DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding



Vergelijkbare documenten
Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP)

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Een inleiding

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Pensioen Operationeel Personeel

Hoeveel bedraagt de bonus? Welke diensten geven recht op een bonus? Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6

en de Wet 13 december de pijler 2de pijler 1ste pijler De drie pensioenpijlers Individuele pensioenopbouw:

Het rustpensioen in de openbare sector. VVOS Oost-Vlaanderen 11 december 2015

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers.

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

3 de pijler. 2 de pijler. 1 ste pijler. OVERHEIDSPENSIOENEN Politie. De drie pensioenpijlers PENSIOENPIJLERS. Individuele pensioenopbouw:

Pensioenen Geïntegreerde Politie. Jan Adam Secretaris ACV 2012

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Onderwijs

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

De pensioenhervorming uitgeklaard

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

V1-15/11/2012. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. voor de lokale mandatarissen HERVORMING

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

Overheidspensioenen: Het rustpensioen en de pensioenhervormingen Wet 13 december 2012

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers.

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

De pensioenhervorming(en): een stand van zaken op 9 juni 2015 Johan Janssens, administrateur-generaal

Wettelijk rustpensioen zelfstandigen. Liantis studiedienst

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Loopbaanonderbreking. afwezigheidsperiodes. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen als ambtenaar?

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Een inleiding

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Januari 2014

Symposium VLVO / ODVB De nieuwe pensioenregeling

Rustpensioenen van de overheidssector

Vervroegd en wettelijk pensioen

Cumulatie van een rust- of overlevingspensioen met beroepsinkomsten

Rustpensioenen van de overheidssector

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

28 DECEMBER Wet houdende diverse bepalingen (1)

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Rustpensioenen van de overheidssector

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014

Cumulatie van pensioenen van de overheidssector

Pensioenen lokale besturen: gisteren, vandaag en morgen.

De regularisatie van de studieperioden Waar gaat het om?...en concreet?

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Inleiding

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Regeerakkoord: wat is de impact op de pensioenen en de verzekeringsproducten?

Ombudsdienst Pensioenen

Overlevingspensioenen van de overheidssector

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel

Wie valt onder toepassing van het sociaal statuut?

Rustpensioenen in de overheidssector

Halftijds brugpensioen

Pensioenhervorming. Wat betekent dat voor het onderwijspersoneel? Welkom!

Overzicht nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

FEBRUARI Rustpensioenen van de overheidssector

Rustpensioenen in de overheidssector

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

DPP Workshop Pensioen

editie 2008 Rustpensioenen van de overheidssector

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Cumulatie van pensioenen van de overheidssector

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S ) Uittreksels

Pensioenen van de lokale mandatarissen

Het sociaal statuut der zelfstandigen Pensioen

Opleiding voor CLB-secretariaten

Vlaamse aanmoedigingspremie voor loopbaanonderbreking voor personeelsleden van de Vlaamse openbare sector en het Nederlandstalige onderwijs

Tantième en verhogingscoëfficiënt

Militantenvergadering gemeenschappelijk front d.d

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

Loopbaanonderbreking in de openbare sector. ACV-Openbare Diensten mei 2014

Directie Human Resources

Versie van DEEL III De wedde Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Algemeen 2.1 Definitie van de wedde 2.1.

Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Pensioenhervormingen Wat betekent dit voor het onderwijspersoneel?

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

De toekomstige gepensioneerden rekenen op u

Infoblad - werknemers

Infonamiddag Alles wat je moet weten over je pensioen en de pensioenhervorming. ABVV Senioren regio Antwerpen 7 mei 2013 Greet van Gool

Transcriptie:

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR Een inleiding

3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers 1 ste pijler Wettelijke pensioenen PDOS RVP RSVZ 2 de pijler Aanvullende pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit Groepsverzekering 3 de pijler Individuele pensioenopbouw Levensverzekering Pensioensparen 2

De eerste pijler: het wettelijk stelsel 3

Rustpensioen Definitie Het rustpensioen is een individuele periodieke (maandelijkse) uitkering die aan een voormalig ambtenaar of daarmee gelijkgestelde wordt betaald na de oppensioenstelling. 4

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht Enkele belangrijke pensioenbegrippen vooraf Het verschil tussen: pensioenrecht, pensioenberekening pensioenbetalingsrecht 5

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht Er is een groot verschil tussen wat aanneembaar is voor het PENSIOENRECHT en wat aanneembaar is voor de BEREKENING van uw pensioen. Het PENSIOENRECHT bepaalt of iemand al dan niet op pensioen kan gaan. Het pensioenrecht is afhankelijk van de leeftijdsvoorwaarde en van de vereiste minimum loopbaanduur in het gewenste pensioneringjaar. Vooraleer over te gaan tot een pensioenberekening onderzoekt de PDOS of de voorwaarden van het pensioenrecht zijn vervuld. 6

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht De PENSIOENBEREKENING bepaalt het pensioenbedrag. De pensioenberekening is gebaseerd op drie elementen: de refertewedde de loopbaanduur Het tantième Enkel indien aan de voorwaarden van het pensioenrecht is voldaan, zal de PDOS een pensioenberekening maken. Ook al is de loopbaanduur zowel voor het pensioenrecht als voor de pensioenberekening bepalend voor de pensioenbeslissing, toch zal de wijze waarop de loopbaanduur in aanmerking wordt genomen tussen beide begrippen zeer sterk van elkaar verschillen. 7

Het verschil tussen pensioenrecht, pensioenberekening en pensioenbetalingsrecht Na de pensioenberekening onderzoekt de PDOS of het pensioen kan worden uitbetaald. Het PENSIOENBETALINGSRECHT bepaalt alle betalingsmodaliteiten. Deze modaliteiten hebben betrekking op: Cumulatie tussen pensioenen, Cumulatie met een beroepsinkomen of vervangingsinkomen, Schuldvorderingen, beslagleggingen, Levensbewijzen 8

PENSIOENRECHT 9

Het recht op een rustpensioen BASISWET 21 JULI 1844 Het rustpensioen is een maandelijkse individuele vergoeding uitbetaald aan een gewezen vastbenoemd personeelslid van de overheidssector vanaf zijn opruststelling. Toepassingsgebied - Federale overheidsdiensten (ook leger, magistratuur en erkende erediensten) - De Gemeenschappen en Gewesten (ook onderwijs: gemeenschpsonderwijs, vrij gesubsidieerd, gemeentelijk en provinciaal onderwijs - bpost, Proximus, BAC, Belgocontrol, NMBS - Instellingen van openbaar nut (parastatalen, pararegionalen) die aangesloten zijn bij de pool der parastatalen - De gemeenten, OCMW s en intercommunales die aangesloten zijn bij de gemeenschappelijke pensioenregimes van de Dienst voor de Bijzondere Socialezekerheidsstelsels (DIBISS) - de gewezen kaders in Afrika - De geïntegreerde politie 10

Het recht op een rustpensioen BASISVOORWAARDEN Vastbenoemd of gelijkgesteld Bezoldigd door de Staatskas Minstens 5 aanneembare dienstjaren Minstens één dag gepresteerd na 31 december 1976 Niet van toepassing op pensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid Leeftijd Uitgezonderd pensioenen wegens lichamelijke ongeschiktheid (geen leeftijdsgrens) Niet de zwaarste tuchtstraf binnen statuut 11

Het recht op een rustpensioen - Wettelijke pensioenleeftijd PENSIOEN OP LEEFTIJDSGRENS Tot 2024 65 jaar Vanaf 2025 66 jaar Vanaf 2030 67 jaar Verlenging op aanvraag Geen loopbaanvoorwaarde 12

Het recht op een rustpensioen - Lichamelijke ongeschiktheid Wet 21/07/1844 art 2 en 3 De basisvoorwaarden van leeftijd en dienstjaren zijn niet vereist voor de toekenning van een pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid in een hoofdambt. Berekening zoals voor een gewoon pensioen. Mogelijke beslissingen Definitief ongeschikt voor elke functie Definitief ongeschikt voor eigen functie maar geschikt voor andere functie Tijdelijk ongeschikt (tijdelijk pensioen) Wet 5/08/1978 art 83 Ambtshalve pensionering indien 365 kalenderdagen ziekte na 60 ste verjaardag (222 werkdagen Vlaamse Gemeenschap) De Koning kan deze leeftijd van 60 jaar aanpassen (wet 28/12/2011) 13

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Vervroegd pensioen: gaat in voor de wettelijke pensioenleeftijd Twee voorwaarden, afhankelijk van het betreffende jaar (hervorming Di Rupo & Michel) Leeftijdsvoorwaarde en Loopbaanvoorwaarde Verschillende voorwaarden voor de algemene regel of de regel bij lange loopbaan Uitzonderingen: Personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben Personen geboren voor 1953 Personen geboren voor 1956 Voor het bepalen van het recht op vervroegd pensioen wordt de diplomabonificatie vanaf 2016 afgebouwd 14

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen 15

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Personen geboren voor 1953 Wie vóór 1 januari 1953 geboren is, kan vanaf de leeftijd van 60 jaar vervroegd met pensioen als hij minstens 5 aanneembare dienstjaren (zonder bonificatie) telt in de overheidssector. Vastbenoemd of gelijkgesteld 5 aanneembare dienstjaren, waarvan minstens 1 dag gepresteerd na 31 december 1976 Betaald door de Staatskas Geen afzetting of veroordeling tot een criminele straf 16

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Personen geboren voor 1956 Wie vóór 1 januari 1956 geboren is, kan vanaf de leeftijd van 62 jaar vervroegd met pensioen als hij minstens 37 dienstjaren telt die aanspraak verlenen op pensioen (privésector). Vastbenoemd of gelijkgesteld 5 aanneembare dienstjaren, waarvan minstens 1 dag gepresteerd na 31 december 1976 Betaald door de Staatskas Geen afzetting of veroordeling tot een criminele straf Personen die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt hebben Iemand die de wettelijke pensioenleeftijd bereikt heeft is vrijgesteld van loopbaanvoorwaarden. Uiteraard dienen ook hier de basisvoorwaarden vervuld te zijn. 17

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Specifieke beroepscategorieën die hun huidige (preferentiële) pensioenvoorwaarden inzake leeftijd en loopbaanduur behouden Het rijdend personeel van de NMBS-groep (55 jaar oud en 30 jaar voor rijdend personeel) De geïntegreerde politie (onder bepaalde voorwaarden) De personeelsleden van het administratief en logistiek kader (KALOG) en de officieren van het operationeel kader vallen onder het algemene regime. De ex-rijkswachtofficieren en ex-onderofficieren (onder bepaalde voorwaarden) die nu deel uitmaken van de geintegreerde politie De militairen (onder bepaalde voorwaarden) De ex-militairen die deel uitmaken van het veiligheidskorps van Justitie of van het personeel van de geïntegreerde politie of die naar een andere openbare werkgever werden overgeplaatst, behouden hun preferentiële leeftijds- en loopbaanvoorwaarden 18

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Dienstjaren met een preferentieel tantième hebben proportioneel meer gewicht voor het openen van het recht op vervroegd pensioen. PRINCIPE 1 jaar aan 1/60 telt voor 1,00 1 jaar aan 1/55 telt voor 1,09 (60/55) 1 jaar aan 1/50 telt voor 1,20 (60/50) Toepassing: zie omzettingstabellen 19

Omzettingstabel 1: Algemene regel Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen 20

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Omzettingstabel 2: uitzonderingen lange loopbaan voor een pensioen op de minimumleeftijd van 60 jaar 21

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Omzettingstabel 3: uitzonderingen lange loopbaan bij pensioen op de minimumleeftijd van 61 jaar 22

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen BIJKOMENDE MAATREGELEN Maatregel 1: Wie op om het even welk ogenblik aan de voorwaarden voldoet om vervroegd met pensioen te gaan, behoudt deze voorwaarden ongeacht de latere, werkelijke ingangsdatum van het pensioen. Voorbeeld: Geboren op 7/3/1954 60 j. op 7/3/2014 pensioen 1/4/2014? Voorwaarde vervroegd pensioen bij lange loopbaan: 60 jaar en 40 jaar dienst. Hij bereikt zijn 40 jaar dienst pas op 1/5/2014. Omdat hij vanaf deze datum de voorwaarden van vervroegd pensioen vervult, kan hij vanaf dan met pensioen gaan, maar eveneens op gelijk welke latere datum. 23

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen BIJKOMENDE MAATREGELEN Maatregel 1 (vervolg): Deze waarborg blijft ook gelden bij overgang naar een andere personeelscategorie. Dus: iemand die overgaat van een personeelscategorie, waarin hij op een bepaald ogenblik het recht op vervroegd pensioen opent, naar een andere categorie waar hij op het moment van zijn gewenst pensioen die voorwaarden niet vervult, blijft altijd zijn verworven recht behouden. Voorbeeld: Een 56-jarige treinmachinist voldoet in 2014 aan de voorwaarden die nodig zijn voor vervroegd pensioen: 55 jaar en 30 jaar dienst. Hij neemt geen pensioen maar gaat 2 jaar bijkomend werken als administratieve kracht tot zijn 58 jaar. Hij kan dus op 58 jaar met pensioen omdat hij eerder al aan de voorwaarden voldeed. 24

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen BIJKOMENDE MAATREGELEN Maatregel 2: Om te vermijden dat tijdens de overgangsperiode ambtenaren die geboren zijn in de maand december geconfronteerd zouden worden met andere leeftijdsen loopbaanvoorwaarden die verschillen van andere ambtenaren geboren in hetzelfde jaar, voorziet de pensioenhervorming een specifieke maatregel: - Rustpensioenen die ingaan in januari 2015 vallen onder de voorwaarden van 2014 - Rustpensioenen die ingaan in januari 2016 vallen onder de voorwaarden van 2015 - Rustpensioenen die ingaan in januari 2017 vallen onder de voorwaarden van 2016 - Voorbeeld: Een gepensioneerde is geboren op 7 december 1954, en wil zijn rustpensioen opnemen op 60 jaar, vanaf 1 januari 2015. Loopbaanvoorwaarde voor vertrek in 2014 (lange loopbaan): 40 jaar Loopbaanvoorwaarde voor vertrek in 2015 (lange loopbaan): 41 jaar 25

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? Jaren in de overheidssector Diensten in de overheidssector Diplomabonificatie (afgebouwd vanaf 2016) Bepaalde periodes van afwezigheid Onvolledige jaren Jaren in de privésector Diensten als werknemer en gelijkgestelde periodes Jaren als zelfstandige Diensten als zelfstandige en gelijkgestelde periodes Jaren in het buitenland Diensten in bepaalde landen 26

A. Overheidssector (1): Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? Betreft FOD, gewesten, gemeenschappen, Provincies, Lokale overheden, Instellingen Openbaar Nut, NMBS, Proximus, bpost, BAC, Belgocontrol, Geïntegreerde Politie, Gerechtelijke Diensten. - Effectief gepresteerde diensten in de overheidssector, prestaties voor de definitieve benoeming inbegrepen (uitgezonderd tewerkgestelde werkloze, derde arbeidscircuit, bijzonder tijdelijk kader) - De militaire dienstplicht (en gelijkgestelde) telt mee aan 1/60. - De studiejaren die voor de diplomabonificatie kunnen tellen (nodig bij aanwerving of bevordering) tellen ook voor het recht (aan 1/60). De duur van de diplomabonificatie wordt vanaf 2016 jaarlijks afgebouwd - Als er onvoldoende jaren dienst zouden zijn in de overheidssector, mogen de prestaties in de andere sectoren (privé zelfstandige) ook meetellen 27

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? De geleidelijke afschaffing vangt aan op 1 januari 2016. De diplomabonificatie zal ten laatste volledig verdwenen zijn voor de pensioenen die ingaan vanaf 1 januari 2030. Doel: harmonisering Maatregel geen betrekking op : de berekening van het pensioen de bonificatie van stages erkenning geneesheer-specialist (deze bonificatie zal echter wel volledig afgeschaft worden vanaf 2030) 28

AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? Tempo afbouw volgens studieduur diploma: De vermindering bedraagt 4 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van 2 jaar of minder. De vermindering bedraagt 5 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van meer dan 2 jaar en minder dan 4 jaar. De vermindering bedraagt 6 maanden per kalenderjaar voor een diploma met een studieduur van 4 jaar of meer 29

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE 30

Voorbeeld 1: ingangsdatum 2018 Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE Een ambtenaar heeft recht op een diplomabonificatie en zijn studieduur bedraagt 5 jaar. Hoeveel bedraagt de vermindering? Indien hij op 01/06/2018 op pensioen wil gaan, moet hij er rekening mee houden dat de 60 maanden studieduur voor zijn diploma met 18 maanden verminderd zullen worden. Hij kan dus maar aanspraak maken op 42 maanden studieduur voor het bepalen van de vroegst mogelijke pensioendatum. 31

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? AFBOUW DIPLOMABONIFICATIE Voorbeeld 2: ingangsdatum 2017 Situatie: - Een ambtenaar is geboren op 2/11/1956. - Hij heeft een loopbaan van 450 maanden werkelijke diensten op 30/11/2017. - Hij wenst op 01/12/2017 op vervroegd pensioen te gaan omwille van lange loopbaan (61 jaar en 42 jaar (504 maanden) loopbaan) - Zijn studieduur bedraagt 5 jaar (60 maanden) Hoeveel bedraagt de vermindering? Voor de periode van 01/01/2017 tot 31/12/2017 diplomabonificatie van 60 maanden - 12 maanden = 48 maanden. De totale duur van zijn loopbaan bedraagt 450 maanden (loopbaan) + 48 maanden (diplomabonificatie) = 498 maanden Hij voldoet op 01/12/2017 niet aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen! Nieuwe ingangsdatum in 2018 diploma moet met 18 maanden verminderd worden in plaats van met 12 maanden 32

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Overgangsmaatregelen hervorming Michel De nieuwe maatregelen zijn niet van toepassing op de personen die zich op eigen aanvraag in een volledige of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan het rustpensioen bevinden op 01-01-2015 een door de werkgever vóór 01-01-2015 goedgekeurde aanvraag hebben ingediend om vóór 02-09-2015 in een dergelijke toestand te worden geplaatst indien zij de aanvraag daartoe hadden ingediend, ten laatste op 01-01-2015 in een dergelijke toestand zouden kunnen geplaatst zijn. De lijst van de bedoelde verloven en afwezigheden zal vastgesteld worden bij KB. Deze voorzien bij KB van 20-09-2012 blijven hoe dan ook behouden. Voor deze personen blijven de voorwaarden voorzien in de hervorming Di Rupo gelden. Geen vermindering van de diplomabonificatie vanaf 2016 en geen verhoging van de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden vanaf 2017. art. 8 wet van 28-04-2015 art. 4 wet van 10-08-2015 33

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Overgangsmaatregelen hervorming Michel Voor de personen geboren vóór 1962 is het aantal bijkomende jaren dat moet verstrekt worden t.g.v. de afbouw van de diplomabonificatie en/of de verlenging van de vereiste minimum loopbaanduur beperkt tot : Max 1 jaar indien deze persoon minimum 59 jaar is in 2016 (ten laatste geboren in 1957) Max 2 jaar indien deze persoon minimum 57 jaar is in 2016 (geboren in 1958 of 1959) Max 3 jaar indien deze persoon minimum 55 jaar is in 2016 (geboren in 1960 of 1961). Dit is een maximum van de bijkomende jaren t.o.v. de voorwaarden voorzien in de hervorming Di Rupo (wetgeving van kracht op 31-12-2015). art. 8 wet van 28-04-2015 art. 4 wet van 10-08-2015 34

Het recht op een rustpensioen - Uitzondering Maximale duur bovenop de voorwaarden van 31 december 2015 35

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? A. Overheidssector (2): perioden van afwezigheid Bezoldigde periodes van afwezigheid gelijkgesteld met dienstactiviteit Periodes van disponibiliteit gedurende dewelke er een wachtgeld werd betaald. Niet bezoldigde periodes van afwezigheid, gelijkgesteld met dienstactiviteit (vb. verlof verminderde prestaties wegens sociale en familiale redenen) Periode van gedeeltelijke loopbaanonderbreking of verminderde prestaties Periodes van volledige loopbaanonderbreking die hetzij gratis aanneembaar zijn, hetzij door validering. Niet-gevalideerde volledige loopbaanonderbreking voor 2011 Perioden van afwezigheid binnen het kader van de halftijdse vervroegde uitdiensttreding en de vrijwillige vierdagen week Perioden van verlof of disponibiliteit voorafgaand aan de pensionering (met behoud van bezoldiging of wachtgeld) 36

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? A. Overheidssector (3): onvolledige jaren Als er 4 maanden VTE gewerkt is in dat jaar: - aan 1/60 steeds afronden op 12 maanden - aan 1/50 of 1/55, als door verhoging met de coëfficiënt het resultaat boven 12 maand uitkomt, wordt dit behouden Als er minder dan 4 maanden VTE gewerkt is in dat jaar: aan 1/60, de exacte duur zal meetellen aan 1/50, 1/55, de verhoogde duur wordt meegerekend NOOIT AFRONDING NAAR 12 MAAND Als overheids- en privédiensten samenkomen in één jaar: voor de privé 104 dagen VTE, voor de overheid 4 maand VTE STEEDS AFRONDEN OP 12 MAAND! 37

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? B. Werknemerspensioenen RVP Voorwaarde: de tewerkstelling gedurende elk kalenderjaar gewoonlijk en hoofdzakelijk zijn EN er moeten minstens 104 dagen VTE tewerkstelling zijn. De voornaamste perioden van gelijkstelling: Werkloosheid & beroepsopleiding TWW bij openbare instellingen, provincies en gemeenten Arbeidsongeschiktheid & moederschapsbescherming Loopbaanonderbreking en tijdskrediet Perioden van arbeidsbeperking wegens herverdeling arbeid Perioden van deeltijds werken met behoud van rechten,.. 38

C. Pensioenregeling voor zelfstandigen en vrije beroepen: De jaren dat men een activiteit uitoefende of pensioenrechten zijn gevormd als zelfstandige of helper (vanaf 1957 moet men bijdragen bewijzen aan een pensioenkas). Sommige periodes van loopbaanonderbreking om een kind op te voeden jonger dan 6 jaar. Gelijkgestelde periodes: Militaire dienst, ziekte, invaliditeit Periodes gedekt door vrijwillige bijdrage voortgezette verzekering Periodes van voorlopige hechtenis Periodes van effectieve hulp als echtgeno(o)t(e) van een zelfstandige Vrijwillige onderbreking om hulpverlening voor ernstige ziekte kind /partner Noteer: 1 kwartaal zelfstandige = 78 VTE dagen Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? 39

Het recht op een rustpensioen - Vervroegd pensioen Welke jaren tellen voor het recht op vervroegd pensioen? D. Buitenlandse pensioenrechten die mee kunnen tellen voor een vervroegd pensioen in België: Betreft de tewerkstelling in een land dat zich verbonden heeft om de verordeningen toe te passen en waarvoor pensioenrechten kunnen geopend worden (praktijk zie verzekeringsvakken op formulier E205, omgezet in voltijdse dagen in de werknemersregeling). België is onderworpen aan de Europese verordeningen. Landen die een verdrag sloten: Algerije, Australië, Canada, Chili, Filipijnen, Israël, Japan, Joegoslavië (van toepassing op onderdanen van Bosnië Herzegovina, Servië, Montenegro, Macedonië), Congo (enkel zeelieden van de koopvaardij), Kroatië, Marokko, San Marino, Tunesië, Turkije en de Verenigde Staten voor de werknemers. Canada, Chili, de Filipijnen, Turkije en de Verenigde Staten zijn ook van toepassing op de zelfstandigen. 40

Het recht op een rustpensioen - Gemengde loopbaan Wat in geval van een gemengde loopbaan? Om na te gaan of het vereiste aantal loopbaanjaren wordt bereikt, zal er ook rekening gehouden worden met de jaren die een recht kunnen openen in de overige pensioenstelsels. Indien iemand als ambtenaar geen volledig kalenderjaar heeft, zullen ook perioden als werknemer of zelfstandige in aanmerking genomen worden om aan de loopbaanvoorwaarden te voldoen: - dit is altijd ter aanvulling van de diensten in de overheidssector zonder dat de som de 12 maanden kan overschrijden; - volgens de regels van het stelsel van de werknemers of de zelfstandigen; - met inbegrip van gelijkgestelde periodes. 41

Het recht op een rustpensioen - Gemengde loopbaan In geval van gemengde loopbaan (ambtenaar werknemer zelfstandige) komen de dienstjaren die recht geven op een pensioen in het werknemers- en/of zelfstandigenstelsel eveneens in aanmerking. zelfstandige Aanvang loopbaan pensioen werknemer overheid Indien een professionele prestatie of gelijkgestelde periode gepresteerd werd in één stelsel, dan zijn enkel de regels van dit stelsel van toepassing. 42

PENSIOENEN DIE INGAAN VANAF 01/01/2013 De pensioenaanvraag Het personeelslid vraagt zijn pensioen rechtstreeks aan de PDOS met een nieuw, vereenvoudigd formulier per gewone post (formulier: zie www.pdos.fgov.be) Sinds februari 2014 is een elektronische aanvraag mogelijk via www.pensioenaanvraag.be, sinds april 2015 ook via www.mypension.be LET OP! Geen aanvragen per e-mail mogelijk 43

De pensioenaanvraag 44

De pensioenaanvraag De PDOS brengt werkgever op de hoogte van de aanvraag; onderzoekt of en wanneer aan de voorwaarden voor vervroegd pensioen voldaan wordt: de PDOS vraagt gegevens bij de andere pensioeninstellingen op de PDOS consulteert het elektronisch Capelo dossier bestaande uit de DfmA of DmfAppl vanaf 01/01/2011 en het digitaal historisch attest tot 31/12/2010; deelt het resultaat mee aan betrokkene en de werkgever, die dan zijn ontslagbesluit kan treffen; Opgelet: bij een gemengde loopbaan kan de pensioendatum verschillen naargelang het pensioenregime 45

De pensioenaanvraag De ingangsdatum van het pensioen (algemeen principe) Ten vroegste: één jaar vóór de ingangsdatum van het pensioen. Ten laatste: één jaar nà de ingangsdatum van het pensioen. Na deze termijn gaat het pensioen pas in vanaf de eerste dag van de maand volgend op de aanvraag. Pensioenaanvraag 1 jaar voor P-datum Pensioendatum 1 jaar na P-datum meer dan 1 jaar later Het pensioen gaat in op de gewenste datum Het pensioen gaat in de 1 e dag van de maand volgend op de aanvraag 46

Brochure op www.pdos.be 47

PENSIOENBEREKENING 48

Pensioenberekening Basisformule: Wet 21/07/1844 art 8 RP = RW x D x T RP: niet-geïndexeerd jaarbedrag RW: referentiewedde D: aantal aanneembare diensten en periodes T(antième): loopbaanbreuk: normaal 1/60 + eventueel pensioencomplement wegens leeftijd en/of pensioenbonus (zie details) + eventueel minimumsupplement - eventueel beperkingen: relatief maximum en absoluut maximum 49

Pensioenberekening - De referentiewedde RP = RW x D x T ALGEMENE REGEL Wet 21/07/1844, art 8 2 Wet 09/07/69 art 11, vervangen door wet 25/04/07 Wet van 28/12/2011 art 105 106 Vanaf 1 januari 2012 worden de pensioenen in de overheidssector berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar (eventueel aangevuld met weddensupplementen). Overgangsmaatregel : Personen die op 1 januari 2012 de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt (= geboren vóór 1962), behouden de oude regeling. 50

Pensioenberekening - De referentiewedde Bijzonderheden over de gemiddelde wedde: Altijd de voltijdse wedde Niet voor hogere functies Eventueel invloed van een nieuwe benoeming tijdens de laatste 5 of 10 jaar Eventueel invloed van weddesupplementen Steeds aan index 138,01 (niet geïndexeerd) 51

Pensioenberekening - De referentiewedde Voorbeeld van de berekening van een gemiddelde wedde Opgave: Pensioen gevraagd voor 1/5/2015, geboortedatum 4/4/1953 Opeenvolgende wedden van de toe te passen bezoldigingsregeling: 1/3/2010 22.600 EUR 1/3/2012 23.500 EUR 1/3/2014 24.100 EUR Aangezien deze persoon op 1.1.2012 al 50 was, zal de berekening gebeuren op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar. 52

Pensioenberekening - De referentiewedde Van tot Aantal maanden Barema Totaal 1/5/2010 28/2/2012 22 22 600,00 EUR 497 200,00 EUR 1/3/2012 28/2/2014 24 23 500,00 EUR 564 000,00 EUR 1/3/2014 30/4/2015 14 24 100,00 EUR 337 400,00 EUR Totaal : 60 1 398 600,00 EUR Gemiddelde wedde = 1 398 600,00 EUR / 60 = 23 310,00 EUR 53

Pensioenberekening - De referentiewedde Uitzondering 1 Personen gepensioneerd wegens lichamelijke ongeschiktheid die recht hebben op een supplement gewaarborgd minimum - De berekening van dit GM zal steeds gebeuren op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, met een boven- en onderplafond (zie verder). Uitzondering 2 In de berekeningen vóór de pensioenhervorming werden sommige pensioenen berekend op de laatste wedde Deze en alle andere pensioenen die op een basis van minder dan 5 jaar werden berekend, zullen vanaf 1 januari 2012 berekend worden op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 4 jaar. Bijvoorbeeld: pensioenen NMBS, bepaalde gemeentepensioenen, Uitzondering 3 Indien het bedrag van het pensioen berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 10 jaar (of volledige duur indien minder dan 10 jaar) lager is dan het GM voor alleenstaanden ( 1.286,85 mnd.), wordt het pensioen herberekend op basis van de laatste 5 jaar, zonder dat het nieuw bekomen pensioenbedrag hoger mag zijn dan het GM. 54

Pensioenberekening -Diensten RP = RW x D x T Alle werkelijk gepresteerde diensten (ongeacht de leeftijd): als vastbenoemde of als GESCO, contractueel, tijdelijk, interimair, gevolgd door een vaste benoeming of gelijkgesteld (stagiair) en bezoldigd door de Staatskas (niet: tewerkgestelde werkloze, derde arbeidscircuit, bijzonder tijdelijk kader) in een functie bij de federale staat, gewesten en gemeenschappen, het onderwijs, als militair, bij de geïntegreerde politie, als magistraat, bedienaar van de erediensten,. Wet 21/07/1844 art 6 55

Pensioenberekening -Diensten RP = RW x D x T Alle werkelijk gepresteerde diensten bij de machten en instellingen opgenomen in de wet van 14 april 1965: provincies, gemeenten, intercommunales, instellingen van openbaar nut vermeld in de wet van 28.04.1958 Andere organismen toegevoegd bij KB, zoals de NMBS, de VRT, Militaire dienstplicht, diensten als gewetensbezwaarde, burgerdienst (zelfs voor de indiensttreding); Perioden van terbeschikkingstelling met een wachtwedde; Sommige perioden van afwezigheid, gelijkgesteld met dienstactiviteit. 56

RP = RW x D x T Pensioenberekening -Diensten DIPLOMABONIFICATIE Wet 09/07/1969, art 33 (andere) 57

Pensioenberekening -Diensten DIPLOMABONIFICATIE Voor wie? Houder van een postsecundair diploma dat aanneembaar is voor het rustpensioen. Wanneer? Als dat diploma een voorwaarde was bij aanwerving of bij bevordering, en als het ambt werd uitgeoefend gedurende een periode minstens gelijk aan de bonificatieduur. Wat? Opgepast! De studietijd (zonder bisjaren) die nodig was om dit diploma te verwerven Indien de loopbaan geen 20 jaar bedraagt zal de diplomabonificatie evenredig verminderd worden. vb. 16 jaar dienst, studieduur 48 mnd. Aanneembare diplomabonificatie = 16/20 x 48 = 38,4 mnd. De diplomabonificatie kan beïnvloed worden door de loopbaanverhouding zoals vastgesteld in KB 206 en KB 442 Wegens de complexiteit van de materie is er steeds een individueel onderzoek vereist. 58

RP = RW x D x T Vorige regeringen hebben in het verleden reeds maatregelen genomen die de berekening van het pensioen reguleren: Pensioenberekening -Diensten Koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht Koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986 betreffende de weerslag van sommige administratieve toestanden op de pensioenen van de personeelsleden van de overheidsdiensten: 59

KB 206, OVER DEELTIJDSE PRESTATIES Pensioenberekening -Diensten Maakt een verhouding van de prestaties over de volledige loopbaan, uitgedrukt tot 4 cijfers na de komma. Met deze factor wordt rekening gehouden bij: Diplomabonificatie Relatief maximum Minimumpensioen (behalve uitzonderingen) 60

RP = RW x D x T KB 442 bepaalt dat perioden van loopbaanonderbreking en andere niet-vergoede perioden van afwezigheid Pensioenberekening -Diensten tot een bepaald percentage van de werkelijk gepresteerde diensten in aanmerking kunnen worden genomen bij de berekening van het overheidspensioen. Dit percentage schommelt tussen de 20 en 25 % afhankelijk van de geboortedatum. 61

Pensioenberekening -Diensten Aanneembare loopbaanonderbreking voor 1 januari 2012 Periodes van loopbaanonderbreking voor 1 januari 2012 blijven aanneembaar volgens de regels die van toepassing waren op 31 december 2011: Eerste 12 maanden gratis 24 bijkomende maanden gratis indien de betrokkene of de partner kinderbijslag ontvangt voor een kind van jonger dan 6 jaar De overige periodes zijn aanneembaar indien ze gevalideerd worden Aanneembaarheid van loopbaanonderbreking is beperkt tot 60 maanden, gratis of gevalideerd, 62

Aanneembare loopbaanonderbreking na 1 januari 2012 Pensioenberekening -Diensten Algemene regel (geldig over de volledige loopbaan) Ofwel GRATIS 12 maanden voltijdse en/of deeltijdse loopbaanonderbreking (1/2, 1/3, 1/4, 1/5) + GRATIS 24 maanden voor kind 6 jaar (met aftrek van deel voor 2012) Ofwel GRATIS 60 maanden Voor deeltijdse loopbaanonderbreking aan 1/5 (en vierdagenweek) EN GRATIS thematische loopbaanonderbrekingen vanaf 2012 Geen validering meer mogelijk! 63

Pensioenberekening -Diensten AANNEEMBAARHEID VAN BIJKOMENDE PERIODES VOOR PERSONEN OUDER DAN 50 JAAR Voor periodes met slechts één type deeltijdse loopbaanonderbreking: Loopbaanonderbreking 1/2: maximum 84 maanden aanneembaar Loopbaanonderbreking 1/3: maximum 96 maanden aanneembaar Loopbaanonderbreking 1/4: maximum 108 maanden aanneembaar Waarvan 12 maanden GRATIS aanneembaar + 24 maanden indien kind -6 jaar + de overige maanden aanneembaar mits validering Loopbaanonderbreking 1/5: maximum 180 maanden, GRATIS aanneembaar Indien meerdere types deeltijdse loopbaanonderbreking genomen na 50 jaar: Via proportionele berekening is er een beperking tot 180 aanneembare maanden Zelfde regels voor validering: 1/2,1/3,1/4 12 maanden gratis 1/5 volledig gratis 64

Pensioenberekening -Diensten BEHALVE Alle LO tijdens de loopbaan (genomen vóór en na 1.1.2012) TE BEPERKEN TOT 60 MAANDEN de thematische LO vanaf 1.1.2012 de LO vanaf 1.1.2012, vanaf de leeftijd van 50 jaar de vierdagenweek het halftijds werken vanaf 50 / 55 jaar na 1.1.2012 65

Voor 1 januari 2012 Na 1 januari 2012 Max. 60 maand Gratis: eerste 12 maand LO + 24 maand als kind -6 jaar Mogelijkheid tot validering (= 7,5% storten) voor voltijdse of deeltijdse LO NIEUWE HOOFDREGEL (KB 442 art. 2 2) Aanneembaarheid van LO over de volledige loopbaan Gratis: 12 maand voltijdse of deeltijdse LO (1/2, 1/3, 1/4, 1/5 LO) + 24 maand met kind -6 jaar ten laste (te verminderen met opgebruikt in oude regeling) OF 60 maand gratis indien uitsluitend 1/5 LO Geen mogelijkheid tot validering Gratis aanneembaarheid thematische LO over volledige loopbaan Maximum 60 maand tijdens de loopbaan, uitgezonderd de thematische LO na 1 januari 2012 BIJKOMENDE REGEL voor LO vanaf 50 jaar (KB 442 art. 2 3) LO 1/2 : max 84 maand LO 1/3 : max 96 maand LO 1/4 : max 108 maand LO 1/5 : max 180 maand 12 maand gratis + mogelijkheid tot validering (stortingen van 7,5%) + 24 maand gratis met kind -6 jaar ten laste (te verminderen met opgebruikt in oude regeling) gratis Geen mogelijkheid tot validering voor voltijdse LO Bijzondere rekenregels bij gemengde situaties (proportioneel) Maximum 20% - 25% van de werkelijke prestaties Thematische LO wordt niet meegerekend

Brochure op www.pdos.be 67

Pensioenberekening - Het tantième RP = RW x D x T = Het gedeelte van de basiswedde dat toegekend wordt per jaar aanneembare dienst. Wet 21/07/1844, art 8 1 en 3. 1/60 algemene regel 1/55 voor het personeel van het niet-universitair onderwijs, het niet rijdend personeel van de NMBS, 1/50 leden van de brandweer die rechtstreeks deelnemen aan de brandbestrijding, leden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie, militairen van het actief kader 1/48 voor het rijdend personeel van de NMBS, magistraten, Een aantal andere loopbaanbreuken werden met ingang van het jaar 2012 gewijzigd en teruggebracht tot 1/48 (alle loopbaanbreuken die een noemer hebben lager dan 48) De oude tantièmes blijven behouden voor personen die 55 jaar zijn op 1 januari 2012 68

Pensioenberekening - Het tantième Categorie overheidspersoneel voor 1.1.2012 als 55 jaar op 1.1.2012 als geen 55 jaar op 1.1.2012 Magistratuur, Raad van State, Grondwettelijk Hof, Rekenhof 1/30 & 1/35 1/30 & 1/35 1/48 Ombudsmannen 1/30 & 1/35 1/30 & 1/35 1/48 Bedienaars katholieke erediensten 1/20, 1/30, 1/60 1/20, 1/30, 1/60 1/48, 1/60 Onderwijzend en zelfstandig academisch personeel van universiteiten 1/30 1/30 1/48 (Adjunct-)arrondissementscommissaris 1/25 1/25 1/48 (Vice-)provinciegouverneurs 1/12 1/12 1/48 Betrokkene is op 1 januari 2012 geen 55 jaar oud: vanaf het dienstjaar 2012 geldt de loopbaanbreuk 1/48. Betrokkene is op 1 januari 2012 wel 55 jaar oud: ook de dienstjaren na 1 januari 2012 mogen aan de oude loopbaanbreuk berekend worden. 69

Pensioenberekening - Het relatief maximum Relatief maximum = 3/4 RW dus moet de formule RP = RW x D x T beperkt worden tot RPmax = 3/4 RW (*) Wet 05/08/1978 art 39 (*) Dit relatief maximum kan beïnvloed worden door het resultaat van de toepassing van KB 206 Voorbeeld : Referentiewedde = 20.000 EUR relatief maximum = 20.000,00 EUR x 0,75 = 15.000,00 EUR - Rustpensioen 1 = 16.000,00 EUR beperken tot 15.000,00 EUR - Rustpensioen 2 = 10.000,00 EUR niet beperken 70

Pensioenberekening - Het absoluut maximum Wet 05/08/1978, art 39 Het absoluut maximum bedraagt 46.882,74 per jaar niet geïndexeerd en komt overeen met een bruto maandbedrag van 6.283,85 (op 1 januari 2015). De cumulatie van meerdere rust- of overlevingspensioenen van de overheidssector en de privésector mag dit absoluut maximum niet overschrijden. 71

PENSIOENBONUS Wet 28/6/2013

Pensioenberekening - Pensioenbonus De pensioenbonus is een financiële aanmoediging die uitsluitend bestemd is voor zij die kiezen om te blijven werken op een leeftijd dat het niet langer verplicht is. - Vervangt het leeftijdscomplement vanaf 1 januari 2014 - Wordt afgeschaft met ingang van 1 januari 2015 Recht op pensioenbonus blijft voor personen die voor 1 december 2014: - Ofwel aan de voorwaarden voldoen om aanspraak te maken op het vervroegd rustpensioen vóór 65 jaar - Ofwel de leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en een loopbaan van minstens 40 aanneembare dienstjaren kunnen aantonen De bonus wordt NIET toegekend als het pensioen berekend wordt op basis van een loopbaanbreuk die voordeliger is dan 1/48. Het is wel mogelijk om diensten en periodes met een voordeliger loopbaanbreuk dan 1/48 te laten vallen om zo van de pensioenbonus te kunnen genieten. 73

ALGEMENE REGEL Pensioenberekening - Pensioenbonus Een ambtenaar kan geen pensioenbonus ontvangen zolang hij niet 1 jaar aan de voorwaarden voor een vervroegd pensioen voldoet. De referteperiode beslaat de periode vanaf 1 jaar na de vroegste pensioendatum tot de dag voorafgaand aan de ingangsdatum van het rustpensioen 1 jaar Referteperiode Recht op vervroegd pensioen Ingangsdatum pensioen De opbouw van de pensioenbonus kan dus nooit voor de leeftijd van 61 jaar beginnen. Ook niet voor diegenen die nog genieten van een preferentiële pensioenleeftijd voor 60 jaar. 74

Brochure op www.pdos.be 75

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum Als het rustpensioen berekend volgens de algemene regel kleiner is dan het gewaarborgd minimumpensioen, kan aan het rustpensioen een supplement worden toegevoegd. Recht op supplement: Bij onmiddellijk pensioen (personen van 60 jaar of ouder met minstens 20 aanneembare dienstjaren) Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid Niet voor bijambt! (loopbaanbreuk < 0,5) Het bedrag van het gewaarborgd minimumpensioen varieert naargelang De burgerlijke staat van de gepensioneerde (alleenstaand of gehuwd) De reden van pensionering (leeftijd of lichamelijke ongeschiktheid) In geval van deeltijdse prestaties wordt het bedrag van het gewaarborgd minimumpensioen beïnvloed door KB 206 (behalve uitzonderingen) 76

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum Wet 26/06/92 art 120 Pensioen wegens leeftijd of ancienniteit (> 20 jaar dienst) Jaarbedrag 100% (vanaf 1 april 2009) Bruto maandbedrag (op 1 januari 2015) Alleenst. 9 601,00 1 286,85 Gehuwd 12 001,00 1 608,53 Wet 26/06/92 art 121 Pensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid Min/jaar Jaarbedrag 100% (vanaf 1 april 2009) Bruto maandbedrag (vanaf januari 2013) Alleenst. 50% van de referentiewedde tussen 9.601,00 en 13.499,00 tussen 1.286,85 en 1.809,32 Gehuwd 62,5% van de referentiewedde tussen 12.001,00 en 16.873,75 tussen 1.608,53 en 2.261,65. De referentiewedde is gelijk aan de gemiddelde wedde van de laatste 5 jaar, ongeacht de leeftijd van de gepensioneerde. Bedragen geldig voor voltijdse loopbaan, bij een deeltijdse loopbaan worden deze bedragen beïnvloed door de loopbaanverhouding (invloed KB 206 en 442). 77

Pensioenberekening - Gewaarborgd minimum Schorsing: De betaling van het supplement wordt geschorst voor de kalenderjaren tijdens dewelke een winstgevende activiteit wordt uitgeoefend die 607,59 per jaar (100%) overschrijdt. Voor 2015 is dit 977,25 bruto per jaar Vermindering: Andere pensioenen of renten van de rechthebbende worden geheel of gedeeltelijke afgetrokken van het supplement. De inkomsten van de echtgenoot worden gedeeltelijk afgetrokken van het supplement zonder dat het pensioenbedrag kleiner wordt dan 723,73/mnd. (bedrag geldig op januari 2015). Wet 26/06/92 art 125 78

PENSIOENBETALING

PENSIOENBETALING CUMULATIE Wet 28/06/2013

MELDINGSPLICHT BEROEPSACTIVITEIT Pensioenbetaling - Cumulatie Programmawet 28/6/2013, art. 93 Een persoon die een pensioen cumuleert met een beroepsactiviteit moet geen cumulatieverklaring indienen, behalve bij: 1. De eerste uitbetaling van het pensioen; 2. De uitoefening van een beroepsactiviteit die niet kan worden verstaan onder een beroepsactiviteit als werknemer of zelfstandige; 3. Het genot van een vervangingsinkomen; 4. De uitoefening van een beroepsinkomen in het buitenland of het genot van een vervangingsinkomen in het buitenland. Bij punten 2 en 4 moet de verklaring gebeuren vóór de aanvang of het genot ervan. Wordt eveneens als voorafgaand geacht: - Binnen de 30 dagen die volgen op de aanvang of het genot ervan, of - Op de datum van de betekening van de beslissing van de toekenning van het pensioen. 81

Pensioenbetaling - Cumulatie GELDIGHEID VAN VERKLARINGEN - Een verklaring tot uitoefening, stopzetting of herneming van een beroepsactiviteit of van het genot van een vervangingsinkomen ingediend bij de RVP en het RSVZ zijn geldig t.o.v. de pensioeninstellingen van de overheidssector. - De verklaringen ingediend bij een pensioeninstelling van de overheidssector zijn geldig t.o.v. een andere pensioeninstelling van de overheid. Het niet naleven van de bepalingen in art 93 wordt gelijkgesteld met arglist en bedrog en schorst de verjaringstermijnen. Programmawet 28/6/2013, art. 93 82

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit PRINCIPE Als de beroepsinkomsten de toegelaten jaargrenzen niet overschrijden heeft dit inkomen geen invloed op de uitbetaling van het pensioen De toegelaten grenzen zijn afhankelijk van: - de aard van de activiteit - de aard van het pensioen (rust- of overlevingspensioen) - de leeftijd van de gepensioneerde - het al dan niet hebben van kinderlast 83

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit AARD VAN DE ACTIVITEIT - Werknemer of ambtenaar - Zelfstandige - Andere activiteit, mandaat, ambt of post Specifieke regels voor: - Wetenschappelijke of artistieke activiteit - Vrijwilligerswerk - Politieke mandaten - Administratieve mandaten 84

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit JAARGRENZEN 2015-65 +65 RP of RP+OP OP RP of RP+OP OP Werknemer Andere Zelfstandige Zonder kinderlast 7 793,00 EUR 18 144,00 EUR 22 509,00 EUR Met kinderlast 11 689,00 EUR Onbeperkt 22 680,00 EUR 27 379,00 EUR met Onbeperkt Zonder loopbaan 6 234,00 EUR kinderlast van 45 jaar 14 515,00 EUR 18 007,00 EUR Met kinderlast 9351,00EUR 18 144,00 EUR 21 903,00 EUR Bedragen worden vanaf 1 januari 2014 jaarlijks aangepast Uitzondering: overgangsuitkering (onbeperkte cumulatie) 85

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit JAARGRENZEN 2016-65 +65 RP of RP+OP OP RP of RP+OP OP Werknemer Andere Zelfstandige Zonder kinderlast 7 797,00 EUR 18 154,00 EUR 22 521,00 EUR Met kinderlast 11 696,00 EUR Onbeperkt 22 693,00 EUR 27 394,00 EUR met Onbeperkt Zonder loopbaan 6 238,00 EUR kinderlast van 45 jaar 14 523,00 EUR 18 017,00 EUR Met kinderlast 9357,00EUR 18 154,00 EUR 21 916,00 EUR Bedragen worden vanaf 1 januari 2014 jaarlijks aangepast Uitzondering: overgangsuitkering (onbeperkte cumulatie) 86

INGANGSJAAR RUSTPENSIOEN Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit Voor het jaar waarin het rustpensioen ingaat wordt het grensbedrag gefractioneerd Ingangsdatum pensioen 1 april 2015 31 december 2015 Grens x 9/12 Voorbeeld: Pensioen gaat in 1 april 2015 - Gepensioneerde is jonger dan 65 jaar, met activiteit als werknemer (geen kinderen ten laste) - Grensbedrag voor de periode van 1 april 2015 tot 31 december 2015: 7 793,00 EUR x 9/12 = 5 844,75 EUR 87

Pensioenbetaling - Cumulatie met beroepsactiviteit SANCTIES Bij overschrijding van het grensbedrag met een bepaald percentage wordt het pensioenbedrag verminderd met het overschrijdingspercentage - Sancties gebeuren altijd per kalenderjaar - Al ontvangen pensioenbedragen worden teruggevorderd Voorbeeld: Een gepensioneerde cumuleert een activiteit als werknemer met zijn rustpensioen en is jonger dan 65 jaar. - Hij overschrijdt de toegelaten grens met 10% - Rustpensioen: 19.787,20 EUR jaarlijks aan 100% Vermindering van het rustpensioen: 19 787,20 EUR 10% = 17 808,48 EUR aan 100% voor dat kalenderjaar 88

Pensioenbetaling - Cumulatie met vervangingsinkomen CUMULATIE MET VERVANGINGSINKOMEN Art. 91 Wet 28/6/2013 Cumulatie van een rustpensioen met een vervangingsinkomen Schorsing van het rustpensioen per kalendermaand UITZONDERING: Cumulatie van een rustpensioen wegens lichamelijke ongeschiktheid met een invaliditeitsuitkering of een werkloosheidsuitkering is volledig toegelaten 89

PENSIOENMOTOR en mypension.be

PENSIOENMOTOR Pensioenmotor & mypension.be Gemeenschappelijk project van de 3 pensioeninstellingen 1ste pijler: RVP, PDOS en RSVZ Dit project bestaat uit: - Een gemeenschappelijke gegevensdatabank - Een berekeningsmotor per instelling (interpretatie van de gegevens eigen aan het betrokken pensioenstelsel) - Een centrale orchestrator (op het niveau van de RVP) om de uitwisseling van bruto gegevens en geconsolideerde gegevens tussen de 3 instellingen te beheren - Een gemeenschappelijke interface (ondergebracht bij de RVP) voor de burger en de professional: mypension.be 91

Pensioenmotor & mypension.be Elke pensioeninstelling - Voedt de geïntegreerde databank met loopbaangegevens - Interpreteert zijn eigen loopbaangegevens volgens de geldende wetgeving - Berekent een pensioenbedrag 92

Pensioenmotor & mypension.be mypension.be is de interface die deze gegevens ontsluit naar de burger 93

Pensioenmotor & mypension.be 94

Pensioenmotor & mypension.be mypension.be: uw online pensioendossier Iedereen (werknemer, ambtenaar en zelfstandige) kan op termijn: zijn loopbaangegevens raadplegen; zijn mogelijke pensioendata opvragen het pensioenbedrag ramen op basis van zijn loopbaangegevens; de invloed van loopbaanonderbreking op het pensioen simuleren; zijn pensioen online aanvragen; het verloop van zijn pensioenaanvraag volgen; zijn contactgegevens aanpassen; Een elektronische versie van de briefwisseling raadplegen; De betaling van zijn pensioen(en) opvolgen 95

Pensioenmotor & mypension.be 96

Pensioenmotor & mypension.be 97

Pensioenmotor & mypension.be 98

Pensioenmotor & mypension.be 99

Dit project bestaat uit 4 fasen: Fases Datum Mogelijkheden beschikbaar voor de burger mypension.be Fase 0 2015 Toegang tot loopbaangegevens Berekening van de vroegste datum van rustpensioen volgens de hervorming Di Rupo Fase 1 2016 Berekening van de vroegste datum van rustpensioen volgens de hervorming Michel Fase 2 2017 Raming van het pensioenbedrag P-datum (= de dichtste pensioendatum) Gemeenschappelijke pensioendatum voor de drie instellingen Wettelijke pensioendatum (momenteel op 65 jaar) Onmiddellijke ingangsdatum (lotto-scenario) Fase 2bis Na 2017 Simulatie van de impact van loopbaanonderbreking op het pensioenbedrag 100

CONTACT Contact Center Gratis Pensioenlijn: Vanuit buitenland (betalend): +32 78 15 1765 Elke werkdag van 9u tot 12u en van 13u tot 17u Adressen en openingsuren op www.pdos.be Via mail: cc@pdos.fgov.be ccpay@pdos.fgov.be 101

2016: FUSIE RVP-PDOS ÉÉN FUSIE, DRIE AMBITIEUZE DOELSTELLINGEN De fusie van de twee instellingen streeft drie ambitieuze doelstellingen na: Voor de burger, een makkelijke toegang tot de dienstverlening, een grotere efficiëntie bij de toekenning van de pensioenrechten en pensioenberekening, één enkel contactpunt dicht bij de burger; één aanvraagformulier voor eerste inlichtingen en één beslissing; één betaling. Voor de instellingen, delen van ervaring voor een nog betere expertise en versterking van competenties. Voor de maatschappij, talrijke voordelen waaronder efficiëntiewinst door schaalvoordelen en een betere besteding van de publieke middelen. 102

103