Kürt VAN HEUVERSWYN, die woonplaats kiest bij advocaat G. Dierickx, kantoor houdende te Gent, Kortrijksesteenweg 830. tegen :

Vergelijkbare documenten
RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 4 maart 2010 in de zaak A /XII-5232.

die woonplaats kiest bij advocaat S. De Vleeschauwer, kantoor houdende te Stekene, Kerkstraat 16 tegen :

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging

A R R E S T. nr van 3 juli 2012 in de zaak A /VII tegen:

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 8 juli 2004 in de zaak A /XII-662.

A R R E S T. nr van 3 juli 2012 in de zaak A /VII tegen:

die woonplaats kiest bij advocaat N. DE CLERCQ, kantoor houdende te BRUGGE, Stockhouderskasteel, Gerard Davidstraat 46 bus 1 tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 27 januari 2009in de zaak A /XII-5615.

de VZW VLAAMS BLOK JONGEREN, gevestigd te Brussel, Madouplein 8, bus 9 tegen :

waarbij het cassatieberoep toelaatbaar wordt verklaard;

die woonplaats kiest bij advocaat G. Demin, kantoor houdende te Leuven, J.P. Minckelersstraat 70 tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER ARREST. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A. 217.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 29 augustus 2007 in de zaak A /XII-5161.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 29 oktober 2015 in de zaak A /VII

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Xe KAMER A R R E S T. nr van 14 september 2018 in de zaak A /X

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 19 april 2007 in de zaak A /XII-2464.

niet verbeterde kopie

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 23 april 2007 in de zaak A /IX-3642.

In zake 1. de n.v. DUMOBEL, 2. Eliane STELLAMANS, die woonplaats kiezen bij Advocaat J. BLANCKE, kantoor houdende te 3080 TERVUREN, Puttestraat 78

President Kennedypark 8b. tegen :

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging

II. Verloop van de rechtspleging

Gezien het verslag opgemaakt door auditeur G. DE BLEECKERE;

II. Verloop van de rechtspleging

tegen: II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 21 juni 2016 in de zaak A /X

A R R E S T. nr van 22 december 2017 in de zaak A /X tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 8 maart 2012 in de zaak A /VII

Victor VAN DEN EYNDE, die woonplaats kiest bij advocaat J. DE RIECK, kantoor houdende te 3000 LEUVEN, Vaartstraat 70. tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 23 maart 2009 in de zaak A /IX-2740.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 17 januari 2013 in de zaak A /VII

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan. partijen; IX \6

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 13 december 2011 in de zaak A /XIV-32.

1. De vergunning zonder munitie en de erfenis

wonende te 2170 Merksem M. de Swaenstraat 13 alwaar woonplaats wordt gekozen bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Sonja De Meyer tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R EST. nr van 24 juni 1998 in de zaak A /X-7612.

wonend te 3080 Tervuren Cypressenlaan 17 tegen: I. Voorwerp van het inleidend verzoekschrift II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

A R R E S T. nr van 28 mei 2013 in de zaak A /XII tegen:

De gewijzigde wapenwet van 2018

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE XIVe KAMER A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV-37.

Hof van Cassatie van België

A R R E S T. nr van 19 januari 2018 in de zaak A /XII-8480

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 15 april 2010 in de zaak A /VII

RAAD VAN STATE, AFDELING ADMINISTRATIE. A R R E S T. nr van 31 mei 2007 in de zaak A /X-8757.

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 23 oktober 2018 in de zaak A /IX-9318

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

WAPENUNIE UNION ARMES

Hof van Cassatie van België

A R R E S T. nr van 21 februari 2014 in de zaak A /X

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. XIVe KAMER A R R E S T. nr van 29 april 2015 in de zaak A /XIV-35.

A R R E S T. nr van 4 oktober 2018 in de zaak A /XIV tegen :

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

A R R E S T. nr van 18 oktober 2018 in de zaak A /IX-9411

Rolnummer Arrest nr. 12/2009 van 21 januari 2009 A R R E S T

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

vonnis Redhtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen, afdesing Brugge, sectie burgerlijke rechtbank vierde kamer Uitgifte

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

Hof van Cassatie van België

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1. Dit decreet regelt een gemeenschapsaangelegenheid.

de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 22 september 2008 in de zaak A /IX-4979.

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VIIe KAMER A R R E S T. nr van 22 november 2018 in de zaak A /VII

Beslissing nr V/M 11 van 7 april 2011

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Hof van Cassatie van België

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. VOORZITTER VAN DE IXe KAMER A R R E S T. nr van 13 maart 2018 in de zaak A. 224.

Hof van Cassatie van België

';JA, 'i A R R EST. I. In zake. Julien VALCKE, die woonplaats kiezen bij Advocaat M. DENYS, kantoor houdende te 1000 BRUSSEL, Grote Hertstraat 12

A R R E S T. nr van 9 juli 2019 in de zaak A /XIV tegen :

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T. nr van 27 oktober 2008 in de zaken A /X (I) /X-11.

Raad voor betwistingen inzake studievoortgangsbeslissingen

tegen: II. Verloop van de rechtspleging

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

GRIFFIE RAAD VAN STATE. KONfNKRIJK BELGIË 1040 Brussel, 18 januari Mr. STAELENS B. Stockhouderskasteel Gerard Davidstraat 46/1.

RECHTBANK VAN EERSTE AANLEG TE GENT VAN 15 SEPTEMBER 2015

Hof van Cassatie van België

11 MEI Decreet houdende het statuut van de sportschutter (1)

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN ARREST

Vragenlijst theoretische proef geldig voor alle wapencategorieën

Samenvatting. Volledige tekst. Het Hof van Beroep, zitting houdende op 3 april te Antwerpen, 9 e kamer

RAAD VOOR VERGUNNINGSBETWISTINGEN

Hof van Cassatie van België

Transcriptie:

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. A R R E S T nr. 192.046 van 31 maart 2009 in de zaak A. 190.578/XII-5642. In zake : Kürt VAN HEUVERSWYN, die woonplaats kiest bij advocaat G. Dierickx, kantoor houdende te Gent, Kortrijksesteenweg 830 tegen : de BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen. -------------------------------------------------------------------------------------------------- DE Wnd. VOORZITTER VAN DE XIIe KAMER, Gezien het verzoekschrift dat Kürt Van Heuverswyn op 4 december 2008 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen, evenals de schorsing van de tenuitvoerlegging, van de beslissing van 7 oktober 2008 van de gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen waarbij zijn aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning voor het bezit van een jachtgeweer onontvankelijk wordt verklaard; Gezien de nota van de verwerende partij; Gezien het verslag over het beroep tot nietigverklaring op grond van artikel 93 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en over de vordering tot schorsing, opgesteld door eerste auditeur-afdelingshoofd W. Van Noten; Gelet op de beschikking van 5 februari 2009, waarbij de terechtzitting bepaald wordt op 24 maart 2009; XII-5642-1/8

Gelet op de kennisgeving van het verslag aan partijen; Gehoord het verslag van staatsraad J. Lust; Gehoord de opmerkingen van advocaat L. Vael, die loco advocaat G. Dierickx verschijnt voor verzoeker; W. Van Noten; Gehoord het eensluidend advies van eerste auditeur-afdelingshoofd Gelet op de artikelen 17 en 18 en titel VI, hoofdstuk II, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, OVERWEEGT WAT VOLGT : De bestreden beslissing 1. Op 7 oktober 2008 verklaart de gouverneur van de provincie Oost- Vlaanderen aldus verzoekers aanvraag tot het verkrijgen van een bezitsvergunning voor een jachtgeweer tuimelaar onontvankelijk : Overwegende dat de bezitter van een vuurwapen dat tot de vroegere categorie van de jacht- en sportwapens behoort en die geen houder is van een jachtverlof of een sportschutterslicentie, uiterlijk op 31 oktober 2008 daarvan aangifte moet doen bij de gouverneur door bemiddeling van de lokale politie; dat aan betrokkene conform artikel 44, 2 automatisch een vergunning wordt uitgereikt wanneer blijkt dat hij meerderjarig is en in het verleden geen veroordelingen heeft opgelopen zoals bedoeld in artikel 5, 4 van de nieuwe wapenwet en er evenmin redenen van openbare orde zijn die zich verzetten tegen wapenbezit in hoofde van aanvrager; Gelet op het negatief advies van de lokale politie Mira, ontvangen via de provincie West-Vlaanderen op 21 januari 2008; dat wordt verwezen naar het strafblad van betrokkene; Gelet op het gunstig advies van de procureur des Konings te Kortrijk, eveneens via de provincie West-Vlaanderen ontvangen op 21 januari 2008; dat volgens de procureur niet onmiddellijk enige reden aanwezig is om over te gaan tot een eventuele schrapping van de registratie van een vuurwapen op naam van de heer Van Heuverswyn; XII-5642-2/8

Gelet op het ongunstig advies van de thans bevoegde procureur des Konings te Oudenaarde; dat de procureur laat weten dat betrokkene in 1986 door de Correctionele Rechtbank te Kortrijk werd veroordeeld wegens afpersing door geweld of bedreigingen; dat de procureur ook refereert naar zijn advies inzake de referte fpw/schiet/fd/16794 (kleiduifschieting), waarbij hij gunstig adviseerde doch aangaf dat het aangewezen was dat de lokale politie de organisatie van nabij zou opvolgen; dat hij in casu evenwel voorbehoud formuleert wat betreft het wapenbezit; Overwegende dat de vermelde gerechtelijke veroordeling van de heer Van Heuverswyn betrekking heeft op een misdrijf dat voorkomt in de lijst van misdrijven vermeld in art. 5, 4 van de wapenwet, die geacht worden onverenigbaar te zijn met het bezit van vuurwapens; dat deze gerechtelijke veroordeling van betrokkene ingevolge de omzendbrief nr. 095 van 2 februari 2007 niet gewist kan worden van het strafregister van betrokkene; dat betrokkene evenmin eerherstel heeft bekomen voor deze gerechtelijke veroordeling; Overwegende dat de heer Van Heuverswyn aldus niet voldoet aan alle wettelijke voorwaarden om een bezitsvergunning te bekomen voor zijn jachtwapen. Het beroep tot nietigverklaring Ontvankelijkheid 2. Verwerende partij werpt in de nota op dat verzoeker geen belang heeft. Betrokkene werd op 1 oktober 1986 door de correctionele rechtbank te Kortrijk veroordeeld wegens afpersing door geweld of bedreigingen. Die veroordeling heeft overeenkomstig artikel 44, 2, van de wet van 8 juni 2006 houdende regeling van economische en individuele activiteiten met wapens (hierna : wapenwet) de onontvankelijkheid van de vergunningsaanvraag tot gevolg. De gouverneur beschikt terzake slechts over een gebonden bevoegdheid, zonder de minste appreciatiemarge, en zou derhalve na inwilliging van de vordering opnieuw dezelfde beslissing moeten nemen. 3. Verzoeker verklaart door de bestreden beslissing niet langer zijn sport -het kleiduifschieten- te kunnen beoefenen. Ze wordt dan ook verworpen. De exceptie verwart de ontvankelijkheid met de grond van de zaak. XII-5642-3/8

Eerste middel 4. In een eerste middel voert verzoeker de schending aan van de hoorplicht. De bestreden weigeringsbeslissing is gebaseerd op gegevens omtrent verzoeker -zijn gerechtelijk verleden- en raakt hem nadelig in zijn belangen. Krachtens een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur mag dergelijke beslissing in principe slechts genomen worden nadat hij in de gelegenheid werd gesteld zijn zienswijze over de voorgenomen maatregel naar voor te brengen. Verzoeker heeft die gelegenheid niet gekregen. 5. Of de bestreden beslissing een maatregel betreft die slechts genomen mag worden nadat de betrokkene de gelegenheid kreeg om nuttig voor zijn standpunt op te komen, mag buiten beschouwing worden gelaten. Immers is de verplichting tot horen niet absoluut en geldt ze hoe dan ook niet wanneer, zoals te dezen, de overheid een gebonden bevoegdheid heeft en de maatregel genomen wordt op grond van een gegeven dat voor directe, eenvoudige constatering door de overheid vatbaar is. 6. Artikel 44, 2, van de wapenwet luidt : 2. Eenieder die op de datum van de inwerkingtreding van deze wet een vuurwapen voorhanden heeft dat krachtens deze wet vergunningsplichtig is geworden, moet daarvan uiterlijk op 31 oktober 2008 aangifte doen bij de gouverneur bevoegd voor zijn verblijfplaats, door bemiddeling van de lokale politie. Indien de betrokkene houder is van een jachtverlof of een sportschutterslicentie wordt het wapen automatisch op zijn naam geregistreerd. Indien dit niet het geval is, wordt hem een vergunning uitgereikt mits hij meerderjarig is en geen veroordelingen heeft opgelopen zoals bedoeld in artikel 5, 4. Bovendien mogen er geen redenen van openbare orde bestaan, die zouden leiden tot de intrekking van de vergunning. In afwachting van de beslissing om de vergunning al dan niet af te leveren, overeenkomstig de in deze wet voorziene bepalingen, geldt de aanvraag voor een vergunning als voorlopige vergunning. Ingeval het vergunningsplichtige geworden wapen na 1 januari 2006 werd verworven, wordt de vergunning voorlopig uitgereikt, voor de duur van één jaar. Artikel 5, 4, van dezelfde wet bepaalt : XII-5642-4/8

Niettemin zijn de aanvragen van de volgende personen onontvankelijk : [...] 2/ personen die als dader of medeplichtige veroordeeld zijn wegens een van de misdrijven bepaald in : [...] b) de artikelen 101 tot 135quinquies, 136bis tot 140, 193 tot 226, 233 tot 236, 246 tot 249, 269 tot 282, 313, 322 tot 331bis, 336, 337, 347bis, 372 tot 377, 392 tot 410, 417ter tot 417quinquies, 423 tot 442ter, 461 tot 488bis, 491 tot 505, 510 tot 518, 520 tot 525, 528 tot 532bis en 538 tot 541 van het Strafwetboek; [...]. 7. Verzoeker werd op 1 oktober 1986 door de correctionele rechtbank te Kortrijk veroordeeld wegens afpersing door geweld of bedreiging (art. 468 en 470 S.W.). Hij heeft derhalve een veroordeling opgelopen als bedoeld in artikel 5, 4, van de wapenwet. Dit feit is wat het is; het is vatbaar voor directe, eenvoudige vaststelling door het bestuur. Na de constatering ervan kon en mocht de verwerende partij niets anders doen dan de aanvraag van verzoeker afwijzen omdat hij de wettelijke voorwaarden bepaald in artikel 44, 2, juncto artikel 5, 4, van de wapenwet voor het verkrijgen van een wapenvergunning niet vervult. Verwerende partij was in ieder geval niet verplicht verzoeker te horen. 8. Het eerste middel is niet gegrond. Tweede middel 9. Het tweede middel is afgeleid uit de schending van het redelijkheidsbeginsel, artikel 6, 1, tweede lid, van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, en artikel 6, 2, 4/ (lees : artikel 9, 2, 4/), van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter. Verzoeker voert vooreerst aan dat hij sedert zijn veroordeling op 1 oktober 1986 niet meer met de justitie in aanraking is gekomen en zich sindsdien XII-5642-5/8

correct gedragen heeft. Op 5 juli 2007 diende hij bij de procureur des Konings te Kortrijk een verzoek tot eerherstel in, waarop nooit gereageerd werd. Op 24 oktober 2008 diende hij voor de tweede maal een verzoek tot eerherstel in, ditmaal bij de procureur des Konings te Oudenaarde. Vervolgens stelt verzoeker dat de feiten waarvoor hij veroordeeld werd een uit de hand gelopen ruzie over een partij sigarettenaanstekers betroffen; niemand stelde zich burgerlijke partij. De feiten dateren van meer dan 22 jaar geleden. Daarbij werd geen jachtgeweer of ander vuurwapen gehanteerd. Er kan bijgevolg niet worden besloten dat het hanteren van een vuurwapen door verzoeker een gevaar voor de openbare orde zou opleveren. Tevens merkt verzoeker op dat zijn veroordeling niet belet heeft dat hij de voorbije jaren toetrad tot talloze clubs om zijn sport te beoefenen. Op 11 juni 2007 werd zijn aanvraag door de Vlaamse Sportschuttersfederatie evenwel onontvankelijk verklaard om reden van de kwestieuze veroordeling. De bestreden beslissing is dan ook onredelijk. Verzoeker besluit dat de bestreden beslissing niet afdoende gemotiveerd is. Waar de verwerende partij in haar begeleidend schrijven kon wijzen op de mogelijkheid van eerherstel, was er geen reden om niet eerst die suggestie te doen vooraleer een definitieve weigeringsbeslissing te nemen. 10. In zoverre verzoeker zich beroept op artikel 6, 1, tweede lid, van de wet van 3 januari 1933 op de vervaardiging van, de handel in en het dragen van wapens en op de handel in munitie, wordt vastgesteld dat die bepaling bij artikel 47 van de wapenwet van 8 juni 2006 met ingang van 9 juni 2006 werd opgeheven. Te dezen is evenmin het voorschrift van artikel 9, 2, 4/, van het decreet van 11 mei 2007 houdende het statuut van de sportschutter toepasselijk. Die bepaling betreft het uitreiken van een sportschutterslicentie en niet -zoals hier aan de orde is- de afgifte van een vergunning voor een vuurwapen waarvoor onder de XII-5642-6/8

wet van 3 januari 1933 geen vergunning vereist was en dat ten gevolge van de wapenwet van 8 juni 2006 vergunningsplichtig is geworden. 11. Zoals bij de bespreking van het eerste middel is gezien, kon de gouverneur niets anders doen dan de aanvraag van verzoeker afwijzen omdat betrokkene de in artikel 44, 2, juncto artikel 5, 4, van de wet van 8 juni 2006 gestelde vereiste niet vervulde. Het argument dat het wapenbezit van de verzoeker geen gevaar voor de openbare orde zou opleveren is derhalve niet relevant. Het redelijkheidsbeginsel kan niet verantwoorden dat van de door de wet voorgeschreven vereisten wordt afgeweken. Ook het feit dat door verzoeker een aanvraag tot eerherstel was ingediend, stelt de gouverneur niet vrij van de toepassing van de vergunningsvoorwaarde van artikel 44, 2, juncto artikel 5, 4, van de wapenwet. 12. Het tweede middel is niet gegrond. De vordering tot schorsing 13. De hierna uit te spreken verwerping van het beroep tot nietigverklaring brengt de verwerping mee van de accessoire vordering tot schorsing. XII-5642-7/8

OM DIE REDENEN BESLIST DE RAAD VAN STATE : Artikel 1. Het beroep tot nietigverklaring wordt verworpen. Artikel 2. De vordering tot schorsing wordt verworpen. Artikel 3. komen ten laste van verzoeker. De kosten van de vordering tot schorsing bepaald op 175 euro, eenendertig maart 2009, door : Aldus te Brussel uitgesproken in openbare terechtzitting, op de HH. J. LUST, F. BONTINCK, griffier. wnd. kamervoorzitter, staatsraad, De griffier, De voorzitter, F. BONTINCK. J. LUST. XII-5642-8/8