1 les 23 Het grootste profetische tijdperk Wie zijn in deze profetie de ram en de bok? Daniël 8:3-7 En ik hief mijn ogen op, en ik zag, en ziet, een ram stond voor dien vloed, die had twee hoornen, en die twee hoornen waren hoog, en de een was hoger dan de andere, en de hoogste kwam in het laatste op. 4 Ik zag, dat de ram met de hoornen tegen het westen stiet, en tegen het noorden, en tegen het zuiden, en geen dieren konden voor zijn aangezicht bestaan, en er was niemand, die uit zijn hand verloste; maar hij deed naar zijn welgevallen, en hij maakte zich groot. 5 Toen ik dit overlegde, ziet, er kwam een geitenbok van het westen over den gansen aardbodem, en roerde de aarde niet aan; en die bok had een aanzienlijken hoorn tussen zijn ogen. 6 En hij kwam tot den ram, die de twee hoornen had, dien ik had zien staan voor den vloed; en hij liep op hem aan in de grimmigheid zijner kracht. 7 En ik zag hem, nakende aan den ram, en hij verbitterde zich tegen hem, en hij stiet den ram, en hij brak zijn beide hoornen; en in den ram was geen kracht, om voor zijn aangezicht te bestaan; en hij wierp hem ter aarde, en hij vertrad hem, en er was niemand, die den ram uit zijn hand verloste. In dit gezicht strijdt de ram met 2 hoorns (Medo-Perzië) tegen de bok met een grote hoorn tussen de ogen (Griekenland).
Geeft de Bijbel zelf antwoord op de vraag welk rijk de ram en welk rijk de bok is? 2 Daniël 8:20-21 De ram met de twee hoornen, dien gij gezien hebt, zijn de koningen der Meden en der Perzen. 21 Die harige bok nu, is de koning van Griekenland; en de grote hoorn, welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning.
Hoeveel rijken ontstonden uit het de bok? 3 Daniël 8:8 En de geitenbok maakte zich uitermate groot; maar toen hij sterk geworden was, brak die grote hoorn, en er kwamen op aan deszelfs plaats vier aanzienlijke, naar de vier winden des hemels. Nu gaat de profetie een stap verder. Uit het derde rijk Griekenland ontstonden 4 rijken.
Zijn die 4 rijken even krachtig als Griekenland? 4 Daniël 8:21-22 en de grote hoorn, welke tussen zijn ogen is, is de eerste koning. 22 Dat er nu vier aan zijn plaats stonden, toen hij verbroken was; vier koninkrijken zullen uit dat volk ontstaan, doch niet met zijn kracht.
Wat gebeurt er met één van de 4 hoorns? 5 Daniël 8:9-12 En uit een van die kwam voort een kleine hoorn, welke uitnemend groot werd, tegen het zuiden, en tegen het oosten, en tegen het sierlijke land. 10 En hij werd groot tot aan het heir des hemels; en hij wierp er sommigen van dat heir, namelijk van de sterren, ter aarde neder, en hij vertrad ze. 11 Ja, hij maakte zich groot tot aan den Vorst diens heirs, en van Denzelven werd weggenomen het gedurig offer, en de woning Zijns heiligdoms werd nedergeworpen. 12 En het heir werd in den afval overgegeven tegen het gedurig offer; en hij wierp de waarheid ter aarde; en deed het, en het gelukte wel. Wij zien nu hoe uit één van deze vier hoorns een andere hoorn opkomt (Daniël 8:8-12), die bijzonder groot wordt.
Uit één van de 4 hoorns komt een andere hoorn op. Welke macht bleek dit te zijn? 6 Daniël 8:13 Daarna hoorde ik een heilige spreken; en de heilige zeide tot den onbenoemde, die daar sprak: Tot hoelang zal dat gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden afval zijn, dat zo het heiligdom als het heir ter vertreding zal overgegeven worden?. In de vorige lessen is al aangegeven dat deze kleine hoorn een antichristelijke macht werd.
7 Wat zegt de Bijbel zelf over die andere hoorn? Daniël 8:23-25 Doch op het laatste huns koninkrijks, als het de afvalligen op het hoogste gebracht zullen hebben, zo zal er een koning staan, stijf van aangezicht, en raadselen verstaande; 24 En zijn kracht zal sterk worden, doch niet door zijn kracht; en hij zal het wonderlijk verderven, en zal geluk hebben, en zal het doen; en hij zal de sterken, mitsgaders het heilige volk verderven; 25 En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.
8 Naar welke instantie verwijst Daniël 8:23-25 heen? Daniël 8:23-25 zo zal er een koning staan, stijf van aangezicht, en raadselen verstaande..mitsgaders het heilige volk verderven; zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden. bron: http://bazuintesion.nl/mediapool/107/1072958/data/hoeksteen-37.pdf Een koning staan, stijf van aangezicht, en raadselen verstaande is een bijbelse verwijzing naar het pauselijke Rome!
Wat wordt bedoelt met 'op vleugelen van gruwelen'? Daniël 9:7 Over de gruwelijke vleugel zal een verwoester zijn, zelfs tot aan de voleinding, die, vast besloten, uitgegoten zal worden over de verwoeste. bron: http://bazuintesion.nl/mediapool/107/1072958/data/hoeksteen-37.pdf Toen het Romeinse rijk ten onder was gegaan kwam er een nieuwe macht, een verwoester tot het einde toe. Op de puinhopen van het Romeinse rijk kwam het pausdom als een sfinx omhoog. Op vleugelen van gruwelen. Het pausdom is een geestelijke macht die in stand gehouden wordt en opkwam door alle gruwelen in zich op te nemen die zich in het Romeinse rijk bevonden. 9
Welke vraag staat centraal in Daniël 8:13? 10 Daniël 8:13 Daarna hoorde ik een heilige spreken; en de heilige zeide tot den onbenoemde, die daar sprak: Tot hoelang zal dat gezicht van het gedurig offer en van den verwoestenden afval zijn, dat zo het heiligdom als het heir ter vertreding zal overgegeven worden? Hier zinspeelt de engel op de grote afval die door de kleine hoorn (de antichristelijke macht) was teweeggebracht, waardoor de bijbelse waarheid ter aarde was geworpen. Het is logisch dat de Bijbel op deze vraag zelf antwoord geeft.
11 Geeft de Bijbel een antwoord op de vraag van Daniël 8:13? Daniël 8:14 En hij zeide tot mij: Tot twee duizend en driehonderd avonden en morgens; dan zal het heiligdom gerechtvaardigd worden. Daniël kreeg NIET direct antwoord op deze duidelijke profetische tekst.
12 Tot welke tijd zou dit gezicht reiken? Daniël 8:17, laatste deel Versta, gij mensenkind! want dit gezicht zal zijn tot den tijd van het einde. De engel verklaart in Daniël 8:17 dat dit gezicht zou reiken tot op de tijd van het einde!
13 Hoe ging het ook weer met de profetische berekening? Ezechiël 4:4-6, laatste deel Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar. Numeri 14:34 Naar het getal der dagen, in welke gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar worden Mijn afbreking. Genesis 1:5 enz. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag. Een profetische dag is gelijk aan een jaar. Deze maatstaf laat zich toepassen op alle in de profetie genoemde tijdsbepalingen.
Nu de maatstaf bekend is wat houdt dit in voor de 2300 avonden en morgens? Ezechiël 4:4-6, laatste deel Ik heb u gegeven elken dag voor elk jaar. Numeri 14:34 Naar het getal der dagen, in welke gij dat land verspied hebt, veertig dagen, elken dag voor elk jaar, zult gij uw ongerechtigheden dragen, veertig jaren, en gij zult gewaar worden Mijn afbreking. Genesis 1:5 enz. En God noemde het licht dag, en de duisternis noemde Hij nacht. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de eerste dag. De 2300 avonden en morgens mogen wij beschouwen als zo veel dagen, wat in de vervulling van de profetie betekent dat wij hier te doen hebben met een tijdsperiode van 2300 jaar. Alvorens wij aandacht schenken aan de 2300 jaar geeft Daniël 9:24 aan dat een klein deel van deze 2300 jaar zou afgesneden worden en dat zou reiken tot de komst van de Messias en de verwoesting van Jeruzalem. 14
15 Welke aspecten spelen een rol bij de profetische berekening van Daniël 9:24? Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. Zeventig weken is een periode van 490 jaar (70x7 dagen).
16 Welke aspecten spelen een rol bij de profetische berekening van Daniël 9:24? Daniël 9:24 Zeventig weken zijn bestemd over uw volk, en over uw heilige stad, om de overtreding te sluiten, en om de zonden te verzegelen, en om de ongerechtigheid te verzoenen, en om een eeuwige gerechtigheid aan te brengen, en om het gezicht, en de profeet te verzegelen, en om de heiligheid der heiligheden te zalven. Zeventig weken is een periode van 490 jaar (70x7 dagen). Deze 490 jaar zouden zich vervullen in de historie van het Joodse volk. Deze periode is afgesneden van de periode van 2300 jaar, maar beide perioden hebben hetzelfde beginjaar als startpunt. Voor alle duidelijkheid: de 2300 jaar zouden reiken tot de tijd van het einde.
17 Wat is het beginpunt van de 70 weken? Daniël 9:25-26 Weet dan, en versta: van dat het woord uitging, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messías, de Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen weer gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. 26 En na die twee en zestig weken zal de Messías uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn; en een volk van de vorst, dat komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vast besloten verwoestingen. De Bijbel zelf gaf het beginpunt van de berekening van de 490 jaar!
Wat is het beginpunt van de 70 weken? Daniël 9:25-26 Weet dan, en versta: van dat het woord uitging, om te doen weerkeren, en om Jeruzalem te bouwen, tot op Messías, de Vorst, zijn zeven weken, en twee en zestig weken; de straten, en de grachten zullen weer gebouwd worden, doch in benauwdheid der tijden. 26 En na die twee en zestig weken zal de Messías uitgeroeid worden, maar het zal niet voor Hemzelf zijn; en een volk van de vorst, dat komen zal, zal de stad en het heiligdom verderven, en zijn einde zal zijn met een overstromende vloed, en tot het einde toe zal er krijg zijn, en vast besloten verwoestingen. 7 weken en 62 weken = 69 weken of te wel een periode van 483 jaar. De 70 weken beginnen met het bevel om Jeruzalem weer op te bouwen 18
19 Wat is het beginpunt van de 70 weken? Jeremia 25:11 En dit ganse land zal worden tot een woestheid, tot een ontzetting; en deze volken zullen den koning van Babel dienen zeventig jaren. Er ging nog al wat gebeuren in deze 483 jaar met Israël, namelijk 1. Hoe het volk de Messias zou verwerpen. 2. Hoe Jeruzalem zou worden verwoest. De profeet Jeremia had reeds gezegd dat deze ballingschap 70 jaar zou duren. Daarna zou het volk Israël weer terugkeren naar hun land.
Wat is het beginpunt van de 70 weken? Ezra 6:14 En de oudsten der Joden bouwden en gingen voorspoediglijk voort, door de profetie van den profeet Haggai en Zacharia, den zoon van Iddo; en zij bouwden en voltrokken het, naar het bevel van den God Israëls, en naar het bevel van Kores, en Darius, en Arthahsasta, koning van Perzië. Het 1e bevel tot terugkeer van de Joden naar Palestina werd gegeven op 539 voor Christus door de Perzische koning Kores. Het 2e bevel was op 519 voor Christus door koning Darius. Het 3e bevel was in 457 voor Christus door koning Arthahsasta. Het laatste bevel is de begindatum van de 70 weken en daarmee ook van de 2300 jaardagen. 20
les 23 Het grootste profetische tijdperk. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' De zwarte verdikte lijn stelt de gehele periode van 2300 jaren voor en is de langste periode die de Bijbel noemt. Het begint bij het jaar 457 voor Christus, toen het bevel werd gegeven tot de wederopbouw van Jeruzalem (zie Ezra 7:11-26). Zeven weken (omgerekend 49 jaar) waren bepaald voor dit herstellingswerk. Deze 7 weken maken deel uit van de 69 weken (483 jaren) die zouden reiken tot op de Messias, De Gezalfde. Jezus werd met de Heilige Geest gezalfd bij Zijn Doop in het jaar 27 na Christus. Zie Mattheus 3:13-17 en Handelingen 10:38. 21
les 23 Het grootste profetische tijdperk. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' In het midden van de zeventigste week (31 na Christus) werd Jezus gekruizigd of zo als de Bijbel stelt 'uitgeroeid'. Dat was ook het ogenblik waarop de offeranden en de dienst in het aardse heiligdom ophielden nog van verder belang te zijn voor God. Daniël 9:26,27. 22
les 23 Het grootste profetische tijdperk 23. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' De overige 3½ van deze ene week reiken tot 34 na Christus, toen Stefanus werd gestenigd en er een grote vervolging tegen de gemeente te Jeruzalem uitbrak. Handelingen 7:59 en Handelingen 8:1. Hiermee eindigden de 70 weken of te wel de 490 jaren: de tijd van Gods bijzondere bemoeienissen met het Joodse volk.
les 23 Het grootste profetische tijdperk. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' Deze 70 weken maken deel uit van de 2300 profetische dagen en reikten tot op het jaar 34 na Christus. De overgebleken 1810 jaren van de periode van 2300 dagen moeten dus reiken tot 1844, toen het oordeel of de reiniging van het hemelse heiligdom zou beginnen. Zie Openbaring 14:6-7. 24
les 23 Het grootste profetische tijdperk 25. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' Wanneer wij vanaf het beginjaar -457, van deze tijdsprofetie er 2300 jaar bij op tellen, moeten wij rekening houden met het feit dat het jaar nul in onze jaartelling niet bestaat en er dus een jaar moet worden opgeteld om dit gegeven in de berekening te compenseren. Op die manier komen wij dus niet uit in 1843, maar in 1844.
les 23 Het grootste profetische tijdperk 26 les 23 Het groots profetische tijdperk. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' Vanaf die tijd ging bijzonder licht op over het hemelse heiligdom en over het Middelaarswerk, ook wel Hogepriesterlijk werk genoemd, dat Jezus daar verricht.
les 23 Het grootste profetische tijdperk 27. Deze tekening komt uit het boek 'Eens en voor altijd' Vier grote gebeurtenissen worden in deze profetische periode aangegeven. 1. de zalving van Jezus; 2. de kruiziging van Jezus; 3. de verwerping van het Joodse volk; 4. de aanvang van de tijd van het oordeel.
Vanaf welk jaar zal het hemels heiligdom gereinigd worden? 28 Daniël 9:24 Zeventig weken zijn er bepaald over uw volk en uw heilige stad, om de overtreding te beëindigen, de zonden te verzegelen, de ongerechtigheid te verzoenen, om een eeuwige gerechtigheid tot stand te brengen, om visioen en profeet te verzegelen, en om de Heiligheid van heiligheden te zalven. Vanaf 1844 zal het hemels heiligdom gereinigd worden.