Praktische opdracht ANW DNA Praktische-opdracht door een scholier 2382 woorden 31 maart 2005 6,6 52 keer beoordeeld Vak ANW Inleiding Deze PO gaat over het onderwerp DNA. Het onderwerp konden wij zelf niet kiezen. Toch lijkt het onderwerp DNA ons interessant omdat wij nog maar weinig over DNA weten. Onze hoofdvraag is: Waarom is DNA zo belangrijk bij misdrijven? DNA-fingerprinting DNA wordt gebruikt als hulpmiddel bij sporenonderzoek. Als er DNA wordt achtergelaten kan de politie daar onderzoek mee doen om daarmee zo snel mogelijk de dader te vinden. Je kunt daarvoor de volgende middelen gebruiken: Bloed, speeksel en haren. De politie komt daaraan omdat er een monster wordt opgenomen van het slachtoffer op de plek van het misdrijf. Dan gaan ze dat vergelijken met het DNA van de vermoedelijke dader. Je moet eerst het DNA isoleren uit het sporenmateriaal en uiteindelijk blijft er een heel klein beetje zuiver DNA over. Daarna wordt het DNA met speciale enzymen in kleine stukjes geknipt, er ontstaan miljoenen stukjes DNA. Vervolgens worden deze stukjes DNA op een speciale gel gescheiden. Door de gel gaan de kleinere stukjes sneller bewegen als de grotere stukjes, hierdoor ontstaat een patroon van DNA strengetjes die gescheiden zijn op grootte. Dit patroon heet het DNA-profiel. Dat gaan ze in het laboratorium met elkaar vergelijken om zo de goede dader te vinden, zodat er niet een onschuldige de bak ingaat. Uit sommige DNA-profielen kun je aflezen of iemand blank of zwart, man of vrouw is. Verder kun je (nog) niet uiterlijke kenmerken uit een DNA-profiel aflezen. Er worden in Amerika en Engeland wel tests ontwikkeld, waarmee je kunt zien welke kleur haar of ogen iemand heeft. Je kunt het DNA-profiel vergelijken met het DNA-profiel van het sporenmateriaal, zo kun je erachter komen of iemand iets met de zaak te maken heeft. Het DNA-profiel is betrouwbaar als er minimaal zeven patronen van de mogelijke verdachte zijn gemaakt. Als deze allemaal overeen komen met het patroon van het sporenmateriaal, dan zou deze persoon DE verdachte kunnen zijn. DNA-onderzoek en de wet https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 1 van 6
Het allereerste DNA-onderzoek werd in 1987 gedaan in Engeland. Het was ook meteen een grootschalig onderzoek. In 1983 en 1986 werden in Engeland twee meisjes van 15 jaar onder ongeveer dezelfde omstandigheden vermoord. In 1987, toen ze niet wisten waar ze verder moesten zoeken, besloot de politie andere dingen te doen. Dat jaar was net door de geneticus Alec Jeffreys de'genetic fingerprinting technique' ontwikkelt. De politie probeerde of ze met deze techniek de dader konden vinden. Alle mannen zonder alibi tussen de 16 en de 34 jaar uit de omgeving van het plaatsdelict werden gevraagd om mee te doen aan dit eerste DNA-onderzoek. De politie dacht dat ze niet op deze manier de dader zouden vinden, maar dat de dader het DNA-onderzoek niet zou doen en zich daardoor verdacht zou maken. Dat klopte ook. In augustus 1987 hoorde de politie van een vrouw dat zij in een pub een collega had horen vertellen dat hij de DNA-test voor iemand anders had gedaan. Via deze man kwam de politie op het spoor van Colin Pitchfork, de man die de test had vervalst. Zijn DNA-profiel bleek overeen te komen met het DNA-profiel uit het sporenmateriaal dat was gevonden op de twee vermoorde meisjes. In deze zaak werd ook voor het eerst iemand vrijgelaten dankzij DNA-bewijs. Een geestelijk gestoorde man, die de moord op één van beide meisjes had bekend, kon als dader worden uitgesloten omdat zijn DNAprofiel niet gelijk was met het DNA-profiel uit het sporenmateriaal dat was gevonden op de twee vermoorde meisjes. Wat wel en wat niet mag in DNA-databank is vastgelegd in de artikelen 14 t/m 18 van het Besluit van 27 augustus 2001. In de artikelen staat het volgende beschreven: - Artikel 14: hierin staan de taken en bevoegdheden van de beheerder - Artikel 15: hierin staat wie er informatie uit de DNA-databank mag opvragen. - Artikel 16 en 17: hierin staan regelingen voor het verwijderen van DNA-profielen van personen die niet langer als verdachte gezien kunnen worden. - Artikel 18: hierin staan een aantal andere reden voor het verwijderen van DNA- profielen uit de databank, zoals het gevolg van het verstrijken van de bewaartermijn De volgende gegevens geven weer hoe lang een DNA-profiel bewaard mag worden. - Sporen aangetroffen op de plaats delict:18 jaar - Profielen van overleden slachtoffers: 18 jaar - Verdachten en nadien veroordeelden van misdrijven waar vier tot zes jaar op staat: 20 jaar - Verdachten en nadien veroordeelden van misdrijven waar meer dan zes jaar op staat: 30 jaar. Een voorspelling voor het aantal personen en het aantal DNA-sporen, opgeslagen in de DNA-databank, is gedaan door het doortrekken van de grafiek. Voorspelling voor 2008: - Personen: 14500 - Sporen: 37800 In november 2001 kwam er een nieuwe DNA-wetgeving. Voordat deze wetgeving er was, mocht je pas een verdachte dwingen zijn DNA-materiaal af te geven, als er een straf van zes of acht jaar op staat. In de nieuwe wetgeving mag dit al na 4 jaar. Door de nieuwe wetgeving mag de officier van justitie ook het https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 2 van 6
bevel geven een DNA-onderzoek te laten verrichten. Tot nu toe mocht alleen de rechter-commissaris dat. Het afnemen van het DNA-onderzoek zal door deze wet niet langer door bloedprikken gebeuren, maar wordt gedaan door het afnemen van wangslijmvlies. Als de verdachte zich verzet bij het afnemen van DNA mag er gebruik gemaakt worden van ander lichaamsmateriaal, bijvoorbeeld een haar. Van een niet-verdachte persoon mag niet DNA worden afgenomen (door bijvoorbeeld een sigaret), behalve als het vrijwillig is. Als de niet-verdachte zijn DNA heeft afgestaan, mag zijn profiel niet vergeleken worden met het DNA-profiel uit oude sporen. Cold and old cases Old cases zijn zaken waaraan de afdeling Biologie van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) biologisch onderzoek heeft verricht. Dit is dan wel gebeurd in de tijd dat DNA-onderzoek als methode nog niet toepasbaar was of alleen af en toe toegepast werd. In deze periode werd er aan biologisch sporenmateriaal onder andere bloedgroepen- en enzymenonderzoek uitgevoerd. Het biologische sporenmateriaal wat er in die tijd gevonden is, is nog steeds aanwezig bij het NFI. Soms kan het nuttig zijn een (oude) zaak die nog niet opgelost is opnieuw te bekijken en dan gebruik te maken van DNA-onderzoek. Alleen het Openbaar Ministerie (OM), die de zaak in die tijd behandeld heeft, kan beslissen of een zaak opnieuw geopend mag worden om gebruik te maken van DNA-onderzoek. Als het zinvol lijkt, wordt door het OM aan het NFI een opdracht voor DNA-onderzoek gegeven. Cold cases zijn zaken die door de politie en/of door het OM heropend worden en die al eerder afgesloten waren omdat er onvoldoende mogelijkheden waren om tot de oplossing te komen. Er kunnen verschillende redenen zijn om een zaak te heropenen: - Er zijn nieuwe gegevens beschikbaar. - Men wil een nieuw team opnieuw naar alle beschikbare gegevens laten kijken (second opinion) om te bekijken of dat tot nieuwe inzichten kan leiden. - Er zijn nieuwe onderzoekstechnieken beschikbaar gekomen waardoor men nu wel (of meer) bewijsmateriaal kan krijgen. Het verschil tussen oude zaken en koude zaken is dat oude zaken opnieuw worden onderzocht op basis van bij het NFI aanwezig sporenmateriaal. Koude zaken worden heropend op initiatief van de politie en/of het OM. Hier een voorbeeld van een zaak die door een cold case squad is heropend. In augustus 1994 werd de 26-jarige Utrechtse Annet van Reen vermoord. Twee jaar later, in mei 1997, werd de 18-jarige Groningse studente Anne de Ruyter de Wildt vermoord. Het DNA-profiel van een van de getuigen van Annet van Reen werd in april 1999 opgeslagen in de DNA-databank. In 1999 bekeek een nieuw gespecialiseerd opsporingsteam de onopgeloste moordzaak Van Reen opnieuw. Het biologische sporenmateriaal in deze zaak werd toen door medewerkers van het NFI opnieuw onderzocht. Zes jaar daarvoor leverde dat een onbruikbaar daderprofiel op. Dankzij nieuwe onderzoekstechnieken kon uit de DNA-sporen op een sigarettenpeuk, die op de plek van het misdrijf werd aangetroffen, nu een mengprofiel worden gemaakt. Dit bevat de DNA-profielen van zowel de dader als het slachtoffer. Dankzij https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 3 van 6
sommige technieken konden nu meer DNA-kenmerken (tien in plaats van zes) worden zeker gesteld. In de zaak-anne de Ruyter de Wildt was ook sprake van een mengprofiel. Nagelvuil bij het slachtoffer leverde DNA-sporen op van dader en slachtoffer. Dit mengprofiel werd vervolgens handmatig vergeleken met de daderprofielen in de DNA-bank. In beide zaken leidde het spoor naar een 29-jarige Groninger. De man bekende in 2000 de twee moorden. Grootschalig DNA-onderzoek Op de volgende twee manieren kan DNA onderzoek tot de aanhouding van een verdachte leiden: Van de personen die meedoen aan het grootschalige DNA onderzoek wordt met behulp van een steriel wattenstaafje wat wangslijm afgenomen. Dit wattenstaafje wordt opgestuurd naar het Nederlands Forensisch Instituut (het NFI), zij gebruiken dit voor het bepalen van het DNA profiel van de wangslijmdonor. Dit DNA profiel wordt vergeleken met het DNA profiel van de (onbekende) dader dat is gevonden op het slachtoffer of op de plaats delict. Komt het DNA profiel van de wangslijmdonor overeen met het gevonden daderprofiel, dan is de dader gevonden. De politie kan een groep personen uitnodigen voor een grootschalig DNA onderzoek. Personen die het misdrijf niet op hun geweten hebben, zullen waarschijnlijk aan dit onderzoek meewerken, omdat zij niets te verbergen hebben. Als de dader bij deze groep hoort, zal hij proberen zich aan het onderzoek te onttrekken, wat hem juist verdacht maakt. De voorwaarden waaronder het Openbaar Ministerie toestemming geeft voor een grootschalig DNA onderzoek: Het moet aannemelijk zijn dat het aangetroffen spoor een daderspoor is en dat het onderzoek van dit spoor een bijdrage kan leveren aan de opheldering van het misdrijf. Er moeten sterke aanwijzingen zijn, voorzien van voldoende bewijzen, dat het spoor afkomstig is van een persoon die zich binnen de geselecteerde kring van verdachten bevindt. Vervolgens dienen de DNA- profielen van het aangetroffen materiaal voldoende onderscheidende kenmerken te bevatten. De kring van de te onderzoeken personen moet niet groter zijn dan noodzakelijk is voor het vinden van de waarheid. Daarbij spelen niet alleen de belangen van betrokkenen een rol, maar ook het algemene opsporingsbelang. Zo dient het beslag op de capaciteit van het NFI en de politie zo beperkt mogelijk te zijn om ruimte te houden voor onderzoek in andere (belangrijke) zaken. Misdaadverslaggevers storten zich op onopgeloste zaken en verkondigen in de media dat het OM (Openbaar Ministerie) grootschalig DNA-onderzoek moet inzetten voor het oplossen van de zaak. Peter R. de Vries neemt wel zulke initiatieven, waardoor het DNA-onderzoek vaak toch nog de dader vindt. Soms worden er wel te grote onderzoeken gedaan, onder 1.000 mensen bijvoorbeeld of nog meer. Het kost veel geld en tijd om bij allemaal DNA af te nemen. https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 4 van 6
Voordelen van grootschalig DNA onderzoek: Nadelen van Grootschalig DNA onderzoek: Grootschalig DNA-onderzoek kan een verdachte opleveren die men anders niet of minder snel zal verdenken. Grootschalig DNA-onderzoek kan ertoe leiden dat de klassieke grondslagen van het strafrechtelijke opsporingsonderzoek dat zich immers richt op personen tegen wie tot het individu herleidbare aanwijzingen bestaan voor een mogelijke betrokkenheid bij het delict worden verlaten. Grootschalig DNA -onderzoek kan personen de mogelijkheid bieden aan te tonen dat zij niet (meer) als verdachte kunnen worden beschouwd. De eventuele sociale druk om mee te werken aan het onderzoek en de mogelijke verdenking vanuit de samenleving die je over zich heen krijgt wanneer je weigert, zorgt ervoor dat je je verplicht voelt mee te werken aan het onderzoek. Dit zet de vrijwilligheid van je onder druk. Het uitsluiten van bepaalde personen als verdachte kan ook voor het opsporingsonderzoek van belang zijn, omdat het onderzoek zich verder niet meer op deze personen hoeft te richten. Een grootschalig onderzoek biedt nooit de zekerheid dat de dader zich ook daadwerkelijk onder de geselecteerde groep van verdachten bevindt. Het uitvoeren van een grootschalig DNA-onderzoek kan het vastgelopen onderzoek (als gevolg van de publiciteit waarmee een dergelijk onderzoek gepaard zal gaan) nieuwe tips en aanwijzingen opleveren. Het is heel waarschijnlijk dat wanneer meerdere mensen zien wat een DNA-onderzoek betekent en onder welke voorwaarden het kan plaatsvinden, de kans dat derden, waaronder de dader, aan het onderzoek zullen meewerken, zal afnemen. Ook kan het gebruik van grootschalig DNA onderzoek in sommige gevallen efficiënter zijn dan het nog maandenlang doorrechercheren met een groot rechercheteam. Grootschalige DNA-onderzoeken vergen een fors capaciteitsbeslag vooral van politie en NFI, tegen hoge kosten. 40 jaar DNA-onderzoek bij misdrijven Er komt een Europese standaardisatie van de fingerprinting methode, zodat mensen dan binnen de EU gegevens uit kunnen geven. Niet van iedere Nederlander is het DNA profiel opgeslagen in een databank, want nu is iedereen die voor acht jaar of langer de cel in moet verplicht om DNA af te geven. Dat wordt korter als je maar even de cel in moet. Dat gaat dan op vrijwillige basis, als je het niet doet is het goed maar als je het wel doet kan je strafvermindering krijgen. Ik vind het op zich wel goed want hierdoor worden er veel meer misdrijven opgelost. Aan de andere kant wordt de privacy van de mensen natuurlijk wel aangetast als hun bloed op de databank staat. Slimme daders, inbrekers of moordenaars laten een sigarettenpeuk achter met het speeksel van iemand anders erop, zodat iemand anders de verdachte wordt terwijl die er helemaal niks mee te maken heeft. In het ergste geval weet diegene er niks van af en gaat zo dus de cel in en dat wordt dan een ware nachtmerrie. Ik zou graag zien dat DNA onderzoek over twintig jaar een grotere rol speelt bij het oplossen van misdrijven, zodat er o.a gerichter gezocht kan worden naar dader(s) van misdrijven. DNA kan ervoor zorgen dat iemand niet wordt veroordeeld voor een misdaad die hij of zij niet heeft gepleegd. Nog te vaak worden mensen onterecht veroordeeld en blijft de dader vrij rondlopen en er is dan een grote kans dat de dader meerdere misdrijven kan plegen. https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 5 van 6
Dankzij DNA (-sporen) kan men er zeker van zijn dat degene die veroordeeld wordt ook echt de dader van het misdrijf is. Dit is vooral belangrijk voor nabestaanden van slachtoffers. Conclusie DNA is heel belangrijk voor het oplossen van misdrijven, want als je bijvoorbeeld bloed wat op het slachtoffer gevonden is met het bloed van de dader vergelijkt en het komt overeen, dan heb je dus de goede dader te pakken. En kan hij straf krijgen want als er nou bijvoorbeeld alleen maar een getuige was. Die vertelt misschien niet de waarheid en dan krijgt iemand die niet schuldig is de schuld. Als iemand de cel in moet voor meer dan acht jaar, wordt DNA afgenomen. Dat wil men eerder doen als je nu bijvoorbeeld maar een paar weken moet. Dat gaat op vrijwillige basis en dan krijg je strafvermindering. Kortom DNA is heel belangrijk voor het oplossen van misdrijven. Bronnenlijst: www.dnasporen.nl http://www.kennislink.nl/web/show?id=89665&showframe=content&vensterid=7034&prev=89653 http://huiswerk.scholieren.com/werkstukken/verslag.php?verslagid=14451 http://huiswerk.scholieren.com/werstukken/verslag.php?verslagid=7167 www.nrc.nl/w2/lab/dna/nieuws.html https://www.scholieren.com/verslag/praktische-opdracht-anw-dna-21133 Pagina 6 van 6