Beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening 2013 2016



Vergelijkbare documenten
Het college heeft besloten tot vaststelling van de regeling schuldhulpverlening 2017 en verder.

Agendapunt: 19 No. 50/'12. Dokkum, 24 april ONDERWERP: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Beleidsplan Integrale Gemeentelijke Schuldhulpverlening

Notitie Schulddienstverlening

BELEIDSREGELS SCHULDHULPVERLENING GEMEENTE MONTFOORT

Beleidsplan Integrale Gemeentelijke Schuldhulpverlening Gemeente Grave

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis houdende regels omtrent schuldhulpverlening

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Velsen 2013

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 25 juni 2012 Agenda nr: Onderwerp: Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. Aan de gemeenteraad,

BELEIDSPLAN GEMEENTELIJKE SCHULDHULPVERLENING ONDERBANKEN

Beleidsregels Schuldhulpverlening Gemeente Leiderdorp 2018

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Groep mensen die meer risico lopen op het krijgen van schulden dan anderen.

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening

Toelating schuldhulpverlening gemeente Waalwijk

Beleidsregels Integrale Schuldhulpverlening

Het college van de gemeente Geldermalsen;

Beleidsplan. Integrale Schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

De beleidsregels treden in werking, de dag na publicatie, 21 februari 2013.

Beleidsregels Toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels integrale gemeentelijke schuldhulpverlening gemeente Cuijk

Beleidsregels schuldhulpverlening gemeente Tiel

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Renkum 2012 e.v.

Beleidsregels Integrale schuldhulpverlening

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels Schulddienstverlening Eindhoven

*Z01051DA582* Registratienummer:Z /1826

Dit elektronisch gemeenteblad is een officiële uitgave van het college van de gemeente Reusel-De Mierden.

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening Hellevoetsluis

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening

Beleidsregels schulddienstverlening Westvoorne 2017

a. college: college van burgemeester en wethouders van Menterwolde;

Besluit College van BenW

Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening

Jaartal / nummer 2014 / 045. Naam Beleidsregels schuldhulpverlening Publicatiedatum 17 april Opmerkingen

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Geertruidenberg Het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Geertruidenberg;

Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Helmond 2018

Schulddienstverlening

25 juni 2013 Gemeenteblad

Beleidsregels Gemeentelijke Schuldhulpverlening het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hellevoetsluis;

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Loon op Zand; Gelet op artikel 2 en artikel 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Beleidsregel toelating tot de schuldhulpverlening 2017

Plan voor de schuldhulpverlening Gemeente Wormerland en gemeente Oostzaan

Uitvoeringsregels schuldhulpverlening 2012

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Beleidsplan Integrale Schuldhulpverlening gemeente Staphorst

Het college van burgemeester en wethouders, in zijn vergadering van 24 juli 2012,

Heerhugowaa Stad van kansen

Beleidsregels. Schuldhulpverlening. gemeente Reimerswaal

Bijlage 1. Startnotitie wettelijk kader minnelijke schuldhulpverlening

Zundertse Regelgeving

SCHULDHULPVERLENING september

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze;

Beleidsregels Schuldhulpverlening 2013

Als u als (ex-)ondernemer. problematische schulden heeft. Informatie over de Wsnp voor (ex-)ondernemers

Beleidsregels Schuldhulpverlening Achtkarspelen

Beleidsregels schuldhulpverlening Heemskerk april 2013

december Totaal behandeld

College van B en W van de Gemeente Breda. Beleidsregels over toelating tot schuldhulpverlening

Bijlagen: 1. beleidsplan schuldhulpverlening

Aanvullende notitie op het Beleidsplan schuldhulpverlening gemeente Menterwolde

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Armoedebeleid. Welkom bij deze presentatie!

Beleidsregels gemeentelijke schuldhulpverlening 2013

Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening Werk en Inkomen Lekstroom

Beleidsregels Schuldhulpverlening

Begrippenlijst - schulden

Beleidsregels Integrale Schulddienstverlening Oost Gelre

Beleidsregels toelating tot schulddienstverlening gemeente Borger-Odoorn.

in Gemeente Ridderkerk

Beleidsplan Schuldhulpverlening

Gemeenteblad nr. 1, 1 november Toelating tot de schuldhulpverlening Gemeente Deurne 2012

SCHULDHULPVERLENING april

Jaarverslag. schulddienstverlening Een goede start

Beleidsregels Schulddienstverlening Haarlem Het college van de gemeente Haarlem

BELEIDSPLAN INTEGRALE SCHULDHULPVERLENING

ZELFREDZAAMHEID in Amsterdam

Sint. Anthonis. Integrale Schuldhulpverlening Beleidsplan. Gemeente Sint Anthonis I-SZ/2015/2393. Januari 2016 Kenmerk:

Beleidsregels schuldhulpverlening Haarlemmerliede en Spaarnwoude. Het college van de gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Schriftelijke vragen. Namens de fractie van de PvdA. Siebren Buist. Reg. Nr (in te vullen door de griffie)

Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Hilversum Gelet op artikel 2 en 3 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening,

Beleidsregels integrale schuldhulpverlening Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hoorn besluit:

Beleidsregels Schulddienstverlening Almere. Burgemeester en wethouders van de gemeente Almere,

Beleidsregels Schuldhulpverlening gemeente Utrecht

Beleidsplan Integrale schuldhulpverlening Lopik

Naam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder

Beleidsplan integrale schuldhulpverlening Gemeente IJsselstein

Congres Sociale zekerheid in beweging

Pagina 1 van 5 Versie Nr. 2 Registratienr.: 2012I01086 Agendapunt 12

Datum 10 december 2014 Betreft Kamervragen van de leden Yïcel (PvdA) en Schouten (CU) over onoplosbare schulden

Burgemeester en Wethouders

Voorstel voor burgemeester en wethouders

III IIIIIIIIIIIIIllllll II

JAARVERSLAG 2013 Uw partner in schuldhulpverlening Gemeente Boxmeer

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Transcriptie:

Beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening 2013 2016 Datum: 17 december 2012 Gemeente: Cuijk Auteur: ISD CGM Versie: 1.2 Status: Concept

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 1 van 31

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Hoofdstuk 1: Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doel... 5 Hoofdstuk 2: Uitgangssituatie... 6 2.1 Korte historische schets van schuldhulpverlening in onze gemeente... 6 2.2 Cijfers en aantallen... 6 2.3 Nieuw wettelijk kader... 7 2.4 Doel van de nieuwe wet... 7 Hoofdstuk 3: Visie... 8 3.1 Visie... 8 3.2 Doelstellingen en beoogde resultaten... 8 3.3 Preventie en nazorg... 9 3.4 Doelgroep... 9 3.5 Bijzondere doelgroepen...10 Hoofdstuk 4: Uitvoering van schuldhulpverlening...12 4.1 De rollen binnen de uitvoering van schuldhulpverlening...12 4.2 Aanvraagproces...12 4.3 Wacht- en doorlooptijden...13 4.4 Managementinformatie...14 Hoofdstuk 5: Financiering...16 5.1 Kosten...16 5.2 Rendement...17 Samenvatting...18 Bijlage 1: Het schuldhulpverleningsproces en instrumenten...22 Bijlage 2: Aanvraagproces schuldhulpverlening PLANgroep in het Land van Cuijk...26 Bijlage 3: Stroomschema NVVK problematische schuldsituatie of niet?...28 Bijlage 4: Soorten schulden en uitgaven...30 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 2 van 31

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 3 van 31

Hoofdstuk 1: Inleiding Voor u ligt het beleidsplan Gemeentelijke Schuldhulpverlening van de gemeente Cuijk voor de periode 2013-2016, zoals dit door de raad van 17 december 2012 is vastgesteld. Dit beleidsplan is geschreven als gevolg van de totstandkoming van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening 1 (Wgs) op 7 februari 2012. Het beleidsplan omschrijft de visie en doelstellingen die de gemeente heeft geformuleerd over schuldhulpverlening. Deze visie en doestellingen zijn gericht op een integrale benadering van schuldhulpverlening in de gemeente Cuijk. 1.1 Aanleiding Diverse ontwikkelingen vormen de aanleiding voor het opstellen van dit beleidsplan. Enerzijds zijn dit de invoering van de Wgs en anderzijds de ontwikkeling dat, mede als gevolg van de economische crisis, steeds meer mensen te maken hebben met problematische schulden. Hieronder worden deze ontwikkelingen nader toegelicht. 1.1.1 Uitgangspunten nieuwe wet 2 Het voorkomen en wegnemen van drempels die de participatie van burgers belemmeren is een belangrijk uitgangspunt van de Rijksoverheid. Het is economisch niet verantwoord en uit sociaal oogpunt niet wenselijk dat mensen buiten de samenleving komen te staan. Er wordt daarom geïnvesteerd in maatregelen die de mogelijkheden tot participatie vergroten, waarbij participatie op de arbeidsmarkt voorop staat. Een belemmering bij arbeidsparticipatie zijn (problematische) schulden. Daarom is het van groot belang om (problematische) schulden te voorkomen of op te lossen. Hiervoor zijn schuldenaren en schuldeisers in de eerste plaats zelf verantwoordelijk. Als mensen toch hulp nodig hebben, kunnen zij bij de overheid (gemeente) terecht. Het is aan de gemeente om hen snel, effectief en het liefst zo vroeg mogelijk te helpen. Door het economische klimaat raken steeds meer mensen in financiële problemen en veranderen de aard en omvang van de schulden. Schuldhulpproblematiek wordt complexer, terwijl gemeenten naar verwachting de komende jaren over minder middelen beschikken. Zij staan voor de uitdaging om meer te doen met minder. Aan de andere kant blijkt uit onderzoek dat de uitvoering van schuldhulpverlening in veel gevallen voor verbetering vatbaar is. Reden te meer om schuldhulp effectiever te maken. 1.1.2 Groeiend aantal aanvragen schuldhulpverlening. Het aantal mensen dat een beroep doet op schuldhulpverlening groeit als gevolg van de aanhoudende economische werkelijkheid. Voorheen waren het vooral mensen met een uitkering of een laag inkomen die een beroep deden op de schuldhulpverlening. In de afgelopen twee jaar is er een groeiend aantal mensen uit de midden en hogere inkomensgroepen die een beroep doen op schuldhulpverlening. Dit komt veelal door situaties waarin baanverlies gepaard gaat met onder andere (hoge) hypotheken of hoog consumptiepatroon. Uit het jaarverslag van de NVVK 3 over 2010 blijkt dat in dat jaar aanzienlijk meer mensen met een inkomen uit werk (40%) een beroep deden op schuldhulpverlening dan in 2008 (18%). 4 1 Officiële aanduiding: Het geven aan gemeenten van de verantwoordelijkheid voor schuldhulpverlening (Wet gemeentelijke schuldhulpverlening). Voor de leesbaarheid wordt in dit beleidsstuk de verkorte naam of afkorting (Wgs) gebruikt. 2 Bron: http://www.gemeenteloket.minszw.nl/dossiers/werk-en-inkomen/schuldhulpverlening/de-nieuwe-wet.html 3 De NVVK is de brancheorganisatie voor schuldhulpverlening en sociaal bankieren in Nederland. De NVVK werkt nauw samen met het Nibud en is medeverantwoordelijk voor de totstandkoming van de nieuwe wet. 4 Schulden, het kan iedereen overkomen Jaarverslag 2010, NVVK Nederlandse Vereniging voor schuldhulpverlening en sociaal krediet, pagina 25. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 4 van 31

Tevens komen ook andere groepen prominent in beeld die eerder nog niet zo zichtbaar waren. Jongeren onder de 25 jaar vormen inmiddels 12% van de schuldenaren die om hulp vragen. Dat was in 2007 slechts 7%. Er wordt ook een stijging van het aantal ouderen dat bij schuldhulpverlening aanklopt ervaren (circa 2% in 2009, in 2011 circa 7%). 56 1.2 Doel Het doel van dit beleidsplan ligt breder dan enkel de uitvoering van schuldhulpverlening. Het is de bedoeling om met dit beleidsplan richting te geven aan het voorkomen van problematische schulden en aan te geven welke doelgroepen extra aandacht nodig hebben. De gemeenteraad stelt met het beleidsplan de kaders van de schuldhulpverlening vast en legt de koers van de regievoering voor een periode van 4 jaar vast. Het college van Burgemeester en wethouders (hierna: het college) voert vervolgens de regie over schuldhulpverlening in haar gemeente. Dit wordt gedaan aan de hand van beleidsregels. Het is daarom van belang om een centrale visie te vast te stellen. Wij hebben deze visie als volgt geformuleerd: De gemeente zal daar waar mogelijk, problematische schulden zoveel mogelijk zien te voorkomen. Schulden vormen een belemmering voor de deelname aan de maatschappij en daarom wordt aan alle inwoners, binnen de gestelde (wettelijke) kaders, ondersteuning geboden om de schuldsituatie op te lossen of beheersbaar te maken. Hierbij staat de zelfredzaamheid van de burger centraal. De gemeente biedt de kans om de schuldsituatie te voorkomen c.q. op te lossen, maar de burger blijft zelf verantwoordelijk voor het slagen van dit traject. Deze visie wordt in hoofdstuk 3 in dit beleidsplan nader toegelicht. 5 Persbericht: Schulden diep geworteld in samenleving NVVK gepubliceerd op 28 april 2011. 6 Jaarverslag NVVK 2011. Zie http://www.nvvk.eu/images/pdfs/jaarverslag%202011%20nvvk.pdf voor meer informatie. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 5 van 31

Hoofdstuk 2: Uitgangssituatie In dit hoofdstuk wordt de uitgangsituatie omschreven. Hoe wordt schuldhulpverlening op dit moment uitgevoerd in onze gemeente en hoe ziet het wettelijke kader eruit? 2.1 Korte historische schets van schuldhulpverlening in onze gemeente De coördinatie van de uitvoering van schuldhulpverlening ligt sinds zijn oprichting op 1 januari 2010 bij de Intergemeentelijke Sociale Dienst van de gemeenten Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert (ISD). In het verleden was dit verdeeld tussen drie partijen, te weten de gemeente, het Regionaal Maatschappelijk Centrum Land van Cuijk (RMC) en de Gemeentelijke Kredietbank Nijmegen (GKB). Deze laatste twee organisaties voerden respectievelijk de minnelijke 7 en de wettelijke kant van schuldhulpverlening uit voor de gemeenten in het Land van Cuijk. Medio 2011 liepen de contracten met het RMC en de GKB af. Het GKB heeft begin 2011 te kennen gegeven geen behoefte te hebben aan een contractuele verlenging. Met het wegvallen van de GKB ontbrak er een cruciale partner voor de uitvoering van schuldhulpverlening. De constructie waarin door het GKB en het RMC samenwerken, hield op met bestaan. Om het ontstane gat in 2011 op te vullen is PLANgroep tijdelijk aangetrokken. Vervolgens is er een aanbestedingstraject gestart door de gemeenten in het Land van Cuijk om op basis daarvan een nieuwe, permanente partner aan te wijzen. De belangrijkste criteria voor de nieuwe uitvoerder waren lidmaatschap en het volgen van de gedragscodes van de NVVK, alsook het integraal uit kunnen voeren van schuldhulpverlening. De gedragscodes zien toe op het verantwoord uitvoeren van schuldhulpverlening en geldt als een landelijke standaard 8. Bij de aanbesteding is PLANgroep voor de periode van twee jaar tot 1 januari 2013 als beste partij gekozen. De overeenkomst met PLANgroep kan nog tweemaal met een jaar worden verlengd. 2.2 Cijfers en aantallen Vanaf 1 april 2011 is PLANgroep actief. In deze periode hebben zij alle nieuwe klanten opgepakt. In hoofdstuk 5 wordt schematisch een overzicht gegeven van het aantal klanten in 2011 en verder. Deze personen hebben diverse vormen van dienstverlening gehad. Denk hierbij aan een eenmalig advies of budgetbegeleiding, maar ook aan een volledige schuldsanering in het kader van de Wsnp. De schulden die de burgers hebben, vallen in verscheidene categorieën. Voor een overzicht van de veelvoorkomende schulden en hun categorieën wordt verwezen naar bijlage 4. 7 Een minnelijk traject komt tot stand zonder tussenkomst van de rechter, schulden worden in den minne geschikt. Bij een wettelijk traject is een gerechtelijke tussenkomst wel noodzakelijk. Partijen worden dan mogelijk verplicht om mee te werken aan een schuldregeling. 8 Voor meer informatie over de NVVK en PLANgroep wordt verwezen naar de websites www.nvvk.eu en www.plangroep.nl 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 6 van 31

2.3 Nieuw wettelijk kader Op 8 februari 2012 heeft de Eerste Kamer het wetsvoorstel voor de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) aangenomen en bij Koninklijk Besluit van 29 maart 2012 is vastgesteld dat de wet met ingang van 1 juli 2012 in werking treedt. Met uitzondering van artikelen 5 en 11 9 van de wet, welke op een later tijdstip in werking zullen treden. De Wgs is voor dit beleidsplan het primaire wettelijk kader. Andere wettelijke kaders zijn o.a.: Wet sanering natuurlijke personen (Wsnp); Faillissementswet (Fw); Wet op het financieel toezicht (Wft). De gemeente krijgt door de komst van deze wet expliciet de taak om regie te voeren en integraal beleid te ontwikkelen. Dat betekent dat niet alleen gewerkt moet worden aan het oplossen of hanteerbaar maken van het schuldenprobleem, maar dat tegelijkertijd iets wordt gedaan om andere problemen waar de persoon mee te maken heeft (en die mede oorzaak zijn van het ontstaan van problematische schulden). Het kan daarbij gaan om bijvoorbeeld psychosociale problemen, relatieproblemen, woonsituatie, gezondheid, verslaving of gezinssituatie. De integrale schuldhulpverlening zal toegesneden moeten zijn op de individuele cliënt waardoor er sprake is van maatwerk. De taakverdeling tussen de gemeenteraad en het college volgt uit de wet. De gemeenteraad is verantwoordelijk voor de visie en stelt deze aan de hand van een plan op. Het college is belast met het uitvoeren van het plan en formuleert hiervoor zo nodig beleidsregels. Deze taken zijn in principe niet nieuw voor de gemeente. De wet legt deze regierol nu formeel vast. De wet brengt enkele rechtsmiddelen voor de burger en overheid, zoals het recht op schuldhulpverlening, de beslistermijnen of de mogelijkheid om in bezwaar te gaan tegen een beslissing van het college. Ten slotte krijgt de burger het recht op een schuldhulpverleningstraject bij de gemeente. Een dergelijk verzoek is gebonden aan de termijnen en bepalingen in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wgs zelf. Als een burger het niet eens is met een beslissing van de gemeente, dan bestaat er vanaf 1 juli 2012 de mogelijkheid om in bezwaar te gaan. 2.4 Doel van de nieuwe wet De regering beoogt met de nieuwe wet dat mensen van problematische schulden afkomen zonder in juridische procedures terecht te komen. Het oplossen van schuldenproblematiek via een minnelijk traject heeft de voorkeur boven een wettelijk traject, omdat deze vorm van schuldhulpverlening grotere kans van slagen heeft. Dit komt doordat schuldeisers en schuldenaren samen tot afspraken komen over het aflossen van de schulden. Door de taak van regievoering bij de gemeente neer te leggen is er één verantwoordelijke instantie voor de uitvoering van schuldhulpverlening in Nederland. Deze regievoering, samen met betere afstemming tussen het beleid voor schuldhulpverlening en andere beleidsvelden moet leiden tot een effectievere aanpak van de onderliggende problemen bij schuldensituaties. 9 - Artikel 5 Wgs betreft het zogeheten Moratorium. Dit is een juridisch instrument waarmee de schuldhulpverlener via de rechtbank een rechtsvordering kan opschorten, zodat er tijd is om een regeling te treffen. - Artikel 11 Wgs betreft de verplichting voor banken om een basisbankrekening beschikbaar te stellen waarop een debetstand niet mogelijk is. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 7 van 31

Hoofdstuk 3: Visie In dit hoofdstuk wordt de visie van het beleidsplan geformuleer. Daarnaast worden de doelstellingen en de doelgroepen benoemd. 3.1 Visie De onderstaande visie biedt daarom de basis waarop schuldhulpverlening aan burgers geboden wordt: De gemeente zal daar waar mogelijk, problematische schulden zoveel mogelijk te zien voorkomen. Schulden vormen een belemmering voor de deelname aan de maatschappij en daarom wordt aan alle inwoners 10, binnen de gestelde (wettelijke) kaders, ondersteuning geboden om de schuldsituatie op te lossen of anders beheersbaar te maken. Hierbij staat de zelfredzaamheid van de burger centraal. De gemeente biedt de kans om de schuldsituatie te voorkomen c.q. op te lossen, maar de burger blijft zelf verantwoordelijk voor het slagen van dit traject. 3.2 Doelstellingen en beoogde resultaten De volgende concrete doelstellingen zijn opgenomen in de bovenstaande visie van het beleidsplan voor integrale schuldhulpverlening voor de gemeente Cuijk: - Voorkomen van problematische schulden en de gevolgen voor deelname aan de maatschappij Voorkomen is beter dan genezen. Door de integrale dienstverlening te bieden, worden de persoonlijke belemmeringen weggenomen die maatschappelijke deelname in de weg staan. Zie ook 3.3. voor meer informatie. - Vergroten van de financiële zelfredzaamheid van de burger Door het investeren in de capaciteiten van de burger worden de mogelijkheden geboden om in de toekomst zelf financiële problemen het hoofd te bieden. Dit proces is toekomstgericht en loopt naast de dienstverlening voor het oplossen van de huidige schuldensituatie. - De burger blijft zelf verantwoordelijk De burger staat centraal, maar blijft verantwoordelijk voor het slagen van de dienstverlening. Dit betekent ook dat de burger, naar vermogen, diens verantwoordelijkheden moet nemen in beslissingen en het nakomen van afspraken. Daarnaast zijn de volgende algemene uitgangspunten ook van toepassing: - Door te investeren in schuldhulpverlening worden andere, hoge maatschappelijke kosten verminderd of voorkomen Denk hierbij aan de kosten voor huisuitzetting, herhuisvesting, maatschappelijke opvang en een extra beroep op bijstand. Hierin moet naar een gezonde balans worden gestreefd. - De dienstverlening is toegespitst op het individu. Door maatwerk te leveren op de dienstverlening, sluit deze aan bij de situatie van het individu. Hiermee wordt de kans dat iemand schuldenvrij wordt groter. Als schuldenvrij worden niet haalbaar is, dan is het hanteerbaar maken van de schulden het hoogste doel. 10 Met inwoners worden natuurlijke personen bedoeld, die ingeschreven staan in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) van onze gemeente. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 8 van 31

3.3 Preventie en nazorg De gemeente zal zich, daar waar mogelijk, inspannen om schulden te voorkomen. Goede voorlichting levert bewustwording op bij mensen voordat problemen ontstaan. Door specifieke voorlichting in te zetten bij de verschillende doelgroepen wordt de kans dat de boodschap over komt groter. Preventie vormt dan ook de allereerste fase van schuldhulpverlening. Concreet zullen er initiatieven worden ontwikkeld om voorlichting voor specifieke doelgroepen te geven. Hierbij wordt aandacht geschonken aan de veelvoorkomende problemen van die doelgroepen zodat de voorlichting ook praktisch aansluit bij de doelgroep. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de problemen van mobiele telefonieabonnementen bij jongeren of de financiële gevolgen van het verlies van werk bij nieuwe uitkeringsgerechtigden. Dergelijke initiatieven zullen aan de hand van een preventieplan in 2013 onderzocht worden. Nazorg is de slotfase van de dienstverlening. Hierin wordt gekeken of de geboden dienstverlening een duurzame oplossing heeft geboden voor de problemen van de burger. Is dit niet het geval, dan kan er sprake zijn van hernieuwde dienstverlening. Er wordt dan gekeken welke vorm van dienstverlening nodig is en wat de oorzaak is van de (nieuwe) problemen. Hierin speelt het recidivebeleid ook een rol. Deze nazorg wordt standaard ingezet na het beëindigen van een schuldhulpverleningstraject en vindt feitelijk plaats na 6 maanden. Voor deze termijn is gekozen omdat uit de praktijk blijkt dat problemen van oud gedrag zich na 6 maanden doorgaans beginnen te manifesteren (nieuwe schulden, problemen met betalen, etc.) en dat er dan vroegtijdig hulp geboden kan worden. Natuurlijk kan de klant zelf op eigen initiatief ook eerder aan de bel trekken. Mogelijk kunnen dan met advies alleen al problemen vroeg worden verholpen. 3.4 Doelgroep In principe is schuldhulpverlening toegankelijk voor iedere inwoner 11 van 18 jaar en ouder, mits ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie van onze gemeente, die hulp of advies wenst bij het regelen van diens financiën. Er wordt geen inkomens- of vermogensgrens gehanteerd voor de toegang tot schuldhulpverlening. Daarmee wordt aangesloten bij het uitgangspunt van de wet dat schuldhulpverlening breed toegankelijk dient te zijn. Het college heeft de bevoegdheid een persoon die al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening, te weigeren 12. Er is dan sprake van recidive. Weigering is ook mogelijk wanneer een persoon strafrechtelijk veroordeeld is voor fraude of daarvoor een bestuurlijke sanctie heeft opgelegd gekregen. Een voorbeeld van een dergelijke bestuurlijke sanctie is een maatregel in het kader van de Afstemmingsverordening 13 waardoor er over een periode minder of geen uitkering wordt verstrekt. De regels omtrent recidive zijn een onderdeel van de beleidsregels zoals deze zullen worden opgesteld door het college. In de bovenstaande gevallen wordt het begrip maatwerk als uitgangspunt genomen. Bij recidive moet onderzocht worden waarom het eerdere traject niet geslaagd is en waarom de burger voor de tweede keer gebruik wil maken van schuldhulpverlening. Dit kan zijn omdat de burger naderhand opnieuw in een schuldsituatie is beland, maar het is ook mogelijk dat het traject voortijdig is 11 12 13 Met inwoner wordt een natuurlijk persoon bedoeld. Artikel 3 WGS. Met de Afstemmingsverordening wordt de verordening bedoeld waarop sancties en maatregelen in het kader van de Wet werk en bijstand (WWB) gestoeld zijn. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 9 van 31

afgebroken. Als een burger na een hulptraject opnieuw vraagt om ondersteuning, zal er een inschatting moeten worden gemaakt of met behulp van een nieuw traject wèl een duurzame oplossing gerealiseerd kan worden. Is dit het geval, dan kan nogmaals hulp geboden worden. Wanneer sprake is van fraude of een bestuurlijke sanctie mag alsnog hulp geboden worden, bijvoorbeeld als de schulden die gemaakt zijn als gevolg van fraude inmiddels zijn afgelost en dus geen deel uitmaken van de huidige schuldenproblematiek. In dit geval is ook de inschatting van belang dat de inzet van schuldhulpverlening daadwerkelijk leidt tot een duurzame oplossing. Als dit het geval is, kan getoetst worden aan de regels omtrent recidive of iemand alsnog in aanmerking komt voor ondersteuning. Het college stelt beleidsregels op, met daarin o.a. de voorwaarden wanneer iemand de toegang tot schuldhulpverlening wordt geweigerd. 3.5 Bijzondere doelgroepen De doelgroep is in principe elke inwoner met problematische privéschulden. Een tweetal doelgroepen worden specifiek genoemd. 3.5.1 Ouders met minderjarige kinderen Ouders met minderjarige kinderen verdienen op grond van de wet 14 extra aandacht ter voorkoming van de negatieve gevolgen van schulden op de ontwikkeling van minderjarige kinderen. Als er sprake is van gezinnen met inwonende kinderen kan, wanneer dit nodig blijkt, via de ketenpartners op het maatschappelijke vlak extra aandacht gegeven worden aan de situatie van deze gezinnen en de situatie van de kinderen. Hier kan vorm aan worden gegeven via de nauwe samenwerking tussen de ISD en andere ketenpartners zoals Radius en RMC in het Dienstencentrum in Cuijk. Hiermee wordt aangesloten met het dienstverleningsconcept van het Dienstencentrum, waarbij de hulp- en dienstverlenende organisaties onder één dak zijn gehuisvest en dat de burger direct bediend kan worden (in plaats van de ene organisatie én locatie naar de andere toe te moeten gaan). 3.5.2 Zelfstandigen Burgers met zakelijke schulden, zelfstandige ondernemers, kunnen een beroep doen op het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Wanneer de onderneming niet levensvatbaar blijkt, kan, als de klant een natuurlijk persoon wordt, wel een beroep gedaan worden op schuldhulpverlening. Hiermee worden klanten die schulden hebben als gevolg van de liquidatie van hun onderneming niet uitgesloten. Bedrijven kunnen geen aanspraak maken op schuldhulpverlening vanuit de gemeente, omdat zij géén natuurlijke personen zijn en voor hen andere rechtsmiddelen bestaan (zoals herfinanciering van het bedrijf). 14 Artikel 2 lid 4 sub d WGS 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 10 van 31

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 11 van 31

Hoofdstuk 4: Uitvoering van schuldhulpverlening Een kwalitatieve uitvoering van schuldhulpverlening vergt op de eerste plaats een goede rolverdeling en op tweede plaats een goede kwaliteitsborging. Deze kwaliteitsborging is afhankelijk van goede procedurele afspraken tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. In deze afspraken moeten toetsbare criteria zijn opgenomen, zoals de doelstellingen rond wacht- en doorlooptijden en de verwachtingen rond schuldhulpverlening onze gemeente. 4.1 De rollen binnen de uitvoering van schuldhulpverlening De wet biedt gemeenten de vrijheid om zelf te beslissen hoe zij uitvoering geeft aan schuldhulpverlening. Wel dient zij in haar beleidsplan aan te geven welke maatregelen zij neemt om de kwaliteit van de uitvoering van schuldhulpverlening te borgen. Dit wordt nader uitgewerkt in de beleidsregels. 4.1.1 Het college Het college formuleert beleidsregels die de uitvoering van het beleidsplan voor schuldhulpverlening in goede banen moet leiden. De feitelijke uitvoering van schuldhulpverlening heeft de gemeente volledig uitbesteedt aan een derde. Het college heeft deze derde dan ook gemandateerd voor het uitvoeren van schuldhulpverlening. Bezwaar- en beroepsprocedures alsmede de afhandeling van dwangsomverzoeken 15 blijven overigens de verantwoordelijkheid van het college. De ISD ondersteunt het college hierin, voor zover zij niet gemandateerd is om het belang van de gemeente in dergelijke procedures te behartigen. 4.1.2 Uitvoerder van schuldhulpverlening De uitvoerder van schuldhulpverlening dient lid te zijn van de NVVK en conform diens richtlijnen en gedragscodes te werken. Daarmee wordt kwalitatief goede schuldhulpverlening geboden aan de burgers. Zie voor meer informatie over de gedragscode Schuldhulpverlening 16 en de gedragscode Budgetbeheer 17 van de NVVK de onderstaande voetnoot. Voor meer informatie over de werkwijze van de NVVK, zie ook bijlagen 1 en 3. De terugkoppeling met de gemeenten in het Land van Cuijk vindt per kwartaal plaats op managementniveau waarin de voortgang van de werkzaamheden en resultaten worden besproken. Op klantniveau bestaat, afhankelijk van de noodzaak en situatie, frequentere samenwerking. Hierbij wordt samenwerking met andere ketenpartners dan de gemeente en de uitvoerende partij, gestimuleerd. 4.2 Aanvraagproces Het aanvraagproces voor schuldhulpverlening is mede met PLANgroep tot stand gekomen op basis van de wensen van de gemeenten in het Land van Cuijk en ervaringen uit het verleden. Het aanvraagproces is dynamisch in de zin dat continu gekeken wordt of er zaken zijn die verbeterd moeten worden. Het is daarom ook ieder kwartaal een terugkerend onderwerp in het overleg tussen de gemeenten in het Land van Cuijk en de uitvoerder. Het aanvraagproces staat kort omschreven in bijlage 2. 15 Met dwangsomverzoeken worden verzoeken bedoeld in het kader van de Wet Dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen. 16 http://www.nvvk.eu/images/pdfs/gedragscode%20schuldregeling%20nvvk.pdf 17 http://www.nvvk.eu/images/pdfs/gedragscode%20budgetbeheer.pdf 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 12 van 31

4.3 Wacht- en doorlooptijden Een onderdeel van het aanvraagproces en dus de kwaliteit van de dienstverlening is de lengte van de wacht- en doorlooptijd. De wachttijd is de tijd tussen het eerste contact met de burger en het eerste gesprek met de gemeente over schuldhulpverlening. De wet schrijft voor dat de gemeente maximaal vier weken de tijd heeft om een eerste gesprek met de burger te voeren. Voor bedreigende schulden geldt een maximum van drie werkdagen 18. Onder bedreigende situatie wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektriciteit of ontbinding van de zorgverzekering. De maximale wachttijd is een termijn van orde. Daarmee wordt bedoeld dat er geen sancties zijn voor het overschrijden van de wachttijd, maar wel dat het een doelstelling moet zijn. Korte wachttijden dragen bij aan het voorkomen en beheersen van schulden. Daarnaast is een schuldeiser eerder bereid om mee te werken daags na een vordering, dan na een lange periode van wachten. Daarom hanteert de gemeente een wachttijd van maximaal vier weken. De burger krijgt daarnaast inzicht in de doorlooptijd van zijn of haar schuldhulpverleningstraject. Hoe korter, hoe beter is het devies. Een korte doorlooptijd biedt perspectief voor de burger en voorkomt een negatief effect op het moreel van de burger. Zoals eerder gesteld heeft dit ook een positief effect op de welwillendheid van schuldeisers om mee te werken aan een schuldregeling. Immers, snelle schuldbemiddeling biedt ook hen perspectief op de aflossing van de schuld. Voor de doorlooptijd is geen termijn vastgesteld, omdat die per klant kan verschillen. Zo maakt het verschil uit of enkel sprake is van een financieel probleem of dat ook sprake is van problemen als verslaving of psychische problemen. Ook de aard van de schulden speelt een rol. Sommige schulden zijn niet direct op te lossen. Verder heeft de klant zelf ook een grote invloed op de doorlooptijd. Als ketenpartner heeft de gemeente ook invloed op de snelheid van het proces, bijvoorbeeld als er sprake is van een re-integratietraject (eventuele inkomen groeit, waardoor aflossingcapaciteit 19 en doorlooptijden toenemen). Op de aspecten waar de gemeente invloed op hebben, wordt actief gestuurd om de wachttijden zo kort mogelijk te houden. In de beleidsregels zijn richtinggevende termijnen opgenomen voor de doorlooptijden van schuldhulpverlening. Ten slotte valt de Wgs ook onder de reikwijdte van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat naast de wacht- en doorlooptijden die de Wgs voorschrijft, de gemeente ook gehouden is aan de in de Awb opgenomen beslistermijnen. Voor een aanvraag schuldhulpverlening betekent dit dat in principe binnen 8 weken na aanvraag een beslissing moet worden genomen op die aanvraag. Die beslistermijn kan worden verlengd indien er aanvullende gegevens nodig zijn van de aanvrager of derden. Wordt die beslistermijn overschreden, dan kan de aanvrager de gemeente in gebreke stellen op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen, hetgeen betekent dat de gemeente binnen twee weken alsnog een besluit dient te nemen. Doet de gemeente dit niet, dan heeft de aanvrager recht op een financiële tegemoetkoming in de vorm van een dwangsom. 18 Artikel 4 WGS 19 Met het begrip aflossingscapaciteit wordt de financiële ruimte van een persoon of gezin bedoeld dat na berekening van de beslagvrije voet (artikel 475 Rv) overblijft voor de aflossing van schulden. Zie ook bijlage 1 voor meer informatie) 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 13 van 31

4.4 Managementinformatie Om tussentijds op een praktisch niveau te kunnen sturen zijn en worden er met de uitvoerende partij duidelijke afspraken gemaakt. Deze afspraken worden vastgelegd in een uitvoeringsprotocol. Hierin zijn ook afspraken opgenomen over de aan te leveren managementinformatie. Op basis van deze managementinformatie wordt de kwaliteit en effectiviteit van de schuldhulpverlening gevolgd. Daarnaast wordt met de managementinformatie ook informatie verzameld over de doelgroepen. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 14 van 31

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 15 van 31

Hoofdstuk 5: Financiering De invoering van de WGS leidt bij gemeenten tot een taakverzwaring. De wetgever heeft uitgesproken dat deze taakverzwaring niet gepaard gaat met extra structurele middelen. De wetgever gaat namelijk uit van een inverdieneffect door een extra inzet op preventie, het voorkomen van recidive, nazorg en effecten op aanverwante gemeentelijke taakgebieden (zoals bijzondere bijstand, reintegratiemiddelen, afsluitingen nutsvoorzieningen, huisuitzettingen, verslaafdenzorg, etc.). Deze inverdieneffecten kan de wetgever (nog) niet inzichtelijk maken. Landelijk worden er initiatieven genomen voor het ontwikkelen van een model voor berekening van maatschappelijke kosten. 5.1 Kosten De bekostiging van Schuldhulpverlening vindt plaats op productbasis. Per kwartaal wordt door de uitvoerende partij aan de gemeente gefactureerd. De hoogte van de facturen zijn afhankelijk van de ingezette producten. De kosten van deze producten zijn overeen gekomen bij de aanbesteding voor het Land van Cuijk in 2011 en liggen vast tot in ieder geval 2014. 5.1.1. Kosten op klantniveau De kosten per klant zijn geheel afhankelijk van de situatie van deze klant. De ene klant heeft voldoende aan een eenmalig advies en de andere heeft eerst een minnelijk traject nodig, waarna een volledig Wsnp-traject gevolgd zal moeten worden terwijl er gedurende de volledige periode sprake is van budgetbeheer. 5.1.2. Kosten op macroniveau De budgetten en het aantal klanten laten zich niet goed vergelijken tussen 2011 en 2012. De onderstaande tabel lijkt een explosieve stijging van het aantal klanten en een daling in de kosten te laten zien. Dit beeld is vertekend door de volgende feiten: - In het kader van de overgangsregeling in 2011 waren er naast PLANgroep ook nog klanten in beheer bij het RMC en het GKB. Daarom wordt er alleen gerekend met de aantallen klanten die in 2011 door PLANgroep zijn geholpen. Zij hebben in 2011 nagenoeg alle nieuwe klanten op zich genomen. Het GKB en het RMC hebben enkel nog oude klanten in hun beheer gehouden waarvoor overdragen niet wenselijk was. De kosten voor deze trajecten zijn vooruit gefactureerd en drukken alleen op het budget van 2011. - In de winter van 2011/2012 is ingezet op aanmeldingen van betalingsachterstanden vanuit energieleveranciers. Dit is het gevolg van een landelijk convenant tussen de NVVK en energieleveranciers. Mensen met een betalingsachterstand worden actief benaderd, nadat hun gegevens door de energieleverancier bij PLANgroep zijn aangeleverd. Hierdoor zijn vanaf het eerste kwartaal van 2012 meer klanten benaderd voor schuldhulpverlening dan daarvoor het geval was. - Als gevolg van de aanbesteding voor schuldhulpverlening vallen de kosten voor de ingezette schuldhulpverlening vanaf 2011 lager uit. De tabel geeft verder een beeld van de kostenontwikkeling gedurende de looptijd van dit beleidsplan, conform de gemeentelijke begrotingssystematiek. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 16 van 31

Jaartal Aantallen klanten Begroting Realisatie / prognose realisatie hele jaar 2011 156 99.677,00 121.561,00 2012 236 71.866,00 41.297,00 / 71.866,00 2013 236 71.866,00 71.866,00 Het aantal klanten in 2011 is gerekend vanaf april 2011 (start PLANgroep in het Land van Cuijk). De prognoses c.q. begrotingen voor 2012 en 2013 zijn gebaseerd op gelijkblijvende aantallen klanten. De aanmeldingen via de energieleveranciers (ca. 50 per jaar) zijn hierin meegenomen. De regeling kent een open-einde karakter. 5.2 Rendement De opbrengsten van schuldhulpverlening laten zich niet makkelijk vertalen naar geld. Er is altijd sprake van een investering door de maatschappij in een persoon in de hoop dat dit rendement biedt op langere termijn. Hierbij zijn ten aanzien van schuldhulpverlening worden door partijen uit het werkveld een aantal aandachtspunten aangestipt: 1. Dit maatschappelijk rendement door een investering in schuldhulpverlening is echter nog moeilijk in concrete bedragen uit te drukken. 2. Op het gebied van armoedebestrijding kan in algemene zin gesteld worden dat een investering in schuldhulpverlening rendement oplevert omdat sprake is van minder oninbare vorderingen, minder en/of kortere WWB-uitkeringen en minder uitgaven aan minimaregelingen. 3. Verder is de algemene aanname dat minder beroep wordt gedaan op maatschappelijke opvang en minder sprake is van woningontruimingen en herhuisvesting. Uit landelijke ervaring blijkt dat een woningontruiming de maatschappij al snel gemiddeld 10.000,- kost. 20 5.2.1. Financiële bijdrage van de burger Het is mogelijk om als gemeente 21 een financiële bijdrage te vragen bij een verzoek om schuldhulpverlening. Hiermee zouden de kosten van schuldhulpverlening gedrukt kunnen worden. In de aanloop naar de Wgs hebben een aantal gemeenten eigen bijdragen ingesteld voor schuldhulpverlening. De ervaringen hiermee zijn negatief. Een financiële bijdrage vragen heeft als effect dat er een extra drempel wordt opgeworpen voor de stap naar hulpverlening te maken én dat de totale som van schulden groter wordt. Immers, de burger moet periodiek deze bijdrage betalen, maar heeft hier doorgaans niet de middelen voor. Het gevolg is dat er automatisch een schuld ontstaat ten opzichte van de gemeente. Het is daarom niet wenselijk om een financiële bijdrage te vragen van de burger voor de dienstverlening voor schuldhulpverlening. 20 21 Namens Eropaf.org: kosten uithuiszetting circa 10.000,- voor gemeente en woningbouwvereniging. Maatschappelijke kosten kunnen oplopen tot soms wel 70.000,- Artikel 47 en 48 Wet op het consumentenkrediet 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 17 van 31

Samenvatting Met dit beleidsplan wordt een visie geformuleerd en worden kaders gesteld voor schuldhulpverlening in de gemeente Cuijk. Deze visie op schuldhulpverlening biedt de basis waarop schuldhulpverlening wordt geboden in de gemeente Cuijk. Uit deze visie volgen een aantal doelstellingen en zijn beleidskeuzes gesteld. Hieronder volgt een samenvatting. Doelstellingen - De gemeente zet in op het voorkomen van problematische schulden en de gevolgen voor deelname aan de maatschappij. Dit doet zij door met integrale dienstverlening zoveel mogelijk aan te sluiten op de situatie van de burger en daar waar mogelijk middels preventie (geformuleerd in een preventieplan) burgers bekend te maken met financiële problematiek. - De gemeente zet in op het vergroten van de financiële zelfredzaamheid van de burger, door te investeren in de capaciteiten van de burger. Daar waar mogelijk zal de burger geleerd worden duurzaam om te gaan met diens eigen financiële verantwoordelijkheden. Dit sluit aan bij preventie. - De gemeente gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van de burger, de gemeente is ondersteunend aan de burger. De burger is zelf verantwoordelijk voor juiste keuzes en de gemeente richt zich op de middelen die de burger nodig heeft om deze keuzes te maken. - De gemeente zet in op investering op schuldhulpverlening, waardoor andere maatschappelijke kosten worden verminderd of voorkomen. - De gemeente zet in op maatwerk en dienstverlening aan het individu. Daar waar de situatie van de burger noodzaakt tot individuele afstemming van een traject, dan zal de gemeente zich daarvoor inspannen. Het doel van de dienstverlening dient uiteraard wel reëel te zijn. Beleidskeuzes - De gemeente (lees: het college) stelt beleidsregels op aan de hand waarvan schuldhulpverlening zal worden uitgevoerd. Hierin worden de wacht- en doorlooptijden voor een schuldhulpverleningstraject en de gronden waarop weigering of beëindiging plaatsvindt opgenomen. - De gemeente zal een transparant aanvraagproces opstellen waarmee burgers inzicht krijgen in hoe een beroep op schuldhulpverlening verloopt en de uitvoering hiervan bewaken. - De gemeente stelt in 2013 een preventieplan op waarin preventiemaatregelen worden beschreven, die als doel hebben om problematische schulden te voorkomen en de financiële zelfredzaamheid van de burger in te algemeen te vergroten. - De gemeente vraagt géén financiële eigen bijdrage voor de schuldhulpverlening aan de burger, zodat er geen extra drempel wordt opgeworpen om gebruik te maken van deze dienstverlening. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 18 van 31

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 19 van 31

Bijlagen Bij het Beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening gemeente Cuijk 2013-2016 Aantal bijlagen: 4 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 20 van 31

06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 21 van 31

Bijlage 1: Het schuldhulpverleningsproces en instrumenten Deze bijlage beschrijft het proces hoe in het algemeen schuldhulpverlening geboden wordt. Daarna worden de verscheidene elementen van schuldhulpverlening beschreven, naar juridische zwaarte van het in te zetten element. Daarbij worden preventie en voorlichting als een zeer licht juridisch instrument beschouwd en complete schuldsanering op grond van de WSNP als een zeer zwaar juridisch instrument. 1.1 Procesbeschrijving De NVVK stelt als voorwaarden aan haar leden dat ze zich houden aan een strikte procesbeschrijving conform de reglementen van de NVVK. Hieronder wordt dit proces (vereenvoudigd) weergegeven dat PLANgroep hanteert. Daarna zullen de verschillende instrumenten voor schuldhulpverlening beschreven worden. Eenmalig advies Herfinancieren Preventie & Voorlichting Aanmelding, Quick Scan & Intake Plan van aanpak Schuldregeling Wsnp Crisisinterventie Stabilisatie Budget beheer Nazorg Budget begeleiding Betalings - regeling Bescherming -bewind 1.2 Preventie en voorlichting Voorkomen is beter dan genezen is het adagium. Door het bewust maken van mensen van de gevolgen (en risico s) van schulden, wordt voorkomen dat schulden gemaakt worden. Zo wordt ook voorkomen dat schuldsituatie problematisch worden. Dit vergt goede voorlichting. Veel wordt hiervan reeds op landelijk niveau door de Rijksoverheid en instanties zoals het Nibud gedaan. Maar de gemeente speelt hier zeker ook een rol in. Zij kan middels een preventieplan concreet aangeven op welke vlakken zij inzet op preventie en voorlichting. Het is van belang dat zoveel mogelijk medewerkers van de gemeente die te maken krijgen met burger én ketenpartners op de hoogte zijn van de mogelijkheden van schuldhulpverlening binnen de eigen gemeente. Hiermee wordt de kans op vroegtijdige signalering groter. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 22 van 31

Het is wel van belang om te onderkennen dat de burger zelf de keuze behoudt om wel of niet geholpen te worden. Hiermee heeft de burger ook zijn eigen verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid kan ook liggen in het tijdig om hulp te vragen. Het is dan de verantwoordelijkheid van de gemeente om te handelen op die hulpvraag. 1.3 Trajectvormen / instrumenten Als een burger om hulp vraagt bij het oplossen van diens schuldenproblematiek is het eerste wat onderzocht moet worden waar het probleem ligt en wat de beste oplossing is. Een oplossing kan gevonden worden in de verscheidene instrumenten die schuldhulpverlening kent en hieronder beschreven worden. 1.3.1 Minnelijk traject Een minnelijk traject is feitelijk een traject waarin alle partijen vrijwillig meewerken aan het succesvol oplossen van de problematische schuldsituatie. Het traject komt tot stand als alle partijen samen tot een passende oplossing komen, meestal onder begeleiding van een schuldhulpverlener. Dit kan door afspraken te maken over de aflossingsverplichting van de schuldeiser en of het maximale bedrag dat afgelost wordt. Cruciaal bij dergelijke afspraken is de bereidwilligheid van zowel de schuldenaar als de schuldeiser om mee te werken aan het traject. Is deze bereidwilligheid er niet, dan slaagt het minnelijke traject niet. 1.3.1.1 Bemiddelingstraject Bij een minnelijk bemiddelingstraject wordt door de schuldhulpverlener een inventarisatie van de schuldeisers en de hoogte van de schulden gemaakt. Daarna wordt getracht een akkoord te bereiken met de schuldeisers over de som van de af te lossen schulden. Dit houdt in dat er wordt aangeboden een deel van de schuld te betalen tegen kwijtschelding van de rest van de vordering. Als alle schuldeisers akkoord gaan met dit aanbod en schuldenaar betaalt gedurende de vastgestelde periode van 3 jaar via de schuldhulpverleningsinstelling maandelijks een bedrag aan de schuldeisers, dan kan het minnelijke traject als zijnde gelukt worden beschouwd. De restschuld wordt dan kwijtgescholden. Als één of meerdere schuldeisers niet akkoord gaan, of de schuldenaar houdt zich niet aan de verplichtingen, dan wordt het minnelijk traject als mislukt beschouwd. De schuldenaar is dan aangewezen op een Wsnp-traject. Zie ook 1.4.1. 1.3.1.2 Moratorium Een nieuw instrument bij het minnelijke bemiddelingstraject is het moratorium. Artikel 5 WGS biedt de schuldhulpverlener de mogelijkheid om de rechtbank te verzoeken een moratorium in te stellen. Voor een periode van maximaal zes maanden mogen schuldeisers dan geen (nieuwe) incassomaatregelen nemen. De schuldsituatie wordt als het ware bevroren. Door te verlangen dat schuldeisers tijdelijk hun incassomaatregelen staken, creëert het moratorium een afkoelingsperiode waarin de problemen zorgvuldig in kaart gebracht kunnen worden en een oplossing bedacht kan worden. Dit kon al deels via het huidige moratorium dat geregeld is in de Wsnp, maar was niet eerder in te zetten vanuit een minnelijke regeling. Dit instrument is nog niet bruikbaar, omdat artikel 5 Wgs op een nader te besluiten tijdstip van kracht wordt. Bij het schrijven van deze tekst was er nog geen zicht op een eventuele datum van inwerkingtreding. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 23 van 31

1.3.1.4 Budgetbegeleiding Minnelijke ondersteuning bij schuldhulpverlening hoeft niet te betekenen dat de burger zelf niet meer in controle is. Het kan juist zijn dat met een beetje hulp iemand prima zelf in staat is zelf diens eigen financiële zaken te regelen. Dan biedt budgetbegeleiding de uitkomst, door op een coachende manier iemand bewust te maken van diens inkomen, uitgaven en verplichtingen. In feite wordt de burger hier bij de hand genomen en ondersteunt, maar de burger neemt zelf de beslissingen en is zelf verantwoordelijk voor het maken (en nakomen!) van afspraken. 1.3.1.3 Budgetbeheer Het kan zijn dat iemand niet (meer) in een problematische schuldsituatie zit, maar de kans groot is dat iemand daar (weer) in terecht kan komen als er niet wordt ingegrepen. Met budgetbeheer ontneemt de schuldhulpverlener als het ware de administratieve verplichtingen van de schuldenaar en worden ervoor gezorgd dat de rekeningen op tijd betaald worden, zodat een diepere schuldenproblematiek wordt voorkomen. Het is goed mogelijk dat aan het begin van een minnelijk traject in eerste instantie budgetbeheer wordt toegepast om de schuldensituatie te stabiliseren, om vervolgens te gaan kijken of men bijvoorbeeld via budgetbegeleiding geleerd kan worden om zelf om te gaan met de eigen financiële verantwoordelijkheid. 1.4 Wettelijk traject Met het wettelijke traject wordt doorgaans het inzetten van een schuldsaneringtraject bedoeld op grond van de Wet Sanering Natuurlijke Personen (Wsnp). Deze wet is bedoeld om te voorkomen dat mensen tot in de lengte der dagen schulden aan het aflossen zijn en daarmee in steeds grotere maatschappelijke en sociale problemen afglijden. 1.4.1 Wsnp Het Wsnp-traject is een traject voor schuldsanering. Alvorens toegelaten te worden tot een Wsnptraject zal eerst geprobeerd moeten zijn om het via de minnelijke weg te regelen. De hoofddoelstelling van de WSNP is het bieden van een schone lei aan schuldenaren die te goeder trouw zijn. De gemeente (lees: de schuldhulpverlener) stelt een verzoekschrift op met als bijlage een Wsnpverklaring. De schuldhulpverlener moet gecertificeerd zijn anders kan geen aanvraag gedaan worden in het kader van de Wsnp 22. De stukken worden naar de rechtbank gestuurd waarna een rechtszitting plaatsvindt. Tijdens de zitting vraagt de rechter om aanvullende informatie en legt hij de cliënt uit welke verplichtingen deze heeft als hij tot de Wsnp wordt toegelaten. De rechtbank spreekt uit of de cliënt wordt toegelaten. Er geldt een termijn van 3 jaar vanaf de start van de sanering 23 waarbij een bewindvoerder wordt aangewezen. Als schuldeisers in het minnelijke traject weigeren mee te werken terwijl het aanbod redelijk was gezien de financiële situatie van de cliënt wordt tegelijk met het verzoek om een Wsnp-verklaring ook verzocht de schuldregeling op te leggen aan de onwillige schuldeisers. Dit wordt ook wel dwangakkoord genoemd. 22 Wet schuldsanering natuurlijke personen, artikel 288 lid 2b van de Faillissementswet 23 Artikel 283 en verder van de Faillissementswet 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 24 van 31

1.4.2 Faillietverklaring Wanneer het Wsnp-traject niet succesvol is of wanneer het niet tot stand komt, dan kan één van de schuldeisers of de schuldenaar zelf een faillietverklaring aanvragen. Indien de rechtbank akkoord gaat met het faillissementsverzoek, verklaart zij de schuldenaar in staat van faillissement. Dit houdt in dat de schuldenaar meteen de zeggenschap over diens vermogen verliest. De rechtbank benoemt dan direct bij vonnis een curator en een Rechter-commissaris. De curator is meestal een advocaat die het beheer over de failliete boedel van de failliet overneemt. De Rechter-commissaris is een rechter die toezicht houdt op de curator. 1.5 Nazorg Nazorg is een belangrijk onderdeel van de schuldhulpverlening. De schuldenaar zit voor een langere periode in een strak regime tijdens de schuldhulpbemiddelingsfase. Wanneer een traject succesvol is afgerond, krijgt de cliënt ineens veel vrijheid terug. Het is noodzakelijk dat de cliënt met deze vrijheid kan omgaan en niet terugvalt in oude gewoontes. Daarom is het belangrijk om de schuldenaar van wie het traject succesvol beëindigd is (inclusief Wsnp) nazorg te bieden. Deze nazorg bestaat mogelijk uit twee componenten, een budgetteringscursus en nazorggesprekken. De bedoeling is om er enerzijds voor zorgen dat de (ex-)schuldenaar de weerbaar is zodat terugval wordt voorkomen en anderzijds om te kijken of er nog dingen zijn die geleerd moeten worden om de eigen financiële verantwoordelijkheid te dragen. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 25 van 31

Bijlage 2: Aanvraagproces schuldhulpverlening PLANgroep in het Land van Cuijk Hieronder wordt het aanvraagproces van PLANgroep binnen de gemeenten van het Land van Cuijk schematisch weergegeven. Afhankelijk van de situatie volgt in fase 6 de uiteindelijke dienstverlening op maat. Dit kan in de vorm van verschillende producten die zoveel mogelijk passen bij de situatie van de klant. Fase 1 Klant meldt zich bij de gemeente / PLANgroep: of of Fase 2 Afspraak wordt gemaakt binnen 48 uur voor eerste screening Als het meteen al duidelijk is dat er sprake is van crisis, zie onder. Fase 3 Eerste screening tussen PLANgroep en klant: - Probleem inventarisatie; - Crisis: ja of nee?; - Voorwaarden schuldhulpverlening bespreken; - Formulier bespreken en meegeven; - Benodigde gegevens uitleggen en klant laten verzamelen; - Evt. doorverwijzen c.q. integraal overdragen aan ketenpartner; - Evt. nieuwe afspraak max. 1 week later. Bij crisis wordt zo snel mogelijk de situatie gestabiliseerd, waarna op een normaal tempo alle fasen kunnen worden uitgevoerd. Bij enkel een doorverwijzing, zo warm mogelijke overdracht aan de ketenpartner Bij het meegeven van het formulier wordt gevraagd of de klant eerst zelf wil proberen. Lukt dat niet, dan helpt PLANgroep of een ketenpartner. Fase 4 Vervolg gesprek tussen PLANgroep en klant: - Formulier en gegevens worden ingenomen; - Mogelijkheden van schuldhulpverlening worden besproken - Voorwaarden worden getekend; - Awb-termijn gaat lopen. - Evt. nieuwe afspraak voor afgeven beschikking max. 4 weken later. Als vervolggesprek onvoldoende is, wordt er nog een gesprek gepland. Wanneer het formulier ondertekend wordt ingeleverd, gaat de beslistermijn o.g.v. Awb lopen. Fase 5 Plan van Aanpak en beschikking - Plan van aanpak is geformuleerd. - Indicatie van doorlooptermijn wordt gegeven; - Beschikking wordt afgegeven; - Bij de beschikking wordt verwezen naar de ondertekende voorwaarden. Plan van aanpak wordt ondertekend door de klant. Beschikking bevat alle rechten & verplichtingen. Fase 6 Uitvoering schuldregeling Kan alle producten omvatten, naar gelang de situatie van de klant. Doorlooptijden zijn slechts een indicatie. Fase 7 Nazorg - Na 6 maanden informeert PLANgroep bij de klant of de situatie stabiel is gebleven na afloop van schuldhulpverlening. 06. 22-01 Concept beleidsplan integrale gemeentelijke schuldhulpverlening CGM 2013-2016 gemeente Cuijk v1.2pagina 26 van 31