BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER



Vergelijkbare documenten
Inschrijving: Xylocaine 2%-Adrenaline 1: DENTAL is ingeschreven in het register onder RVG

Inschrijving: Citanest 3%-Octapressine DENTAL is ingeschreven in het register onder RVG

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Citanest 10 / 20 mg/ml, oplossing voor injectie prilocaïnehydrochloride

Citanest 3%-Octapressine DENTAL prilocaïnehydrochloride 30 mg/ml en felypressine 0,54 μg/ml, Injectievloeistof voor perineurale toediening

PP. overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Marcaine 0,5%-Adrenaline 1: : bevat bupivacaïnehydrochloride-monohydraat,

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Citanest 10 / 20 mg/ml, oplossing voor injectie. prilocaïnehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Marcaine 5 mg/ml Glucose Bupivacaïnehydrochloride-monohydraat en glucose

Dancor 10, tabletten 10 mg Dancor 20, tabletten 20 mg

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Lignospan 2% Special, oplossing voor injectie. Lidocaïnehydrochloride / Adrenalinetartraat

Lees ook de bijsluiter voor informatie over de toepassing van dit medicijn.

Isosorbidedinitraat 5 PCH, tabletten 5 mg Isosorbidedinitraat

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker

Package Leaflet / 1 van 5

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusdruppels 0,5/1, V6 mg/ml Package Leaflet januari 2009

XYLOMETAZOLINEHYDROCHLORIDE 1 MG/ML NEUSDRUPPELS SAMENWERKENDE APOTHEKERS, OPLOSSING

FIBORAN, capsules 50 mg

Package Leaflet juli 2014

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Levobupivacaine

1. Wat is Xylocaine 2% Adrenaline 1: DENTAL en waarvoor wordt dit middel gebruikt?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Citanest 3% Octapressine. Lokaal anestheticum voor tandheelkundig gebruik.

Package leaflet

Thiamini hydrochloridum 100 mg/ml, oplossing voor injectie thiaminehydrochloride

BIJSLUITER (Ref )

Sandoz B.V. Page 1/5 Xylometazoline HCl Sandoz neusspray 1,0 mg/ml 1313-V Package Leaflet juli 2012

Protaminehydrochloride MPH 1000 IE/ml, oplossing voor injectie Protaminehydrochloride MPH 5000 IE/ml, oplossing voor injectie. Patiëntenbijsluiter

PYRIDOXINI HYDROCHLORIDUM oplossing voor injectie. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 18 januari : Bijsluiter Bladzijde : 1

BIJSLUITER (Ref )

BIJSLUITER. BIbv pagina 1 van 6 Mucoangin zuigtabletten PIL 1101

ROTER NOSCAPECT 1 mg/ml, stroop noscapine

Rapifen oplossing voor injectie 0,5 mg/ml alfentanil

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. XYLOCAINE 1%, oplossing voor injectie XYLOCAINE 2%, oplossing voor injectie. Lidocaïnehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Novaban 2 mg/2 ml, oplossing voor injectie en infusie Tropisetron

Fentanyl-Janssen oplossing voor injectie 0,05 mg/ml (fentanyl)

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE PATIËNT

RVG / Version 2017_06 Page 1 of 5. ETHYMAL 125 mg, capsules, zacht ETHYMAL 250 mg, capsules, zacht Ethosuximide

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. BUSCOPAN, zetpillen 10 mg BUSCOPAN voor kinderen, zetpillen 7,5 mg butylscopolaminebromide

BOOTS PHARMACEUTICALS NEUSSPRAY xylometazoline HCl 1.0 mg/ml oplossing

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Ultracain D-S, injectievloeistof Ultracain D-S forte, injectievloeistof. articaïnehydrochloride/epinefrine

BOOTS PHARMACEUTICALS NEUSSPRAY xylometazoline HCl 0,5 MG/ML oplossing

Leidapharm Neusspray Xylometazoline HCl 1,0 mg/ml, neusspray, oplossing

Package leaflet / 1 van 6

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Kruidvat Xylometazoline HCl 1 mg/ml, neusdruppels, oplossing. xylometazolinehydrochloride

Lidocaïnehydrochloride 10 mg/ml Emulsie voor injectie Lidocaïnehydrochloride 20 mg/ml Emulsie voor injectie

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. CITANEST 1%, oplossing voor injectie CITANEST 2%, oplossing voor injectie. Prilocaïne hydrochloride

IB-2 Panadol Zetpillen 1000 mg voor Volwassenen maart 2010 en Kinderen vanaf 12 jaar Blz.1/5 RVG NL

1. WAT IS BUPIVACAÏNE AUROBINDO EN WAARVOOR WORDT DIT MIDDEL GEBRUIKT?

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER

NOSCAPINE HCL, stroop 1 mg/ml Noscapine

Bijsluiter: Informatie voor de gebruik(st)er. BRONCHOSEDAL Dextromethorphan HBr 1,5 mg/ml siroop. Dextromethorfanhydrobromide

BIJSLUITER. pagina 1 Bisolnex 1705

Morfine HCl 10 mg/ml PCH, oplossing voor injectie morfinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. ANGIN-SAN keelspray ANGIN-SAN zuigtabletten. Dequalinium chloride Lidocaïne hydrochloride

Informatie voor de patiënt

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Efedrinechoorhydraat

PATIENTENBIJSLUITER: informatie voor de gebruiker CosmoFer 50 mg/ml, oplossing voor injectie en infusie IJzer(III)

NAAM VAN HET GENEESMIDDEL Xylocaine 2%-Adrenaline 1: Lokaal anestheticum voor tandheelkundig gebruik.

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

BIJSLUITER. BIbv pagina 1 Bisolnex 1312

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, stroop noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. MUCOANGIN, zuigtabletten 20mg ambroxolhydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Sirupus promethazini PCH, stroop 1 mg/ml promethazinehydrochloride

ISOSORBIDEDINITRAAT-vaselinecrème 1% FNA crème

BIJSLUITER. Xylometazoline

Vicks Hoestdrank noscapinehydrochloride 1 mg/ml, drank Noscapine

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. BUSCOPAN omhulde tabletten, 10 mg butylscopolaminebromide

Chlooramfenicol 5 mg/ml Teva, oogdruppels chlooramfenicol

Pilocarpinehydrochloride Teva 20 mg/ml, oogdruppels pilocarpinehydrochloride

Glucophage 850 bijsluiter blz. 1 / 6

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

Pyridoxine HCl 50 PCH, tabletten 50 mg Pyridoxine HCl 100 PCH, tabletten 100 mg pyridoxinehydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. emla, pleister. lidocaïne en prilocaïne

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKSTER. Monuril 2000, granulaat voor drank Monuril 3000, granulaat voor drank. fosfomycine-trometamol

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker emla, pleister lidocaïne en prilocaïne

BIJSLUITER Atosiban Devrimed 6,75 mg/0,9 ml

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR GEBRUIKERS. Ropivacaïne Hydrochloride Hospira 2 mg/ml oplossing voor injectie ropivacaïnehydrochloride

Package leaflet

PROPRANOLOL HCl PCH tabletten. MODULE I: ALGEMENE GEGEVENS Datum: 8 juli : Bijsluiter Bladzijde: 1

Theranal aambeienzalf, aambeienzetpillen Werkzame bestanddelen: lidocaïne, zinkoxide, bismuthsubnitraat

Xylometazoline HCl 0,5 mg/ml Teva, neusspray Xylometazoline HCl 1 mg/ml Teva, neusspray xylometazolinehydrochloride

Boots Pharmaceuticals Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop noscapine

NOSCAPINE HCl APOTEX 1 mg/ml, stroop Noscapine

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Instillagel gel steriel, Gel voor urethraal, rectaal en oropharyngeaal gebruik

2. Wat u moet weten voordat u Paracetamol comp. Apotex gebruikt

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Xylometazoline HCl Sanias 1 mg/ml, neusdruppels, oplossing. xylometazolinehydrochloride

Glucophage 500 bijsluiter blz. 1 / 6

Bijsluiter: Informatie voor de gebruiker. Instillagel gel steriel, gel voor urethraal, rectaal en oropharyngeaal gebruik

Package Leaflet

PARACETAMOL PCH zetpillen. DEEL IB : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 09 april 2004 Deel IB2 : Bijsluiter Bladzijde : 1

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. XYLOCAINE 2% Adrenaline 1: , oplossing voor injectie. lidocaïnehydrochloride - adrenalinebitartraat

MAPROTILINE HCl PCH tabletten. MODULE I : ALGEMENE GEGEVENS Datum : 29 februari : Bijsluiter Bladzijde : 1

OTRIVINE ANTI-RHINITIS SINE CONSERVANS 1 neusspray, oplossing OTRIVINE ANTI-RHINITIS SINE CONSERVANS 0,5 neusspray, oplossing

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. Paludrine, tabletten 100 mg Proguanilhydrochloride

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER. NUSO-SAN menthol 1mg/ml neusspray, oplossing. Xylometazoline hydrochloride

Noscapine HCl Teva 1 mg/ml, drank noscapinehydrochloride

Kruidvat Hoestdrank Noscapine HCl 1 mg/ml, stroop Noscapine

Transcriptie:

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Citanest 5 mg/ml Citanest 10 mg/ml Citanest 20 mg/ml injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening Prilocaïnehydrochloride Citanest 10 mg/ml + 5 μg Adrenaline 1: 200.000 Citanest 20 mg/ml + 5 μg Adrenaline 1: 200.000 injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening Prilocaïnehydrochloride en adrenaline Lees de hele zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel - Bewaar deze, het kan nodig zijn om deze nogmaals door te lezen. - Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. - Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. - Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze : 1. Wat is Citanest en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Citanest gebruikt 3. Hoe wordt Citanest gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Citanest 6. Aanvullende informatie 1

1. WAT IS CITANEST EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT Citanest is een middel dat een plaatselijk verdovende werking uitoefent en kan worden gebruikt bij volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden. Indien de arts Citanest in het weefsel spuit treedt een plaatselijk verdovend effect op in een beperkt gebied. Indien de arts Citanest in een zenuw spuit wordt een uitgebreider gebied verdoofd. Wanneer de arts Citanest via een ruggenprik toedient, kan een verdoving van het hele onderlichaam worden bereikt. Citanest voorkomt dat de zenuwen gevoelens van pijn, warmte of koude doorgeven. Op deze wijze kan een gedeelte van het lichaam worden verdoofd om een operatieve ingreep mogelijk te maken. Ook de zenuwen naar de spieren worden in meer of mindere mate geblokkeerd, zodat tijdelijke spierzwakte of tijdelijke verlamming kan optreden. Als de verdoving is uitgewerkt komt de spierkracht weer terug. Toevoegen van adrenaline verlengd de werkingsduur van Citanest doordat adrenaline de vaten vernauwt. Hierdoor blijft Citanest langer op de plaats waar verdoofd wordt aanwezig. Citanest wordt gebruikt voor verdoving van een beperkt of uitgebreider deel van het lichaam bij kleinere of grotere operaties. 2. WAT U MOET WETEN VOORDAT U CITANEST GEBRUIKT Gebruik Citanest niet - als u overgevoelig (allergisch) bent voor prilocaïnehydrochloride of voor één van de andere bestanddelen van Citanest; - als u overgevoelig (allergisch) bent voor plaatselijk verdovende middelen van dezelfde chemische familie (bijvoorbeeld lidocaïne, mepivacaïne en bupivacaïne); - als u een bepaalde bloedafwijking heeft (methemoglobinemie); - bij kinderen jonger dan 6 maanden. Gebruik Citanest-Adrenaline niet - als u gevoelig bent voor sulfiet (zoals patiënten met astma of een bestaande allergie); metabisulfieten kunnen overgevoeligheidsreacties geven. In het ernstigste geval kan een sterke overgevoeligheidsreactie, benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen of een shock ontstaan. Een shock wordt gekenmerkt door een sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid en verminderd bewustzijn; - voor verdoving van lichaamsdelen waar bloedvaten eindigen, zoals vingers, tenen, neus, oren of penis; 2

- als u lijdt aan een van de volgende aandoeningen: hoge bloeddruk, een hart-/of vaatziekte, suikerziekte (diabetes) of een te hard werkende schildklier (hyperthyreoïdie). Wees extra voorzichtig met Citanest - als u bepaalde hartaandoeningen heeft, zoals een bepaalde stoornis in de geleiding van het hart, leidend tot ritmestoornissen (AV blok); - als u onvoldoende pompkracht van het hart heeft (decompensatio cordis); - als u middelen tegen hartritmestoornissen gebruikt (zoals bijvoorbeeld amiodaron); - als u een slechte algehele conditie heeft (bijvoorbeeld door ouderdom of andere ziekten); - als u een ernstige leveraandoening heeft; - als u een ernstige nieraandoening heeft; - als u bloedarmoede heeft; - in de verloskunde; - als u leidt aan een ziekte die berust is op een stoornis in de aanmaak van de rode bloedkleurstof (porfyrie). Voor Citanest-Adrenaline geldt ook nog: - als u verhoogde bloeddruk heeft die moeilijk te behandelen is; - als u een bepaalde hartaandoening heeft met vernauwing van de aderen rondom het hart (atherosclerotische hartziekte); - als u lijdt aan hartziekten met zuurstoftekort in de hartspier (ischemische hartziekte); - als uw schildklier te hard werkt en u hiervoor moeilijk te behandelen bent (hyperthyreoïdie); - als u een aandoening heeft aan de bloedvaten van de hersenen; - als u suikerziekte heeft (diabetes mellitus); - als u een aandoening heeft die door adrenaline verergerd kan worden; - als u een beklemmend pijnlijk gevoel op de borst heeft (angina pectoris). Laat altijd de arts die u behandelt weten voor welke problemen of ziekten u nog meer onder behandeling bent, met name leveraandoeningen, een sterk verhoogde bloeddruk, bepaalde hartafwijkingen of een ernstige nierfunctiestoornis vereisen bijzondere aandacht. 3

Als u eerder al eens met een lokaal verdovend middel bent behandeld en u destijds dat middel niet goed heeft verdragen dan moet u dit ook uw arts vertellen. Gebruik in combinatie met andere geneesmiddelen Vertel uw arts of apotheker wanneer u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder recept kunt krijgen. Gebruik een medicijnkaart. U noteert hierop welke geneesmiddelen u gebruikt en in welke dosering. Laat mensen in uw omgeving weten welke geneesmiddelen u gebruikt! Sommige medicijnen kunnen elkaars werking versterken of verzwakken of mogen om een andere reden niet gelijktijdig gebruikt worden. Om de juiste dosering Citanest te bepalen moet uw arts weten welke geneesmiddelen u nog meer gebruikt. Een wisselwerking kan optreden bij gelijktijdig gebruik van Citanest met: - andere plaatselijk verdovende middelen of sommige middelen (met lidocaïne, tocaïnide of mexiteline) tegen een onregelmatig hartritme, de dosering moet worden aangepast; - bepaalde middelen tegen infecties (sulfonamiden); - bloedvatvernauwende medicijnen; - middelen tegen malaria; - bepaalde stikstofverbindingen; Voor Citanest-Adrenaline geldt ook nog: - bepaalde middelen gebruikt bij neerslachtigheid (de zogeheten tricyclische antidepressiva), er kan een ernstig verhoogde bloeddruk ontstaan of hartritmestoornissen; - bepaalde middelen die de baarmoeder doen samentrekken (oxytocica), er kan een ernstig verhoogde bloeddruk, mogelijk ook een aandoening aan de bloedvaten van de hersenen of een hartaandoening ontstaan; - bepaalde middelen gebruikt bij schizofrenie (de zogeheten fenothiazines en butyrofenonen), er kan verlaagde bloedruk en een versnelde hartslag (tachycardie) ontstaan; - bepaalde narcosemiddelen (halothaan of cyclopropaan), er kunnen ernstige hartritmestoornissen optreden; 4

- bepaalde middelen tegen verhoogde bloeddruk (bètablokkers, zoals bijvoorbeeld propranolol), er kan ernstig verhoogde bloeddruk er vertraagde hartslag (bradycardie) ontstaan. Zwangerschap en borstvoeding Citanest mag tijdens de zwangerschap enkel gebruikt worden in lage dosering en wanneer dit uiterst noodzakelijk is. Er dient namelijk rekening mee gehouden te worden dat Citanest, net als andere plaatselijk verdovende middelen de placenta passeert. Het is niet bekend of prilocaïne in de moedermelk worden uitgescheiden. Het is niet bekend of adrenaline in de moedermelk wordt uitgescheiden, maar het is onwaarschijnlijk dat dit een effect zal hebben op de zuigeling. Het gebruik van Citanest tijdens de borstvoeding dient vermeden te worden. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Plaatselijk verdovende middelen hebben een zeer geringe invloed op de hersenfuncties en het coördinatievermogen. Omdat zij het gebruik van de spieren in het gebied van de verdoving wel kunnen bemoeilijken, kan er een invloed zijn op uw reactievermogen en kan uw rijvaardigheid worden beïnvloed. Belangrijke informatie over enkele bestanddelen van Citanest Citanest flacons voor meervoudig gebruik bevatten methylparahydroxybenzoaat (E218) als conserveermiddel. Methylparahydroxybenzoaat kan allergische reacties veroorzaken (wellicht vertraagd) en in uitzonderingsgevallen benauwdheid door kramp van de spieren van de luchtwegen (bronchospasme). Citanest-Adrenaline bevat tevens natriummetabisulfiet (E223) als antioxidant. Natriummetabisulfiet kan in zeldzame gevallen ernstige overgevoeligheidsreacties en bronchospasme veroorzaken. 3. HOE WORDT CITANEST GEBRUIKT Dosering De arts zal Citanest bij u toedienen. Hij zal de dosering aanpassen aan de aard van de ingreep, uw gewicht, leeftijd en lichamelijke conditie. 5

In het algemeen bedraagt de dosering voor volwassenen tussen de 25 en 500 mg prilocaïnehydrochloride. De dosis bij kinderen jonger dan 12 jaar is maximaal 5 mg/kg lichaamsgewicht. Wanneer adrenaline toegevoegd wordt, is de dosis maximaal 7 mg/kg lichaamsgewicht. Citanest mag niet bij kinderen jonger dan 6 maanden gebruikt worden. Zij kunnen het werkzame bestanddeel nog niet goed afbreken, omdat de lever nog niet optimaal werkt. Raadpleeg bij twijfel uw arts of apotheker. Wat u moet doen als u meer van Citanest heeft gebruikt dan u zou mogen Verschijnselen Citanest wordt in de regel in het ziekenhuis op de operatiekamer toegediend. U wordt dan goed bewaakt. Overdosering komt zelden voor. De eerste verschijnselen van overdosering zijn gapen, rusteloosheid, duizeligheid, misselijkheid, braken, spraakstoornissen, coördinatieproblemen (bijvoorbeeld dronkemansgang), gehoorstoornissen en moeite met zien. Bij matige overdosering kunnen tevens spiertrekkingen en toevallen/stuipen ontstaan. Dit kan worden gevolgd door bewustzijnsdaling, verminderde ademhaling en diepe bewusteloosheid (coma). Bij zeer ernstige overdosering kunnen als gevolg van verminderde samentrekking van het hart en vertraagde prikkelgeleiding, verlaagde bloeddruk en hartfalen verwacht worden, gevolgd door vertraagde hartslag (bradycardie) en hartstilstand. Wat moet u doen? Waarschuw direct de arts als u denkt dat aan u teveel Citanest is toegediend. Behandeling Als de toediening van Citanest bij de eerste verschijnselen van overdosering wordt gestopt, neemt de kans op ernstige bijwerkingen snel af. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Citanest te gebruiken Omdat Citanest vlak voor een operatie moet worden toegediend om het te behandelen gebied te verdoven, is het niet waarschijnlijk dat de toediening ervan vergeten wordt. Vraag bij twijfel uw arts om uitleg. 6

Als u stopt met gebruik van Citanest Na toediening van Citanest treedt de werking binnen 5-20 minuten na toediening in. De werkingsduur bedraagt ca. 1,5-5 uur afhankelijk van de wijze waarop Citanest wordt toegediend en van de toegediende hoeveelheid). Als de verdoving uitgewerkt is, kunt u pijn ervaren als gevolg van de ingreep. Uw arts zal u informeren hoe u in dat geval de pijn het beste kunt bestrijden. Als u nog vragen heeft over het gebruik van dit product, vraag dan uw arts of apotheker. 4. MOGELIJKE BIJWERKINGEN Zoals alle geneesmiddelen kan Citanest bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen ze krijgt. De volgende bijwerkingen zijn zeer vaak, vaak, soms of zelden gemeld: Zeer vaak is bij meer dan 1 op de 10 patiënten Vaak is tussen 1 op de 100 en 1 op de 10 patiënten Soms is tussen 1 op de 1.000 en 1 op de 100 patiënten Zelden is tussen 1 op de 10.000 en 1 op de 1.000 patiënten Zeer vaak Bloedvaten: verlaagde bloeddruk (hypotensie) Maagdarmkanaal: misselijkheid Vaak Zenuwstelsel: waarnemen van kriebelingen, jeuk of tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie); duizeligheid Maagdarmkanaal: braken Soms Hart: vertraagde hartslag (bradycardie) Zenuwstelsel: toevallen/stuipen (convulsies), kriebelingen, jeuk en tintelingen zonder dat daar aanleiding voor is (paresthesie) rond de mond, gevoelloosheid van de tong, verhoogde gehoorscherpte, 7

soms met pijngevoel, moeite met zien, trillen, oorsuizen (tinnitus), spraakstoornis (dysartrie), bewusteloosheid Bloedvaten: verhoogde bloeddruk (hypertensie) Zelden Hart: hartstilstand, hartritmestoornissen Zenuwstelsel: aandoening van de zenuwen (neuropathie); zenuwbeschadiging (neurologische reacties als gevolg van de verdoving: aanhoudende verdoving, (onvolledige) verlamming van de benen, controleverlies van de sluitspier); blauwe verkleuring van de lippen, tong de huid en slijmvliezen door een tekort aan zuurstof in het bloed (cyanose); ontsteking van bepaalde delen van de hersenen of het ruggemerg (arachnoïditis) Ogen: dubbelzien (diplopie) Luchtwegen: verminderde ademhaling Immuunsysteem: allergische reacties; shock (sterke daling van de bloeddruk, bleekheid, onrust, zwakke snelle pols, klamme huid, verminderd bewustzijn) door een plotselinge sterke vaatverwijding ten gevolge van ernstige overgevoeligheid voor bepaalde stoffen (anafylactische reacties, waaronder astma aanvallen) Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of in geval er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5. HOE BEWAART U CITANEST Citanest wordt in het algemeen in het ziekenhuis bewaard. Het medisch personeel is verantwoordelijk voor bewaring onder de juiste omstandigheden. Eventuele restanten Citanest worden in het ziekenhuis vernietigd. Citanest zonder adrenaline beneden 25 C bewaren. Niet in de vriezer bewaren. Citanest-Adrenaline oplossingen beneden 15ºC bewaren. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking, ter bescherming tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. Buiten het bereik en het zicht van kinderen houden. 8

Gebruik Citanest niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de verpakking na EXP (afkorting gebruikt voor de vervaldatum). De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Na die datum mag Citanest niet langer gebruikt worden. Na opening van Citanest is het nog maximaal zeven dagen houdbaar. De 5 mg/ml oplossing bevat geen conserveermiddel en is dus alleen bestemd voor éénmalig gebruik. Een eventueel restant dient te worden vernietigd. Gebruik Citanest niet als u bemerkt dat de oplossing tekenen van bederf vertoont, zoals troebeling of verkleuring of als er deeltjes zichtbaar zijn. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen wanneer ze niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6. AANVULLENDE INFORMATIE Wat bevat Citanest - Het werkzaam bestanddeel van Citanest is prilocaïnehydrochloride; - de andere bestanddelen zijn natriumchloride, natriumhydroxide, zoutzuur en water voor injectie. Citanest in flacons bevat ook nog methylparahydroxybenzoaat (E218, conserveermiddel). Wat bevat Citanest-Adrenaline - De werkzame bestanddelen zijn prilocaïnehydrochloride en adrenaline; - de andere bestanddelen zijn natriumchloride, natriumhydroxide, zoutzuur, natriummetabisulfiet (E223) en water voor injectie. Citanest-Adrenaline in flacons bevat ook nog methylparahydroxybenzoaat (E218, conserveermiddel). Hoe ziet Citanest er uit en de inhoud van de verpakking Citanest (-Adrenaline)-oplossing is kleurloos en helder. Citanest 5 mg/ml is verkrijgbaar in kleurloze glazen flacons à 50 ml met rubber stopper. Citanest 10 mg/ml of 20 mg/ml is verkrijgbaar in kleurloze glazen flacons à 20 ml en 50 ml met rubber stopper. Citanest 10 mg/ml of 20 mg/ml - Adrenaline 1:200.000 is verkrijgbaar in kleurloze glazen flacons à 20 ml met rubber stopper. 9

Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Inschrijving Citanest is in het register ingeschreven onder: RVG 12006: Citanest 5 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening 5 mg/ml RVG 07820: Citanest 10 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening 10 mg/ml RVG 07821: Citanest 20 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening 20 mg/ml RVG 07822: Citanest 10 mg/ml + 5 microgram/ml Adrenaline 1:200.000, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening RVG 07823: Citanest 20 mg/ml + 5 microgram/ml Adrenaline 1:200.000, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening Registratiehouder en fabrikant Registratiehouder AstraZeneca B.V. Postbus 599 NL-2700 AN Zoetermeer Tel: + 31 (0)79 363 22 22 Fabrikant Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen Deze is voor de laatste keer goedgekeurd op 10

De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg: AANVULLENDE INFORMATIE VOOR ARTS/APOTHEKER OVER CITANEST EN CITANEST-ADRENALINE 1:200.000 Algemeen Voor de volledige informatie voor wat betreft: bij gebruik bij zwangerschap en het geven van borstvoeding, beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te gebruiken, bijwerkingen, overdosering, farmacodynamische eigenschappen: raadpleeg de SPC. Deze tekst is opvraagbaar bij AstraZeneca BV, tel. 079-3632222. KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING Eén ml Citanest 5 mg/ml bevat prilocaïnehydrochloride 5 mg/ml. Eén ml Citanest 10 mg/ml bevat prilocaïnehydrochloride 10 mg/ml. Eén ml Citanest 20 mg/ml bevat prilocaïnehydrochloride 20 mg/ml. Eén ml Citanest 10 mg/ml + Adrenaline 1:200.000 bevat prilocaïnehydrochloride 10 mg/ml en epinefrinewaterstoftartraat, overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Eén ml Citanest 20 mg/ml + Adrenaline 1:200.000 bevat prilocaïnehydrochloride 20 mg/ml en epinefrinewaterstoftartraat, overeenkomend met epinefrine 5 µg/ml. Aan de adrenaline bevattende oplossingen is natriummetabisulfiet toegevoegd als antioxidant. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. KLINISCHE GEGEVENS Therapeutische indicaties Citanest injectievloeistof wordt voor volwassenen en kinderen vanaf 6 maanden gebruikt voor: infiltratie-anesthesie; intraveneuze regionale anesthesie; geleidingsanesthesie; epidurale anesthesie. 11

Dosering en wijze van toediening Volwassenen en kinderen van 12 jaar en ouder Tabel 1 geeft een handreiking voor de dosering van de algemeen toegepaste technieken bij een gemiddelde volwassene. De ervaring van de arts en kennis van de fysieke toestand van de patiënt zijn belangrijk bij het berekenen van de vereiste dosering. Wanneer langdurige blokkade nodig is, bijvoorbeeld door herhaaldelijk te doseren, dient men bedacht te zijn op het risico dat toxische plasmaspiegels bereikt worden of dat lokale beschadiging van de zenuwen optreedt. Onverwachte verhoogde opnamen in de circulatie kan ook optreden door accidentele intravasculaire injectie. Wijze van toediening De aanbevolen doses voor Citanest gelden als leidraad voor volwassenen met een lichaamsgewicht van ca. 70 kg. De dosering dient te worden aangepast aan leeftijd, gewicht en conditie van de patiënt. Individuele variaties in aanvang en duur van de anesthesie treden op. De tabel geeft een gemiddeld doseringsbereik voor de dosis die nodig is. Men dient standaard naslagwerken te raadplegen voor factoren die de specifieke technieken van blokkade beïnvloeden en voor vereisten van de individuele patiënt. De duur van de anesthesie kan worden verlengd door gelijktijdig adrenaline te geven. Echter, men moet bedacht zijn op het risico dat systemische effecten optreden bij grote hoeveelheden adrenaline. Gebruik zoveel mogelijk de minimaal effectieve dosis en overschrijd de maximale dosis niet. In het algemeen vereist chirurgische anesthesie (d.m.v. epidurale toediening) het gebruik van hogere concentraties en doses. Bij blokkade van de kleine zenuwen, of als een minder diepe blokkade nodig is, is het gebruik van een lagere concentratie geïndiceerd. De mate van spreiding van de anesthesie wordt door de hoeveelheid geneesmiddel bepaald. Preventie van accidentele injectie Uiterste zorg dient in acht genomen te worden ter voorkoming van een accidentele intravasculaire 12

injectie. Voor de toediening van de volledige dosis dient opnieuw geaspireerd te worden. De volledige dosis dient langzaam of met periodieke verhogingen met een snelheid van 100-200 mg/min geïnjecteerd te worden, onder voortdurende bewaking van de vitale functies en onder voortdurend mondeling contact met de patiënt. Voor een epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3-5 ml Citanest, bij voorkeur met adrenaline aanbevolen. Een accidentele intravasculaire injectie van adrenaline is snel herkenbaar door toename van de hartfrequentie. Indien lichte toxische verschijnselen optreden, dient de toediening onmiddellijk te worden gestaakt. Het verdient de voorkeur de oplossing voor het injecteren op lichaamstemperatuur te brengen, daar het injecteren van koude oplossingen op zich pijnlijk is. Tabel 1: Doseringsaanbevelingen prilocaïne met en zonder adrenaline Type blokkade Conc. Dosis ** Chirurgische anesthesie Mg/ml ml mg min Inwerkingtreding Duur (u) Zonder (met) adrenaline Lumbaal epidurale 20 15-25 300-500 15-20 1,5-2 (2-3) toediening 1) Thoracaal epidurale 20 10-15 200-300 10-20 1,5-2 (2-3) toediening 1) 10 20-30 200-300 15-30 1-1,5 (1,5-2) Caudaal epidurale blokkade 1) 20 15-25 300-500 15-30 1,5-2 (2-3) Regionaal IV (Bier s blokkade) a. bovenste ledematen 2) 5 40 200 10-15 * (NA) b. onderste ledematen 2) i. dijbeen tourniquet 5 60 300 10-15 * (NA) ii. kuit tourniquet 5 40 200 10-15 * (NA) Intra-articulaire blokkade 5 60 300 5-10 13

10 40 400 5-10 30-60 min na washout (30-60 min na washout) Veldblokkade (bijvoorbeeld kleine zenuwblokkades en infiltratie) Infiltratie 5 100 500 1-2 1,5-2 (2-3) 10 50 500 1-2 2-3 (3-4) Vingerblokkade 3) 10 1-5 10-50 2-5 1,5-2 (NA) Per intercostale zenuw 4) 10 2-5 20-50 3-5 1-2 (3-4) Retrobulbaire blokkade 3) 20 4 80 3-5 1,5-2 (NA) Peribulbaire blokkade 3) 10 10-15 100-150 3-5 1,5-2 (NA) 14

Grote zenuwblokkade Plexus Brachialis Axillair 10 40-50 400-500 15-30 1,5-2 (3-4) Supraclaviculair, interscaleen 10 en subclaviaan perivasculair 30-40 300-400 15-30 1,5-2 (3-4) Sciatica 20 15-20 300-400 15-30 2-3 (3-4) 3 in 1 (femoraal, obturator en 10 lateraal cutaan) 30-40 300-400 15-30 1,5-2 (2-4) Opmerkingen: De dosis inclusief testdosis 2) De tourniquet niet binnen 20 minuten na injectie losmaken 3) Doseringen uitsluitend zonder adrenaline 4) Het maximale aantal zenuwen dat tegelijkertijd geblokkeerd mag worden dient 10 te zijn = tot aan NA = niet aanbevolen * = Tot tourniquet loslaat ** de maximale dosering is 500 mg De 5 mg/ml-oplossing kan bereid worden door verdunning van een 10 mg/ml-oplossing met hetzelfde volume iso-osmotische zoutoplossing. Kinderen van 6 maanden tot 12 jaar Prilocaïne wordt niet aanbevolen bij kinderen onder de 6 maanden, omdat bij zuigelingen en neonaten onder de 6 maanden er een verhoogd risico is op methemoglobinemie. Er zijn geen klinische data bekend van prilocaïne behandeling bij kinderen onder de 6 maanden (anders dan topical toediening. Voor gebruik van prilocaïne bij de moeder tijdens de baring, zie rubriek 4.4. De doseringen in tabel 2 dienen te worden beschouwd als leidraad voor gebruik bij kinderen. Individuele variaties treden op. Een geleidelijke dosisvermindering is nodig bij kinderen met een overgewicht en vochtretentie en dient gebaseerd te zijn op het ideale lichaamsgewicht. De dosering voor kinderen ouder dan 6 maanden moet op basis van het gewicht worden berekend 15

tot een maximum van 5 mg/kg. Wanneer adrenaline toegevoegd wordt kan tot 7 mg/kg gebruikt worden. Tabel 2: Doseringsaanbevelingen prilocaïne met en zonder adrenaline bij kinderen Inwerkingtreding Type blokkade Conc. Dosis Duur (u) zonder mg/ml adrenaline Caudaal epidurale toediening 10 0,5 ml/kg (kinderen ouder dan 6 5 mg/kg * maanden) met zonder (met) min adrenaline adrenaline tot 0,7 ml/kg 10-15 1-1,5 (1,5-2) 7 mg/kg * Neem leeftijd en gewicht beide in overweging bij het berekenen van de doseringen. * = maximale dosering Contra-indicaties Prilocaïnehydrochloride (Citanest) Overgevoeligheid voor het werkzaam bestanddeel of voor één van de hulpstoffen (bijvoorbeeld methylparahydroxybenzoaat); Overgevoeligheid voor lokale anesthetica van het amidetype, zoals lidocaïne, mepivacaïne en bupivacaïne; Kinderen jonger dan 6 maanden, vanwege verminderde leverrijping is er een risico op methemoglobinemie; Congenitale of idiopathische methemoglobinemie. Epinefrinewaterstoftartraat (Adrenaline) Overgevoeligheid voor sulfiet in de anamnese is een contra-indicatie voor het gebruik van adrenalinebevattende lokaal anesthetica: vooral astmapatiënten kunnen hierop reageren met bronchospasmen en anafylactische shock. Aan de adrenalinebevattende lokaal anesthetica is natriummetabisulfiet toegevoegd als antioxidans; Het gebruik van adrenaline bij de anesthesie van organen met eindarterieën, zoals vingers, 16

tenen, de neus, oren of penis dient te worden vermeden; Het gebruik van adrenaline dient ook te worden vermeden bij patiënten met hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus of hyperthyreoïdie; Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik Toediening van regionale of lokale anesthesie - tenzij van zeer beperkte omvang - dient te geschieden in een voldoende uitgeruste en bemande ruimte. Medicatie en andere benodigdheden voor bewaking en reanimatie dienen onder handbereik te zijn. Bij het zetten van een uitgebreid blok, of bij het toepassen van hoge doses, dient alvorens het lokaal anestheticum toe te passen een intraveneuze lijn te worden ingebracht. Uitvoerende artsen dienen vertrouwd te zijn met de te gebruiken technieken en dienen op de hoogte te zijn van de diagnostiek en behandeling van systemische toxiciteit en andere complicaties die zich bij het gebruik van lokaal anesthetica kunnen voordoen (zie rubriek 4.9). Bij sommige lokaal anesthetische technieken zijn - onafhankelijk van het gebruikte lokaal anestheticum - ernstige bijwerkingen beschreven, bijvoorbeeld: Cardiovasculaire voorzorgsmaatregelen Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van prilocaïne voor epidurale anesthesie bij patiënten met verminderde cardiovasculaire reserve, aangezien zij mogelijk minder goed in staat zijn de vertraging van de atrioventriculaire geleiding die door prilocaïne wordt veroorzaakt te compenseren; Er dient rekening gehouden te worden met de mogelijkheid van het optreden van ernstige hypotensie en bradycardie bij een centrale blokkade, vooral bij hypovolemische patiënten Retro- en peribulbaire anesthesie Bij retrobulbaire injectie kan het in zeldzame gevallen voorkomen dat het lokaal anestheticum naar de subarachnoïdale ruimte lekt, waardoor reeds bij lage doseringen lokaal anesthetica toxische reacties kunnen optreden, met name tijdelijke blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu, convulsies enz. Deze complicaties dienen onmiddellijk onderkend en behandeld te 17

worden; Retro- en peribulbaire toediening van lokaal anesthetica draagt een laag risico op persisterende dysfunctie van de oogspier met zich mee. De primaire oorzaken hiervan zijn beschadiging en/of lokaal toxische effecten op spieren en/of zenuwen. De ernst van dergelijke weefselreacties is gerelateerd aan de mate van beschadiging, de concentratie van het lokaal anestheticum en de duur van de blootstelling aan het lokaal anestheticum. Daarom dienen, zoals dat ook geldt voor andere lokaal anethetica, de laagst effectieve concentratie en dosis van het lokaal anestheticum te worden toegepast. Toepassing van vasoconstrictors kunnen weefselreacties verergeren en dienen daarom slechts op indicatie te worden gebruikt. Obstetrie Met name injecties in het hoofd-halsgebied kunnen ongewild intravasculair komen, waardoor systemische toxiciteit kan optreden. Prilocaïne wordt niet aanbevolen bij de obstetrische patiënt met een paracervicaal blok of pudendaal blok, vanwege het risico op methemoglobinemie bij de neonaat. Een paracervicaal blok kan bradycardie/tachycardie veroorzaken bij de foetus. Het nauwkeurig monitoren van de hartslag van de foetus is noodzakelijk. Een paracervicaal blok heeft meer weerslag op de foetus dan andere in de obstetrie gebruikte blokkades. De foetale hartactie dient bij paracervicale anesthesie te worden bewaakt, aangezien foetale bradycardie regelmatig is waargenomen en vergezeld kan gaan van foetale acidose en hypoxie. De potentiële ongewenste effecten van een paracervicaal blok dienen te worden afgezet tegen de voordelen. De toevoeging van adrenaline bij obstetrische patiënten kan mogelijk de uterine bloed-flow en contractiliteit verminderen, voornamelijk na een accidentele injectie in de bloedvaten van de moeder. Om het risico op gevaarlijke bijwerkingen zoveel mogelijk te verminderen is speciale aandacht geboden bij de volgende groepen patiënten: Patiënten met een partieel of totaal AV-blok, aangezien lokaal anesthetica een vertragend effect op de geleiding kunnen hebben; Ouderen en patiënten in een slechte algehele conditie. Acidose of hypoxie bij de patiënt 18

verhogen het risico op en de ernst van toxische reacties van het centraal zenuwstelsel of het hartvaatstelsel (zie rubriek 4.8); Patiënten met ernstige lever- en/of nierinsufficiëntie; Patiënten die met klasse III anti-arritmica (bijvoorbeeld amiodaron) behandeld worden dienen onder streng toezicht te worden gehouden en ECG-bewaking moet overworden worden, omdat additieve effecten op het hart kunnen optreden. Patiënten met acute porfyrie. Citanest is mogelijk porfyrinogeen en dient alleen aan patiënten te worden voorgeschreven met acute porfyrie wanneer er geen veiliger alternatief voorhanden is. Geschikte voorzorgsmaatregelen dienen in acht te worden genomen bij kwetsbare patiënten. Epidurale anesthesie kan leiden tot hypotensie en bradycardie. De kans hierop kan verminderd worden door de circulatie voorafgaand aan de anesthesie te belasten met toediening van kristalloïdale of colloïdale oplossingen. Hypotensie dient direct met een sympathicomimeticum te worden behandeld, bijvoorbeeld door efedrine 5-10 mg intraveneus toe te dienen en dit zonodig te herhalen. Oplossingen die tevens adrenaline bevatten dienen met voorzichtigheid te worden toegepast bij patiënten met ernstige of onbehandelde hypertensie, atherosclerotische hartziekten, slecht behandelbare hyperthyreoïdie, ischemische hartziekten, hartblokkade, stoornissen in de atrioventriculaire geleiding, cerebrovasculaire insufficiëntie, vergevorderde diabetes en elke andere pathologische aandoening die door adrenaline verergerd kan worden. Adrenaline kan angineuze pijnen provoceren bij patiënten met angina pectoris. De adrenalinebevattende flacons bevatten tevens natriummetabisulfiet, waardoor allergische reacties bij daarvoor gevoelige personen kunnen worden veroorzaakt. Deze allergische reacties kunnen variëren van lichte astma-aanvallen tot soms fatale anafylactische shock. De prevalentie van sulfietovergevoeligheid in de totale populatie is niet bekend en vermoedelijk laag. Overgevoeligheid voor sulfiet treedt vaker op bij astmatici dan bij niet-astmatische personen. Lokaal anesthetica die tevens conserveermiddelen bevatten, bijvoorbeeld flacons voor meervoudig gebruik, dienen niet voor intrathecale anesthesie te worden gebruikt. 19

De hoogst aanbevolen doses 400 mg prilocaïnehydrochloride zonder adrenaline, resp. 600 mg prilocaïnehydrochloride met adrenaline - mogen niet overschreden worden in verband met de kans op methemoglobinemie. Vooral bij patiënten met een ernstige anemie of decompensatio cordis dient men zich bewust te zijn van het risico van optreden van methemoglobinemie bij gebruik van hoge doseringen prilocaïne (zie rubriek 4.8). In zeldzame gevallen is hartstilstand beschreven zonder voorafgaande symptomen van het centraal zenuwstelsel. Deze hartstilstand was waarschijnlijk een symptoom van overdosering door ongewilde intravasculaire injectie (zie rubriek 4.9). Men dient rekening te houden met mogelijke kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype. Het gebruik van lokaal anesthetica in ontstoken gebied dient vermeden te worden. Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Prilocaïnehydrochloride (Citanest) Prilocaïne dient met terughoudendheid te worden toegepast bij patiënten die tevens andere lokaal anesthetica gebruiken of die behandeld worden met middelen met een vergelijkbare chemische structuur als lokaal anesthetica van het amide-type, zoals bepaalde anti-aritmica als lidocaïne, mexiletine en tocaïnide, aangezien de systemische, toxische effecten additief zijn (gevaar voor overdosering). Er zijn geen studies uitgevoerd naar de interactie tussen prilocaïne en klasse III anti-arritmica (bijvoorbeeld amiodaron), maar voorzichtigheid is geboden (zie ook rubriek 4.4). Een hoge dosis prilocaïne kan de methemoglobinespiegel verhogen, vooral bij patiënten die met geneesmiddelen worden behandeld die eveneens methemoglobinevorming veroorzaken, zoals sulfonamiden, middelen tegen malaria en bepaalde stikstofverbindingen. 20

Epinefrinewaterstoftartraat (Adrenaline) Bij patiënten die tevens tricyclische antidepressiva gebruiken, dienen adrenaline-oplossingen in het algemeen te worden vermeden of met terughoudendheid te worden toegepast, aangezien ernstige en langdurige hypertensie of hart-aritmieën kunnen optreden. Gelijktijdig gebruik van adrenalinebevattende oplossingen en oxytocica van het ergot-type, kunnen ernstige, aanhoudende hypertensie en mogelijk ook cerebrovasculaire en cardiale accidenten veroorzaken. Fenothiazines en butyrofenonen kunnen de vasoconstrictieve werking van adrenaline verminderen of opheffen, waardoor hypotensie en tachycardie kunnen optreden. Voorzichtigheid is geboden bij het gebruik van adrenalinebevattende oplossingen bij patiënten die algehele anesthesie via inhalatie toegediend krijgen, zoals bijvoorbeeld halothaan of cyclopropaan, aangezien dit aanleiding kan geven tot het optreden van ernstige hart-aritmieën. Niet-selectieve beta-blokkers zoals propranolol versterken het bloeddrukverhogende effect van adrenaline, waardoor ernstige hypertensie en bradycardie kunnen optreden. Gevallen van onverenigbaarheid De oplosbaarheid van prilocaïne bij ph > 7 is beperkt. Hier dient rekening mee te worden gehouden wanneer alkalische oplossingen, zoals carbonaten, worden toegevoegd, aangezien dan precipitatie kan optreden. Toevoeging van alkalische oplossingen aan adrenalinebevattende oplossingen veroorzaakt snelle ontleding van de adrenaline. De producten mogen niet gemengd worden met andere geneesmiddelen. Houdbaarheid Citanest 5 mg/ml zonder adrenaline 3 jaar. De oplossing bevat geen conserveermiddel en is dus alleen bestemd voor éénmalig gebruik. Een eventueel restant dient te worden vernietigd. Citanest 10 mg/ml en 20 mg/ml zonder adrenaline 21

3 jaar. * Citanest oplossingen met adrenaline 2 jaar. * * Het geopende product is fysisch-chemisch stabiel gedurende 3 dagen bij kamertemperatuur (20-23 C). Vanuit microbiologisch oogpunt kan het product eenmaal geopende gedurende maximaal 3 dagen bij kamertemperatuur (20-23 C) worden bewaard. Andere bewaartermijnen en condities zijn ter verantwoording van de gebruiker/toediener. Speciale voorzorgen bij bewaren Citanest zonder adrenaline bewaren beneden 25 C. Niet in de vriezer bewaren. Citanest met adrenaline bewaren beneden 15 o C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking, ter bescherming tegen licht. Niet in de vriezer bewaren. De uiterste gebruiksdatum staat op alle verpakkingen vermeld. Aard en inhoud van de verpakking Citanest 5 mg/ml: kleurloze glazen flacons à 50 ml met grijze bromobutyl rubber stopper. Citanest 10 mg/ml en 20 mg/ml: kleurloze glazen flacons à 20 ml en 50 ml met grijze bromobutyl rubber stopper. Citanest 10 mg/ml en 20 mg/ml + 5 microgram/ml Adrenaline 1:200.000: kleurloze glazen flacons à 20 ml met grijze bromobutyl rubber stopper. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN AstraZeneca BV Postbus 599 2700 AN ZOETERMEER 079-363 22 22 NUMMER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Citanest is in het register ingeschreven onder: 22

RVG 12006: Citanest 5 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening RVG 07820: Citanest 10 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening RVG 07821: Citanest 20 mg/ml, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening RVG 07822: Citanest 10 mg/ml + 5 µg/ml Adrenaline 1:200.000, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening RVG 07823: Citanest 20 mg/ml + 5 µg/ml Adrenaline 1:200.000, injectievloeistof voor perineurale en epidurale toediening DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST Laatste volledige herziening: 23