CVDR. Nr. CVDR188254_1. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Vergelijkbare documenten
Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Rijswijk

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE HOUTEN

Verordening Langdurigheidstoeslag gemeente Cuijk 2012 A

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

vast te stellen de Verordening langdurigheidstoeslag Zeewolde 2013 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening langdurigheidstoeslag 2009.

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

B&W-Aanbiedingsformulier

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Smallingerland gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 november 2014;

Verordening Individuele inkomenstoeslag gemeente Rijswijk 2017

Nijverdal, 5 februari gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 18 december 2012;

De raad van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 15 december 2011,

gelet op artikel 8 lid 1 onderdeel d, artikel 8 lid 2 onderdeel b en artikel 36 van de Wet werk en bijstand;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Geconsolideerde Verordening individuele inkomenstoeslag participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Verordening Individuele inkomenstoeslag 2015 gemeente Woudenberg. gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 11 november 2014;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE ASSEN 2015

GEMEENTEBLAD. Vastgestelde verordening - Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

Betreft: Vaststellen Verordening Individuele Inkomenstoeslag gemeente Tynaarlo 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Renkum 2015

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders 9 juni 2015;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d 27 februari 2009, inzake de Langdurigheidstoeslag;

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Officiële naam regeling Verordening Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Breda 2015

Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 16 november 2010;

GEMEENTE BOEKEL. Raadsbesluit Z/ AB/ De raad van de gemeente Boekel;

Officiële naam regeling Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013 Citeertitel Verordening Langdurigheidstoeslag Breda 2013

Verordening langdurigheidstoeslag WWB gemeente Kaag en Braassem 2012.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van [datum en nummer];

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG WWB 2013 GEMEENTE NOORD-BEVELAND

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 2 december 2015;

Gemeente Boxmeer I-SZ/2012/724 / RIS (6)

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enschede 2015

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 2012;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 december 2011, nummer 151;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van: 11 november 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Wierden 2015

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 december 2014, nr ;

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2008 (Gemeenteblad 2008, nr. 367);

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

HOOFDSTUK 1. Algemene bepalingen

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 december 2014;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Venray 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 november 2015;

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Coevorden

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders nr ;

Verordening Langdurigheidstoeslag Voor de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Midden-Delfland 2015

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet; b e s l u i t :

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Muiden d.d. 11 november 2014, met nummer 3384, Besluit:

Gemeente Albrandsuuaard

Nr.: 8.3 Onderwerp: Aanpassing Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Peel en Maas ( )

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Westland 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Beuningen 2015 at IIII I'll II Hi lil III IIII

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG GEMEENTE BUREN

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Beverwijk Documentnummer INT

De raad van de gemeente Koggenland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 december 2011

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet; gezien het advies van [naam commissie];

Langdurigheidstoeslag 2013

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet gemeente Beesel 2015

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenr ;

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet

Verordening langdurigheidstoeslag gemeente Zoetermeer 2009

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 18 november 2014, nr. 43/10, INTB ;

Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Emmen 2015

*Z033732B8C5* gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid, van de Participatiewet;

Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie. Bespreken. Kennis van nemen. Kaderstellen.

Verordening individuele inkomenstoeslag WIL

gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

Rectificatie Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Enkhuizen 2015

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG PARTICIPATIEWET 2015

Verordening langdurigheidstoeslag 2012 concept

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Gouda van 29 november 2011;

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag 2015

VERORDENING INDIVIDUELE INKOMENSTOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE 2015

besluit vast te stellen de Verordening individuele inkomenstoeslag 2017 gemeente Harderwijk.

Gemeente Achtkarspelen. Verordening Langdurigheidstoeslag WWB. Dienst Werk en Inkomen De Wâlden

Verordening Langdurigheidstoeslag ISD BOL 2012

VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG 2012/25698 WET WERK EN BIJSTAND 2012 Pag 1 / 5

Verordening individuele inkomenstoeslag Brummen 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag

De raad van de gemeente Rijnwaarden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 oktober 2017,

De Raad van de gemeente Ede,

Gemeente Nieuwegein; Verordening Individuele inkomenstoeslag WIL; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.

Nadere uitleg is opgenomen in de implementatiehandleiding, onderdeel van de bij deze modelverordening behorende ledenbrief.

Verordening langdurigheidstoeslag. gemeente Veendam

Wetstechnische informatie. Gegevens van de regeling

Artikel 6: Nadere regels Het college stelt nadere regels voor de individuele inkomenstoeslag in beleidsregels.

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b en tweede lid van de Participatiewet;

CVDR. Nr. CVDR126459_1. Verordening Langdurigheidstoeslag 2012

Nummer Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet BMWE 2015

Verordening individuele inkomenstoeslag Participatiewet 2015

Transcriptie:

CVDR Officiële uitgave van Rijswijk. Nr. CVDR188254_1 3 oktober 2017 Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012 De gemeenteraad van Rijswijk, bijeen in openbare vergadering op 12 juni 2012 gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van Rijswijk d.d., nr. 12.013 Gelet: - op de artikelen 8, eerste lid onderdeel d en 36 van de Wet werk en bijstand (WWB), - op artikel 147, eerste lid, van de Gemeentewet; Overwegende: dat het noodzakelijk is het verstrekken van langdurigheidstoeslag aan personen van 21 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar bij verordening te regelen. BESLUIT: vast te stellen de Verordening Langdurigheidstoeslag WWB 2012 Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven, hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand, de Algemene wet bestuursrecht of de overige in deze verordening aangehaalde wetten. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. De wet de Wet werk en bijstand b. Referteperiode een periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum. c. Peildatum de datum waartegen langdurigheidstoeslag wordt aangevraagd. d. Inkomen het inkomen als bedoeld in artikel 32 van de wet, met dien verstande dat voor de zinsnede een periode waarover een beroep op bijstand wordt gedaan moet worden gelezen de referteperiode. Een bijstandsuitkering wordt, in afwijking van artikel 32 van de wet, voor de beoordeling van het recht op langdurigheidstoeslag als inkomen gezien. e. WSF 2000 Wet Studiefinanciering Hoofdstuk 2. Recht op langdurigheidstoeslag Artikel 2:1 Voorwaarden 1. Aan de in artikel 36, eerste lid, van de wet gestelde voorwaarde van het hebben van een langdurig, laag inkomen is voldaan als gedurende de referteperiode het inkomen niet uitkomt boven 100% van de bijstandsnorm. 2. Niet voor de langdurigheidstoeslag komt in aanmerking de belanghebbende die een opleiding volgt als genoemd in de WSF 2000. Artikel 2:2 Hoogte van de langdurigheidstoeslag 1. De langdurigheidstoeslag bedraagt per jaar: a. voor een gezin 519 b. voor een alleenstaande ouder 465 c. voor een alleenstaande 363 2. Voor de toepassing van het eerste lid is de situatie op de peildatum bepalend. 3. Indien één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op langdurigheidstoeslag ingevolge artikel 11 of artikel 13 lid 1 van de wet komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een langdurigheidstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden. 4. De in het eerste lid van dit artikel genoemde bedragen worden elk jaar per 1 januari aangepast met een percentage dat overeenkomt met het procentuele verschil tussen de gezinsnorm per 1 januari van dat jaar en de gezinsnorm van het daar aan voorafgaande jaar De bedragen worden op hele euro s naar boven afgerond. Artikel 2:3 Uitzicht op inkomensverbetering 1. Indien belanghebbende zicht heeft op inkomensverbetering, dan ontbreekt het recht op langdurigheidstoeslag 2. Groepen waarvan gesteld kan worden dat er waarschijnlijk geen zicht is op inkomensverbetering zijn: a. studenten; b. studenten die recent hun opleiding hebben beëindigd; c. werkenden die bewust kiezen voor een deeltijdbaan maar wel potentieel hebben om hun inkomen te verbeteren; 1

d. belanghebbenden waarop een schuldregelingstraject (minnelijk of wettelijk) van toepassing is en daardoor maar kunnen beschikken over maximaal 100% van de bijstandsnorm Artikel 2:4 De rol van de arbeidsverplichtingen Een schending van de arbeidsverplichting kan leiden tot een weigering van de langdurigheidstoeslag als er een verband bestaat tussen een schending van de arbeidsverplichtingen en een verspeeld perspectief op inkomensverbetering. Artikel 2:5 - Toekenning eens in de twaalf maanden 1. De langdurigheidstoeslag wordt voor een jaar toegekend en moet jaarlijks worden aangevraagd. 2. De langdurigheidstoeslag kan met terugwerkende kracht ineens voor meerdere jaren worden aangevraagd. Hoofdstuk 3. Peildatum, ingangsdatum en aanvraagprocedure Artikel 3:1 - Aanvragen vanaf 1 januari 2012 Met ingang van 1 januari 2012 is het wettelijk kader gewijzigd middels de toevoeging van lid 6 in artikel 36 WWB. Aanvragen die vanaf die datum worden ingediend moeten met toepassing van de nieuwe regeling worden afgehandeld. Artikel 3:2 Peildatum 1. De peildatum is de datum waarop aan de voorwaarden voor toekenning is voldaan. 2. De peildatum wordt tevens als ingangsdatum gezien, de peil- en ingangsdatum zijn de data waarop exact de referteperiode is verstreken. 3. Omstandigheden die zich na de peildatum hebben voorgedaan zijn niet van belang. Als op het moment van de aanvraag niet aan de voorwaarden wordt voldaan, maar daarvoor wel, dan bestaat recht op de langdurigheidstoeslag. Artikel 3:3 - Aanvraag over voorgaande jaren 1. Het recht op langdurigheidstoeslag verjaart niet en terugwerkende kracht is mogelijk over meerdere jaren. 2. In de komende jaren kunnen peil- en ingangsdatum in eerdere jaren liggen. Artikel 3:4 Onvoorziene gevallen In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college. Hoofdstuk 4. Bijzondere groepen Artikel 4:1 - Personen in een inrichting Personen die in een inrichting verblijven en daar hun woonplaats hebben, behoren ook tot de doelgroep van de langdurigheidstoeslag. Artikel 4:2 Gedetineerden 1. Gedetineerden kunnen niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag als zij op de peildatum gedetineerd zijn. Als de gedetineerde gehuwd is of daarmee gelijkgesteld kan aan de achterblijvende partner wel langdurigheidstoeslag worden toegekend, deze wordt dan als alleenstaande (ouder) aangemerkt. 2. Gedetineerden kunnen wel tijdens hun detentie met terugwerkende kracht langdurigheidstoeslag aanvragen voor als er een peildatum is waarop aan alle voorwaarden wordt voldaan, waaronder de voorwaarde dat men niet gedetineerd is. Artikel 4:3 Beide partners moeten aan de voorwaarden voldoen 1. De langdurigheidstoeslag is niet persoonsgebonden, beide partners moeten aan alle voorwaarden voldoen. 2. Als men niet op de peildatum, maar wel tijdens de referteperiode een partner had, dan is die partner slechts van belang om te bepalen of het gezamenlijke inkomen tijdens de samenleving boven de inkomensgrens heeft gelegen en of het vermogen te hoog was. 3. Indien belanghebbende een aanvraag doet en de leefvorm tijdens de peildatum een andere blijkt te zijn, bijv. gehuwd, dan dient ook de op de peildatum aanwezige partner aan de voorwaarden te voldoen. 2

Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 5:1 Uitvoering De uitvoering van deze verordening berust bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rijswijk Artikel 5:2 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli 2012. Artikel 5:3 Intrekking Per datum als in artikel 3:2 genoemd wordt de verordening langdurigheidstoeslag 2009 ingetrokken. Artikel 5:4 Citeertitel Deze verordening wordt aangehaald als de Verordening Langdurigheidstoeslag 2012 Aldus besloten door de Raad van de Gemeente Rijswijk, in zijn openbare vergadering van 12 juni 2012. de waarnemend griffier, de voorzitter, J.A. Massaar bpa N.J. van Dam RA TOELICHTING OP DE VERORDENING LANGDURIGHEIDSTOESLAG ALGEMEEN Op grond van artikel 8 lid 1 onderdeel d WWB dient de gemeenteraad bij verordening regels vast te leggen met betrekking tot het verlenen van een langdurigheidstoeslag. Deze regels dienen in ieder geval betrekking te hebben op de hoogte van de langdurigheidstoeslag en de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen langdurig, laag inkomen, zoals die in artikel 36 lid 1 WWB worden gebruikt. In deze verordening is gekozen voor invulling die rekening houdt met de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep en de in de huidige regeling en uitvoeringspraktijk gesignaleerde tekortkomingen. TOELICHTING PER ARTIKEL Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen Begrippen die in de WWB voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis als in de WWB. Ten aanzien van een aantal begrippen die als zodanig niet in de WWB zelf staan is een definitie gegeven in deze verordening. Met betrekking tot het begrip inkomen is een van de WWB afwijkende definitie opgenomen. De wetgever heeft de gemeenteraad opdracht gegeven om in de verordening regels te stellen met betrekking tot het begrip langdurig, laag inkomen. De gemeenteraad is hierdoor bevoegd om dit begrip voor de toepassing van artikel 36 lid 1 WWB nader te definiëren. Met de gebruikte definitie wordt aangesloten bij de in de bestaande uitvoeringspraktijk gehanteerde (en ook door de wetgever bedoelde) invulling van het begrip inkomen in artikel 36 lid 1 WWB, doch wordt de wetstechnische imperfectie weggenomen. De aard van het inkomen doet niet terzake, ook belanghebbenden met een laag inkomen uit arbeid kunnen voor de langdurigheidstoeslag in aanmerking komen. Wel is van belang dat inkomsten pas in aanmerking genomen mogen worden als belanghebbende daarover beschikt of redelijkerwijs kan beschikken. Artikel 2:1 Voorwaarden De referteperiode is gesteld op 36 maanden. Hiervoor is gekozen omdat gesteld kan worden dat een belanghebbende die 3 jaar op een minimuminkomen aangewezen is geweest over het algemeen niet veel reserveringsruimte meer over heeft. Met betrekking tot de invulling van het begrip laag inkomen is de gemeenteraad gebonden aan een ondergrens en aan een bovengrens. De ondergrens van laag is de bijstandsnorm. De bovengrens bedraagt 110% van de toepasselijke bijstandsnorm (artikel 36 lid 6 WWB). Bij een inkomen hoger dan deze 110%, is geen sprake meer van een laag inkomen. In deze verordening is er voor gekozen aan te sluiten bij de ondergrens. Dit betekent dat het in aanmerking te nemen inkomen gedurende de referteperiode niet hoger mag zijn dan 100% van de toepasselijke bijstandsnorm. Er is voor gekozen aan te sluiten bij de ondergrens om te voorkomen dat er ongewenste armoedeval effecten optreden. De vraag of het inkomen van een belanghebbende gedurende de referteperiode niet hoger is dan het langdurig lage inkomen van 100% van de toepasselijke bijstandsnorm, dient niet al te rigide te worden beoordeeld. Een marginale overschrijding van dit lage inkomen moet worden genegeerd (vergelijk CRvB 19-08-2008, nrs. 06/1163 WWB e.a., LJN BE8918, en CRvB 15-02-2011, nr. 08/5141 WWB, LJN BP5532). 3

Bepaalde groepen zijn uitgesloten van het recht op de langdurigheidstoeslag. Het gaat hier om personen die in principe wel aan de voorwaarden zouden voldoen maar van wie gesteld kan worden dat een recht op de langdurigheidstoeslag niet overeen zou komen met de aard en doelstelling ervan. Van studenten wordt per definitie gesteld dat zij perspectief op verbetering van hun inkomen hebben. Om te voorkomen dat degene met een baan met een minimuminkomen, die zijn positie middels avondstudie probeert te verbeteren, niet in aanmerking zou komen, is bepalend of de studerende in de referteperiode studiefinanciering heeft genoten. Studiefinanciering is immers alleen mogelijk bij een dagstudie en bij studenten beneden een bepaalde leeftijd. Als het gaat om gehuwden, of degenen die daarmee gelijk te stellen zijn, waarvan één van beide een uitkering op grond van de Wet op de Studiefinanciering heeft genoten in een periode waarin beiden niet als gehuwd zijn aan te merken, komt het recht de ander toe, voor zover aan de overige voorwaarden is voldaan. Artikel 2:2 Hoogte van de langdurigheidstoeslag Om niet jaarlijks de verordening aan te hoeven passen is gekozen om de hoogte jaarlijks automatisch mee te laten bewegen met de bijstandsnormen. Omdat de bijstandsnormen in beginsel 2 maal per jaar worden geïndexeerd en de langdurigheidstoeslag maar eenmaal, wordt steeds vergelijking gemaakt met de bijstandsnormen van per 1 januari van het voorafgaande jaar. Artikel 2:3 Uitzicht op inkomensverbetering In de wet is gekozen voor het begrip "uitzicht op inkomensverbetering".de wetgever heeft hiermee beoogd met name studenten uit te sluiten van het recht op langdurigheidstoeslag. In de Rijswijkse verordening is expliciet opgenomen dat studenten niet in aanmerking komen voor de langdurigheidstoeslag. Het feit dat het soms nog geruime tijd kan duren voordat er sprake is van een inkomensverbetering is niet van belang. Ook het gegeven dat er niet voor alle studenten inkomensverbetering zal optreden is niet van belang. We spreken van studenten bij deelname aan onderwijs of beroepsopleiding waarbij aanspraak bestaat op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Van een recente beëindiging van de deelname aan onderwijs of beroepsopleiding is sprake tot uiterlijk zes maanden na het tijdstip van beëindigen van de opleiding. Daarnaast kan de langdurigheidstoeslag voor studenten in veel gevallen worden afgewezen omdat zij een te hoog inkomen hebben (gehad) om in aanmerking te komen voor de langdurigheidstoeslag. Voor belanghebbenden in een schuldhulpverleningstraject geldt dat er na 3 jaar (na afloop van het traject) zicht is op inkomensverbetering. Artikel 2:4 De rol van de arbeidsverplichtingen Het is mogelijk de langdurigheidstoeslag af te wijzen als er sprake is van het niet nakomen van de arbeidsverplichtingen. Het kan immers niet zo zijn dat de langdurigheidstoeslag wordt toegekend aan belanghebbenden die hun verplichtingen niet nakomen. Het uitgangspunt moet wel zijn dat de langdurigheidstoeslag alleen afgewezen kan worden als er een verband bestaat tussen het schenden van de arbeidsverplichting en daardoor een verspeeld uitzicht op inkomensverbetering. Artikel 2:5 - Toekenning eens in de twaalf maanden Per 12 maanden kan meerdere malen een langdurigheidstoeslag worden verstrekt indien die verstrekking betrekking heeft op een recht dat in voorgaande jaren is ontstaan maar pas later is aangevraagd (CRvB 22 juli 2008, LJN: BD8637). Artikel 3:1 - Aanvragen vanaf 1 januari 2012 Aanvragen met een peildatum vanaf 1 januari 2012 moeten aan de nieuwe criteria worden getoetst, met een peildatum tussen 1 januari 2012 tot 1 juli 2012. Aanvragen met een peildatum voor 1 januari 2012 moeten nog aan de oude criteria worden getoetst. Artikel 3:2 - Peildatum De peil- en ingangsdatum zijn de data waarop exact de referteperiode is verstreken. Omstandigheden die zich na de peildatum hebben voorgedaan zijn niet van belang. Wanneer belanghebbende op het moment van de aanvraag niet aan de voorwaarden voldoet, maar daarvoor wel, dan bestaat recht op langdurigheidstoeslag. (CRvB 4 juli 2006, LJN: AY0269) De langdurigheidstoeslag wordt op aanvraag verstrekt en ambtshalve toekenning is niet toegestaan. Artikel 3:3 - Aanvraag over voorgaande jaren Het recht op langdurigheidstoeslag blijft bestaan als er geen aanvraag wordt gedaan, er is geen verjaringstermijn. In het bestuursrecht mag echter wel van een belanghebbende in het algemeen verwacht worden dat hij zijn aanspraken jegens de overheid uiterlijk binnen 5 jaar te gelde maakt. Artikel 3:4 Onvoorziene gevallen Dit artikel behoeft geen nadere toelichting 4

Artikel 4:1 - Personen in een inrichting Dit artikel behoeft geen nadere toelichting Artikel 4:2 Gedetineerden Uit jurisprudentie in het verleden is gebleken dat een belanghebbende die op de peildatum niet gedetineerd is maar dat tijdens de referteperiode wel was in aanmerking kan komen voor de langdurigheidstoeslag. Artikel 4:3 Beide partners moeten aan de voorwaarden voldoen. Indien belanghebbende een aanvraag doet maar de leefvorm op de peildatum een andere is, bijv. gehuwd dan dient ook de partner aan de voorwaarden te voldoen. Ondanks dat beide partners aan de voorwaarden moeten voldoen, kan voor de praktische uitvoering worden volstaan met het ondertekenen van de aanvraag alleen door belanghebbende. Artikel 5:1 Uitvoering Artikel 5:2 Inwerkingtreding De beoogde ingangsdatum van de aangepaste verordening Langdurigheidstoeslag was 1 januari 2012. Vanwege de zeer korte tijd tussen de bekendmaking van de wetswijziging en de ingangsdatum van de wetswijziging was dit echter niet haalbaar. De aangepaste verordening treedt daardoor per 1 juli (gelijktijdig met het aflopen van het overgangsrecht) in werking. Ligt de peildatum vóór 1 januari 2012, dan geldt het recht van vóór 1 januari 2012. Ligt de peildatum op of ná 1 januari 2012, dan geldt het huidige recht. Het recht zoals dat gold op de peildatum is dus altijd bepalend. Artikel 5:3 Intrekking Artikel 5:4 Citeertitel 5