Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Roy Slaterus



Vergelijkbare documenten
Gebiedsbeschrijving. Werkwijze BROEDVOGELS VAN WOONWIJK `HET LAAKSE VELD` IN door Henk Jan Hof

Broedvogelinventarisatie ADM terrein

Broedvogels van de Nieuwe Tuinderij te Zuidoostbeemster

Broedvogels van de begraafplaats Soerenseweg in Apeldoorn 2015

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, september 2010

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

BROEDVOGEL MONITORING PROJECT 2008 DE SCHEG

Broedvogelonderzoek De Liede. De gemeente Haarlemmermeer

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Quickscan. Onderzoek naar bestaande en toekomstige natuurwaarden. Achterstraat 2 te Neerijnen

Tekst: Francis Havekes, Marcel van der Tol. Foto: Francis Havekes. Eindredactie: Hanneke Hoogvliet

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2012

Betreft: Effectbeoordeling vogels, herbestemming Groen Ruige Ruimte te Dussen (P )

broedwaarde. Wilde eend - 1 zeker broedgeval : 1 w. met 3 pulli - regelmatig worden ongepaarde ex.

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Broedvogelinventarisatierapport. Heseveld, Nijmegen. Marc de Bont Nijmegen, juli 2013

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

BMP rapport Gat van Pinte 2013

De broedvogels van de Feddema s Plas in 2007

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

Colofon. Projectgroep bestaande uit: M. Bertholet (E.C.O. logisch) Ing. E. Riphagen ir. M Korthorst

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Broedvogelinventarisatie. Wijchens Meer-west,Wijchen. Hans Hollander, 2008

NOTITIE. Quickscan perceel Veldstraat 4 te Nijmegen. Methodiek. Plangebied en ingreep

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels tot en met 2015

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Notitie. Inleiding. Methodiek. J. de Waard (Trivire Wonen) aan. van A. de Baerdemaeker. betreft Vleermuis- en vogelonderzoek Patersweg Dordrecht

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Broedvogelinventarisatie Ecodorp Bergen Voorjaar 2014

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Overzicht broedperiode 1) en voorkeur broedgebied (bos)vogels.

2012 Rebo International b.v. deze uitgave 2012 Rebo Productions b.v., Lisse

Methode Monitoring Eindhoven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Onderzoek naar broedvogels en vleermuizen in het plangebied Zwijssen te Tilburg

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

Broedvogelinventarisatie woonwijk De Ziep, Didam in 2007

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

NVWK geeft de erven vleugels. Module 3 vogels tellen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Notitie quickscan beschermde soorten Prinsejagt-Driehoeksbos te Eindhoven

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Flora- en faunaonderzoek voor de ontwikkeling van een ecologische verbindingszone te Groesbeek. In opdracht van: BRO Boxtel.

DEEL 1 het ecologisch onderzoek van Altenburg & Wymenga

Bureauonderzoek flora en fauna

Buro Maerlant. Heesch Wijststraat 15. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

BMP Reuzenhoeksekreek Zaamslag

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Vogelinspectie. ten behoeve van Hardshock Festival te Zwolle 18 april Dillerop natuuradvies

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Vogeltrektelling 30 oktober 2016

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Onderzoek flora en fauna

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Bureauonderzoek Flora en fauna

BROEDVOGELS VAN HET HEILIGENBERGERBEEKDAL IN AMERSFOORT IN 2003

Notitie Quickscan flora en fauna

Notitie veldbezoek Middelweg 12 te Moordrecht

Broedvogels Midden-IJsselmonde N. Godijn

Broedvogels Landgoederen Oud en Nieuw Amelisweerd en Rhijnauwen

Weidevogels Liedeweg te Haarlemmerliede

Tuinvogels. Een interactieve lezing door Vogelwerkgroep Vught

Ontwikkelingen in de betekenis van het gebied Aersoltweerde voor vogels Monitoring in het kader van een tijdelijke compensatievoorziening

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Broedvogels van Landgoed Providentia in 2007

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

24ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Buro Maerlant. Zegge, A.M. de Jongstraat ongenummerd. Ecologische quickscan in het kader van de Flora- en faunawet

KNNV afdeling Voorne Vogelwerkgroep

Flora en fauna quickscan Jachthuisstraat te Malden

Uilenonderzoek Kleen Esch, Hoge Hexel

Gemeente Amstelveen Afdeling RO & Projecten T.a.v.: P.J.M. van den Bergh Postbus BA AMSTELVEEN

Inventarisatie muurplanten Het projectgebied is visueel geïnspecteerd op de aanwezigheid van beschermde muurplanten.

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Praktische-opdracht door een scholier 1786 woorden 24 april keer beoordeeld. Voorwoord

Verslag Broedvogel Monitoring Project. Vorstenbosch Leeghandse Weg 2013 SOVON Vogelonderzoek Nederland BMP plot nummer 6833

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Omgevingscheck De Del te Rozendaal. categorie 5 nesten: koolmees, pimpelmees, grauwe vliegenvanger, boomklever, boomkruiper en grote bonte specht

Broedvogeltellingen in de Parkendriehoek in Dordrecht in 2015

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag

Resultaten (broed)vogelonderzoek rond Bodemven op Landgoed Huis ter Heide, Loonse en Drunense Duinen

BMP Reuzenhoekse Kreek Zaamslag 2011

10 jaar stadsvogelonderzoek in Terneuzen

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit de kom Bleiswijk met bebouwing, tuinen, groenstroken, laanbeplanting en watergangen.

Transcriptie:

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Roy Slaterus SOVON-inventarisatierapport 2010/30 Dit rapport is samengesteld in opdracht van de gemeente Oegstgeest

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Roy Slaterus SOVON-inventarisatierapport 2010/30 Dit rapport is samengesteld in opdracht van de gemeente Oegstgeest

Colofon SOVON Vogelonderzoek Nederland 2009 Dit rapport is samengesteld in opdracht van de gemeente Oegstgeest Samenstelling en tekst: Roy Slaterus Lay-out: Peter Eekelder Foto s: Roy Slaterus SOVON Vogelonderzoek Nederland Toernooiveld 1 6525 ED Nijmegen Tel: 024 7 410 410 E-mail: info@sovon.nl Internet: www.sovon.nl Dit rapport is samengesteld in opdracht van Gemeente Oegstgeest door Roy Slaterus. Gelieve als volgt te citeren: Slaterus R. 2010. Broedvogel s van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010. SOVON-inventarisatierapport 2010/30. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Niets uit dit rapport mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SOVON en de opdrachtgever.

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 5 2. Kader en doelstelling... 6 3. Gebiedsbeschrijving... 7 4. Methode... 8 5. Resultaten... 9 6. Soortbespreking... 10 7. Conclusies... 13 Literatuurlijst... 14 Bijlage: verspreidingskaarten soorten 3

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 4

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 1. Inleiding Gemeente Oegstgeest heeft plannen om in de Overveerpolder een sportterrein aan te leggen om aan de toenemende vraag in de gemeente te voldoen. Uitvoering van dit plan kan effect hebben op de aanwezige natuurwaarden. De gemeente heeft daar in eerdere jaren reeds onderzoek naar laten uitvoeren (cf Huizer et al. 2008). In het kader van een eventuele ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet werd in opdracht van Gemeente Oegstgeest in het voorjaar van 2010 een broedvogelinventarisatie uitgevoerd van de Overveerpolder. Het primaire doel was het in kaart brengen van eventueel aanwezige jaarrond beschermde vogelnesten (cf Dienst Regelingen, 26 augustus 2009). Daarnaast werd ook de aanwezigheid van overige broedvogelsoorten onderzocht. In deze rapportage worden de resultaten van deze inventarisatie beschreven. De inventarisatie werd uitgevoerd door Roy Slaterus, die eveneens dit rapport samenstelde. Een aantal gebruikers van het gebied verleende toestemming voor het betreden van hun terreinen tijdens het veldwerk. Dries Oomen (SOVON) was behulpzaam bij het maken van het kaartmateriaal. Zij worden hartelijk bedankt. Het basismateriaal behorend bij deze inventarisatie ligt opgeslagen in het kantoor van SOVON te Nijmegen. 5

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 2. Kader en doelstelling Gemeente Oegstgeest heeft plannen om in de Overveerpolder een sportterrein aan te leggen om aan de toenemende vraag in de gemeente te voldoen. Uitvoering van dit plan kan effect hebben op de aanwezige natuurwaarden. De gemeente heeft daar in eerdere jaren reeds onderzoek naar laten uitvoeren (cf Huizer et al. 2008). Aanvullend hierop heeft de gemeente in 2010 een vlakdekkende broedvogelinventarisatie door SOVON laten uitvoeren. Deze richtte zich primair op vogelsoorten waarvan het nest jaarrond beschermd is (categorie 1-4, zie onder). Daarnaast werden ook alle overige broedvogelsoorten onderzocht. 3. 4. Nesten van vogels, zijnde geen koloniebroeders, die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Ooievaar, Kerkuil en Slechtvalk). Vogels die jaar in jaar uit gebruik maken van hetzelfde nest en die zelf niet of nauwelijks in staat zijn een nest te bouwen (voorbeeld: Boomvalk, Buizerd en Ransuil). Bescherming tijdens het broedseizoen Tijdens werkzaamheden moet rekening worden gehouden met het broedseizoen van vogels. De Flora- en faunawet kent geen standaardperiode voor het broedseizoen. Het gaat erom of er een broedgeval is. Verblijfplaatsen van vogels die deze het gehele jaar gebruiken, zijn jaarrond beschermd. Slechts een beperkt aantal soorten bewoont het nest permanent of keert elk jaar terug naar hetzelfde nest (zie hieronder). De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat om een nieuw nest te maken. Deze vogelnesten voor eenmalig gebruik vallen alleen tijdens het broedseizoen onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen (cf Dienst Regelingen, 26 augustus 2009). Nesten die het hele jaar door zijn beschermd Op de volgende categorieën gelden de verbodsbepalingen van artikel 11 van de Flora- en faunawet het gehele seizoen: 1. Nesten die, behalve gedurende het broedseizoen als nest, buiten het broedseizoen in gebruik zijn als vaste rusten verblijfplaats (voorbeeld: Steenuil). 2. Nesten van koloniebroeders die elk broedseizoen op dezelfde plaats broeden en die daarin zeer honkvast zijn of afhankelijk van bebouwing of biotoop. De (fysieke) voorwaarden voor de nestplaats zijn vaak zeer specifiek en limitatief beschikbaar (voorbeeld: Roek, Gierzwaluw en Huismus). Tabel 1. Lijst van jaarrond beschermde vogelnesten. Soort Categorie Ooievaar 3 Zwarte Wouw 4 Wespendief 4 Sperwer 4 Havik 4 Buizerd 4 Boomvalk 4 Slechtvalk 3 Gierzwaluw 2 Kerkuil 3 Oehoe 3 Ransuil 4 Steenuil 1 Grote Gele Kwikstaart 3 Roek 2 Huismus 2 6

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 3. Gebiedsbeschrijving Het onderzoeksgebied is gelegen in de gemeente Oegstgeest in de provincie Zuid-Holland. Het is relatief klein van omvang en ligt in een overwegend stedelijke omgeving. Het heeft een maximale lengte van ca. 330 m en een maximale breedte van ca. 200 m. Het wordt aan de noordoostzijde begrensd door de Haarlemmertrekvaart. Het gebied ligt niet in of bij een Natura 2000-gebied of een beschermd of staatsnatuurmonument. De meest opvallende landschapselementen in het onderzoeksgebied zijn extensief beheerd grasland met smalle sloten en een erf met twee schuren en gehouden dieren in het noordelijke deel, een sportveld in het zuidwestelijke deel en een verenigingsterrein (scouting) in het zuidoosten. Langs de westgrens loopt een lange, smalle bomensingel en ook elders zijn singels en houtwallen aanwezig, met name in het zuidoosten. Woongebieden liggen in de directe omgeving, maar vallen buiten het onderzoeksgebied (zie figuur 1 voor de exacte ligging en de gebiedsbegrenzing). Figuur 1. Ligging en begrenzing van het onderzoeksgebied. Figuur 2. Zicht op het centrale deel van de Overveerpolder. Figuur 3. Groot Hoefblad langs de zuidgrens van het onderzoeksgebied. 7

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 4. Methode Alle in het onderzoeksgebied aanwezige broedvogelsoorten werden gekarteerd, inclusief de in het wild levende exoten (bijvoorbeeld Nijlgans en Fazant) en gedomesticeerde vormen (bijvoorbeeld Soepeend). Het veldwerk en de interpretatie zijn uitgevoerd volgens de richtlijnen van de zogenaamde BMP-methode, zoals beschreven in Van Dijk (2004). Dit houdt in dat tussen eind maart en begin juli vijf gebiedsdekkende bezoekrondes zijn volbracht. Deze vonden plaats tijdens de vroege ochtenduren, wanneer de trefkans op de meeste vogelsoorten het hoogst is. Daarnaast werd ook een gebiedsdekkende avond- en nachtronde uitgevoerd, speciaal voor nachtactieve soorten zoals uilen. In totaal werden 545 minuten aan veldwerk besteed (zie tabel 2 voor exacte tijdsbesteding). Alle relevante waarnemingen werden ter plekke genoteerd op een veldkaart. De omzetting van deze gegevens naar de zogenaamde soortkaarten en de interpretatie daarvan gebeurden na afloop. Het veldwerk was gericht op het vaststellen van territoria. Daarnaast werd gericht gezocht naar nesten van soorten waarvan de nesten jaarrond beschermd zijn. Speciale aandacht ging daarbij uit naar de gebouwen in het centrale deel van het onderzoeksgebied, waarin mogelijk Huismussen of uilen zouden kunnen broeden. Het weer is van invloed op de activiteit van vogels en daardoor op de doelmatigheid van het inventariseren. Harde wind, neerslag en lage temperatuur zijn belemmerende factoren. Ook hoge temperaturen komen de activiteit en dus de trefkans van veel vogelsoorten niet ten goede. Het onderzoeksgebied is daarom uitsluitend onder gunstige weersomstandigheden bezocht: bij droog en kalm weer. Tabel 2. Datums en tijden van veldwerk. Datum Tijden Ronde 24 maart 2010 09:30-10:50 ochtend 1 20 april 2010 04:45-05:45 nacht 20 april 2010 05:45-07:30 ochtend 2 5 mei 2010 05:45-06:15 ochtend 3 26 mei 2010 06:00-07:30 ochtend 4 5 juni 2010 21:50-22:50 avond 23 juni 2010 06:30-07:30 ochtend 5 8

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 5. Resultaten In totaal werden 73 territoria van 23 verschillende vogelsoorten vastgesteld (zie tabel 3). Daaronder bevonden zich geen zeldzame soorten, zoals soorten van de Rode Lijst (van Beusekom et al. 2005). Ook soorten met jaarrond beschermde nesten werden niet aangetroffen (zie tabel 1). Ooievaar werd eenmaal foeragerend aangetroffen maar deze soort broedde niet binnen de gebiedsgrenzen. Andere soorten waarvan werd vastgesteld dat ze gebruik maakten van het onderzoeksgebied maar er niet broedden zijn Bergeend, Scholekster, Tureluur, Halsbandparkiet en Kauw. Deze zullen wel in de directe omgeving van het onderzoeksgebied gebroed hebben. Voorts werden Braamsluiper en Zanglijster als doortrekker vastgesteld en was er een losse waarneming niet territorium-indicerend van Boomkruiper. Het gehele onderzoeksgebied wordt door broedvogels benut, maar het merendeel van de territoria werd vastgesteld in de aanwezige bossages, met een clustering van territoria in het zuidoostelijke deel van het onderzoeksgebied. Aan typische weidevogels werd alleen Kievit vastgesteld in het meest open centrale deel. Andere soorten die ook afhankelijk zijn van het grasland en de sloten zijn Knobbelzwaan, Krakeend, Wilde Eend, Waterhoen en Meerkoet. Voorts was er een typische rietbewoner, namelijk Kleine Karekiet, in een kleine pluk riet in het uiterste noorden. Tabel 3. Aantal territoria van broedvogels in de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010. Soort Aantal territoria Knobbelzwaan 1 Krakeend 1 Wilde Eend 6 Soepeend 3 Waterhoen 2 Meerkoet 5 Kievit 1 Houtduif 5 Turkse Tortel 1 Winterkoning 7 Heggenmus 4 Roodborst 4 Merel 5 Kleine Karekiet 1 Zwartkop 5 Tjiftjaf 5 Fitis 2 Staartmees 1 Pimpelmees 3 Koolmees 7 Ekster 2 Zwarte Kraai 1 Groenling 1 9

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 6. Soortbespreking Hierna volgt een korte bespreken van alle soorten waarvan territoria werden aangetroffen. Daarin wordt ingegaan op de status van de soort in Nederland en op eventuele bijzonderheden met betrekking tot het voorkomen binnen het onderzoeksgebied. Het achter elke soortnaam vermelde aantal verwijst naar het aantal vastgestelde territoria in 2010. De vermelde aantalschattingen zijn afkomstig uit de meest recente broedvogelatlas (SOVON 2002). Kn o b b e l z wa a n Cygnus olor (1) Er vond één broedgeval plaats van Knobbelzwaan. Het nest bevond zich op een oever in het uiterste zuidoosten van het onderzoeksgebied. Knobbelzwaan is een wijdverspreide broedvogel in Nederland, die slechts ontbreekt in waterarme gebieden zoals de Veluwe en delen van Drenthe, Noord-Brabant en Limburg. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 5.500-6.500. So e p e e n d Anas platyrhynchos forma domesticus (3) Soepeend is de gedomesticeerde tegenhanger van de Wilde Eend. Uiterlijk is hij vaak te herkennen aan afwijkend vaak wit getekende veerpartijen. De landelijke populatie is slecht bekend, maar schattingen in 1998-2000 kwamen uit op 35.000-60.000 broedparen. In het onderzoeksgebied werden drie territoria vastgesteld. De door gebruikers van het gebied gehouden eenden (en andere siervogels) werden niet geteld. Wat e r h o e n Gallinula chloropus (2) Waterhoen is een bewoner van weelderige oevers van stilstaand of langzaam stromend zoet water. De soort komt in het gehele land voor in waterrijke gebieden. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 40.000-55.000. Zowel in het uiterste noorden als in het uiterste zuiden van het onderzoeksgebied werd een territorium vastgesteld. De vogels hielden zich hier vooral op langs slootkanten. Me e r k o e t Fulica atra (5) Een van de bekendste watervogels in Nederland is Meerkoet. Hij komt voor op allerlei plekken met zoet water en een rijke vegetatie, ook in stedelijk gebied. Het aantal broedparen in 1998-2000 werd geschat op 130.000-180.000. In het onderzoeksgebied werden vijf territoria vastgesteld, uitsluitend langs sloten. Figuur 4. Knobbelzwaan op nest in de Overveerpolder. Kr a k e e n d Anas strepera (1) Er werd één territorium van Krakeend vastgesteld. Een nest werd niet gevonden. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 6.000-7.000. Zowel het aantal broedparen als overwinteraars in Nederland vertoont de laatste decennia een sterke stijging. Wi l d e Ee n d Anas platyrhynchos (6) Met in 1998-2000 naar schatting 350.000-500.000 broedparen in Nederland is Wilde Eend een van de talrijkste broedvogels. De soort nestelt in uiteenlopende habitats, doorgaans op korte afstand van water. De hoogste dichtheden worden bereikt in het westen en noorden van het land. Op de hogere zandgronden is de soort aanmerkelijk schaarser. In het onderzoeksgebied werden zes territoria vastgesteld. De soort foerageert vooral op grasland en in sloten. De nesten liggen soms op onverwachte plekken, zoals onder struiken of in knotwilgen. Kievit Vanellus vanellus (1) Eén paar Kieviten slaagde erin om ten minste één jong groot te brengen. Het territorium bevond zich in het meest open, centrale deel van het onderzoeksgebied. Andere Kieviten evenals andere weidevogels zoals Bergeend, Tureluur en Scholekster bezochten het gebied soms om te foerageren. Waarschijnlijk waren deze afkomstig uit de polders ten oosten van het onderzoeksgebied. Kieviten komen verspreid over Nederland voor in weide- en akkergebieden. In 1998-2002 werd het aantal broedparen geschat op 200.000-300.000. Ho u t d u i f Columba palumbus (5) Met in 1998-2000 naar schatting 400.000-500.000 broedparen is Houtduif een talrijke broedvogel. De soort komt in vrijwel het hele land voor, met uitzonderlijk van de meest boomarme landschappen. In het onderzoeksgebied werden vijf territoria aangetroffen. De soort broedt hoofdzakelijk in bomen en struiken maar foerageert veelvuldig op de grond. Tu r k s e To rt e l Streptopelia decaocto (1) In 1950 broedde Turkse Tortel voor het eerst in Nederland. Sindsdien is het aantal broedparen sterk gegroeid. In 1998-2000 werd het aantal 10

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 paren geschat op 50.000-100.000. In het onderzoeksgebied werd één territorium vastgesteld. In de aangrenzende woonwijken komen meer paren voor. Als cultuurvolger voelt deze soort zich thuis rondom menselijke activiteiten. Wi n t e r k o n i n g Troglodytes troglodytes (7) Met in 1998-2000 naar schatting 500.000-600.000 broedparen is Winterkoning een van de talrijkste broedvogels van Nederland. Door verhoogde sterfte tijdens strenge winters schommelt het aantal enigszins. Een rijke ondergroei van struiken en kruiden is een voorwaarde voor vestiging. In het onderzoeksgebied werden zeven territoria vastgesteld. Mogelijk is dit aantal zelfs nog hoger na een zachte winter; de winter van 2009/10 was immers vrij streng. He g g e n m u s Prunella modularis (4) Heggenmussen gedragen zich nogal onopvallend maar wie zijn zang kent zal hem in heel Nederland tegenkomen. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 200.000-250.000. De soort voelt zich thuis op allerlei plekken met dicht struikgewas. In het onderzoeksgebied werden vier territoria vastgesteld. Ro o d b o r s t Erithacus rubecula (4) Met in 1998-2000 naar schatting 350.000-400.000 broedparen behoort Roodborst tot de algemene broedvogels van Nederland. De soort komt in het hele land voor, al worden open landschappen in het westen en noorden grotendeels gemeden. In de Overveerpolder voelt de soort zich thuis in struikgewas en bomen; de vier territoria in 2010 bevonden zich derhalve aan de randen van het onderzoeksgebied. Me r e l Turdus merula (5) Merel is een van de talrijkste broedvogels van Nederland. De soort komt in het gehele land voor. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 900.000-1.200.000. Het onderzoeksgebied was in 2010 goed voor vijf territoria. Van oorsprong is het een bosvogel, maar tegenwoordig voelt hij zich vrijwel overal thuis waar enige bomen en struiken groeien. Kl e i n e Ka r e k i e t Acrocephalus scirpaceus (1) In een kleine rietkraag in het noorden van het onderzoeksgebied werd één territorium van Kleine Karekiet vastgesteld. Deze algemene soort broedt bijna uitsluitend in riet en komt voor in waterrijke gebieden verspreid over het land. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 150.000-250.000. Zwa rt k o p Sylvia atricapilla (5) Een goed ontwikkelde struiklaag is een voorwaarde voor de vestiging van Zwartkop. De hoogste dichtheden worden bereikt in oudere loofbossen, maar ook in parklandschappen is het een bekende verschijning. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 270.000-320.000. In het onderzoeksgebied werden vijf territoria vastgesteld, uitsluitend in struikgewas in het zuidoosten. Tjiftjaf Phylloscopus collybita (5) Tjiftjaf voelt zich thuis in allerlei bos- en parklandschappen met hoge bomen en een rijke ondergroei. Ook in de Overveerpolder is geschikt biotoop aanwezig. In 2010 werden hier vijf territoria vastgesteld. In 1998-2000 werd de landelijke populatie geschat op 550.000-600.000 broedparen. Fitis Phylloscopus trochilus (2) Net als Tjiftjaf is de qua uiterlijk gelijkende Fitis een wijdverspreide soort in Nederland. De hoogste dichtheden worden bereikt in jonge bossen. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 450.000-550.000. In het onderzoeksgebied werden twee territoria vastgesteld in de struwelen langs de zuidoostgrens. Sta a rt m e e s Aegithalos caudatus (1) In de bomen en struiken in het zuiden van het onderzoeksgebied bracht een paar Staartmezen meerdere jongen groot. Deze fraaie soort komt hoofdzakelijk voor in de bosrijke delen van Nederland. In open landschappen in het westen en noorden is hij tamelijk zeldzaam. De duinstreek is wel in trek. In 1998-2000 bedroeg het aantal broedparen naar schatting 30.000-40.000. Pi m p e l m e e s Parus caeruleus (3) Pimpelmees komt overal in Nederland voor, maar de hoogste dichtheden worden behaald in rijke bossen. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 275.000-325.000. Het ophangen van nestkasten draagt zeker bij aan de vestiging in minder ideale habitats. In het onderzoeksgebied werden drie territoria vastgesteld. Ko o l m e e s Parus major (7) Koolmees is de meest wijdverspreide mezensoort in Nederland. De aanwezigheid van geschikte nestholen is een voorwaarde voor vestiging. Nestkasten worden door Koolmezen veelvuldig gebruikt, vooral in stedelijke gebieden. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 500.000-600.000. In het onderzoeksgebied werden zeven territoria aangetroffen. Ek s t e r Pica pica (2) Met in 1998-2000 naar schatting 40.000-60.000 broedparen is Ekster een bekende verschijning in Nederland. Hij bewoont bij voorkeur parkachtige landschappen met een afwisseling van open terrein en bossage. Hij bouwt grote takkennesten in bomen 11

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 en struiken. In het onderzoeksgebied werden twee bewoonde nesten aangetroffen, beide in de singel langs de westgrens. Zw a r t e Kr a a i Corvus corone (1) Hoog in een boom langs de zuidgrens van het onderzoeksgebied nestelde een paar Zwarte Kraaien. Deze soort is een gewone verschijning in heel Nederland. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 70.000-100.000. Dat is aanmerkelijk meer dan de schatting voor 1973-77 die 30.000-40.000 paren bedroeg. Behalve door Zwarte Kraaien werd het onderzoeksgebied ook veelvuldig bezocht door Kauwen een kleinere kraaiachtige. Deze soort broedde met meerdere paren in de directe omgeving. Gr o e n l i n g Chloris chloris (1) Groenlingen broeden in halfopen landschappen, waarbij een combinatie van nestgelegenheid (coniferen, sparren, dichte struiken), voedselrijke plekken (ruderale terreinen, vruchtdragende struiken) en hoge zangposten van belang is. Verspreid over het hele land komt de soort voor. In 1998-2000 werd het aantal broedparen geschat op 50.000-100.000. In het gevarieerde zuidelijkoostelijke deel van het onderzoeksgebied werd één territorium vastgesteld. Een nest werd niet gevonden. 12

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 7. Conclusies De broedvogelinventarisatie van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 resulteerde in 73 territoria van 23 verschillende vogelsooorten (zie tabel 2). Daaronder bevonden zich geen zeldzame soorten, zoals soorten van de Rode Lijst (van Beusekom et al. 2005). Ook vogelsoorten waarvan de nesten het gehele jaar door zijn beschermd (categorie 1 t/m 4) werden niet aangetroffen. Geconcludeerd mag worden dat er in 2010 in het onderzoeksgebied geen jaarrond beschermde vogelnesten aanwezig waren. De nesten van de 23 vastgestelde broedvogelsoorten zijn wettelijk alleen tijdens het broedseizoen beschermd, wanneer er sprake is van een broedgeval. Voor deze soorten is geen ontheffing nodig voor werkzaamheden buiten het broedseizoen. 13

SOVON-inventarisatierapport 2010/30 Literatuurlijst van Beusekom R., Huigen P., Hustings F., de Pater K. & Thissen J. (red.) 2005. Rode Lijst van de Nederlandse broedvogels. Tirion Uitgevers B.V., Baarn. Dienst Regelingen, 26 augustus 2009. Aangepaste lijst jaarrond beschermde vogelnesten. Ontheffing Flora- en faunawet ruimtelijke ingreep. Den Haag. van Dijk A.J. 2004. Handleiding Broedvogel Monitoring Project (Broedvogelinventarisatie in proefvlakken). SOVON Vogelonderzoek Nederland, Beek-Ubbergen. Huizer J., van der Kuil R. & van der Meulen A. 2008. Quickscan natuurwaarden Overveerpolder Oegstgeest. Stichting CREX, Voorhout. SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002. Atlas van de Nederlandse broedvogels 1998-2000. Nederlandse Fauna 5. Nationaal Historisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertabrate Survey-Nederland, Leiden. 14

Broedvogels van de Overveerpolder te Oegstgeest in 2010 Bijlage: verspreidingskaarten soorten 15

Knobbelzwaan 1 territorium Pagina 1/23

Krakeend 1 territorium Pagina 2/23

Wilde Eend 6 territoria Pagina 3/23

Soepeend 3 territoria Pagina 4/23

Waterhoen 2 territoria Pagina 5/23

Meerkoet 5 territoria Pagina 6/23

Kievit 1 territorium Pagina 7/23

Houtduif 5 territoria Pagina 8/23

Turkse Tortel 1 territorium Pagina 9/23

Winterkoning 7 territoria Pagina 10/23

Heggenmus 4 territoria Pagina 11/23

Roodborst 4 territoria Pagina 12/23

Merel 5 territoria Pagina 13/23

Kleine Karekiet 1 territorium Pagina 14/23

Zwartkop 5 territoria Pagina 15/23

Tjiftjaf 5 territoria Pagina 16/23

Fitis 2 territoria Pagina 17/23

Staartmees 1 territorium Pagina 18/23

Pimpelmees 3 territoria Pagina 19/23

Koolmees 7 territoria Pagina 20/23

Ekster 2 territoria Pagina 21/23

Zwarte Kraai 1 territorium Pagina 22/23

Groenling 1 territorium Pagina 23/23

SOVON Vogelonderzoek Nederland Natuurplaza (gebouw Mercator 3) Toernooiveld 1 T (024) 7 410 410 E info@sovon.nl I www.sovon.nl Gemeente Oegstgeest heeft plannen om in de Overveerpolder een sportterrein aan te leggen om aan de toenemende vraag in de gemeente te voldoen. Uitvoering van dit plan kan effect hebben op de aanwezige natuurwaarden. De gemeente heeft daar in eerdere jaren reeds onderzoek naar laten uitvoeren. In het kader van een eventuele ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet werd in opdracht van Gemeente Oegstgeest in het voorjaar van 2010 een broedvogelinventarisatie uitgevoerd van de Overveerpolder. Het primaire doel was het in kaart brengen van eventueel aanwezige jaarrond beschermde vogelnesten. Daarnaast werd ook de aanwezigheid van overige broedvogelsoorten onderzocht. In deze rapportage worden de resultaten van deze inventarisatie beschreven.