Verbonden met de Messias van Israel Goede Week 2011 Nico den Bok Hoogleraar systematische theologie PThU



Vergelijkbare documenten
Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

10 redenen voor de komst van de Heere Jezus

Terug naar de Essentie

In het voetspoor van...

verzoeking = verleiden om verkeerde dingen te doen dewijl = omdat wederstand doen = tegenstand bieden de overhand behouden= de overwinning behalen

Het belang van het profetisch woord. De Bijbel open

Niveau 3 - Les 8: Het juiste gebruik van Gods wet Don Krow

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Romeinen 4, Ochtenddienst H. Avondmaal. Broeders en zusters,

Die overkant was een streek waar veel niet-joodse mensen woonden. Vreemd gebied.

1) Gered worden is net zo gemakkelijk als een cadeau krijgen (Johannes 1:12)

De gelijkenis van de twee zonen. Eerst lezen Daarna volgen er vragen en opdrachten

De Bijbel open ( 15-12)

De Bijbel open (22-06)

AANTEKENINGEN WAAROM WERD GOD EEN MENS?

zus van Maria, de moeder des Heren. Dat blijkt uit Johannes 19:25 waar staat: Johannes, de discipel die Jezus liefhad.

De Waarheid ten onder houden

1 Korintiërs 12 : 27. dia 1

En bij het kruis van Jezus stonden Zijn moeder, de zuster van Zijn moeder, en Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena.

leren omgaan met Diversiteit In je gemeente

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

Hervormde Gemeente Ouderkerk aan den IJssel

De gelijkenis van de verloren zoon.

Holy Spirit! Johannes 16: Zondag 20 HC. blok A - nivo 2 - avond 7

BIJBELSTUDIES VOOR JONGE GELOVIGEN LES 1. Les 1 - De oorsprong van de Bijbel. In deze bijbelstudies wordt gebruik gemaakt van de NBG-vertaling

Geloven in Jezus Christus

Tekst: Lucas 24: Thema: Grote vreugde Hemelvaartsdag

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het jodendom. Naam:

LEER HEM KENNEN 27 bewaarexemplaar. Wijkgemeente Ichthus Noordwijk. Ds. F. van Roest zondag 26 april

Onze Vader. Amen.

De Bijbel open (12-10)

De brief aan de Hebreeën. C. Noorlander

Jezus volgen! Echt? Het evangelie naar Johannes 6: dinsdag 2 juni 2015

Inleiding Christendom

Hoe zagen de omringende volken David, en waar was de tabernakel op dat moment?

Geloof tegenover gevoelens

Tekst: Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan!! Thema: De vervulling van Gods beloften, in verleden, heden en toekomst!!

Samenvattingen Geloof ABC

3. Jezus is een Jood Romeinen 15:7-13, Mattheüs 5: De verwachting van de Messias in het Oude Testament...

Orde voor de viering van het heilig Avondmaal

De Bijbel open (29-06)

HC zd. 6 nr. 32. dia 1

Preek Psalm 78: september 2015 In het spoor van Opening winterwerk Spiegelbeeld I

Het wonder van het kruis. De omwisseling aan het kruis

Lees Zoek op Om over na te denken

Pinksteren oogst van de vruchten. Bij Exodus 20 : Handelingen 2 : 1-11

Deze PowerPoint presentatie gaat over Kerk en Israël, in het bijzonder over de Protestantse Kerk (in Nederland) en Israël. Met de naam Israël wordt

Niveau 1 - Les 14: De kracht van een geestvervuld leven Don Krow

Het huis van de angst en het huis van de liefde Preek van Jos Douma over Romeinen 8:15

Startbijeenkomst met leidinggevenden. hand-out

Maria, de moeder van Jezus

Een weg door de geestelijke stromingen vragenlijst voor het Christendom. Naam:

Jezus, het licht van de wereld

Kingdom Faith Cursus Het geschenk van God

Wat zegt Paulus in Romeinen 7:7-12?

Er zijn drie sleutelwoorden in Galaten 3:15-20: Belofte, Verbond en Wet. We zouden moeten bestuderen hoe Paulus deze drie woorden in dit gedeelte

Vandaag is rood. Pinksteren Rood is al lang het rood niet meer Het rood van rode rozen De kleur van liefde van weleer Lijkt door de haat gekozen

Preekschets voor 26 mei 2013 Trinitatis. Lezingen : Spreuken 8:22-31 en Johannes 3:1-13

Is Jezus de Enige Weg? Is het christendom de enig ware religie?

De Bijbel open (31-08)

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

Misschien zit u hier wel met de grote vraag: wat is Kerst eigenlijk?

Dordtse Leerregels. Hoofdstuk 3 en 4. Artikel 12 t/m 14

Getuige zijn geeft de opdracht tot verantwoording, tot verantwoordelijkheid. Jij daar, ja jij, zeg het maar, waarvan ben jij nu getuige?

Zondag 22 mei Kogerkerk - 5e zondag van Pasen - kleur: wit - preek Deuteronomium 6, 1-9 & // Johannes 14, 1-14

Zondag 29 gaat over het Heilig Avondmaal (2)

Menze Fernandus van Houten

De geboden onderhouden, is trouw zijn aan God, maar het is evenzeer trouw zijn aan onszelf, aan onze ware natuur, en aan onze diepe aspiraties.

30. De koning wordt geboren 31. Blij met Jezus 32. Jezus, de koning die dient 33. Jezus sterft 34. Jezus leeft 35. Jezus en de Heilige Geest

Rivieren van levend water zullen stromen uit het hart van wie in mij gelooft (Joh. 7:3 8)

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Doop van een kind vanaf zes jaar Orde I

prijsgegeven aan het verderf. Het was dus onbestaanbaar dat een profeet of knecht van God aan het kruis zou sterven. Daarom waren Jezus leerlingen

Jezus zoekt ruzie. en tussen een schoondochter en haar schoonmoeder

Johannes 20, april Pasen 2014 Wehl. (ds. A. Oude Kotte-de Boon) Thema: 'Het verhaal van Maria van Magdala ' Gemeente,

Verder op weg met Jezus

Vijf redenen waarom dit waar is

Gemeente van onze Heer Jezus Christus, lieve mensen,

De drie-engelenboodschap, ACTUEEL!

Wesleyaanse geloofsfundamenten voor de 21 e eeuw

Gehele lied 2x zingen 1. We zijn hier bij elkaar om de Koning te ontmoeten. We zijn hier bij elkaar om te eren onze Heer.

18. Evangelist in eigen land 19. Onder Jezus zegen Een bereide plaats 20. Water 21. Een gebed om de Heilige Geest Doorwaai mijn hof 22.

Preek over de opdracht: Laat de Geest u vervullen (Efeziërs 5:18b) Van drs Ton de Ruiter. Lees vooraf eerst: Efeziërs 5:1,2 en 5:15-33 en 6:1-10

DE HEILIGE GEEST OVERTUIGD VAN RECHTVAARDIGHEID

1) De ongelovige is blind gemaakt door Satan (2 Korintiërs 4:4).

6. Uitverkiezing. 6.1 Uitverkiezing is naar de voorkennis Gods

Rechtvaardiging. Eindelijk gerechtigheid!

Zending wereldwijd. Najaarsactiviteiten GZB. Concerten Psalm Project. GZB-jongerenevent. Driebergen, september 2015

Dat is een verlangen dat wij allemaal, denk ik, wel kennen. Dat we zo graag eens God willen zien. Wie wil dat niet.

Er waren twee dingen waar Jezus vaak op wees in Zijn bediening geloof in God en de kracht van de Heilige Geest.

Gemeente van onze HEER Jezus Christus, gasten, luisteraars,

Nieuwe geboorte in het koninkrijk. les 1 FOLLOW

Liturgie voor de middagdienst van 10 januari 2016, Zwijndrecht

Hoe zou je willen omschrijven wanneer iemand een vreemdeling is?

Vanwaar Hij komen zal. Geschreven door D. J. Steensma zaterdag, 09 april :19

Waar wil je heengaan?

Doop van kinderen Orde I

Wie is er nou blind? Het evangelie naar Johannes 9:

Transcriptie:

Verbonden met de Messias van Israel Goede Week 2011 Nico den Bok Hoogleraar systematische theologie PThU Het feit dat wij zoals we hier zitten, belangstellenden voor deze dag, maar ook breder: wij in de kerk, wij als christenen verbonden zijn met de Messias van Israel geeft aan, dat de verbinding met hem geen etnische band is. Was die band etnisch, dan hoorden wij, niet-joden niet bij hem. Dit betekent niet, dat het etnische aspect geen rol van betekenis in de verbinding met Messias/Christus Jezus speelt. Voor de vraag hoe wij, niet-joodse christenen met het joodse volk verbonden zijn, moet beslissend zijn, hoe de Messias zelf zijn band met zijn volksgenoten zag. Jezus zelf heeft hiervoor sterke aanwijzingen gegeven, op verschillende momenten in zijn openbare optreden. Toen bv Maria hem om een ontmoeting vroeg, liet Hij haar wachten met de opmerking: Mijn moeder, broeders en zusters zijn zij die de wil van mijn hemelse vader doen. Jezus, een geboren jood, maakt zich tijdens zijn optreden publiekelijk los van zijn familiebanden voor zover die op bloedverwantschap gebaseerd zijn. Ik denk niet dat Hij ze doorsnijdt, wel dat Hij ze heel bewust geen prioriteit wil geven. Ze behoren niet tot de kernidentiteit van de gemeenschap van navolgers, van de broeders en zusters die Hij wil stichten. Dat blijft staan ook als die navolgers als eerste onder het joodse volk rekruteert zoals hijzelf ook jood was. De gemeenschap die Jezus sticht is dus niet gebaseerd op bloedverwantschap, maar op geloof en navolging. En deze prioritering is niet pas een vinding van Paulus, maar al van Jezus. Ze komt óók bij Paulus voor. En bij hem krijgt ze nog een heel aparte scherpte. Paulus stelt, dat deze prioritering in feite de Israëlitische is. Ze ligt aan de wortel van de gemeenschap die God al in het OT samenroept, vanaf de roeping van Abraham. De gemeenschap die God in het voetspoor van Abraham wilde stichten, is geen etnische groep, maar een gemeenschap van hen die net als de vader van alle gelovigen op God vertrouwen en met hem op weg gaan, en die dan op die weg Thora opbouwen om Gods wil te doen. Dit geloof, zegt Paulus, werd Abraham tot gerechtigheid gerekend, en het is de basis voor de gerechtigheid van werken (en relativeert die ook grondig, maar dat is een ander thema). De uitdrukking volk van God staat zo gezien vanaf de start van Israëls geschiedenis onder een heel eigen voorteken; het moet betekenen: geloofsgemeenschap, gemeenschap van mensen die God in vertrouwen navolgen op zijn weg door de wereld, daarbij familie en thuisland verlaten, soms ook letterlijk, en gaandeweg zijn wil leren. Dit blijkt ook bij de profeten. Elke keer als het latere Israel andere banden dan die van geloof en Thora belangrijker gaat vinden dan Godsvertrouwen en Thora, en dáárop zijn status van volk van God baseert, komt felle profetische kritiek. Met de aanzegging dat het dan met Israel vroeg of laat fout zal gaan. Dit betekent dat in Israel als volk van God niet alleen bv het nationalistische, maar ook het etnische aspect, de bloedverwantschap altijd op de tweede plaats staat en niet tot de kernidentiteit van dit volk behoort. De kerk is op dit punt dus eenvoudig de voortzetting van wat God met Abraham en Israel begon. Er is bij Paulus of Jezus geen overgang naar een ander soort gemeenschap, een ander type volk van God. Alsof het eerst etnisch was, en toen universeel werd. Nee, het was van meet af aan universeel, maar werd vervolgens etnisch, niet principieel, maar praktisch, omdat de meesten die in Abrahams voetsporen gingen feitelijk tot zijn nageslacht behoorden. Dat is op zichzelf ook in de kerk en de kerkge- 1

schiedenis gebeurd. Ook daar werd de gemeenschap die aanvankelijk onder mensen van een bepaald volk (bv het Nederlandse) door geloof en levensheiliging gesticht werd, geleidelijk meer en meer gevuld door families en volksgenoten omdat zij het eerst en gemakkelijkst opgenomen werden in die gemeenschap. Kinderen en kleinkinderen groeien op in een gemeenschap waartoe de ouders zich bekeerden. Maar dat verandert de grondslag van de gemeenschap nog niet, alleen haar feitelijke samenstelling. Er ontstaat dan weliswaar praktisch en concreet een toenemende tegenstelling tussen eigen mensen en vreemde mensen, een christelijk volk en niet-christelijk volk; maar dat is niet de basistegenstelling waarop de gemeenschap rust, want dat is: zij die God vertrouwen en zijn wil gaan doen en zij die dat (nog) niet doen. Het etnische met al zijn aangrenzende aspecten (nationaliteit, taal, cultuur), en met de daaraan klevende eigen problemen, komt er praktisch dus bij in het volk van God, maar vormt er niet de band van. Waar het etnische een boventoon gaat voeren is het oude Israel een waarschuwend voorbeeld voor elk christelijk volk waarin dat óók is voorgekomen. Het gaat de jood Paulus dus om Israel zoals het zichzelf oorspronkelijk (in de Tenach) verstaat. Dat vindt hij dankzij Messias Jezus terug. Als u dit nog steeds niet erg gelooft, laten we dan opnieuw naar Abraham kijken. Met hem sloot God een verbond, met hem en zijn nageslacht. Hier lijkt het etnische al in Gods roeping voor te komen. Maar is dat zo? Er zal uit Abraham een volk ontstaan dat tot zegen voor alle volken zal zijn. Dat geldt óók voor een geloofsgemeenschap. Meer nog, als binnen die geloofsgemeenschap ook het familieleven, het etnisch-culturele een bijzondere plek krijgt, dan zal deze gemeenschap ook daarin tot zegen van andere volken kunnen worden, want onder hen speelt dat familieleven ook een belangrijke rol. En tot die zegen zal onder meer behoren, dat de bloedband een tweede plaats in het persoonlijke en sociale leven zal innemen. De eerste plaats komt toe aan de Heer en dus aan daadwerkelijk vertrouwen op hem. Alles wat behalve God deze plaats zal innemen wordt juist in Israel een afgod genoemd. Daar moeten mensen van bevrijd worden, niet alleen onder joden, maar wereldwijd. Israel, oudtestamentisch gezien, is een gewoon volk onder andere volken dat zich realiseert dat het volk-zijn, de familieband niet het primaat mag hebben in mensenlevens (bv in opvoeding of politiek). Waarom moest Israel zich afzonderen van de volken? Niet om etnisch zuiver te blijven, maar om vóór alles op God te blijven vertrouwen, en niet vóór alles op iets in de schepping, en om de Thora van God te blijven doen, en daarom niet met zeden en gewoonten mee te gaan die dat ondermijnen. Dit besef van prioriteit geldt wereldwijd, zo waar er een schepper is. U aarzelt nog; kijken we opnieuw naar Abraham. Hij wilde zo graag een kind, die heel menselijke wens. En God gaf hem dat kind, maar niet voordat Hij Abraham eerst op allerlei wijzen liet voelen dat dit kind geen natuurlijke zaak is en niet het belangrijkste in zijn leven kan zijn. Hij kreeg het door geloof, hij kreeg het toen het menselijkerwijs niet meer kon, hij moest het afstaan op de berg Moria om het nogmaals uit geloof terug te krijgen. Hier zijn veel indringende vragen te stellen, maar één ding is helder: God wil geloof voorop laten staan. Niet bloedverwantschap, maar geloofsgemeenschap is datgene wat Abrahams kinderen samenbindt. Paulus beroept zich voor zijn visie niet alleen op Abraham, maar ook op Mozes. De wet, die veel later kwam en zo veelbetekenend werd in het leven van het oude Israel en het joodse volk tot op de dag van vandaag. Hier krijgen we te maken met een eigen band die gelovigen samenbindt: het doen van de Thora, het houden aan de voorschriften die God zijn volk gegeven heeft. Ik laat nu achterwege welk ingrijpend verschil Paulus tussen Abraham en Mozes ziet; ik concentreer me op het Paulijnse èn oudtestamentische inzicht, dat ook de erfenis van Mozes de geloofsgemeenschap die God met Abraham stichtte geen andere basis geeft dan bij Abraham: het blijft gaan om mensen die door geloof 2

God gaan navolgen en dan dus ook zijn wil gaan doen, zijn geboden gaan houden. Het gaat hier om een ethische band, nog steeds niet om een etnische. Maar ook hier komt het etnische er al gauw bij, want naarmate de door God gestichte gemeenschap zich uitbreidt en georganiseerd raakt moeten de geboden specifieker worden, en daarmee localer, meer toegespitst en geschikt voor gelovigen en navolgers die feitelijk grotendeels uit bloedverwanten bestaan. De wet, die altijd al bedoeld was als het doen van Gods wil in het volgen van zijn weg op aarde, in de geschiedenis met hem, die wet krijgt nu wel een heel etnische kleur. Al zal dit juist in het oude Israel zelf van het tegenwicht voorzien zijn, want als het de Schepper is die zich aan Israel openbaarde om met die groep mensen uit het toenmalige Midden-Oosten op weg te gaan zoals juist het oude Israel ging geloven dan zal in elk geval de kern van zijn wil voor alle mensen gelden. Juist in de locale wetgevingen wordt ook steeds gezocht naar wat veralgemeniseerd kan worden, wat universeel moet kunnen gelden. Ook hier moeten we dus zeggen: de Thora zelf maakt het volk van God niet tot een volk in de gewone zin, een etnische gemeenschap. De band en basis blijft iets dat principieel universaliseerbaar is en moet blijven, en daarom ook in andere contexten implementeerbaar: geloof en Gods wil, want dat is een overgave aan de goede wil van de Schepper van ieder mens. Ook de Messias van Israel is dus nooit Israëls Messias geweest, althans net zomin als de God van Israel ooit Israëls God was. God was nooit een unieke familiegod, stamgod of volksgoed, maar altijd de schepper, de heer van hemel en aarde die ergens op aarde een gemeenschap is gaan stichten en daarvoor de familie van Jacob, de stam Juda, het volk Israel uitkoos. Gods Messias was daarom, net als het woord dat Abraham riep en de Thora die Mozes ontving, Gods Messias die gezonden werd tot de geloofsgemeenschap die God heeft gesticht te midden van de mensheid, om hen te leiden en te redden (en wie niet zo geleid en gered wilde worden, te richten). Die geloofsgemeenschap bestond feitelijk vooral uit joden, maar stond principieel open naar elk ander volk. Ook rond de lotgevallen van Jezus kunnen we zien hoe de misvatting over zijn identiteit en daarmee zijn primaire loyaliteiten, hem in feite richting kruis drijven. Dat begint al in Bethlehem, waar Herodes in hem een troonspretendent vreest; het komt terug in Nazareth, waar zijn dorpsgenoten hem het minst kunnen geloven en volgen omdat juist zij hem menen te kennen als een zoon van Jozef en Maria; en het eindigt in Jeruzalem, waar men hem inhaalt als joodse bevrijder van het vreemde Romeinse en juk, maar hierin zo teleurgesteld is, dat duidelijk wordt dat voor hen hier de prioriteit lag. Daar lag die voor Jezus klaarblijkelijk niet. Eén van de dingen waar Hij zijn volksgenoten van wilde bevrijden is: van deze onterechte primaire loyaliteiten, die zelf de bron van zoveel ellende in de wereld is. Het plafond van de diepste menselijke binding moet een verdieping hoger dan zij bij velen ligt. Juist het joodse volk heeft dat op de weg die het OT beschrijft geleerd, door vallen en opstaan. Maar dan geldt het natuurlijk ook voor ons, christenen. Wij lijken bij voorbaat immuun tegen een vooropstellen van de familieband of de volksband, maar in hoeverre waren en zijn we hierin consequent als het erop aankomt? Wij christenen zijn niet onverbrekelijk verbonden met een volk, met geen enkel volk in de gewone zin. Wij zijn deel van een volk dat niet onverbrekelijk verbonden is met een volk, een etnische groep, een groep mensen die uit elkaar geboren zijn, tenzij we teruggaan tot Adam, uit wie alle mensenkinderen geboren zijn. Hier ligt ook de basis voor missiologische grensoverschrijdingen wereldwijd, waarbij de kerk ook haar eigen Nederlandse, of Westerse kleur grondig moet relativeren omdat die niet tot haar kernidentiteit behoort. Dit besef, dat God een gemeenschap, een volk sticht op basis van geloof en heiliging, hebben we juist van Israel, het oude Israel, van haar oude testament 3

geleerd. Jezus is daarin een ware Israëliet gebleven, Paulus een goede (d.w.z. een Tenach getrouwe) jood. Betekent dit dat we dan niet verbonden zijn met volken, en ook niet met het joodse volk? Natuurlijk niet. We zijn als christenen met ons eigen volk, onze eigen familie diep verbonden en God wil dat stukje schepping eren. We zijn met het joodse volk op een bijzondere wijze verbonden omdat we met dat volk een oude gemeenschappelijke geschiedenis delen: die van het oude Israel. Na Christus zijn de wegen van onze geschiedenissen uiteen gegaan. Na Christus hebben zowel het joodse volk als het Nederlandse volk (nu beide even etnisch genomen) zowel gelovigen als ongelovigen gekend, mensen die wel en mensen die niet (en mensen die ten dele) bij de geloofsgemeenschap van God willen horen. We herkennen dus veel en kunnen ook veel van elkaar leren. Als volken (weer even alleen etnisch genomen) zijn we bovendien, zoals ik al zei, schepselen, en schepselen verdienen respect, God is de eerste die ons dat respect geeft wij mogen hierin niet achterblijven. Antisemitisme is dus sowieso uit den boze. Als dit goed gezien is, waar ligt dan onze loyaliteit bij een conflict tussen volken? Mij lijkt: onze primaire loyaliteit ligt bij geloofsgenoten en op de tweede plaats bij volksgenoten. In beide gevallen worden we opgeroepen om onze ethische gevoeligheid voor onze etnische sympathie te laten gaan. De eersten, die Israel als volk en natie kritiseerden voor het onderdrukken van minderheden, waren Israëls eigen profeten. Dit moeten we durven laten staan terwijl tegelijkertijd óók zeggen, tot onszelf als van afkomst christelijke landen, dat wij de volle kritiek van God verdienen als wij een etnische minderheid het licht niet in de ogen gunnen. Onze omgang met Israel biedt hiervoor de lakmoesproef. Wat heeft Europa de joden gedaan? Dat was godgeklaagd. Dat mag ons er alleen niet van weerhouden ook het joodse volk te zeggen waarin het godgeklaagd bezig is als dat werkelijk het geval is al volgens de standaard van het OT. Een lakmoesproef is dan ook onze omgang met de Palestijnen. Ter afronding wil ik nog twee vragen stellen. Allereerst: moeten we niet eindelijk af van de vervangingstheologie die de kerk al zo lang heeft gekoesterd? Die vraag komt geregeld in de Nederlandse theologie van de laatste decennia voor en is nu ook aan de andere kant van de oceaan te horen meestal als retorische vraag. Als de bijbels-theologische en systematisch-theologische lijn die ik getrokken heb klopt, berust de hele gedachte van vervanging op een categoriefout. Er hoefde nooit een etnische gemeenschap ( Israel') door een niet-etnische ( de kerk ) vervangen te worden, omdat het volk van God nooit een etnische gemeenschap geweest is. Een volk kan een volk vervangen, maar de kerk kan nooit een volk vervangen. Dus als onder kerkmensen het besef van volksvervanging voorop staat, is er iets mis met die kerk, is er waarschijnlijk een afgodje gegroeid: een scheppingsgegeven dat de eerste plaats in het leven van mensen inneemt. Omgekeerd begaan zij die vervangingstheologie willen rechtzetten in feite dezelfde categoriefout. Want zij menen dat het joodse volk, de etnische gemeenschap nog steeds Gods volk is, of althans dat Gods volk een etnische kern heeft: het joodse volk. Maar dat kan op grond van het OT al niet waar zijn, zoals ik heb aangegeven. Ten tweede, heeft God het joodse volk dan laten vallen? Natuurlijk niet! God laat geen enkel volk vallen. Hoe zou de Schepper zijn schepselen kunnen vergeten? Het enige dat kan gebeuren is, dat de gemeenschap van hen wier eerste loyaliteit bij God ligt, dus in geloof en levensheiliging, een tijdlang meer uit mensen van één volk bestaat (bv het Nederlandse) en dan een tijdlang uit mensen van een ander volk (bv het Keniaanse). Dat kan verschuiven, zeker. Eén van deze volken is ook het joodse. Maar bij geen enkele etnische samenstelling kan deze, door God gestichte gemeenschap een etni- 4

sche grondslag krijgen. Dat betekent omgekeerd, dat God elk volk zal blijven benaderen, tot en met het laatste volk toe, om ook dat in die gemeenschap van gelovigen en geheiligden op te nemen. Hierbij kunnen eersten laatsten worden, maar God wil dat alle mensen behouden worden. En dat kan Hij alleen door hen te roepen in gemeenschap met hemzelf en zijn Messias. Hij heeft voor het joodse volk nog een apart plekje in zijn hart omdat zijn gemeenschap als eerste een lange tijd vooral uit mensen van dit volk bestond. Maar dat geldt inmiddels in mindere mate toch ook voor de bv de noord-afrikanen, waar eeuwenlang een levende christelijke gemeenschap bestond (denken we maar aan Cyprianus en Augustinus), maar sindsdien al eeuwen niet meer. Het geldt over enige decennia (en nu al enigszins) ook voor Nederland, West-Europa. Voor het joodse volk ligt er in elk geval een chronologisch pre. En er is nog een pre. Jezus kwam het koningschap van David oprichten, maar nu voor eeuwig, en heeft dat via opstanding en hemelvaart ook gerealiseerd. In dit Koninkrijk der hemelen is dus tenminste één mens al helemaal gearriveerd: een van afkomst etnische jood. Die heeft volgens vele joodse getuigen die hem meemaakten, eeuwig leven gekregen, naar ziel en lichaam. En dat geldt, mogen we geloven, ook van zijn eerste volgelingen (van de 12 discipelen, en de 13 e en nog een heel aantal anderen). Ook hier ligt een onuitwisbare verbinding. Geeft dit het joodse volk, het joodse vlees en bloed toch een streepje voor bij God? Dan kom ik terug bij het begin van deze lezing: ik denk dat we dan Israëls Messias zelf, en al Abraham, niet helemaal gevolgd hebben op zijn weg. 5