HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en"

Transcriptie

1 V3-08/04/2013 HERVORMING Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten. 2 Een tweede maatregel bepaalt dat vanaf 1 januari 2012 in de pensioenberekening geen voordeliger loopbaanbreuk meer kan toegekend worden dan 1/48 voor diensten vanaf 1 januari Een derde maatregel hertekent de gelijkstellingen inzake loopbaanonderbreking, vierdagenweek en halftijds werken vanaf 1 januari Een vierde maatregel vervangt de gemiddelde wedde van de laatste vijf dienstjaren in de pensioenberekening door de gemiddelde wedde van de laatste tien dienstjaren.! De maatregelen die in deze brochure worden toegelicht, gelden enkel voor de vastbenoemde personeelsleden in de overheidssector. Contractuelen vallen onder de wijzigingen die voor de werknemerspensioenen zijn uitgewerkt. Voor meer informatie kunnen zij terecht bij de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP).

2 Deze brochure werd opgesteld door de dienst communicatie van de PDOS. Ze mag niet worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de PDOS.

3 3 Inhoud Inleiding... 5 Enkele opmerkingen betreffende de tekst van deze brochure... 5 EEN EERSTE MAATREGEL VERHOOGT DE MINIMUM LEEFTIJDS- EN LOOPBAANVOORWAARDE OM EEN VERVROEGD RUSTPENSIOEN TE KUNNEN GENIETEN... 6 Algemene regel... 6 Algemene regel voor het bekomen van een pensioen vanaf 65 jaar... 6 Algemene regel voor het bekomen van een vervroegd pensioen... 6 Uitzondering Uitzondering Vaststelling van de nieuwe vereiste loopbaanvoorwaarden... 8 Quid in geval van een gemengde loopbaan?... 8 Quid in geval van onvolledige kalenderjaren?... 8 Niet-gevalideerde loopbaanonderbrekingen vóór 1/1/ De pensioenteller... 9 Bijzondere regel (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Overzicht van de preferentiële loopbaanbreuken Invoering van een verhogingscoëffi ciënt Op welke diensten is de verhogingscoëffi ciënt van toepassing? Schema van een loopbaan in eenzelfde loopbaanbreuk 1/ Schema van een loopbaan in eenzelfde loopbaanbreuk 1/ Omzettingstabellen van een loopbaan met verschillende loopbaanbreuken Overgangsmaatregel Algemene werkwijze: berekening loopbaanduur bij vervroegd pensioen Bijkomende overgangsmaatregelen voor personen die op de vooravond van hun pensioen staan Overgangsmaatregelen 1 en Overgangsmaatregelen 3 en EEN TWEEDE MAATREGEL BEPAALT DAT, VOOR DE DIENSTEN GEPRESTEERD NA 31 DECEMBER 2011, GEEN VOORDELIGER LOOPBAANBREUK DAN 1/48 MEER KAN WORDEN TOEGEKEND IN DE PENSIOENBEREKENING Algemene regel Gemeentemandatarissen Overgangsmaatregel in de wet EN DERDE MAATREGEL HERTEKENT DE GELIJKSTELLINGEN INZAKE LOOPBAANONDERBREKING, DE VIERDAGENWEEK EN HALFTIJDS WERKEN NA 1 JANUARI Inleiding De aanneembaarheid van perioden van loopbaanonderbreking en vierdagenweek opgenomen vanaf 1 januari 2012 Algemene regel Gratis aanneembaarheid De thematische loopbaanonderbrekingen... 23

4 4 Inhoud Bijkomende aanneembaarheid van perioden van loopbaanonderbreking, vierdagenweek en halftijds werken opgenomen vanaf de leeftijd van 50 jaar In geval van perioden met één enkel type deeltijdse loopbaanonderbreking (1/2, 1/3, 1/4) 24 In geval van periodes met één enkel type deeltijdse loopbaanonderbreking (1/5) In geval van een combinatie van verschillende vormen van deeltijdse loopbaanonderbreking en/of vierdagenweek en/of halftijds werken Aanneembaarheid van loopbaanonderbrekingen genomen vóór 1 januari Beperkingen Overgangsmaatregelen EEN VIERDE MAATREGEL VERVANGT DE GEMIDDELDE WEDDE VAN DE LAATSTE 5 DIENSTJAREN IN DE PENSIOENBEREKENING DOOR EEN GEMIDDELDE WEDDE VAN DE LAATSTE 10 DIENSTJAREN Algemene regel Uitzonderingen Enkele woorden over de PDOS 29 BIJLAGEN Bijlage 1 Concrete voorbeelden van de berekening van de loopbaanduur in geval van verschillende loopbaanbreuken Bijlage 2 Lijst van de voltijdse of deeltijdse disponibiliteiten voorafgaand aan de oppensioenstelling of de vergelijkbare situaties zoals vastgelegd in het koninklijk besluit van 20 september 2012 tot uitvoering van artikel 88, vijfde lid, van de wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen (BS ) Bijlage 3 Kalenderjaren waarvoor pensioenrechten kunnen worden geopend op een vervroegd pensioen in de regeling van de werknemers Vooraf Gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling? Perioden van gelijkstelling Bijlage 4 Kalenderjaren waarvoor pensioenrechten kunnen worden geopend op een vervroegd pensioen in de regeling van de zelfstandigen Bijlage 5 Buitenlandse pensioenrechten die kunnen meegeteld worden voor een vervroegd pensioen in België Vooraf Loopbaanperioden... 49

5 5 Inleiding Enkele opmerkingen betreffende de tekst van deze brochure De pensioenwetgeving Begrip ambtenaar Gelijkheid man vrouw Pensioenrecht en pensioenberekening Leeftijdvoorwaarden en loopbaanvoorwaarden De inlichtingen in deze brochure zijn gebaseerd op de wetgeving van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen (BS 30 december 2011) en de wet van 13 december 2012 houdende diverse wijzigingsbepalingen betreffende de pensioenen van de overheidssector (BS 21 december 2012). De maatregelen die in deze brochure worden toegelicht, gelden enkel voor de vastbenoemde personeelsleden in de overheidssector. Contractuele personeelsleden vallen onder de wijzigingen die voor de privé-pensioenen zijn uitgewerkt. Voor meer informatie kunnen zij terecht bij de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) (gratis telefoonnummer 1765). Het woord ambtenaar moet in deze brochure geïnterpreteerd worden als ieder vastbenoemd of daarmee gelijkgesteld persoon tewerkgesteld in een overheidsdienst. Uit deze defi nitie vloeit voort dat ook magistraten, leerkrachten, militairen, politieambtenaren,... door het woord ambtenaar worden gevat. In de pensioenwetgeving van de overheidssector hebben mannen en vrouwen volledig dezelfde rechten, zowel wat de pensioenleeftijd, als wat het recht op pensioen betreft. Als u in de tekst hij, zijn of echtgenoot leest, betekent dit dus niet dat de tekst enkel op mannen van toepassing is. Dit verhoogt de leesbaarheid i.p.v. telkens hij/zij, zijn/haar, echtgeno(o)t(e) e.d. te schrijven. Er is een groot verschil tussen wat aanneembaar is voor het PENSIOENRECHT en wat aanneembaar is voor de BEREKENING van uw pensioen Het pensioenrecht bepaalt of iemand al dan niet op pensioen kan gaan. Het pensioenrecht is afhankelijk van de leeftijdsvoorwaarde en van de vereiste minimum loopbaanduur in het gewenste pensioneringsjaar. Vooraleer over te gaan tot een pensioenberekening onderzoekt de PDOS of de voorwaarden van het pensioenrecht zijn vervuld. De pensioenberekening bepaalt het pensioenbedrag. De pensioenberekening is gebaseerd op drie elementen: de refertewedde, de loopbaanduur en de loopbaanbreuk. De loopbaanbreuk heet in sommige publicaties ook tantième. Enkel indien aan de voorwaarden van het pensioenrecht is voldaan, zal de PDOS een pensioenberekening maken. Ook al is de loopbaanduur zowel voor het pensioenrecht als voor de pensioenberekening bepalend voor de pensioenbeslissing, toch zal de wijze waarop de loopbaanduur in aanmerking wordt genomen tussen beide begrippen zeer sterk van elkaar verschillen. Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen leeftijds- en loopbaanvoorwaarden. Aan beide voorwaarden moet voldaan worden om met pensioen te kunnen gaan, enkele uitzonderingen niet te na gesproken.

6 6 EEN EERSTE MAATREGEL VERHOOGT Algemene regel DE MINIMUM LEEFTIJDS- EN LOOPBAANVOORWAARDE OM EEN VERVROEGD RUSTPENSIOEN TE KUNNEN GENIETEN Algemene regel Algemene regel voor het bekomen van een pensioen vanaf 65 jaar De pensioenhervorming wijzigt niets aan de bestaande voorwaarden: Jaar Pensioenleeftijd Loopbaanvoorwaarde jaar 5 jaar jaar 5 jaar jaar 5 jaar jaar 5 jaar Vanaf jaar 5 jaar Algemene regel voor het bekomen van een vervroegd pensioen Om deze vijf jaar te bepalen, kan geen rekening gehouden worden met de tijdsbonifi catie wegens het verplicht bezit van een diploma. De pensioenleeftijd van 60 jaar waarop men op vervroegd pensioen kan vertrekken, zal vanaf 2013 jaarlijks met 6 maanden verhogen om in 2016 op 62 jaar te komen. Ook de minimale loopbaanvoorwaarde zal opgetrokken worden. Terwijl deze in 2012 nog 5 dienstjaren in de overheidssector bedraagt, zal de minimale loopbaanvoorwaarde vanaf 2013 aanzienlijk verhoogd worden. Zo zal deze vanaf 2013 gebracht worden op 38 jaar, vanaf 2014 op 39 jaar en vanaf 2015 op 40 jaar. Basistabel : Jaar Normale regel Minimumleeftijd Loopbaanvoorwaarde Uitzonderingen lange loopbanen Loopbaan op 60 jaar Loopbaan op 61 jaar jaar 5 jaar jaar en 6 maand 38 jaar 40 jaar jaar 39 jaar 40 jaar jaar en 6 maand 40 jaar 41 jaar Vanaf jaar 40 jaar 42 jaar 41 jaar

7 7 Algemene regel Opgelet! De algemene regel geldt voor personen met een loopbaan in een administratieve functie waarvoor het pensioen berekend wordt aan de hand van de loopbaanbreuk van 1/60 per dienstjaar. Deze functies bestaan bij alle federale besturen (FOD s en POD s), ministeries van de gemeenschappen en de gewesten, lokale besturen (steden en gemeenten, OCMW s, intercommunales), instellingen van openbaar nut (federaal, gemeenschappen en gewesten), overheidsbedrijven, Voor personen met een loopbaan in een ambt waarvoor het pensioen berekend wordt aan de hand van een voordeliger loopbaanbreuk dan 1/60 per dienstjaar, gelden bijzondere aanvullende regels (zie pg bijzondere regels - loopbaanbreuk 1/50 en 1/55). Uitzondering 1 In afwijking van de algemene regel kunnen personen die een lange loopbaan hebben opgebouwd nog steeds vroeger op pensioen vertrekken : in 2013 : op 60 jaar bij een loopbaan van 40 jaar ; in 2014 : op 60 jaar bij een loopbaan van 40 jaar ; in 2015 : op 60 jaar bij een loopbaan van 41 jaar ; vanaf 2016 : op 60 jaar bij een loopbaan van 42 jaar of op 61 jaar bij een loopbaan van 41 jaar. Uitzondering 2 Voor een aantal beroepscategorieën blijven de huidige pensioenvoorwaarden inzake leeftijd en loopbaanduur tot het bekomen van een vervroegd pensioen bestaan : 1. Het rijdend personeel van de NMBS-groep geniet van preferentiële leeftijdsgrenzen (55 jaar) en loopbaanvoorwaarden (30 dienstjaren als rijdend personeel). 2. Bij de geïntegreerde politie bestaan er preferentiële leeftijdsgrenzen (58 jaar) en loopbaanvoorwaarden (20 dienstjaren zonder diplomabonifi catie) voor de nietofficieren van het operationeel kader. Het gaat om de hulpagenten, het basiskader en het middenkader. 2. Opgelet : Voor de personeelsleden van het administratief en logistiek kader van de geïntegreerde politie (CALog) en de offi cieren van het operationeel kader bestaan er geen preferentiële leeftijds- en loopbaanvoorwaarden. Zij vallen dan ook onder het algemeen regime. 3. Ook voor bepaalde ex-rijkswachtoffi cieren en onderoffi cieren die nu deel uitmaken van de geïntegreerde politie bestaan er preferentiële leeftijdsgrenzen (54, 56 of 58 jaar) en loopbaanvoorwaarden (20 dienstjaren zonder diplomabonifi catie). 4. Voor de militairen bestaan er preferentiële leeftijdsgrenzen (56, 59 of 61 jaar). Ze moeten niet voldoen aan loopbaanvoorwaarden. 5. De ex-militairen die deel uitmaken van het veiligheidskorps van Justitie of van het personeel van de geïntegreerde politie (CALog) of calltakers of diegenen die naar een andere overheidswerkgever werden overgeplaatst, behouden hun preferentiële leeftijds- en loopbaanvoorwaarden als ze op het moment van overplaatsing de volle 45 jaar oud zijn.

8 8 Algemene regel Vaststelling van de nieuwe vereiste loopbaanvoorwaarden Quid in geval van een gemengde loopbaan? Quid in geval van onvolledige kalenderjaren? Voor de vaststelling van de nieuwe vereiste loopbaanvoorwaarden zullen de diensten die meetellen voor de vaststelling van het recht op een pensioen van de overheidssector in aanmerking genomen worden : zonder onderscheid tussen deeltijdse en voltijdse diensten. Ook deeltijdse loopbaanonderbrekingen tellen altijd mee voor de opening van het recht op vervroegd pensioen ; zowel in volledige als in onvolledige kalenderjaren. Perioden van militaire dienstplicht/dienst als gewetensbezwaarde en de tijdsbonifi catie voor het bezit van een diploma, voor zover dat een vereiste was voor een vaste benoeming of voor een bevordering, worden eveneens meegeteld voor de vaststelling van de nieuwe vereiste loopbaanvoorwaarden. De loopbaanjaren als vrijwillige brandweerman worden gelijkgesteld met jaren als beroepsbrandweerman, voor zover deze vrijwillige brandweerman rechtstreeks deelneemt aan de brandbestrijding en op rust gesteld wordt als beroepsbrandweerman. In kalenderjaren waarin de beroepsactiviteit of de gelijkgestelde periode zich voordoet in één stelsel hetzij als werknemer, hetzij als zelfstandige, hetzij als ambtenaar gelden in principe enkel de regels van dit stelsel (zie hieronder Quid in geval van onvolledige kalenderjaren? ); Indien iemand tijdens een kalenderjaar onvoldoende dienstjaren in de overheidssector heeft, zullen ook zijn perioden van tewerkstelling als werknemer of als zelfstandige in aanmerking worden genomen om aan de loopbaanvoorwaarde te kunnen voldoen : a. dit is steeds ter aanvulling van de diensten in de overheidssector zonder dat de som 12 maanden kan overschrijden ; b. volgens de regels van het stelsel van de werknemers of de zelfstandigen ; c. met inbegrip van de gelijkgestelde perioden. Meer info hierover in bijlage 3,4 en 5. De 3 pensioeninstellingen moeten een informatiekanaal opzetten om loopbaangegevens uit te wisselen. De toepassing van principes uit de pensioenreglementering van de werknemers heeft voor onvolledige kalenderjaren in het stelsel van de overheidspensioenen de volgende impact : Als er minstens 4 maanden aan voltijdsequivalent (VTE) gewerkt is in een kalenderjaar, telt dit kalenderjaar voor 12 maanden.

9 9 Algemene regel Niet-gevalideerde loopbaanonderbrekingen vóór 1/1/2011 Als er minder dan 4 maanden aan voltijdsequivalent (VTE) gewerkt is in een kalenderjaar, telt enkel de exacte duur van de gepresteerde diensten als ambtenaar. De toepassing van de bijzondere regels voor loopbaanbreuken van 1/55 of 1/50 (zie verder p. 10) kan in sommige gevallen aanleiding geven tot een overschrijding van 12 maanden. Als overgangsmaatregel zullen de periodes van voltijdse loopbaanonderbreking, die vóór 1 januari 2011 volgens de oude regelgeving gevalideerd konden worden via storting van de persoonlijke bijdrage van 7,5% vóór 1 januari 2012, maar die niet gevalideerd zijn, gratis aanneembaar zijn voor de bepaling van het aantal loopbaanjaren. In het verleden gemaakte keuzes om periodes van loopbaanonderbreking niet te valideren, kunnen immers nu zware gevolgen hebben voor de opening van het recht op vervroegd pensioen. Concreet stelt het probleem zich enkel voor de niet-gevalideerde periodes van voltijdse loopbaanonderbreking die dateren van vóór 1 januari De periodes van deeltijdse loopbaanonderbreking, zelfs niet-gevalideerde, tellen mee voor het bepalen van het aantal loopbaanjaren. De periodes van voltijdse loopbaanonderbreking gesitueerd tussen 1 januari 2011 en 31 december 2011, die tot eind 2012 gevalideerd konden worden maar niet gevalideerd werden, tellen niet mee voor de bepaling van het aantal loopbaanjaren. Op de website van de PDOS ( is er een pensioenteller die u kan helpen de ingangsdatum te bepalen voor uw vervroegd pensioen. Indien u gebruik maakt van deze mogelijkheid, moet u er wel rekening mee houden dat de PDOS enkel aansprakelijk is voor zijn eigen berekeningsresultaten. Uw eigen berekeningen zijn enkel richtinggevend en moeten door de PDOS altijd op hun juistheid worden onderzocht bij de effectieve oppensioenstelling. Noteer: in deze vereenvoudigde toepassing voor het brede publiek wordt geen rekening gehouden met : deeltijdse prestaties ingevolge afwezigheden (alle prestatieperioden worden als voltijds beschouwd) ; onvolledige prestaties ; de bonifi catie X 1,2 voor tijdelijke diensten in het onderwijs.

10 10 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Overzicht van de preferentiële loopbaanbreuken Loopbaanbreuk 1/55 Voor sommige ambtenaren voorziet de pensioenreglementering in een voordeliger loopbaanbreuk dan 1/60. Er zijn daarom afwijkingen op de algemene regel en nadere regels inzake de loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden voorzien voor de volgende personeelscategorieën : onderwijs (kleuter-, lager, secundair en hoger onderwijs, deeltijds kunstonderwijs en volwassenenonderwijs) ; niet-rijdend personeel NMBS. Loopbaanbreuk 1/50 actieve diensten 1 (o.a. postbodes, douaniers, loodsen, luchtverkeerleiders ) ; leden van een operationeel korps van een brandweer die rechtstreeks deelnemen aan de brandbestrijding ; leden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie ; militairen van het actief kader (niet voor militaire dienstplicht) ; overgeplaatste militairen (naar een andere openbare werkgever) ; veiligheidsbeambten (vervoer van gevangenen) ; bedienaars van de andere erediensten dan de Rooms-katholieke ; onderwijzers in de strafi nrichtingen en rijksobservatiegestichten ; overgedragen personeelsleden van de RMT (die actieve diensten verrichten). Loopbaanbreuk 1/48 voor prestaties vanaf 1 januari 2012 rijdend personeel NMBS ; magistraten van de rechterlijke orde, Raad van State, Grondwettelijk Hof ; Rekenhof ; ombudsmannen ; bedienaars van de Rooms-katholieke eredienst ; universiteitsprofessoren ; lokale mandatarissen ; (adjunct)arrondissementscommissaris ; Vaste Comités P en I ; (vice)provinciegouverneur. 1 Opgesomd in bijlage wet 21/07/1844

11 11 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Invoering van een verhogingscoëfficiënt Voor de vaststelling van de vereiste loopbaanduur wegen de dienstjaren met een voordeliger loopbaanbreuk (1/55, 1/50 en andere voordeliger loopbaanbreuken) proportioneel zwaarder (gewicht). Algemeen principe voor de loopbaanvoorwaarde : 1 jaar dienst aan 1/60 telt als 1,00 jaar (=1x60/60) 1 jaar dienst aan 1/55 telt als 1,09 jaar (=1x60/55) 1 jaar dienst aan 1/50 telt als 1,20 jaar (=1x60/50) jaar 1/60 1 jaar 1/55 1 jaar 1/50 1, , , Deze coëffi ciënten evolueren in de tijd (zie omzettingstabellen pg ) De loopbaanvoorwaarden voor de personeelscategorieën met een loopbaanbreuk die voordeliger is dan 1/50 (1/48, 1/35, 1/30, ) zijn dezelfde als voor de personeelscategorieën met een loopbaanbreuk 1/ j (360 m) 20 j (240 m) 1 jaar 1/60 1 jaar 1/55 1 jaar 1/50 30 j (360 m) 20 j (240 m) Deze berekeningswijze kan leiden tot een substantiële vermindering van het aantal vereiste loopbaanjaren. Door aan de dienstjaren doorgebracht in een functie waaraan een voordeliger loopbaanbreuk is gekoppeld, een proportioneel groter gewicht toe te kennen, laten deze dienstjaren toe om de bijzondere loopbaanvoorwaarden sneller te vervullen. Op deze wijze zijn de leeftijdsvoorwaarden voor deze personeelscategorieën dus versoepeld. 10 j (120 m) 10 j (120 m) 0 0

12 12 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) De toepassing van deze berekeningswijze op de individuele loopbaan is niet eenvoudig zonder de hulp in te roepen van een pensioeninstelling. De volgende schema s kunnen personen helpen die tijdens hun loopbaan functies hebben uitgeoefend waaraan één en dezelfde loopbaanbreuk is gekoppeld. Op welke diensten is de verhogingscoëfficiënt van toepassing? Algemene regel : De verhogingscoëffi ciënt is van toepassing op de duur van de diensten verstrekt in een ambt waaraan de wet, voor de pensioenberekening, een gunstiger loopbaanbreuk dan 1/60 verbindt. Het gaat om de volgende diensten : alle werkelijk gepresteerde diensten ; alle verloven, gelijkgesteld met dienstactiviteit, met - volledig - behoud van bezoldiging. Periodes van disponibiliteit wegens ziekte worden niet voorzien van een verhogingscoëffi ciënt ; perioden van disponibiliteit voorafgaand aan het pensioen of hiermee gelijkgesteld (zie lijst in bijlage 2 pg. 41 ev.) ook indien, voor de berekening van het pensioen, de voordeliger loopbaanbreuk niet behouden blijft. Tijdens dergelijke situaties moet de toe te passen coëffi ciënt verbonden worden aan de loopbaanbreuk die aan deze periode zou verbonden geweest zijn indien de betrokkene werkelijke diensten was blijven presteren in de functie die hij vóór die situatie uitoefende. Dit is vooral het geval bij actieve diensten. Uitzonderingen : De verhogingscoëffi ciënt is WEL van toepassing op : loopbaanjaren als vrijwillige brandweerman (ook al komen ze niet in aanmerking voor de pensioenberekening) ; loopbaanjaren bij het rijdend personeel van de NMBS-Holding (ook al is de voordelige loopbaanbreuk door een reglement en niet bij wet vastgesteld). Uitzonderingen : De verhogingscoëffi ciënt is NIET van toepassing op : diensten gepresteerd door het gemeentelijk en stedelijk personeel waarvoor een voordeliger loopbaanbreuk bestaat maar niet bij wet is bepaald ; diensten gepresteerd bij instellingen van openbaar nut die aangesloten zijn bij het algemeen pensioenstelsel van de pool van parastatalen ingesteld door de wet van 28 april 1958, zelfs wanneer bij wet een voordeliger loopbaanbreuk voor de deze diensten bepaald is. Voorbeeld: RTBF ; de diensten gepresteerd als lokaal mandataris (zie brochure Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen voor de lokale mandatarissen ); periodes van diplomabonifi catie ; periodes van verplichtte legerdienst of gewetensbezwaarde.

13 13 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Schema van een loopbaan in eenzelfde loopbaanbreuk 1/55 1/55 Voor een loopbaan met uitsluitend dienstjaren aan 1/55 geeft de toepassing van de verhogingscoëffi ciënten de volgende resultaten inzake leeftijds- en loopbaanvoorwaarden: Jaar Normale regel Uitzonderingen lange loopbanen Loopbaan op 60 jaar 60 jaar jaar 9m 30d 36 jaar 8m 2d en 6 maanden jaar 35 jaar 9m 1d 36 jaar 8m 2d jaar en 6 maanden 36 jaar 8m 2d 37 jaar 6m 30d Loopbaan op 61 jaar jaar 36 jaar 8m 2d 38 jaar 6m 1d 37 jaar 6m 30d jaar 37 jaar 6m 30d 39 jaar 5m 2d 38 jaar 6m 1d Vanaf jaar 38 jaar 6m 40 jaar 39 jaar 5m 1d Schema van een loopbaan in eenzelfde loopbaanbreuk 1/50 1/50 Voor een loopbaan met uitsluitend dienstjaren aan 1/50 geeft de toepassing van de verhogingscoëffi ciënten de volgende resultaten inzake leeftijds- en loopbaanvoorwaarden: Jaar Normale regel Minimumleeftijd Loopbaanvoorwaarde Minimumleeftijd Loopbaanvoorwaarde Uitzonderingen lange loopbanen Loopbaan op 60 jaar 60 jaar jaar 8m 1d 33 jaar 3m 30d en 6 maanden jaar 32 jaar 6m 33 jaar 3m 30d Loopbaan op 61 jaar jaar 33 jaar 3m 30d 34 jaar 2m 2d en 6 maanden jaar 33 jaar 3m 30d 35 jaar 34 jaar 2m 2d jaar 34 jaar 2m 2d 35 jaar 9m 30d 35 jaar 0m 1d jaar 35 jaar 36 jaar 8m 1d 35 jaar 9m 30d jaar 35 jaar 9m 30d 37 jaar 6m 36 jaar 8m 1d jaar 36 jaar 8m 2d 38 jaar 4m 37 jaar 6m 1d jaar 37 jaar 6m 39 jaar 2m 2d 38 jaar 3m 30d Vanaf jaar 38 jaar 3m 30d 40 jaar 39 jaar 2m 2d

14 14 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Omzettingstabellen van een loopbaan met verschillende loopbaanbreuken In de praktijk zullen niet veel ambtenaren een loopbaan hebben met enkel diensten waaraan één voordelige loopbaanbreuk is gekoppeld. Ambtenaren vervullen tijdens hun loopbaan meestal verschillende ambten of onderbreken in sommige gevallen hun loopbaan en nemen dan één of andere vorm van statutair verlof. In dergelijke gevallen moet een vrij complexe berekening worden gemaakt waarbij voor iedere periode de juiste verhogingscoëffi ciënt moet worden gebruikt. Opgelet: de keuze van de toe te passen verhogingscoëffi ciënt in elke hiernavolgende omzettingstabel is afhankelijk van het jaar van oppensioenstelling en van de loopbaanbreuk. Een vergissing leidt altijd tot een fout resultaat. De PDOS zal deze berekeningen zelf uitvoeren met een precisie tot op 4 decimalen. JAAR ALGEMENE REGEL 1/60 1/55 1/50 MIN. LEEFTIJD LOOPBAAN (IN JAAR) coëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt , ,0910 1, ,0909 1, , ,0908 1, ,0908 1, ,0644 1, ,0390 1, ,0390 1, ,0390 1, ,0390 1, ,0390 1,0436

15 15 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) UITZONDERINGEN LANGE LOOPBAAN OP 60 JAAR 1/60 1/55 1/50 JAAR MIN. LEEFTIJD LOOPBAAN (IN JAAR) coëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt ,0908 1, ,0908 1, ,0910 1, ,0909 1, ,0654 1, ,0500 1, ,0500 1, ,0500 1, ,0500 1, ,0500 1,0500 UITZONDERINGEN LANGE LOOPBAAN OP 61 JAAR 1/60 1/55 1/50 JAAR MIN. LEEFTIJD LOOPBAAN (IN JAAR) coëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt ,0910 1, ,0910 1, ,0649 1, ,0401 1, ,0401 1, ,0401 1, ,0401 1, ,0401 1,0467 Overgangsmaatregel Voor de pensioenen die ingaan op 1 januari van de jaren 2017 tot 2022 worden de verhogingscoëffi ciënten gebruikt van het voorafgaand kalenderjaar. Voorbeeld : een ambtenaar wordt 60 jaar in december 2018 (ingang van het pensioen: januari 2019) en wil op vervroegd pensioen op basis van de lange loopbaanvoorwaarden (42 jaar). De toegepaste verhogingscoëffi ciënten zijn die van het jaar 2018 UITZONDERINGEN LANGE LOOPBAAN OP 60 JAAR 1/60 1/55 1/50 INGANG PENSIOEN MIN. LEEFTIJD LOOPBAAN (IN JAAR) coëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt verhogingscoëffi ciënt 01/ ,0654 1, / ,0500 1, / ,0500 1,1200

16 16 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) ALGEMENE WERKWIJZE Berekening loopbaanduur bij vervroegd pensioen STAPPEN INHOUD Indeling per loopbaanbreuk Vooraf maakt u een zorgvuldig overzicht van uw loopbaan : indeling in kalenderjaren of periodes met zuivere loopbaanbreuken ; indeling in kalenderjaren met gemengde loopbaanbreuken ; indeling in kalenderjaren uit een ander pensioenstelsel ; indeling in kalenderjaren uit 2 verschillende pensioenstelsels. Binnen deze indeling moet u volledige kalenderjaren en onvolledige kalenderjaren apart beschouwen. De duur van de militaire dienstplicht (of periode als gewetensbezwaarde) voegt u toe aan uw loopbaanoverzicht aan de periode met loopbaanbreuk 1/60. Heeft u post-secundaire studies van het huidig niveau van een bachelor of een master gedaan en was het bezit van dit diploma een aanwervingsvereiste, dan kan u een tijdsbonifi catie van 2 of 3 jaar voor het bachelorniveau en 4 of 5 jaar voor het masterniveau in het loopbaanoverzicht toevoegen, naargelang het diploma dat men bezit. Opgelet, wanneer u het diploma behaald heeft tijdens uw loopbaan, mag u de periode niet dubbel tellen. U beschikt nu over een gedetailleerd loopbaanoverzicht. Nu kan u in de basistabel (p.6) voor het gewenste pensioneringsjaar de voorwaarde inzake minimale leeftijd en loopbaanduur voor een vervroegde pensionering afl ezen. Berekening loopbaanbreuk fase 1 Per loopbaanbreuk worden de periodes uitgerekend en naar maanden omgezet. Berekening loopbaanbreuk fase 2 De periodes die een loopbaanbreuk bevatten van 1/50 en 1/55 worden nu met de verhogingscoëffi - ciënt vermenigvuldigd. De verhogingscoëffi ciënt wordt opgezocht in de desbetreffende tabellen. Onvolledige kalenderjaren die zonder de verhogingscoëffi ciënt te hebben toegepast geen 4 maanden geven, worden niet afgerond naar 12 maanden maar in aanmerking genomen voor de duur = aantal maanden x coëffi ciënt. Onvolledige kalenderjaren die wel 4 maanden geven, worden afgerond naar 12 maanden. Als uit de berekening zou blijken dat de overheidsdiensten vermenigvuldigd met de coëffi ciënt meer bedragen dan 12 maanden, dan mag dit resultaat behouden blijven. U maakt de som van alle resultaten (periodes aan 1/60 + periodes aan 1/55 + periodes aan 1/50 + periodes in de privésector + gecombineerde periodes). Vergelijk nu het bekomen resultaat onder stap 7 met de loopbaanduurvoorwaarden van uw keuze onder stap 4. Indien het resultaat groter of gelijk is aan de voorwaarde van loopbaanduur in de tabel, kan u op vervroegd pensioen gaan op de door u gekozen datum. Indien de loopbaanduur kleiner is dan vereist, kan u niet op vervroegd pensioen gaan op de keuzedatum.

17 17 Bijzondere regels (loopbaanbreuk 1/50 en 1/55 en andere voordeliger loopbaanbreuken) Voorbeeld 1 Overheidsdiensten van 01/05/1980 tot 31/07/1980 aan 1/50 en geen andere diensten Duur = 3 maanden, geen afronding naar 12 maanden. Periode telt voor 3 x 1,2 = 3,6 maanden. Voorbeeld 2 Overheidsdiensten van 01/02/1980 tot 31/05/1980 aan 1/60 en geen andere diensten Wel 4 maanden VTE = deze periode wordt aanvaard voor 12 maanden. Voorbeeld 3 Overheidsdiensten 01/01/80 tot 15/11/1980 aan 1/50 De periode van 01/01/1980 tot 15/11/1980 = 10,5 maanden. Als we vermenigvuldigen met de verhogingscoëffi ciënt van 1,2 hebben we 10,5 x 1,2 = 12,60. De aangenomen duur is 12,6 maanden. Voorbeeld 4 Overheidsdiensten van 01/01/80 tot 31/08/1980 aan 1/50 De periode van 01/01/1980 tot 31/08/1980 = 8 maanden. Als we die vermenigvuldigen met de verhogingscoëffi ciënt van 1,2 hebben we 8 x 1,2 = 9,6 maanden. Omdat we nu de 12 maanden niet overschrijden, moeten we het jaar 1980 afronden tot 12 maanden. In Bijlage 1 (pg. 32) vindt u voorbeelden van het gebruik van het stappenplan om een loopbaanduur met verschillende loopbaanbreuken te berekenen. VTE = voltijdsequivalent

18 18 Bijkomende overgangsmaatregelen voor personen die op de vooravond van hun pensioen staan Overgangsmaatregel 1 Om te vermijden dat tijdens de overgangsperiode ambtenaren, geboren in de maand december, geconfronteerd worden met andere voorwaarden inzake leeftijd en loopbaanduur dan andere ambtenaren uit hetzelfde geboortejaar, voorziet de pensioenhervorming in een bijzondere clausule: rustpensioenen die ingaan in de maand januari 2014 worden onderworpen aan de voorwaarden van 2013; rustpensioenen die ingaan in de maand januari 2015 worden onderworpen aan de voorwaarden van 2014; rustpensioenen die ingaan in de maand januari 2016 worden onderworpen aan de voorwaarden van Voorbeeld : een ambtenaar die op 6 december 1954 geboren is, wil op 60 jaar met pensioen gaan. Op 31 december 2014 voldoet hij aan de 40 jaar dienst voor het recht en hij zal op 1 januari 2015 met pensioen kunnen gaan (zelfs al bedraagt in 2015 de loopbaanvoorwaarde 41 jaar om op 60 jaar met pensioen te kunnen gaan). Overgangsmaatregel 2 Uit de beschrijving van de algemene regel blijkt duidelijk dat tijdens de overgangsperiode de pensioenleeftijd met 6 maanden en de loopbaanvoorwaarden met één jaar progressief worden verhoogd. Wie op om het even welk ogenblik aan de voorwaarden voldoet om op vervroegd pensioen te vertrekken, behoudt deze voorwaarden ongeacht de latere werkelijke ingangsdatum van zijn pensioen. Voorbeeld : de ambtenaar die ten laatste op 31 december 2012 de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van 2012 vervult om het vervroegd pensioen op te nemen (algemene regel: 60 jaar en 5 dienstjaren), maar beslist om verder te werken, kan nadien zijn vervroegd pensioen opnemen wanneer hij wil zonder aan de nieuwe, strengere leeftijds- en loopbaanvoorwaarden te voldoen. Deze waarborg blijft gelden bij overgang naar een andere personeelscategorie. Wie op een bepaald ogenblik het recht op een vervroegd pensioen opent in een bepaalde personeelscategorie en daarna overgaat naar een andere personeelscategorie waarvan hij de pensioneringsvoorwaarden op het ogenblik van die overgang (nog) niet vervult, behoudt toch het recht om op elk vrij gekozen tijdstip met vervroegd pensioen te gaan. Voorbeeld : de 56-jarige treinmachinist die in 2013 de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden (d.w.z. minstens 55 jaar en 30 dienstjaren als rijdend personeel) van zijn bijzonder stelsel vervult maar beslist tot de leeftijd van 58 jaar nog twee bijkomende jaren in de administratie te werken, kan volgens zijn eigen keuze en op zijn vraag een vervroegd pensioen bekomen in 2015 omdat hij in 2013 reeds de voorwaarden vervulde.

19 19 Bijkomende overgangsmaatregelen voor personen die op de vooravond van hun pensioen staan Overgangsmaatregel 3 Overgangsmaatregel 4 Wie in de overheidssector in 2012 niet aan de loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden van de privésector (35 jaar en 60 jaar) voldoet en vóór de pensioenhervorming op één, twee of drie jaar van zijn vervroegd pensioen stond, zou onder de nieuwe regeling in een aantal gevallen drie, vier of vijf jaar langer moeten werken dan hij had voorzien. Daarom is bij wijze van overgangsregeling voorzien dat het aantal bijkomend te werken jaren voor een aantal leeftijdsgroepen beperkt is tot twee. Wie vóór 1 januari 1956 geboren is, kan vanaf de leeftijd van 62 jaar vervroegd op pensioen gaan voor zover hij minstens 37 pensioenaanspraakverlenende dienstjaren telt. Aangezien het om de toepassing gaat van een maatregel geïnspireerd door het pensioenstelsel van de werknemers, kan hierbij geen rekening gehouden worden met de tijdsbonifi catie voor een diploma en de verhogingscoëffi ciënten (tabellen pg.14-15). Personen die zich op eigen aanvraag op 1 januari 2012 in een voltijdse of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan de oppensioenstelling bevinden of in een vergelijkbare situatie, worden op pensioen gesteld op de eerste dag van de maand die volgt op het verstrijken van de termijn van die disponibiliteit of van de ermee gelijkgestelde situatie. Deze datum kan evenwel niet gelegen zijn voor de eerste dag van de maand die volgt op de 60ste verjaardag. Dit is eveneens van toepassing op de personen die bij hun werkgever een aanvraag hebben ingediend met het oog om vóór 5 maart 2013 in een dergelijke situatie geplaatst te worden: 1. vóór 1 januari 2012, 2. na 31 december 2011 op voorwaarde dat deze aanvraag door de werkgever werd ingewilligd vóór 5 maart Deze overgangsmaatregel is niet meer van toepassing indien het personeelslid de disponibiliteit of de vergelijkbare situatie voortijdig beëindigt. Een lijst met de regelingen die door de Koning zijn erkend als een voltijdse of deeltijdse disponibiliteit voorafgaand aan de oppensioenstelling of als een vergelijkbare situatie, bevindt zich in bijlage 2.

20 20 EEN TWEEDE MAATREGEL BEPAALT DAT, VOOR DE DIENSTEN GEPRESTEERD NA 31 DECEMBER 2011, GEEN VOORDELIGER LOOPBAANBREUK DAN 1/48 MEER KAN WORDEN TOEGEKEND IN DE PENSIOENBEREKENING In de overheidssector bestaan om historische redenen een aantal voordelige loopbaanbreuken waardoor sneller een maximumpensioen kan worden bereikt. De voornaamste betreffen : 1/20 bij de katholieke erediensten en bij de leden van de Vaste Comités P en I 1/30 bij de magistratuur, bij de universiteitsprofessoren, bij de katholieke erediensten, bij de ombudsmannen en bij het Rekenhof 1/35 bij de magistratuur 1/25 voor de eerste 15 jaar bij de (adjunct)arrondissementscommissarissen 1/12 voor de eerste 7 jaar bij de (vice)provinciegouverneurs Algemene regel Gemeentemandatarissen Deze voordelige loopbaanbreuken worden voor de dienstjaren vanaf 1 januari 2012 opgetrokken naar 1/48. Dit heeft voor gevolg dat de betrokkene bij een volledige loopbaan in 1/48 zijn maximumpensioen pas bereikt na 36 jaar in plaats van na 22 jaar en 6 maanden bij een berekening aan 1/30 zoals dit het geval was vóór de pensioenhervorming. De pensioenberekening van de gemeentemandatarissen wijkt op een aantal punten af van de ambtenarenregeling. Het gaat om een pensioenberekening volgens de formule (a x 3,75 x t)/(100 x 12) waarbij «a» de jaarwedde betreft en «t» de loopbaanduur uitgedrukt in maanden. Op basis van deze formule bereikt de gemeentemandataris het maximumpensioen na 20 jaar. De formule wordt vervangen door a x (3,75/180) x (t/12) voor de mandaatperioden vanaf 1 januari Dit heeft tot gevolg dat het maximumpensioen bij een volledige loopbaan door de nieuwe formule pas bereikt wordt na 36 jaar. Overgangsmaatregelen in de wet Personen die op 1 januari 2012 al de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt, behouden de berekeningswijze van hun pensioen met de voordelige loopbaanbreuk zoals dit het geval was vóór de pensioenhervorming.

21 21 EEN DERDE MAATREGEL HERTEKENT DE GELIJKSTELLINGEN INZAKE LOOPBAANONDERBREKING, DE VIERDAGENWEEK EN HALFTIJDS WERKEN NA 1 JANUARI 2012 Inleiding Deze maatregel gaat over de volgende gelijkstellingen: perioden van loopbaanonderbreking: de perioden van volledige loopbaanonderbreking door schorsing van de arbeidsprestaties, bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, onderafdeling 2, artikelen 100 en 100bis, van de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen en de perioden van gedeeltelijke loopbaanonderbreking door vermindering van de arbeidsprestaties, bedoeld in hoofdstuk IV, afdeling 5, onderafdeling 3, artikelen 102 en 102bis, van voormelde herstelwet van 22 januari 1985; de vierdagenweek : het stelsel van de vierdagenweek bedoeld in artikel 4 van de wet van 19 juli 2012 betreffende de vierdagenweek en het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar in de overheidssector ; halftijds werken : het stelsel van het halftijds werken vanaf 50 of 55 jaar bedoeld in artikel 7 van voormelde wet van 19 juli 2012.

22 22 De aanneembaarheid van perioden van loopbaanonderbreking en de vierdagenweek opgenomen vanaf 1 januari Algemene regel ALGEMENE REGEL (van toepassing op de hele loopbaan) Ofwel 12 MAANDEN GRATIS Voltijdse en/of deeltijdse (1/2, 1/3, 1/4, 1/5*) loopbaanonderbreking + 24 maanden met een kind ten laste jonger dan 6 jaar Ofwel 60 MAANDEN GRATIS Deeltijdse loopbaanonderbreking UITSLUITEND aan 1/5 EN GRATIS voor de thematische loopbaanonderbrekingen Gratis aanneembaarheid Perioden van voltijdse loopbaanonderbreking en/of perioden van deeltijdse loopbaanonderbreking (voor 1/2, 1/3, 1/4, 1/5*) met een maximale duur van 12 maanden, zijn gratis aanneembaar voor de berekening van het pensioen. De gratis aanneembaarheid kan eventueel verlengd worden met 24 bijkomende maanden indien het personeelslid of zijn echtgenoot die onder hetzelfde dak woont, kinderbijslag ontvangt voor een kind jonger dan 6 jaar. Opgelet : De perioden van loopbaanonderbreking van vóór 1 januari 2012 die gratis aanneembaar waren als het personeelslid of zijn onder hetzelfde dak wonende echtgenoot kinderbijslag ontving voor een kind jonger dan 6 jaar, worden in mindering gebracht van de bovenvermelde quota van 24 maanden. * Perioden van loopbaanonderbreking aan 1/5, vermengd met andere vormen van loopbaanonderbreking

23 23 De aanneembaarheid van perioden van loopbaanonderbreking en de vierdagenweek opgenomen vanaf 1 januari Algemene regel Perioden van loopbaanonderbreking voor 1/5 met een maximale duur van 60 maanden, zijn gratis aanneembaar voor de berekening van het pensioen. De afwezigheidsperioden als gevolg van de vierdagenweek volgen dezelfde regel. Om de periode van 60 maanden te bepalen, worden de perioden van loopbaanonderbreking voor 1/5 en de afwezigheidsperioden ingevolge de vierdagenweek samengeteld. Beide voordelen zijn niet cumuleerbaar. Enkel de voordeligste situatie zal worden toegekend. De perioden van loopbaanonderbreking die onder de algemene regel vallen, die vanaf 1 januari 2012 genomen worden en die gratis aanneembaar zijn, mogen door het personeelslid naar keuze over de loopbaan verdeeld worden (dus zowel vóór als na de leeftijd van 50 jaar). Opgelet: in het kader van de algemene regel kunnen volledige of deeltijdse loopbaanonderbrekingen niet gevalideerd worden. De thematische loopbaanonderbreking De thematische loopbaanonderbrekingen zijn gratis aanneembaar. Het gaat over volgende loopbaanonderbrekingen: palliatieve zorg; verlof voor medische bijstand (hulp- of zorgverlening aan een gezinslid of een familielid tot in de tweede graad, dat lijdt aan een ernstige ziekte); ouderschapsverlof.

24 24 Aanneembaarheid van bijkomende perioden van loopbaanonderbreking, vierdagenweek en halftijds werken opgenomen vanaf de leeftijd van 50 jaar Vanaf de leeftijd van 50 jaar kunt u, naast de perioden van loopbaanonderbreking zoals vermeld pg , genieten van bijkomende perioden van loopbaanonderbreking die aanneembaar zijn voor de berekening van het pensioen. De maatregel gaat in vanaf 1 januari AANNEEMBAARHEID VAN BIJKOMENDE PERIODEN VANAF DE LEEFTIJD VAN 50 JAAR In geval van perioden met één enkel type deeltijdse loopbaanonderbreking : Loopbaanonderbreking aan 1/2: maximum 84 maanden aanneembaar Loopbaanonderbreking aan 1/3: maximum 96 maanden aanneembaar Loopbaanonderbreking aan 1/4: maximum 108 maanden aanneembaar Waarvan 12 maanden GRATIS aanneembaar zijn + 24 maanden als er een kind is jonger dan 6 jaar + de andere maanden aanneembaar mits validering De limiet van 84 maanden houdt rekening met de perioden van halftijds werken Loopbaanonderbreking aan 1/5: maximum 180 maanden GRATIS aanneembaar In geval van perioden met verschillende types deeltijdse loopbaanonderbreking : Weging van de perioden en maximum 180 maanden aanneembaar 1/2,1/3,1/4: zelfde regels voor aanneembaarheid - 1/5 : gratis Opmerking : voltijdse loopbaanonderbreking is niet aanneembaar In geval van perioden met één enkel type deeltijdse loopbaanonderbreking (1/2, 1/3, 1/4) De deeltijdse loopbaanonderbrekingen genomen vanaf de leeftijd van 50 jaar zijn bijkomend aanneembaar volgens volgende modaliteiten: maximum 84 maanden in het geval van een vermindering van de prestaties met 1/2. Om de maximumgrens van 84 maanden vast te stellen, worden de periodes van halftijdse loopbaanonderbreking en de periode van halftijds werken worden samengeteld; maximum 96 maanden in het geval van een vermindering van de prestaties met 1/3; maximum 108 maanden in het geval van een vermindering van de prestaties met 1/4. maximum 12 maanden zijn gratis aanneembaar de andere maanden zijn aanneembaar mits een persoonlijke bijdrage In geval van periodes met één enkel type deeltijdse loopbaanonderbreking (1/5) De deeltijdse loopbaanonderbrekingen aan 1/5 zijn GRATIS aanneembaar tot een maximum van 180 maanden. Om de maximumgrens van 180 maanden vast te stellen, worden de periodes van loopbaanonderbreking aan 1/5 en de periodes uit het stelsel van de vierdagenweek samengeteld.

25 25 Aanneembaarheid van bijkomende perioden van loopbaanonderbreking, vierdagenweek en halftijds werken opgenomen vanaf de leeftijd van 50 jaar In geval van een combinatie van verschillende vormen van deeltijdse loopbaanonderbreking en/of vierdagenweek en/of halftijds werken In geval van een combinatie van verschillende vormen van deeltijdse loopbaanonderbreking en/of vierdagenweek en/of halftijds werken vanaf de leeftijd van 50 jaar, mag het totaal van de aanneembare periodes het maximum van 180 maanden niet overschrijden. Om het maximum van 180 maanden te berekenen, worden de verschillende periodes gewogen. Voor elke periode wordt een vermeerderingscoëffi ciënt toegepast: 1/5 loopbaanonderbreking 1 vierdagenweek 1/4 loopbaanonderbreking 1,6666 1/3 loopbaanonderbreking 1,8750 1/2 loopbaanonderbreking 2,1428 halftijds werken Hoe groter het afwezigheidspercentage, hoe korter de periode zal zijn waarin de loopbaanonderbreking aanneembaar is. Als de maximumgrens van 180 maanden overschreden wordt, dan wordt de vermindering toegepast op de periode gedurende dewelke de vermindering van de prestaties het minst belangrijk is. Regels van aanneembaarheid : In geval van onderbreking aan 1/2, 1/3, 1/4: maximum 12 maanden zijn gratis aanneembaar de andere maanden zijn aanneembaar mits een persoonlijke bijdrage In geval van 1/5 loopbaanonderbreking: gratis aanneembaar. Aanneembaarheid van loopbaanonderbrekingen genomen vóór 1 januari 2012 Periodes van loopbaanonderbreking die zich situeren vóór 1 januari 2012, blijven aanneembaar overeenkomstig de regels die van toepassing waren op 31 december 2011, namelijk : eerste 12 maanden gratis; 24 bijkomende maanden gratis, indien u of uw echtgenoot die onder hetzelfde dak woont kinderbijslag ontvangt voor een kind jonger dan 6 jaar; andere periodes zijn aanneembaar mits validering.

26 26 Beperkingen Over de ganse loopbaan is er nooit meer dan 60 maanden loopbaanonderbreking aanneembaar voor het recht en de berekening van het overheidspensioen. Om de quota van 60 maanden vast te leggen wordt er rekening gehouden met: de periodes van voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking genomen vóór 1 januari 2012; de periodes van voltijdse of deeltijdse loopbaanonderbreking genomen vanaf 1 januari 2012; de thematische loopbaanonderbreking genomen vóór 1 januari 2012 De beperking is echter niet van toepassing op: periodes van bijkomende deeltijdse loopbaanonderbreking, van vierdagenweek en halftijds werken genomen vanaf de leeftijd van 50 jaar en vanaf 1 januari 2012; op thematische loopbaanonderbrekingen genomen vanaf 1 januari Zoals dit reeds het geval was vóór de pensioenhervorming worden perioden van loopbaanonderbreking en andere bepaalde perioden van afwezigheid voor de berekening van het overheidspensioen slechts opgenomen tot een bepaald percentage van de werkelijk gepresteerde diensten. De bestaande 20-25%-regel inzake de aanneembaarheid van het totaal van de verloven en afwezigheden wordt dus niet gewijzigd. De bestaande regel inzake aanneembaarheid in periodes blijft eveneens ongewijzigd. Overgangsmaatregelen Sommige periodes van loopbaanonderbreking genomen vanaf 2012 worden geacht te zijn ingegaan vóór 1 januari 2012 als zij aan alle volgende voorwaarden voldoen: aangevraagd bij de werkgever vóór 28 november 2011 en aanvraag ontvangen door de RVA vóór 1 maart 2012 en ingegaan uiterlijk op 2 april Hetzelfde geldt voor de perioden van loopbaanonderbreking die onmiddellijk aansluiten op een periode van loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof en: wanneer de aanvraag voor dit verlof is toegekomen bij de werkgever vóór 28 november 2011 en door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening is ontvangen vóór 1 maart 2012 en uiterlijk ingaat op 2 april Het voordeel om deze periodes te beschouwen als ingegaan vóór 1 januari 2012 zit in de mogelijkheid om nog de regels inzake aanneembaarheid te kunnen toepassen die van kracht waren vóór de pensioenhervorming indien dit voordeliger is dan de toepassing van de nieuwe regels.

27 27 EEN VIERDE MAATREGEL VERVANGT DE GEMIDDELDE WEDDE VAN DE LAATSTE 5 DIENSTJAREN IN DE PENSIOENBEREKENING DOOR EEN GEMIDDELDE WEDDE VAN DE LAATSTE 10 DIENSTJAREN Algemene regel In alle pensioenregelingen van de overheidssector wordt vanaf 1 januari 2012 de pensioenberekening ingevoerd op basis van de laatste tien dienstjaren. Ook voor de overlevingspensioenen zal de pensioenberekening gebeuren op basis van de laatste 10 jaar voor zover geen enkele rechthebbende de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt op 1 januari Als een overlevingspensioen moet worden gedeeld, bijvoorbeeld tussen een langstlevende en een uit de echtgescheiden echtgenoot, volstaat dat één van de rechthebbenden de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt om de berekening op basis van de gemiddelde wedde van de laatste 5 dienstjaren te behouden. Uitzonderingen Uitzondering 1 Uitzondering 2 Personen die wegens lichamelijke ongeschiktheid op pensioen worden gesteld, kunnen indien nodig onder bepaalde voorwaarden beroep doen op een pensioensupplement indien het gewaarborgd minimumpensioen niet wordt bereikt. Dit gewaarborgd minimumbedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste vijf dienstjaren, weliswaar begrensd door een boven- en onderplafond. De pensioenhervorming wijzigt hier niets aan. In tegenstelling tot de andere stelsels werd het pensioen van de NMBS-holding vóór de pensioenhervorming niet berekend op basis van de refertewedde van de laatste vijf dienstjaren maar op basis van de laatste wedde. Daarom wordt voor deze personeelscategorie vanaf 1 januari 2012 de pensioenberekening ingevoerd op basis van de refertewedde van de laatste vier dienstjaren. Dezelfde regel (de laatste 4 dienstjaren) geldt ook voor de andere ambtenaren en militairen voor wie het pensioen nu berekend wordt op basis van een refertewedde van minder dan 5 jaar.

28 28 Uitzonderingen Uitzondering 3 Indien het bedrag van het pensioen berekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste tien loopbaanjaren of van de volledige duur (als die meer dan vijf maar minder dan tien jaar bedraagt) lager is dan het gewaarborgd minimumbedrag voor een alleenstaande gepensioneerde (= 1.286,85 per maand, bedrag op 2 januari 2013), wordt het pensioen herberekend op basis van de gemiddelde wedde van de laatste vijf loopbaanjaren, zonder dat het nieuwe pensioenbedrag meer mag bedragen dan voornoemd gewaarborgd minimumbedrag. Uitzondering 4 De pensioenen van de lokale mandatarissen (burgemeesters, schepenen, OCMWvoorzitters,...) blijft berekend op basis van de wedden verbonden aan elk mandaat. De pensioenhervorming wijzigt hier niets aan. Overgangsmaatregelen in de wet (personen geboren vóór 1962) Personen die op 1 januari 2012 al de leeftijd van 50 jaar hebben bereikt, behouden de huidige berekeningswijze van hun pensioen, dit wil zeggen met de huidige refertewedde.

29 29 Enkele woorden over de PDOS Inleiding Toekenning en berekening van de pensioenen door de PDOS Betaling van de pensioenen door de CDVU De Pensioendienst voor de overheidssector (PDOS) is een centrale instelling, dit wil zeggen dat haar werkterrein heel België beslaat en dat haar kantoren uitsluitend in Brussel gevestigd zijn. Er werken ongeveer 500 personeelsleden. De opdrachten van de PDOS werden vastgelegd bij de wet van 12 januari 2006 (Belgisch Staatblad van 3 februari 2006 ) tot oprichting van de Pensioendienst voor de overheidssector. De PDOS kent het grootste gedeelte van de rust- en overlevingspensioenen van de overheidssector toe en berekent ze. Het gaat om de pensioenen van vastbenoemde of daarmee gelijkgestelde ambtenaren van: de Federale overheid (ook leger, magistratuur en erkende erediensten) ; de Gewesten en de Gemeenschappen (ook onderwijs) ; de geïntegreerde politie ; sommige parastatale en pararegionale en paracommunautaire instellingen ; de meeste gemeenten, OCMW s, intercommunales ; sommige bijzondere korpsen (Rekenhof, Raad van State,...) ; bpost, Belgacom, BAC, Belgocontrol. Sinds 1 januari 2007 zijn de pensioenen van de NMBS ten laste van de Staatskas. Deze pensioenen blijven echter toegekend, beheerd en uitbetaald door de NMBS De PDOS berekent wel de bedragen van pensioenen, maar betaalt ze niet zelf. Dat doet de Administratie der Thesaurie, een centrale administratie van de FOD Financiën, meer bepaald de Centrale Dienst der Vaste Uitgaven (CDVU).

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. 2. De verhoging van de leeftijd en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1. 0verzicht Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijd en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten.

Nadere informatie

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en V2-15/08/2012 HERVORMING Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen

Nadere informatie

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en

HERVORMING. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. overheidssector. 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en HERVORMING Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1 Een eerste maatregel verhoogt de minimum leeftijds- en loopbaanvoorwaarde om een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten.

Nadere informatie

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP)

Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP) Pensioenen Ambtenaren (ZAP, AAP) 1 Pensioenen Ambtenaren: enkel voor vastbenoemd ZAP en AAP dat later benoemd wordt Werknemers: andere berekenwijze Zelfstandigen: andere berekenwijze 2 Pensioenleeftijd

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1 Inleiding Hetgeen volgt is een brochure betreffende de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector. De tekst is gebaseerd op de

Nadere informatie

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen

Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen Invloed van de loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden op het pensioen Inhoud Inleiding Invloed op het pensioenrecht Deeltijdse diensten Onvolledige kalenderjaren Volledige loopbaanonderbreking (LO)

Nadere informatie

Pensioenen Geïntegreerde Politie. Jan Adam Secretaris ACV 2012

Pensioenen Geïntegreerde Politie. Jan Adam Secretaris ACV 2012 Pensioenen Geïntegreerde Politie Jan Adam Secretaris ACV 2012 Pensioen Antwoorden Overheidspensioenen Politie Regering Di Rupo Verbintenis België t.a.v. de Europese instellingen: tekort v.d. gezamenlijke

Nadere informatie

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector

Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector... 1 1. Samenvatting... 2 2. Algemene regel voor het bekomen van een

Nadere informatie

V1-15/11/2012. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. voor de lokale mandatarissen HERVORMING

V1-15/11/2012. Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen. voor de lokale mandatarissen HERVORMING V1-15/11/2012 Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen voor de lokale mandatarissen HERVORMING De verhoging van de minimum leeftijds- en loopbaanvoorwaarde voor vervroegd rustpensioen Als lokale mandataris

Nadere informatie

Rustpensioenen van de overheidssector

Rustpensioenen van de overheidssector Juni 2015 Rustpensioenen van de overheidssector Pensioendienst voor de overheidssector PDOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be 2 3 Inhoudstafel Inleiding... 4 Enkele opmerkingen

Nadere informatie

Rustpensioenen van de overheidssector

Rustpensioenen van de overheidssector oktober 2013 Rustpensioenen van de overheidssector Pensioendienst voor de overheidssector PDOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be 2 3 Inhoudstafel Inleiding... 4 Enkele opmerkingen

Nadere informatie

Rustpensioenen van de overheidssector

Rustpensioenen van de overheidssector Januari 2014 Rustpensioenen van de overheidssector Pensioendienst voor de overheidssector PDOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be 2 3 Inhoudstafel Inleiding... 4 Enkele opmerkingen

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector... 1 1. Samenvatting... 2 2. Algemene regel voor het bekomen van een

Nadere informatie

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11

INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11 INHOUDSTAFEL HOOFDSTUK 1: INLEIDING 9 HOOFDSTUK 2: PENSIOENSTELSEL IN DE REGELING VOOR WERKNEMERS 11 1. VERVROEGD RUSTPENSIOEN 11 1.1. Huidige regeling 11 1.2. Onderscheid tussen pensioenrecht en pensioenberekening

Nadere informatie

Overzicht nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector

Overzicht nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector Overzicht nieuwe pensioenmaatregelen in de overheidssector 1. Overzicht van de belangrijkste wijzigingen De minimumleeftijd en loopbaanvoorwaarde om van een vervroegd rustpensioen te kunnen genieten worden

Nadere informatie

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Januari 2014

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Januari 2014 Januari 2014 De loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? ensioendienst voor de overheidssector DOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be

Nadere informatie

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN

ONDERWERP : PENSIOENHERVORMING VOOR DE MANDATARISSEN p. 1 INHOUDSTAFEL 1. LOKALE MANDATARISSEN Gelden de nieuwe loopbaan- en leeftijdsvoorwaarden inzake pensioenen ook voor de lokale mandatarissen?... 2 Waarom werd de wet van 8 december 1976 tot regeling

Nadere informatie

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel www.pensioendienst.fgov.be Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel September 2016 2 3 INHOUDSTAFEL Inleiding... 4 Enkele opmerkingen in verband met de

Nadere informatie

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent?

Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? Wat zijn de gevolgen van de pensioenhervormingen voor de personeelsleden van de UGent? DEZE TEKST IS GEBASEERD OP DE RECENTSTE REGELGEVING TOT 15 JANUARI 2012. ER ZIJN VERDER NOG EEN AANTAL MAATREGELEN

Nadere informatie

Loopbaanonderbreking. afwezigheidsperiodes. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen als ambtenaar?

Loopbaanonderbreking. afwezigheidsperiodes. Wat is de invloed ervan op mijn pensioen als ambtenaar? Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel www.pensioendienst.fgov.be Loopbaanonderbreking en afwezigheidsperiodes Wat is de invloed ervan op mijn pensioen als ambtenaar? September 2017 2 3 INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst? Overheidspensioenen in perspectief Wat brengt de toekomst? DE PENSIOENHERVORMING Hoe heeft de pensioenhervorming de toekenning, de berekening en het beheer van de pensioenen ingewikkelder gemaakt? 3 Enkele

Nadere informatie

Hoeveel bedraagt de bonus?... 5. Welke diensten geven recht op een bonus?... 5. Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6

Hoeveel bedraagt de bonus?... 5. Welke diensten geven recht op een bonus?... 5. Telt de pensioenbonus mee voor het pensioen?... 6 De pensioenbonus 2 Inhoud Inleiding... 3 Wanneer start en eindigt de opbouw van een bonus?... 4 Hoeveel bedraagt de bonus?... 5 Welke diensten geven recht op een bonus?... 5 Telt de pensioenbonus mee voor

Nadere informatie

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1)

28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) 28 DECEMBER 2011. - Wet houdende diverse bepalingen (1) TITEL 8. Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de wet

Nadere informatie

Pensioenen van de lokale mandatarissen

Pensioenen van de lokale mandatarissen Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel www.pensioendienst.fgov.be Pensioenen van de lokale mandatarissen Augustus 2018 De minimale leeftijds- en loopbaanvoorwaarde Als lokale mandataris valt

Nadere informatie

en de Wet 13 december 2012 3de pijler 2de pijler 1ste pijler De drie pensioenpijlers Individuele pensioenopbouw:

en de Wet 13 december 2012 3de pijler 2de pijler 1ste pijler De drie pensioenpijlers Individuele pensioenopbouw: Overheidspensioenen Het rustpensioen en de pensioenhervormingen Wet 13 december 2012 januari 2013 De drie pensioenpijlers i ijl 3 PENSIOENPIJLERS 1ste pijler 2de pijler 3de pijler Wettelijke pensioenen:

Nadere informatie

Pensioen Operationeel Personeel

Pensioen Operationeel Personeel Pensioen Operationeel Personeel Beknopte brochure Juridische dienst Brandweer Zone Antwerpen Noorderlaan 69, 2030 Antwerpen INHOUD INLEIDING... 3 HET RUSTPENSIOEN... 4 1.1 DRIE PRINCIPES... 4 Hoe en wanneer

Nadere informatie

Tijdschrift van de NUOD Nationale Unie van Openbare Diensten

Tijdschrift van de NUOD Nationale Unie van Openbare Diensten Afzender NUOD Viaductdam 98 2060 Antwerpen België-Belgique P.B. 2030 Antwerpen 3 BC 2152 P109294 DE PENSIOENHERVORMING EXTRA EDITIE F L A S H I N F O Tijdschrift van de NUOD Nationale Unie van Openbare

Nadere informatie

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels

WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels De Kamers hebben aangenomen

Nadere informatie

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014

Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014 Pensioenhervorming treft onderwijspersoneel zeer hard 22/10/2014 De federale regering heeft allerlei besparingsmaatregelen voor ons in petto. De maatregelen die ons het hardst zullen treffen, hebben te

Nadere informatie

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Inleiding

De loopbaanonderbreking. afwezigheidsperioden Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Inleiding De loopbaanonderbreking en afwezigheidsperioden Wat is de invloed ervan op mijn pensioen? Inleiding Zowel in de privé-sector als in de overheidssector, zijn diverse maatregelen genomen om de werknemer

Nadere informatie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen (rustpensioenen) bij de geïntegreerde politie

Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen (rustpensioenen) bij de geïntegreerde politie 25 januari 2012 www.acvpolitie.be Overzicht van de nieuwe pensioenmaatregelen (rustpensioenen) bij de geïntegreerde politie 1 In deze uiteenzetting starten we met de situatie na de politiehervorming van

Nadere informatie

Tantième en verhogingscoëfficiënt

Tantième en verhogingscoëfficiënt Hoe zit dat nu? Moeten wij nu nog langer werken? Er komt maar geen einde aan die verwarring!!! Toegegeven: pensioenen en vooral voor politiediensten, is geen gemakkelijk materie. Het volledige pensioenstelsel

Nadere informatie

Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden

Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart 2012 Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden DEEL 1 Pensioenen 1.Wat ging vooraf? 2.Gestemde pensioenmaatregelen

Nadere informatie

Loopbaanonderbreking in de openbare sector. ACV-Openbare Diensten mei 2014

Loopbaanonderbreking in de openbare sector. ACV-Openbare Diensten mei 2014 Loopbaanonderbreking in de openbare sector ACV-Openbare Diensten mei 2014 Loopbaanonderbreking Veel personeelsleden in de openbare sector hebben mogelijkheden om hun loopbaan tijdelijk te onderbreken of

Nadere informatie

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012

Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012 Pensioenen Stand van zaken op 20 januari 2012 Enkele zaken rond de pensioenregeling voor werknemers werden onlangs aangepast. We geven hier een beknopt overzicht van de nieuwe regeling zoals ze in de Wet

Nadere informatie

3 de pijler. 2 de pijler. 1 ste pijler. OVERHEIDSPENSIOENEN Politie. De drie pensioenpijlers PENSIOENPIJLERS. Individuele pensioenopbouw:

3 de pijler. 2 de pijler. 1 ste pijler. OVERHEIDSPENSIOENEN Politie. De drie pensioenpijlers PENSIOENPIJLERS. Individuele pensioenopbouw: OVERHEIDSPENSIOENEN Politie 3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers 1 ste pijler Wettelijke pensioenen: PDOS RVP ZELFSTANDIGEN 2 de pijler Aanvullende pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit:

Nadere informatie

Militantenvergadering gemeenschappelijk front d.d

Militantenvergadering gemeenschappelijk front d.d Deel 1 Pensioenen Deel 2 Beslissingen Vlaamse regering Deel 3 Woede van de vakbonden Informatievergadering voor militanten Maandag 12 maart 2012 d.d. 12 03 2012 1 DEEL 1 Pensioenen 1.Wat ging vooraf? 2.Gestemde

Nadere informatie

Overlevingspensioenen van de overheidssector

Overlevingspensioenen van de overheidssector Juni 2014 Overlevingspensioenen van de overheidssector Pensioendienst voor de overheidssector PDOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be 2 3 Inhoudstafel Inleiding... 4 Enkele opmerkingen

Nadere informatie

Rustpensioenen in de overheidssector

Rustpensioenen in de overheidssector Rustpensioenen in de overheidssector De federale regering heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd in de rustpensioenen van het overheidspersoneel. Hoe ziet de regeling er nu uit? Wat zijn de gevolgen

Nadere informatie

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR Een inleiding 3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers 1 ste pijler Wettelijke pensioenen PDOS RVP RSVZ 2 de pijler Aanvullende pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Issue

Instelling. Onderwerp. Issue Instelling Nieuwsbrief Administratief recht Stibbe www.stibbe.be Onderwerp Overlevingspensioen Issue Mei 2012 Copyright and disclaimer De inhoud van dit document kan onderworpen zijn aan rechten van intellectuele

Nadere informatie

Het rustpensioen in de openbare sector. VVOS Oost-Vlaanderen 11 december 2015

Het rustpensioen in de openbare sector. VVOS Oost-Vlaanderen 11 december 2015 Het rustpensioen in de openbare sector 1. Inleiding 2. Toegang tot het rustpensioen 3. Berekening van het rustpensioen 4. Betaling van het rustpensioen indexatie, perequatie, cumul 5. Het overlevingspensioen

Nadere informatie

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers.

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN Pensioenhervormingen Wet 28/11/2011 3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers p 1 ste pijler 2 de pijler 3 de pijler Wettelijke pensioenen:

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking

Nadere informatie

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers.

3 de pijler. 2 de pijler. p 1 ste pijler. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN. De drie pensioenpijlers. WORKSHOP OVERHEIDSPENSIOENEN september 2012 HET RUSTPENSIOEN Pensioenhervormingen Wet 28/11/2011 3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers p 1 ste pijler 2 de pijler 3 de pijler Wettelijke pensioenen:

Nadere informatie

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen

Loopbaanvoorwaarde. Minimunleeftijd. Uitzonderingen lange loopbanen je rechten op zak Wettelijk pensioen Voor de meeste Belgen op pensioenleeftijd is en blijft het wettelijk pensioen de enige bron van inkomsten. Dit is gebaseerd op de solidariteit tussen de generaties:

Nadere informatie

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS

OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS OVERZICHT INVLOEDEN REGEERAKKOORD DI RUPO I VOOR HET PERSONEEL VAN HET ONDERWIJS DE WEERSLAG OP HET RUSTPENSIOEN Als we over pensioen spreken moeten we een duidelijk onderscheid maken tussen de wettelijke

Nadere informatie

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel

Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel  Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel www.pensioendienst.fgov.be Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel Maart 2017 2 3 INHOUDSTAFEL Inleiding... 4 Enkele opmerkingen in verband met

Nadere informatie

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF

INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking

Nadere informatie

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013

NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013 NIEUWIGHEDEN OP VLAK VAN HET PENSIOEN Januari 2013 1. Inleiding Eén van de eerste beslissingen van de regering Di Rupo I, had betrekking op de hervorming van de pensioenen. Intussen werden al heel wat

Nadere informatie

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin

Titel. Inhoudstafel Tekst Begin Titel 25 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking voor wat de openbare sector betreft Bron : PERSONEEL EN ORGANISATIE.WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL

Nadere informatie

De regularisatie van de studieperioden Waar gaat het om?...en concreet?

De regularisatie van de studieperioden Waar gaat het om?...en concreet? De regularisatie van de studieperioden Waar gaat het om...en concreet Waar gaat het om De pers heeft het over 'afkopen' en de 'regularisatie' van de studieperioden, maar waar gaat het nu eigenlijk om U

Nadere informatie

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool

Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen. Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool Uw pensioen Onze zorg Over de toekomst van uw pensioen Een initiatief van sp.a Zandhoven 7 mei 2014 Greet van Gool Schema Pensioen Stand van zaken en Uitdagingen Soorten pensioenen Toekenningsvoorwaarden

Nadere informatie

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER

COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER ----------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 10 juli 2002 --------------------------------------------- COLLECTIEVE

Nadere informatie

Onderhandelingscomité Pensioenen 26/02/2015

Onderhandelingscomité Pensioenen 26/02/2015 Onderhandelingscomité Pensioenen 26/02/2015 Woensdag 25/02/2015 heeft ACV Politie nieuwe teksten ontvangen inzake een wettelijke overgangsregeling pensioenen voor de leden van de politie alsook een Koninklijk

Nadere informatie

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt.

Voor elke categorie (zie algemene methodenota) van pensioengerechtigden wordt een verdeling opgemaakt. 4 Zelfstandigenpensioenen Toestand op januari 200 In dit hoofdstuk worden de verschillende aspecten van de pensioenregeling voor zelfstandigen toegelicht: De zelfstandigenpensioenen verdeeld volgens het

Nadere informatie

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? 540 dagen na de verkiezingen heeft België een nieuwe federale regering. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wordt de nieuwe minister van pensioenen. Hieronder

Nadere informatie

Rustpensioenen in de overheidssector

Rustpensioenen in de overheidssector Rustpensioenen in de overheidssector De federale regering heeft een aantal wijzigingen doorgevoerd in de rustpensioenen van het overheidspersoneel. Hoe ziet de regeling er nu uit? Wat zijn de gevolgen

Nadere informatie

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds

PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN. 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds PENSIOENREGELING voor ZELFSTANDIGEN 65, en wat nu? Studiedienst Zenito sociaal verzekeringsfonds Inhoud Aanvraag Berekening Toegelaten activiteit I. De aanvraag Aanvraag Wie? - in België - in het buitenland

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES december 2003 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN EEN WERKNEMER Inleiding 1 a. De loopbaanduur 3 b. De werkelijke en gelijkgestelde dagen in een loopbaan 7 c. De aard van inactiviteit

Nadere informatie

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Een inleiding

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Een inleiding Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel Een inleiding Federale Pensioendienst Juni 2018 Het pensioenlandschap en de ambtenarenpensioenen 2 3 Enkele begrippen Definitie Het rustpensioen is een individuele

Nadere informatie

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding

DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. Een inleiding DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR Een inleiding 3 PENSIOENPIJLERS De drie pensioenpijlers 1 ste pijler Wettelijke pensioenen PDOS RVP RSVZ 2 de pijler Aanvullende pensioenstelsels verbonden aan de beroepsactiviteit

Nadere informatie

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen?

Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? Regeerakkoord DI RUPO I:Wat met de pensioenen? 540 dagen na de verkiezingen heeft België een nieuwe federale regering. Vincent Van Quickenborne (Open VLD) wordt de nieuwe minister van pensioenen. Hieronder

Nadere informatie

Symposium VLVO / ODVB De nieuwe pensioenregeling

Symposium VLVO / ODVB De nieuwe pensioenregeling Symposium VLVO / ODVB De nieuwe pensioenregeling Johan Janssens Adjunct-administrateur-generaal Lier, 25 april 2016 Federale Pensioendienst 15 april 2016 Agenda Vooraf: De pensioenhervorming Di Rupo Commissie

Nadere informatie

Overheidspensioenen: Het rustpensioen en de pensioenhervormingen Wet 13 december 2012

Overheidspensioenen: Het rustpensioen en de pensioenhervormingen Wet 13 december 2012 Overheidspensioenen: Het rustpensioen en de pensioenhervormingen Wet 13 december 2012 Johan Janssens, administrateur-generaal PDOS, Vzw Eekhoutcentrum, KULAK, 5 maart 2013 Inhoud van de informatiesessie

Nadere informatie

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen 1/3 STUREN NAAR: Federale Pensioendienst Beroepsactiviteit en betaalwijze - P3121 Zuidertoren 1060 BRUSSEL BELGIE Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen Nationaal

Nadere informatie

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Onderwijs

Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel. Onderwijs Rustpensioenen van het ambtenarenstelsel Onderwijs Federale Pensioendienst 8 februari 2019 Het pensioenlandschap en de ambtenarenpensioenen 2 Wettelijke pensioenstelsels Werknemersstelsel Ambtenarenstelsel

Nadere informatie

Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen. Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018

Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen. Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018 Het effect van loopbaankeuzes van vrouwen op hun pensioen Federale Dag Diversiteit 25 oktober 2018 Federale Pensioendienst 26 oktober 2018 Inleiding «Vrouwen hebben in België lage pensioenen» Feit of fake

Nadere informatie

Halftijds brugpensioen

Halftijds brugpensioen Halftijds brugpensioen //dossier Eindeloopbaan Inhoud Wat verstaat men onder halftijds brugpensioen?... 01 Onder welke voorwaarden krijgt men toegang tot het halftijds brugpensioen?... 01 Welke procedure

Nadere informatie

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord

Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord Vragen over uw pensioen en dat van uw werknemer beantwoord Dag van de Payroll Professional 2018 04-10-2018 I Nicole Meersman Agenda 1. Voorwaarden rustpensioen 2. Voorwaarden vervroegd pensioen 3. Einde

Nadere informatie

Een handleiding voor de pensioenwetgeving

Een handleiding voor de pensioenwetgeving Een handleiding voor de pensioenwetgeving Brecht Van Roey Vrije visie, eigen stem Inhoudstafel Pensioenleeftijd Pensioenberekening (werknemers) Toegelaten arbeid Netto MyPension.be Pensioenprognose ACLVB

Nadere informatie

Cumulatie van een rust- of overlevingspensioen met beroepsinkomsten

Cumulatie van een rust- of overlevingspensioen met beroepsinkomsten Cumulatie van een rust- of overlevingspensioen met beroepsinkomsten Onbeperkt bijverdienen voor gepensioneerden van 65 jaar na loopbaan van 42 jaar Vanaf 2013 mogen gerechtigden op een rustpensioen of

Nadere informatie

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet

Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet Directie reglementering Tijdskrediet en Loopbaanonderbreking Communicatie Datum 29.12.2014 Wijziging van de reglementering van het tijdskrediet In toepassing van het federaal regeerakkoord van 09.10.2014

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Ouderschapsverlof 12.07.2016 Rev. 31.07.2017 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of

Nadere informatie

Flash info Flash info Flash info

Flash info Flash info Flash info Nieuwsbrief van de ARM Elektronische nieuwsbrief van de Adviesraad van de magistratuur Flash info Flash info Flash info Pensioenstelsel van de magistraten Vervroegd pensioen Wijzigingen in navolging van

Nadere informatie

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 5; SCSZ/07/060 1 BERAADSLAGING NR. 07/017 VAN 24 APRIL 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS IN HET KADER VAN HET HERMES-PROJECT TUSSEN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN (RVP), HET RIJKSINSTITUUT

Nadere informatie

De pensioenhervorming uitgeklaard

De pensioenhervorming uitgeklaard De pensioenhervorming uitgeklaard INHOUDSTAFEL 1. HET VERVROEGD PENSIOEN... 2 1.1. SITUATIE VOOR DE HERVORMING... 2 1.2. SITUATIE VANAF 1 JANUARI 2013... 2 1.3. DE OVERGANGSMAATREGELEN... 3 1.3.1.Voor

Nadere informatie

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen

Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen 1 / 3 1.1.1 Rijksdienst voor Pensioenen Controle ~ P132 Zuidertoren 1060 BRUSSEL BELGIE Model 74(93) - Verklaring over de beroepsactiviteit en de sociale uitkeringen Nationaal nummer:.. -. 1 In te vullen

Nadere informatie

De pensioenhervorming(en): een stand van zaken op 9 juni 2015 Johan Janssens, administrateur-generaal

De pensioenhervorming(en): een stand van zaken op 9 juni 2015 Johan Janssens, administrateur-generaal De afbeelding kan momenteel niet worden weergegeven. De afbeelding kan momenteel niet worden weergegeven. De pensioenhervorming(en): een stand van zaken op 9 juni 2015 Johan Janssens, administrateurgeneraal

Nadere informatie

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan?

Welk stelsel? Wanneer met pensioen gaan? 1 Pensioen pensioen 1 Uw eerste bekommernis op pensioengerechtigde leeftijd is er vaak één van financiële aard. Aan de hand van een paar vragen proberen we u op de juiste weg te zetten voor het bekomen

Nadere informatie

Ombudsdienst Pensioenen

Ombudsdienst Pensioenen Ombudsdienst Pensioenen Tony VAN DER STEEN, Ombudsman december 2011 Ombudsdienst Pensioenen 1 De taak van de Ombudsman Klachten behandelen Bemiddelen en verzoening nastreven Suggesties en aan bevelingen

Nadere informatie

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F 2 0 1 1

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F 2 0 1 1 Welkom Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F 2 0 1 1 inhoud WAT MAG JE VERWACHTEN Soorten verlofstelsels Aanmoedigingspremie Procedure in de

Nadere informatie

Wijzigingen in de pensioenwetgeving

Wijzigingen in de pensioenwetgeving 1. Wijzigingen in de pensioenleeftijd en berekening van het pensioen 1.1. Wettelijk pensioen 1.1.1. Leeftijd In België is de wettelijke pensioenleeftijd voorlopig nog steeds 65 jaar. De startdatum van

Nadere informatie

STATISTISCHE STUDIES

STATISTISCHE STUDIES STATISTISCHE STUDIES April 2005 Inhoudstafel I. DE LOOPBAAN VAN WERKNEMERS a. De beginleeftijd van de loopbaan b. Het loopbaantype (voltijdse of deeltijdse tewerkstelling) c. De activiteitsgraad d. Einde

Nadere informatie

Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel

Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel Versie 04-03-2011 DEEL V Titel I Hoofdstuk I Haard- en standplaatstoelage Inhoudstafel 1. Samenvattende tabel 2. Wettelijke en reglementaire grondslagen 3. Begunstigden 4. Voorwaarden 4.1 Principe 4.2

Nadere informatie

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I 2 0 1 3

Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I 2 0 1 3 Welkom Verlofstelsels R E G E L I N G B I N N E N S C H O L E N G E M E E N S C H A P SAEFTINGHE V A N A F J A N U A R I 2 0 1 3 inhoud WAT MAG JE VERWACHTEN Soorten verlofstelsels Aanmoedigingspremie

Nadere informatie

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?

Overheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst? Overheidspensioenen in perspectief Wat brengt de toekomst? DE HERVORMING VAN DE OVERLEVINGSPENSIOENEN De overgangsuitkering? 3 Wijzigingen in de wet van 15 mei 1984 1. Inaanmerkingneming van wettelijke

Nadere informatie

BEDRAG VAN HET PENSIOEN

BEDRAG VAN HET PENSIOEN BEDRAG VAN HET PENSIOEN Elk burgerlijk tewerkstellingsjaar geeft recht op een jaarlijks pensioenbedrag. Dit bedrag wordt als volgt berekend : 1. men neemt de jaarlijkse bezoldiging (werkelijke en/of forfaitaire

Nadere informatie

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn

Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn 1/07/2015 1 Aanbevelingen die volledig ingewilligd zijn 1. Aanbeveling 1999/1 Aanpassing van de reglementering betreffende de betaling per overschrijving van de uitkeringen betaald door de Rijksdienst

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZG/16/199 BERAADSLAGING NR. 16/004 VAN 2 FEBRUARI 2016, GEWIJZIGD OP 4 OKTOBER 2016, MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING

Nadere informatie

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst

expertise binnen handbereik Ouderschapsverlof Opname Voorwaarde in hoofde van het kind Anciënniteit Juridische dienst Ouderschapsverlof 12.07.2016 Juridische dienst Info@salar.be Ouderschapsverlof is een thematisch verlof dat werknemers de mogelijkheid biedt de arbeidsprestaties tijdelijk te schorsen of te verminderen

Nadere informatie

BEREKENING VAKANTIEGELD

BEREKENING VAKANTIEGELD BEREKENING VAKANTIEGELD 2008 FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN WEDDEN & PENSIOENEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be INHOUDSTAFEL Inhoudstafel... 2 Berekening vakantiegeld 2008 inleiding...

Nadere informatie

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be

Ouderschapsverlof. 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be 13.04.2006 Rev. 04.06.2012 Juridische dienst info@salar.be Ouderschapsverlof De redactie en uitgever streven naar optimale betrouwbaarheid en volledigheid van de verstrekte informatie, waarvoor ze echter

Nadere informatie

BEREKENING VAKANTIEGELD

BEREKENING VAKANTIEGELD BEREKENING VAKANTIEGELD 2009 Bijwerking van 23-04-2009 FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN WEDDEN & PENSIOENEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be INHOUDSTAFEL Inhoudstafel... 2 Berekening

Nadere informatie

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO.

NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO. Nr. 1000 Brussel, 6 februari 2012 BETREFT: NIEUWE REGELS ROND TIJDSKREDIETUITKERINGEN: REGEERAKKOORD DI RUPO. De voorwaarden om recht te hebben op tijdskrediet met uitkeringen worden strenger. Die uitkeringen

Nadere informatie

BEREKENING VAKANTIEGELD

BEREKENING VAKANTIEGELD BEREKENING VAKANTIEGELD 2007 FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN WEDDEN & PENSIOENEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be INHOUDSTAFEL Inhoudstafel...2 Berekening vakantiegeld 2007 inleiding...3

Nadere informatie

BEREKENING VAKANTIEGELD

BEREKENING VAKANTIEGELD BEREKENING VAKANTIEGELD 2011 Bijwerking van 27-04-2011 FOD FINANCIEN THESAURIE DIENST BETALINGEN WEDDEN & PENSIOENEN KUNSTLAAN 30 1040 BRUSSEL www.wedden.fgov.be INHOUDSTAFEL Inhoudstafel...2 Berekening

Nadere informatie

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN

NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN Directie Human Resources Brussel, 19 april 2004 Bureau HR 124 Sectie 53 Tel. 911/52993 Nr.2.1.393 BERICHT 23 HR Uitreiking: 99 999: 0 (Reserve HR 124:25

Nadere informatie

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF

ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF ZORGKREDIET VANAF 2 SEPTEMBER 2016 EN DE MOGELIJKHEDEN VOOR ONBETAALD VERLOF ZORGKREDIET Zorgkrediet Vanaf 2 september Is een recht voor iedereen (indien voldaan aan de voorwaarden) Enkel en alleen nog

Nadere informatie