Kantoor Rotterdam > 1 Postbus 50960 3007 BB ROTTERDAM Telefoon 0800-0543 Telefax unit ITO DV RecronPostbus 102 3970 AC Driebergen Datum 20 april 2014 Uw kenmerk Kenmerk CAO Dagrecreatie Betreft caobeoordeling Geachte heer, De Vereniging van Recreatieondernemers Nederland (Recron), de FNV en de CNV zijn de Cao Dagrecreatie aangegaan Deze cao loopt tot 1 januari 2015 De caobepalingen heb ik beoordeeld op fiscale aspecten van de loonheffingen Het doel hiervan is onder meer dat werkgevers zo goed mogelijk in staat zijn om hun fiscale verplichtingen na te komen Ik heb de beoordeling beperkt tot de in mijn ogen belangrijkste fiscale aspecten In de bijgevoegde rapportage informeer ik u over het resultaat van deze beoordeling Wellicht ten overvloede vermeld ik dat u aan deze beoordeling alleen vertrouwen kunt ontlenen voor zover ik fiscale aspecten expliciet benoem De beoordeling heeft plaatsgevonden naar de wet- en regelgeving zoals die geldt per 1 januari 2014, en is dus inclusief regels rondom de werkkostenregeling Ik verzoek u om de cao-partijen van de inhoud van deze brief op de hoogte te stellen Ik ga ervan uit dat ik u hiermee voldoende heb geïnformeerd Indien u vragen of opmerkingen heeft, kunt u mij bereiken op bovengenoemd doorkiesnummer Uiteraard kunt u ook bij mij terecht als u informatie wenst over de fiscale aspecten van niet in deze beoordeling genoemde cao-bepalingen Met vriendelijke groeten, Belastingdienst/Kennisgroep CAO namens de inspecteur ON 570-1Z*1ED Bezoekadres In uw antwoord datum en kenmerk van deze brief vermelden Laan op Zuid 45 ROTTERDAM
Kenmerk 2 Bijlage In deze rapportage verwijs ik naar het Handboek Loonheffingen 2014, uitgave januari (hierna: Handboek) In dit Handboek is zowel de regelgeving over de werkkostenregeling opgenomen als de oude regelgeving van de vrije vergoedingen en verstrekkingen, de overgangsregeling Indien de nummering van paragrafen van de werkkostenregeling en de overgangsregeling in het Handboek daartoe aanleiding geeft, verwijs ik in de rapportage eerst naar de werkkostenregeling en vervolgens naar de overgangsregeling U kunt het Handboek raadplegen op of downloaden van de internetsite van de Belastingdienst (wwwbelastingdienstnl) Uiteraard vindt u hier ook steeds het laatste nieuws, waarover u zich ook door middel van een rss-feed kunt laten informeren De door de Belastingdienst uitgevoerde caobeoordelingen zijn ook te vinden op de site van de Belastingdienst, wwwbelastingdienstnl, met de zoekterm cao-beoordelingen Met ingang van 1 januari 2011 is de werkkostenregeling ingevoerd Dit is de nieuwe regeling van kostenvergoedingen en voorzieningen (verstrekkingen en het ter beschikking stellen van zaken) voor de werknemer Hiertoe is de Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: Wet LB) gewijzigd en zijn ook de uitvoeringsbepalingen herschreven De nieuwe uitvoeringsbepalingen zijn vervat in de Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 (hierna: URLB 2011) De Uitvoeringsregeling loonbelasting 2001 is vervallen De werkkostenregeling houdt kort gezegd in dat de werkgever een vrije ruimte heeft van - in 2014-1,5% van het totaal van de individuele fiscale lonen van zijn werknemers Tot dit bedrag kan de werkgever onbelast kostenvergoedingen en voorzieningen geven aan zijn werknemers Daarnaast gelden nog enkele specifieke vrijstellingen en bovendien zijn er voorzieningen die de werkgever, hoewel ze als loon (in natura) zijn aan te merken, tegen een lagere waarde of nihilwaarde in aanmerking mag nemen De werkgever kan in de jaren 2011 tot en met 2014 jaarlijks, aan het begin van het jaar, kiezen om de oude regelgeving (overgangsregeling) toe te passen In dat geval hanteert hij de regelgeving zoals die luidde per 31 december 2010 Meer informatie over de werkkostenregeling kunt u vinden op de site van de Belastingdienst met de zoekterm wkr Artikel 1, lid 2 en 3: Definitie werkgever/werknemer De cao bevat oa een definitie van de begrippen werkgever en werknemer Ingevolge de cao is een werknemer degene die op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de werkgever Ook de hulpkracht en de leerling zijn zo werknemer in de zin van de cao De deelnemer/stagiair valt buiten de cao De regels van de loonheffingen zijn van toepassing op alle arbeidsverhoudingen die fiscaal als dienstbetrekking zijn aan te merken In de loonheffing spreken we meestal van een inhoudingsplichtige Bij de premieheffing werknemersverzekeringen en de Zvw spreken we meestal van werkgever In deze beoordeling gebruik ik de term werkgever ook voor de inhoudingsplichtige De fiscale begrippen werkgever/werknemer zijn ruimer dan die van de cao Er kan fiscaal ook sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking Dan gelden de regels van de loonheffingen eveneens Voor de deelnemer/stagiair kan óók inhoudingsplicht bestaan Ik verwijs naar de paragrafen 111 en 112 van het Handboek en tevens naar het besluit van 14 december 2010, nr DGB2010/2202M (zie:http://wettenoverheidnl/bwbr0029134/) Artikel 5 lid 2 letter c: PAGO-onderzoek De werkgever draagt er zorg voor dat in het periodiek algemeen geneeskundig onderzoek het onderwerp werkdruk wordt meegenomen Als de werkgever de werkkostenregeling toepast en de PAGO-keuring plaatsvindt op de werkplek èn de keuring tevens als een voorziening op grond van de Arbeidsomstandighedenwet kwalificeert, geldt voor de voorziening een zogenoemde nihilwaardering Feitelijk betekent dit dat de waarde van de voorziening weliswaar tot het loon behoort, maar dat zij toch (door de nihilwaardering) onbelast blijft
Kenmerk 3 Van belang is onder meer dat sprake moet zijn van een voorziening Deze term is bedoeld om vergoedingen uit te sluiten Als de werkgever aan de werknemer de kosten van een PAGO-keuring vergoedt, behoort de vergoeding tot het loon voor de loonheffingen Ik verwijs naar paragraaf 2025 van het Handboek Als de werkgever de werkkostenregeling (nog) niet toepast, geldt de facto géén uitsluiting voor dergelijke vergoedingen Evenmin geldt als voorwaarde dat de keuring op de werkplek plaats moet vinden Wel geldt onverkort de voorwaarde dat de voorziening of vergoeding op de Arbeidsomstandighedenwet moet zijn gebaseerd Ik verwijs naar paragraaf 273 van het Handboek Artikel 5 lid 6: Werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen De werkgever is verplicht om aan de werknemer de noodzakelijke werkkleding en persoonlijke beschermingsmiddelen te verstrekken Indien de werkgever de werkkostenregeling toepast, dan behoren zowel de vergoeding en verstrekking van (werk-)kleding als de ter beschikking gestelde (werk-)kleding tot het loon van de werknemer De werkgever kan deze vergoeding of de waarde van de verstrekte of ter beschikking gestelde kleding als eindheffingsloon aanwijzen en onderbrengen in de vrije ruimte Voor de waardering ervan verwijs ik naar paragraaf 45 van het Handboek Voor ter beschikking gestelde kleding geldt een uitzondering Als ter beschikking gestelde kleding geheel of deels op de werkplek wordt gebruikt, is de waarde hiervan nihil in de volgende drie situaties: a) de kleding is uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen; b) de kleding is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden beeldmerken met een oppervlakte van samen tenminste 70 cm 2 per kledingstuk; c) de kleding blijft achter op de werkplek Mogelijk kwalificeert de kleding als een arbovoorziening Arbovoorzieningen die de werkgever verstrekt of ter beschikking stelt, behoren niet tot het loon indien de werknemer deze gebruikt of verbruikt op de werkplek Ik verwijs naar paragraaf 2027 van het Handboek Het onderhoud van de kleding volgt het regime van de kleding; de vergoeding of de waarde van de verstrekking van het onderhoud behoort tot het loon tenzij de kleding onder de genoemde nihilwaardering valt Indien de werkgever gebruik maakt van de oude regelgeving van vrije vergoedingen en verstrekkingen dan behoort de vergoeding, de verstrekking of de ter beschikkingstelling van kleding tot het loon tenzij sprake is van een van de volgende situaties: a) er sprake is van werkkleding; b) er sprake is van ter beschikking gestelde kleding die tevens aantoonbaar op het werk achterblijft; c) de vergoeding of de verstrekking van kleding vormt een arbovoorziening Kleding is slechts als werkkleding aan te merken indien zij: a uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens de vervulling van de dienstbetrekking te worden gedragen; b is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de inhoudingsplichtige gebonden beeldmerken met een oppervlakte van samen tenminste 70 cm 2 per kledingstuk Als de kleding een arbovoorziening vormt gelden de volgende (aanvullende) voorwaarden: - de werkgever heeft een arboplan; - de verstrekking van kleding maakt in redelijkheid deel uit van dat arboplan; - de kleding wordt overwegend tijdens werktijd gedragen; - de werknemer hoeft geen eigen bijdrage te betalen; - er is geen sprake van een aanmerkelijke privé-besparing voor de werknemer Ik verwijs naar paragraaf 273 van het Handboek In de praktijk kan men ervan uitgaan dat in ieder geval sprake is van een aanmerkelijk privévoordeel als de privé-uitgaven van de werknemer op jaarbasis 454 lager zullen zijn dan de privé-uitgaven van met hem vergelijkbare werknemers In alle overige gevallen moet de werkgever de vergoeding of de waarde van de verstrekte of ter beschikking gestelde kleding tot het loon rekenen Ik verwijs naar paragraaf 2742 van het Handboek
Kenmerk 4 Voor de onderhoudskosten van kleding geldt dat, als er sprake is van werkkleding in fiscale zin of van een arbovoorziening, de werkgever het onderhoud belastingvrij mag vergoeden of verstrekken Is geen sprake van werkkleding, dan behoort de werkgever de vergoeding van onderhoudskosten en/of de waarde van de verstrekking tot het loon te rekenen Voor de waardering van zowel de kleding als van de onderhoudskosten verwijs ik naar paragraaf 45 van het Handboek Artikel 5 lid 8: Vakbondscontributie De werkgever zal op verzoek van de werknemer zijn contributie in mindering brengen op brutoloonbestanddelen De specifieke fiscale gevolgen hangen af van de wijze waarop de werkgever en werknemer concrete invulling geven aan de in de cao opgenomen mogelijkheid om de contributie in mindering te brengen op het brutoloon Er kàn sprake zijn van een loonafspraak die leidt tot een lager loon De verlaging van het brutoloon moet dan realiteitswaarde hebben en zo doorwerken in de werkelijke, in de toekomst te genieten beloning Voor een algemene beschouwing verwijs ik naar paragraaf 416 / 276 van het Handboek en het besluit van 28 januari 2011, nr DGB2011/1M (zie: http://wettenoverheidnl/bwbr0029532/) Indien enkel de contributie in mindering wordt gebracht op het brutoloon verlaagt dit het belastbaar loon niet Naar verwachting zal de werkgever ingevolge dit artikellid de vakbondscontributie vergoeden In de werkkostenregeling behoort de vergoeding voor de contributie van een vakbond tot het loon van de werknemer De werkgever kan deze vergoeding echter aanwijzen als eindheffingsloon en in de vrije ruimte onderbrengen In de oude regelgeving behoort een vergoeding voor de contributie van een vakbond niet tot het loon Ik verwijs naar paragraaf 2710 van het Handboek Artikel 7 lid 1: De arbeidsovereenkomst De arbeidsovereenkomst wordt schriftelijk aangegaan Voor de volledigheid wijs ik op de fiscale verplichtingen van de werkgever om uiterlijk de dag voordat de werknemer gaat werken: - de gegevens van de werknemer voor de loonheffingen te ontvangen; - de identiteit van de werknemer vast te stellen Voor de inhoud van deze verplichtingen verwijs ik naar de paragrafen 21 en 22 van het Handboek Het niet naleven van deze verplichtingen kan tot forse naheffingsaanslagen en/of tot grote administratieve overlast leiden In dit verband wijs ik tevens op de identificatieplicht van de werknemer, (zie paragraaf 222 van het Handboek) en op de bewaarplicht van de werkgever (zie paragraaf 35 van het Handboek) Artikel 8 lid 1: Einde dienstverband Voor de beëindiging van het dienstverband gelden de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek Ik wijs voor de volledigheid op de bewaarplicht en de bewaartermijnen zoals die gelden voor de loonadministratie, zie de paragrafen 35 en 152 van het Handboek Artikel 9, 10, 11 en 15: urenadministratie De werkgever dient een administratie bij te houden van de verlofuren Het kan gaan om compensatieuren, plus- en minuren en overuren
Kenmerk 5 Er kan sprake zijn van een spaarsysteem Op termijn kan sprake zijn van het uitbetalen van gespaarde uren Er kan sprake zijn van een consignatievergoeding Aanspraken op verlof behoren als zodanig niet tot het loon voor zover zij aan het eind van het lopende kalenderjaar, samen met alle hierboven genoemde overige gespaarde uren, op dat moment, niet meer bedragen dan de arbeidsduur per week, gerekend over een periode van 50 weken Als de werknemer bijvoorbeeld 4 dagen per week werkt, is het maximumaantal vrijgestelde verlofdagen 4 x 50 = 200 Indien sprake is van overwerkloon (uit te betalen tegen 150%) in de betekenis van een beloning voor arbeid welke een werknemer heeft verricht gedurende de tijd die uitgaat boven de voor die werknemer geldende normale arbeidsduur mag de werkgever voor de loonheffing de tabellen voor bijzondere beloningen toepassen Ik verwijs naar paragraaf 736 van het Handboek Artikel 13 lid 10: Betaling salaris Bij in- en uitdiensttreding, anders dan op de eerste respectievelijk laatste dag van de maand cq periode, wordt een evenredig deel van het maand- of periodesalaris betaald Het tijdvak waarover een werknemer loon geniet, heet het loontijdvak en is bijvoorbeeld een dag, een week, een maand, 4 weken of een kwartaal Voor deze verschillende loontijdvakken bestaan tabellen, voor dagloon, weekloon, maandloon, vier weken loon en kwartaalloon De werkgever gebruikt de tijdvaktabel die overeenkomt met het loontijdvak Maar, als een werknemer in de loop van een loontijdvak in of uit dienst treedt waardoor hij in het loontijdvak een aantal dagen geen loon krijgt, dient de werkgever een andere tijdvaktabel toe te passen Ik verwijs u naar het Handboek, paragraaf 734 Een consignatievergoeding behoort tot het loon Artikel 16: Vakantietoeslag De vakantietoeslag bedraagt 8% De vakantietoeslag behoort tot het loon Voor de loonheffing mag de werkgever naar keuze de tabellen voor bijzondere beloningen of de tijdvaktabellen toepassen Als de tabellen voor bijzondere beloningen tot een lagere inhouding leiden of als de werkgever uitsluitend premie voor de volksverzekeringen op het loon inhoudt, dan is het gebruik van die tabellen verplicht Ik verwijs naar paragraaf 736 van het Handboek Artikel 19: Scholing De werkgever vergoedt de kosten van een cursus (bv een EHBO-cursus) die de werknemer op verzoek van de werkgever volgt In de werkkostenregeling behoren vergoedingen en verstrekkingen in verband met een opleiding die een werknemer volgt met het oog op het verwerven van inkomen uit werk en woning niet tot het loon Dit is bijvoorbeeld bij een EHBO-cursus enkel het geval als het verlenen van EHBO deel uitmaakt van de werkzaamheden van de werknemer, bijvoorbeeld als hij EHBO-taken heeft bij calamiteiten In andere gevallen, is bij een EHBO-cursus sprake van loon Dit is ook zo als het volgen van een EHBO-cursus past binnen het ARBO-beleid van de werkgever Het betreft hier namelijk vergoedingen De nihilwaardering van ARBO-voorzieningen ziet niet op vergoedingen Indien de werkgever dit wenst kan hij die vergoeding aanmerken als eindheffingsbestanddeel en onderbrengen in de vrije ruimte Als de werkgever de overgangsregeling toepast behoort ook de EHBO-cursusvergoeding onder omstandigheden niet tot het loon Ik verwijs naar de paragraaf 273 van het Handboek
Kenmerk 6