literatuurverwijzingen domeinbeschrijvingen entreetoets Aardrijkskunde



Vergelijkbare documenten
Basisinzichten Aardrijkskunde

Domeinbeschrijvingen entreetoets Mens en Wereld: aardrijkskunde, gekoppeld aan Geowijzer

Inhoudsopgave atlas. antwoorden met uitleg voorbeeldopgaven Aardrijkskunde. Wereldorientatie-pabo antwoord 1 van 12

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 5

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Thema 4 Platteland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landbouw. Subsidies van de EU. Onder de loep. Noordwest-Europa.

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

Inhoudsopgave atlas. Aardrijkskunde. Vraag 1 van 12

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

Werkblad Meander Thema 4: Platteland

Zand en klei 1. Van veen tot weiland 2. Blad 1. Heide Een lage plant met paarse bloemen.

2 Landschapszones op aarde SO 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 7

Meer met minder. Waterschaarste en grotere vraag naar voedsel. Laan van Staalduinen, Algemeen directeur LEI. 6 juni 2012

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

GB53 GB54 Titel GB54 ten opzichte van GB Algemene inhoud 5 3 Algemene inhoud 6 4 Algemene inhoud Algemene inhoud

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

BOSATLAS VRAGENSET ANTWOORDMODEL VAN HET VOEDSEL NOORDHOFF ATLASPRODUCTIES

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN


Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

NATUUR EN BIODIVERSITEIT

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Project Afrika-Azië. Week 1ABC: Noord-Afrika

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Waar halen ze de ENERGIE. vandaan? Leerlijn

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 en 2

WERELD. 5 havo 1 Globalisering 14-16

Lesbrief DUURZAAM WERKEN OPDRACHT 1 - WERKEN IN DE HAVEN

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 3

Aantekening Aardrijkskunde Hoofdstuk 1: Globalisering

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, 2 en 3, Migratie en vervoer

Eindexamen aardrijkskunde oud programma havo I

1 Landschap en klimaat in Turkije

Antwoorden door een scholier 722 woorden 23 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdstuk 4 Mens en milieu.

Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 11

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-I

Directie Voedings- en Veterinaire Aangelegenheden LNV Consumentenplatform Consumentenonderzoek Natuurlijkheid, waarde voor beleid

VLP Werkstuk Ontbossing van de aarde

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID

verantwoording van de toetsen Mens en Wereld_pabo

Eindexamen aardrijkskunde havo 2008-I

DE WERELD VAN DE GROTE STAD

1 Vul in. 2 Vul in. Zoek de pagina in het lesboek. Lees de tekst en bekijk de foto of tekening. Maak dan de vraag. pagina 2 en 3

Samenvatting Aardrijkskunde H1 paragraaf 2 t/m 8

Les 14 Bevolkingsspreiding in Europa

Hoeveel manieren worden er gebruikt bij aardrijkskunde om de welvaart in een land te meten?

Voorbereiding en planning van een thema

Eindexamen vmbo gl/tl aardrijkskunde II

Voedsel Hier en Daar. Inleiding. gu u s g e u rt s

Hoogteverschillen in Europa

2 Bemesting Meststoffen Soorten meststoffen Grondonderzoek Mestwetgeving 49

PLANTAGELANDBOUW IN LATIJNS-AMERIKA

PERIODESCHRIFT AARDRIJKSKUNDE EUROPA EN DE WERELD

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Werkstuk Aardrijkskunde Binnenlandse migratie in de VS

De waardering voor en de perceptie van problemen, oplossingen en verantwoordelijkheden rondom veenweide onder het Nederlandse publiek in kaart

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers.

Aardrijkskundeproefwerk Hoofdstuk 6. Vakantielanden

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Mensen die een beroep hebben waarbij ze voedsel direct uit de natuur halen. Zoals fruittelers, boeren en vissers.

Examen HAVO. aardrijkskunde. tijdvak 1 vrijdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage. Gebruik De Grote Bosatlas, 54e druk.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 9 en 10

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW OPDRACHTEN

Programma van Toetsing en Afsluiting

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS MIDDENBOUW ANTWOORDEN

NATIONALE BOOMFEESTDAG

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

4,7. Begrippenlijst door een scholier 297 woorden 15 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Antwoorden. 3 goed fout. 1 isoleren. 4 eigen antwoord. 5 eigen antwoord. 2 het landschap. kopieerblad Woordenschat 8.2

Maatschappelijke waardering van Nederlandse landbouw en visserij 2017

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

DUURZAAM WERKEN LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Meander. Aardrijkskunde WERKBOEK

Programmering Leerstof & Toetsing Ciclo Basico

Lesbrief. aardrijkskunde DUURZAAM PRODUCEREN OPDRACHT 1 - DUURZAAMHEID

Hoofdstuk 3: Landbouw in Moesson-Azië. In Moesson-Azië bestuderen we de rijstteelt. Waarom wordt bijna uitsluitend in Moesson-Azië rijst geteeld?

3 De islamitische wereld

Docentenvel opdracht 19 (campagne voor een duurzame wereld en een samenwerkend Europa)

Eindexamen aardrijkskunde havo II

Resolutie van het Europees Parlement over de arctische landbouw (2003/2051(INI))

4 Leven in een koud gebied

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-II

Van de regen in de drup

ALV GROENLINKS BRONCKHORST Visie op moderne grootschalige

Samenvatting Ω Aardrijkskunde. Land in zicht

Stedelijk netwerk = een groep steden in een lang die onderling op tal van terreinen verbonden zijn; zoals de Randstad.

Eindexamen aardrijkskunde havo I

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

De vegetatiezones: Kleur de vegetatiezones tussen 0 en 20 OL. Maak een legende:

Ik ben de Klomp. De Klomp is een boer. Wel een hele aardige boer. Maar wel met een boer n accent. EUROPEES LANDBOUWBELEID GROEP 7 8

FACTSHEET. Hoe denken Nederlanders over natuur van het boerenland, in de stad en natuurgebieden?

Bedreigingen. Broeikaseffect

Transcriptie:

literatuurverwijzingen domeinbeschrijvingen entreetoets, (uit voor de basisschool, een domeinbeschrijving, Cito) Roger Baltus en Gerard Schotanus, november 2008 1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1110 Aarde Ak voor basisschool H2.1 blz 20 1111 De aarde is een van de planeten die in een vaste baan rond de zon draaien. Rond de aarde zelf draait de maan. De zon is een van de vele sterren in het heelal. H2.1 blz 20 1112 De aarde draait in één dag van west naar oost rond zijn eigen as. Hierdoor wordt een plaats op de aarde slechts gedurende een deel van de dag door de zon verlicht. H2.1 blz 20 1113 Op aarde zijn zeven werelddelen. De laagten tussen de werelddelen zijn opgevuld met water. Hier zijn oceanen en zeeën. Op de werelddelen komen verscheidene landschappen voor. H2.1 blz 20 Aarde Zon Sterren Maan Dag Nacht Seizoenen Tijdsverschillen Werelddelen Oceanen Zeeën Geografische coördinaten H.3.1 H.6.1 H.2.2.2. Basisboeknummer 55 idem H.6.1 blz 169 e.v. H.3.2.2 H.4.1.1. H.6.1

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1120 Landschappen op de wereld Landschappen 1121 Verschillen in klimaat veroorzaken verschillen Weer H 3.3 H.7.2. vb Griekenland H.3.2.1 BB nr 20, 21, 22, 23, in landschappen. Gaande van de tropische gebieden naar de poolgebieden wordt het eerst warmer en vervolgens wordt het weer Klimaten blz 326 24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 32, 34, 35, 36, 37 kaartje!, 39 kouder. H2.2 blz 21 e.v. 1122 In warme gebieden is vocht de beperkende Tropisch bos idem H.6.1. blz 174 H.3.2.3 BB nr 47, 48, 49, 50, 51 factor voor de plantengroei. Naarmate er minder neerslag valt, onderscheiden we in warme gebieden achtereenvolgens tropisch bos, tropisch grasland en woestijn. H2.2 blz 21 e.v. Tropisch grasland Savanne Steppe Woestijn H.7.1. vb Latijns- Amerika, blz 257 H.7.1. Oost-Azie blz 282 e.v. 1123 In gebieden met een koud klimaat is de Loofbos idem H.6.1. H.3.2.3 BB nr 41, 42, 43, 44, temperatuur de beperkende factor. Naarmate het kouder wordt, onderscheiden we achtereenvolgens loofbos, naaldbos en toendra. Waar het te koud is voor plantengroei zijn sneeuw- en ijsvlaktes. H2.2 blz 21 e.v. Naaldbos Grasvlakte toendra Sneeuw- en ijsvlaktes H.6.2. H.7.1. vb Anglo Amerika H.7.1. vb Antactica H.7.2. van Ijsland naar Lapland blz 296 e.v. 45, 46, 52, 53

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1124 Verschillen in hoogte veroorzaken verschillen in landschappen. Er is laagland en hoogland. Naarmate een gebied hoger ligt, is het er kouder en vinden we een andere plantengroei. Verschillen in reliëf veroorzaken verschillen in landschappen. Er zijn vlakke gebieden en gebieden met veel reliëf: bergen. H2.2 blz 25 e.v. 1125 Rivieren stromen van hoog naar laag en voeren het overtollige water af van het gebied waar ze doorheen stromen. H2.2 blz 26 e.v. 1126 Mensen richten het landschap in om er te kunnen wonen, werken, zich te verplaatsen en hun vrije tijd door te brengen. Waar men zich aanpast aan de natuur wonen maar weinig mensen. Op andere plaatsen zijn landschappen met behulp van technische hulpmiddelen volledig in cultuur gebracht en wonen veel mensen. H2.2 blz 28 e.v. Laagland H.4.4.1-4.4.3 BB nr 75 Hoogland H.4.4.1-4.4.3 H.5.2.1 BB nr73, 74, Reliëf H4.4 BB nr 56 Erosie H.4.2.2. H.7.2. vb.frankrijk blz BB nr 64, 65, 70, 71 305 Verwering H. 4.2.1. BB nr 66 Bergen H. 4.1. H.7.1 v.b. Zuid-Azië BB nr 58, 73 Himalaya Vulkanen H.7.2.vb V.K. blz 302 e.v. H2.2.2. BB nr 62, 63 Aardbevingen H2.2.2. BB nr 58, 59, 60, 61 Rivieren H.7.1. De Nijl blz 272 H.5.2.3. BB nr 72

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1127 De inrichting van het landschap houdt vaak een onbedoelde aantasting van natuurlijke elementen van het landschap in. Door uitstoot van afval door landbouw, industrie en verkeer vervuilt grond, water en lucht. Als planten verdwijnen kan grond wegspoelen, wegwaaien of verdrogen. H2.2 blz 28 e.v. 1128 Om vervuiling van lucht, water en grond te beperken wordt het grondgebruik in het landschap gereguleerd. Bij deze maatregelen spelen overheid en organisaties voor natuurbescherming een belangrijke rol. H2.2 blz 28 e.v. Aantasting landschap Bescherming landschap H. 8.6.4

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1130 Landschappen in Nederland Landschappen H.5.2. in NL 1131 Nederland maakt deel uit van een vlak laagland in Europa. De grond is er aangevoerd door zee, rivieren en wind. Ook de plantengroei in de vorm van veen heeft aan de vorming van Nederland bijgedragen. Op een aantal plaatsen heeft ijs zand tot heuvels opgestuwd. Aan de afzettingen op grote schaal van rivieren en zee kwam een einde toen de mens met dijken overstromingen kon voorkomen. Aan veenvorming kwam een einde toen moerassen werden ontgonnen. H2.3 blz 30 e.v. H. 5.2 H6.3 blz 225 e.v. H.7.3. vb Nijmegen blz 347 en 348 H.7.3. vb Veluwe blz 348 H.5.2.1

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1132 Het heuvellandschap van Zuid-Limburg, het Hoog-Nederland H. 5.2 H.6.3. blz 225 e.v. H.5.2.1. zandlandschap en het grootste deel van het rivierlandschap liggen in Hoog-Nederland. H2.3 blz 31 e.v. Heuvellandschap Zandlandschap Rivierlandschap H.7.3. vb Fietsen in Drenthe blz 333 H.7.3. vb Gelderland blz 348 H.7.3. vb Z-Limburg blz 354. 1133 Het grootste deel van het veenlandschap, het Laag-Nederland H.6.3. blz 225 e.v. H.5.2.1. kustlandschap en het zeekleilandschap vormen Laag-Nederland. Zonder zeedijken en duinen zou Laag-Nederland door het water van de zee overstroomd worden. H2.3 blz 33 e.v. Veenlandschap Kustlandschap Zeekleilandschap H.7.3. vb Noord- Nederland blz 329 H.7.3. vb Wadden blz 331 e.v H.7.3. vb Delta blz 342 H.7.3. vb Duinkust blz H.5.2.2. 343 1134 In stedelijke gebieden in Nederland is van het H.7.3. vb Maastricht blz H.6.2. vroegere landschap vaak nauwelijks meer iets zichtbaar. Om te bouwen en wegen aan te 356. H.6.2.3 H.6.2.4 leggen wordt de ondergrond vaak geëgaliseerd. H2.3 blz 36 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1135 Om waardevolle landschappen in Nederland te beschermen, wijst de overheid beschermde gebieden aan. Dat zijn omgevingen waar zeldzame planten en dieren leven, of streken die een karakteristiek beeld van een landschap van vroeger. Activiteiten die het landschap kunnen bedreigen, zijn er verboden. H2.3 blz 37 e.v. 1135 Om waardevolle landschappen in Nederland te beschermen, wijst de overheid beschermde gebieden aan. Dat zijn omgevingen waar zeldzame planten en dieren leven, of streken die een karakteristiek beeld van een landschap van vroeger. Activiteiten die het landschap kunnen bedreigen, zijn er verboden. H blz e.v. Beschermd landschap 1200 Bevolking

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1210 Omvang en spreiding van de bevolking H3.1 blz 40 e.v. Bevolking Omvang Spreiding H. 7.5 en 7.6 H.6.1. H.6.2. H.6.3. H.7.1. vb blz 257, 261 H.4.2. BB nr 80 H.7.1 Zuid Azië India blz 278 H.7.2. bv Siberië H.7.3. vb Noord- Nederland blz 329 1211 Nederland behoort tot de dichtbevolkte landen urbanisatie H.6.3. blz225 e.v. H.4.2.1. BB nr 59, 80 op de wereld. Er zijn grote verschillen in dichtheid tussen verstedelijkte delen en het platteland. H3.1 blz 41 e.v. Suburbanisatie Forensisme H.7.6.2 H.7.6.3 H.7.3. vb Almere blz 341 e.v. 1212 In de rest van de wereld zijn de verschillen in bevolkingsdichtheid vaak groter dan in Nederland. Uitgestrekte gebieden zijn door koude, droogte of reliëf vrijwel onbewoond. Andere gebieden met veel steden of een intensieve landbouw zijn dichtbevolkt. H3.1 blz 41 e.v. godsdiensten talen landen internationale tegenstellingen internationale samenwerking, vn, eu H. 8.1.1 H.6.1. blz 184 e.v. H.6.2. blz 212 e.v. H.7.2. vb België blz 307 H.4.2.1. H.4.2.2. BB nr 77, 78

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1220 Migratie migratie H. 7.1 H.6.1. H.6.2. H.6.3. 1221 Migranten uit arme gebieden trekken naar migratiemotieven H. 7.1 H.6.3. blz 225 e.v. rijkere gebieden. De welvaart in Nederland H.7.1. vb Anglo Amerika heeft een grote aantrekkingskracht op H.7.1. vb Latijnsmigranten uit arme landen. Amerika H.7.1 vb Z-Afrika blz266 H 4.2.2 BB nr 82, 83 H 4.2.2 BB nr 86 Politieke vluchtelingen verlaten hun land om zich te vestigen in een veiliger land. Een deel van hen komt terecht in Nederland. H3.2 blz 44 e.v. 1222 In rijkere landen wonen naar verhouding veel ouderen. Immigratie van jongeren kan het tekort aan arbeidskrachten aanvullen. H3.2 blz 45 H.7.1. vb Reisverlag China blz 284 e.v. H.7.1. vb 289 en 288 H.7.1. vb Australië H.7.2. vb Balkan blz 312 vergrijzing H. 7.6.1 H.6.1. blz 187 H.6.1. blz 189 e.v. H.7.2. Zweden blz 299 H.4.2.2 H.4 2.3.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1223 Voor veel migranten is de verhuizing naar een H.6.1.blz 193 e.v. H.4 2.3. BB nr 77, 78, 79 ander land ingrijpend, omdat ze zich moeten aanpassen aan een andere cultuur. H3.2 blz 45 e.v. H.7.1 vb Marokko H.7.1. vb Turkije H.7.1. vb Israël blz 274 e.v. H.7.2. vb Berlijn Bestaansmiddelen Bestaansmiddel en BB nr 97, 105 1310 Productie 1311 In de landbouw brengen boeren plantaardige Akkerbouw H.6.2.2 H.6.3. blz 228 e.v. H.9.2 BB nr 105 en dierlijke producten voort. Ze maken daarbij gebruik van natuurlijke processen. Bij plantaardige producten spreken we van akkerbouw, tuinbouw of bosbouw, bij dierlijke producten van veehouderij. Tuinbouw Glastuinbouw Bosbouw Veehouderij H.6.2.3 H4.1 blz 50 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1312 In de akkerbouw telen boeren gewassen op akkers. Ze maken de grond geschikt om er planten te laten groeien, ze verwijderen andere planten en bemesten de grond. Soms regelen ze de watervoorziening tijdens de groeiperiode. Boeren oogsten als de plantaardige producten volgroeid zijn. H4.1 blz 50 e.v. 1313 Tuinbouw is een intensievere vorm van plantenteelt dan akkerbouw. Tuinders telen voedselgewassen, zoals groenten en fruit, of siergewassen, zoals snijbloemen en bloembollen. Bomen worden aangeplant voor het fruit of om verkocht te worden als sierboom. De teelt van tuinbouwproducten is in het algemeen bewerkelijker dan de teelt van akkerbouwgewassen. Een zeer intensieve vorm van tuinbouw is glastuinbouw. Hier worden de omstandigheden waaronder planten groeien in kassen kunstmatig geregeld. H4.1 blz 50 e.v. Intensieve- en extensieve productie H.6.3. blz 228 e.v. H.9.2.1 BB nr 108, 111 H.6.3. blz 229 e.v. H.9.2.1 BB nr 112

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1314 Een minder intensieve teelt van bomen vindt H.6.3. blz 228 e.v. H.9.2.1 plaats in de bosbouw. Hier worden grote oppervlakten bomen geplant om later te kappen voor het hout. H4.1 blz 50 e.v. 1315 De veehouderij is gericht op het verkrijgen H.9.2.1 BB nr 109 van dierlijke producten. Melkveehouders houden koeien voor de melk. Andere veehouders fokken dieren of mesten ze voor de slacht. H4.1 blz 52 e.v. 1411 Industrieën zijn ontstaan door toepassing van machines, waardoor op grote schaal kan worden geproduceerd. Een industriële onderneming bestaat uit één of meer Ambacht Industrie Grondstoffen, Halffabrikaten Eindproducten mijnbouw H.6.3 H.5.2.1 H.6.3. blz 230 e.v. BB nr 113 fabrieken. In de industrie worden grondstoffen uit de landbouw, visserij en de mijnbouw tot eindproducten verwerkt. H5.1 blz 62 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1412 Om te kunnen produceren in een fabriek, moeten arbeidskrachten worden ingehuurd en zijn gebouwen, machines en grondstoffen nodig. Voor de machines is energie nodig. H5.1 blz 62 e.v. 1413 Fabrieken kunnen vaak goedkoper produceren door zich te specialiseren. Daarom nemen de meeste fabrieken maar een deel van de verwerking van grondstof tot eindproduct voor hun rekening. H5.1 blz 62 e.v. 1414 Bij de productie in de industrie zijn ook dienstverlenende bedrijven betrokken. Ze regelen het transport van energie, grondstoffen en producten of verzorgen andere diensten die de productie of de verkoop ondersteunen. H5.1 blz 62 e.v. Arbeidskrachten Energie H.6.3 H.7.2. vb Duitsland H.7.2. vb Italië blz 324 BB nr 115. 116 Productieketen BB nr 105 dienstverlening H.6.4 BB nr 118

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1511 Tot de dienstverlenende bedrijven rekenen we alle bedrijven die geen goederen produceren. Daarmee onderscheiden dienstverlenende bedrijven zich van bedrijven in mijnbouw, landbouw, visserij en industrie. H6.1 blz 76 e.v. 1512 Om het contact tussen dienstverleners en burgers of bedrijven mogelijk te maken, is een omvangrijke netwerk van verbindingen nodig. Samen met dienstverlenende bedrijven vormen ze de voorzieningen in een gebied. H6.1 blz 77 e.v. 1513 Een deel van de voorzieningen voorziet in de basisbehoeften van alle mensen. De overheid heeft tot taak deze voorzieningen voor iedereen te garanderen. Ze neemt zelf een aantal voorzieningen voor haar rekening. Andere voorzieningen worden op basis van regels van de overheid door particulie e.v.re bedrijven verzorgd. H6.1 blz 78 H.6.4.1 H.6.3. blz 232 e.v. H.6.3. blz 238 e.v. H.6.3. blz 233 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1514 Omvang en kwaliteit van voorzieningen in een gebied hangen samen met de welvaart in dat gebied. H6.1 blz 78 e.v. H.7.1vb blz 268 e.v. BB nr 123 1320 Ruimtelijke aspecten 1321 Boeren zijn afhankelijk van de mogelijkheden die het klimaat of de grond van nature bieden. Naarmate ze over meer technische middelen beschikken, kunnen zij sterker in de natuurlijke omstandigheden ingrijpen en zijn ze er minder afhankelijk van. H4.2 blz 52 e.v. H.6.2.2 H.7.1. vb Afrika H.9.2

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1322 Economische factoren bepalen voor een BB nr 106, 107 belangrijk deel het functioneren van landbouwbedrijven. In de zelfvoorzienende landbouw zijn de producten bestemd voor eigen gebruik. In de commerciële landbouw verkopen boeren hun producten aan andere bedrijven. Tegenwoordig produceren de meeste boeren voor de markt. De vraag naar landbouwproducten bepaalt voornamelijk het productieplan van de boer. Door de toename van de welvaart is er een grotere vraag naar bepaalde, vooral luxer soorten landbouwproducten. H4.2 blz 54 e.v. 1323 Toename van de welvaart en groei van de H.9.2.1 techniek leiden tot schaalvergroting in de landbouw. Bedrijven zijn groter geworden om efficiënt te kunnen produceren. H4.2 blz 54 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1324 Schaalvergroting houdt ook in dat klanten van boeren over een groter gebied zijn verspreid en dat boeren moeten concurreren met boeren in andere gebieden. H4.2 blz 54 e.v. 1325 Bij de keuze van gewassen en dieren spelen soms levensbeschouwelijke factoren een rol. Dan gelden er allerlei regels voor het eten van vlees en groente en voor de omgang met onreine of heilige dieren. H4.2 blz 54 e.v. 1326 Als de bevolking in een gebied toeneemt, moet meer voedsel geïmporteerd worden of moet de opbrengst van de landbouw toenemen. Ook zal bij een toename van de bevolking een grotere claim op landbouwgrond worden gelegd door andere vormen van grondgebruik. H4.2 blz 54 e.v. Schaalvergroting H.9.2.2

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1327 De overheid kan door allerlei voorzieningen de landbouw bevorderen. Ze kan prijzen van landbouwproducten vast stellen, markten reguleren, of boeren financieel steunen. Ze kan de landbouw beperken door activiteiten van boeren te belasten of te verbieden. H4.2 blz 54 e.v. 1421 Fabrieken vestigen zich bij voorkeur op een plaats waar ze goedkoper of beter kunnen produceren dan andere fabrieken. Fabrieken die veel grondstoffen verwerken, zoeken een vestigingsplaats waar belangrijke grondstoffen gevonden worden of waar ze gemakkelijk kunnen worden aangevoerd. Fabrieken die Verkeer Transport Overheidsvoorzie ning en vestigingsplaatsf actor H.7.6.3 H.6.3.2 H.7.1. vb blz 290 en 291 H.7.3. Enschede vb blz 349 H.7.2.3. eindproducten verkopen, zoeken vaak een vestigingsplaats dichtbij de afzetmarkt, of waar producten gemakkelijk naar de afzetmarkt vervoerd kunnen worden. Arbeidsintensieve industrieën vestigen zich bij voorkeur in gebieden waar goedkope arbeidskrachten wonen. H5.2 blz 64 e.v.

1100 Aarde en Landschappen Thema s het De is 1422 Door de verbeterde vervoersmogelijkheden kunnen fabrieken grondstoffen uit een groter gebied halen en producten in een groter gebied afzetten. Ook het gebied waaruit de arbeidskrachten komen is door de verbetering van de vervoersmogelijkheden groter geworden. H5.2 blz 64 e.v.

1423 Omdat industrie de welvaart kan bevorderen, stimuleert de overheid de bouw van nieuwe fabrieken. Dat doet ze vooral door te zorgen voor een goede infrastructuur. H5.2 blz 64 e.v. De overheid legt fabrieken ook beperkingen op door regels vast te stellen waar fabrieken zich aan moeten houden. Deze regels hebben vooral betrekking op de bescherming van werknemers, consumenten en het milieu. H5.2 blz 64 e.v.

1424 Vrijwel in Nederland is industrie te vinden. Niet meer in het centrum van de stad zoals vroeger, maar op goed bereikbare plaatsen aan de rand van de stad of buiten de stad langs autosnelwegen. De samenstelling van de industrie is vaak heel divers. H5.2 blz 66 e.v. Traditioneel belangrijke industrieën in Nederland zijn de textielindustrie en de schoenenindustrie, de baksteenindustrie en de voedingsindustrie. Belangrijke moderne industrieën in Nederland zijn de metaalindustrie, de chemische industrie, de elektrotechnische industrie en de hightech industrie. H5.2 blz 66 e.v. 1425 Nederland behoort tot de rijke landen met hoge lonen, waar door de mechanisatie de werkgelegenheid in de industrie is teruggelopen. In landen met lagere lonen is de industrie nog de belangrijkste werkgever. Daarnaast is er een groep arme landen met weinig industrie. H5.2 blz 72 e.v. Consumptie Welvaart H.7.3. vb West Nederland blz 334 e.v. H.7.3. vb Rotterdam blz 338. H7.3. vb Brabantstad blz 352 en Eindhoven blz 353 H.6.2.2

1521 De vestigingsplaats van dienstverlenende bedrijven hangt samen met de wens het bedrijf voor mensen en andere bedrijven bereikbaar te maken. Veel dienstverlenende bedrijven zijn daarom in een stedelijk gebied gevestigd. H6.2 blz 80 e.v. 1522 In dunbevolkte gebieden is voor voorzieningen weinig draagvlak. Waar een mooi landschap of een zonnig en warm klimaat bestaan, kunnen voorzieningen voor toeristen tot ontwikkeling komen. ] H6.2 blz 82 e.v. 1523 Omdat de gebieden waar mensen wonen, werken, winkelen en recreëren niet samenvallen is er een grote behoefte aan verbindingen en aan bedrijven voor verkeer en communicatie. Vooral verbindingen voor het personenverkeer en het goederentransport leggen een groot beslag op de ruimte. H6.2 blz 82 e.v. Stad H.7.2. vb Londen blz 304 H.7.2. vb Rome blz325 H.7.2. vb Athene Toerisme H.6.4.2 H.6.2. blz 217 e.v. H6.3. blz 237 H.7.2. vb Spanje Verbindingen H.6.3. blz 238 e.v. H.7.2. Parijs blz 307 H.7.3. vb Randstad blz 336 e.v. H.7.3. vb Utrecht blz 338 e.v. H.6.2. BB nr 124, 125, 127, 128? BB nr 119, 120

1330 Natuur en milieu 1331 Landbouw heeft veel ruimte nodig. In veel landen is landbouw dan ook de belangrijkste vorm van grondgebruik en wordt het landschap sterk door de landbouw bepaald. H4.3 blz 57 e.v. 1332 Omdat de landbouw voedsel produceert, is haar invloed op de gezondheid van mensen groot. H4.3 blz 57 e.v. 1333 Landbouw kan het evenwicht in de natuur verstoren, vooral door vervuiling van grond, water en lucht en de beperking van de diversiteit van planten en dieren. H4.3 blz 57 e.v. 1334 In duurzame landbouw wordt het natuurlijke evenwicht zo min mogelijk verstoord. Boeren gebruiken minder chemische middelen om onkruid en plantenziektes te voorkomen. In plaats daarvan maken zij meer gebruik van natuurlijke hulpmiddelen. Hierdoor kan de landbouw (onherstelbare) schade aan de natuur voorkomen en daardoor ook op lange termijn opbrengsten verzekeren. H4.3 blz 57 e.v. duurzame productie H.6.2.2 H.9.2.1 H.9.2.1 H.6.2.3 BB nr 54

1431 Bij de productie in fabrieken komen vaak afvalstoffen vrij die bodem, water en lucht vervuilen. Ook komen veel producten uit de fabriek na gebruik door de consument in het milieu terecht. H5.3 blz 73 e.v. 1432 Een ongebreidelde productie leidt op den duur tot uitputting van grondstoffen en energiestoffen, omdat de voorraden daarvan beperkt zijn. H5.3 blz 73 e.v. 1433 Om een gezond leefmilieu te waarborgen is het belangrijk dat de samenleving er voor zorgt dat bij de productie van goederen natuur en milieu zo weinig mogelijk worden belast. Dat betekent dat de fabriek moet zoeken naar productiemethoden en producten die schade aan het milieu beperken. H5.3 blz 73 e.v. 1434 Ook consumenten kunnen bij de aankoop van producten en de manier waarop ze met het afval omgaan rekening houden met de gevolgen voor het milieu. H5.3 blz 73 e.v. H.8.6.4 H.7.2. vb Brussel blz 309 H.10.2 H.10.2 H.10.2 H.10.2

1530 Natuur en milieu Dienstverlenende bedrijven kunnen natuur en milieu bedreigen. Dat gebeurt vooral door het massale verkeer dat ze oproepen en door grootschalige recreatievoorzieningen in kwetsbare gebieden. H6.3 blz 84 e.v. H.7.2. vb Alpen blz 312 H.7.3. vb Randstad blz 340 e.v. H.7.13. vb Oost Nederland blz 344 e.v. H.7.3. vb Gelders Poort blz 347