Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna



Vergelijkbare documenten
Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna

Dossiernummer: Projectnummer:

Rapportage project: Vaststellen van de nulsituatie in de gemeente Noordenveld bij de vijverpartij de vijfde verloting.

Aan de slag met uw watergang Dit moet u weten over onderhoud aan watergangen

Beeldenboek. Onderhoud watergangen en oevers Krimpen aan den IJssel

Bestrijding van de. muskusrat

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Een leefgebied voor de rugstreeppad

Bestrijding muskusrat nodig voor veiligheid van de dijken

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Plantenkennis Waterplanten

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Diepte-/profielschouw Kromme Rijngebied 2014

BESTEKSCATALOGUS NATUURLIJKE WATERLOPEN 2012

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud

1nvexo. Interreg Vlaanderen Nederland. minder invasieve planten en dieren. Europese Unie Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling

Mitigatie en compensatieplan rugstreeppad

MEMO. Ecoloog: Michiel Schaap ( ) Dijkbeheerder: Ruud de Vries ( ) en Rens Huuskes ( )

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Werkblad Waterrapport 1 - Kleur van het water

Bermenplan Assen. Definitief

Verplaatsing houtsingel

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

Hydrocotyle ranunculoides L. f. Een handleiding voor identificatie, risico beoordeling en management

Ecologisch maaien en schouwen: de ecokleurenkoers

Plan van aanpak verplaatsen paddenpoel en inrichting en beheer nieuwe biotoop in Warande Lelystad.

Oevers 2x maaien Oever 2

Flora- en faunawet. Gedragscode Bestendig beheer groenvoorziening

Opdrachten Jaar van de Bever voor groep 3,4,5 van de basisschool

Amfibieën. Peter Harrewijn 9 maart 2017 IVN Steilrand

Bijlage VMBO-GL en TL

Veelgestelde vragen schouw buitengewoon onderhoud

Voorbereidende onderzoeken. Baggeren Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder

SPREEKBEURT SLUIERSTAARTGOUDVIS

Watercrassula en Grote waternavel. Paul Hendriks en Saskia de Vries

LANGENHOLTE: TOPNATUUR

Omschrijving verschillende kwaliteitsklassen van sloten

Bestrijding exoten met exoten Mogelijkheden voor de graskarper? Willie van Emmerik Sportvisserij Nederland

Eindrapport VISONDERZOEK TER PLAATSE VAN EN DIRECT ROND HET HATTEMS DEEL VAN BEDRIJVENTERREIN H2O

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Bestrijding exotische waterplanten

Lopen er beesten op het water? De sloot in al haar lagen

BIJLAGE 4A ONDERHOUDSPLAN ZANDWETERING SCHALKHAAR

Welke vakjes kan jij aankruisen op onze beekbingo? Laat het ons weten!

Nat. Droog. Onderhoudsniveau s H Hoog B Basis L Laag

Krabbenscheer in de Krimpenerwaard. Resultaten van het herintroductieproject en tips voor natuurvriendelijk slootonderhoud

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

Natuurvriendelijke oevers. Droge voeten, schoon water

Beheer- en onderhoudsplan

Rotonde Oosthuizerweg te Edam Volendam

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

De Japanse duizendknoop

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Water in beeld. Toestand en toekomst van het West-Brabantse watersysteem

Beek of beekmoeras? Water stroomt waar het gaan kan, en anders niet. Veldwerkplaats Beekdallandschap Verslag Geeserstroomgebied, Gees, 13 mei 2008

Landschappelijke elementen

Werkinstructies bestrijding plaagsoorten

l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n SPREEKBEURT AXOLOTL AMFIBIEËN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN

Een digitale flora- en faunacheck bij maaibeheer

Veldgids beheer en onderhoud

Aquarium-/vijverplant over? Gooi ze in de GFT-bak!

Grond of aarde weghalen door te graven. Graven is een gat in de grond maken. De plaats waar de grond wordt weggenomen.

Memo. Inleiding. Box 1: Verordeling Ruimte Noord-Brabant 2011 (8 maart 2011)

Faq s waterplanten Randmeren

Aanvullend visonderzoek inrichting BBL-percelen Winterswijk Oost. rapportnummer 1324

Voortgang ontwikkeling Lunterse beek Plan Wittenoord en traject KleinWolfswinkel-Engelaar

Ecologisch werkprotocol

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Door: Alles over de Waterlelie.

Vegetatie en grote modderkruiper in de verlandingsbiotoop. Jeroen van Zuidam

Onderwaterbeschoeiing Gouda

Beheerpakketten Leefgebied Natte Dooradering

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Notitie tbv. werkgroep praktisch natuur beheer Beheer Staatsbosbeheer. Onderhoud van deze twee poelen door wg pn ivn nijmegen

Project Doelen Overig Water. Anita Buschgens Waterschap Vallei en Veluwe

Je kunt nu de heesters snoeien die al zijn uitgebloeid. Ook buxushaagjes kun je alvast knippen. Geef ze daarna extra mest voor goede hergroei.

SPREEKBEURT BETTA VISSEN OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN. l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n

Ecologische bij-structuur: het beheer

vergelijk blije vissen helder water HEEL HELDER 100 KRAAKHELDER!

Op de website smartkidslab.nl vind je de meetinstrumenten en uitleg hoe je aan de slag kunt.

Oplegnotitie bestrijding Japanse duizendknoop.

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

Pakketten Waterbeheer

Woordenschat les 8.1. Vervuilde grond?

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie.

Vogels van riet en ruigte. Baardman Panurus biarmicus

Bijenorchis (Ophrys apifera)

lastige exotische invasieve water- en oeverplanten in de kleine stromende wateren

1. Biotische factoren (zijn afkomstig van andere organismen) - voedsel - soortgenoten - ziekteverwekkers - vijanden

Nieuwsbrief Vrienden van het Waterwingebied 2016

WAT IS HET NUT VAN EEN POEL?

Oud riet in sloten. Minder doen voor meer natuur

Ecologisch Werkprotocol

AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KAMSALAMANDER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP

De Groenzoom Struweelvogels

Inventarisatie poelkikker Nieuwklap

Herstel sprengen en Grift in Apeldoorn

Transcriptie:

Onderhoudsbeelden wateren en waterkeringen Overzicht beschermde flora en fauna Overzicht probleemflora en -fauna

Onderhoudsbeeld wateren 3. Eén droog talud en één natte oever begroeid Na de maaibeurt staat er aan één zijde (droog talud en natte oever) van het water nog begroeiing. De rest is gemaaid. Er is vrijwel geen opstuwing door water- en oeverplanten in het stroomprofiel. Droge taluds Eén droog talud is gemaaid. De maaihoogte is 7-10 cm. Het andere talud heeft een begroeiing van 10 cm of hoger. Natte oever Eén natte oever is gemaaid. De maaihoogte is 7-10 cm. De andere natte oever heeft een begroeiing van 50 cm of hoger. Stroomprofiel Het stroomprofiel is gemaaid. Daar waar mogelijk is enige begroeiing blijven staan (15%). Overig Het droge talud en de natte oever die worden gemaaid liggen aan dezelfde zijde van het water. Het te maaien talud en natte oever wisselt ieder jaar van oever. Het maaisel blijft minimaal 48 uur op de oever liggen, zodat waterdieren de gelegenheid hebben om terug te kruipen naar het water. Wanneer het maaisel probleemsoorten bevat, niet kan blijven liggen (o.a. bij wegen) of indien verschralingsbeheer gewenst is, wordt het direct afgevoerd. 14

Onderhoudsbeeld beken en sprengen 8. Beek met beekbegeleidende beplanting Deze beken lopen door of grenzen aan een houtwal. Door de beschaduwing zal er niet veel begroeiing in de beek aanwezig zijn. De beken kunnen het gehele jaar door watervoerend zijn of (een gedeelte van het jaar) droogliggen. Droge taluds Eén of beide taluds zijn begroeid met opgaande beplanting. In het geval van hakhoutbeheer is beplanting gefaseerd teruggezet. Opslag is zo nodig deels verwijderd om dichtgroei te voorkomen (overleg met ecoloog). Natte oevers Overmatige begroeiing in de beek is verwijderd. Minimaal 25% van de vegetatie is blijven staan. Stroomprofiel Bij (periodiek) watervoerende beken is in het najaar of de winter het onderhoud handmatig uitgevoerd. Hierbij is 25% van de vegetatie blijven staan. Blad, takken en ander materiaal zijn blijven liggen zolang het de waterafvoer niet volledig verhinderde. Bij permanent droogliggende beken is eens per 5-10 jaar het in de beekloop liggende blad verwijderd. Dit om de beekloop zichtbaar te houden. 20

Beschermde soorten - Planten Drijvende waterweegbree Hoe ziet de plant eruit? In het water zwevende plant, met lange stengel en witte bloemen. Hoogte onder water 10 tot 80 cm. Bloemenbladen wit met een gele basis. Bloemgrootte circa 2 cm. Bloemen steken iets boven het wateroppervlak uit. Ondergedoken bladeren zeer smal en tot enkele decimeters lang. Drijvende bladeren ovaal met lange steel. Bloeit van mei tot september. Voorkomen in beheersgebieden Zie de actuele verspreidingskaart. Bescherming Flora- en faunawet: tabel 3. Habitatrichtlijn: bijlage II en IV. Rode lijst: kwetsbaar. Wat te doen? Maaien na 1 september. Maaisel afvoeren. Groeiplaatsen gefaseerd maaien. Waarnemingen op nieuwe vindplaatsen doorgeven aan de ecoloog van het Waterschap. Waar te vinden bij het water? In het stroomprofiel, op de natte oever, in poelen en op het droge talud. 27

Beschermde soorten - Drijvende waterweegbree Meer informatie De Waterweegbree kan in vrijwel alle stilstaande of zwak stromende wateren worden aangetroffen. De plant groeit optimaal in heldere voedselarme tot matig voedselrijke fosfaat- en kalkarme wateren. De Waterweegbree groeit meestal ondergedoken maar kan ook op droogvallende oevers voorkomen. Pas gegraven of geschoonde poelen en vennen vormen een geschikt milieu. Omdat de soort een lage concurrentiekracht heeft moeten er maatregelen worden genomen die dichtgroeien tegengaan. De plant heeft een groot verspreidingsvermogen. Ondergedoken populaties vermeerderen zich vegetatief. Planten die op oevers groeien zetten rijk zaad en de plant gedraagt zich daar als een eenjarige. Het zaad kan tot tachtig jaar kiemkrachtig blijven. De verspreiding van zaad vindt waarschijnlijk via watervogels plaats. Omdat de plant gevoelig is voor maaien mag er pas na 1 september worden gemaaid. Lang het Apeldoorns kanaal is op een plaats met ingezakte oevers een rijke groeiplaats aanwezig. 28

Beschermde soorten - Vissen Grote modderkruiper Hoe ziet het dier eruit? Middelgrote, beweeglijke, gestreepte, palingachtige vis met tien korte bekdraden. Lengte tot 30 cm. Rug donkerbruin tot roodbruin. Lichaam met drie donkere lengtestrepen op de flanken. Afgeronde staartvin. Kan boven water een fluitend geluid maken. Voorkomen in beheersgebieden Zie de actuele verspreidingskaart. Waar te vinden bij het water? In het stroomprofiel, verscholen in de sliblaag. Bescherming Flora- en faunawet: tabel 3. Habitatrichtlijn: bijlage II. Rode lijst: kwetsbaar. Wat te doen? Werkzaamheden niet uitvoeren tussen maart en augustus; bij voorkeur eind september/begin oktober. Bodem eens in de drie tot zes jaar schonen. Bij voorkeur schonings- en baggerwerkzaamheden combineren. Zorgdragen voor aanwezigheid van alle stadia van verlanding. Begroeiing (of delen hiervan) in de natte oever laten staan. Op de kant gezet materiaal direct controleren op het voorkomen van Grote modderkruipers. Aangetroffen dieren in het water terugzetten. Waarnemingen op nieuwe vindplaatsen doorgeven aan de ecoloog van het Waterschap. 107

Beschermde soorten - Grote modderkruiper Meer informatie De Grote modderkruiper is een bodemvis van stilstaande of zeer langzaam stromende ondiepe (< 1,5 meter) wateren met een dikke sliblaag en veel waterplanten. De soort wordt vooral aangetroffen in kleine, deels verlande poldersloten met een goede waterkwaliteit. In de paaitijd hebben de mannetjes een oranje grondkleur. De vis paait van maart tot eind juni in holtes in oevers, onder overhangende begroeiing of onder drijvende watervegetatie. De eieren kunnen zowel op de vegetatie als op de kale bodem worden afgezet. Tijdens deze periode is het belangrijk de eieren met rust te laten. De eitjes komen na acht tot negen dagen uit. De dieren zijn na twee jaar geslachtsrijp. De Grote modderkruiper leeft van kleine in de bodem voorkomende waterdiertjes. De vis is s nachts actief en verblijft overdag in de bovenste modderlaag. De vis overwintert in de modderbodem op een diepte van 20 tot 50 cm. Tijdens maaiwerkzaamheden is het belangrijk dat verlandingsvegetaties zoveel mogelijk gespaard worden. Bij onraad graaft de vis zich razendsnel in de bodem in. Als er te strak gekorfd wordt is de kans groot dat de vis tijdens het maaien van het stroomprofiel en de natte oever samen met het slib op de kant terechtkomt. Het maaisel moet daarom worden gecontroleerd. De vissen verplaatsen zich hooguit enkele tientallen meters. In de paaiperiode vinden verplaatsingen doorgaans tot maximaal enkele honderden meters plaats. De Grote modderkruiper is aangepast aan water met weinig zuurstof. Hij kan behalve met zijn kieuwen ook zuurstof uit zijn omgeving opnemen via huid en maag-darmkanaal. Rond eind september/ begin oktober bevinden de vissen zich in of op de bodem en lopen dan de minste kans om met werkzaamheden uit het water te worden verwijderd. 108

Probleemsoorten - planten Waterwaaier of Cabomba Hoe ziet de plant eruit? Onderdoken waterplant met bladeren die bestaan uit draadvormige slippen. Witte tot gele, soms paarse bloemen. Plant zwevend onder het wateroppervlak. Bloemen boven het wateroppervlak uitstekend. Bladeren tegen over elkaar staand. Waar te vinden bij het water? In het stroomprofiel en de natte oever. Probleem Waterwaaier kan zeer dominant worden en daarmee de natuurlijke vegetatie verdringen. De doorstroming van wateren wordt belemmerd. Als de planten massaal afsterven kan dit leiden tot een zuurstoftekort in het water en kunnen vissen sterven. Wat te doen? Bij waarneming altijd de verantwoordelijke van het Waterschap inlichten. Neem een foto of neem een stukje plant mee en laat het controleren door een deskundige. Na definitie vaststelling door deskundige de planten zo snel mogelijk helemaal (handmatig) verwijderen, inclusief de wortels. Niet maaien, want ook kleine stukjes van de plant kunnen nieuwe planten vormen waardoor deze zich verder kan verspreiden. Na verwijderen meerdere malen per jaar controleren op hergroei. 165

Probleemsoorten - Waterwaaier of Cabomba Meer informatie De Waterwaaier of Cabomba is een waterplant die afkomstig is uit Zuid-Amerika. De plant groeit in stilstaand of langzaam stromend water van enkele meters diep zoals kanalen en ondiepe meren. Op het eerste gezicht lijkt de plant wel wat op een Waterranonkel. Deze hebben ook witte bloemen en vergelijkbare bladeren. Het verschil zit in de plaats waar de bladeren aan de stengel bevestigd zijn. Bij de Waterwaaier staan steeds twee bladeren twee aan twee tegenover elkaar aan de steel. Bij de Waterranonkel staan de bladeren altijd verspreid langs de stengel. De Waterwaaier kan ook worden verward met een vederkruid. Bij de vederkruiden staan de bladeren in kransen, dus bijvoorbeeld vier aan vier. Waterwaaier Geen Waterwaaier Geen Waterwaaier 166

Probleemsoorten - dieren Muskusrat & Beverrat Beverrat Muskusrat Hoe zien de dieren eruit? Grote bruine, goed zwemmende, ratachtige dieren met onbehaarde staart. Muskusrat Lengte romp tot 35 cm. Lengte staart tot 25 cm. Staart zijdelings afgeplat. Beverrat Lengte romp tot 65 cm. Lengte staart tot 45 cm. Staart rond. Waar te vinden bij het water? In het stroomprofiel, de natte oever en op het droge talud. Probleem Beide niet-europese knaagdieren graven uitgebreide gangenstelsels in waterkeringen en oevers die daardoor verzwakken. Ook kunnen beide soorten door hun eetlust grote schade veroorzaken aan rietkragen en landbouwgewassen. Wat te doen? Bij waarneming altijd de verantwoordelijke van het Waterschap inlichten. 189

Muskusrat Probleemsoorten - Muskusrat & Beverrat Meer informatie Muskus- en Beverratten leven in familiegroepen. Ze graven hun holen in slootkanten. De schuin omhoog lopende in- en uitgangen liggen onder water. Bij de nesten van de Muskusrat liggen vaak flinke hoeveelheden aangevreten plantenstengels in het water. Muskusratten overwinteren in koepelvormige nesten die in de winter gemakkelijk te herkennen zijn. Beverratten maken op plaatsen zonder steile oevers van bladeren en takken een plat nest met een doorsnede van circa 50 cm. Beide soorten krijgen gemiddeld 20 jongen per jaar. Als de dieren zwemmen zijn zowel hun kop als rug zichtbaar. Een Beverrat op het land is te herkennen aan zijn waggelende gang. Een Beverrat lijkt wel wat op een gewone Bever. Bevers worden groter dan Beverratten en hebben een peddelvormige staart. Beverratten hebben een snuit die aan de voorzijde wit is en oranje voortanden. 190