Lesbrief Leeslicht Het gouden uur Karin Giphart Over het boek Bekijk en lees de voorkant, de achterkant en de inhoud.. Hoe heet het boek?.2 Hoe heet de schrijver van het boek?. Hoeveel verhalen staan er in het boek?.4 Op welke bladzijde staat de Woordenlijst? 2 Leesvragen 2. Inleiding, bladzijde Lees bladzijde. Welke vraag heeft de schrijver aan haar familie en vrienden gesteld? A Wat neem je mee? B Geloof je in de hemel? 2 Lees bladzijde. Zijn alle herinneringen in dit boek echt? A Ja B Nee 2.2 Het geheim, bladzijde Lees bladzijde. Waar heeft de verteller Anne leren kennen? A Tijdens een etentje. B In de bibliotheek.
2 Lees bladzijde 2. Er staat: Gedumpte vrouwen raken altijd zo verbitterd. Leg in je eigen woorden uit wat verbitterd betekent. Schrijf het hieronder op: Zoek daarna het woord verbitterd op in de woordenlijst op bladzijde 9. Lees bladzijde 4. Er staat: Aarzelend pak ik het pakketje op. Wat betekent aarzelend? A Dat je iets niet meteen durft te doen. B Dat je zo blij bent dat je niet kunt wachten. 4 Lees bladzijde. Cees geeft zijn vrouw een kookboek Lees bladzijde. Er staat: Het spijt me Diaan. Wie is Diaan? A De verteller van het verhaal. B De vrouw van een collega. Lees bladzijde 9. Op welke etage is de blonde vrouw? A Op de tweede etage. B Op de derde etage. Lees bladzijde 2. Welk verhaal vonden Cees en zijn vrouw allebei grappig? A Het verhaal over de zwemmers. B Het verhaal over de man. Lees bladzijde 22. Er is nog een verhalenbundel die Cees graag wil hebben 2. Het gouden uur, bladzijde 24 Lees bladzijde 2. Er staat: Ze lopen van de weg af, zo het gras in. Wie of wat zijn ze? A Een verliefd stelletje. B Zwarte remsporen. 2
2 Lees bladzijde 2. Thomas gaat bij zijn nieuwe buurvrouw op bezoek. Lees bladzijde 29. Waar houdt de vrouw zich aan vast? A Aan de jas van Thomas. B Aan de arm van Thomas. 4 Lees bladzijde 0. De vrouw heeft een houten been. Lees bladzijde. Er staat: Ik ben bang dat ze wegzakt. Dat ze in coma raakt. Wat betekent in coma raken? A Helemaal in de war raken. B Helemaal bewusteloos raken. Lees bladzijde 4. Waar kwam Oma Pesch vandaan? A Uit Duitsland. B Uit Indonesië. Lees bladzijde 9. Wat zit er in het dashboardkastje? A Lege snoepzakken, koekjes en een make-up doosje. B Een pistool en drugs. Lees bladzijde 40. De vrouw heet Nori.. 9 Lees bladzijde 4. Welke kleur heeft het busje? A Rood B Wit 0 Lees bladzijde 4. Waarom scheurt het busje weg? A De jongens hebben teveel alcohol gedronken. B De jongens willen bij de kettingbotsing kijken.
Lees bladzijde 4. Er staat: Ik kom overeind en sla nijdig met mijn hand op het dashboard. Wat betekent nijdig? A Heel hard. B Heel boos. Lees bladzijde 49. Er staat: Je gaat bij me weg hè?, riep ze huilend. Wie riep dat? A Nori B De ex-vriendin van Thomas. 4 Lees bladzijde en 2. Wat heeft Thomas van zijn oom Geert geleerd? A Hoe je sperma uit je baard moet halen. B Dat je je altijd moet wassen met koud water. Lees bladzijde 4. Waar ging het marktonderzoek over? A Over sojamelk. B Over allergieën. Lees bladzijde. Waarin snuit Nori haar neus? A In de zakdoek van Thomas. B In de mouw van Thomas. 2.4 Tomaatjes, bladzijde Lees bladzijde 9. Waar zagen Kimo en Maas elkaar voor het eerst? A Op het consultatiebureau. B Op de peuterschool. 2 Lees bladzijde 0. Er staat: Dat vierden we met een onveilige vrijpartij. Wat is een onveilige vrijpartij? A Dat je seks hebt zonder voorbehoedsmiddel. B Dat je seks hebt op een gevaarlijke plek. Lees bladzijde. Waar gaat Kimo soms mee uit met Maas en zijn vriendin? A In Haarlem. B In Amsterdam. 4
4 Lees bladzijde. Er staat: Ze is kwaad omdat ik van haar salade wilde snoepen, zegt Kimo. Is het waar wat Kimo zegt? A Ja B Nee Lees bladzijde. Er staat: Hoe duur zou zoiets zijn? Wat bedoelt de verteller? A Hoe duur zou een trouwjurk zijn? B Hoe duur zou het zijn om iemand te vermoorden? Lees bladzijde. Kimo is dol op kerstomaatjes. Lees bladzijde 2. De verteller werkt altijd op maandag. Lees bladzijde. Wie is er dood? A Kimo B Maas 2. Carnaval, bladzijde Lees bladzijde. Wie gaan naar een café? A Ton en Lava. B Floor en de man van Lava. 2 Lees bladzijde 9. De man van Lava is blij dat Lava verliefd is op Ton. Lees bladzijde 2. Wie heeft meer ervaring op het gebied van seks? A Ton B Lava
4 Lees bladzijde 4. Hoeveel broers en zussen heeft Lava? A Zeven B Acht Lees bladzijde. Lava s man wil graag dat Lava gaat werken. Lees bladzijde 9. Er staat: Het telefoontje is heel beschaafd. Wat is een ander woord voor beschaafd? A Gespannen B Keurig Lees bladzijde 92. Waar zien Lava en Ton elkaar? A In het atelier van Ton. B In het appartementje van Lava. Lees bladzijde 92. Ton is nog boos op Lava. Voorleesvragen, om over te praten. Inleiding / Wat neem jij mee? De docent of een cursist leest bladzijde en voor. Luister en lees mee. Er staat: Stel, je gaat bijna dood. En je mag een uur van je leven meenemen. Naar de hemel, of war je ook maar in gelooft. Welke herinneringen neem je dan mee? Welke herinneringen zou jij meenemen? En waarom? Als je wilt, vertel het dan aan je medecursisten. Vraag het ook aan andere cursisten. Bespreek het samen..2 Het geheim / Lezen De docent of een cursist leest bladzijde 20 voor. Luister en lees mee. Er staat: Hij had nog nooit in zijn leven een boek gelezen. Kun je je dat voorstellen? Kun jij je dat eigenlijk voorstellen? Wanneer heb jij leren lezen en hoe ging dat? Vertel er iets over aan de andere cursisten. Vraag ook wanneer zij hebben leren lezen en hoe ze dat vonden. Praat er samen over.
. Het geheim / Gelukkig maar De docent of een cursist leest bladzijde 22 voor. Luister en lees mee. Er staat: Cees lacht en verslikt zich. Ik probeer hem op zijn rug te kloppen. Maar hij wuift me weg. Het gaat wel weer, zegt hij kuchend. Gelukkig maar, zeg ik. Gelukkig maar. Hoe denk jij dat het verhaal verder zal gaan? Vraag het ook aan je medecursist. vertel het aan elkaar..4 Het gouden uur/ Hersens De docent of een cursist leest bladzijde 2 voor. Luister en lees mee. Er staat: Alles doet pijn. Waar ben ik? Wat is er gebeurd?, vraagt de vrouw weer Steeds hetzelfde vragen betekent dat de hersens beschadigd zijn Heb jij zelf wel eens een hersenschudding gehad? Hoe voelde dat? Was je toen ook vergeetachtig? Of herken je dit van iemand die je kent? Vertel er iets over. Vraag het ook aan andere cursisten.. Het gouden uur/ Marktonderzoek De docent of een cursist leest bladzijde 4 voor. Luister en lees mee. Er staat: Maar op een dag deed ik voor mijn werk een marktonderzoek. Het ging over sojamelk, ik weet het nog goed. Zoek het woord marktonderzoek op in de woordenlijst op bladzijde 94. Heb jij wel eens meegedaan aan een marktonderzoek op straat of op internet? Waar ging dat over? En hoe vond je het om mee te doen? Praat er samen over.. Tomaatjes / Beste vriend De docent of een cursist leest bladzijde 9 voor. Luister en lees mee. Er staat: Maas en kimo waren baby s toen ze elkaar voor het eerst zagen. Dat was op het consultatiebureau. Hun moeders raakten met elkaar aan de praat. En Kimo pakte het enige plukje haar van Maas. Hij wilde het niet meer loslaten. De vriendschap tussen Maas en Kimo is heel vroeg begonnen. Heb jij zelf een vriend of vriendin die je al heel lang kent? Hoe is die vriendschap begonnen? Hoe vind je het om iemand al zo lang te kennen? Vertel er iets over. Vraag het ook aan andere cursisten. Praat er samen over.. Tomaatjes / Schaamte De docent of een cursist leest bladzijde voor. Luister en lees mee. Er staat: Ik weet niet waarom ik het aan niemand vertel. Misschien is het de schaamte. Misschien ben ik bang dat mensen me niet geloven. Begrijp jij waarom ze aan niemand vertelt wat er gebeurd is? Komt het door schaamte, denk je? Vraag het ook aan andere cursisten. Bespreek het samen.
. Carnaval / Open huwelijk De docent of een cursist leest bladzijde voor. Luister en lees mee. Er staat: Lava schrijft dat hun open huwelijk alleen voor haar man geldt. En niet voor haar. Volgens haar man hebben mannen dat nu eenmaal nodig. Wat is een open huwelijk, volgens jou? Wat vind je van een open huwelijk? Ken jij mensen met een open huwelijk? Vertel er iets over. Vraag het ook aan je medecursist. Bespreek het samen..9 Carnaval / Depressie De docent of een cursist leest bladzijde voor. Luister en lees mee. Er staat: Ik ben het oudste meisje. ik word al gauw een tweede moeder voor mijn broertjes en zusjes. Mijn moeder is geestelijk niet sterk. Misschien komt dat door de postnatale depressies die ze heeft. Zoek het woord postnatale depressie op in de woordenlijst op bladzijde 9. Hoe vind je het dat Lava een tweede moeder voor haar broertjes en zusjes moet zijn? Ken jij mensen die depressief zijn? Vertel er iets over. Vraag het ook aan je medecursist. Bespreek het samen. 4 Tot slot 4. De titel van het boek is Het gouden uur. Vind je de titel goed bedacht? Waarom? Als jij een andere titel mocht bedenken voor dit boek, wat zou je dan bedenken? Vraag ook aan vier medecursisten welke titel zij bedacht hebben. Schrijf de vijf titels hieronder op. 2 4 4.2 Bedenk nu drie woorden die duidelijk maken wat je van het boek vindt. Bijvoorbeeld: grappig, interessant, raar, herkenbaar, saai. Schrijf de woorden hier op. 4. Vertel ook waarom je deze woorden kiest. Bespreek het samen.