Spreekbeurt Dag Oglaya Doua Ik werd wakker voordat m n wekker afging. Het was de dag van mijn spreekbeurt. Met m n ogen wijd open lag ik in bed, mezelf afvragend waarom ik in hemelsnaam bananen als onderwerp had gekozen. Ik vond ze niet eens lekker. Ik overwoog om van onderwerp te veranderen en over te stappen naar Tweede Wereldoorlog. Een zwaarder onderwerp dan het origineel, maar wel iets wat mensen imponeerde als je er veel over wist te vertellen. Het enige probleem was dat ik er niet veel over wist te vertellen. Ik nam plaats aan de eettafel om te ontbijten met een lang gezicht. Mijn broertje ging zich al te buit aan de pannenkoek die royaal met Nutella besmeerd was. Mijn oom was eerder die week langsgekomen en had een pot Nutella voor mij en m n broertje meegenomen. Hij had zelf geen kinderen en had het altijd over zijn scharrels met mij. Ben je er klaar voor? zei m n moeder tegen me. Ze was een pannenkoek voor me aan het opwarmen in de magnetron. Ik haatte opgewarmde pannenkoeken. Ik schudde mijn hoofd. Mijn zus keek me verdacht aan. Wat is er met jou aan de hand? Ze wachtte niet op een antwoord. Haar hand ging naar mijn broertjes bord waar er een paaseitje lag. Hijzelf was te druk bezing met het buurmeisje van schuin tegenover om er iets van te merken. Met zijn acht jaar was hij populairder bij de meisjes dan ik. Wat wil je op je boterham, Willie? vroeg m n moeder. Nutella, riep m n broertje meteen. Ik hoef geen brood, hoor, zei m n zus er achteraan. Maar je moet toch iets eten? zei m n moeder. Ik koop gewoon iets op school. Mijn zus kocht wel vaker dingen op school. Soms bracht ze schoolkrijtjes mee of dropfruit duo s, maar er stond altijd iets tegenover als ik iets van haar wilde hebben. Ik heb liever dat je gewoon boterhammen meeneemt naar school, zei m n moeder. M n zus rolde met haar ogen. Dat deed ze ook wel vaker.
Ik schraapte m n keel om de aandacht naar me toe te trekken. Alleen m n moeder draaide zich half om en trok een wenkbrauw op. Ik ga vandaag niet naar school, zei ik. M n zus proestte van het lachen. Waarom niet? vroeg m n moeder. Ik haalde m n schouders op. Gewoon niet. Gewoon niet is niet goed genoeg, zei ze. M n zus stond op, keek nog even in de spiegel en gooide haar rugzak over één schouder. Ik ga ervandoor, zei ze. Voordat ze bij m n moeder voorbij liep, hield m n moeder haar arm op, zodat m n zus er niet langs kon en gaf haar een appel. M n zus zuchtte. Niet teveel snoepen, he, zei m n moeder. Neeee-heeee. En niet te lang blijven hangen na school. Oogrol. M n moeder liet haar hand zakken. Veel plezier op school, zei ze met een glimlach. Doei. M n moeder keek m n zus nog even na, voordat ze verderging met smeren. Wat wil je ook alweer op je boterham, Jord? vroeg ze aan me. Ik ga niet naar school, zei ik nog een keer. Ik was het wel gewend om dingen twee en soms zelfs wel drie keer te zeggen. M n moeder glimlachte. Jij gaat gewoon naar school, jongeman. Jongeman genoemd worden, dat was wel het laatste wat ik wilde. Het woord zelf suggereerde dat je oud genoeg was om je eigen beslissingen te maken, maar in de praktijk betekende het dat je hoe dan ook je aan het gezag van je ouders moest onderwerpen. Als tien-jarige was ik eigenlijk altijd een jongeman in de tweede betekenis van het woord. Maar je begrijpt het niet, riep ik uit in bijna wanhoop.
Leg het me maar uit dan, zei m n moeder alsof het zo simpel was. Hoe kon ik haar uitleggen dat ik onder geen enkele omstandigheid mijn geplande spreekbeurt kon houden over bananen? Hij heeft een vriendinnetje, zei m n broertje, maar z n ogen waren op mij gericht. Meisjes. Dat was het enige waar Willie aan kon denken. Is dat waar? vroeg m n moeder. Ze leek nog steeds in een goede bui te zijn. Nee. Ik zakte onderuit in mijn stoel. Ik zag al dat m n moeder een andere kant op zou gaan met dit gesprek. Er is helemaal niemand die je leuk vindt? vroeg ze. Nee. Ik deed m n handen in m n zakken, maar dat voelde een beetje raar aan. M n moeder stond op om haar jas aan te trekken. Komen jullie? vroeg ze. Ik stond snel op. Oké, oké. Ik zeg het al. Ik nam een diepe zucht. M n broertje had z n jas al aan. Is het dat meisje met rood haar? Wie? Saartje? Ik haalde m n neus op. Nee, zei ik resoluut. Nou, wat is er, Jord? Ik merkte dat m n moeder zich een beetje begon te ergeren. Ik Ik keek van Willie naar m n moeder. Ik kan m n spreekbeurt niet over bananen houden. Het was even stil. Willie besloot dat het allemaal maar niet spannend genoeg voor hem was, want hij liep alvast naar de schuur. Hè, doe toch niet zo gek, Jord, zei m n moeder. Ze begon zich alvast om te draaien, maar ik pakte de laatste banaan uit de fruitschaal. Ik moest wel. Ik vermorzel hem, hoor. Heel langzaam draaide m n moeder zich om. Ze hield haar handen op. Ze was gek op bananen. Okay, laten we even een stapje terugnemen. Ik liet de banaan op de grond vallen.
Zij snakte naar adem en keek me met grote ogen aan. Ik tilde m n been op en liet hem hangen over de banaan. Met een iets vastere stem, maar met waterige ogen, zei m n moeder: Als je het waagt, Jord.
Gebruiksvoorwaarden Het werk van schrijvers en dichters op Nederland Schrijft mag gratis worden gelezen en/of gedownload voor eigen gebruik. Iedere verspreiding, openbaarmaking, verveelvoudiging of bewerking is niet toegestaan.