Atriumfibrilleren Uitleg, adviezen, telefoonnummers en zaken die voor u van belang zijn. Afdeling Cardiologie
Informatiebrochure Atriumfibrilleren Uitleg, adviezen, telefoonnummers en zaken die voor u van belang zijn. Inhoudsopgave pag 1 Atriumfibrilleren 1 2 Atriumfibrillen poli 5 3 De meest gebruikte medicijnen bij atriumfibrilleren 7 4 Nuttige adressen, telefoonnummers en websites 9
1. Atriumfibrilleren U heeft te horen gekregen dat u een hartritmestoornis heeft. Deze hartritmestoornis wordt atriumfibrilleren (ook wel boezemfibrilleren) genoemd. In principe is deze hartritmestoornis ongevaarlijk. Atriumfibrilleren is een van de meest voorkomende hartritmestoornissen. Normaal ritme Bij een normaal ritme geeft de sinusknoop (zie onderstaand plaatje) een elektrisch signaal af waardoor de boezems samentrekken en het bloed de kamers in pompen. Dit signaal is gelijkmatig en in rust rond de tachtig slagen per minuut. Het signaal dat de sinusknoop af geeft, wordt opgevangen door de AV knoop, die het signaal verder geleidt via de bundels van HIS. Hierdoor trekt de onderkant van het hart (de kamers) samen en wordt het bloed het lichaam ingepompt. Normale situatie Atriumfibrilleren Sinus knoop Elektrisch signaal Sinus knoop Verschillende elektrische signalen normaal hartritme onregelmatig hartritme Wat gebeurt er bij atriumfibrilleren? Bij atriumfibrilleren verliest de sinusknoop het alleenrecht van het geven van het elektrische signaal. Overal in de bovenkant van het hart (de boezems) worden cellen actief die ook elektrische signalen gaan afgeven. De AV knoop kan niet onderscheiden of een signaal uit de sinusknoop komt of ergens anders uit de boezems. Hierdoor laat hij deze signalen door en kan er een snel en onregelmatig hartritme ontstaan. Dit ritme kan oplopen tot 200 slagen per minuut. 1
Oorzaken De oorzaak van atriumfibrilleren kan in het hart zelf liggen. Bijvoorbeeld door een hartinfarct, hartklepgebreken of hartfalen. Bij hartfalen is het hart vaak te groot en uitgerekt. Daardoor rekt de boezem ook uit en worden de signalen verstoord. Daarbij geldt dat hartfalen tot gevolg heeft dat het signaal het hart voortdurend probeert te stimuleren tot betere prestaties. Dit kan leiden tot een overprikkeling en een onregelmatig ritme. Atriumfibrilleren neemt toe met de leeftijd en komt vaker voor bij mannen dan vrouwen. Bent u jonger dan 60 jaar dan is de kans ongeveer 1% om deze aandoening te krijgen. Mensen van 85 jaar en ouder hebben een kans van bijna 20% om het te krijgen. Aandoeningen waarbij u een grotere kans heeft op het ontwikkelen van atriumfibrilleren: hoge bloeddruk suikerziekte andere hartafwijkingen (hartklepafwijkingen, hartinfarct, hartfalen) chronisch longlijden (COPD) schilklieraandoeningen slaapapneu en meer zeldzame ziekten Andere oorzaken die atriumfibrilleren tot gevolg kunnen hebben zijn: na een hartoperatie inspanning psychische stress koorts bloedarmoede alcohol koffie thee drugs sommige medicijnen Klachten Atriumfibrillleren kan verschillende klachten geven. Sommige mensen ervaren zelfs geen klachten. De meest gehoorde klachten zijn: hartkloppingen: plotseling bonzen, fladderen of rammelen in de borst. gebrek aan energie, vermoeidheid. duizeligheid: een licht gevoel in het hoofd. een naar gevoel op de borst: pijn, druk of alleen een vervelend gevoel kortademigheid: snel lucht tekort komen in verhouding tot de verrichte inspanning. 2
Diagnose Naar aanleiding van de beschrijving van uw klachten kan de cardioloog een aantal onderzoeken afspreken: Een hartfilmpje (ECG). Een echo van het hart. Dit onderzoek is niet pijnlijk. Er worden geluidstrillingen gebruikt om uw hart beter te kunnen bekijken. Een 24 uurs ritme. U draagt 24 uur een kastje bij u waarop de cardioloog kan zien wanneer het hartritme snel en onregelmatig is. Een bloedonderzoek. Uw ijzergehalte, schildklier-, nier- en leverfunctie worden gecontroleerd. Een röntgenfoto van hart en longen. Behandeling Er zijn verschillende manieren om atriumfibrilleren te behandelen. De behandeling is erop gericht om het hartritme omlaag te krijgen en de vorming van bloedstolsels te voorkomen. Eerst wordt er gekeken of er een oorzaak voor het atriumfibrilleren is en of deze behandeld kan worden. Soms wordt dan vervolgens geprobeerd om het normale hartritme te herstellen door een van de volgende behandelingen: Medicijnen die het hartritme kunnen herstellen. Een cardioversie. Dit vindt plaats onder narcose. De cardioloog dient een stroomschok toe, waardoor het hartritme zich kan herstellen. Een ablatie. Dit is van toepassing als het geleidingsweefsel zelf oorzaak van het atriumfibrilleren is. Het zieke weefsel wordt dan weggebrand. Een operatie. Dit is om de eventuele onderliggende oorzaak te behandelen (klep- of bypassoperatie). De cardioloog besluit welke behandeling het meest geschikt is voor u. In veel gevallen blijft, ondanks medicatie of cardioversie, het atriumfibrilleren echter bestaan. In deze gevallen wordt vaak geadviseerd het atriumfibrilleren te accepteren. Dit wordt dan chronisch of permanent atriumfibrilleren genoemd. De behandeling hiervan is er op gericht om bloedstolsels te voorkomen en het hartritme omlaag te krijgen en te houden. 3
Risico's In principe is atriumfibrilleren een ongevaarlijke hartritmestoornis. Er zijn echter twee risico`s waarom atriumfibrilleren behandeld moet worden. Het ontstaan van bloedstolsels. Door het onregelmatige ritme van samenknijpen van het hart, kunnen de boezems zich niet helemaal leegknijpen. Hierdoor kan er bloed blijven rond circuleren in het hart. Dit geeft risico op stolselvorming. Een stolsel kan het lichaam ingepompt worden en ergens in het lichaam een afsluiting van een ader veroorzaken. Dit risico is klein, maar wordt groter in combinatie met andere risicofactoren zoals, suikerziekte, hoge bloeddruk en hartfalen. Ook leeftijd is een risicofactor. Verzwakking van de hartspier. Normaal in rust knijpt het hart ongeveer 80 keer per minuut samen. Bij atriumfibrilleren kan dit ritme oplopen tot 200 keer per minuut. Het hart is dus eigenlijk bezig met topsport. Op de lange termijn kan hierdoor de hartspier verzwakken. 4
2. Waarom een atriumfibrillerenpoli? Atriumfibrilleren komt veel voor en kan ongemakken met zich meebrengen. Vaak zijn er meerdere polikliniekbezoeken nodig om de juiste diagnose en behandeling vast te stellen. Om de toenemende vraag naar behandeling op te kunnen vangen, voert een gespecialiseerd verpleegkundige voor een deel de werkzaamheden van de cardioloog uit. De cardioloog bespreekt de diagnose en de gevolgen met u en start de behandeling. De verpleegkundig specialist helpt u bij de uitvoering van de behandeling en geeft u informatie en advies. De verpleegkundig specialist Een verpleegkundig specialist is een verpleegkundige met een masteropleiding Advanced Nursing Practice. Deze verpleegkundig specialist heeft zich gespecialiseerd in atriumfibrilleren en werkt nauw samen met de cardiologen in het ziekenhuis. Zij behandelt individueel en zelfstandig patiënten. Daarnaast heeft zij contact met andere betrokken hulpverleners binnen het buiten het ziekenhuis. De verpleegkundig specialist is uw aanspreekpunt wanneer er vragen of problemen zijn. Wat doet de verpleegkundig specialist? U komt een aantal keren ter controle op de atriumfibrillerenpoli en staat dan onder behandeling van de verpleegkundig specialist. Hier worden de volgende onderwerpen en onderzoeken besproken: Informatie/voorlichting - over atriuimfibrilleren - uw behandeling van atriumfibrilleren - optimaliseren van uw behandeling en controle - medicijngebruik en wijzigingen in medicatie - omgaan met medicijnen en leefregels - advies met betrekking tot factoren die uw atriumfibrilleren veroorzaken Lichamelijk onderzoek - bloeddruk meten - luisteren naar hart/longen - controle hartritme Medicatie/onderzoeken - controleren medicatiegebruik - instellen/wijzigen medicatie in overleg met de cardioloog - controleren hartfilmpje en bloeduitslagen 5
Begeleiding De verpleegkundig specialist is uw aanspreekpunt wanneer er vragen of problemen zijn. Zij ondersteunt u bij veranderingen en u kunt haar bellen wanneer uw hartritme van slag is. Doorverwijzing De verpleegkundig specialist kan hulp van andere hulpverleners inschakelen zoals de fysiotherapeut, diëtiste, maatschappelijk werk, psycholoog of thuiszorg. Bereikbaarheid De atriumfibrillerenpoli is bereikbaar op maandag tot en met vrijdag tussen 09.00-10.00 en 13.00-13.30 uur op telefoonnummer (0522) 23 39 64. Ook kunt u contact opnemen met het secretariaat cardiologie telefoon (0522) 23 30 75. E-mail hartfalen@noorderboog.nl Buiten kantoortijden kunt u bij spoedgevallen contact opnemen met de huisartsenpost. 6
3. Meest gebruikte medicijnen bij atriumfibrilleren Medicijnen kunnen veel effect hebben op de kwaliteit van leven. De medicijnen bij behandeling van atriumfibrilleren zijn gericht op een verandering of verlaging van uw hartslag. Het is belangrijk dat u de medicijnen nauwkeurig en volgens voorschrift inneemt. Medicijnen kunnen bijwerkingen hebben. Lees de bijsluiter van de medicijnen goed. Als u problemen opmerkt, overleg dan met de verpleegkundig specialist van de atriumfibrillerenpoli of de cardioloog. Het kan nodig zijn de hoeveelheid of de soort medicijnen aan te passen. Bètablokker Deze medicijnen vertragen het hartritme en verlagen de bloeddruk. Uw hart gaat iets minder snel pompen en daardoor wordt uw bloeddruk ook lager. Mogelijke bijwerkingen van bètablokkers zijn moeheid, duizeligheid, koude handen en voeten en heel soms erectiestoornissen. Mensen met astma kunnen er benauwd van worden. Doordat uw hart minder snel klopt voelt u zich rustiger. Calciumantagonist Wanneer u veel last heeft van de bijwerkingen van een bètablokker, dan kunt u in plaats daarvan een calciumantagonist gebruiken. Ook van calciumantagonisten gaat het hart iets minder snel kloppen. U voelt zich daardoor rustiger. Uw bloedvaten gaan wijder open staan. Daardoor neemt de druk in de bloedvaten af en wordt uw bloeddruk lager. Mogelijke bijwerkingen zijn hoofdpijn, maag- en darmklachten en dikke enkels. Digoxine Als de klachten met een bètablokker of een calciumantagonist niet weggaan, dan kunt u er digoxine bij krijgen. Ook digoxine zorgt ervoor dat uw hart minder snel gaat kloppen. Tegelijk geeft digoxine het hart meer kracht zodat het per hartslag meer bloed kan doorpompen. Als u misselijk wordt, gaat braken of hoofdpijn krijgt, dan slikt u waarschijnlijk te veel digoxine. Bel dan uw verpleegkundig specialist of de huisarts. Dan wordt er gekeken of de hoeveelheid medicijnen omlaag kan. Bètablokkers, calciumantagonisten en digoxine verminderen de klachten van boezemfibrileren. Hierdoor kunt u zich beter inspannen. Zonder overleg is het niet verstandig om deze medicijnen te minderen of te stoppen. Bel de atriumfibrillerenpoli als u problemen heeft met de medicijnen. 7
Bloedverdunners Als atriumfibrilleren langer dan twee dagen aanhoudt of terugkomt, dan krijgt u bloedverdunners. Dit zijn medicijnen die zorgen dat uw bloed minder stolbaar is. Uw bloed blijft dun. Hoe dunner uw bloed, hoe kleiner de kans dat er een bloedstolsel ontstaat. Daarmee verkleint ook de kans op een beroerte. Er zijn drie groepen bloedverdunners: - bloedplaatjesremmers: acetylsalicylzuur/carbasalaatcalcium (Ascal) en clopidrogel (Plavix); - stollingsremmers: acenocoumarol (Sintrom) of fenprocoumon (Marcoumar). - nieuwe stollingsremmers: dagibatran (Pradaxa) of rivaroxaban (Xarelto). We bespreken welke medicijnen u krijgt en hoe u ze moet gebruiken. Hoe gaat het verder? De medicijnen worden stap voor stap opgebouwd. U komt nadat u met de medicijnen bent begonnen terug naar de atriumfibrillerenpoli. We controleren dan uw hartslag en uw bloeddruk. We bekijken of u eventueel een ander medicijn moet gebruiken of dat u er een middel bij moet innemen. 8
4. Nuttige adressen, telefoonnummers en websites Atriumfibrillerenpoli Diaconessenhuis Meppel Tel. (0522) 23 39 64 (bereikbaar van maandag tot en met vrijdag tussen 09.00-10.00 uur en 13.00-13.30 uur) E-mail hartfalen@noorderboog.nl Secretariaat Cardiologie Tel. (0522) 23 30 75 De Hart & Vaatgroep Postbus 300 2501 CH Den Haag Tel. 088-11 16 00 E-mail info@hartenvaatgroep.nl www.hartenvaatgroep.nl Nederlandse Hartstichting Postbus 300 2501 CH Den Haag Tel. 0800-82 124 80 (gratis) E-mail: info@hartstichting.nl www.hartstichting.nl www.boezemfibrilleren.nl www.hartstichting.nl/ritmestoornissen 9
. Isala Diaconessenhuis Hoogeveenseweg 38 7943 KA Meppel Tel. (0522) 23 33 33 Website: www.isala-diaconessenhuis.nl fld-dm/198/0613