UITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN



Vergelijkbare documenten
Serie. Itotaal= I1 = I2. Utotaal=UR1 + UR2. Rtotaal = R1 + R2. Itotaal= Utotaal : Rtotaal 24 = 10 + UR2 UR2 = = 14 V

Naam: Klas: Repetitie natuurkunde voor havo (versie A) Getoetste stof: elektriciteit 1 t/m 5

Gemengde schakelingen

Hfd 3 Stroomkringen. Isolator heeft geen vrije elektronen. Molecuul. Geleider heeft wel vrije elektronen. Molecuul.

Natuur- en scheikunde 1, elektriciteit, uitwerkingen. Spanning, stroomsterkte, weerstand, vermogen, energie

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 - deel 2

SERIE-schakeling U I. THEMA 5: elektrische schakelingen. Theoretische berekening voor vervangingsweerstand:

R Verklaar alle antwoorden zo goed mogelijk

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

DEEL 6 Serieschakeling van componenten. 6.1 Doel van de oefening. 6.2 Benodigdheden

b. Bereken de vervangingsweerstand RV. c. Bereken de stroomsterkte door de apparaten.

12 Elektrische schakelingen

9 PARALLELSCHAKELING VAN WEERSTANDEN

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

4.2 Het instapprobleem Een roodgloeiende metaaldraad onderdompelen in water

4.0 Elektriciteit 2

Bij een uitwendige weerstand van 10 is dat vermogen 10

3.4.3 Plaatsing van de meters in een stroomkring

Inleiding 3hv. Opdracht 1. Statische elektriciteit. Noem drie voorbeelden van hoe je statische elektriciteit kunt opwekken.

Spanning versus potentiaal

Parallelschakeling - 2

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Denk aan ALLE letters van FIRES! Geef duidelijke berekeningen. Er zijn 4 opgaven. Totaal 35 punten.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

6.0 Elektriciteit 1

Opgave 5 V (geschreven als hoofdletter) Volt (voluit geschreven) hoeft niet met een hoofdletter te beginnen (volt is dus goed).

Elektriciteit. Hoofdstuk 2

Naam: Klas: Repetitie elektriciteit klas 2 1 t/m 6 HAVO (versie A)

Werkstuk Natuurkunde Schakeling

Stroomkringen. opdracht 2

Elektriciteit Inhoud. Elektriciteit demonstraties

Opgave 1 Er zijn twee soorten lading namelijk positieve en negatieve lading.

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

Steven Werbrouck Practicum 2: Schakelen van weerstanden


Over jezelf. Begripstest Elektriciteit BEGIN DE TEST [DOELGROEP: VMBO EN HAVO/VWO-ONDERBOUW]

Elektrische stroomnetwerken

3.2 Instapprobleem met demonstratie Schakelingen van drie lampjes

Lessen in Elektriciteit

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 25 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn

Stevin havo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 6 Stroom, spanning en weerstand ( ) Pagina 1 van 16

Groep 6 - Les 3 Kan deze stroomkring ook?

Elektrische netwerken

Stroom uit batterijen

Leerling maakte het bord volledig zelf

Elektrische huisinstallatie

Over Betuwe College Oefeningen H3 Elektriciteit deel 4

In deze proevenserie gaan we kijken wat elektriciteit is en wat je er mee kunt doen.

Practicum Zuil van Volta

INLEIDING. Veel succes

Naam: Klas Practicum elektriciteit: I-U-diagram van lampje Nodig: spanningsbron, schuifweerstand (30 Ω), gloeilampje, V- en A-meter, 6 snoeren

VWO-gymnasium. VWO gymnasium practicumboek. natuurkunde

6.2 Elektrische energie en vermogen; rendement

Men schakelt nu twee identieke van deze elementen in serie (zie Figuur 3).

Energie : elektriciteit : stroomkringen

Werking van een zekering

Om een lampje te laten branden moet je er een elektrische stroom door laten lopen. Dat lukt alleen, als je een gesloten stroomkring maakt.

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl II

havo practicumboek natuurkunde

Hoofdstuk 26 DC Circuits. Copyright 2009 Pearson Education, Inc.

STROOMKRING. STAP 1 Lees eerst de hele tekst door en bekijk de tekeningen en het montagepaneel.

Elektrische techniek

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Werkblad 1 Serieschakeling gelijke lampjes

1 Elektriciteit Oriëntatie 1.1 Elektrische begrippen Elektrische stroomkring

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

2 Elektriciteit Elektriciteit. 1 A De aal heeft ca 4000 elektrische cellen van 0,15 volt, die in serie geschakeld zijn.

NETWERKEN EN DE WETTEN VAN KIRCHHOFF

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Schakelingen Hoofdstuk 6

Systematische Probleem Aanpak (SPA) Voorbeeld opgave Electriciteit.

Condensator. Het hellingsgetal a is constant. Dit hellingsgetal noemen we de capaciteit van de condensator C. Er geldt dus: C = Q U

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

f. Leg aan de hand van het schema van vraag 4 de eigenschappen van de serieschakeling uit.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Elektrodynamica. 18 augustus Brenda Casteleyn, PhD

4,1. Samenvatting door L. 836 woorden 21 november keer beoordeeld. Natuurkunde. Natuurkunde samenvattingen Havo 4 periode 2.

Samenvatting Natuurkunde H7 elektriciteit

2. maximumscore 1 Het antwoord moet de notie bevatten dat het anders levensgevaarlijk is om de mast aan te raken.

Opgave 2 Een spanningsbron wordt belast als er een apparaat op is aangesloten dat (in meer of mindere mate) stroom doorlaat.

NASK1 SAMENVATTING ELEKTRICITEIT. Wanneer loopt er stroom? Schakelingen

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk Elektrische lading; stroom, spanning en spanningsbron

5 Elektriciteit. 1 Stroomkringen. Nova. 1 a de metalen b isolatoren c een schakelaar

Spanning en sensatie!!! Wat een weerstand!! Elektriciteit. 3HV H3 elektriciteit les.notebook February 13, Elektriciteit 3HV

Tentamen Analoge- en Elektrotechniek

Vrij Technisch Instituut Grote Hulststraat Tielt tel fax

Theorie: Energieomzettingen (Herhaling klas 2)

VWO 4 kernboek B hoofdstuk 8

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Een elektrische schakeling is tot op zekere hoogte te vergelijken met een verwarmingsinstallatie.

Signalen stroom, spanning, weerstand, vermogen AC, DC, effectieve waarde

5,6. Samenvatting door R woorden 24 januari keer beoordeeld. 1 Een stoomkring maken.

Impedantie V I V R R Z R


NaSk 1 Elektrische Energie

Extra opgaven. Bewijs de uitdrukking voor L V in de eerste figuur door Z V = Z 1 + Z 2 toe te passen.

Newton 4 vwo Natuur kunde

6 Elektriciteit. Pulsar 1-2 vwo/havo uitwerkingen 2012 Noordhoff Uitgevers Elektriciteit om je heen. 1 Het juiste antwoord is D: 5000 V.

Van Dijk Educatie Parallelschakeling 2063NGQ0571. Kenteq Leermiddelen. copyright Kenteq

6 Schakelingen. Lading en spanning. Nova. Leerstof. Toepassing

Transcriptie:

UITWERKINGEN EXTRA OPGAVEN SCHAKELINGEN U. Gegevens invullen: 24 0 24-0 4 V 2a R v2 R R 2. invullen gegevens: R v2 3 4 7 28 b R tot R v. invullen gegevens: 7 dus 4 A U U c R R. invullen gegevens: 3 dus U 2 V tot 4 U R 2 R. invullen gegevens: 4 dus 6 V tot 4 3 Om de weerstand te berekenen, moet je eerst weten hoeveel spanning er over de weerstand staat. Daarvoor moet je weten hoeveel spanning er over de lamp staat. U lamp I x R lamp U lamp 0,2 x 300 60 V Je weet de bronspanning en je weet hoeveel spanning er over de lamp staat. Nu kun je uitrekenen hoeveel spanning er over de weerstand staat. U lamp U R 220 60 U R U R 60 V R U R / I 60 / 0,2 800 Ω (controle: aal aal / R totaal 220 / (300800) 0,2 A) 4 Voor een serieschakeling geldt: Stroomsterkte (I) is overal gelijk óver het lampje met de grootste weerstand (R) staat de grootste spanning (U). (Dat lampje brandt het felst, omdat de spanningsbron moet daar harder pompen ) Over R2 staat dus de grootste spanning. 5 Om U R2 te berekenen moet je de stroom weten, daarvoor heb je eerst de vervangingsweerstand nodig. R tot R R 2 R 3 0 0 20 40. 20 R tot R v. invullen gegevens: 40 dus 0,5 A. U R2 R 2. invullen gegevens: 0 dus U R2 45 V 0,5 I 2 6 Eerst uitrekenen wat de spanning van de batterij is. Dit kan door de gegevens van de oude situatie in te vullen: R tot R R 2 00 300 400 U R2

R v R tot. invullen gegevens 400 dus 200 V. 0,5 In de nieuwe situatie is de spanning van de batterij nog steeds 200 V, maar R tot 500. 200 R tot R. invullen gegevens: 500 dus 0,4 A. tot 7 Het lampje mag maar 4,5 V hebben, de batterij levert 2 V. Je moet dus een weerstand in serie zetten, die het verschil ( 7,5 V) opvangt. De stroom door het lampje is 0,2 A, het is een serieschakeling dus is de stroom door de weerstand ook 0,2 A. Je weet nu de stroom en de spanning van de weerstand, dus U 7,5 R. invullen gegevens: R 37,5 I 0,2 8a 8b 8c I R U / R 32 / 8 4 A I R2 U / R 2 32 / 6 2 A (door de grootste weerstand loopt de kleinste stroom!) aal I R I R2 4 2 6 A 9a 9b 9c Spanning (U) is in elke kring hetzelfde, dus 40 V De stroommeter staat in de stroomkring van het lampje en geeft dus de stroom aan door het lampje. Om de totale stroom te kunnen berekenen, moet je de totale weerstand uitrekenen. /R totaal /R /R 2 /R totaal /20 /40 /R totaal 3/40 R totaal 40/3 3,3 Ω aal aal / R totaal aal 40 / 3,3 3,0 A (Je kunt ook de stroom door R berekenen (I U/R I 40 / 20 2A) en dan de totale stroom berekenen door de stroom door de afzonderlijke kringen bij elkaar op te tellen.) 80 0 R 2. invullen gegevens: 0 dus I 2 8 A. I 2 I 2

I I 2 0 I 8 dus I 2 A. Nu weet je van R 2 de spanning en de stroom, dus kun je de weerstand uitrekenen: U 80 R. invullen gegevens: R 40 I 2 De Ampèremeter meet in deze schakeling de totale stroom Je weet al de totale spanning, dus als je ook nog de totale weerstand uitrekent kun je de stroom uitrekenen. gegevens invulllen: R tot R R 2 0,25, dus R tot 4. R tot 6 2 24 R tot. invullen gegevens: 4 dus 6 A 2) a) Parallelstuk : gegevens invulllen: R v2,3 R 2 R 3 0,4, dus R v2,3 2,5. R v2,3 5 5 b) R vtot R v2,3 R 2,5 5 7,5 5 c) R tot R. invullen gegevens 7,5 dus 2 A. tot d) nu de spanning over de linkerweerstand: U U R. invullen gegevens 5 dus U 0 V I 2 spanning over parallelstuk: U U par dus 5 0 Upar U par 5 V stroom in P is de stroom door de bovenste weerstand: 5 R 2 R. invullen gegevens 5 dus I 2 A. 2 I 2

3a Parallelstuk dus gegevens invulllen: R v2,3 R 2 R 3 0,5, dus R v2,3 2. R v2,3 3 6 b R vtot R v2,3 R 2 8 0 30 c R tot R. invullen gegevens 0 dus 3 A. tot U d R. invullen gegevens 8 dus U 24 V I 3 e U U BC dus 30 24 U BC U BC 6 V f g parallelstuk, dus U BC 6 V 6 R 2 R. invullen gegevens 3 dus I 2 2 A. 2 I 2 zelfde manier als bij f, I 3 A h I 2 I 3 2 3 A, is ook (zie uitkomst van vraag c) 4 De bovenste tak is een serieschakeling, dus de totale weerstand van die tak is: Rv R R 3 4 2 6 De spanning over het bovenste stuk kun je ook uitrekenen: U bov U bov R bov. invullen gegevens: 6 dus U bov 24 V. I bov 4 maar dan is de spanning over de onderste tak ook 24 V. U ond 24 R ond.invullen gegevens R ond dus R ond 2. I ond 2

R ond R 2 R 4 dus 2 6 R 4 dus R 4 6 5a Parallelstuk dus gegevens invulllen: R v2,3 R 2 R 3 0,25, dus R v2,3 4. R v2,3 6 2 b R vtot R v2,3 R 4 8 2 2 c R tot R. invullen gegevens 2 dus A. tot d Om de stroom door de weerstanden uit te rekenen heb je de spanning over die weerstanden nodig. Je weet de spanning van de batterij, dus als je de spanning over R uitrekent, kun je daarna de spanning over het parallelle stuk uitrekenen: U U R. invullen gegevens 8 dus U 8 V I U Upar dus 2 8 Upar Upar 4 V U 3 4 R 2 R. invullen gegevens 6 dus I 2 0,67 A. 2 I 2 op dezelfde manier vind je voor I 3 0,33 A e zie d): U par 4V 6a We gaan eerst de weerstand van het parallelstuk uitrekenen: gegevens invullen: R vlm R L R M 0,467, dus R vlm 2,4 R vlm 6 4 R tot R vlm R R 2,4 5,6 8

nu kunnen we de totale stroom uitrekenen: 36 R tot R. invullen gegevens 8 dus 2 A. tot b Eerst spanning over de weerstand uitrekenen: U U R. invullen gegevens 5,6 dus U 3,2 V I 2 dan spanning over parallelstuk: U U par dus 36 3,2 U par U par 4,8 V nu stroom door lampje L U L 4,8 R L R. invullen gegevens 6 dus I L 0,8 A. L I L zelfde manier voor lampje M I M,2 A c uitproberen: Als lampje L doorbrandt is de stroom door L A. De spanning over L is dan: U L R L R. invullen gegevens 6 dus U L 6 V. v R v I L Maar dan is de spanning over M hetzelfde, dus ook 6 V. Reken je op dezelfde manier de stroom door L uit bij 6 V dan is de stroom,5 A. Dit lampje brandt pas door bij 2 A. Dus lampje L brandt als eerste door. U L d Op het moment van doorbranden is de stroom door M A en door L,5 A (zie boven). Dus de totale stroom is,5 2,5 A e U par 6 V,(zie c)) dus: U R U par invullen: 36 U R 6 U R 30 V. f U R R R. invullen gegevens 30 dus R 2 I R 2,5 Doordat L doorgebrand is, is er een serieschakeling ontstaan van M en R. De totale weerstand kun je uitrekenen: R v R R M 2 4 6. De stroom wordt nu: U R 36 R tot. invullen gegevens: 6 dus 2,3 A Maar dat betekent dat de stroom door M groter is dan 2 A, dus brandt M ook door!