EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Vergelijkbare documenten
(Voor de EER relevante tekst)

code IB02-SPEC35 versie 02 Inwerkingtreding: 1 oktober 2017 pag. 1 van 5

Publicatieblad van de Europese Unie L 326/3

(Voor de EER relevante tekst)

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van (datum), nr., Directie Wetgeving en Juridische Zaken;

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(3) Het verslag bevat feedback over de ervaringen met de overgangsmaatregelen van Verordening (EG) nr. 2076/2005 van de Commissie (4). In het verslag

Hierbij gaat voor de delegaties document D048570/03.

VERORDENING (EG) VAN DE COMMISSIE van 30 november 2009 tot vaststelling van overgangsmaatregelen voor de uitvoering van de Verordening

Raad van de Europese Unie Brussel, 14 februari 2017 (OR. en)

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Voor de EER relevante tekst)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De onderdelen d tot en met h worden geletterd e tot en met i.

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 oktober 2009 (15.10) (OR. en) 14299/09 ADD 1 AGRILEG 182 DENLEG 93

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Inhoudsopgave I. BASISREGELS. A. Substantiële regels

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

Publicatieblad van de Europese Unie L 77/25

Informatieblad Transport van levensmiddelen, diervoeders en dierlijke bijproducten.

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum januari 2017

TRA 3191 Onmiddelijke verpakking diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3191] v1

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

(Voor de EER relevante tekst)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad van de Europese Unie

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Titel Feedban Nummer DV-01 Datum juli 2016

(Voor de EER relevante tekst)

L 120/20 Publicatieblad van de Europese Unie AANBEVELINGEN COMMISSIE

Bijlage 9 behorende bij het Convenant tussen het Ministerie van Economische Zaken en het Ministerie van Financien van 23 februari 2015.

TRA 3132 petfoodfabrikant - DIERLIJKE BIJPRODUCTEN NHC [3132] v1

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Publicatieblad van de Europese Unie

PRI 3373 Vervaardiging van mengvoeders op de boerderij - Infrastructuur, inrichting en hygiëne [3373] v1

Geconsolideerde TEKST

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

L 252/10 Publicatieblad van de Europese Unie

TRA 3147 Vervaardigen van diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3147] v2

(Voor de EER relevante tekst)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

L 329/26 Publicatieblad van de Europese Unie COMMISSIE

Provinciale dienst van : Datum : Veranwoordelijke controleur : Nr : Operator : N uniek : Adres :

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

FAQ - Gids autocontrolesysteem zuivelindustrie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gearchiveerd op 01/01/2017

TRA 3169 Groothandel in diervoeders - INFRASTRUCTUUR, INRICHTING EN HYGIENE [3169] v1

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Omzendbrief met betrekking tot slagerijscholen

Besluit van 4 juni 2003, houdende vaststelling van retributies krachtens de Warenwet (Warenwetbesluit retributies veterinaire controles)

PRI 2563 Productie van voedermiddelen andere dan voor eigen gebruik op het landbouwbedrijf en andere dan akkerbouwgewassen - Traceerbaarheid [2563] v2

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende autocontrole, meldingsplicht en traceerbaarheid in de voedselketen

DIS 3006 Vleeswinkel -TRACEERBAARHEID [3006] v1

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL LANDBOUW EN PLATTELANDSONTWIKKELING. INTERPRETATIENOTA Nr

FAQ - Gids autocontrole vissector

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 8 juni 2016 Versie: 1.1.1

Gearchiveerd op 01/01/2017

DEFINITIEF VERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 10 TOT EN MET 19 SEPTEMBER 2013

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN CONSUMENTEN

FAQ - Gids autocontrole vissector

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 22 december 2010 (OR. en) 18255/10 COMER 241

FAQ - Gids autocontrole vissector

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

FAQ - Autocontrolegids Dierenvoeders

Gearchiveerd op 01/01/2017

Publicatieblad van de Europese Unie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

(Voor de EER relevante tekst)

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

TRA 3190 oleochemie - DIERLIJKE BIJPRODUCTEN NHC [3190] v1

(Voor de EER relevante tekst)

Export van verwerkte dierlijke eiwitten en producten die verwerkte dierlijke eiwitten bevatten

Erkenningen Buitengrens Inspectie Post / Sub Inspectiepost Verlenen en onderhoud erkenning (HPIE0201) 3 januari 2018 Versie: 1.1.2

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Gearchiveerd op 01/01/2017

titel Overdracht werkzaamheden pluimvee- en konijnenslachthuizen code PA-40 versie 9 ingangsdatum pag. 1 van 6

De Inspecteur-Generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

TRA 3047 Uitsnijden, uitbenen en (opnieuw) onmiddellijk verpakken van vers vlees - TRACEERBAARHEID [3047] v1

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE

FAQ - Gids autocontrolesysteem consumptie-ijsindustrie

Transcriptie:

Ref. Ares(2019)3910491-19/06/2019 EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel DG(SANTE) 2018-6339 EINDVERSLAG VAN EEN AUDIT UITGEVOERD IN NEDERLAND VAN 13 TOT EN MET 16 NOVEMBER 2018 TER EVALUATIE VAN HET GEBRUIK VAN INSECTEN IN DIERVOEDER

Samenvatting In dit verslag wordt het resultaat beschreven van een audit die van 13 tot en met 16 november 2018 in Nederland is uitgevoerd in het kader van het gepubliceerde werkprogramma van het directoraatgeneraal Gezondheid en Voedselveiligheid van de Europese Commissie. De audit maakt deel uit van een reeks audits ter evaluatie van de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie hebben genomen om ervoor te zorgen dat de voorschriften inzake de productie en het in de handel brengen van alsmede de handel in insecten en daarvan afgeleide producten als diervoeder door de betrokken exploitanten van bedrijven worden toegepast, zoals vereist op grond van de toepasselijke EU-wetgeving inzake dierlijke bijproducten en diervoeders. Geconcludeerd wordt dat het systeem van officiële controles in het kader van deze audit zo is gestructureerd dat het mogelijk is om op een doeltreffende wijze na te gaan of exploitanten de toepasselijke wetgeving met betrekking tot hun registratie, erkenning en opname in een lijst naleven. De controles op inrichtingen die verwerkte dierlijke eiwitten en insecten als diervoeder produceren, zijn op risico's gebaseerd en bestrijken een breed terrein. De uitvoering was grotendeels doeltreffend, hoewel bij een van de twee bezochte erkende exploitanten de erkenning voortijdig was verleend zonder dat aan de relevante EU-voorschriften was voldaan en er sprake was van inconsistenties in de wijze waarop gevallen van niet-naleving werden aangepakt en opgevolgd, waardoor de doeltreffendheid van het systeem van officiële controles werd aangetast. Het verslag bevat aanbevelingen aan de Nederlandse autoriteiten om de vastgestelde tekortkomingen te verhelpen. II

Inhoud 1 Inleiding...1 2 Doelstellingen en reikwijdte...1 3 Rechtsgrondslag...2 4 Achtergrondinformatie over het gebruik van insecten voor diervoeding in Nederland...2 5 Bevindingen en conclusies...2 5.1 Structuur van het systeem voor officiële controles op exploitanten die insecten en VDE van insecten als diervoeder in de handel brengen...2 5.2 Registratie, erkenning en opname in een lijst van exploitanten die insecten en VDE van insecten als diervoeder produceren...3 5.3 Uitvoering van officiële controles op de productie en het in de handel brengen van alsmede de handel in VDE van insecten en insecten als diervoeder...5 6 Algemene conclusies...7 7 Slotvergadering...7 8 Aanbevelingen...7 III

IN DIT VERSLAG GEBRUIKTE AFKORTINGEN EN DEFINITIES Afkorting DBP EU HACCP VDE van insecten NVWA VDE Pcb Verklaring Dierlijke bijproducten Europese Unie Risicoanalyse en kritische controlepunten (Hazard Analysis and Critical Control Points) Verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van insecten Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Verwerkte dierlijke eiwitten Polychloorbifenyl IV

1 INLEIDING Deze audit vond van 13 tot en met 16 november 2018 plaats in Nederland in het kader van het geplande werkprogramma van het directoraat-generaal Gezondheid en voedselveiligheid van de Europese Commissie. Het auditteam bestond uit twee auditoren van het directoraat Audits en analyse inzake gezondheid en voedsel en twee waarnemers van andere directoraten van het directoraat-generaal. Het auditteam werd gedurende de gehele audit vergezeld door een vertegenwoordiger van de centrale bevoegde autoriteit, de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (hierna: NVWA). Op 13 november 2018 werd een openingsvergadering met de bevoegde autoriteiten gehouden waarop de doelstellingen van alsmede het programma en de rapportageprocedures voor de audit werden vastgesteld. 2 DOELSTELLINGEN EN REIKWIJDTE De audit maakt deel uit van een reeks audits ter evaluatie van de maatregelen die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben genomen om ervoor te zorgen dat de voorschriften inzake de productie en het in de handel brengen van alsmede de handel in insecten en daarvan afgeleide producten als diervoeder door de betrokken exploitanten van bedrijven worden toegepast, zoals vereist door de toepasselijke EU-wetgeving inzake dierlijke bijproducten (DBP) en diervoeders 1. De audit had voornamelijk betrekking op de productie en het in de handel brengen van verwerkte dierlijke eiwitten afkomstig van insecten (hierna: VDE van insecten), waarvan het gebruik in de aquacultuursector van de EU sinds juli 2017 is toegestaan overeenkomstig Verordening (EU) 2017/893 van de Commissie. Wat de reikwijdte betreft, omvatte de audit officiële controles op exploitanten in de productieketen, op het in de handel brengen van VDE van insecten en op de invoer van insecten en VDE van insecten voor gebruik als diervoeder. Het programma van de audit omvatte de volgende bezoeken: Bezoek/vergaderingen Aantal Opmerkingen Bevoegde autoriteit Exploitanten die insecten kweken en verwerken tot VDE van insecten Centraal 2 Openings- en slotvergadering Lokaal 2 Vergaderingen met vertegenwoordigers van twee lokale overheden 2 Zowel het kweken van alleen zwarte soldaatvliegen als het in de handel brengen van VDE van insecten voor de aquacultuur en gedroogde larven voor niet in veehouderijen gehouden dieren. Een van hen brengt ook levende larven voor legkippen in de handel. 1 Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad; Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie; Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad; Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad; Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad; Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad. 1

Exploitant die insecten kweekt en deze levend of gedroogd in de handel brengt 1 In de handel brengen van levende en gevriesdroogde insecten voor niet-landbouwhuisdieren 3 RECHTSGRONDSLAG De audit werd uitgevoerd krachtens de algemene bepalingen van de EU-wetgeving, en met name artikel 45 van Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad. 4 ACHTERGRONDINFORMATIE OVER HET GEBRUIK VAN INSECTEN VOOR DIERVOEDING IN NEDERLAND Ten tijde van de audit produceerde één DBP-bedrijf in Nederland ongeveer 15-20 ton VDE van insecten. Onlangs is een ander bedrijf erkend voor de productie van VDE van insecten, hoewel het eindproduct nog niet in de handel is gebracht (zie bevinding 13). Sinds de inwerkingtreding van Verordening (EU) 2017/893 zijn er in Nederland geen voederfabrikanten die VDE van insecten gebruiken en zijn er geen VDE van insecten ingevoerd. Momenteel zijn er drie exploitanten van bedrijven die in Nederland hele insecten (gedroogd en levend) in de handel brengen. Elk van deze werd tijdens de audit bezocht. Deze insecten worden vooral gebruikt als voeder voor niet-landbouwhuisdieren. Er is geen specifieke nationale wetgeving ingevoerd die het in de handel brengen van hele levende of behandelde insecten regelt. 5 BEVINDINGEN EN CONCLUSIES De in dit verslag aangehaalde wetsbesluiten zijn opgenomen in bijlage I en betreffen voor zover van toepassing de laatste gewijzigde versie. De relevante artikelen of delen van de in bijlage I genoemde wetgeving zijn in het aanhangsel bij dit verslag gespecificeerd. 5.1 STRUCTUUR VAN HET SYSTEEM VOOR OFFICIËLE CONTROLES OP EXPLOITANTEN DIE INSECTEN EN VDE VAN INSECTEN ALS DIERVOEDER IN DE HANDEL BRENGEN 1. De organisatie van en verantwoordelijkheden voor officiële controles op exploitanten die VDE van insecten en hele insecten (levend of dood) als diervoeder produceren, vallen onder de bredere controles van exploitanten van bedrijven in de diervoeder- en DBP-keten. Deze controles worden uitgebreid beschreven in het landenprofiel voor Nederland: http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/country_profiles/details.cfm?co_id=nl 2. Sinds oktober 2017 is het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verantwoordelijk voor het beleid en de wetgeving op het gebied van DBP en diervoeding en is de NVWA een onafhankelijke autoriteit voor het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en voor het ministerie van Volksgezondheid, 2

Welzijn en Sport de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de uitvoering van officiële controles op diervoeding en DBP. 3. De ambtenaren van de NVWA (inspecteurs en auditoren) krijgen regelmatig opleidingen en de centrale autoriteiten organiseren verschillende vergaderingen per jaar (gemiddeld 5 of 6) waaraan alle inspecteurs en auditoren deelnemen. Tijdens een vergadering in september 2017 werd onder meer de laatste wijziging van de wetgeving inzake het voederverbod die het gebruik van VDE in de aquacultuur toestaat, besproken. 4. De ambtenaren beschikken over een uitgebreide reeks documenten, met name instructies en checklists, om inspecties, audits en officiële bemonsteringen uit te voeren en de resultaten ervan te registreren. Bij de bezochte bedrijven stelde het auditteam vast dat de ambtenaren gebruikmaakten van en bekend waren met de relevante documenten. 5. Inspecties en bemonsteringen worden gepland in het kader van "op risico gebaseerde projecten". Jaarlijkse inspecties en bemonsteringsplannen worden opgesteld door de directie Handhaving van de NVWA. Deze officiële controles worden uitgevoerd door 20 lokale ambtenaren (in twee geografisch verdeelde teams) die de 12 provincies van Nederland bestrijken. In het algemeen houdt de ene ambtenaar zich bezig met de DBPwetgeving en de andere met de diervoederwetgeving in de meeste provincies. 6. In nationale wetgeving en in aanvullende instructies van de directie Handhaving van de NVWA zijn de verantwoordelijkheden en modaliteiten beschreven voor het aanpakken van gevallen van niet-naleving die tijdens officiële controles zijn vastgesteld, met inbegrip van die welke onder deze audit vallen. Conclusies over de structuur van het systeem voor officiële controles op exploitanten die insecten en VDE van insecten als diervoeder in de handel brengen 7. De bestaande systemen van officiële controles in de voeder- en DBP-keten omvatten ook exploitanten die onder deze audit vallen. Dit maakt een doeltreffende controle op de naleving van de toepasselijke wetgeving door exploitanten mogelijk. 5.2 REGISTRATIE, ERKENNING EN OPNAME IN EEN LIJST VAN EXPLOITANTEN DIE INSECTEN EN VDE VAN INSECTEN ALS DIERVOEDER PRODUCEREN Bevindingen 8. De website van de NWVA bevat uitgebreide informatie over hoe en wanneer de registratie en erkenning van exploitanten van diervoeder- en DBP-bedrijven nodig is. Exploitanten van diervoeder- en DBP-bedrijven kunnen de erkennings- en registratieprocedures online starten op de website, die ook de lijst van geregistreerde en erkende exploitanten van diervoeder- en DBP-bedrijven bevat. 3

9. Alle exploitanten die betrokken zijn bij de productie en het in de handel brengen van insecten (levend of dood) of VDE van insecten waren door de bevoegde autoriteiten geregistreerd en erkend, zoals bepaald in de relevante wetgeving inzake DBP en diervoederhygiëne. Er is een uitgebreide reeks instructies en checklists beschikbaar voor inspecteurs om hen te begeleiden wanneer een DBP-erkenning vereist is. 10. Twee door het auditteam bezochte bedrijven waren erkend als bedrijven die DBP verwerken volgens verwerkingsmethode 7 en hadden als zodanig het recht om VDE van insecten voor de aquacultuur in de handel te brengen. Deze bedrijven verwerkten larven van zwarte soldaatvliegen (6-8 dagen na het uitkomen, net voor het popstadium). 11. In beide gevallen werd de erkenning verleend na een gunstig advies van de plaatselijke inspecteurs, gebaseerd op de resultaten van verscheidene inspecties en audits. Voor beide bedrijven omvatte de erkenningsprocedure een eerste voorwaardelijke erkenning, gevolgd door een volledige erkenning die werd verleend zodra aan alle relevante eisen van de DBP-wetgeving werd geacht te zijn voldaan. 12. Het auditteam controleerde in beide bedrijven de desbetreffende inspectieverslagen en bijbehorende documentatie die door de inspecteurs werden bewaard (en in de bedrijven beschikbaar waren). In één geval waren de documenten in verband met de validatie van de verwerkingsmethode, met name de analyseresultaten van de gedurende 30 dagen uitgevoerde tests voor microbiologische normen van het eindproduct (VDE van insecten), beschikbaar en door de inspecteur geverifieerd. In dit verband stelde het auditteam vast dat de analyseresultaten in overeenstemming waren met de relevante eisen en dat de documentatie informatie bevatte over de procesparameters (bijv. partijnummer, temperatuur en verwerkingssnelheid van grondstoffen) op het moment van de bemonstering. In het algemeen is door de inspecteur geverifieerd of het bedrijf aan alle relevante eisen voldeed. 13. Op basis van de door de exploitant van het tweede bedrijf verstrekte informatie was het de bedoeling om VDE van insecten in de handel te brengen, hoewel het belangrijkste eindproduct gedroogde larven van zwarte soldaatvliegen was. Het auditteam stelde vast dat de volledige erkenning recentelijk (juli 2018) werd verleend zonder dat de tests van het eindproduct gedurende een periode van 30 productiedagen waren voltooid, aangezien deze periode pas op 1 november 2018 inging. Dit besluit is niet in overeenstemming met de bepalingen van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1069/2009 en de specifieke bepalingen van punt G, hoofdstuk III, van bijlage IV bij Verordening (EU) nr. 142/2011. 4

Conclusies over de registratie, erkenning en opname in een lijst van exploitanten die insecten en VDE van insecten als diervoeder produceren 14. Exploitanten die insecten of VDE van insecten als diervoeder produceren, worden onderworpen aan officiële controles die onder meer de basis vormen voor hun registratie, goedkeuring en opname in een lijst. In een van de twee bedrijven die door het auditteam werden bezocht, was er voldoende bewijs ter ondersteuning van de erkenning. Dat was niet het geval voor het tweede bedrijf, waar de erkenning voortijdig werd verleend zonder dat aan de relevante EU-eisen was voldaan. Dit wijst erop dat de erkenningsprocedure niet consequent door de bevoegde autoriteit wordt toegepast. 5.3 UITVOERING VAN OFFICIËLE CONTROLES OP DE PRODUCTIE EN HET IN DE HANDEL BRENGEN VAN ALSMEDE DE HANDEL IN VDE VAN INSECTEN EN INSECTEN ALS DIERVOEDER Bevindingen 15. Exploitanten die betrokken zijn bij de productie en het in de handel brengen van VDE van insecten of levende of dode (behandelde) insecten als diervoeder worden onderworpen aan op risico gebaseerde officiële controles, zoals het geval is voor alle andere DBP-bedrijven en -exploitanten (zie bevinding 1). 16. De twee bezochte bedrijven (erkend als bedrijven die DBP verwerken, zie bevinding 10) werden de afgelopen jaren meerdere malen geïnspecteerd en bemonsterd. In het ene bedrijf werden in 2018 twee inspecties plus een vervolgbezoek uitgevoerd en werden drie vetmonsters genomen (voor controle op de aanwezigheid van zware metalen, pesticiden, dioxinen en pcb's). In het tweede bedrijf werden een inspectie, een audit en een vervolgbezoek uitgevoerd tijdens het goedkeuringsproces van dat bedrijf. 17. Tijdens de bezoeken aan de drie bedrijven die hele insecten (levend of gedroogd/gevriesdroogd en ingevroren) in de handel brengen, stelde het auditteam vast dat de insecten alleen met voedselbijproducten van niet-dierlijke oorsprong werden gevoerd. De belangrijkste producten bestonden uit gedroogde bijproducten van de verwerking van granen en natte bijproducten uit de gedistilleerd- en brouwerijsector. In het algemeen waren de exploitanten zich ervan bewust dat op grond van EU-wetgeving insecten, als landbouwhuisdieren, niet met mest mogen worden gevoed en dat slechts zeer weinig soorten bijproducten van dierlijke oorsprong als insectenvoer mogen worden gebruikt. 18. In twee van de drie bezochte bedrijven die waren erkend als bedrijven die DBP verwerken, bevatten de HACCP-handleidingen (handleidingen voor risicoanalyse en kritische controlepunten) een beschrijving van de voedermiddelen die worden gebruikt om insecten te voeden en van relevante risico's en preventieve maatregelen. In het derde bedrijf was er geen HACCP-plan opgesteld, aangezien dit krachtens de DBP- en diervoederwetgeving van de Unie niet vereist is voor dit type exploitant. Bijgevolg was 5

er geen risicoanalyse en waren er geen schriftelijke procedures voor de omgang met aangekochte diervoeders in dit bedrijf. Het auditteam zag geen enkel bewijs en geen enkele reden om te vermoeden dat er in het bedrijf verboden voedermiddelen werden gebruikt. 19. Twee van de bezochte bedrijven brachten levende insecten in de nationale handel. Een daarvan kweekte zwarte soldaatvliegen (de enige gekweekte soort) en bracht ze op de markt als levende insecten, voornamelijk voor niet-landbouwhuisdieren. Maandelijks werd ook ongeveer 6 tot 7 ton levende insecten verkocht aan legkippenhouderijen in Nederland. Het andere bedrijf kweekte een breed scala aan insecten, zoals meeltorren en piepschuimkevers, verschillende soorten krekels, sprinkhanen, wasmotten, springstaarten, kakkerlakken, fruitvliegen enz. Al deze soorten werden als voeder voor niet-landbouwhuisdieren in de handel gebracht. 20. De bezochte exploitanten waren zich ervan bewust dat insecten die als diervoeder in de handel worden gebracht veilig moeten zijn (in verband met de gezondheid van mens en dier) en geen nadelig effect op het milieu mogen hebben, zoals bepaald in artikel 4 van Verordening (EG) nr. 767/2009. Toch was de etikettering van bepaalde producten (bijv. gedroogde larven) die het auditteam zag in sommige gevallen niet volledig in overeenstemming met artikel 15 van Verordening (EG) nr. 767/2009. Sommige van deze tekortkomingen waren tijdens officiële controles vastgesteld, andere niet, zoals details over het gehalte aan ruw eiwit, ruw vet en as bij één exploitant. 21. In het algemeen waren de ontmoete lokale ambtenaren (inspecteurs en auditoren) voldoende bekend met de geldende EU-voorschriften inzake hygiëne, traceerbaarheid en etikettering. Het auditteam was van mening dat de inspectiechecklists vrij algemeen waren voor een aantal bepalingen die van toepassing zijn op gekweekte insecten. 22. Tijdens de vergaderingen met de plaatselijke autoriteiten en tijdens de bezoeken aan sommige exploitanten controleerde het auditteam verslagen van follow-upmaatregelen en maatregelen die werden genomen nadat gevallen van niet-naleving werden vastgesteld en in officiële verslagen werden opgenomen. Deze waren passend en in overeenstemming met de toepasselijke procedures (zie bevinding 6). 23. In twee van de bezochte bedrijven constateerde het auditteam dat de verscheidene gevallen van niet-naleving die tijdens inspecties werden vastgesteld niet in de desbetreffende officiële verslagen waren opgenomen maar wel in niet-officiële verslagen die via e-mail aan de exploitanten waren toegezonden. Deze e-mails bevatten verzoeken om deze situaties recht te zetten, maar zonder deadlines. Dit is niet volledig in overeenstemming met de artikelen 9 en 54 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Conclusies over officiële controles op de productie en het in de handel brengen van alsmede de handel in VDE van insecten en insecten als diervoeder 24. Officiële controles op inrichtingen die VDE van insecten en insecten als diervoeder produceren, zijn op risico's gebaseerd, zijn voldoende uitgebreid en worden volgens plan 6

uitgevoerd. Inconsistenties in de wijze waarop gevallen van niet-naleving werden aangepakt en opgevolgd, verzwakken echter de doeltreffendheid van het controlesysteem. 6 ALGEMENE CONCLUSIES Het systeem van officiële controles in het kader van deze audit is zo gestructureerd dat het mogelijk is om op een doeltreffende wijze na te gaan of exploitanten de toepasselijke wetgeving met betrekking tot hun registratie, erkenning en opname in een lijst naleven. De controles op inrichtingen die VDE van insecten en insecten als diervoeder produceren, zijn op risico's gebaseerd en bestrijken een breed terrein. De uitvoering was grotendeels doeltreffend, hoewel bij een van de twee bezochte erkende exploitanten de erkenning voortijdig was verleend zonder dat aan de relevante EU-voorschriften was voldaan en er sprake was van inconsistenties in de wijze waarop gevallen van niet-naleving werden aangepakt en opgevolgd, waardoor de doeltreffendheid van het systeem van officiële controles werd aangetast. 7 SLOTVERGADERING Op 16 november 2018 werd een slotvergadering gehouden met vertegenwoordigers van de NVWA. Tijdens deze vergadering presenteerde het auditteam de belangrijkste bevindingen en de voorlopige conclusies van de audit. De vertegenwoordigers van de NVWA hebben niet aangegeven het daar in grote mate mee oneens te zijn. 8 AANBEVELINGEN De bevoegde autoriteiten wordt verzocht binnen 25 werkdagen na ontvangst van dit auditverslag nadere gegevens over de getroffen en voorgenomen maatregelen met het oog op onderstaande aanbevelingen te verstrekken, met een tijdschema voor de uitvoering van deze maatregelen (een "actieplan"). Nr. Aanbeveling 1. Ervoor zorgen dat de erkenning van bedrijven die DBP verwerken pas wordt verleend nadat naar behoren is geverifieerd of aan alle toepasselijke voorschriften is voldaan, zoals vereist op grond van artikel 44 van Verordening (EG) nr. 1069/2009. Aanbeveling gebaseerd op conclusie: 14 Bijbehorende bevinding: 13 2. Ervoor zorgen dat de tijdens officiële controles geconstateerde gevallen van niet-naleving worden vastgelegd in verslagen waarvan de exploitant een kopie 7

Nr. Aanbeveling ontvangt en dat die gevallen adequaat worden opgevolgd, zoals vastgelegd in de artikelen 9 en 54 van Verordening (EG) nr. 882/2004. Aanbeveling gebaseerd op conclusie: 24 Bijbehorende bevinding: 23 De reactie van de bevoegde autoriteit op de aanbevelingen is te vinden op: http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/rep_details_en.cfm?rep_inspection_ref=2018-6339 8

BIJLAGE 1 - VERWIJZINGEN NAAR WETGEVING Verwijzing naar wetgeving Verordening 1069/2009 Verordening 142/2011 Verordening 999/2001 Verordening 183/2005 Verordening 178/2002 Publicatieblad PB L 300 van 14.11.2009, blz. 1-33 PB L 54 van 26.2.2011, blz. 1-254 PB L 147 van 31.5.2001, blz. 1-40 PB L 35 van 8.2.2005, blz. 1-22 PB L 31 van 1.2.2002, blz. 1-24 Titel Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1774/2002 (verordening dierlijke bijproducten) Verordening (EU) nr. 142/2011 van de Commissie van 25 februari 2011 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 1069/2009 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van gezondheidsvoorschriften inzake niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten en afgeleide producten en tot uitvoering van Richtlijn 97/78/EG van de Raad wat betreft bepaalde monsters en producten die vrijgesteld zijn van veterinaire controles aan de grens krachtens die richtlijn Verordening (EG) nr. 999/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2001 houdende vaststelling van voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën Verordening (EG) nr. 183/2005 van het Europees Parlement en de Raad van 12 januari 2005 tot vaststelling van voorschriften voor diervoederhygiëne Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden 9

Verordening 882/2004 Verordening 767/2009 PB L 165 van 30.4.2004, blz. 1, gerectificeerd en opnieuw bekendgemaakt in PB L 191 van 28.5.2004, blz. 1 PB L 229 van 1.9.2009, blz. 1-28 Verordening (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie 10

AANHANGSEL SPECIFIEKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN IN VERBAND MET SPECIFIEKE BEPALINGEN EN MAATREGELEN SPECIFIEK HOOFDSTUK IN HET VERSLAG SPECIFIEKE BEPALINGEN EN MAATREGELEN TOEPASSELIJKE WETGEVING WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN DIE OVEREENKOMEN MET DE SPECIFIEKE BEPALINGEN EN MAATREGELEN 2 VERORDENING 882/2004 VERORDENING 1069/2009 VERORDENING 142/2011 VERORDENING 999/2001 VERORDENING 183/2005 VERORDENING 767/2009 VERORDENING 178/2002 5.1 AANWIJZING VAN BEVOEGDE AUTORITEITEN 5.1 MET OFFICIËLE CONTROLES BELAST PERSONEEL 5.1 PROCEDURES EN INSPECTIEVERSLAGEN 5.1 ACTIE IN GEVAL VAN NIET- NALEVING ART. 4 ART. 6 ART. 8 EN 9 ART. 9 EN 54 5.2 REGISTRATIE VAN EXPLOITANTEN VAN DBP- EN DIERVOEDERBEDRIJVEN ART. 23 Art. 9, 15 en 16 5.2 ERKENNING VAN EXPLOITANTEN VAN DBP- BEDRIJVEN ART. 24 EN 44 HOOFDSTUK III VAN BIJLAGE IV 5.2 LIJST VAN EXPLOITANTEN VAN DBP-BEDRIJVEN, LIJST VAN EXPLOITANTEN VAN DIERVOEDERBEDRIJVEN EN LIJST MET VERBODEN VOEDERMIDDELEN ART. 47 ART. 32, LID 5, EN HOOFDSTUK II VAN BIJLAGE XVI ART. 7 EN DEEL F VAN HOOFDSTUK IV VAN BIJLAGE IV ART. 19 5.3 UITVOERING VAN OFFICIËLE CONTROLES ART. 3, 4, 8 EN 9 ART. 4, LID 3, EN ART. 45 ART. 32 EN BIJLAGE XVI ART. 7 EN BIJLAGE IV ART. 4 EN 5 ART. 4 EN 15 ART. 15 2 De in dit aanhangsel aangehaalde wetsbesluiten zijn opgenomen in bijlage 1 en betreffen voor zover van toepassing de laatste gewijzigde versie. 11