ZONDAGSVIERINGEN dertigste zondag B (25 10 2009) Begroeting Mogen wij inzien waartoe Gods woord ons oproept. Moge Hij dit samen luisteren en samen bidden, zegenen: in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen. Openingswoord 1 Er was eens een man zonder gezicht. Hij was blind, zo werd gezegd. Of was het dat men hem niet wilde zien omdat hij een bedelaar was, iemand die bedelt om aandacht, die schreeuwt om gezien te worden, die verlangt naar warmte en liefde? Hij was blind, zo werd gezegd. En toch was hij de enige die zag wie Jezus was. Misschien omdat hij zijn blindheid onder ogen durfde zien, en wist dat hij een ander nodig had om mens onder de mensen te kunnen zijn. Ook wij, die ogen hebben om te zien, wenden wel eens de blik af voor wie of wat ons niet zint. Daardoor blijft God door ons vaak ongezien. Voor die blinde vlekken, bidden we Hem om vergeving. Openingswoord 2 Het gehoor van blinde mensen is vaak bijzonder goed ontwikkeld. De blinde Bartimeüs blijft de roepstem van Jezus horen, te midden van al het lawaai om hem heen. En als hij ziende wordt, dan kiest hij definitief voor Jezus. Als Jezus ons de ogen opent, volgen wij Hem dan onvoorwaardelijk? naar Levensecht Vergevingsmoment 1 Beseffend wie we zijn, en wetend dat de Heer ons hart kent, bidden we Hem om vergeving. Als wij het slechte zien in de mensen om ons heen,
geef ons dan oog voor het goede in hen. Heer, ontferm U over ons. Als wij praatjes geloven en met plezier naar roddels luisteren, geef ons dan oren die het ware willen opvangen. Christus, ontferm U over ons. Als wij al te gemakkelijk vertellen dat de wereld verrot is en bedorven, geef ons dan een mond die dankt voor al het schone. Heer, ontferm U over ons. Heer, doe ons voelen wie Gij voor ons zijt, en toon ons hoe wij, elkaar toegewijd, nog meer mensen naar uw hart kunnen worden. Amen. Vergevingsmoment 2 Heer, er zijn heel wat mensen die het moeilijk hebben, maar wij lopen er liever met een grote boog omheen zodat we ze toch maar niet hoeven te zien. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Christus, soms oordelen we te snel en ten onrechte over anderen, omdat we te weinig moeite doen om hun bedoelingen goed te begrijpen. Daarom: Christus, ontferm U over ons. Heer, vaak zijn we blind voor uw Boodschap omdat we al te zeer op onszelf gericht zijn. Daarom: Heer, ontferm U over ons. Moge God ons vergeving schenken en onze ogen openen voor de weg naar zijn Rijk. Amen. Lofprijzing Eer aan God in de hoge: eer aan de Vader die de oorsprong is, eer aan de Zoon die in de wereld kwam, eer aan de Geest: Hij maakt ons vrij. Eer aan God in de hoge en vrede op aarde: zondaars vinden bij Hem genade, zieken troost en geneest Hij, armen brengt Hij zijn blijde boodschap.
Eer aan God in de hoge en vrede op aarde door liefde onder de mensen. Liefde die de dood overwint, de tranen wegwist uit onze ogen en alles nieuw maakt. Amen. Openingsgebed 1 Barmhartige God, verblind door angst, soms door tranen, en soms door hoogmoed, zien wij vaak niet dat Gij uw hand naar ons uitstrekt. Leer ons zien, geloven en hopen, en in blind vertrouwen de weg gaan ons aangewezen en voorgeleefd door Jezus, uw Zoon en onze Voorganger. Amen. Openingsgebed 2 Goede God, zie ons hier, wij, uw mensen op zoek naar geluk en vrede, hunkerend naar licht en uitzicht. Open onze ogen, open ons hart, zet ons in beweging, samen met anderen, samen met de vergeten mensen langs de weg van ons leven. Amen. Lezingen Luisteren we naar God die tot ons spreekt doorheen de woorden van de Schrift. Eerste lezing (Jeremia 31,7-9) Uit de profeet Jeremia 7 Zo spreekt de Heer: `Jubel van vreugde om Jakob, juich om de heerser van de volken. Verkondig overal Gods lof met deze woorden: `De Heer heeft redding gebracht over zijn volk, over wat overbleef van Israël. 8 Ik haal ze terug uit het noorden, van het einde van de aarde breng Ik ze bijeen; ook de blinden en de lammen, de zwangere en barende vrouwen. In dichte drommen keren zij terug. 9 Bedroefd gingen zij heen,
getroost leid Ik hen terug. Ik voer hen naar stromende beken, over gebaande wegen waarop ze niet struikelen. Ik ben immers Israëls vader en Efraïm is mijn eerstgeborene. KBS Willibrord 1995 Tweede lezing (Hebreeën 5,1-6) Uit de brief aan de Hebreeën Broeders en zusters, 1 Elke hogepriester wordt genomen uit de mensen en aangesteld voor de mensen, om hen te vertegenwoordigen bij God, om gaven en offers op te dragen voor de zonden. 2 Hij is in staat onwetenden en dwalenden geduldig te verdragen, omdat hij ook zelf aan zwakheid onderhevig is; 3 daarom moet hij, als hij offers voor de zonden opdraagt, evengoed aan zichzelf denken als aan het volk. 4 En niemand kan zich die waardigheid aanmatigen; men moet evenals Aäron door God geroepen worden. 5 Zo heeft ook Christus niet zichzelf de eer van het hogepriesterschap toegekend; dat heeft God gedaan, die Hem zei: Mijn Zoon ben jij, Ik heb je vandaag verwekt. 6 Zoals Hij ook elders zegt: Jij bent priester voor eeuwig, op de wijze van Melchisedek. KBS Willibrord 1995 Evangelie (Marcus 10,46-52) Uit het heilig evangelie van onze heer Jezus Christus volgens Marcus 46 Jezus en zijn leerlingen kwamen in Jericho. Toen Hij uit Jericho wegging met zijn leerlingen en heel wat mensen, zat de zoon van Timeüs, Bartimeüs, een blinde bedelaar, langs de weg. 47 Toen hij hoorde dat het Jezus van Nazaret was, begon hij te schreeuwen en te roepen: `Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij. 48 Velen snauwden hem toe dat hij zijn mond moest houden. Maar hij schreeuwde nog harder: `Zoon van David, heb medelijden met mij. 49 Jezus bleef staan en zei: `Roep hem. Ze riepen de blinde :
`Houd moed, sta op, Hij roept u. 50 Hij wierp zijn jas weg, sprong overeind en ging naar Jezus. 51 Daarop zei Jezus tegen hem: `Wat wilt u dat Ik voor u doe? De blinde zei Hem: `Rabboeni, dat ik weer kan zien. 52 `Ga, zei Jezus, `uw vertrouwen is uw redding. Meteen kon hij weer zien, en hij volgde Hem op zijn weg. KBS Willibrord 1995 Geloofsbelijdenis Spreken wij ons geloof uit in God die ons in zijn Zoon geleerd heeft oog te krijgen voor mensen die over het hoofd worden gezien. Ik geloof dat het leven mij geschonken werd door God, onze Vader, bron van liefde. Ik geloof dat ik geroepen ben om mee te werken aan een toekomst die voor elke mens menswaardig is. Ik geloof in die uitzonderlijke mens die niet geleefd heeft voor zichzelf. Ik geloof in die mens die wij kennen als zoon van mensen en zoon van God, die een ereplaats gaf aan mensen die over het hoofd werden gezien. Ik geloof dat zijn Geest onder ons werkt als wij in zijn naam samen zijn en wij elkaar levenskansen geven. Ik geloof dat zijn Geest ons telkens weer aanspoort om naar elkaar om te zien en zo mensen te worden met en voor elkaar. Ik geloof dat ons leven niet zal eindigen in het zinloze niets, maar dat wij eens zullen leven bij de bron van liefde die ons dit leven schonk. Amen. Voorbeden 1
Leggen wij bij het begin van deze tafeldienst onze persoonlijke gebedsintenties op het altaar van de Heer om ze samen met uw gaven en deze gaven aan de Heer aan te bieden. Geef ons ogen, God, die de noden zien van anderen. Maar geef ons ook ogen die kunnen zien waar Gij redding en bevrijding brengt. Laten wij bidden Geef ons monden, God, om onze nood en die van anderen uit te schreeuwen. Maar geef ons ook monden die dank U kunnen zeggen voor uw zorgende nabijheid. Laten wij bidden Geef ons harten, God, die zich in kwetsbaarheid durven openstellen. Maar geef ons ook harten die zich kunnen inleven in andermans broosheid en verdriet. Laten wij bidden Voorbeden 2 Bidden we voor mensen aan de kant, wier leed niet wordt gezien, wier armoede niet wordt opgemerkt. Dat zij eindelijk de aandacht krijgen die ze verdienen en zo weer op weg worden geholpen. Laten wij bidden Bidden we voor mensen in het donker, klein gekregen door tegenslag na tegenslag, mensen wie het water aan de lippen staat. Dat zij een gewillig oor blijven vinden voor hun zorgen en verdriet, een schouder om op uit te huilen, en zo weer licht beginnen zien. Laten wij bidden Bidden we voor mensen die van elkaar vervreemd zijn, die niets meer van elkaar verwachten. Dat zij de sleur weten te doorbreken, dat ze leren kijken met andere ogen en zo wegen vinden tot hernieuwd geluk. Laten wij bidden Gerard Kock Gebed over de gaven 1 God van mensen, op tafel staan hier brood en wijn, eten en drinken voor mensen die met open ogen uitkijken naar een nieuwe wereld,
waar niemand meer honger of dorst heeft. Wij vragen U: kom in ons midden en doe ons handelen naar uw Geest die ons laat zien waar het in het leven om gaat. Amen. Gebed over de gaven 2 Barmhartige God, in Jezus Christus gebroken als brood en uitgegoten als wijn krijgt Gij voor mensen een gezicht. Wij bieden U deze gaven aan als teken van ons verlangen naar U, als symbool van onze honger en onze dorst om deelgenoot te worden aan uw leven. Neem deze gaven aan en vorm ons om tot zichtbare tekens van uw liefde. Amen. Tafelgebed God, wij danken U omdat Gij een God van liefde zijt, een God die oog en hart heeft voor ons, zoekende mensen. Wij danken U omdat Gij de naam van elke mens geschreven hebt in de palm van uw hand. Wij danken U omdat Gij herkenbaar zijt in elke goede mens, in ogen vol mildheid, in een teder gebaar. Overduidelijk hebt Gij dat getoond in Jezus, uw mensgeworden Zoon. Als geen ander gaf Hij gestalte aan uw goedheid en uw liefde voor de mensen. Gij zijt de hand op onze schouder, de stem die ons moed inspreekt of tactvol corrigeert. In alle mensen die om ons bekommerd zijn, die ons vergeven en aanmoedigen, mogen wij de warmte van uw hart vermoeden. Als liefde ook ons hart beroert, onthullen wij iets van uw gelaat. Omdat wij dit mochten ervaren danken wij U schroomvol met de woorden: Heilig, heilig, heilig
Wij danken U voor Jezus, de Christus, de man uit Nazareth, die U Abba, zijn lieve Vader noemde. Nooit was er van U zoveel te zien en te ervaren als toen Hij op onze aarde was. Gedreven door gerechtigheid en goedheid openbaarde Hij uw naam in deze wereld. Door zijn woorden van begrip en vergeving, door zijn attentie voor gekwetste mensen, door blinden uitzicht te geven en lammen veerkracht, toonde Hij uw menslievendheid. Hij was met mensen begaan, deelde hun vreugde, maar ook hun verdriet. Hij veroordeelde niet, maar gaf mensen nieuwe kansen. Vooral in de nacht, die de laatste van zijn leven werd, heeft Hij een subliem gebaar van liefde gesteld. Hij nam brood in zijn handen en dankte U. Hij brak het brood en gaf het aan zijn vrienden en zei: Neem en eet hiervan gij allen. Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt. Zo nam Hij ook de beker. Hij sprak een dankgebed en zei: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed, dat voor u en voor allen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijf dit doen om Mij te gedenken. Als wij dan eten van dit brood en drinken uit deze beker, verkondigen wij de dood des Heren totdat Hij komt. Vader, wij zijn U dankbaar omdat wij in deze tekenen van brood en beker Jezus van Nazareth mogen gedenken. Zend ons zijn Geest opdat ook wij voor elkaar genade zouden zijn, hoe onvolkomen ook. Geef dat wij elkaar waarderen, dat we niet blind zijn voor de mens naast ons of doof en onverschillig voor zijn nood. Dan zal er vreugde zijn op aarde liefde, vrijheid en vriendschap in Jezus naam.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw naam geprezen zijn, Heer onze God, in de eenheid van de heilige Geest, hier en nu en tot in eeuwigheid. Amen. Onze Vader Laten wij ons laten leiden door de gezindheid van Jezus van Nazareth, en met Hem bidden tot zijn en onze Vader: Onze Vader. Laat uw Rijk komen, God, uw wil werkelijkheid worden in ons midden. zodat uw geheiligde naam kan worden doorgegeven in gerechtigheid en vrede, van mens tot mens, van land tot land over heel de wereld. Dan zal de mensheid vreugdevol kunnen uitzien naar de komst van Jezus Messias, uw zoon. Want van U is het koninkrijk Vredewens Met open ogen in t leven mogen staan t Geeft ons zicht op wat rondom ons gebeurt, een goed inzicht op wat de diepere gronden zijn van waaruit alles zich voordoet. t Geeft ons uitzicht op de weg die moet worden gegaan. Vrede met onszelf met wie we zijn, met onze talenten en onze gebreken opent de weg naar vrede met elkaar, dichtbij en veraf. Een vrede die niet mag toedekken, maar ons omroept om op-weg-te-gaan naar een wereld van doorzichtigheid, van eerlijkheid, van recht-geven aan ieder ander, van elk zijn plaats geven in ons midden. Die vrede van de Heer moge met u zijn. En geven wij die Godsvrede aan elkaar door. Lam Gods Communie Getrouw aan Gods wet en belofte deelde Jezus brood en wijn, deelde Hij zijn leven en zijn vreugde uit. Zo wilde Hij voor ons het Lam Gods zijn dat onze zonden wegdraagt. Heer, ik ben niet waardig Bezinning 1
God die ons nabij zijt, Gij leeft dieper in ons dan wij in onszelf. Gij kent de hunker van ons hart naar een groot geluk, dat we maar niet vinden. Gij doorgrondt hart en nieren en kent ons in onze diepste verborgenheid. Gij weet wat ons het meest ontbreekt in ons tastend zoeken naar een leven van volkomenheid. Maak ons hart ontvankelijk voor de ontmoeting met U die Liefde zijt. Wat onmogelijk lijkt, wordt mogelijk: we worden heel gelukkige mensen die elkaar tot zegen zijn. Bezinning 2 Heel veel mensen hebben een overvloed aan muziek, maar ze zijn van binnen niet blij. Heel veel mensen hebben een overvloed aan televisie, maar ze zien elkaar nauwelijks. Heel veel mensen hebben een overvloed aan zenders, maar ze kunnen elkaar niet meer ontvangen. Heel veel mensen hebben een overvloed aan geld, maar ze zijn armer dan ze zelf weten. Heel veel mensen hebben een overvloed aan kennissen, maar ze kennen niemand echt. Heel veel mensen hebben een overvloed aan goden, maar de onbaatzuchtige God is hun onbekend. Heel veel mensen zoeken naar echt contact, naar echte ontmoeting die niet te koop is maar die je ontvangt als je omziet naar elkaar, als je aandachtig leeft met elkaar. Marinus van den Berg uit: Kiezen voor ontmoeting Slotgebed 1
Barmhartige God, dank U voor het woord dat Gij tot ons gesproken hebt. Dank U voor uw leven dat ons tot voorbeeld strekt. Dank U voor brood en beker, waardoor Gij in ons midden komt. Moge dat alles ons helpen om al wat ons mens-zijn aanbelangt, beter te kunnen zien met de ogen van ons geloof. Dit vragen wij U in naam van Jezus Christus, uw Zoon en één van ons. Amen. Slotgebed 2 Gij, die ons opricht en ons de ogen opent, laat heel de wereld tot de erkenning komen van wat tot vrede strekt: liefde en rechtvaardigheid in mededeelzaamheid. Veel is zo kostbaar, maar wij zien het niet. Veel is zo prachtig, maar wij verwonderen ons niet meer. Veel is zo kleurrijk, maar wij ervaren alles in hetzelfde licht. Wij bidden U, God: dat wij genieten van wat al is, dat wij ons verwonderen over al wat is, dat wij U danken voor al wat is. Amen. Slotgebed 3 God, Gij laat het werk van uw handen niet los. Steeds opnieuw, de eeuwen door, zoekt Gij naar nieuwe wegen om ons telkens weer te doen ervaren hoezeer wij U ter harte gaan. Trek uw handen nooit van ons af, wees ons nabij in goede en kwade dagen en blijf tot ons spreken door Jezus Christus, onze Broeder voor tijd en eeuwigheid. Amen. Zending en zegen Laten wij met nieuwe ogen het goede zien waarin God toont dat Hij er voor ons is. Moge Hij ons de ogen openen wanneer verdriet, angst of onmacht ons verblindt.
Gaan wij, als de genezen Bartimeüs de weg opgaan, de weg van Jezus naar Jeruzalem. Onderweg zal God ons zegenen en bewaren: in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen.