelingen van Abraham zijn jullie nakomeling van Abraham, vgl. 1 enkelvoud! -4-1-.-.-21.2-29 1 O dwaze Galaten, wie heeft u behekst? Jezus Christus is u toch als een gekruisigde voor ogen geschilderd? 2 Ik wil maar één ding van u weten: hebt u de Geest ontvangen door de wet te doen of door gelovend te horen? Bent u zó dwaas: begonnen met (Gods) Geest, eindigt u nu puur menselijk? Zoals Abraham: hij vertrouwde op God en dat werd zijn redding. 7 Weet dus dat zij die geloven kinderen van Abraham zijn. De schrift zag van tevoren dat de volken door te gelóven gered zouden worden: God verkondigde van tevoren aan Abraham: In jou zullen alle volken gezegend worden. Maar in de wet gaat het niet om geloven, want er staat: Wie doet wat de wet voorschrijft, zal leven. Maar Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder mens die aan een paal hangt. 14 Zo kwam de zegen van Abraham door Christus Jezus tot de volken, en zo krijgen wij de beloofde Geest door te geloven. Broeders en zusters, naar de mens gesproken: het is als met een rechtsgeldig menselijk testament niemand negeert of wijzigt dat. 1 Nu gaf God zijn beloften aan Abraham en zijn nakomeling. Hij zegt niet nakomelingen, meervoud, maar je nakomeling, enkelvoud. 17 Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderddertig jaar na de belofte werd gegeven, maakt het testament dat door God bekrachtigd is niet ongeldig. De wet kan de belofte nooit ontkrachten. 1 Immers, als de erfenis afhankelijk is van de wet, is ze niet meer afhankelijk van de belofte, maar het is nu juist door een belofte dat God zijn genade aan Abraham heeft geschonken. Waarom dan toch de wet? In verband met de zonden is zij toegevoegd, totdat de beloofde middelaar kwam over wie de belofte was gedaan. Ze werd door engelen aan een middelaar gegeven. 20 De middelaar bemiddelt tussen meer dan één persoon, en God is de eerste. 21 Is de wet daarom in strijd met Gods belofte? Absoluut niet. Als er een wet bestond die levend kon maken, dan zou de wet ons inderdaad kunnen redden. 2 Er is geen jood of Griek, geen slaaf of vrije, geen man of vrouw, want u bent allemaal één in Christus Jezus. 29 En omdat u Christus toebehoort, bent u nakomeling van Abraham, erfgenamen volgens de belofte. de machten van de wereld de elementen waar de mensenwereld uit bestaat, vgl. voor de gedachte Rm 1 22-25. 4 Maar toen de tijd gekomen was 51: toen de volheid des tijds gekomen was. 5 maar gezonden om ons vrij te kopen van de wet opdat wij zijn kinderen zouden worden maar gezonden om en wel om; opdat worden opdat wij geadopteerd zouden worden. gegeven uitgezonden. 7 U bent nu geen slaven meer, u bent kinderen van God en als zijn kinderen bent u erfgenamen, door de wil van God En dus bent u geen slaaf meer, maar kind; en indien kind dan ook erfgenaam door God. 10 U houdt u werkelijk aan vaste feestdagen, maanden, seizoenen en jaren? Dagen en maanden en tijden en jaren onderhoudt u! enig kwaad gedaan
09.7 onrecht gedaan. Herinnert u zich niet de eerste keer dat U weet hoe. 14 als Christus Jezus zelf ja, als Christus Jezus zelf. 17 Die anderen doen alles voor u, maar hun bedoelingen zijn slecht: ze drijven een wig tussen u en mij, en dan moet u alles voor hén doen alles doen voor dzèlo-oo (zeloot), ijveren, zich inzetten voor Zij zetten zich voor u in, maar niet met goede bedoelingen. Integendeel, ze willen u isoleren, zodat u zich voor hèn inzet. 1 Het is goed als u zich inspant, maar doe het dan ook voor de goede zaak, en doe het bovendien altijd, dus niet alleen wanneer ik bij u ben. Het is goed zich voor een goede zaak in te zetten, maar dan altijd en niet alleen als ik bij u ben. Kinderen, zolang Christus geen gestalte in u krijgt, doorsta ik telkens weer barensweeën om u. zolang Christus geen gestalte in u krijgt de tekst formuleert niet negatief (zolang niet) maar positief (totdat wel); morfo-oo, (vgl. b.v. antropo-morf, mens-vormig) gestalte geven, hier lijdende vorm: gestalte aannemen Mijn kinderen, ik heb weer weeën van u totdat Christus in u is gevormd / totdat Christus gestalte in u aanneemt. 22 vrijgeboren vrouw vrije (vrouw), zo ook in 2.2.0-1. 24-25 Dit is een beeld: de vrouwen staan voor twee verbonden. Hagar staat voor het verbond van de berg Sinai in Arabia, dat slaven baart. Als beeld van dat verbond belichaamt Hagar het huidige Jeruzalem, dat met zijn kinderen in slavernij leeft. 2 Maar het hemelse Jeruzalem is vrij, en dat is onze moeder 24 Ik spreek in een beeld, want deze vrouwen staan voor twee soorten verbond. De eerste staat voor het verbond van de berg Sinaï: die baart slavernij, dat is Hagar. 25 En dit Hagar-Sinaï, een berg in Arabië, correspondeert met het Jeruzalem-van-nu, want dat is slaaf mèt haar nakomelingen. 2 Maar het Jeruzalem-van-boven is een vrije, en dat onze moeder. 27 zij die zonder man is zij die met een man is zij die alleen is zij die haar man heeft. 29 vervolgde vervolgd vervolgen jacht maken op, achterna zitten, vgl. Rm b-14a. -5-1 opdat wij in vrijheid zouden leven voor de vrijheid, vgl. 2 1, om vrij te zijn. om de wet volledig na te leven. om de hele wet te doen.
09. 4a Als u probeert door God als een rechtvaardige te worden aangenomen u 2 e persoon meervoud, jullie probeert aangenomen SV: gerechtvaardigd [wilt] worden; misschien kun je de noties 'vrijspreken' en 'redden' (zie 2 1 ) combineren in de weergave 'vrijuit gaan'; terecht zet SV 'wilt' (vgl. NBV: 'probeert') tussen haken: Als u vrijuit gaat door de wet na te leven, 4b bent u van Christus losgemaakt en hebt u Gods genade verspeeld raakt u los van Christus en valt u buiten de genade. 5 Want door de Geest hopen en verwachten wij wij met nadruk vooraan: Want wíj hopen en verwachten door de Geest. In Christus Jezus is het volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is. Belangrijk is dat men gelooft en de liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent. In (de omgeving van) Christus Jezus kàn besneden of onbesneden zijn helemaal niets alleen geloven: door lief te hebben. 9 Bedenk goed Overbodige toevoeging. 10a dat u en ik het daar volledig over eens zijn dat u daar niet anders over denkt. 10b degenen die u in verwarring brengen zullen worden gestraft, wie ze ook zijn wie u in verwarring brengt, zal zijn verdiende loon krijgen. 11 Dan zou het kruis toch zijn kracht verliezen en niet langer een struikelblok zijn? dan is het kruis niet aanstotelijk meer. Ze moesten zich laten castreren kai, behalve besnijden ook castreren Ze moesten zich ook maar laten castreren. Misbruik die vrijheid niet om uw eigen verlangens te bevredigen afhormè operatiebasis, springplank, wij zouden zeggen: vrijbrief; uw eigen verlangens vgl. 2 1.20 4 2 5-24.v. Alleen, (gebruik) de vrijheid niet als een vrijbrief voor het zwakke lichaam, aanvliegt bijt en opeet. wat onze eigen wil allemaal teweegbrengt wat het zwakke lichaam allemaal doet. 24 Wie toebehoort, heeft zijn eigen natuur Vergelijk 4a meervoud: Wie toebehoren, hebben het zwakke lichaam 25 de Geest ons leven leidt, laten we dan ook de richting volgen die de Geest ons wijst wij leven door de Geest, volgen wij de Geest ook op de voet. 2 Laten we elkaar niet uit eigenwaan de voet dwarszetten en elkaar geen kwaad hart toedragen. Laten we niet eerzuchtig zijn, en elkaar niet uitdagen en benijden.
09.9 -- 2 zo leeft u de wet van Christus na zo zult u de wet van Christus vervullen. 4 dan heeft hij misschien iets om dan zal hij iets hebben om. Wie onderwezen wordt, moet al het goede dat hij leert met zijn leermeester delen. SV: En die onderwezen wordt in het woord, deele mede van alle goederen dengene, die [hem] onderwijst. 51: En hij, die onderricht wordt in het woord, dele van alle goed mede aan wie dat onderricht geeft. zijn zondige natuur Vgl. 5. Degenen die er zo op aandringen dat u zich laat besnijden, willen alleen een goede indruk maken en voorkomen dat ze worden vervolgd omwille van het kruis van Christus. 51: Allen, die zich uiterlijk goed willen voordoen, trachten u te dwingen tot de besnijdenis, alleen om niet vervolgd te worden ter wille van het kruis van Christus [Jezus]. Het is volkomen onbelangrijk of men wel of niet besneden is, belangrijk is dat men een nieuwe schepping is Vgl. 5. Besneden of onbesneden zijn is niets, maar een nieuw schepsel zijn! 1 de genade van onze Heer Jezus Christus zij met u Zie 1. de genade van onze Heer Jezus Christus met uw geest. 24-10-200 JHVeefkind Amersfoort