Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 27f, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO.8

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De algemene raad van de Nederlandse orde van advocaten;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Beleidsregel bevoegdheid basisonderwijs, speciaal basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs voor buitenlandse diploma s

de publiekrechtelijke beroepsorganisatie als bedoeld in artikel 17, eerste lid van de Advocatenwet;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CENTRAAL COLLEGE SPECIALISTEN FARMACIE BESLUIT NO. 9

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Centraal College Medische Specialismen

BESLUIT. Juridisch kader

Wijziging Kaderbesluit CSG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ECLI:NL:RVS:2014:3026

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Jeugd en Gezin en de Staatssecretaris van Financiën,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling erkenning EG-beroepskwalificaties cultuurberoepen

Verwerking Overeenkomst EG-Zwitserse Bondsstaat in Vc 2000

Voorstel van wet. Artikel I. De Uitvoeringswet EG-betekeningsverordening wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1, onderdeel a, komt te luiden:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

O V E R E E N K O M S T Betreffende de gezondheidszorgenverzekering tussen het Koninkrijk België en Australië

Verordening klachtenregeling Recreatieschap Twiske-Waterland

Regeling bezwaarschriftprocedure Verispect B.V. Indiening bezwaarschrift. Gelegenheid tot horen

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr ,

Hoofdstuk 2. Algemene bepalingen behandeling bezwaarschriften

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 74

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening commissie bezwaarschriften

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Provinciaal blad 2011, 67

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Doetinchem, gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Gemeentewet;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Klachtenregeling NPO. conform Hoofdstuk 9 Algemene Wet Bestuursrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Elektronisch gemeenteblad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2018 no. 38 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

TRIPARTIETE OVEREENKOMST 2015

RAAD VAN DE ORDE VAN ADVOCATEN IN HET ARRONDISSEMENT DEN HAAG

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

ALGEMENE SUBSIDIEVERORDENING GEMEENTE MAASTRICHT 2015

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

VHL Klokkenluidersregeling

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verordening behandeling bezwaarschriften VKB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BELEIDSREGEL NADEELCOMPENSATIE KABELS EN LEIDINGEN GEMEENTE EINDHOVEN Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven;

STICHTING AUTORITEIT FINANCIËLE MARKTEN, hierna AFM, Gevestigd te Amsterdam, STICHTING DSI, hierna: DSI, Gevestigd te Amsterdam

EUROPESE UNIE Communautair Bureau voor Plantenrassen

A7-0440/ AMENDEMENTEN ingediend door de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1981 Nr. 10

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Ferwerderadiel, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 33 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties;

(Voor de EER relevante tekst)

Reglement Geschillenadviescommissie Saxion

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Verdrag inzake de betekening en de kennisgeving in het buitenland van gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken in burgerlijke en in handelszaken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Klachtenregeling van de rechtbank Leeuwarden

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Skal-Reglement bezwaar

Samenwerkingsprotocol

STAATSCOURANT. Nr

Leegstandverordening Maassluis 2017.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Klachtenregeling van MF-ondernemerspunt RBA

Klachtenregeling Modus Vivendi

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Model Leegstandverordening

Nederlandse uitvoeringsvoorschriften inzake het belastingverdrag Nederland-Verenigde Staten van Amerika 1992.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7.1, eerste en tweede lid, van de Wet luchtvaart;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Gelet op artikel 6, vierde lid, 9, vierde lid, 13, zesde lid, 18, tweede lid en 19, tweede lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling;

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raad voor Accreditatie (RvA) Beleidsregel Behandeling bezwaren

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 4489 26 januari 2018 Besluit van de directeur van Octrooicentrum Nederland tot vaststelling van beleidsregels inzake buitenlandse beroepsstages (beleidsregels buitenlandse beroepsstages) De directeur van Octrooicentrum Nederland Gelet op artikel 27f, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 Artikel 1. Definities 1. Beroepsstage: een voltooide periode van beroepsuitoefening, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder j, van richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, onder toezicht van een supervisor, welke een voorwaarde vormt voor de toegang tot het beroep van octrooigemachtigde. 2. Supervisor: de octrooigemachtigde die de verzoeker om erkenning tijdens diens beroepsstage tot octrooigemachtigde heeft begeleid en daartoe ook gerechtigd was onder het recht van het land van zijn beroepsuitoefening. 3. Raad van toezicht: de raad bedoeld in artikel 23f van de Rijksoctrooiwet 1995. Artikel 2. Richtsnoeren voor de rol van de supervisor De supervisor heeft gedurende de beroepsstage de verzoeker om erkenning van de beroepsstage naar vermogen opgeleid voor het beroep van octrooigemachtigde, door ten minste aanwijzingen, voorlichting en raad te verschaffen met betrekking tot het behandelen van octrooiaanvragen in de ruimste zin van het woord. De supervisor heeft daarnaast aandacht geschonken aan de introductie van de verzoeker om erkenning bij en diens optreden tegenover cliënten en beroepsgenoten. Artikel 3. Erkenning beroepsstage voltooid in een andere EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland 1. Een beroepsstage welke opleidt tot octrooigemachtigde in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, wordt erkend indien deze in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde richtsnoeren. 2. Indien een beroepsstage als bedoeld in het eerste lid wordt erkend, wordt de termijn bedoeld in artikel 27e, derde lid, onder a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, waarin octrooiaanvragen moeten zijn behandeld onder verantwoordelijkheid van een Nederlandse octrooigemachtigde, bekort met de duur van de gevolgde beroepsstage. 3. De termijn, bedoeld in het tweede lid, bedraagt evenwel ten minste één jaar. 4. De verzoeker dient onderdaan te zijn van een lidstaat van de Europese Unie, dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Artikel 4. Verzoek om erkenning beroepsstage 1. Een verzoek om erkenning als bedoeld in artikel 3, eerste lid, wordt schriftelijk ingediend bij de directeur van Octrooicentrum Nederland. Het verzoek bevat ten minste de naam en adresgegevens van de verzoeker, diens nationaliteit, de naam en adresgegevens van de supervisor onder wiens toezicht de beroepsstage is uitgevoerd, gegevens waaruit blijkt in welk land de supervisor octrooigemachtigde is en de duur van de beroepsstage. 2. Als bijlage bij het verzoek wordt een verklaring van de supervisor toegevoegd. In deze verklaring staat ten minste dat de supervisor bevoegd is tot het opleiden tot octrooigemachtigde, de plaats en duur van de verrichte beroepsstage alsmede of dit voltijds of in deeltijd was, een overzicht van de werkzaamheden die tijdens de beroepsstage zijn verricht, een omschrijving waaruit kan worden opgemaakt in welke mate de beroepsstage aan de richtsnoeren uit artikel 2 voldoet, dat de beroepsstage succesvol is doorlopen en dat de onderhavige verklaring naar waarheid is opgesteld. De verklaring wordt ondertekend door de supervisor. Aan de verklaring mogen bijlagen ter ondersteuning worden toegevoegd. 1 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018

3. De verklaring van de supervisor en eventuele bijlagen mogen naast in het Nederlands, ook in het Duits, Engels of Frans zijn gesteld. Indien de verklaring van de supervisor dan wel de bijlagen in een andere dan een van deze talen zijn gesteld, dient tevens een gewaarmerkte vertaling van de verklaring dan wel de bijlagen in het Nederlands, Duits, Engels of Frans te worden toegevoegd. Artikel 5. Advies raad van toezicht 1. De directeur van Octrooicentrum Nederland stuurt een afschrift van het verzoek om erkenning onverwijld door naar de raad van toezicht voor advies. 2. Alvorens haar advies op te stellen, is de raad van toezicht gerechtigd de verzoeker, diens supervisor of de nationale beroepsorganisatie van de octrooigemachtigden waarvoor de beroepsstage is gevolgd, te verzoeken om nadere inlichtingen te verschaffen die benodigd zijn voor de beoordeling van het verzoek. 3. De raad van toezicht brengt zijn advies uit aan de directeur van Octrooicentrum Nederland binnen zes weken na ontvangst van het adviesverzoek. De termijn van zes weken kan op verzoek van de raad van toezicht met vier weken worden verlengd. Artikel 6. Beschikking 1. Na kennisneming van het advies van de raad van toezicht neemt de directeur van Octrooicentrum Nederland een besluit op het verzoek om erkenning. 2. Indien de directeur van Octrooicentrum Nederland in zijn besluit positief beslist op het verzoek om erkenning, vermeldt de beschikking de nieuwe termijn bedoeld in artikel 27e, derde lid, onder a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, waarin octrooiaanvragen moeten zijn behandeld onder verantwoordelijkheid van een Nederlandse octrooigemachtigde. 3. De directeur van Octrooicentrum Nederland stuurt een afschrift van de beschikking aan de raad van toezicht. Artikel 7. Rekening houden met beroepsstage voltooid in een derde land 1. Een beroepsstage welke opleidt tot: a) octrooigemachtigde in een land, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, of b) Europees octrooigemachtigde als bedoeld in artikel 134 van het Europees Octrooiverdrag, niet tevens tot nationaal octrooigemachtigde in een lidstaat van de Europese Unie dan wel een staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, welke in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde richtsnoeren, kan op verzoek leiden tot bekorting van de termijn bedoeld in artikel 27e, derde lid, onder a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, van de Nederlandse beroepsstage waarin octrooiaanvragen moeten zijn behandeld onder verantwoordelijkheid van een Nederlandse octrooigemachtigde. 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, bedraagt evenwel ten minste één jaar. 3. De verzoeker dient onderdaan te zijn van een lidstaat van de Europese Unie, dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Artikel 8. Verzoek om rekening te houden met een beroepsstage voltooid in een derde land Op een verzoek om rekening te houden met een beroepsstage als bedoeld in artikel 7, eerste lid, zijn de artikelen 4 tot en met 6 van overeenkomstige toepassing. Artikel 9. Inwerkingtreding besluit Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 18 januari 2016. Artikel 10. Citeertitel en publicatie Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als: Beleidsregels buitenlandse beroepsstages. 2 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018

Deze beleidsregels worden met de toelichting in de Staatscourant geplaatst. Aldus gedaan te Den Haag 18 januari 2018 D.J. de Groot Directeur Octrooicentrum Nederland onderdeel van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 3 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018

TOELICHTING Het onderhavige besluit van de directeur van Octrooicentrum Nederland dient ter uitvoering van artikel 27f, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 waarin de implementatie heeft plaatsgehad 1 van artikel 55bis van de richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, zoals gewijzigd door de richtlijn 2013/55/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 november 2013 tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (en Verordening (EU) nr. 1024/2012 (...; de IMI-verordening )). Op grond van artikel 27f, vierde lid, Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, gelezen in combinatie met artikel 55bis, tweede lid, van de richtlijn dient het bureau regels vast te stellen voor de praktische implementatie en uitvoering van de erkenning en de te formuleren richtsnoeren voor de rol van de supervisor van de beroepsstage. De regeling betreft de erkenning van buitenlandse beroepsstages voor het beroep van octrooigemachtigde, gevolgd in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland dan wel een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland. Daarnaast bevat dit besluit regels voor het rekening houden met in een derde land gevolgde beroepsstage voor het beroep van octrooigemachtigde. Indien hiertoe een verzoek wordt ingediend, zal in geval van een positieve beslissing de duur van de Nederlandse beroepsstage als bedoeld in artikel 27e, derde lid, onder a, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 voor de verzoeker worden bekort. Artikel 1 In artikel 1 is de beroepsstage voor het beroep van octrooigemachtigde gedefinieerd, welke definitie volgt uit artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, gelezen in combinatie met artikel 3, eerste lid, onder j, van richtlijn 2005/36/EG. Dat de beroepsstage dient te zijn voltooid, volgt uit artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, gelezen in combinatie met artikel 3, eerste lid, onder j, van richtlijn 2005/36/EG en overweging (27) van richtlijn 2013/55/EU ( een beroepsstage voltooit in een andere lidstaat en beroepsstages die zijn voltooid in derde landen ). De definitie ziet op alle beroepsstages voor octrooigemachtigden in alle landen, dus zowel binnen de EU, EER of Zwitserland, als in derde landen zoals de Verenigde Staten, Canada of Japan. Hieronder kan ook worden begrepen de beroepsstage tot Europees octrooigemachtigde. De supervisor in het tweede lid, is een octrooigemachtigde die onder het recht van het land van zijn beroepsuitoefening gerechtigd is degene die toegang tot het beroep wil, te begeleiden tijdens een beroepsstage. De raad van toezicht in het derde lid is een orgaan van de (Nederlandse) Orde van Octrooigemachtigden. Artikel 2 De richtsnoeren voor de rol van de supervisor tijdens de buitenlandse beroepsstage in artikel 2 zijn vereisten die redelijkerwijs aan de patroon (supervisor) kunnen worden gesteld in de begeleiding van de verzoeker tijdens diens praktische beroepsstage voor octrooigemachtigde. Artikel 3 Het eerste lid van artikel 3 bepaalt, conform artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, dat beroepsstages gevolgd in EU-lidstaten, EER-lidstaten of Zwitserland worden erkend. Voorwaarden daarbij zijn dat de beroepsopleiding voltooid is (zie de definitie van beroepsstage in artikel 1, eerste lid, gelezen in combinatie met artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, artikel 3, eerste lid, onder j, van richtlijn 2005/36/EG en overweging (27) van de richtlijn), dat de supervisor tijdens de beroepsopleiding heeft voldaan aan de richtsnoeren neergelegd in artikel 2 (zie artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995), en dat de verzoeker onderdaan is van een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland. Het tweede lid van artikel 3 bepaalt dat in geval van erkenning de duur van de Nederlandse beroepsstage wordt bekort met de duur van de gevolgde buitenlandse beroepsstage (zie artikel 27f, derde lid, Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995). Het derde lid bepaalt evenwel dat de Nederlandse beroepsstage ten minste een jaar dient te beslaan (zie de laatste zin van artikel 55bis, eerste lid, van de richtlijn, geïmplementeerd in artikel 27f, derde lid, Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995). 1 Stb. 2016, 315 4 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018

Artikel 4 In artikel 4 is neergelegd dat een verzoek om erkenning van een buitenlandse beroepsstage kan worden ingediend bij de directeur van Octrooicentrum Nederland. Het verzoek dient diverse administratieve gegevens van de verzoeker en diens supervisor te bevatten, alsmede van de buitenlandse beroepsstage. Een verklaring van de supervisor dient als bijlage aan het verzoek te worden toegevoegd, aan de hand waarvan de beoordeling van het verzoek kan plaatsvinden. Het verzoek dient in de Nederlandse taal te zijn gesteld, maar de verklaring en eventuele bijlagen mogen ook in het Duits, Engels of Frans zijn gesteld. Zijn de verklaring en/of de bijlagen in een andere dan een van deze talen gesteld, dan dient tevens een gewaarmerkte vertaling van de betreffende stukken te worden meegestuurd. Artikel 5 In artikel 5 is neergelegd dat de directeur van Octrooicentrum Nederland onverwijld een afschrift van het verzoek naar de raad van toezicht stuurt voor advies. In het tweede lid is neergelegd dat de raad van toezicht door de directeur gemachtigd is om nadere inlichtingen te vragen over de gevolgde buitenlandse beroepsstage, bijvoorbeeld bij de betreffende nationale beroepsorganisatie om na te gaan of de beroepsstage is voltooid. Artikel 6 Na ontvangst van het advies van de raad van toezicht zal de directeur van Octrooicentrum Nederland beslissen op het verzoek. Een positieve beslissing vermeldt de nieuwe termijn van de Nederlandse beroepsstage voor de verzoeker. De directeur van Octrooicentrum Nederland stuurt de beschikking naar de verzoeker en, zoals neergelegd in het derde lid, een afschrift ervan naar de raad van toezicht. Op de verzoekschriftprocedure is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Dit betekent onder meer dat de verzoeker tegen de beschikking bezwaar kan maken bij de directeur van Octrooicentrum Nederland, en eventueel daarna in beroep kan gaan bij de rechtbank Den Haag (artikel 81 Rijksoctrooiwet 1995) en in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Artikel 7 Op grond van artikel 27f, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995, gelezen in combinatie met artikel 55bis, eerste lid, van de richtlijn moet rekening gehouden worden met in derde landen voltooide beroepsstages, zoals bijvoorbeeld in de Verenigde Staten, Canada of Japan. Hieronder kunnen ook worden begrepen beroepsstages tot Europees octrooigemachtigde. In de praktijk zal echter vaak binnen Europa een beroepsstage voor octrooigemachtigde zowel opleiden tot octrooigemachtigde in een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland, als tot Europees octrooigemachtigde. Een beroepsstage tot nationaal octrooigemachtigde in een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland welke onder het eerste lid van artikel 3 valt, kan worden erkend, zodat artikel 7 voor dergelijke gevallen geen betekenis heeft. Artikel 2, eerste lid, van de richtlijn bepaalt dat de richtlijn van toepassing is op onderdanen van een EU-lidstaat, EER-lidstaat of Zwitserland, die buiten hun staat van oorsprong een beroepsstage hebben gevolgd. De richtlijn is dus niet van toepassing op niet EU, EER of Zwitserse ingezetenen, zoals Amerikanen die in de Verenigde Staten een beroepsstage tot octrooigemachtigde hebben volbracht. Anders dan bij erkenning zal het rekening houden met de buitenlandse beroepsstage niet vanzelfsprekend leiden tot een een-op-een inkorting van de Nederlandse beroepsstage met de duur van de buitenlandse beroepsstage. Het rekening houden met een voltooide buitenlandse beroepsstage zou in voorkomend geval dus kunnen leiden tot een inkorting die minder is dan de duur van de buitenlandse beroepsstage. De inkorting zal onder meer afhangen van de mate waarin de buitenlandse beroepsstage en de rol van de supervisor tijdens de stage overeenkomen met eisen die redelijkerwijs aan een dergelijke stage kunnen worden gesteld. Artikel 8 In dit artikel is neergelegd dat het verzoek uit artikel 7, eerste lid, dezelfde procedure doorloopt als het verzoek om erkenning uit artikel 3, eerste lid. 5 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018

Artikel 9 Het onderhavige besluit werkt terug tot en met 18 januari 2016, zijnde de datum dat de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Rijksoctrooiwet 1995 effect kreeg. Tegen deze terugwerkende kracht bestaat geen bezwaar, nu dit besluit louter bestaat uit versoepelingen ten opzichte van de huidige praktijk. D.J. de Groot Directeur Octrooicentrum Nederland onderdeel van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland 6 Staatscourant 2018 nr. 4489 26 januari 2018