Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 1 Rapportage beroepsvisserij voor VBC-V/Z 1 juni 212 1. Inhoud: 2. Inleiding: 3. Zegenvisserij op Brasem 211/212: a. Inspanning b. Vangsten Brasem i. Totale vangst ii. Vangst per eenheid van inspanning iii. Lengtesamenstelling Brasem c. Bijvangst Snoekbaars i. Totale vangst ii. Vangst per eenheid van visserijinspanning iii. Lengtesamenstelling Snoekbaars iv. Conditie Snoekbaars d. Overige bijvangsten 4. Vangsten Brasem en Snoekbaars in historisch perspectief a. Vangsten b. Inspanning c. Vangst per eenheid van inspanning d. Lengtesamenstelling e. Conditie 5. Fuikenvisserij op aal, wolhandkrab en bot a. Inspanning b. Vangsten aal i. Totale vangst ii. Vangst per eenheid van visserijinspanning c. Bijvangst aan snoekbaars 6. Fuikenvangsten aal in historisch perspectief a. Vangsten b. Inspanning c. Vangst per eenheid van inspanning 7. Experimentele hardervisserij 8. Discussie per visserij en vissoort 9. Conclusies 1. Aanbevelingen per visserij en vissoort
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 2 1. Inhoud: Met dit verslag rapporteert de beroepsvisserij over de visserij in 21 en 211. Daarnaast wordt de visserij geplaatst in de context van eerdere jaren van visserij. 2. Inleiding: De huidige visserij wordt uitgevoerd volgens de afspraken gemaakt in de VBC V/Z, zoals vastgelegd in het visplan 21-215. Het visplan voorziet in een jaarlijkse rapportage en evaluatie van de vangsten van sportvisserij en beroepsvisserij, de waterkwaliteit en de controle en handhaving. Op basis van de beslistabel op blz. 27 van het visplan wordt de visserij eventueel tussentijds bijgesteld. De VBC V/Z loopt in veel opzichten voor op andere VBCs. Ook met de systematische registratie van zowel vangsten als visserijinspanning (en vangstlocaties). De landelijke organisatie van beroepsvissers (CvB) wil de rapportage gebruiken voor educatieve doeleinden. 3. Zegenvisserij op Brasem 211/212 a. Inspanning In het winterseizoen 211/212 zijn voor het eerst drie zegenploegen actief geweest op het Volkerak/Zoommeer. Bedrijf Kooistra, bedrijf van Ham en bedrijf Bout. Op het Volkerak zijn in totaal 78 trekken gemaakt. Op het Zoommeer zijn in totaal 2 trekken gemaakt. In bijlage 1 staat op kaart de locaties van de zegentrekken. In tabel 1 is de lengte van de verschillende zegens en de vangstlocatie weergegeven.
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 3 b. Vangsten Brasem i. In tabel 1 staan de vangsten per bedrijf. Over het totale VBC V/Z gebied is 99.574 kg brasem gevangen. (99,6% van het quotum van 1 ton) ii. Tabel 1 geeft ook de vangst per eenheid van visserijinspanning. Gezien het grote verschil in de lengte van de zegen is ook de vangst per bevist oppervlak weergegeven. Opvallend is dat op het Zoommeer 7 kg per hectare bevist oppervlak (winterconcentraties) brasem gevangen wordt. Op het Volkerak maar 2 kg/ha. iii. Lengtesamenstelling: Door de vissers zijn in 211/212 geen brasems doorgemeten. Van Ham meldt dat in 212 na een aantal stormnachten en dagen met veel doorspoeling met water van het Haringvliet er veel jonge brasem (een trek met brasem van 2 cm en andere trek 5-1 cm) en jonge voorn (12-18 cm) en snoekbaars (3 cm) in de zegen gevangen werden. Vangstlocaties van deze kleine vis bij Volkerak sluizencomplex. c. Bijvangsten Snoekbaars: i. In tabel 1 staan de vangsten per bedrijf. Over het totale VBC V/Z gebied is 4339 kg snoekbaars gevangen. ii. In tabel 1 ook de vangst per eenheid van visserijinspanning. Zowel de vangst per zegentrek als per bevist oppervlak. Met rond de 13 kg/ha aan snoekbaars en een vrij constante bijvangst (van 5 1 kg per trek) aan snoekbaars lijkt het alsof er geen duidelijke winterconcentratie van snoekbaars optreedt (in tegenstelling tot de brasem met vangsten van enkele vissen tot 11. kg per trek). iii. Lengtesamenstelling In 211/212 hebben de vissers geen vangsten doorgemeten (alleen voor conditiebepaling (zie hieronder). Van Ham heeft in totaal 1526 snoekbaarzen gevangen (gemiddeld gewicht 2,53 kg) 12 (,8%) daarvan waren boven de 75 cm en zijn weer teruggezet. iv. Conditie van de snoekbaars In 211 is voor het eerst de conditie van de snoekbaars bepaald. Van totaal 28 snoekbaarzen werden lengte (totale lengte) en bijbehorend gewicht bepaald.
relatieve conditie Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 4 Relatieve conditie (tov normaal) van de snoekbaars in het Zoommeer 1,2 1,8,6,4,2 4 45 5 55 6 65 7 75 8 lengte snoekbaars d. Overige bijvangsten. De overige bijvangsten met de zegen staan vermeld in Tabel 1. Vooral met de grote zegen van van Ham werden bijvangsten gemeld. Twee zalmen, een roofblei, een karper, een regenboogforel en verder een tweetal trekken met kleine voorns (zie boven). In totaal werden er 81 snoeken bijgevangen waarvan de grootste 119 cm en 17,5 kilo was. De snoeken zijn weer teruggezet. In maart 212 werd aan de Krammer kant van het Volkerak nog 51 kg harder met de zegen gevangen. 4. Vangst van brasem en snoekbaars in historisch perspectief (22-212): Brasem: De vangst per eenheid van visserijinspanning (zegentrek) schommelt rond de 8-1 kg. Er wordt 6-1 ton brasem per jaar onttrokken. De vangst per zegentrek lijkt aan te geven dat het brasembestand toe neemt de afgelopen 3 jaar. Het kan echter zijn dat met de introductie van een grotere zegen (8 meter, visserijbedrijf van Ham) de vangst per trek toe neemt. Totale vangst aan brasem en de vangst per zegentrek op het V/Z per jaar 12 1 8 6 4 2 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 15 1 5 totale vangst (ton) linker as gemiddelde vangst (kg/trek) rechter as
ton Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 5 Totale brasemvangst en vangst per bevist oppervlak in V/Z 12 1 8 6 4 2 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 winterzegenperiode 16 14 12 1 8 6 4 2 totale vangst (ton) linker as gemiddelde vangst per hectare bevist In bovenstaande grafiek is dan ook de vangst per bevist oppervlak weergegeven. Deze grafiek lijkt een daling in de brasemstand te laten zien over het totale gebied.. Wanneer de vangsten van het Zoommeer apart weergegeven worden dan lijkt hier de brasemstand vrij stabiel. Op het Zoommeer is in de verschillende jaren met dezelfde zegen gevist. Het eerste jaar mislukten veel zegentrekken doordat de zegen, uit onbekendheid met het gebied, vast liep. Totale vangst aan brasem en de vangst per zegentrek op het Zoommeer per jaar 15 1 5 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 8 6 4 2 totale vangst (ton) linker as gemiddelde vangst (kg/trek) rechter as Trends in de lengtesamenstelling van de brasemstand in V/Z: Er is, sinds 22 geen trend waarneembaar in de gemiddelde lengte van de brasem groter van 3 cm. Trend in gemiddelde lengte op het hoofdwater. Niet in de havens of bij de sluizen: 22/23 44,7 (n=116) 23/24 43,5 (n=56) 24/25 32,5 (n=98) 26/27 44, (n=247) 21/211 45,2 cm (n= 148)
Aantallen Aantallen Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 6 Van de meting in 24/25 is niet goed meer te achterhalen waar die plaatsgevonden heeft maar vermoedelijk is hier ook een school jonge brasem meegemeten. Overige Lengte-Frequentieverdelingen: Volkerak (28) 1 Brasem 8 6 4 2 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 55 6 65 7 Lengte in cm. Zoommeer (28) Brasem 2 16 12 8 4 5 1 15 2 25 3 35 4 45 5 55 6 65 7 Lengte in cm. Tijdens het onderzoek van ATKB in juli/augustus 28 (stortkuil en zegen) werden zowel op het Volkerak (boven) als op het Zoommeer (onder) alle lengteklassen gevangen. Opvallend is dat in het Volkerak de + Brasem zeer veel voorkomt in 28. Iets minder in het Zoommeer maar de afname in aantallen van het eerste naar het tweede groeiseizoen is in het Zoommeer lager dan op het Volkerak. (Volkerak beter paaigebied voor de brasem? Zoommeer meer bescherming voor de jonge brasem? Minder predatoren in de vorm van grote snoek, snoekbaars en aalscholvers?) De L-F verdeling van de brasem in de zegen in de winter verschillen sterk van die van de zomervangsten met stortkuil en zegen. Winterconcentraties aan jonge vis mengen zich in ieder geval niet met de grotere vis. Snoekbaars: De vangst per eenheid van visserijinspanning (zegentrek) lijkt een neerwaardse trend te zien te geven tussen 22 en 28. Na 28 lijkt er een stijgende lijn te zijn in de snoekbaarsvangsten per zegentrek.
kg Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 7 Snoekbaars totale vangst en vangst per trek op het Volkerak/Zoommeer 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 14 12 1 8 6 4 2 totale vangst (ton) linker as gemiddelde vangst (kg/trek) rechter as 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 De vangst per zegentrek lijkt aan te geven dat het snoekbaarsbestand weer toe neemt sinds 28. De vangst per hectare bevist oppervlak geeft nog geen duidelijke toename te zien. Totale vangst en vangst per bevist oppervlak met de zegen sinds 22 5 45 4 35 3 25 2 15 1 5 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 winter zegenvisserij jaar 14 12 1 8 6 4 2 totale vangst (ton) linker as vangst per ha bevist Op het Zoommeer is in de verschillende jaren met dezelfde zegen gevist. Wanneer de vangsten van het Zoommeer apart weergegeven worden dan lijkt de snoekbaarsstand een licht herstel te vertonen na 21.
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 8 Snoekbaars totale vangst en vangst per trek op het Zoommeer 1 8 6 4 2 22/3 23/4 24/5 25/6 26/7 27/8 28/9 29/1 21/11 211/12 4 35 3 25 2 15 1 5 totale vangst (ton) linker as gemiddelde vangst (kg/trek) rechter as Trends in de lengtesamenstelling van de snoekbaarsstand in V/Z: De gemiddelde lengte van de snoekbaars in de zegenvangsten op het V/Z is opmerkelijk constant. Helaas is in 211/12 geen LF verdeling gemaakt. gemiddelde lengte Aantal gemeten kleinste Grootste jaar 22/ 3 63,2 152 45 89 23/ 4 61 42 39 86 24/ 5 62,3 62 48 83 21/ 11 6,4 125 5 7 211/ 12 niet gemeten In 211 is wel voor het eerst in lange tijd weer jonge ondermaatse snoekbaars aangetroffen in de fuiken op het Zoommeer. Overige Lengte-Frequentieverdelingen: Tijdens het onderzoek van ATKB in juli/augustus 28 (stortkuil en zegen) werden zowel op het Volkerak (boven) als op het Zoommeer (onder) alle lengteklassen gevangen. De L-F verdeling van de snoekbaars in de zegen in de winter verschillen sterk van die van de zomervangsten met stortkuil en zegen. Winterconcentraties aan jonge vis mengen zich in ieder geval niet met de grotere vis. Volkerak (28)
Aantallen Aantallen Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 9 5 Snoekbaars 4 3 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 Lengte in cm. Zoommeer (28) Snoekbaars 35 28 21 14 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 Lengte in cm. Fuikenvisserij: In 21 is totaal 3155 kg aal onttrokken door de 5 beroepsvissers. In 211 is alleen op de Eendracht en op het Zoommeer met aalvistuigen gevist totaal 722 kg aal gevangen.
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 1 Visser Maanden Lokatie Fuiknachten Paling Wolhan dkrab Bot Snoekb aars Vogels Daniel van Ham Peter Kooistra Henk vd Schild Andre Bout Peter Kooistra Peter Kooistra April - 1 september half mei 1 september Juli 1 sept nov 211- april 212 nov 211- april 212 dec-maart 211/12 38,39 26,3,31, 32,33,34, 35,4 294 3348 26,28,29, 3,32 1344 947 9 36 2727 geen alleen ondermaatse Zoommeer nb 484 Zoommeer 334 1491 Bergse Diepsluis nb 95 duikeend 2 aalscholver 2 Bijvangsten in de fuiken: In totaal zijn er 9 snoekbaarzen bijgevangen in de fuiken op het Zoommeer in 211. Ook zijn er in 211 twee duikeenden en twee aalscholvers in de fuiken aangetroffen op het Zoommeer. Wolhandkrabvisserij: Door Peter Kooistra en Andre Bout is in 211 op wolhandkrab gevist met aangepaste fuiken. Totaal 1975 kg wolhandkrab gevangen. (Bout ving 978 kg wolhandkrab in 21) Botvisserij: Alleen Peter Kooistra vist speciaal op bot in de buurt van de Bergse Diepsluis. Hij ving 95 kilo. 6. Fuikenvangsten aal in historisch perspectief De totale aalvangst op het Volkerak-Zoommeer en de vangst per fuiknacht. De aalvangsten van de vissers worden sinds 29 jaarlijks goed doorgegeven. In de onderstaande figuur is de ontwikkeling van de vangsten sinds 22 weergegeven.
Aalvangst per 1 fuiknachten Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 11 Vangsten aal en vangst per 1 fuiknachten op V/Z 6 25, 5 2, 4 Totale vangst (linker as) 15, 3 2 1, gemiddelde vangst per 1 fuiknachten (rechter as) 1 5, 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211, De vangst per 1 fuiknachten lijkt een daling te vertonen. Er spelen hier verschillende factoren. In 28 is de gesloten tijd ingegaan voor de visserij op aal in de maanden september, oktober en november. Dat waren veelal de goede maanden voor de schieraalvisserij (met dus een hoge vangst per fuiknacht). In 211 is de aalvisserij op het Krammer-Volkerak gesloten en bleef de visserij op het Zoommeer en aanliggende kanalen over. Het bevisbare areaal werd daarmee met 8% verkleind en de totale vangst liep vergelijkbaar terug. In de onderstaande figuur is de CPUE uitgesplitst per visser (V= Volkerak, Z = Zoommeer). Niet voor alle vissers is er een trend te bespeuren. In 21 werd er relatief goed gevangen. Aalvangst per 1 fuiknachten per visser op V/Z 3, 25, 2, V1 Z1 Z2 V2 V3 15, 1, 5,, 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 212
Aantallen Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 12 Lengte samenstelling aal: Onderstaande figuur geeft de LF van de aal in de ATKB bemonsteringen van 28 met zegen en stortkuil (niet electrisch). De vissers zelf meten de aal niet. 25 Aal/Paling 2 15 1 5 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 Lengte in cm. Bijvangsten snoekbaars in de fuiken in historisch perspectief: Vangsten snoekbaars en vangst snoekbaars per 1 fuiknachten van vissers Kooistra en van Dordt op het Zoommeer 7 9 6 5 4 3 8 7 6 5 4 Totale vangst (linker as) gemiddelde vangst per 1 fuiknachten (rechter as) 2 1 3 2 1 24 25 26 27 28 29 21 211 Van niet alle vissers zijn goede reeksen van bijvangsten snoekbaars en inspanning. Van twee vissers zijn de reeksen afkomstig van het Volkerak. Met de sluiting van de aalvisserij aldaar is de reeks daar voorlopig gestopt. De reeks van Kooistra en van Dordt op het Zoommeer (hier boven) laten 3 periodes zien. In 24 en 25 goede vangsten, in 26/29 lage vangsten en in 21 en 211 vrijwel geen bijvangsten aan snoekbaars.
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 13 7. Experimentele harder visserij: Harders gevangen op het krammer/volkrak (totaal 13 kg). In 211 is 1 keer experimenteel op harder gevist. Er is totaal 13 kg harder gevangen. 9% daarvan op twee succesvolle dagen. Datum Aantal kg 18-apr 2-apr 6 1,8 1-mei 2 3,6 11-mei 4 7,2 16-mei 12 21,6 19-mei 25-mei 479 31-mei 75 2-jun 4 7,2 17-jun 31 Totaal 131,4 (In maart 212 is er door visserij van Ham 51 kilo harder(24 stuks) bijgevangen bij de zegenvisserij op brasem aan de kant van de Krammersluizen) 8. Discussie per visserij en vissoort: i. Zegenvisserij op brasem De brasemstand is op basis van de gegevens uit de visserij vrij stabel sinds de start van de zegenvisserij. Het lijkt er op dat de onttrekking in de pas loopt met de Duurzaam Oogstbare Productie (DOP) van het systeem. In 211/212 is de onttrekking aan brasem gelijk aan het quotum van 1 ton. In de jaren daarvoor werd veelal minder onttrokken. De komende jaren zal duidelijk moeten worden wat het effect is van een onttrekking van 1 ton per jaar op de brasemstand (vangst per eenheid van visserijinspanning, lengtesamenstelling en conditie) ii. Bijvangsten snoekbaars De beroepsvisserij vist niet gericht op snoekbaars (maar haalt wel een deel van het inkomen uit de bijvangst van snoekbaars). Zegenvisserij: Na een periode met lage bijvangsten aan snoekbaars lijkt het bestand zich sinds 21 weer wat te herstellen. De conditie van de snoekbaars ligt rond de te verwachten waarde hetgeen een indicatie is dat de voedselsituatie en het bestand bij elkaar passen (geen overbevissing of onderbevissing). Fuikenvisserij: De bijvangsten aan snoekbaars in de fuiken zijn nog steeds extreem laag. De vissers vissen meestal met schietfuiken gericht op de bij de bodem levende paling (en wolhandkrab). De schietfuiken staan op de bodem en zijn vrij laag. De bijvangst van de snoekbaars in de schietfuiken is vooral een indicatie of de snoekbaars zich vooral bij de bodem bevindt of niet (en daar afstanden aflegt op zoek naar voedsel, en vervolgens in de schietfuiken belandt. De brasem belandt overigens niet in de schietfuiken als deze bij de bodem voedsel aan het zoeken is).
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 14 De hokfuiken vangen vooral de, over grotere afstanden trekkende vis zoals de bot en de schieraal (maar ook trekkende snoekbaars omdat de hokfuiken de gehele waterkolom beslaan). Hokfuikvangsten zijn echter niet apart geregistreerd van de schietfuikvangsten. iii. Fuikenvisserij op aal De vangst per eenheid van visserijinspanning duidt op een geringe afname van het bestand. Over de overige indicatoren (lengtesamenstelling en conditie) valt niets te zeggen omdat er geen lengtes en gewichten bepaald zijn. De beste indicator voor goed aalbeheer is de trend in de schieraalvangsten per hokfuiknacht. Met de sluiting van de aalvisserij in september-december worden daarover geen gegevens meer verzameld. IMARES zal nog een schieraalmonitoringsprogramma op gaan zetten iv. Snoek De bijvangsten aan snoek in de zegen nemen toe. In 21 werd er in de fuiken op de Krammer voor het eerst een 4/5 tal snoekjes van rond de 15 cm in de fuiken aangetroffen. 7. Conclusies per vissoort: Brasem: 1. geen indicatie achteruitgang bestand. 2. Geen indicatie verschuiving lengtesamenstelling van geëxploiteerde lengtes naar kleinere brasem. 3. Geen informatie over conditie. Snoekbaars: 1. geen indicatie achteruitgang bestand. 2. Geen indicatie verschuiving lengtesamenstelling van geëxploiteerde lengtes naar kleinere snoekbaars. 3. Informatie over conditie nog spaarzaam maar bestand aan snoekbaars van 5cm+ lijkt bij voedselsituatie te passen Aal: 1. lichte indicatie achteruitgang van de omvang van het bestand 2. Geen informatie over lengtes van geëxploiteerde aal. 3. Geen informatie over conditie van aal. 8. Aanbevelingen: Continuering van bestaande visserijen en bijbehorende onttrekking. Meer informatie verzamelen over lengtesamenstelling en conditie van brasem snoekbaars en aal. Bergse Diepsluis en spuilocatie bij Bath opnemen in schieraalmonitoringsprogramma (financiële bijdrage van de VBC-partijen?). Aanvullend: Er zijn enkele indicaties dat bij het spuien bij Bath en Bergse Diepsluis vis mee stroomt het zoute water op (blankvoorn aangetroffen op kruisnet aan de zoute kant van de sluis). Indien visserijtechnisch en scheepvaarttechnisch mogelijk en economisch interessant zou een bevissing van uitstromende vis opgezet kunnen worden.
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 15 Bijlage 1: Lokaties zegenvisserij op het Zoommeer (Kooista) en Volkerak (van Ham)
Rapportage beroepsvisserij 211 voor VBC-V/Z 16