Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor de uitbreiding bedrijventerrein Kop IJsselveld te Montfoort



Vergelijkbare documenten
Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor Vlierburgweg 4 te Harderwijk

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor de Patrimoniumstraat (24) te Aalten

ADVIES FLORA EN FAUNAWET EN NATUURBESCHERMINGSWET project RK Kerk Standdaarbuiten

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor het project Smitjesweg 7 te Lent

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor Watermolen 24 te Schagen. + aanvulling 2015

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor Methusalemlaan te Ugchelen

Toets flora en fauna Herinrichting locatie Spreeuwenstraat 11 te Nijmegen

Bureaustudie natuurwaarden Nijverheidstraat te Nederhemert

Toets flora en fauna Tempeliersweg 46 te Haaren

Toets flora en fauna Kolping te Nijmegen

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor het project Nieuw landgoed bij Wissel

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Pastoor Attendorenstraat Gemert

Toets flora en fauna President Verhofstadtstraat Groeskuilenstraat en Virmundtstraat te Gemert

Toets flora en fauna Den Hoek 1 te Cromvoirt

Toets flora en fauna Dorpsstraat 52 te Loosbroek

Sloop van schuren aan de Slootgaardweg 6 in Waarland

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Dreef 8 te Eersel

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Woningbouw Pauwhof te Zwaanshoek

Quickscan Spechtstraat, aanleg park De Kraaij

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Heikampseweg 28 De Mortel

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Deel 54 Gemert

Toets flora en fauna Pandelaar 4 te Gemert

Toets flora en fauna. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader. Terrein Fitland te Gemert

Toets flora en fauna Klantstraat 12 te Uden, Staro te Gemert, 13 december 2016, projectnummer

Toets flora en fauna Heuvel te Gemert

Toets flora en fauna Doonheide 34-34a te Gemert

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

Nieuwe bedrijfslocaties

6 Flora- en fauna quickscan

Quickscan Flora- en faunawet voor een wijziging in het bestemmingsplan aan Hoofdweg 8-12 te Klijndijk.

Flora- en faunascan voor de bouw van een woning aan de Bolenbergweg te Belfeld

Onderzoek flora en fauna

- er sprake is van een wettelijk geregeld belang (waaronder het belang van land- en bosbouw,

Quickscan flora en fauna. Woonhuis Wijststraat 3 te Heesch

Quickscan samenvatting natuurtoets Sint Nicolaasdijk 153, Kampen

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Toets flora en fauna Stal Frontera te Ammerzoden

Quickscan flora en fauna aanpassen bestemmingsplan sportaccommodatie Bavoortseweg 27 Leusden

V&V. Toets flora en fauna Heilaardreef 21 te Breda. Bijlage 24 bij besluit 2016/0617-V1. 1 Inleiding. 2 Wettelijk kader

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, opgaande beplanting en watergangen.

Werkzaamheden gemaal Emilia en gemaal Westland Quickscan flora- en faunawet

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

QUICKSCAN FLORA- EN FAUNAWET EN NATUURWETGEVING VOOR HET PROJECT NIEUWBOUW MORTIERE MIDDELBURG, FASE 4c3 QUICKSCAN

Toetsing Flora- en faunawet voor de sloop van een kerk te Noardburgum.

Quickscan Bh Spijkerweg 13 te Punthorst. In opdracht van dhr. Batterink

verwachting zullen de aanwijzingsbesluiten vóór oktober 2010 definitief worden. Voorlopig wordt daarom getoetst aan de bestaande gebiedsdocumenten.

B i j l a g e 2 : E c o l o g i s c h o n d e r z o e k

notitie drs. M.J. Schilt 1. ONDERDEEL ECOLOGIE

Notitie Flora- en faunaonderzoek Enter

Notitie flora en fauna

Onderzoek flora en fauna

Toets flora en fauna Oude Tilburgsebaan te Dorst

BIJLAGE 1. Quickscan ecologie

Ecoscan Abrikoosstraat, Utrecht

: dhr. C. Brouwer / cob@idds.nl : Resultaten ecologisch onderzoek De Heyderweg 1 te Leiden

P a r a g r a a f e c o l o g ische inventa r is a tie J a d e A en C B e i len

Buro Maerlant. Rotterdam Marinestraat. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Quickscan FF-wet voor ontwikkelingen aan Wedderstraat 18 te Vlagtwedde.

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Quick scan flora en fauna locatie Torenschouw te Oosterhout

Project Status Datum. Sloop en nieuwbouw locatie Emmaschool concept 14 januari Auteur Veldonderzoek Projectcode

Quick scan natuurtoets KuiperCompagnons d.d. 30 november Soortenbescherming

QUICK SCAN FLORA EN FAUNA. Heilleweg 21 te Sluis

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Buro Maerlant. Veldhoven Zandoerleseweg. Notitie Flora- en faunawet. L a n d s c h a p, E c o l o g i e & R u i m t e l i j k e O r d e n i n g

Onderzoek flora en fauna

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Van Zuylenlaan 9, Hoevelaken

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Samenvatting quickscan natuurtoets

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Quickscan samenvatting Stephensonstraat Harderwijk

Verkennend natuuronderzoek Parklaan / Nieuweweg te Hattem

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Toets flora en fauna Orthen 53a te s-hertogenbosch

Notitie verkennend Flora- en faunaonderzoek Lettele

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Toets flora en fauna Lodderdijk 23 te Gemert

Steenuil en ontheffingsaanvragen van de Flora- en faunawet. Martijn van Opijnen (Dienst Regelingen) Wouter van Heusden (Dienst Landelijk Gebied)

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Middenweg 69 te Limmen

Toets flora en fauna Oudestraat 8-10 Gemert

Bureauonderzoek Flora en fauna

Bijlage 1 Ecologisch onderzoek

Faunaconsult. Flora- en fauna-inspectie locatie Kerkplein 8 te Mesch door: ir. Hans Hovens, Faunaconsult in opdracht van: L.

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

Quick-scan Stationlaan Zevenbergen

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Toets flora en fauna Wevershof 12a te Nistelrode

Briefrapport Flora en fauna

Quickscan samenvatting twee percelen Staphorst

herontwikkeling Heereweg 217 te Lisse

Beschermde soorten in Hasselt (Overijssel)

Quickscan samenvatting Flora- en faunawet Nigtevechtseweg 64, Vreeland

Bureauonderzoek flora en fauna

Verkennend natuuronderzoek Anklaarseweg Apeldoorn

Transcriptie:

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor de uitbreiding bedrijventerrein Kop IJsselveld te Montfoort In opdracht van: Gemeente Montfoort te Montfoort AD.ECO ecologisch onderzoek- en adviesbureau Ir. G. Nijland

Advies Flora en faunawet en Natuurbeschermingswet voor de uitbreiding bedrijventerrein Kop IJsselveld te Montfoort Inhoud: 1 Inleiding 2 flora en fauna 3 Kenschets gebied 4 Natuurwaarden 5 Conclusies 6 Bronnen juni 2011 AD.ECO ecologisch onderzoek- en adviesbureau Ir. G. Nijland Spankerenseweg 11, 6974 BA Leuvenheim Tel: 0575 567959, Mobiel 06 14287568 E-mail mail@ad-eco.nl, www.ad-eco.nl 1

Advies Flora en faunawet voor de uitbreiding bedrijventerrein Kop IJsselveld te Montfoort 1 Inleiding 1.1 Algemeen De gemeente Montfoort wil het bedrijventerrein Kop IJsselveld uitbreiden. Voor elk plan is het noodzakelijk dit te toetsen aan de Flora en faunawet en de Natuurbeschermingswet, hetgeen in dit advies gebeurt. 1.2 Wetgeving Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. Het soortenbeleid uit de Vogelrichtlijn van 1979 en de Habitatrichtlijn van 1992 van de Europese Unie is hiermee in de nationale wetgeving verwerkt. Volgens de Flora- en faunawet is het verboden om beschermde planten te verwijderen of te beschadigen (artikel 8), beschermde dieren te doden, te verwonden, te vangen (artikel 9) of opzettelijk te verontrusten (artikel 10) en voortplantings- of vaste rust- en verblijfplaatsen te beschadigen (artikel 11). Ook het rapen of beschadigen van eieren van beschermde dieren is verboden (artikel 12). In aanvulling op de bestemmingsplanprocedure moet voor de uitvoering van alle ruimtelijke plannen worden onderzocht welke natuurwaarden aanwezig zijn en of er verbodsbepalingen uit de Flora- en faunawet zullen worden overtreden. Dit rapport beschrijft de resultaten en conclusies van dit onderzoek voor de uitbreiding bedrijventerrein Kop IJsselveld te Montfoort. Daarnaast is een afweging gemaakt over de haalbaarheid van de benodigde ontheffingen. Als aan de voorwaarden voor de verlening van die ontheffingen kan worden voldaan, moet in een volgend stadium een ontheffingsaanvraag worden ingediend bij de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I). *Zorgplicht Op alle in het wild voorkomende planten- en diersoorten, ongeacht of deze beschermd of vrijgesteld zijn of als een ontheffing is verkregen, is de zorgplicht van toepassing. De zorgplicht gebied een ieder om voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Handelingen met nadelige gevolgen moeten zoveel mogelijk achterwege gelaten worden of er moeten maatregelen worden getroffen om nadelige gevolgen te voorkomen of beperken. *Soortenbescherming In een AMvB ex artikel 75 van de Flora- en faunawet (25 oktober 2004) is een driedeling gemaakt voor het beschermingsniveau van planten- en diersoorten. In de AMvB is een lijst opgenomen van licht beschermde soorten (tabel 1). Dit zijn algemene soorten, waarvoor de goede staat van instandhouding niet in het geding is. Voor deze soorten geldt een vrijstellingsregeling. Hiervoor hoeft sinds 25 oktober 2004 geen ontheffing meer te worden gevraagd. Voor soorten met een gemiddeld beschermingsniveau (tabel 2) kan een ontheffing worden verleend, als er sprake is van een in het maatschappelijke verkeer gebruikelijke activiteit. In dit geval moet worden aangetoond dat er geen redelijk alternatief voor de ingreep bestaat en dat de schade wordt gecompenseerd. Kennis van de locaties en het aantal, waarin de soort voorkomt, is hierbij noodzakelijk. Voor de zwaar beschermde soorten (tabel 3) kan slechts ontheffing worden verleend in geval van een activiteit van groot maatschappelijk belang. De voorwaarden van afwezigheid van een redelijk alternatief en compensatie van alle schade gelden ook hier. Locaties en aantallen moeten bekend zijn. De bescherming van deze soorten is aangemerkt als van belang voor de gehele Europese Unie. Deze soorten moeten daarom strikt worden beschermd. De precieze indeling van alle 946 beschermde soorten over deze drie categorieën is op grond van de concept-amvb alleen voor de licht beschermde soorten en de bedreigde soorten redelijk zeker. In 2009 is de wet nogmaals aangepast en is hierbij ter verduidelijking een stroomschema aangereikt ter verduidelijking (volgende pagina). 2

*Gedragscodes voor soortenbescherming De gedragscode heeft in de AMvB 2004 een formele status. Dit in die zin dat zij voorwaarde wordt om van bepaalde vrijstellingen gebruik te kunnen maken. Het blijft echter mogelijk ontheffingen aan te vragen. Sectoren of organisaties die besluiten een gedragscode op te stellen kunnen deze ter goedkeuring voorleggen aan de minister van EL&I. De vrijstelling geldt dan voor de categorieën - bestendig beheer en onderhoud, - bestendig gebruik en - ruimtelijke ontwikkeling en inrichting, waarbij aantoonbaar is gehandeld conform een door de minister van (LNV) tegenwoordig EL&I goedgekeurde gedragscode. Een gedragscode maakt op systematische wijze duidelijk hoe aan de voorwaarden van de vrijstelling kan worden voldaan. Belangrijke elementen hierbij zijn de begrippen zorgvuldig handelen en significante effecten. Uitgangspunt is, dat de gedragscode een werkwijze beschrijft waarmee overtredingen van de ge- en verboden worden vermeden. Dit voor zover dat in redelijkheid van de bedrijven en personen kan worden verwacht. Daarmee wordt aan de zorgplicht en de eis van zorgvuldig werken (artikel 2 Flora- en faunawet) invulling gegeven. Verder worden verstoringen en dergelijke die toch nog optreden, beschouwd als onvermijdelijk (ten aanzien van individuele dieren) en niet relevant voor het behoud van de gunstige staat van instandhouding van de soort (informatie AMvB 2004). *Habitat De Flora- en faunawet beschermt individuele exemplaren van een soort en vaste rust- en verblijfplaatsen van diersoorten. Tevens zijn de voor een goede instandhouding van een diersoort 3

noodzakelijke foerageergebieden en migratieroutes beschermd. Dat wordt in dit rapport ook meegewogen. *Rode lijst In dit rapport wordt ook aandacht geschonken aan soorten van de Rode lijst. Hierop staan Nederlandse soorten die bijzondere aandacht nodig hebben. Deze soorten worden bedreigd, zijn erg kwetsbaar of nemen sterk in aantal af. De Rode lijsten zijn voor de meeste soortengroepen officieel door het Ministerie van EL&I vastgesteld. Toch is hun juridische status op dit moment onduidelijk. Veel Rode lijstsoorten (vooral planten) worden niet door de Flora- en faunawet beschermd. *Natuurbeschermingswet Naast het soortenbeleid uit de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn wordt ook aandacht gevraagd voor de speciale beschermingszones uit deze regelgevingen, nu samengevoegd tot Natura 2000- gebieden. Deze zijn verwerkt in de Natuurbeschermingswet 1998 die oktober 2005 in werking is getreden. De Natura 2000 gebieden zijn beschermd conform de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn. Tevens horen tot de Natura 2000 gebieden alle natuurmonumenten die onder de vorige Natuurbeschermingswet vielen. Een ruimtelijke ingreep in of een activiteit in de buurt van (externe werking) een speciale beschermingszone mag niet plaatsvinden als deze negatieve effecten heeft op de speciale beschermingszone, tenzij het gaat om dwingende redenen van zwaarwegend maatschappelijk belang. In dit geval moet worden aangetoond dat er geen redelijk alternatief bestaat en dat alle schade wordt gecompenseerd. Ook de Ecologische hoofdstructuur uit het Structuurschema Groene Ruimte en de Provinciale Omgevingsplannen genieten deze bescherming. De nieuwe Natuurbeschermingswet geeft regels over het beoordelen van activiteiten die negatieve gevolgen kunnen hebben voor Natura 2000. Deze regels moeten gemeenten toepassen, en worden door de provincies getoetst, als zij een besluit nemen over zulke activiteiten. Voor een activiteit buiten een richtlijngebied waarvan zonder meer duidelijk is dat de activiteit geen gevolgen kan hebben voor een richtlijngebied, kan het reguliere besluitvormingsproces worden gevolgd. Let op dat in de motivering op het ontwerpbesluit voor het vaststellen van het bestemmingsplan door de gemeenteraad, alle voorgaande stappen (onderzoeken en adviezen en daaraan verbonden conclusies) goed zijn beschreven. Ook in de gevallen als de conclusie is dat het stappenplan niet verder behoeft te worden doorlopen. Het gevaar bestaat anders dat de rechter oordeelt dat het besluit niet voldoende gemotiveerd is. 2 flora en fauna Voor onderzoek van het gebied is gebruikgemaakt van de soortengroepen gegevens van Natuurloket, van waarnemingen uit de soortenatlassen en internet voor zoogdieren, reptielen en amfibieën (soortenkaarten internet), vissen (ook soortenkaarten internet) en libellen. De gegevens van het Natuurloket zijn verzameld per kilometerhok. Dat is een vak van één bij één kilometer. De Topografische Dienst heeft deze hokken ingevoerd als rasterverdeling van de topografische kaarten van Nederland. De gegevens van de landsdekkende soortenatlassen zijn verzameld per uurhok. Dat is een vak van vijf bij vijf kilometer, ook gekoppeld aan bovengenoemde verdeling. Het project ligt in de km-hokken 123-450 en 124-450 en het uurhok 31-55. De flora is bij het veldbezoek geïnventariseerd en de aanwezigheid van verschillende diergroepen ingeschat. die staan geregistreerd per kilometerhok of per uurhok zijn niet in alle gevallen met voldoende zekerheid tot het te onderzoeken plangebied te herleiden. Bovendien geven de meeste atlassen geen volledig beeld van de voorkomende soorten en zijn de gegevens vaak gedateerd. Met behulp van de kennis over leefgebieden van soorten, de indruk die van het plangebied is verkregen is van alle groepen een compleet beeld ontstaan over het voorkomen van de soorten in het gebied. Het gebied is op 28 juni 2011 bezocht om een indruk te krijgen van het gebied, de vaatplanten te inventariseren en de km-hok en uurhok gegevens in plaatselijk perspectief te zetten. 4

451 450 123 124 125 3 Kenschets gebied 3.1 Beschrijving van het gebied Het plangebied is een nog vrij open gebied langs de Hollandse IJssel met een maisakker een huis en schuur met kersenboomgaard en een manege met langs de randen volwassen houtsingels. 3.2 Beschrijving van de plannen In dit plangebied wil men het bedrijventerrein uitbreiden. 5

4 Natuurwaarden 4.1 Gebiedsbescherming In de omgeving van de planlocatie liggen geen Natura 2000 gebieden. Op grotere afstand ligt Nieuwkoopse Plassen & De Haeck, Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein en de Uiterwaarden Lek. Hiermee zijn geen hydrologische of andere relaties. Daarom is het niet nodig voor dit plan een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet aan te vragen. Ook liggen hier geen EHS gebieden in de directe omgeving maar wel de ecologische verbindingszone van de Hollandse IJssel. Hiermee zal in het plangebied rekening gehouden moeten worden bij het aankleden van de oeverzone. Deze moet zodanig zijn dat de toegewezen functies van de verbindingszone bevorderd worden. Soortsbescherming 4.2 Vaatplanten De gegevens zijn verzameld bij het veldbezoek op 28 juni 2011. De maisakker had alleen langs de randen wat spontane vegetatie met soorten als varkenskers, canadese fijnstraal, akkerdistel, brosse melkdistel en heermoes. Deze kwamen ook onder de houtsingel langs de akker voor. De tuin had een gazon en verder gewone tuinplanten. Het onderhoud liet weinig ruimte voor spontane ontwikkeling. Het terrein van de manege bestaat uit verharde parkeerplaatsen en wegen, paardenbakken met zand en enige weilandjes met een begroeiing van engels raaigras, straatjesgras, madeliefje, kruipende boterbloem, vijfvingerkruid en langs de randen wat grote brandnetel, brede weegbree, paardenbloem, muur, bastaardwederik en zevenblad. De houtsingel is gevarieerd met zwarte els, spaanse aak, paardenkastanje, rode kornoelje, es, vlier en kardinaalsmuts. Plaatselijk staan grote essen, een treurwilg en langs de IJssel essen en zwarte elzen. Het plangebied herbergt geen soorten, waarvoor ontheffing van de Flora- en faunawet gevraagd moet worden. 4.3 Fauna 4.3.1 Zoogdieren - Overige In dit plangebied te midden van bedrijven en een provinciale weg zijn weinig grondgebonden zoogdieren te verwachten. De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de Zoogdierenatlas. De Zoogdierenatlas geeft de verspreiding van zoogdiersoorten op uurhok niveau weer. De gegevens zijn afkomstig van de periode 198-1989. Deze gegevens zijn wat verouderd, maar nog redelijk bruikbaar voor de beoordeling van dit gebied. Daarnaast is gebruik gemaakt van de soorts gegevens van de zoogdiervereniging, gevalideerd door de NDFF De naar verwachting hier voorkomende soorten zijn egel, wat muizensoorten, bruine rat, mogelijk een marterachtige en mol, zullen indien aanwezig bij de werkzaamheden gestoord worden en deels zullen de soorten door bedrijfsvestiging verdwijnen. Soorten zoals haas en bunzing zullen het plangebied nauwelijks of niet bezoeken. Andere soorten worden hier niet verwacht en ook het uurhok telde slechts 13 soorten grondgebonden zoogdieren. Alle mogelijk aanwezige soorten zijn licht beschermd waarvoor geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Geen van deze soorten wordt is zijn voortbestaan bedreigd. 6

4.3.2 Zoogdieren - vleermuizen De gebruikte gegevens zijn afkomstig uit de Vleermuisatlas. De vleermuisatlas geeft de verspreiding van vleermuissoorten op uurhok niveau weer. De gegevens zijn afkomstig van de periode 1985-1994. Deze gegevens zijn wat verouderd, maar nog redelijk bruikbaar voor de beoordeling van dit gebied. Daarnaast is gebruik gemaakt van de soorts gegevens van de zoogdiervereniging, gevalideerd door de NDFF. In het uurhok rond het plangebied zijn volgens de atlas 5 soorten waargenomen. Dit zijn gewone dwergvleermuis, watervleermuis, baardvleermuis, laatvlieger en mogelijk meervleermuis. Er moet volgens het vleermuisprotocol nader onderzoek gedaan worden als er plannen zijn om de grote bomen (bomen dikker dan 30 cm. op borsthoogte)te kappen. In deze bomen kunnen verblijfplaatsen zitten van boombewonende vleermuizen zoals watervleermuis. De houtsingels zijn bij uitstek geschikt als route voor vleermuizen minimaal één van de twee doorlopende houtsingels dient gespaard te worden als zodanig. Alleen als onderzoek uitwijst dat de lokale vleermuizen geen gebruik maken van de singels is het mogelijk beide singels te kappen. Voor gebouwbewonende vleermuizen zijn de manege en de fruitschuur ongeschikt. Het woonhuis is mogelijk wel geschikt en zal voor het mag worden afgebroken eerst onderzocht moeten worden op het voorkomen van gebouwbewonende vleermuizen. Verder zullen hier slechts vleermuizen foerageren. Dit gebied wordt zeker gebruikt als foerageergebied in hoeverre na de werkzaamheden weer mogelijk is hangt af van de bebouwingsdichtheid en de beplanting. Tijdens de werkzaamheden kan het foerageren ten dele ook doorgaan. Hierdoor wordt deze groep mogelijk gehinderd in hun voortbestaan. Als bomen dikker dan 30 cm. gekapt moeten worden moet eerst onderzoek gedaan worden naar boombewonende vleermuizen conform het vleermuisprotocol 2011. Als er plannen zijn de woning te slopen dient eerst onderzoek te worden gedaan naar gebouwbewonende vleermuizen 4.4 Vogels Er zijn geen gegevens gebruikt. De houtsingels zijn verblijfplaats voor soorten als vink, roodborst, heggemus, mezen, merel, zanglijster, kauw, ekster en houtduif. Door het kappen van bomen en houtsingels worden deze soorten gehinderd. Er zijn ook geen spechtengaten gezien. In het broedseizoen mag volgens de wet geen enkele vogelsoort gestoord worden dus mag dan alleen met het werk begonnen worden als aangetoond wordt dat er geen vogels broeden. Het broedseizoen wordt gerekend van 15 maart tot 15 juli. Maar bepalend is of er een vogel broed. Er zijn hier geen jaarrond beschermde vogels waargenomen. De voorkomende soorten komen ook in de omgeving voor en worden door de werkzaamheden niet bedreigd in hun voortbestaan. 4.5 Amfibieën en reptielen De gegevens van amfibieën en reptielen zijn afkomstig van verspreidingskaarten van RAVON op Internet. Hierop is de verspreiding per uurhok aangegeven voor de periode 2000-2009. Deze zijn redelijk recent en vrij wisselend in hun volledigheid. In het uurhok komen 6 soorten amfibieën. Het hier behandelde plangebied is daar in tegen minder geschikt als habitat voor deze soorten. Er is slechts water langs de oostzijde en in de Hollandse IJssel die niet tot het plangebied behoren. De kleine watersalamander, bruine kikker en gewone pad zijn hier in het plangebied te verwachten. Voor de meerkikker en bastaardkikker is het milieu op land zeker niet geschikt. 7

De rugstreeppad zou hier wel kunnen voorkomen. Hij is in dit uurhok resent aangetroffen en het is een soort die buiten de voortplantingstijd graag verblijft in een omgeving met open zand. Hij graaft zich overdag in. Dit is zeker aanwezig bij de manege terwijl hier mogelijk in het voorjaar ook tijdelijk water aanwezig is in de vorm van plassen die wat langer blijven staan. Dit soort plassen worden gebruikt voor de voortplanting. Het vaststellen van de soort kan het best in mei-juli maar ook in de zomer tot en met september. Er komen geen reptielen voor. Drie mogelijk aanwezige soorten zijn licht beschermd waarvoor geen ontheffing hoeft te worden aangevraagd. Geen van deze soorten wordt is zijn voortbestaan bedreigd. Hier dient nader onderzoek te worden gedaan naar de aanwezigheid van de rugstreeppad. 4.6 Vissen De gegevens van vissen zijn afkomstig van verspreidingskaarten van RAVON op Internet. Hierop is de verspreiding per uurhok aangegeven voor de periode 2000-2009. Deze zijn redelijk recent en vrij wisselend in hun volledigheid. In het plangebied komt geen open water voor dus ook geen vissen Geen. 4.7 Insecten, Gezien de begroeiing van het plangebied zijn hier geen beschermde insecten te verwachten. Er worden geen effecten op de insecten soorten in het gebied verwacht. 4.8 Overige De aanwezigheid van de beschermde rivierkreeft, beschermde slakken en bataafse stroommossel in het plangebied kan worden uitgesloten. 8

5 Conclusie 5.1 Gebiedsbescherming Het plangebied ligt niet in beschermingszone van een Natura 2000 gebied. Er is ook geen sprake van externe werking gezien de aard van de ingreep. Er is dus geen vergunning van de Natuurbeschermingswet 1998 nodig. De Ecologische Hoofdstructuur loopt langs het plangebied in de vorm van de ecologische verbindingszone van de Hollandse IJssel. Hiermee zal in het plangebied rekening gehouden moeten worden bij het aankleden van de oeverzone. Deze moet zodanig zijn dat de toegewezen functies van de verbindingszone bevorderd worden. 5.2 Soortbescherming 5.2.1 Niet bedreigde soorten Er zijn geen beschermde plantensoorten in het plangebied waarvoor ontheffing moet worden aangevraagd. De plannen bedreigen de in het gebied voorkomende insecten, amfibieën en zoogdieren niet in hun voortbestaan als soort. Er komen geen reptielen of vissen voor. 5.2.2 Vogels Werkzaamheden in het terrein betekend verandering van het leefgebied van de voorkomende vogelsoorten. Dit zal geen relevante gevolgen hebben voor het voortbestaan van de vogelsoorten of - populaties. 5.2.3 Nader onderzoek Nader onderzoek is hier nodig: - er moet nader onderzoek gedaan worden naar het al dan niet voorkomen van de rugstreeppad. Dit kan het best op warme vochtige avonden na begin mei tot in de zomer. - als grote bomen (meer dan 30 cm. op borsthoogte) gekapt gaan worden. Dan moet onderzoek gedaan worden naar boombewonende vleermuizen. In voorjaar en paarseizoen conform het vleermuisprotocol 2011. - als het woonhuis gesloopt wordt dan moet eerst onderzoek gedaan worden naar gebouwbewonende vleermuizen. In voorjaar en paarseizoen conform het vleermuisprotocol 2011. 9

6 Bronnen 6.1 Veldwerk Het gebied is 28 juni 2011, in de ochtend, bezocht door ir. G. Nijland om een indruk te krijgen van het terrein. Het was bewolkt drukkend weer. Temperatuur ca 27 C. 6.2 Media - www.natuurloket.nl overzicht recente en beschikbare gegevens planten en dieren; - www.ravon.nl informatie over (verspreiding) van herpetofauna en vissen 6.3 Literatuur - Bos, F., M. Bosveld, D. Groenendijk, C. van Swaay, I. Wynhoff, De Vlinderstichting, 2006. De dagvlinders van Nederland, verspreiding en bescherming (Lepidoptera: Hesperioidea, Papilionoidea). Nederlandse Fauna 7, Nationaal natuurhistorisch museum Naturalis, KNNV uitgeverij & European Invertebrate Survey-Nederland, Leiden. - Broekhuizen, S., B. Hoekstra, V. van Laar, C. Smeenk, J.B.M. Thissen, Atlas van de Nederlandse zoogdieren, Stichting Uitgeverij KNNV, Utrecht 1992; - Dienst Regelingen, 2009, Aangepaste beoordeling ontheffing ruimtelijke ingrepen Flora- en faunawet. 26 augustus 2009. - Lange, R., P. Twisk, A. van Winden en A. van Diepenbeek, Zoogdieren van West-Europa, Stichting Uitgeverij KNNV en Vereniging Natuurmonumenten, Utrecht 1994; - Limpens, H., K. Mostert, W. Bongers, Atlas van de Nederlandse vleermuizen, Stichting Uitgeverij KNNV Utrecht 1997; - Meijden, R. van der, Heukels' Flora van Nederland, 23 e druk, Wolters-Noordhoff Groningen 2005; - Nederlandse Vereniging voor Libellenstudie 2002, De Nederlandse libellen (Odonata) Nederlandse fauna 4, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden; - Nie, dr. H. de, Atlas van de Nederlandse zoetwatervissen, Media Publishing en Stichting Atlas Verspreiding, Doetinchem 1993; - Sike, M., 2006, Quickscan Flora- en Faunawet ten behoeve van nieuwbouw op het terrein aan de Burgemeester Bloemersstraat in de Gemeente Rheden, 1 november 2006, Loo Plan te Arnhem - SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002, Atlas van de Nederlandse Broedvogels 1998-2000 Nederlandse fauna 5, Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis, KNNV Uitgeverij & European Invertebrate Survey Nederland, Leiden; - Westhoff, dr. V., drs. A.J. den Held, Plantengemeenschappen in Nederland, boek Thieme & cie, Zutphen 1975; 10