Millatu Ibrāhīm Publicaties

Vergelijkbare documenten
De eigenschappen van degenen die het paradijs mogen betreden.

Zaken die de beloning van goede daden waardeloos maken

De vervalsing van de geopenbaarde boeken. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad) Islam voor iedereen

De eenheid van onze natie

Wat zijn de gevolgen en de effecten van het plegen van zonden?

In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle.

Millatu Ibrāhīm Publicaties

Het gedrag en de manieren van een moslim (4)

De geopenbaarde Boeken

Hopen op de barmhartigheid van Allah en het goede van Hem verwachten.

Het gedrag en de manieren van een Moslim (2)

Vormen van barmhartigheid in de Islam

UITLEG MEDINA BOEK (1)

helpen van de ongelovigen tegen de moslims

Het belang van kennis en onderwijs

Wees tevreden met wat je hebt

Benut de maand Ramadan en versterk jou geloof

Parels van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Rabī Al- Āgir, 1439H.

UITLEG MEDINA BOEK (1)

Rechtvaardigheid. Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal (MICR) Vrijdagpreek Imam Charif Slimani 16/06/2017

(Waarom zal Allah jullie bestraffen, indien jullie dankbaar zijn en geloven? En Allah is Waarderend, Alwetend.) 4:147

Hoofdstuk: Het beschermen van verborgen zaken

Hoogmoed leidt ons af van het rechte pad!

Benut je tijd optimaal en op de juiste manier

- moge Allaah hem genadig zijn -

Geloven in Islam is zekerheid en geen twijfel

Leef niet zonder een visie

De vereisten van laa ilaha illa Allaah

www. jaropleidingen.nl

Wat zijn onze plichten tegenover de profeet Mohamed (vrede zij met hem)?

EL FORKANI BLUNDERT!

الجامع. Shaykh Saalih al-fawzaan. Deel 3

Het leven van de profeet Muḥammad Auteur: Imām Anwar Al- Awlaqī Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Ṡafar, 1439H.

drie niveaus van Tawhied & Shirk

Nieuwsbrief

EN ANDERE GEBOORTEDAGEN

Edelstenen van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Muḥarram, 1439H.

ا ن ما د قأ ت ث و ا ر ب ص ا ن يل ع غ فأ ا ن ب ر ب

De islam beveelt ons eerlijkheid/waarachtigheid en verbiedt liegen

Tot Wij, toen Ons gebod kwam en de oven kookte, zeiden: Laad in het schip van ieder wezen een paar, mannelijk en vrouwelijk, en uw verwanten behalve

Eigenschappen van de ongelovigen

AANGAANDE DE KWESTIE IN DE GAZA-STROOK TE COMITÉ VOOR ONDERZOEK EN FATAAWA

Stichting As-Sunnah December 2017 / Rabie Al-Awwal 1439 H. Uitgeverij: As-Sunnah. Titel: Het vieren van de verjaardag van de Profeet

Leden van de politieke partij Hizb ut Tahrir in Marokko ontvoerd.

Het belang van het Woord

Homoseksualiteit in de islam

Wat heb je bereikt deze Ramadan? Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa. 2 Wat heb je bereikt deze Ramadan? - Youssef Abou Houdeyfa

In de Naam van Allaah, de Erbarmer, de meest Genadevolle.

DE REGELGEVINGEN OMTRENT AL-WODOE [DE KLEINE RITUELE WASSING]

ah die door Qoraish naar de Profeet (vrede zij met hem) werd gestuurd om hem een aantal voorstellen te doen. Toen hij plaatsnam voor de

Uit Mulakhas al-fiqhie van Shaykh Saalih al Fawzaan

Verzamelt en geschreven door. Shaykh Abu Umar

Islam is verstandelijk te bewijzen

Vasten. Shaykh Mohammed ibn Saalih al- Oethaymien


جميع الحقوق محفوظة للمؤلف Copyright 2017 د عم D5 و تصفية الصعوبات الكتابية... 69

HET STREVEN TIJDENS DE LAATSTE TIEN DAGEN EN LAYLATOEL-QADR

Het belang van het volgen van de Soennah

U betaalt uw Zakaat (armenbelasting) toch wel?

Onfeilbaarheid van de profeet

Millatu Ibrāhīm Publicaties

TAWHEED. voor kinderen

رسالة في تحكيم القوانين. Een boodschap betreft het oordelen met de Qawānīn. 1

Bron : Ta sies oel-ahkaam alaa ma sahha an khayr iel-anaam bi sharh ahaadieth oemdat oel-ahkaam van Shaykh Ahmad an-nadjmie rahiemahoellaah.

Grondbeginselen van de geloofsleer Aqidah

Shaykh Saalih al Fawzaan

Dat verplicht is voor elke moslim om te geloven

bevestigen van een Schepper omvat niet de complete tawhied

Het Verhaal van de Vier Stieren Anwar Al-Awlaki

NIET VOLGENS UW BEGEERT

De Islam beveelt ons bescheidenheid en nederigheid en verwerpt hoogmoedigheid

Waarom moet ik als moslim blij en verheugd zijn? Imam Charif Slimani, Marokkaans Islamitisch Centrum Roosendaal

50 vragen en antwoorden over Tawheed

Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. Wij prijzen hem, vragen hem om hulp, vergeving en leiding en geloven in hem en vertrouwen op hem.

[Kort fragment uit het leven van de auteur]

Bestaat Allah echt. Islam voor iedereen. revisie: Yassien Abo Abdillah. Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyad)

Bron : de inleiding van de uitleg van Lum atul I tiqaad. Door Sheikh Muhammed ibn Saalih al Othaymeen. Vertaald door : Abu Hudayfa Musa ibn Yusuf


Omdat Hij als Enige de Namen en de Eigenschappen bezit die door perfectie en volmaaktheid worden gekenmerkt.

Berouw. Sheikh Ali Al-Huthaifi. revisie: Abo Abdillah Kantoor voor da'wa Rabwah (Riyadh)

الفاتحة Al-Fatihah. Interpretatie van Soerah Al-Fatihah:

ADVIES AAN DE JONGEREN DIE NAAR SYRIË VERTREKKEN.

Edelstenen van de Ramaḋān Auteur: Ṣayg Aḥmad Ibn Mūsā Ibn Jibrīl Vertaling: Millatu Ibrāhīm Publicaties Datum: Ḍūl-Ḥijjah, 1438H.

Ahmadiyyah en haar leugens over Allah

As-Sunnah Publications November 2018 /Rabie al-awwal 1440 H. Titel: 24 vragen over het huwelijk door Shaykh Ṣaaliḥ bin Fawzaan Al-Fawzaan

as-shaykh Badr bin Alî bin Tâmie al- Utaybî 9

Het beledigen van een van de metgezellen

De leiding van de Profeet in het vasten

Geschreven door Shaychoel-Islaam Mohammed ibn Abdoel- Wahhaab at-temiemie

Het onvermogen van de doden om te horen Uit: Mysteries of the Soul Expounded door Abu Bilal Mustafah al-kanadi rahimahullah

In de naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle TAWHEED. Door: Dr. Abu Ameenah Bilal Philips

Jihad Door Imam Hassan al-banaa (rahimahullah) At-Tibyan Publications Voorwoord

De gebedstijden volgens de Soennah

1 أ خ ذ ت ن 2 e p mv v 2 ق ر أ 3 e p ev m

Millatu Ibrāhīm Publicaties.

Omgang met niet-moslims

Het volgen van de soenna

*Het woord verdwaalden wordt slechts als beschrijving en beslist niet als een belediging bedoeld. Geen misdaad الضحى. Categorieën van verdwaalden

Waarom zijn de moslims verdeeld in sektes/ verschillende richtingen

Transcriptie:

In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle. Titel: Tien zaken omtrent geloofsleer, waarover de Muslim niet onwetend mag zijn, en verplicht is om het te leren. Auteur: Maktabah al-himmah. Vertaling:. Datum: Jumādā al-awwal, 1440H. Millatu-ibrahim.nl Facebook 1

TRANSLITERATIE TABEL Letter Transliteratie Zin Betekenis ا ā Gezegend en Verheven is Hij. ب b Heilig en Verheven is Hij. ت t Machtig en Groot is Hij. ث ṭ Allāh s groet en vrede zij met hem. ج j Met hem is de groet en de vrede [van Allāh]. ح ḥ Vrede zij met hem. خ g Vrede zij met hen beide. د d Vrede zij met hen. ذ ḍ Moge Allāh tevreden met hem zijn. ر r Moge Allāh tevreden met haar zijn. ز z Moge Allāh tevreden met hen beide zijn. س s Moge Allāh tevreden met hen zijn. ش ṣ Moge Allāh genadig met hem zijn. ص ṡ Moge Allāh genadig met hen beide zijn. ض ḋ Moge Allāh genadig met hen zijn. ط ṫ ظ ż ع غ ġ ف f ق q ك k ل l م m ن n ه h و w, ū ي y, ī ء ' 2

INHOUDSOPGAVE TRANSLITERATIE TABEL 2 INHOUDSOPGAVE 3 VOORWOORD 5 INTRODUCTIE 8 DE EERSTE ZAAK: DE DRIE PRINCIPES 10 DE TWEEDE KWESTIE: HET FUNDAMENT VAN DE RELIGIE EN ZIJN BEGINSEL ZIJN TWEE ZAKEN 11 DE DERDE ZAAK: DE BETEKENIS VAN LĀ ILĀHA ILLĀ ALLĀH 12 DE VIERDE ZAAK: DE VOORWAARDEN VAN LĀ ILĀHA ILLĀ ALLĀH 13 DE VIJFDE ZAAK: DE TENIETDOENERS VAN DE ISLĀM. 14 DE ZESDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN TAWḤĪD. 15 DE ZEVENDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN ṢIRK 19 DE ACHTSTE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN KUFR 21 DE NEGENDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN NIFĀQ 22 DE TIENDE ZAAK: DE BETEKENIS VAN ṪĀĠŪT, ZIJN HOOFDEN EN CATEGORIEËN 23 3

Ṣayg Muḥammad Ibn Abdil-Wahhāb zei: فاالله االله يا إخوا!! تمسكوا با صل دين م وأوهل وآخره وأسه ورأسه شهادة أن لا إلا االله واعرفوا معناها وأحبوها وأحبوا أهلها واجعلوهم إخوان م ولو اكنوا بعيدين وا فروا بالطواغيت واعدوهم وأبغضوهم وأبغضوا من أحبهم أو جادل عنهم أو لم ي فرهم أو قال: ما ع منهم أو قال ما لكف االله بهم فقد كذب هذا ىلع االله وافرتى فقد لكفه االله تعاىل بهم وافرتض عليه ال فر بهم والرباءة منهم ولو اكنوا إخوانهم وأولادهم فاالله االله يا إخوا تمسكوا بذلك لعل م تلقون ر م وأنتم لا رش ون به شيي ا.ا توفنا مسلم وأحلقنا بالصاحل Allāh, Allāh! O mijn broeders! Houdt vast aan het fundament van jullie religie. Haar begin, haar eind, haar kern en haar hoofd: De getuigenis dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allāh. Leer zijn betekenis, houdt ervan, houdt van zijn mensen, en maak hen tot jullie broeders, zelfs als zij ver weg zijn. Wees ongelovig in de ṫawāġīt 1, bestrijdt en haat hen, en eenieder die van hen houdt, of hen verdedigt, of hen niet ongelovig verklaart, of zegt: Er niks verplicht voor mij [m.b.t. hen], of zegt: Allāh heeft voor mij niks verplicht gemaakt m.b.t hen. Waarlijk, wie dat zegt heeft een leugen over Allāh verzonnen. Waarlijk, Allāh heeft het verplicht gesteld om ongelovig te zijn in hen en om zich van hen te distantiëren, al waren zij jullie broeders en kinderen. Dus Allāh, Allāh! O mijn broeders! Houdt daar standvastig aan vast zodat jullie wellicht jullie Heer ontmoeten zonder dat jullie iets als deelgenoot aan Hem hebben toegeschreven. O Allāh, laat ons sterven als Muslimīn en verenig ons met de rechtschapene. 2 1 Alles wat aanbeden wordt naast Allāh, en tevreden is met de aanbidding van degenen die hem aanbidden, volgen, of gehoorzamen in iets anders dan de gehoorzaamheid aan Allāh en Zijn boodschapper, is een ṫāġūt. 2 Majmū rasā il fī at-tawḥīd wa al-īmān, v. 1, blz. 368. 4

VOORWOORD In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle. Voorwaar, alle lof is aan Allāh. Wij zoeken Zijn hulp en Zijn vergiffenis. Wij zoeken toevlucht bij Hem tegen het kwaad van onze eigen zielen en het kwaad van onze slechte daden. Wie Allāh leidt, zal nooit worden afgedwaald, en wie Allāh laat dwalen, zal nooit geleid worden. Ik getuig dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allāh alleen, zonder deelgenoten, en ik getuig dat Muḥammad Zijn dienaar en boodschapper is. م و ن إ و أ نت م م س ل م ون ات ه و ق وا ا ح ق ق وا ا ا ا ين آم ن ه ي ا O jullie die geloven, vrees Allāh zoals Hij gevreesd dient te worden. En sterf niet, behalve als Muslimūn. 3 ا ث ا ر ج ا ك م ث م ن ه ا و ه ج و ه ا ز وا و خ ل ق م ن ا اس ا ق ف س و اح د ة ن ل ق م م م ا ي خ ا ر ه ي ا ا يب إ ن ا ن ع ل ي م ر ام ح ا ر ل ون ب ه و وا ا ا ي ساء ق و س اء و ا O mensen, vrees jullie Heer Die jullie heeft geschapen uit één ziel, en daaruit heeft Hij zijn echtgenote geschapen. En uit hen beide verspreide Hij vele mannen en vrouwen. En vrees Allāh aan Wie jullie vragen en [verbreek niet de relaties van] de baarmoeders. Waarlijk, Allāh ziet voortdurend op jullie toe. 4 ٧٠ وا ق و ق ول س د يدا ن م ن و م و غ ف ر ل م ذ م ال م و ي ص ل ح ل م أ ق وا ا و ا ا ين آم ن وا ا ه ي ا ا ظ يم ا ع ز ق د ف از ف و ي ط ع ا و ر سو O jullie die geloven, vrees Allāh en spreek met passende woorden. 70 Hij zal voor jullie jullie daden succesvol laten zijn en Hij zal voor jullie jullie zonden vergeven. En wie Allāh en Zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker een grandioze overwinning behaald. 5 Voorwaar, het meest waarachtige woord is het boek van Allāh, en de beste leiding, is de leiding van Muḥammad. En de meest kwaadaardige zaken, zijn de geïnnoveerde zaken. En elke nieuwe uitgevonden zaak is een innovatie, en elke innovatie is een dwaling, en elke dwaling is in het vuur. Wat volgt: 3 Sūrah āl Imrān, 102. 4 Sūrah an-nisā, 1. 5 Sūrah al-aḥzāb, 70-71. 5

Dit is een vertaling van een pamflet wat is uitgebracht door Maktabah al-himmah, de officiële uitgever van de Gilāfah, waarin de meest belangrijke zaken in geloofsleer, wat elke Muslim dient te weten [en naar te handelen] beschreven en samengevat zijn. Eenieder die bekend is met de uitgever, en met de Gilāfah in het algemeen, ziet, als hij oprecht is, de zorg voor kennis, tezamen met de verspreiding en het onderwijzen ervan. Van grotere boeken, middelgrote boeken, tot kleine pamfletten, die allen vele verschillende onderwerpen behandelen, de Gilāfah heeft zich ingezet om de Muslimīn te bevrijden [van onwetendheid], wat dan vervolgens de mensheid zal bevrijden uit de ketenen van duisternis van onwetendheid die de harten en de gedachten bedekken middels de pen, tezamen met de vaak aangehaalde jihād met het zwaard. Dit, het inspannen middels de pen, tezamen met het inspannen met het zwaard, is de belichaming van tawḥīd en het is het pad van de laatste profeet, en zijn edele metgezellen. Een zaak dat duidelijk is voor eenieder die hun nobele biografieën heeft bestudeerd. Ondanks dat de beschuldigingen van het zijn van een geïnnoveerde sekte, namelijk de Gawārij, nog steeds luid rinkelen, zoals het altijd het geval is met hen die willen doen herleven wat bijna was gestorven, zijn de enigste werkelijke beschuldigingen die men richting de Gilāfah kan werpen dat het regeert met de ṣarī ah van Allāh [waar door de onwetenden naar gerefereerd wordt met verschillende denigrerende benamingen]; Jihād verricht om de wetgeving van Allāh te vestigen, en om de agressie van de polytheïsten tegen te gaan; streng optreed tegen ṣirk [afgoderij] en bid ah [religieuze innovatie] en het verwijderd wanneer de mogelijkheid zich voordoet; Degenen die zijn vervallen in grote kufr [ongeloof] en ṣirk ongelovig verklaart. Op het gezag van Ṭawbān dat de boodschapper van Allāh zei: م م أ ن ت داىع ا ت داىع الا م ع ل ي م ك يل ن ل و الس ي ا ال و ه ن ق ال. ق ال ق اي ل ي ا ر س ول االله و م ل ك ن م ث ا ء ك غ ث ا ء ا ت ه ل ة إ ىل ق ص ع ق ال ن ي و م ي ذ ق ال " ب ل ق اي ل و م ن ق ل ة. " يل ق ذ ن ه اب ة م ن م و م االله م ن ص د ور ع دو م ال و ح ب ادل ي ا و ر م ت ا ه ي ة ا ل ي وش ك الا أ ت م ي و م ي ذ ك ث و ن م ا ل و ه ا الله يف ق ل و Spoedig zullen de naties elkaar uitnodigen om jullie aan te vallen, zoals hoe de mensen elkaar uitnodigen om te eten van hun gerecht. Iemand vroeg: Zal dat dan zijn vanwege onze kleine aantallen op dat moment? Hij zei: Nee, jullie zullen groot in aantal zijn, maar jullie zullen [als] afval zijn, zoals afval van een vloedgolf, en Allāh zal vrees voor jullie uit de borsten van jullie vijanden verwijderen en Allāh 6

zal al-wahn in jullie harten plaatsen. Iemand vroeg: O boodschapper van Allāh, wat is al-wahn? Hij zei: Liefde voor het leven en afkeer voor de dood. 6 Overpeins deze ḥadīṭ, en kijk naar de realiteit van de ummah [Islāmitische gemeenschap] vandaag de dag, en naar de internationale coalitie tegen de Islāmitische staat. De profeet zei niet: tegen de gawārij, of tegen de takfiriyyīn, nee hij zei tegen jullie, d.w.z. de Islāmitische ummah. 6 Sunan Abī Dāwūd, 4297. 7

INTRODUCTIE In de naam van Allāh, de Barmhartige, de Genadevolle. Voorwaar, alle lof is aan Allāh, en moge de ṡalāh [groet] en salām [vrede] van Allāh met de boodschapper van Allāh, zijn familie, zijn metgezellen en eenieder die zich met hem allieert zijn. Wat volgt: Waarlijk, de boodschapper van Allāh zei: طلب العلم فر ضة ىلع لك مسلم Het zoeken van kennis is verplicht voor elke Muslim. 7 Al-Bayhaqī gaf commentaar op deze ḥadiṭ en zei: Waar hier op gedoeld wordt, en Allāh weet het beter, is de algemene kennis waar geen enkele volwassen persoon, met een gezond verstand, onwetend over mag zijn. 8 En imām as-ṣāfi ī werd gevraagd: Wat is kennis, en wat is ervan verplicht voor de mensen? Waarop hij zei: العلم علمان علم لا سع بالغا غ مغلوب ىلع عقله جهله وهذا العلم موجود يف كتاب االله و نقله املسلمون و كونه عن رسول االله ص االله عليه وسلم ولا ينازعون يف وجو ه Kennis is twee soorten: Kennis waar geen enkele volwassen persoon, met een gezond verstand, onwetend over mag zijn, deze kennis is aanwezig in het boek van Allāh en de Muslimīn lezen het, beschouwen het afkomstig te zijn van de boodschapper van Allāh en zijn het niet oneens omtrent zijn verplichting. 9 Dus volgens de mensen van kennis, is de wettelijke kennis -wat daarvan verplicht isonderverdeeld in twee categorieën: 1. Farḋ kifāyah [gemeenschappelijke verplichting]: En het is wat is verplicht gesteld voor de ummah van Islām in zijn geheel m.b.t. het onderwijzen en het 7 Sunan Ibn Mājah, 224. De meeste geleerden hebben de keten zwak verklaard, desondanks is de betekenis van de ḥadīṭ correct volgens de mensen van kennis. 8 Al-Madgal ilā as-sunan al-kubrā. 9 Ar-Risālah. 8

memoriseren. Hierom, als sommige van de Muslimīn op zich nemen wat voldoende is, dan krijgen zij aanzien en een beloning met daarbij dat de zonde van de rest [van de ummah] komt te vervallen. En als sommige niet ondernamen wat voldoende was, dan zou de zonden op alle Muslimīn komen te vallen. Wat valt onder de kennis wat farḋ kifāyah is, is het memoriseren van het boek van Allāh en zijn tafsīr [exegese], ḥadiṭ en zijn wetenschappen, uṡūl al-fiqh [de fundamenten van jurisprudentie], etc. 2. Farḋ ayn [individuele verplichting]: En het is wat is verplicht gesteld voor elke wettelijk aanspraakbare persoon, elke volwassen Muslim met een gezond verstand, om te leren. Dus als hij het verlaat of het verwaarloosd, dan is hij zondig. En van onder de meest belangrijke zaken wat verplicht is voor elke Muslim en Muslimah om te leren m.b.t. de geloofsleer is: 9

DE EERSTE ZAAK: DE DRIE PRINCIPES De kennis van de dienaar omtrent zijn Heer, zijn religie en zijn profeet. Dus als jou gevraagd wordt: Wie is jouw Heer? Zeg dan: Mijn Heer is Allāh, Degene die mij en alle ālamīn [schepselen] heeft geschapen en voorzien heeft van Zijn gunsten. Hij is mijn ma būd [Aanbedene], ik heb naast Hem geen andere ma būd. En als jou gevraagd wordt: Wat is jouw religie? Zeg dan: Mijn religie is de Islām, het is het overgeven aan Allāh middels tawḥīd, het onderwerpen aan Hem middels gehoorzaamheid, en het distantiëren van ṣirk en zijn mensen. En als jou gevraagd wordt: Wie is jouw profeet? Zeg dan: Mijn profeet is Muḥammad Ibn Abdillāh Ibn Abdil-Muṫṫalib Ibn Hāṣim. Hāṣim is van Qurayṣ, en Qurayṣ is van de Arabieren, en de Arabieren zijn van het nageslacht van Ismā īl Ibn Ibrāhīm. 10

DE TWEEDE KWESTIE: HET FUNDAMENT VAN DE RELIGIE EN ZIJN BEGINSEL ZIJN TWEE ZAKEN Het gebod tot het aanbidden van Allāh alleen, zonder deelgenoten, het daartoe aansporen, het alliëren op basis ervan en het ongelovig verklaren van eenieder die het verlaat. Het waarschuwen tegen ṣirk in het aanbidden van Allāh, daarin zeer streng zijn, vijandschap hebben op basis ervan en het ongelovig verklaren van eenieder die het verricht. Deze grondbeginselen zijn gebaseerd op de welgevestigde overtuiging van al-walā en al-barā [het houden en haten omwille van Allāh ], en het fundament van deze geloofsovertuiging is gebaseerd op het scheiden en het splitsen van de Muslimīn en andere op basis van religie, en niet op basis van land en nationalisme. Dus de monotheïstische Muslim is mijn broeder, waarmee ik mijzelf allieer en ondersteun, zelfs als hij ver weg is. En de afvallige ongelovige is mijn vijand, die ik haat en vijandigheid tegen koester, zelfs als hij dichtbij is. 11

DE DERDE ZAAK: DE BETEKENIS VAN LĀ ILĀHA ILLĀ ALLĀH Lā ilāha illā Allāh [niemand heeft het recht om aanbeden te worden behalve Allāh] is wat onderscheid maakt tussen ongeloof en Islām. Het is het woord van taqwā [godsvrees] en het meest ferme houvast. Het kan niet volledig gerealiseerd worden door het slechts uit te spreken middels de tong terwijl men onwetend is over de betekenis ervan en er niet naar handelt. Want waarlijk, de hypocrieten zeggen het, en zij zullen zich bevinden in de laagste gradatie van het vuur. Het kan slechts gerealiseerd worden middels het kennen van zijn betekenis, ervan te houden, het houden van zijn mensen, het alliëren met hen, en het haten en het hebben van vijandigheid tegen eenieder die zich er tegen verzet, en het bevechten van hen. De getuigenis van lā ilāha illā Allāh bestaat uit een ontkenning en een bevestiging. Dus lā ilāha ontkent alle vormen van aanbidding aan andere dan Allāh. En illā Allāh bevestigd dat alle vormen van aanbidding voor Allāh alleen, zonder deelgenoten zijn. En van de verplichtingen van de getuigenis van lā ilāha illā Allāh is de getuigenis Muḥammad rasūl Allāh [Muḥammad is de boodschapper van Allāh]. Het wordt verwezenlijkt middels gehoorzaamheid aan de profeet in wat hij heeft bevolen en te vermijden wat hij heeft verboden en te geloven in datgene waarover hij heeft geïnformeerd. 12

DE VIERDE ZAAK: DE VOORWAARDEN VAN LĀ ILĀHA ILLĀ ALLĀH Allāh maakte het woord van tawḥīd, lā ilāha illā Allāh, de manier om de Islām te betreden, de prijs voor het paradijs, en de reden voor de redding van het vuur. Echter, het is de uitspreker ervan tot geen enkel nut wanneer hij niet voldoet aan haar voorwaarden. Er werd gezegd tegen al-ḥasan al-basrī : De mensen zeggen dat eenieder die lā ilāha illā Allāh zegt het paradijs zal betreden? Hij zei: Eenieder die lā ilāha illā Allāh zegt en zijn recht en verplichting vervult zal het paradijs betreden. 10 En imām al-bugārī zei dat Wahb Ibn Munabbih werd gevraagd: Is lā ilāha illā Allāh niet de sleutel tot het paradijs? Waarop hij zei: Natuurlijk, maar er is geen sleutel, behalve dat het tanden heeft, dus als jij komt met een sleutel wat tanden heeft, dan zal het voor jou opengaan, en anders niet. 11 De tanden van de sleutel van het paradijs zijn de voorwaarden van lā ilāha illā Allāh en zij zijn: 1. Al- Ilm [kennis] met de betekenis van een ontkenning en een bevestiging. 2. Al-Yaqīn [zekerheid], en het is: de perfectie van kennis, en het is het tegenovergestelde van ṣakk [twijfel] en rayb [onzekerheid]. 3. Al-Iglās [oprechtheid/zuiverheid] en het is het tegenovergestelde van ṣirk [het toeschrijven van deelgenoten aan Allāh]. 4. Aṡ-Ṡidq [waarachtigheid] en het is het tegenovergestelde van bedrog. 5. Al-Muḥabbah [liefde] voor dit woord [van tawḥīd], waar het voor staat, en om er tevreden mee te zijn. 6. Al-Inqiyād [onderwerping] aan zijn rechten, zuiver omwille van Allāh en zoekend naar Zijn tevredenheid. 7. Al-Qubūl [acceptatie], en het is het tegenovergestelde van verwerping. Al deze voorwaarden zijn duidelijk bewezen vanuit het boek en de authentieke sunnah. 10 Jāmi al- Ulūm wa al-ḥikām, Ibn Rajab al-ḥanbalī. 11 Jāmi al- Ulūm wa al-ḥikām, Ibn Rajab al-ḥanbalī. 13

DE VIJFDE ZAAK: DE TENIETDOENERS VAN DE ISLĀM. Waarlijk, de zaken die een Muslim uit de Islām doet laat treden en hem -wanneer hij erin vervalt- de benaming van een afvallige van de millah [religie] van tawḥīd geeft, zijn vele [zaken]. En de tien meest immense zijn: 1. Ṣirk in de aanbidding van Allāh. 2. Wie tussen zichzelf en Allāh tussenpersonen plaatst, hen aanroept, hen vraagt om voorspraak, en het vertrouwen op hen legt. 3. Wie de polytheïsten niet ongelovig verklaard, of twijfelt over hun ongeloof, of hun maḍhab [levenswijze] goedkeurt. 4. Wie gelooft dat de leiding van een ander dan de profeet completer is dan zijn leiding, of dat het oordeel van een ander beter is dan zijn oordeel. 5. Wie iets haat waarmee de boodschapper is gekomen. 6. Wie Allāh, of Zijn boek, of Zijn boodschapper bespot. 7. Siḥr [tovenarij], en daaronder valt Aṡ-Ṡarf en al- Atf 12. 8. Het ondersteunen en het assisteren van de polytheïsten tegen de Muslimīn. 9. Wie gelooft dat sommige mensen toestemming hebben om de ṣarī ah van de profeet Muḥammad te verlaten, zoals al-giḋr de ṣarī ah van Mūsā verliet. 10. Wie zich afkeert van de religie van Allāh, het niet leert noch ernaar handelt. Er is geen verschil in al deze tenietdoeners tussen degene die het verricht voor de grap, doelbewust of uit angst, behalve degene die wordt gedwongen 13. 12 Magie middels drankjes, het leggen van knopen etc. 13 Ṣayg Abū Mālik At-Tamīmī zei in de uitleg van de derde tenietdoener over de rechtsgeldige dwang: Bijv. sommigen van hen zeiden: Voorwaar, de rechtsgeldige dwang wordt al bewerkstelligd door gevangenschap alleen, zoals de Ṣāfi iyyah. En anderen die daarin strenger waren zeiden: De rechtsgeldige dwang wordt pas bewerkstelligd wanneer een persoon wordt bedreigd met iets wat schade aan hemzelf of het verlies van een ledemaat of marteling met zich meebrengt wat de gemiddelde persoon niet kan verdragen. 14

DE ZESDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN TAWḤĪD. Tawḥīd ar-rubūbiyyah [het één maken van Allāh in heerschappij]: Het is de tawḥīd van Allāh m.b.t. Zijn handelingen. En het wordt bewerkstelligd door te geloven dat Allāh de Enige is die de schepping schiep, de Enige is die hen onderhoudt, en de Enige is die het bestuur regelt. De meeste mensen, vanwege hun fiṫrah [natuurlijke aanleg], geloven dat Allāh de Schepper, de Voorziener, en de Beheerser van het leven en de dood is, zij geloven in dat allemaal en bevestigen het voor Hem. Sterker nog, zelfs de ongelovigen, degenen die de boodschapper van Allāh bestreed, en hun bloed en bezit toegestaan had gemaakt, bevestigden en geloofden daarin. Het bewijs daarvoor is Zijn uitspraak: م ي م ن خ ر ج ال ت و م ي م ن ال ت ن ر ج ال م ار و ص ا ب ل ك السم ع و م ن م ض أ ا ر اء و ق ل م ن ي ر ز ق م م ن السم ق ل أ ف ت ق ون ول ون ا ق ر ف سي م ن ي د ب ر ا م ال و Zeg: Wie voorziet jullie vanuit de hemel en de aarde? Of Wie is Degene die de macht over het gehoor en het zicht heeft. En Wie brengt de levende voort uit de dode en Wie brengt de dode voort uit de levende? En wie regelt [alle] zaken? Zij zullen zeggen: Allāh. Zeg dan: Zullen jullie dan niet vrezen? 14 Echter, tawḥīd ar-rubūbiyyah op zichzelf, dat de dienaar gelooft dat Allāh hem geschapen heeft, hem voorziet en hem leven geeft, is niet voldoende om de Islām te betreden zonder daarbij ook te gelogen in tawḥīd al-ulūhiyyah. Tawḥīd al-ulūhiyyah [het één maken van Allāh in aanbidding]: Het is de tawḥīd van Allāh m.b.t. de handelingen van de dienaren, zoals het smeekgebed, het afleggen van een eed, het slachten, hoop, angst, vurig verlangen, vrees, het berouwvol terugkeren, het smeken om hulp, het zoeken van toevlucht, het zoeken van redding, het verheerlijken, het buigen, jihād de betekenis ervan is dat de dienaar deze aanbiddingen verricht om toenadering tot Allāh alleen te zoeken. Hierom, als hij het [om deze reden] verricht, dan is hij een Muslim en heeft hij tawḥīd vervult. Maar als de dienaar deze aanbiddingen verricht om toenadering tot 14 Sūrah Yūnus, 31. 15

een ander dan Allāh te zoeken, of een deel ervan toewijdt aan Allāh en een ander deel aan een ander dan Allāh, dan heeft hij tawḥīd niet vervult en heeft hij ṣirk begaan, en wij zoeken onze toevlucht bij Allāh. Tawḥīd al-ulūhiyyah wordt ook tawḥīd al- Ibādah genoemd. Het is datgene waarmee de boodschappers zijn gestuurd, want elke boodschapper begon zijn da wah [uitnodiging tot tawḥīd] richting zijn volk met het gebod van tawḥīd al- Ibādah. Hij zei: ن ا ب د وا ا و اج ت ن ب وا الط اغ وت ف م ن ه م م ن ه د ى ا و أ م م ن ح ق ت و م ن ه ة ر س ا أ م ث ن ع و ل ق د م ك ذ ة ال ب ق ب ن ي ف ر وا ك ض ف انظ وا ا ر ع ل ي ه الض ل ة ف س En voorzeker, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper gezonden: Aanbid Allāh en vermijd de ṫāġūt. Onder hen zijn er die Allāh heeft geleid en onder hen zijn er die afdwaling verdienden. Reis daarom rond op aarde en zie hoe het einde was van de verloochenaars. 15 En Nūḥ, Hūd, Ṡāliḥ en Ṣu ayb hadden allemaal dezelfde uitspraak: ه غ ه إ أ خاف م م ن إ اب ي و ذ ع ل ي م ع م ق ال ي ا ق و م ه ق و ا ل ا ب دوا ا م ا إ ا ن وح ن ر سل ل ق د أ ع ظ ي Waarlijk, Wij hebben Nūḥ naar zijn volk gestuurd en hij zei: O mijn volk, aanbid Allāh, jullie hebben geen andere ilāh dan Hij. Voorwaar, ik vrees voor jullie de bestraffing van een geweldige dag. 16 ه غ ه أ ف ت ق ون ا ق ال ي ا ق و م ا ب د وا ا م ا ل م م ن إ ود اه م ه خ د أ En naar de Ād hun broeder Hūd. Hij zei: O mijn volk, aanbid Allāh, jullie hebben geen andere ilāh dan Hij. Zullen jullie dan niet vrezen? 17 15 Surah An-Naḥl, 36. 16 Sūrah al-a rāf, 59. 17 Sūrah al-a rāf, 65. 16

ه غ ه ق د ج اء ت م ب اه م ص ا ا ق ال ي ا ق و م ا ب د وا ا م ا ل م م ن إ خ م ود أ ن ر م ي ن ة م En naar de Ṭamūd hun broeder Ṡāliḥ. Hij zei: O mijn volk, aanbid Allāh, jullie hebben geen andere ilāh dan Hij. Er is reeds tot jullie een duidelijk bewijs van jullie Heer gekomen. 18 م ن ر م اه م خ ن أ د م ة ن ه غ ه ق د ج اء ت م ب ي ا ق ال ي ا ق و م ا ب د وا ا م ا ل م م ن إ ي ب ش ع En naar de Madyan hun broeder Ṣu ayb. Hij zei: O mijn volk, aanbid Allāh, jullie hebben geen andere ilāh dan Hij. Er is reeds tot jullie een duidelijk bewijs van jullie Heer gekomen. 19 En omwille van deze categorie van tawḥīd bestreed de boodschapper van Allāh de ongelovigen van Qurayṣ, en omwille [van deze categorie] bestreden de rechtgeleide gulafā 20 de afvalligen. Tawḥīd al-asmā wa aṡ-ṡifāt [het één maken van Allāh in de namen en eigenschappen]: Het is het geloven in alles wat is overgeleverd in de edele Qur ān en de authentieke aḥadiṭ omtrent de Asmā [Namen] en Ṡifāt [Eigenschappen] van Allāh waar Hij Zichzelf mee heeft omschreven of waar de boodschapper van Allāh Hem mee heeft omschreven op zijn werkelijke betekenis. Met het geloof dat Niets is aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de Alziende 21. Het is verplicht om te geloven in de Namen en Eigenschappen van Allāh die zijn bevestigd in het boek en de sunnah, met zijn betekenissen en regelgevingen, volgens het begrip van de vrome voorgangers [de eerste generaties Muslimīn]. De Namen en Eigenschappen van Allāh worden gekend middels de Qur'ān en de sunnah. Het is niet toegestaan voor iemand, wie hij ook mag zijn, om een Naam of Eigenschap van Allāh te verzinnen, omdat de Namen en Eigenschappen van Allāh zijn tawqīfiyyah [d.w.z. gebaseerd op tekstuele bewijzen]. Wat betekent, wij houden het bij de Namen waar Allāh Zichzelf mee heeft genoemd of omschreven, en waar Zijn boodschapper Hem mee heeft genoemd of omschreven. Al de Namen van Allāh zijn perfect, en Hij heeft er vele, een aantal daarvan zijn: Aṡ-Ṡamad [de 18 Sūrah al-a rāf, 73. 19 Sūrah al-a rāf, 85. 20 Abu Bakr aṡ-ṡiddīq, Umar Ibn al-gaṫṫāb, Uṭmān Ibn Affān en Ali Ibn Abī Ṫālib. 21 Sūrah Aṣ-Ṣūrā, 11. 17

Zelfgenoegzame] al-bārī [de Grondlegger], as-samī [de Alhorende], al-baṡīr [de Alziende], ar-raḥmān [de Barmhartige], ar-raḥīm [de Genadevolle] etc. en zo heeft Hij vele Eigenschappen, allen zijn zij hoog en verheven, daarvan zijn: Barmhartigheid, Kracht, Wijsheid, Leven, Macht, Kennis, Majestueusheid etc.. 18

DE ZEVENDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN ṢIRK Aṣ-Ṣirk al-akbar [grote afgoderij]: Het is de grootste zonde. Allāh vergeeft het niet, noch accepteert Hij ermee enige goede daad. Hij zei: ى إ م ا ع ظ ي م ا ق د اف ك ب ا ن ش اء و م ل ك ل م ن ون ا د غ ف ر م ك ب ه و ن غ ف ر أ إ ن ا Voorwaar, Allāh vergeeft niet dat er deelgenoten aan Hem worden toegeschreven, maar Hij vergeeft, buiten dat, wie Hij wilt. En degene die een deelgenoot aan Allāh toeschrijft, heeft zeker een geweldige zonde bedacht. 22 En Hij zei: ا ل لظ ال م م ن أ نصا ر م و اه ا ار و أ م ح ر م ا ع ل ي ه ا ن ة و ق د ك ب ا ن إ ن ه م Voorwaar, hij die een deelgenoot aan Allāh toeschrijft, Allāh heeft reeds het paradijs voor hem verboden, en zijn verblijfplaats is het vuur, en voor de onrechtplegers zijn er geen helpers. 23 En Hij zei: ا ن م ن ا ن و ك م ل ك و ح ب ط ن ت ا ين م ن ب ل ك ل ن أ و ل ق د أ و إ ك En het is al reeds aan jou geopenbaard, en aan hen vóór jou: Als jij een deelgenoot [aan Allāh] toeschrijft, dan zullen jouw daden zeker tenietgaan, en dan zal jij zeker tot de verliezers behoren. 24 Er zijn vier soorten van aṣ-ṣirk al-akbar: 1. Ṣirk in da wah. 2. Ṣirk in wil en intentie. 3. Ṣirk in gehoorzaamheid. 4. Ṣirk in liefde. 22 Sūrah an-nisā, 48. 23 Sūrah al-mā idah, 72. 24 Sūrah az-zumar, 65. 19

Aṣ-Ṣirk al-aṡġar [kleine afgoderij]: Het is alles wat leidt tot aṣ-ṣirk al-akbar, en een middel om erin te vervallen, zoals ar-riyā [pronkerij], zweren bij een ander dan Allāh, uitspraken zoals: Wat Allāh en jij willen, of Ik vertrouw op Allāh en jou, en andere zaken wat [de tawḥīd] verminderd voor wie er iets van verricht. De boetedoening [hiervoor] is om te zeggen: ا إ أعوذ بك أن ارشك بك شيي ا واعلمه واستغفرك ما لا أعلم O Allāh, ik zoek toevlucht bij U tegen het toeschrijven van een gelijke aan U terwijl ik het weet, en ik zoek Uw vergiffenis voor datgene wat ik uit onwetendheid doe. 20

DE ACHTSTE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN KUFR Kufr akbar [groot ongeloof] wat men uit de religie doet plaatsen: Het omvat vijf soorten: 1. De kufr van het verloochenen. 2. De kufr van het weigeren en hoogmoed. 3. De kufr van twijfel. 4. De kufr van het afkeren [van de religie]. 5. De kufr van hypocrisie. Kufr aṡġar [klein ongeloof] wat men niet uit de religie doet plaatsen: Het is de kufr an-ni mah [ondankbaar zijn over de gunsten van Allāh]. Het bewijs is Zijn uitspraak: ا ه ن ف ف ر ت ب ف أ ذ ا ن م ا ا ر ز ه ا ر غ د ا م يه ن ة ي أ ة ن ت آم ن ة م طم ث ق ر و ب ا م م ع ون نع ا ن وا ي ص ف ب م اس ا وع و ا و ا En Allāh stelt een voorbeeld van een stad die in rust en vrede leefde. Tot haar kwam haar voorziening in overvloed vanuit elke plek. Maar zij verloochende de gunsten van Allāh, waarop Allāh haar de kleding van honger en angst liet proeven vanwege datgene wat zij deden. 25 25 Sūrah an-naḥl, 112. 21

DE NEGENDE ZAAK: DE CATEGORIEËN VAN NIFĀQ An-Nifāq al-akbar [grote hypocrisie (in de geloofsovertuiging)]: Het is het verstoppen van kufr in het hart, terwijl men geloof vertoond op de tong en de ledematen. Het omvat zes soorten, en de bezitter ervan behoort tot de inwoners van de laagste categorie van het vuur: 1. Het verloochenen van de boodschapper. 2. Iets verloochenen waarmee de boodschapper is gekomen. 3. Het haten van de boodschapper. 4. Iets haten waarmee de boodschapper is gekomen. 5. Verheugd zijn wanneer de religie van de boodschapper verzwakt. 6. Het haten wanneer de religie van de boodschapper overwint. An-Nifāq al-aṡġar [kleine hypocrisie (in handelingen)]: Het is een iets wat behoort tot de handelingen van de hypocrieten en een onderdeel is van hun eigenschappen, maar waarbij wel het fundament van het geloof aanwezig is. Het bestaat uit vijf zaken en zijn vermeld door de boodschapper van Allāh in zijn uitspraak: ذ ا اؤ ت م ن خ ان ل ف و ا و ع د أ خ م ن اف ق ث لا ث إ ذ ا ح د ث ك ذ ب و ذ آي ة ال De tekenen van een hypocriet zijn drie: Wanneer hij spreekt dan liegt hij, wanneer hij iets beloofd dan verbreekt hij zijn belofte, en wanneer hem iets wordt toevertrouwd dan bedriegt hij. 26 En in een andere overlevering zei hij: ذ ا اع ه د غ د ر و ذ ا خ اص م ف ج ر و wanneer hij een verbond sluit dan schendt hij het, en wanneer hij redetwist dan overschrijdt hij de maat [d.w.z. dan reageert hij op een zeer driftige, kwaadaardige manier]. 27 26 Ṡaḥīḥ al-bugārī, 6095. 27 Ṡaḥīḥ al-bugārī, 34. 22

DE TIENDE ZAAK: DE BETEKENIS VAN ṪĀĠŪT, ZIJN HOOFDEN EN CATEGORIEËN De eerste zaak wat Allāh verplicht heeft gesteld voor de zoon van Ādam is om ongelovig te zijn in de ṫāġūt en te geloven in Allāh. Het bewijs hiervoor is Zijn uitspraak: ن ا ب د وا ا و اج ت ن ب و أ وا الط اغ وت ة ر س أ م ا ث ن ع و ل ق د En voorzeker, Wij hebben naar iedere gemeenschap een boodschapper gezonden: Aanbid Allāh en vermijd de ṫāġūt. 28 De omschrijving van al-kufr biṫ-ṫāġūt [het ongelovig zijn in de ṫāġūt] is: 1. Het geloven dat de aanbidding van een ander dan Allāh valsheid is. 2. Dat je het laat. 3. Dat je het haat. 4. Dat je de mensen ervan ongelovig verklaart. 5. Dat je vijandigheid tegen hen hebt. Wat betreft de omschrijving van het hebben van al-īmān billāh [geloven in Allāh], het is: 1. Het geloven dat Allāh al-ilāh al-ma būd [Degene die het recht heeft om aanbeden te worden] alleen is, en niemand naast Hem. 2. Dat je alle soorten aanbiddingen zuiver voor Allāh verricht. 3. Dat je het [de aanbiddingen] verwerpt voor elke aanbedene naast Hem. 4. Dat je houdt omwille van Allāh. 5. Dat je haat omwille van Allāh. De ṫāġūt: Het is alles waardoor de dienaar de grenzen overschrijdt, hetzij [de ṫāġūt] een aanbedene, gevolgde of gehoorzaamde [is]. Een voorbeeld m.b.t. de aanbedene: Het zijn de duivels onder de jinn die de magiërs onder de mensen bevelen om hen te aanbidden, waarop zij dat doen. 28 Surah An-Naḥl, 36. 23

Een voorbeeld m.b.t. de gevolgde: Het zijn de hoofden van de staten, overheden en koninkrijken, evenals de leiders die hun volk bevelen met wat in tegenstrijd is met de ṣarī ah en/of om oordeel te zoeken bij de verzonnen mens-gemaakte wetten en/of om te strijden tegen het oordelen met de ṣarī ah. Evenals zij die hiernaartoe oproepen om dat te implementeren, waarop het volk hen volgt. Wat betreft een voorbeeld m.b.t. de gehoorzaamde: Het zijn de rabbijnen, monniken en de kwaadaardige geleerden die toestaan wat Allāh verboden heeft verklaard, en verbieden wat Allāh toegestaan heeft gemaakt, waarop zij daarin gehoorzaamd worden. Terwijl voor de Muslim monotheïst, hij is ongelovig in al die aanbedene, gevolgde en gehoorzaamde naast Allāh. Hij distantieert zichzelf van hen en van eenieder die hen volgt, hij heeft vijandigheid tegen hen en haat hen. En dit is de millah [religie] van Ibrāhīm, waar alleen iemand die met zichzelf de spot drijft zich ervan zou afwenden. Het is een goed voorbeeld, waarvan Allāh aanmoedigde om het te volgen, middels Zijn uitspraak: د ون م ن ب ع ا م م م ه م إ ن ا ب ر آء م ن م و و و ح د ه ع ه إ ذ ق ال وا ل ق ا ين م و ة ح سن ة إ ب ر اه يم و س ق د ن ت ل م أ م ال ع د او ة و ا ي ن ا و ف ر ن ا ب م و د ا ب ي ن ن ون ا د ت ؤ م ن وا ب ا ا ح ب د غ ض اء Voorzeker, er was voor jullie een goed voorbeeld in Ibrāhīm en degenen die met hem waren, toen zij tegen hun volk zeiden: Waarlijk, wij distantiëren onszelf van jullie en van datgene wat jullie naast Allāh aanbidden. Wij hebben jullie verworpen, en er is tussen ons en jullie vijandschap en haat ontstaan voor altijd, totdat jullie in Allāh alleen geloven. 29 En tot de millah van Ibrāhīm behoort dat wij de ṫawāġīt bestrijden, hun bondgenoten en volgelingen, het woord van Allāh verkondigend. Hij zei: و ا ء ا ل ش ي ط ا ن و ا ي ن ف ر وا ق ا ت ل و ن س ب ي ل ا ل ط ا غ وت ق ا ت ل وا أ ق ات ل ون س ب يل ا وا ن ا ين آم إ ن ك ي د ا ل ش ي ط ا ن ن ض ع ي ف ا 29 Sūrah al-mumtaḥinah, 4. 24

Degenen die geloven strijden op het pad van Allāh. En degenen die niet geloven strijden op het pad van de ṫāġūt. Bestrijd dus de bondgenoten van de duivel, waarlijk de list van de duivel is immer zwak. 30 De ṫawāġīt zijn talrijk, maar hun hoofden zijn vijf: 1. De duivel, de uitnodiger tot het aanbidden van andere naast Allāh. Het bewijs is Zijn uitspraak: الش ي ط ان إ ن ه ل م ع د و م ب ن ع ب د وا ب آد م أ ه م أ م ي ا د إ ل Heb ik jullie niet bevolen, o kinderen van Ādam, dat jullie de duivel niet aanbidden? Waarlijk, hij is voor jullie een duidelijke vijand. 31 Dus de duivel is de grootste ṫāġūt, die altijd probeert om de mensheid [en de jinn] af te houden van de gehoorzaamheid aan Allāh. En onder de mensen [en jinn] die meedoen met de duivel in het afhouden van de mensen [en jinn] van het aanbidden van Allāh, dan zijn zij ook ṫawāġīt. 2. De tirannieke heerser die de regelgevingen van Allāh veranderd. Het bewijs is Zijn uitspraak: ن ا أ نز ل م ن ب ل ك ي ر د ون أ م و م ر و ا اغ و ت و ق د أ وا إ الط م ت حاك ا أ نز ل إ ك وا ب م ن ه م آم م ون ل م ت ر إ ا ين ي ز ا ن ي ض ل ه م ض ب ع يد ر د الش ي ط ان أ ر وا ب ه و ف أ ن ي Heb jij degenen niet gezien die beweren dat zij geloven in wat aan jou is neergezonden en in wat vóór jou is neergezonden? Zij wensen berecht te worden door de ṫāġūt, terwijl zij bevolen waren het te verwerpen. En de duivel wenst hen ver te doen afdwalen. 32 3. Degene die oordeelt met wat anders dan wat Allāh heeft geopenbaard. Het bewijs is Zijn uitspraak: نز ل ا ا أ م ب م ك ه م ال ف ر ون ف أ و ن ل م و م En wie niet oordeelt met dat wat Allāh heeft neergezonden, zulke zijn de ongelovigen. 33 30 Sūrah An-Nisā, 76. 31 Sūrah Yā Sīn, 60. 32 Sūrah an-nisā, 60. 33 Sūrah al-ma idah, 44. 25

Dus als de heerser of rechter oordeelt in geschillen aan de hand van wat anders dan wat Allāh heeft geopenbaard, zoals aan de hand van de verzonnen mens-gemaakte wetten of tradities, tribalistische gebruiken en tribalisme, dan is hij waarlijk afvallig van de Islāmitische religie en een ṫāġūt geworden. De heerser die oordeelt met wat anders dan wat Allāh heeft geopenbaard is een ongelovige, en degenen die een oordeel bij hem zoeken in hun geschillen zijn ook ongelovigen. Hij zei: م ا ق ض ي ت و د وا أ نف س ه م ح ر ج ا م ه م م ن ك م وك يم ا ش جر ب ي ي ؤ م ن ون ح م وا س ل يم ا س ل و ر ك ف Maar nee, bij jouw Heer! Zij geloven niet totdat zij jou tussen hen laten oordelen over hun geschillen, en vervolgens geen weerstand in zichzelf ondervinden tegen datgene wat jij oordeelt en zij zich volledig [eraan] overgeven. 34 Dus Allāh ontkende īmān voor hen omdat zij tussen henzelf niet oordeelden met de wetgeving van Allāh, maar in plaats daarvan oordeelden met [de wetgeving van] de ṫāġūt. 4. Degene die beweert dat hij kennis heeft over al-ġayb [het ongeziene] naast Allāh. Het bewijs is Zijn uitspraak: ش ع ر ون ي ان ب ع ث ون ا م إ ا و ي ب غ ض ال ا ر ات و او ن الس م ع ل م م ق ل Zeg: Niemand in de hemelen en op aarde kent het ongeziene behalve Allāh. En zij weten niet wanneer zij opgewekt zullen worden. 35 Hierom, eenieder die beweert dat hij kennis heeft over het ongeziene is een ṫāġūt en heeft nadrukkelijk de edele Qur ān verloochend. En het is verplicht voor de Muslimīn om te waarschuwen tegen het bezoeken van eenieder die beweert kennis van het ongeziene te bezitten, zoals bijv. de magiërs, waarzeggers, en de helderzienden en [te waarschuwen] om hun beweringen niet te geloven, omdat: من أىت اكهنا أو عرافا فصدقه بما يقول فقد فر بما أنزل ىلع مد 34 Sūrah an-nisā, 65. 35 Sūrah an-naml, 65. 26

Wie naar een waarzegger of een helderziende gaat en gelooft in datgene wat hij zegt, hij is ongelovig in datgene wat aan Muḥammad is neergezonden. 36 5. Degene die wordt aanbeden in plaats van Allāh, en tevreden is dat hij aanbeden wordt, of wie de mensen uitnodigt naar het aanbidden van hemzelf. Het bewijs is Zijn uitspraak: ن د ون ه ه م ل ك ز ه ج ه ن م ك ل ك ز ي الظ ال م إ ف ن ق ل م ن ه م إ و م En wie van hen zegt: Ik ben een ilāh naast Hem. Diegene vergelden Wij met de hel. Zo vergelden Wij de onrechtplegers. 37 Aanbidding is een recht dat toebehoort aan Allāh. Het is niet toegestaan voor iemand om op te roepen tot de aanbidding van hemzelf, of naar iemand anders naast Allāh. Dus wie dat doet of het niet doet maar tevreden is dat hij aanbeden wordt in plaats van Allāh, dan is hij een ṫāġūt. Samengevat, waarlijk de mens zal nooit een gelovige in Allāh zijn totdat hij ongelovig is in de ṫāġūt. Het bewijs hiervoor is Zijn uitspraak: و ة ر ع م س ك ب ال ت د اس ق م ن ي ف ر ب الط اغ وت و ؤ م ن ب ا إ ك ر اه ا ين ق د ب الر ش د م ن ال و ا س م يع ع ل يم انف ص ام ل ه ا و ال Er is geen dwang in de religie. Waarlijk, het juiste pad [ar-ruṣd] is onderscheiden van de dwaling [al-ġayy]. Wie ongelovig is in de ṫāġūt en gelooft in Allāh, heeft waarlijk het meest ferme houvast [al- Urwah al-wuṭqā] gegrepen dat niet breken kan. En Allāh is Alhorend Alwetend. 38 Ar-Ruṣd is de religie van Muḥammad en al-ġayy is de religie van Abū Jahl, en al- Urwah al-wuṭqā is de getuigenis dat niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allāh. De dienaar zal nooit het meest ferme houvast grijpen tenzij hij twee eigenschappen bezit, namelijk: het ongelovig zijn in de ṫāġūt, en het geloven in Allāh. En alle lof is aan Allāh, de Heer der werelden. 36 Musnad Aḥmad. 37 Sūrah al-anbiyā, 29. 38 Sūrah al-baqarah, 256. 27