Aanwijzingsbesluiten ex artikel 5:6 en 5:8 APV (Aanwijzingsbesluit parkeerexcessen)

Vergelijkbare documenten
B&W besluit Publicatie

Onderwerp: Aanwijzingsbesluit artikel 5.6 en 5.8 Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Albrandswaard

Beleidsnotitie Parkeren grote voertuigen

Officiële naam regeling Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Heusden 1997 uitvoeringsbesluiten APV 1997 uitvoeringsbesluiten

Advies: Stel de raad voor om bijgaande APV wijziging vast te stellen.

Verordening parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2016 (Verordening parkeerbelastingen 2016)

Parkeerverordening Valkenswaard 2016

RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Parkeerverordening. C!! emborg

Parkeerverordening 2013

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 3 november 2009;

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

Raadsvoorstel Bestuur en Middelen A 4 onderwerp. Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening (opname bepalingen parkeerexcessen)

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 21 november 2017;

CVDR. Nr. CVDR616638_1 VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

Verordening op de heffing e n invordering van parkeerbelastingen

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Raadsstuk. Onderwerp: Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening Haarlem BBV nr: 2014/428409

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Bijlage 3 Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2017

CVDR. Nr. CVDR617411_1. Parkeerverordening 2018

Parkeerverordening Venray 2016

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

APV 1.1 begripsomschrijvingen. APV Artikel wildplassen APV Artikel Aanhangwagens. APV Artikel Parkeren van grote voertuigen

VERORDENING TOT TWEEDE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING HELMOND 2008

ONTHEFFINGSREGELING BLAUWE ZONE LEIDEN

Elektronisch gemeenteblad

Gemeenteblad Nijmegen. Jaartal / nummer 2010 / 078. Naam Wegsleepverordening gemeente Nijmegen (2004) Publicatiedatum 21 juli 2010.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

Vexpan Expertteam vraag:

Verordening op de elektronische bekendmaking

gelet op artikel 225 van de Gemeentewet en de Parkeerverordening Boxtel 1996; Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2013

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen. Verordening Werkzaamheden kabels en leidingen gemeente Bunnik

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Parkeerverordening 2013

Speelautomatenhalverordening Bladel 2019

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

A. In artikel 2.14 komen het tweede en derde lid te vervallen onder vernummering van het vierde lid naar het tweede lid.

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Aanwijzingsbesluiten Algemene Plaatselijke Verordening Maasdriel 2018

Drank- en Horecaverordening gemeente Overbetuwe 2013

Raadsvoorstel. Datum raadsvergadering : 18 december 2014 Agendanummer : Datum : 29 oktober 2014

Verordening tot wijziging van de Verordening Speelautomatenhallen Leeuwarden 2014

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 inclusief bijbehorende toelichting

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Wegsleepverordening gemeente Druten 2015

Zaaknummer:Z Onderwerp: Implementatie Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen

besluit van de gemeenteraad

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 3 november 2015; VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

Verordening parkeerbelastingen

BELEIDSREGELS ONTHEFFINGEN PARKEERSCHIJFZONE DEDEMSVAART CENTRUM

Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Pernis bij de APV Rotterdam 2012

Aanwijzingsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening 2012 parkeerexcessen Havengebied Rotterdam 2015

VERORDENING PARKEERBELASTINGEN 2019

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN 2018

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen gemeente Veendam

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 mei 2014 (raadsvoorstel nr ); raadsstuk 14BB1683;

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 15 april 2010;

Beleidsregels voor en ten behoeve van parkeren in de blauwe zones Hengelo 2016

GEMEENTE SCHERPENZEEL

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Datum: 6 oktober 2014 Portefeuillehouder: wethouder Horst

GEMEENTEBLAD. Het college van burgemeester en wethouders van Houten, hiertoe bevoegd op basis van

Verordening op het parkeren 2007

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

Parkeerverordening 2017

gelezen het raadsvoorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van Den Helder van 2 december 2010;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 10 maart 2016; de 'verordening winkeltijden Eemsmond 2016' vast te stellen.

Algemeen aanwijzingsbesluit Algemene Plaatselijke Verordening Bunnik 2014

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2019

Workshop Omgevingsplan en APV

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV gelezen en besluit;

Parkeren Energieweg 2 E

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het college van burgemeester en wethouders van Ridderkerk te Ridderkerk. Datum: 23 november 2012

GEMEENTEBLAD. Nr Afvalstoffenverordening Breda 2016

Algemene Plaatselijke Verordening B E L E I D S R E G E L S

Herziening Algemene Politieverordening voor 's-gravenhage 1982 (hinder van voertuigen).

Besluit. Wegsleepverordening Skarsterlân. Vergadering 19 december 2012 Nummer 117. Wegsleepverordening Skarsterlân

CVDR. Nr. CVDR456514_1

Afdeling Belastingen. Onder de naam "parkeerbelastingen" worden de volgende belastingen geheven:

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Meierijstad. Nr. CVDR608216_1 26 februari 2019 Aanwijzingsbesluiten ex artikel 5:6 en 5:8 APV (Aanwijzingsbesluit parkeerexcessen) Burgemeester en wethouders van Meierijstad; overwegende, dat de raad in zijn vergadering van 2 januari 2017 de Algemene plaatselijke verordening Meierijstad (hierna: APV) heeft vastgesteld; dat op grond van het overgangsrecht bij de APV besluiten die zijn genomen op grond van de APV van Schijndel, Sint Oedenrode en Veghel en die golden op het moment van de inwerkingtreding van de APV Meierijstad, gelden als besluiten genomen op grond van de APV Meierijstad; dat het wenselijk is de geldende besluiten op grond van artikel 5:6 en 5:8 (parkeerexcessen) te actualiseren en harmoniseren; gelet op artikel 5:6 en 5:8 APV; b e s l u i t e n : 1. Aan te wijzen als weg in de zin van artikel 5:6, eerste lid, aanhef en onder a. van de APV (Kampeermiddelen e.a.): De wegen (inclusief bermen, parkeerplaatsen en pleinen) gelegen binnen de bebouwde kommen, als bedoeld in artikel 1:1 van de APV,. Deze aanwijzing geldt niet voor: a. het plaatsen of hebben van campers, kampeerauto s, caravans en kampeerwagens tijdens de door het daartoe bevoegde ministerie vastgestelde en of geadviseerde schoolvakanties; b. het plaatsen of hebben van keetwagens gedurende de periode benodigd voor het plegen van onderhoud aan openbaar groen of de openbare weg, voor zover deze in de onmiddellijke nabijheid van het werk worden geparkeerd. 2. Aan te wijzen als gebieden in de zin van artikel 5:8, eerste lid van de APV (grote voertuigen buiten de weg): De bebouwde kommen, met uitzondering van de eigen terreinen gelegen binnen de op de bij dit besluit behorende bijlagen 3. Aan te wijzen als gebieden in de zin van artikel 5:8, tweede lid van de APV (grote voertuigen op de weg): De wegen gelegen binnen de bebouwde kommen, met uitzondering van de wegen gelegen binnen de op de bij dit besluit behorende bijlagen aangeduide delen daarvan, waarvoor niet al een parkeerverbod geldt op grond van de Wegenverkeerswet 1994. Deze aanwijzing geldt voorts niet voor de campers, kampeerauto s, caravans en kampeerwagens tijdens de door het daartoe bevoegde ministerie vastgestelde en of geadviseerde schoolvakanties; 4. Te bepalen dat dit besluit in werking treedt op de eerste dag na die van de bekendmaking. Alsdan vervallen de aanwijzingsbesluiten van de voormalige gemeenten Schijndel, Sint-Oedenrode en Veghel voor zover deze betrekking hebben op artikel 5:6 (voorheen genummerd 5.1.5) en 5:8 van de APV. 5. Dit besluit kan worden aangehaald als Aanwijzingsbesluit parkeerexcessen. Aldus besloten in zijn vergadering van 19 december 2017 De griffier, Drs. M.G.C. Wilms Wils RA, De burgemeester, Ir. C.H.C. van Rooij 1

Bijlage 1 2

Bijlage 2 3

Bijlage 3 4

Bijlage 4 5

Bijlage 5 6

Bijlage 6 7

Bijlage 7 8

Bijlage 8 9

Toelichting Dit aanwijzingsbesluit geeft uitvoering aan het bepaalde in de artikelen 5:6 en 5:8 van de APV. Artikel 5:6 heeft betrekking op de categorie voertuigen die niet voor het dagelijkse verkeer maar hoofdzakelijk voor recreatie of voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt. Voertuigen die, inclusief lading, een lengte hebben van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter vallen onder het verbod van artikel 5:8. Dat kunnen ook recreatievaartuigen zijn. Voor recreatievoertuigen kent de model-apv van de VNG dus een regeling in zowel artikel 5:6 als in 5:8. Niet uitgesloten is dat deze bepalingen op termijn worden aangepast. Gevolg van dit aanwijzingsbesluit is: Dat het op grond van artikel 5:6, eerste lid onder a van de APV verboden is voertuigen die voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden worden gebruikt (caravans, campers, kampeerwagens, aanhangwagens, magazijnwagens, keetwagens e.d.) buiten de aangewezen vakantieperioden langer dan 3 dagen achtereen binnen de bebouwde kom op de weg te plaatsen of te hebben. Er wordt in dit besluit geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid als bedoeld in artikel 5:6, eerste lid onder b van de APV om plaatsen aan te wijzen. Dat heeft voor Veghel het gevolg dat parkeren op plaatsen buiten de weg van recreatievoertuigen met een lengte van minder dan 6 m en een hoogte van minder dan 2,40,net als nu in Schijndel en Sint Oedenrode, in elk geval vrijgelaten wordt. Voor voertuigen die genoemde maten overschrijden geldt artikel 5:8. Zodra blijkt dat er toch behoefte bestaat aan een dergelijke aanwijzing kan daartoe alsnog worden besloten. Dat het op grond van artikel 5:8, eerste lid van de APV verboden is binnen de bebouwde kommen voertuigen met een lengte (inclusief lading) van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren buiten de weg, doch zichtbaar vanaf de weg. Een uitzondering geldt voor de op kaart aangeduide (bedrijven)terreinen. Dat het op grond van artikel 5:8, tweede lid van de APV verboden is binnen de bebouwde kommen voertuigen met een lengte (inclusief lading) van meer dan 6 meter te parkeren op de weg. Het verbod geldt: 1. niet voor de wegen gelegen binnen de op kaart aangeduide bedrijventerreinen, waarvoor niet al een parkeerverbod geldt op grond van de Wegenverkeerswet; 2. niet op werkdagen van maandag tot en met vrijdag van 08.00 en 18.00 uur. (zie artikel 5:8, derde lid) 3. niet voor (caravans e.d.) die, binnen de vastgestelde en/of geadviseerde schoolvakanties of daarbuiten niet langer dan 3 dagen op de weg worden geplaatst of gehouden. (zie artikel 5:8, vierde lid) De onderliggende bepalingen uit de APV Voor een goed begrip van het besluit zijn hierna de artikelen uit de APV opgenomen die dienen als basis voor het aanwijzingsbesluit. Daarnaast wordt ook gewezen naar artikel 5:9 dat in de praktijk ook van belang is. Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. 1. Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt: a. langer dan op drie achtereenvolgende dagen te plaatsen of te hebben op een door het college aangewezen weg, waar dit naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte of schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente; b. op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. 2. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod in het eerste lid, aanhef en onder a. 3. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Provinciaal wegenreglement of de Landschapsverordening Noord-Brabant. 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter te parkeren op een door het college aangewezen plaats, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de gemeente. 2. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van de lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter te parkeren op een door het college aangewezen weg, waar dit parkeren naar zijn oordeel buitensporig is met het oog op de verdeling van beschikbare parkeerruimte. 3. Het verbod in het tweede lid is niet van toepassing op werkdagen van maandag tot en met vrijdag, dagelijks van 08.00 tot 18.00 uur. 10

4. Het verbod in het tweede lid is voorts niet van toepassing op campers, kampeerauto s, caravans en kampeerwagens, voor zover deze voertuigen niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg worden geplaatst of gehouden. 5. Het college kan van de in het eerste en tweede lid gestelde verboden ontheffing verlenen. 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet-tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen 1. Het is verboden een voertuig dat, met inbegrip van lading, een lengte heeft van meer dan 6 meter of een hoogte van meer dan 2,4 meter, op de weg te parkeren bij een voor bewoning of ander dagelijks gebruik bestemd gebouw op zodanige wijze dat daardoor het uitzicht van bewoners of gebruikers vanuit dat gebouw op hinderlijke wijze wordt belemmerd of hen anderszins hinder of overlast wordt aangedaan. 2. Het verbod geldt niet gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt voor het uitvoeren van werkzaamheden waarvoor de aanwezigheid van het voertuig ter plaatse noodzakelijk is. 11