Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating



Vergelijkbare documenten
Conflict en aangifte. module 3. Sport, dienstverlening en veiligheid

Deelneming aan strafbare feiten. Hoofdstuk 16 paragraaf 16.3 t/m 16.5

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanwijzing relationeel geweld ( )

Rapport. Rapport over een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: Rapportnummer: 2013/044

Recht en bijstand bij juridische procedures

Enkele achtergronden bij de beslissing om geen onderzoek in te stellen tegen Jorge Zorreguieta. Voorgeschiedenis. Aangifte 2001

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Rapport. Datum: 9 november 2006 Rapportnummer: 2006/361

De zaak Caelius naar Nederlands strafrecht

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Juridische aspecten. van huiselijk geweld. Informatie voor slachtoffers en hun adviseurs

Wetboek van Strafrecht

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

OPVANG LEERLINGEN BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksopzet

NEDERLANDSE VERENIGING VOOR RECHTSPPjy^K

Beoordeling. h2>klacht

Aanwijzing. Slachtofferzorg. Parket Curaçao

Rapport. Datum: 15 december 2008 Rapportnummer: 2008/297

6/03/2015. Marc Bockstaele (ere)hoofdcommissaris Federale Gerechtelijke Politie

opleiding BOA Wetgeving adhv eindtermen

STRAFRECHTELIJKE OPSPORING of HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Toetsmatrijs BOA Basisbekwaamheid rechtskennis 1 januari 2017

Onderzoek door het Openbaar Ministerie Informatiefolder voor de medewerker

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

3.2.1 Aard en karakter van de gedragsaanwijzing

OPVANG PERSONEEL BIJ INCIDENTEN M.B.T. AGRESSIE, GEWELD OF (SEKSUELE) INTIMIDATIE

Artikel 1 2. Artikel 2

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

Samenvatting strafzaken die in 2008 zijn aangemeld bij/afgedaan door de Toegangscommissie

Rapport. Datum: 29 december 1998 Rapportnummer: 1998/585

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, Rechtsstaat

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Verordening klachtenbehandeling ongewenst gedrag gemeentepersoneel

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

Deze brochure 3. Aanhouding en verhoor 3. Inverzekeringstelling 4. De reclassering 5. Verlenging van de inverzekeringstelling of niet 5

Handboek PROCES VERBAAL 2018

HET BESTUURS- EN STRAFRECHTELIJK TRAJECT: ALGEMENE VERSCHILLEN

Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag. Datum: 7 juli 2015 Rapportnummer: 2015/109

Rapport. Datum: 6 juni Rapportnummer: 2013/064

U wordt verdacht. Inhoud

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Zaanstreek-Waterland, thans regionale politie-eenheid Noord-Holland.

Aantal misdrijven blijft dalen

Voegen in het strafproces

Annet Kramer Inzet van het strafrecht bij kindermishandeling

HET WERK VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE

Deze brochure 3. Dagvaarding 3. Bezwaarschrift 3. Rechtsbijstand 4. Slachtoffer 4. Inzage in uw dossier 4. Getuigen en deskundigen 5.

Voorstel van wet. Artikel 1

Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar De Burgemeester van de gemeente Alkmaar,

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

ECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd

Rapport. Oordeel. Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gegrond.

Gespreksleider: Paulien Defoer, Paulien Defoer Mediation

Verruiming spreekrecht in rechtszaal van kracht

Spreekrecht en schriftelijke slachtofferverklaring

De positie van het slachtoffer in het strafproces Definitie slachtoffer Correcte bejegening. 2. De rechten van het slachtoffer

Rapport. Rapport over een klacht over het regionale politiekorps Amsterdam-Amstelland. Datum: 19 juli Rapportnummer: 2012/117

Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Deelrapportage MAASMEISJE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inhoudsopgave. Voorwoord / 5. Lijst van gebruikte afkortingen / 13. Het materiële strafrecht. 1. Inleiding / 17

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Aanwijzing huiselijk geweld

Leidraad voor het nakijken van de toets

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Aanhouding en inverzekeringstelling

Hoofdstuk 1: Het recht van de verdachte op toegang tot rechtsbijstand

Handreiking aangifte bij financiële uitbuiting van ouderen

Kaas met gaten of gaten met kaas

BOA PV. + combibon juni 2013/4 e druk lesboek. proces-verbaal = een woordelijk verslag van de gang van zaken

opleiding BOA Wetboek van Strafrecht

ONDERZOEK NAAR GEWELD IN DE PSYCHIATRIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet

S.A. Blok. Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN. Artikel 1

De indiener vraagt de Commissie een onderzoek in te stellen naar

Datum 25 april 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de positie van kwetsbare verdachten in het strafproces

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

1.21 Verkeer: dood/zwaar lichamelijk letsel door schuld in het verkeer (art. 6 WVW 1994)

Aangifte doen En dan?

CONCEPT AMvB Besluit slachtoffers van strafbare feiten

Rapport. Datum: 4 december 1998 Rapportnummer: 1998/540

Strafrechtelijke reactie Vraag en antwoord

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Stappenplan bij het doen van aangifte en ondersteuning van de advocatuur:

Als uw kind in aanraking komt met de politie

Strafrecht in de zorg / Preventie

Beleidsregel gebiedsverboden Heemskerk

Richtlijn voor strafvordering Arbeidsomstandighedenwet 1998

U wordt verdacht. * Waar in deze brochure hij staat, kan ook zij worden gelezen.

Hoofdstuk 6: Het Openbaar Ministerie en de vervolging 6.1 Inleiding

Verstoord contact. Rapport. Rapport naar aanleiding van een klacht over de regionale politie-eenheid Oost-Nederland.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

Transcriptie:

Strafrechtelijke context huwelijksdwang en achterlating Bij de aanpak van huwelijksdwang en gedwongen achterlating dient het belang van het slachtoffer centraal te staan. De in Nederland geldende wet- en regelgeving vormen het kader waarbinnen door alle partijen moet worden gehandeld en bepalen het handelingsrepertoire van deze partijen. In dit artikel wordt onder meer ingegaan op de strafrechtelijke aanpak van huwelijksdwang en achterlating: de rol van de politie en het Openbaar Ministerie, het verschil tussen een melding, aangifte en een klachtdelict en de wettelijke verplichting tot het opnemen van aangifte. Er wordt toegelicht wat ambtshalve vervolging inhoudt en het niet vervolgen van een strafbaar feit en sepot. 1 De taak van de politie In de Politiewet staat de taak van de politie als volgt omschreven: De politie heeft tot taak in ondergeschiktheid aan het bevoegd gezag en in overeenstemming met de geldende rechtsregels te zorgen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en het verlenen van hulp aan hen die deze behoeven. De politie zorgt er dus voor dat wetgeving nageleefd wordt door op te treden tegen overtredingen en misdrijven. Als het om de openbare orde op lokaal niveau gaat, treedt de politie op onder het gezag van de burgemeester. Bij strafrechtelijke handhaving, treedt de politie op onder het gezag van de Officier van Justitie (OvJ). De hulpverlening die de politie biedt is niet alomvattend en beperkt zich tot gevallen die dringend zijn en waarvoor op dat moment geen ander specialistisch bedrijf of instantie beschikbaar is. Het gaat meestal om de eerste opvang in noodsituaties. Daarna wordt doorverwezen naar andere partijen die primair zijn aangewezen om op een bepaald terrein hulpverlening te bieden, zoals een ziekenhuis, Veilig Thuis, Crisisdienst Jeugd, Gemeentelijke geestelijke gezondheidszorg (GGZ) etc. 2 Beleidsregels politie; Aanwijzing Vanuit het Openbaar Ministerie (OM) worden richtlijnen opgesteld waarin staat beschreven hoe de politie in bepaalde gevallen moet handelen; dit zijn beleidsregels. Een voorbeeld van zo n beleidsregel is de Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld. Hierin staan de regels voor de opsporing en vervolging van huiselijk geweld en eergerelateerd geweld en worden randvoorwaarden geformuleerd voor onder andere de invulling van de lokale samenwerking tussen politie, OM en reclassering. Het doel is het bewerkstelligen van een effectiever optreden van politie en OM, al dan niet in samenwerking met andere hulpverlenende instanties. 3 Strafbare feiten; Misdrijf of overtreding In het strafrecht wordt onderscheid gemaakt tussen twee soorten strafbare feiten: overtredingen en misdrijven. Overtredingen zijn overwegend de kleinere vergrijpen, de lichte strafbare feiten. Misdrijven zijn de ernstige vergrijpen. Deze manier van onderscheid is wel voor discussie vatbaar. Zo is winkeldiefstal bijvoorbeeld een misdrijf en is te hard rijden een overtreding. Daarom staat in de wet duidelijk omschreven wanneer het om een overtreding of misdrijf gaat. 4 Aangifte & vervolging Ieder die kennis draagt van een begaan strafbaar feit is bevoegd daarvan aangifte of klacht te doen, aldus artikel 161 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). Een aangifte is een verzoek aan de Officier van Justitie om tot strafrechtelijke vervolging van de dader(s) van een strafbaar feit over te gaan.

Een aangifte kan zowel mondeling als schriftelijk worden gedaan door de aangever zelf, of door een schriftelijke gevolmachtigde. Een aangever is het slachtoffer zelf of een hulpverlener die kennis draagt van een strafbaar feit, Dit geldt voor zowel een overtreding als een misdrijf. Veelal hebben hulpverleningsinstanties hier een protocol voor. Een aangever ondertekent de aangifte samen met de opsporingsambtenaar en ontvangt een afschrift van de aangifte. Van een feit dat nog gepleegd moet gaan worden kan geen aangifte gedaan worden. Uitzondering hierop is de strafbaarheid van voorbereidingshandelingen (zie ook paragraaf 20 Voorbereiding misdrijf). 5 Verplichte aangifte In bepaalde gevallen is men verplicht om aangifte bij de politie te doen. Bijvoorbeeld bij ernstige zaken waar levensgevaar wordt veroorzaakt, misdrijven die een gevaar voor de staat vormen, of misdrijven tegen het leven gericht en het afbreken van een zwangerschap. Maar ook bij mensenroof, verkrachting, of het gevangenhouden van mensen op een plaats die daarvoor wettelijk niet bestemd is, is het verplicht aangifte te doen. 6 Uitzondering zedenzaak Een uitzondering op de gangbare aangifteprocedure is een aangifte van een zedenmisdrijf. Dan volgt er eerst een zogenaamd informatief gesprek met het slachtoffer en een zedenrechercheur, waarin alle voor- en nadelen van het doen van aangifte besproken worden. Het slachtoffer krijgt vervolgens bedenktijd om aangifte te doen. 7 Melding Een melding is iets anders dan een aangifte. Een melding houdt geen verzoek tot vervolging in, maar is er op gericht een incident ter kennis te brengen van de politie. In veel gevallen is het nog niet mogelijk om aangifte te doen, omdat er nog geen sprake is van een strafbaar feit. Wel is het dan goed om een melding te doen in verband met dossiervorming. Een melding wordt namelijk opgenomen in de politieadministratie. Bijvoorbeeld in het geval van achterlating kan aan de hand van meldingen de dwang aangetoond worden. Als er een proces-verbaal opgemaakt wordt voor een vorm van huiselijk geweld is het beleid van het OM, om alle relevante voorgaande meldingen mee te nemen in het strafdossier. Het doen van een valse melding of een valse aangifte is strafbaar. 8 Doel aangifte; strafrechtelijk onderzoek Een aangifte is een verzoek tot vervolging van de daders van een gepleegd strafbaar feit. Na een aangifte start een strafrechtelijk onderzoek. Het doel van het strafrechtelijk onderzoek is waarheidsvinding, maar hierbij moet in de gaten worden gehouden dat het daarbij gaat om de relatieve waarheid. Het uiteindelijke doel van het strafrechtelijk onderzoek is om zowel belastend als ontlastend bewijs te verzamelen, om tijdens de terechtzitting de ten laste gelegde strafbare feiten te bewijzen. Aan een strafrechtelijk onderzoek kleven een aantal bezwaren voor het slachtoffer. Zo is de terechtzitting in beginsel openbaar. Ook krijgt de verdachte inzage in alle stukken uit het strafdossier. Getuigen mogen niet anoniem gehoord worden, de verdachte krijgt dus ook diens verklaring onder ogen.

De politie maakt tijdens dit onderzoek gebruik van toegekende opsporingsbevoegdheden. Deze toegekende bevoegdheden worden beperkt door rechten van de verdachte zoals het zwijgrecht (zie paragraaf 9 Zwijgrecht) en rechten van getuigen zoals het verschoningsrecht (zie paragraaf 10 Verschoningsrecht). Het uitgangspunt voor vervolging is het algemeen belang. Dit is niet altijd in het belang van de slachtoffers en hun veiligheid. Tot voor kort had het slachtoffer een marginale positie in het strafproces. De positie van het slachtoffer is verbeterd door verruiming van de mogelijkheid tot schadevergoeding, mogelijkheid tot toewijzing van een advocaat en spreekrecht. Echter niet het slachtoffer, maar de verdacht staat centraal. 9 Zwijgrecht (Cautie) Op grond van artikel 29 Sv. wordt de verdachte voorafgaand aan het politieverhoor medegedeeld dat hij niet verplicht is tot antwoorden. Dit wordt de cautie genoemd. Deze cautie is gebaseerd op het recht van verdachten om te zwijgen en zichzelf niet te incrimineren. Het doel ervan is te voorkomen dat een verdachte ongewild meewerkt aan zijn eigen veroordeling. Daarbij onthouden de verhorende rechters, of ambtenaren, zich van alles wat de strekking heeft een verklaring te verkrijgen, waarvan niet gezegd kan worden dat zij in vrijheid is afgelegd. 10 Verschoningsrecht. Dit houdt in dat aangifte doen niet verplicht is wanneer je door het doen van aangifte het risico loopt zelf vervolgd te worden. Het verschoningsrecht geldt ook als aangifte kan leiden tot vervolging van naaste bloed- of aanverwanten en echtgenoot. Ook een getuige kan zich beroepen op dit verschoningsrecht. 11 Intrekken aangifte In principe kan een gedane aangifte niet ingetrokken worden. Indien een slachtoffer in een later stadium aangeeft de aangifte te willen intrekken, moet worden uitgelegd dat dit juridisch niet mogelijk is. Wel kan het slachtoffer een brief aan de Officier van Justitie schrijven met daarin de eigen mening over de wenselijkheid van strafvervolging. Zelfs wanneer het slachtoffer in een dergelijke brief de aangifte nuanceert of aangeeft niet te willen dat de verdachte wordt gestraft, blijft vervolging in beginsel geïndiceerd. 12 Valse aangifte Iemand die aangifte doet van een strafbaar feit, terwijl hij weet dat dit niet gepleegd is, pleegt een misdrijf en kan daarvoor worden gestraft. Door deze strafbaarstelling wordt aan een aangifte een zekere bewijskracht ontleend. Soms wordt het doen van aangifte aangemoedigd door de hulpverlening, of is een aangifte nodig voor een bepaalde procedure. 13 Waar aangifte? Overal in Nederland kan aangifte gedaan worden. De politie die de aangifte ontvangt stuurt de zaak door naar de afdeling die de zaak in behandeling neemt. Dit betekent dat er in Den Haag aangifte gedaan kan worden van een feit dat bijvoorbeeld in Amsterdam is gepleegd. Het kan voorkomen, bijvoorbeeld vanwege tijdsdruk, dat het verstandiger is om direct met de behandelende opsporingsambtenaren een afspraak te maken. Voordeel is dat de ambtenaren die de aangifte opnemen ook betrokken blijven bij de verdere afhandeling. Dat heeft als voordeel grotere betrokkenheid, er gaat geen informatie verloren en ook gaat er geen tijd verloren met het doorsturen.

14 Weigeren aangifte Het gebeurt met enige regelmaat dat aangevers aan de balie van een politiebureau geen aangifte kunnen doen. De redenen hiervoor kunnen uiteenlopend zijn. Het is van belang om te weten dat de politie wettelijk verplicht is om een aangifte op te nemen over zaken die onder het strafrecht vallen. 15 Klachtdelicten Er zijn situaties waarbij het belang van het individu, tegen wie het misdrijf wordt gepleegd, van groter belang is dan het belang van de rechtsorde. Wanneer het belang van een persoon zwaarder weegt dan het belang van de maatschappij spreken we van klachtdelicten. Voorbeelden hiervan zijn: diefstal binnen een gezin, belaging (stalking) en ontucht met een minderjarige. Een klacht is een aangifte met het verzoek om vervolging. Een klacht moet ingediend worden door degene tegen wie het feit is gepleegd. Bij een minderjarige (onder de zestien jaar) moet de klacht ingediend worden door zijn wettelijke vertegenwoordiger. Een klacht wordt niet ingediend bij een gewone opsporingsambtenaar, maar bij de Officier van Justitie of een Hulpofficier van Justitie. 16 Intrekken klacht Anders dan een aangifte kan een klacht wel worden ingetrokken. Bij klachtdelicten kan de klacht, op grond van artikel 67 Wetboek van Strafrecht (Sr.), binnen acht dagen worden ingetrokken. Het intrekken van een klacht leidt tot het vervallen van de bevoegdheid tot opsporing en vervolging. 17 Ambtshalve vervolging Veel slachtoffers van geweld in de relatiesfeer doen, uit angst of loyaliteit met de dader(s), geen aangifte. In zo n geval kan de politie overgaan tot ambtshalve vervolging. Ambtshalve vervolging betekent dat een opsporingsambtenaar ook zonder aangifte het strafbare feit kan opsporen en de Officier van Justitie dit feit zonder aangifte vervolgt. Het feit kan vervolgd worden, ook als dit tegen de wil is van degene tegen wie het strafbare feit is gepleegd. Omdat veel zaken met betrekking tot achterlating en/of huwelijksdwang tevens aangemerkt kunnen worden als huiselijk geweld is de Aanwijzing huiselijk geweld en eergerelateerd geweld van toepassing. Op grond van deze Aanwijzing geldt het uitgangspunt dat bij huiselijk- geweldzaken ambtshalve vervolgd worden. Het nadeel van ambtshalve vervolging is de bewijslast. 18 Klacht over niet vervolgen strafbaar feit & sepot De officier van justitie kan beslissen om een strafbaar feit niet verder te vervolgen. Ook kan er om verschillende besloten worden tot een (voorwaardelijk) sepot. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen beleidssepot en een technisch sepot. Een voorbeeld van een beleidssepot is dat er niet vervolgd wordt omdat er sprake is van een gedoogconstructie. Een voorbeeld van een technisch sepot is dat er bijvoorbeeld niet vervolgt wordt wegens onvoldoende bewijs. In een bewijsbare zaken kan een (voorwaardelijk) sepot worden opgelegd zodat de vervolging als stok achter de deur kan worden gebruikt. Op deze manier kunnen er voorwaarden, zoals een proeftijd, worden opgelegd. Wanneer een rechtstreeks belanghebbende het niet eens is met de beslissing niet verder te vervolgen, kan deze een klacht indienen bij het gerechtshof. Hiermee wordt het gerechtshof verzocht, om de Officier van Justitie (OvJ) op te dragen, alsnog de vervolging in te stellen of de vervolging voort te zetten. In de praktijk komt het veelvuldig voor dat de politie besluit om een zaak niet verder te vervolgen. Bijvoorbeeld omdat er geen daderindicatie is, of een feit geen strafbaar feit blijkt te zijn. Veelal blijft een zaak dan bij de politie en bereikt de Officier van Justitie niet. Het is daardoor altijd raadzaam om

een bewijs te vragen, waarin de reden van het niet vervolgen staat vermeld en welke instantie heeft besloten geen verder onderzoek te doen. 19 Poging Er is sprake van een poging als het misdrijf wel is begonnen, maar niet is voltooid. Poging tot een misdrijf is strafbaar. We spreken van een strafbare poging als er sprake is van: 1. Een voornemen bij de verdachte. De verdachte moet, met andere woorden, de opzet hebben het delict te gaan plegen. 2. Een begin van de uitvoering. Dat wil zeggen dat de verdachte waarneembaar laat zien dat er een begin van het misdrijf wordt gemaakt. Een gedachte, of intentie is onvoldoende. Bepaalde handelingen kunnen voor het ene delict een begin van uitvoering opleveren, terwijl ze voor het andere delict een voorbereidingshandeling zijn. Een poging tot (eenvoudige) mishandeling is niet strafbaar gesteld. 20 Voorbereiding misdrijf Voorbereiding van een misdrijf, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren of meer is gesteld, is strafbaar wanneer de dader opzettelijk voorwerpen, stoffen, informatiedragers, ruimten of vervoermiddelen bestemd tot het begaan van dat misdrijf verwerft, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of voorhanden heeft. Alleen de voorbereiding van zwaardere misdrijven is strafbaar en het betreft limitatieve lijst met voorbereidingsmiddelen en voorbereidingshandelingen. Het voorbereiden van een overtreding, of van een misdrijf, waarop minder dan acht jaar gevangenisstraf staat, is niet strafbaar. 21 Deelnemingsvormen (Collectieve uitvoering) Huwelijksdwang en achterlating vinden in de (extended family) familiekring plaats. Dat betekent dat er meestal meerdere familieleden betrokken zijn bij de voorbereiding en de uitvoering hiervan. Juist vanwege deze collectieve context is van belang om te weten dat naast degene die het feit pleegt, ook deelnemers aan een strafbaar feit gestraft kunnen worden. Denk hierbij aan personen die het feit doen plegen (van doen plegen is sprake als de uitvoerder niet strafbaar is), personen die het feit uitlokken, medeplegen of behulpzaam zijn bij het feit.