2019 no. 34 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Vergelijkbare documenten
: LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van artikel 27, vijfde lid, van de Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no.

: MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van artikel 10 van de Luchtvaartverordening (AB 1989 no. GT 58)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2013 no. 42 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Hoofdstuk 1. Definities

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijzigingen: AB 2000 no. 11; AB 2004 no. 47; AB 2010 no. 17; AB 2011 no. 41 ====================================================================

A 2011 N 45 PUBLICATIEBLAD. MINISTERIELE REGELING, MET ALGEMENE WERKING, van de 20 ste september 2011 tot wijziging van de Vrijstellingsbeschikking 1.

Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 in verband met de definitieve invoering van het begeleid rijden

2018 no. 64 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Regering van Suriname Paramaribo, 21 november Ministerie van Transport, Communicatie & Toerisme Bureau No. No.8441.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Instructies voor examinatoren voor de controle van de eisen bij vaardigheidstests, bekwaamheidsproeven en beoordelingen van vakbekwaamheid.

Hoofdstuk 1. Definities

Examenreglement voor luchtvarenden 2004 Geldend van t/m heden

==================================================================== De vergunning en de verplichtingen van de vergunninghouder.

Uittreksel van FCL ten behoeve van het invullen van de verklaringen op het aanvraagformulier van LAPL(S), LAPL(B) en SPL

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Tweede Kamer der Staten-Generaal

==================================================================== Artikel 1

2016 no. 48 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 15 september 2016 tot wijziging van de Vergunningsverordening

2012 no. 63 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA. LANDSVERORDENING van 27 december 2012 houdende regels inzake het houden van honden (Hondenverordening)

Wet op de loonvorming Wet van 12 februari 1970, houdende regelen met betrekking tot de loonvorming

Tweede Kamer der Staten-Generaal

A 2014 N 55 (G.T.) PUBLICATIEBLAD. De Gouverneur van Curaçao, de Algemene overgangsregeling wetgeving en bestuur Land Curaçao;

2019 no. 26 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Uittreksel van FCL ten behoeve van het invullen van de verklaringen op het aanvraagformulier van LAPL(S), LAPL(B) en SPL

WET OP DE MEDISCHE HULPMIDDELEN

tot wijziging van het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart in verband met de invoering van de aantekening PRO

A 2015 N 60 PUBLICATIEBLAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Intitulé : LANDSVERORDENING houdende regelen met betrekking tot het wegverkeer. Vindplaats : AB 1997 no. 18 (Inwtr. AB 2000 no.

ONTWERP IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende:

: LANDSVERORDENING houdende regels met betrekking tot het brandweerwezen. 1. Algemene bepalingen. Artikel 1

Landsverordening algemene verzekering bijzondere ziektekosten LANDSVERORDENING BEPERKING VESTIGING MEDISCHE BEROEPSBEOEFENAREN

2006 no. 14 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2019 no. 21 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Raad van de Europese Unie Brussel, 25 januari 2016 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op de artikelen 10:3 en 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

2015 no. 32 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toelichting op Verordening (EU) 1178/2011, deel FCL Gevolgen voor Nederlandse vliegers

2013 no. 31 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Regeling opleiding en examen bevoegdverklaringen AML en JAR-66 AML

Wijziging diverse regelingen op het terrein van de luchtvaart

2011 no. 29 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

: LANDSVERORDENING tot vaststelling van nieuwe voorschriften betreffende de meting van zeeschepen

motorrijtuigcategorie: categorie van motorrijtuigen vastgesteld op grond van artikel 118 van de Wegenverkeerswet 1994.

2017 no. 10 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

d. G: de categorie zweefvliegtuigen (Gliders); e. H: de categorie helikopters (Helicopters). Hoofdstuk 2. Procedurele en bijzondere bepalingen

Wet luchtvaart 1. Dit is de tekst van de Wet luchtvaart (voorheen Wet Luchtverkeer) zoals deze geldt op 1 oktober 1999

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje- Nassau, enz. enz. enz.

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

INLICHTINGEN OVER DE TOEPASSING VAN DE VERORDENINGEN NR. 1178/2011 en NR. 290/2012

Wijziging regelgeving brevettering en examinering

2014 no. 54 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Regeling erkenning opleidingsinstellingen en examinering vervoer gevaarlijke stoffen door de lucht

3 december 1992, houdende plaatsing in het

BIJLAGE. bij BESLUIT VAN DE RAAD

2016 no. 47 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

2016 no. 44 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Rapport. Datum: 1 december 2004 Rapportnummer: 2004/465

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

AB 1996 no.64 KvK 10 MEI 2011 ================================================================

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inwerkingtreding van de nieuwe regelgeving over de vergunningen voor de bemanning (Deel FCL)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

: LANDSVERORDENING houdende de instelling van een nationaal orgaan voor de erkenning van buitenlandse diploma's

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

2017 no. 76 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

AB 1990 no.gt 55 KvK 10 mei 2011 ================================================================

2015 no. 59 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 februari 2014 (OR. en) 6211/14 ADD 1 AVIATION 37

Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Citeertitel: Landsverordening bijzondere rechtspositionele bepalingen Kustwachtpersoneel. Wijzigingen: AB 2012 no. 54; (inwtr. AB 2013 no.

Koninkrijksdeel Curaçao. Wetstechnische informatie. Zoek regelingen op overheid.nl

Transcriptie:

2019 no. 34 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van 15 april 2019 ter uitvoering van artikel 20, eerste lid, van de Luchtvaartverordening (AB 1989 no. GT 58) (Landsbesluit bewijzen van bevoegdheid voor het luchtvaartpersoneel) Uitgegeven, 7 mei 2019 De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, A.C.G. Bikker

Pagina 2 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 IN NAAM VAN DE KONING! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: - dat het wenselijk is regels te stellen inzake brevetering van het luchtvaartpersoneel ter uitvoering van voorschriften vervat in het op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. 1947, H 165) en de daarbij behorende bijlage 1; - dat het wenselijk is om de huidige voorschriften voor verkrijging van bewijzen van bevoegdheid voor leden van de bemanning van vliegtuigen en helikopters en voor vliegtuigtechnicus aan te passen en op het niveau van landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te regelen; - dat het wenselijk is om voorschriften vast te stellen ter verkrijging van bewijzen van bevoegdheid voor luchtverkeersleiders; - dat het wenselijk is om vereisten voor het optreden als vluchtadviseurs vast te stellen; - dat het wenselijk is om de voorschriften ter verkrijging van de diverse bewijzen van bevoegdheid voor het luchtvaartpersoneel in één landsbesluit, houdende algemene maatregelen, op te nemen; - dat het voorts wenselijk is een verbod op te leggen op het uitoefenen van bevoegdheden verkregen met een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring indien onder invloed van alcohol, drugs of psychotrope geneesmiddelen; Gelet op: artikel 20, eerste lid, van de Luchtvaartverordening (AB 1989 no. GT 58);

Pagina 3 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Heeft, de Raad van Advies gehoord, besloten: Hoofdstuk 1 Algemene bepaling Artikel 1 In dit landsbesluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: ASE : bevoegdverklaring beoordeler (Assesor); APP : bevoegdverklaring naderingsverkeersleiding procedureel (Approach Control Procedural); APS : bevoegdverklaring naderingsverkeersleiding surveillance (Approach Control Surveillance); assistent-luchtverkeersleider : persoon bevoegd tot het geven van luchtverkeersleiding aan het luchtverkeer onder toezicht van een bevoegde praktijkinstructeur; ATPL : bewijs van bevoegdheid voor verkeersvlieger (Airline Transport Pilot Licence); AUA-66-AMTL : bewijs van bevoegdheid voor vliegtuigtechnicus (Aircraft Maintenance Technician License); bevoegdverklaring : op een bewijs van bevoegdheid aangebrachte of daarmee samenhangende en van de vergunning deel uitmakende machtiging waarin specifieke aan de vergunning verbonden voorwaarden, rechten of beperkingen zijn aangegeven; CFEL : bewijs van bevoegdheid voor boordwerktuigkundige (Cockpit Flight Engineer Licence); CRI : klassebevoegdverklaring instructeur (Class Rating Instructor); CPL : bewijs van bevoegdheid voor beroepsvlieger (Commercial Pilot Licence);

Pagina 4 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 EXM FI FSTD helikopter IFR-vlucht IR IRI luchtverkeersleider luchtschip ME MCC MCCI MPL multi-pilot luchtvaartuig OJT : bevoegdverklaring examinator (Examiner); : bevoegdverklaring vlieginstructeur (Flight Instructor); : een trainingsinstrument zijnde een volledige vluchtnabootser, een vliegtrainingsinstrument, een basis trainingsinstrument (Flight Synthetic Simulation Training Device); : gemotoriseerd luchtvaartuig met rotorbladen, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht gehouden kan worden door aërodynamische reactiekrachten op zijn rotorbladen; : vlucht waarop de algemene vliegvoorschriften alsmede de instrumentvliegvoorschriften van toepassing zijn; : bevoegdverklaring instrumentvliegen (Instrument Rating); : instructeur instrumentvliegen (Instrument Rating Instructor); : persoon, bevoegd tot het geven van luchtverkeersleiding aan het luchtverkeer; : luchtvaartuig lichter dan lucht; : meermotorig (Multi-Engine); : vluchtuitvoering door een meerhoofdige bemanning die samenwerkt als team en geleid wordt door de gezagvoerder (Multi-Crew Cooperation); : Multi-Crew Co-operation Instructor; : bewijs van bevoegdheid geldig alleen voor multi-pilot luchtvaartuig (Multi-crew Pilot Licence); : luchtvaartuig gecertificeerd voor ten minste twee bestuurders; : bevoegdverklaring praktijkinstructeur (On the Job Training instructor);

Pagina 5 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 PPL RT SE SFI single-pilot luchtvaartuig SPL STC STD STI TRI TWR vanwaardeverklaring : bewijs van bevoegdheid voor privévlieger (Private Pilot Licence); : bevoegdverklaring radiotelefonie; : eenmotorig (Single-Engine); : vlieginstructeur STD (Synthetic Flight Instructor); : luchtvaartuig gecertificeerd voor één bestuurder; : bewijs van bevoegdheid voor leerlingvlieger (Student Pilot Licence); : bevoegdverklaring plaatselijke verkeersleiding (Aerodrome Control) en naderingsverkeersleiding procedureel (Approach Control Procedural) dat de bevoegdheid geeft tot het verstrekken van luchtverkeersleiding onder toezicht van een praktijkinstructeur met een OJT bevoegdheidsverklaring; : een trainer voor vlieg- en of een ander trainingsinstrument (Synthetic Training Device); : instructeur vluchtnabootser (Synthetic Training Instructor); : typebevoegdverklaring instructeur (Type Rating Instructor); : bevoegdverklaring plaatselijke verkeersleiding (Aerodrome Control); : bewijs van toestemming voor het bedienen of onderhouden van een Arubaans luchtvaartuig met een bewijs van bevoegdheid afgegeven door de bevoegde autoriteit van een staat dat partij is bij het Verdrag van Chicago als bedoeld in artikel 8, onderdeel b, van de Luchtvaartverordening (AB 1998 no. GT 58);

Pagina 6 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 verkeersvlucht VFR-vlucht vliegtuig vrije ballon : vlucht die vervoer door een houder van een vergunning als bedoeld in artikel 13 van de Luchtvaartverordening ten doel heeft; : vlucht waarop de algemene vliegvoorschriften alsmede de zichtvliegvoorschriften van toepassing zijn; : gemotoriseerd luchtvaartuig met vaste vleugels, zwaarder dan lucht, dat hoofdzakelijk in de lucht gehouden kan worden door aërodynamische reactiekrachten op zijn vleugels; : luchtvaartuig, lichter dan lucht, niet voorzien van een voortstuwingsinstallatie en ingericht. Hoofdstuk 2 Leden van de bemanning, waaronder boordwerktuigkundigen, vliegtuigtechnici en vluchtadviseurs Artikel 2 Het is verboden op te treden als vluchtadviseur bij het voorbereiden van verkeersvluchten, zonder te hebben voldaan aan bij ministeriële regeling te bepalen vereisten. 1. Bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen Artikel 3 1. De Minister kan de volgende bewijzen van bevoegdheid afgeven: a. SPL, dat de bevoegdheid geeft, zonder vergoeding, op te treden als bestuurder van een luchtvaartuig, tijdens solovluchten, onder de volgende beperkingen: 1. onder toezicht van een persoon die over een geldig FI beschikt; 2. alleen tijdens VFR-vluchten;

Pagina 7 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 3. alleen tijdens de daglichtperiode zijnde de periode tussen zonsopgang en zonsondergang; en 4. zonder passagiers, tenzij het een andere student is tijdens een trainingsvlucht met een persoon die over een geldig FI beschikt. b. PPL, dat de bevoegdheid geeft zonder vergoeding, op te treden als eerste of tweede bestuurder van een luchtvaartuig tijdens vluchten zonder baat; c. CPL, dat de bevoegdheid geeft: 1. van PPL; 2. op te treden als eerste of tweede bestuurder tijdens vluchten tegen vergoeding, niet zijnde verkeersvluchten, of tijdens vluchten voor eigen vervoer; 3. op te treden als eerste of tweede bestuurder tijdens verkeersvluchten op single pilot luchtvaartuigen; 4. op te treden als tweede bestuurder tijdens verkeersvluchten op multi-pilot luchtvaartuigen; d. MPL, dat de bevoegdheid geeft op te treden als tweede bestuurder tijdens vluchten op multi-pilot luchtvaartuigen; e. ATPL, dat de bevoegdheid geeft: 1. van de PPL en CPL; 2. van de bevoegdverklaring IR; 3. op te treden als eerste bestuurder tijdens verkeersvluchten op multipilot luchtvaartuigen; f. CFEL, dat de bevoegdheid geeft op te treden als boordwerktuigkundige van een luchtvaartuig; g. AUA-66-AMTL, dat de bevoegdheid geeft tot het onderhouden van luchtvaartuigen en het toezicht daarop alsmede het afgeven van certificaten van vrijgave voor het gebruik van luchtvaartuigen na onderhoud. 2. De Minister houdt van de afgegeven bewijzen van bevoegdheid een register bij.

Pagina 8 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Artikel 4 1. Een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en f, met kan worden afgegeven voor de volgende categorieën luchtvaartuigen: vliegtuigen helikopters SPL X X PPL X X CPL X X MPL X ATPL X X CFEL X X 2. De Minister kan regels stelen met betrekking tot bewijzen van bevoegdheid voor het bedienen van andere categorieën luchtvaartuigen dan de in het eerste lid bedoelde categorieën luchtvaartuigen. 3. De bewijzen van bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, worden afgegeven voor ten hoogste 24 maanden en kunnen daarna worden verlengd met ten hoogste 24 maanden onder bij regeling van de Minister aan te geven beperkingen. 4. Het SPL vervalt zodra de houder daarvan een PPL heeft behaald. 5. De bewijzen van bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen b tot en met f, worden afgegeven voor onbepaalde duur. 6. De bevoegdheden die voortvloeien uit een bewijs van bevoegdheid zijn steeds beperkt tot die typen of klassen luchtvaartuigen of tot die werkzaamheden waarvoor een bijzondere bevoegdverklaring is afgegeven. Artikel 5 1. Aan de houder van een PPL, CPL, MPL of ATPL kan, al dan niet onder beperking naar soort vlucht of ervaring, één of meer van de volgende algemene bevoegdverklaringen worden afgegeven:

Pagina 9 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 a. RT, dat de bevoegdheid geeft om radiocontact met de luchtverkeersdienst of met bestuurders van andere luchtvaartuigen, te onderhouden; b. IR, dat de bevoegdheid geeft om op te treden als bestuurder gedurende IFR-vluchten; c. FI, dat de bevoegdheid geeft om vliegonderricht te geven voor: 1. de afgifte van een PPL en bijzondere bevoegdverklaringen voor SEluchtvaartuigen; 2. de afgifte van een CPL; 3. de afgifte van een IR; 4. de afgifte van bijzondere bevoegdverklaringen voor single-pilot MEluchtvaartuigen; 5. de afgifte van een FI; d. TRI, dat de bevoegdheid geeft om aan houders van een bewijs van bevoegdheid vliegonderricht te geven voor de afgifte van een bijzondere verklaring voor een multi-pilot luchtvaartuig, inclusief onderricht benodigd voor MCC; e. CRI, dat de bevoegdheid geeft om aan houders van een bewijs van bevoegdheid vliegonderricht te geven voor de afgifte van een bijzondere bevoegdverklaring voor een single-pilot luchtvaartuig; f. IRI, dat de bevoegdheid geeft om aan houders van een bewijs van bevoegdheid vliegonderricht te geven voor de afgifte van een IR; g. MCCI, dat de bevoegdheid geeft om onderricht te geven voor het praktijkgedeelte van MCC-opleidingen, wanneer dit niet wordt gecombineerd met onderricht voor een type bevoegdverklaring voor een luchtvaartuig; h. SFI, dat de bevoegdheid geeft om, vliegonderricht te geven op een FSTD voor de afgifte van een bijzonderebevoegdverklaring voor een multi-pilot luchtvaartuig; i. STI, dat de bevoegdheid geeft om, vliegonderricht te geven op een FSTD voor de afgifte van bewijs van bevoegdheid, IR, en klasse- en typebevoegdverklaring voor een single-pilot luchtvaartuig. 2. Aan de houder van een SPL kan, al dan niet onder beperkingen naar soort vlucht of ervaring, de algemene bevoegdverklaring RT worden afge-

Pagina 10 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 geven, dat de bevoegdheid geeft om radiocontact met de luchtverkeersdienst of met bestuurders van andere luchtvaartuigen te onderhouden. 3. De Minister kan regels stellen ten aanzien van de aanvraag voor een, alsmede ten aanzien van het afgegeven van algemene bevoegdverklaringen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c, d, f, h en i voor helikopters. 4. De bevoegdheden die voortvloeien uit een RT zijn steeds beperkt tot het overeenkomende bewijs van bevoegdheid van de houder. 5. De bevoegdheden die voortvloeien uit een algemene bevoegdverklaring, met uitzondering van de RT, zijn steeds beperkt tot die categorie luchtvaartuigen waarvoor de bevoegdverklaring is afgegeven. 6. Voor het verkrijgen van een algemene bevoegdverklaring RT voldoet de aanvrager overeenkomstig Bijlage 1 bij het Verdrag van Chicago aan de vereisten inzake de beheersing van de Engelse taal op niveau 4, 5 of 6. Artikel 6 1. De in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, bedoelde bevoegdverklaring wordt voor onbepaalde duur afgegeven. 2. De in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, bedoelde bevoegdverklaring wordt voor ten hoogste een jaar afgegeven. 3. De in artikel 5, eerste lid, onderdelen c tot en met i, bedoelde bevoegdverklaringen worden voor ten hoogste drie jaar afgegeven. 4. De geldigheidsduur, bedoeld in het tweede en derde lid, wordt berekend vanaf de eerste dag van de maand, volgend op de maand van afgifte. Artikel 7 1. Het is verboden een Arubaans luchtvaartuig te onderhouden zonder over het daarvoor geldige bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, of vanwaardeverklaring te beschikken. 2. Een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 3, eerste lid g, kan worden afgegeven voor de volgende klassen luchtvaartuigen:

Pagina 11 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 vliegtuigen helikopters AUA-66-AMTL X X 3. Bewijzen van bevoegdheid, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel g, kunnen met of zonder algemene of bijzondere bevoegdverklaringen worden afgegeven voor ten hoogste 2 jaar. 4. Bij ministeriële regeling kunnen algemene bevoegdverklaringen, alsmede regels met betrekking tot bewijzen van bevoegdheid voor verdere verdeling van de klasse luchtvaartuigen genoemd in het eerste lid worden vastgesteld. Artikel 8 Bij regeling van de Minister kunnen bijzondere bevoegdverklaringen, de beperkingen naar type of klasse luchtvaartuigen, ervaring, bepaalde werkzaamheden, alsmede voor de duur waarvoor zij worden afgegeven, worden vastgesteld. Artikel 9 1. De minimumleeftijd voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid bedraagt voor: a. SPL : 16 jaar; b. PPL : 17 jaar; c. CPL : 18 jaar; d. MPL : 18 jaar; e. ATPL : 21 jaar; f. CFEL : 18 jaar; g. AUA-66-AMTL : 18 jaar. 2. De minimumleeftijd voor afgifte van een bevoegdverklaring als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdelen c tot en met i, is 18 jaar.

Pagina 12 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Artikel 10 1. De Minister geeft, met inachtneming van artikelen 3 tot en met 9, op verzoek een bewijs van bevoegdheid of een bevoegdverklaring af, indien de verzoeker: a. beschikt over voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring met betrekking tot het bewijs van bevoegdheid dat of bevoegdverklaring die hij heeft aangevraagd; b. daartoe voldoende onderricht heeft genoten aan een door de Minister of door de bevoegde autoriteit van een door de Minister aangewezen staat erkende of gekwalificeerde opleidingsinstelling, en c. beschikt over een geldige medische verklaring. Bij ministeriële regeling worden nadere regels inzake voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring vastgesteld. 2. Voor de afgifte van een AUA-66-AMTL is geen medische verklaring vereist. 3. Voor de afgifte van een AUA-66-AMTL beheerst de verzoeker de Engels taal ten minste op het niveau 4. 4. De Minister geeft op het bewijs van bevoegdheid één of meer bevoegdverklaringen weer. 5. Het verzoek tot afgifte van een bewijs van bevoegdheid en bevoegdverklaring wordt gedaan op een daartoe door de Minister verstrekt aanvraagformulier. 6. Het model van het document waarop een bewijs van bevoegdheid en bevoegdverklaringen wordt weergegeven, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld. Artikel 11 1. De houder van een bewijs van bevoegdheid, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen c, d en e, die de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, is niet bevoegd op te treden als bestuurder van een luchtvaartuig tijdens verkeersvluchten.

Pagina 13 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 2. In afwijking van het eerste lid is de houder van een bewijs van bevoegdheid, als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen c, d en e, en die zich in de leeftijdscategorie van 60 tot en met 64 jaar bevindt, uitsluitend bevoegd op te treden als bestuurder van een luchtvaartuig tijdens verkeersvluchten, indien de bemanning van het luchtvaartuig bestaat uit meerdere houders van deze bewijzen van bevoegdheid en de eerstgenoemde houder de enige is in de hiervoor genoemde leeftijdscategorie. Artikel 12 De bevoegdverklaringen, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, onderdelen b tot en met i, en 8, worden voor het verstrijken van de geldigheidsduur verlengd, indien de houder van het bewijs van bevoegdheid op bij ministeriële regeling te bepalen wijze heeft aangetoond, dat hij zijn kennis, bedrevenheid en ervaring heeft behouden. Artikel 13 1. Het document waarop het bewijs van bevoegdheid en de bevoegdverklaring zijn weergegeven, wordt afgegeven voor ten hoogste vijf jaar. In afwijking van de vorige volzin wordt het document waarop de SPL of AUA- 66-AMTL wordt weergegeven, afgegeven voor de periode, bedoeld in artikel 4, derde lid, respectievelijk artikel 7, tweede lid. 2. De Minister vernieuwt een document als bedoeld in het eerste lid na afgifte of wederafgifte van een bevoegdverklaring en wanneer de ruimte, bestemd om verlengingen van bevoegdverklaringen aan te tekenen, geheel is ingevuld, en stelt nadere regels met betrekking tot de eisen voor wederafgifte van een bevoegdverklaring. 3. De Minister kan een document als bedoeld in het eerste lid vernieuwen, indien: a. het is verloren; b. het onleesbaar is; c. het beschadigd is of anderszins onbruikbaar is geworden; d. om enige administratieve reden of naar zijn oordeel dat noodza-

Pagina 14 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 kelijk is; e. een bevoegdverklaring wordt verlengd. 4. Indien een document wegens verlies is vernieuwd en het verloren document wordt teruggevonden, zendt de houder het teruggevonden document zo spoedig mogelijk aan de Minister. 5. Indien een document anders dan wegens verlies is vernieuwd, kan de Minister de houder opdragen het oorspronkelijke document binnen een week na de datum van ontvangst van het nieuwe document aan de Minister te zenden. Artikel 14 De Minister kan op verzoek en onder voorwaarden of beperkingen een bewijs van bevoegdheid dat is afgegeven door de bevoegde autoriteit in een andere bij ministeriële regeling aangewezen staat omzetten in een bewijs van bevoegdheid. Artikel 15 1. Een geldig bewijs van bevoegdheid afgegeven door het bevoegd gezag van een staat dat partij is bij het Verdrag van Chicago, kan onder door de Minister te stellen voorwaarden in aanmerking komen voor een vanwaardeverklaring. 2. Voor het verkrijgen van een vanwaardeverklaring moet de aanvrager, conform Bijlage 1 van het Verdrag van Chicago, voldoen aan de vereisten inzake het vermogen tot beheersing van de Engelse taal op niveau 4, 5, of 6. 3. Indien het buitenlands bewijs van bevoegdheid zijn geldigheid verliest, vervalt de vanwaardeverklaring van rechtswege. 4. De houder van de vanwaardeverklaring heeft de vanwaardeverklaring en het buitenlandse bewijs van bevoegdheid bij zich. 5. De vanwaardeverklaring geeft niet meer bevoegdheden dan het betrokken bewijs van bevoegdheid.

Pagina 15 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 6. Artikel 13, eerste en derde tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing op vanwaardeverklaringen. 7. De Minister houdt van de afgegeven vanwaardeverklaringen een register bij. Artikel 16 De Minister kan nadere regels stellen met betrekking tot de omzetting, bedoeld in artikel 14, en de afgifte van een vanwaardeverklaring, bedoeld in artikel 15, en de daaraan te verbinden voorwaarden of beperkingen. De regels omvatten in ieder geval bepalingen betreffende eisen inzake kennis, bedrevenheid, ervaring, leeftijd, geldigheidsduur, de intrekking en medische geschiktheid. Artikel 17 1. De houder van een SPL, PPL, CPL, MPL, ATPL en CFEL, houdt een logboek bij. Dit logboek bevat ten minste de bij ministeriële regeling vastgestelde informatie. 2. Het is de houder, bedoeld in het eerste lid, of een instructeur verboden: a. in het logboek onjuiste gegevens of onjuiste aantekeningen op te nemen, te doen opnemen of toe te laten dat zij daarin worden opgenomen; b. het logboek te beschadigen of te vernietigen, te doen beschadigen of vernietigen dan wel toe te laten, dat het wordt beschadigd of vernietigd. 2. De opleidingsinstelling Artikel 18 1. De Minister stelt regels met betrekking tot de erkenning en kwalificatie van opleidingsinstellingen. Deze regels omvatten in ieder geval bepalingen betreffende: 1. de bij de aanvraag in te dienen gegevens;

Pagina 16 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 2. de eisen inzake de organisatie en eisen inzake de opleiding; 3. de afgifte, geldigheidsduur, verlenging, intrekking en wijziging van de erkenning of de kwalificatie. 2. De Minister stelt regels met betrekking tot de erkenning of kwalificatie van FSTD's. Deze regeling omvat in ieder geval regels betreffende: a. de bij de aanvraag in te dienen gegevens; b. het onderscheid in eisen naar niveau; c. de afgifte, geldigheidsduur, verlenging, schorsing, intrekking en wijziging van de erkenning. 3. Het examen Artikel 19 1. Met een met goed gevolg afgerond opleiding aan een erkende opleidingsinstelling wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring voor de verkrijging van het bewijs van bevoegdheid of de bevoegdverklaring. 2. Degene die een opleiding aan een gekwalificeerde opleidingsinstelling heeft gevolgd, legt een examen af. Met een met goed gevolg afgelegd examen wordt aangetoond dat wordt voldaan aan de eisen met betrekking tot voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring voor het bewijs van bevoegdheid of de bevoegdverklaring. Artikel 20 1. Het examen, bedoeld in artikel 19, tweede lid, bestaat uit een theorie- en een praktijkgedeelte. 2. De Minister stelt het resultaat van het theorie- en praktijkexamen vast. 3. De examens worden afgelegd voor door de Minister geautoriseerde examinatoren. 4. De Minister stelt nadere regels met betrekking tot de autorisatie van examinatoren die in ieder geval betreffen: a. de bij de aanvraag tot autorisatie in te dienen gegevens;

Pagina 17 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 b. de afgifte, geldigheidsduur, verlenging, schorsing en intrekking van de autorisatie; c. de eisen inzake kennis, bedrevenheid en ervaring; d. het onderscheid in bevoegdheden naar soort autorisatie. Artikel 21 De Minister stelt regels omtrent: a. de wijze van examinering; b. de duur van examens en de wijze waarop examens worden uitgevoerd; c. de vaststelling van de examenopgaven voor het schriftelijke gedeelte; d. de groepen van vakken waarin examens kunnen worden afgelegd; e. het gebruik van FSTD's ten behoeve van examens; f. de aanmelding voor examens; g. de toelating tot examens; h. geheimhouding; i. het toezicht op theorie- en praktijkexamens; j. de uitsluiting van een examinandus van examens; k. de ordemaatregelen tijdens examens; l. de beoordeling van examens; m. de vaststelling van het resultaat van examens; n. de kennisgeving van de uitslag; o. de mogelijkheid van herexamens; p. het afnemen van praktijkexamens; q. de termijn waarbinnen examens moeten zijn afgelegd; r. de uitsluiting van examens; s. frequentie van het examen.

Pagina 18 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Hoofdstuk 3 Luchtverkeersleiders 1. Bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen Artikel 22 De Minister kan bewijzen van bevoegdheid afgeven voor: a. assistent-luchtverkeersleider; b. luchtverkeersleider. Artikel 23 1. De Minister geeft op de bewijzen van bevoegdheid voor luchtverkeersleider één of meer van de volgende algemene bevoegdverklaringen weer: a. APP, dat de bevoegdheid geeft tot het verstrekken van luchtverkeersleiding aan naderend, vertrekkend en doorgaand luchtverkeer in een gecontroleerd gebied zonder gebruik te maken van surveillance apparatuur; b. TWR, dat de bevoegdheid geeft tot het verstrekken van luchtverkeersleiding aan luchtverkeer en luchtvaartterreinverkeer zonder gebruik te maken van surveillance apparatuur; c. APS, dat de bevoegdheid geeft tot het verstrekken van luchtverkeersleiding aan naderend, vertrekkend en doorgaand luchtverkeer met behulp van een surveillance apparatuur; 2. De Minister kan de algemene bevoegdverklaringen, bedoeld in het eerste lid, beperken naar deelfunctie en luchtverkeersdienstverleningsgebied. 3. De Minister geeft op de bewijzen van bevoegdheid voor luchtverkeersleider, tevens één of meer van de onderstaande bijzondere bevoegdverklaringen weergeven: a. OJT, dat de bevoegdheid geeft tot het geven van praktijkinstructie op één of meer operationele posities;

Pagina 19 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 b. ASE, dat de bevoegdheid geeft tot het instellen van een onderzoek naar de kennis, bedrevenheid en ervaring van luchtverkeersleider en assistent-luchtverkeersleider door middel van een continue beoordeling; c. EXM, dat de bevoegdheid geeft tot het instellen van een onderzoek naar de kennis, bedrevenheid en ervaring van luchtverkeersleider en assistent-luchtverkeersleider door het afnemen van een examen. 4. De bijzondere bevoegdverklaringen, bedoeld in het derde lid, zijn slechts geldig in samenhang met de bij de desbetreffende bewijzen van bevoegdheid behorende algemene bevoegdverklaringen. 5. Op de bewijzen van bevoegdheid voor luchtverkeersleider en assistentluchtverkeersleider wordt de taalvaardigheid van de houder weergegeven. Artikel 24 De minimumleeftijd voor de afgifte van een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 22 bedraagt voor: a. assistent-luchtverkeersleider : 20 jaar; b. luchtverkeersleider : 21 jaar. Artikel 25 1. Een bewijs van bevoegdheid voor assistent-luchtverkeersleider wordt slechts afgegeven, indien de verzoeker over de algemene bevoegdverklaring STC, dat de bevoegdheid geeft tot het verstrekken van luchtverkeersleiding onder toezicht van een praktijkinstructeur met een OJT, beschikt. 2. Een bewijs van bevoegdheid voor luchtverkeersleider wordt slechts afgegeven, indien de houder over minstens één algemene bevoegdverklaring beschikt. 3. De Minister geeft, met inachtneming van de artikelen 22 tot en met 24, op verzoek een bewijs van bevoegdheid of een bevoegdverklaring af, indien de verzoeker: a. voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen eisen inzake kennis, bedrevenheid en ervaring;

Pagina 20 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 b. daartoe voldoende onderricht heeft genoten aan een door de Minister of door de bevoegde autoriteit van een door de Minister aangewezen staat erkende opleidinginstelling; c. beschikt over een geldige medische verklaring; d. voldoet aan de vereisten voor taalvaardigheid overeenkomstig Bijlage 1 bij het Verdrag van Chicago inzake het vermogen tot beheersing van de Engelse taal op de niveaus 4, 5 of 6; en e. beschikt over een positieve psychologische beoordeling, niet ouder dan drie maanden en die is afgegeven door een door de Minister aangewezen psycholoog of een psychologische instantie die met het verrichten van de psychologische beoordeling is belast. Artikel 26 1. Een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 22, onderdeel a, wordt voor één jaar afgegeven. 2. Een bewijs van bevoegdheid als bedoeld in artikel 22, onderdeel b, wordt voor onbepaalde duur afgegeven. 3. Een algemene bevoegdverklaring als bedoeld in artikel 23, eerste lid, wordt voor zes maanden afgegeven. 4. Een bijzondere bevoegdverklaring als bedoeld in artikel 23, derde lid, wordt voor zesendertig maanden afgegeven. 5. De termijnen, bedoeld in het derde en vierde lid, worden door de Minister met eenzelfde termijn verlengd, indien de houder heeft aangetoond dat hij de daartoe vereiste kennis, bedrevenheid en ervaring heeft behouden en beschikt over een geldige medische verklaring. Bij ministeriële regeling worden regels vastgesteld met betrekking tot de kennis, de bedrevenheid en de ervaring, waaraan degene, die luchtverkeersdienstverlening geeft, dient te voldoen om zijn bewijs van bevoegdheid te verlengen. 6. Het bewijs van bevoegdheid voor assistent-luchtverkeersleider vervalt van rechtswege indien aan de houder daarvan een bewijs van bevoegdheid voor luchtverkeersleider met ten minste één algemene bevoegdverklaring is afgegeven.

Pagina 21 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 7. De geldigheidsduur, bedoeld in het eerste tot en met vierde lid, wordt berekend vanaf de dag van afgifte. 8. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op vanwaardeverklaringen. Artikel 27 1. Het model van het document waarop de bewijzen van bevoegdheid en bevoegdverklaringen voor luchtverkeersleider en assistent-luchtverkeersleider worden weergegeven, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld. 2. De Minister kan het document van het bewijs van bevoegdheid vernieuwen, indien: a. het is verloren; b. het onleesbaar is; c. beschadigd of anderszins onbruikbaar is geworden; d. om enige administratieve reden of naar zijn oordeel dat noodzakelijk is; e. een bevoegdverklaring wordt verlengd. 3. Indien het document wegens verlies is vernieuwd en het verloren document wordt teruggevonden, zendt de houder het teruggevonden document zo spoedig mogelijk aan de Minister. 4. Indien een document anders dan wegens verlies is vernieuwd, kan de Minister de houder opdragen het oorspronkelijke document binnen een week na de datum van verzending van het nieuwe document aan de Minister te zenden. 5. Het eerste en tweede lid, is van overeenkomstige toepassing op vanwaardeverklaringen. 6. De in artikel 15 eerste tot en met vijfde lid is overeenkomstig van toepassing voor het afgeven van vanwaardeverklaring voor luchtverkeersleiders. 7. De Minister houdt van de afgegeven vanwaardeverklaringen een register bij.

Pagina 22 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 2. Opleiding Artikel 28 1. De Minister stelt regels met betrekking tot de erkenning van opleidingsinstellingen. Deze regels omvatten in ieder geval bepalingen betreffende: a. de bij de aanvraag in te dienen gegevens; b. de eisen inzake de opleiding; c. de afgifte, geldigheidsduur, intrekking en wijziging van de erkenning. 2. De Minister stelt regels vast met betrekking tot de kwalificatie van STD s voor luchtverkeersleider. Artikel 18, tweede lid, tweede volzin, is van overeenkomstige toepassing. 3. Het examen Artikel 29 1. Degene die een opleiding aan een erkende opleidingsinstelling als bedoeld in artikel 28 heeft gevolgd, legt een examen af. Met een met goed gevolg afgelegd examen wordt aangetoond dat is voldaan aan de eisen met betrekking tot voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring, bedoeld in artikel 25, derde lid, onderdeel a. 2. Het examen bestaat uit: a. een theoretisch onderzoek naar kennis; b. een praktisch onderzoek naar kennis, bedrevenheid en ervaring. 3. Het eerste en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op het vermogen tot beheersing van de Engelse taal, bedoeld in artikel 25, derde lid, onderdeel d. 4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld met betrekking tot het examen.

Pagina 23 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Artikel 30 1. De Minister stelt het resultaat van het theorie- en praktijkexamen vast. 2. De examens ter verkrijging van de bewijzen van bevoegdheid, bedoeld in artikel 22, en van de daarbij behorende bevoegdverklaringen worden afgelegd voor een examinator met een EXM bevoegdverklaring of een door de minister aangewezen ambtenaar bij de Directie Luchtvaart. Hoofdstuk 4 Algemene gezondheidstoestand; verbod gebruik alcohol, drugs en psychotrope geneesmiddelen Artikel 31 Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring verboden werkzaamheden op basis daarvan te verrichten wanneer de houder daardoor in verband met zijn lichamelijke of geestelijke gesteldheid de veiligheid van het luchtverkeer in gevaar kan brengen. Artikel 32 1. Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring verboden werkzaamheden op basis daarvan te verrichten terwijl hij verkeert onder zodanige invloed van een stof, waarvan hij weet of redelijkerwijze moet weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de vaardigheid voor het verrichten van die werkzaamheden kan verminderen, dat hij niet in staat moet worden geacht die werkzaamheden naar behoren te verrichten. 2. Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring verboden werkzaamheden op basis daarvan te verrichten, indien hij binnen de tien daaraan voorafgaande uren alcoholhoudende drank heeft gebruikt.

Pagina 24 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 3. Het is de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring verboden werkzaamheden op basis daarvan te verrichten na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank dat: a. het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan negentig microgram (90μg) alcohol per liter uitgeademde lucht, dan wel b. het alcoholgehalte van zijn bloed bij een onderzoek hoger blijkt te zijn dan een vijfde milligram (0,2 mg) alcohol per milliliter bloed. 4. Het is een lid van de bemanning of een ieder ander die werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig verricht als bedoeld in artikel 8a, onderdeel b, van de Luchtvaartverordening verboden werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig te verrichten gedurende de tijd, waarvoor een rijverbod als bedoeld in artikel 25, eerste lid, van Landsverordening wegverkeer (AB 1997 no. 18) geldt. 5. Het is verboden een persoon bedoeld in het vierde lid van dit artikel, van wie men weet of redelijkerwijs moet weten, dat deze verkeert in een toestand als bedoeld in het eerste of derde lid of in artikel 31, werkzaamheden aan boord van een luchtvaartuig te doen verrichten. 6. Het eerste, derde, vierde en vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de vluchtadviseurs. Artikel 33 1. Op de eerste vordering van een opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 23a van de Luchtvaartverordening is de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring of de vluchtadviseur verplicht zijn medewerking te verlenen aan een voorlopig onderzoek van uitgeademde lucht en daartoe, volgens de opsporingsambtenaar te geven aanwijzingen, ademlucht te blazen in een door de opsporingsambtenaar aangewezen apparaat. 2. Bij verdenking dat de houder van een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring of de vluchtadviseur in strijd heeft gehandeld met artikel 32, derde lid, kan de opsporingsambtenaar hem of haar bevelen zijn me-

Pagina 25 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 dewerking te verlenen aan een onderzoek als bedoeld in artikel 32, derde lid, onderdeel a. 3. De verdachte aan wie het in het tweede lid bedoelde bevel is gegeven is verplicht ademlucht te blazen in een apparaat van een soort en type, opgenomen in een ministeriële regeling, en gevolg te geven aan alle door de opsporingsambtenaar ten dienste van het onderzoek gegeven aanwijzingen. 4. De in het derde lid bedoelde verplichtingen gelden niet voor de verdachte van wie aannemelijk is, dat het verlenen van een ademonderzoek voor hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. 5. In het geval bedoeld in het vierde lid, dan wel indien de medewerking van de verdacht niet heeft geleid tot een voltooid ademonderzoek, kan de opsporingsambtenaar de verdachte vragen toestemming te verlenen tot het door een arts doen verrichten van een onderzoek als bedoeld in artikel 32, derde lid, onderdeel b. Gelijke bevoegdheid heeft de opsporingsambtenaar, indien het vermoeden bestaat dat de verdachte onder invloed van een andere in artikel 32, eerste lid, bedoelde stof verkeert. 6. Indien de verdachte zijn op grond van het vijfde lid gevraagde toestemming niet verleent, kan de officier van justitie of een hulpofficier van justitie hem bevelen zich te onderwerpen aan een onderzoek van zijn bloed. 7. De verdachte aan wie een bevel als bedoeld in het zesde lid, is gegeven, is verplicht aan dit bevel gevolg te geven en zijn medewerking te verlenen. Van hem wordt door een arts zoveel bloed afgenomen, als voor het onderzoek en een tegenonderzoek noodzakelijk is. 8. De in het zevende lid genoemde verplichtingen gelden niet voor de verdachte van wie aannemelijk is, dat afname van bloed bij hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. 9. Indien de verdachte niet in staat is zijn wil kenbaar te maken, kan hem met toestemming van de officier van justitie of een hulp-officier van justitie, door een arts de in het zevende lid bedoelde hoeveelheid bloed worden afgenomen, tenzij aannemelijk is dat dit bij hem om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is. Een onderzoek van het bloed vindt in dat geval niet plaats, dan nadat de verdachte in de gelegenheid is gesteld zijn toestemming daartoe te geven. Zo nodig kan hem, overeenkom-

Pagina 26 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 stig het zesde lid, worden bevolen zijn toestemming te verlenen. De verdachte aan wie een zodanig bevel is gegeven, is verplicht daaraan zijn medewerking te verlenen. Indien de verdachte weigert zijn toestemming te verlenen, wordt de gehele hoeveelheid afgenomen bloed vernietigd. 10. De in het achtste lid bedoelde verdachte is verplicht mede te werken aan een door de officier van justitie of een hulp-officier van justitie bevolen onderzoek, ten einde op andere wijze dan door adem- of bloedonderzoek het gebruik van de in artikel 32, eerste lid, bedoelde stoffen of het in artikel 32, derde lid, onderdeel b, genoemde gehalte vast te stellen. 11. De Minister kan nadere regels stellen omtrent de wijze van toepassing van de voorgaande leden. Hoofdstuk 5 Medische verklaring Artikel 34 1. De Minister geeft op aanvraag een medische verklaring als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, en artikel 25, derde lid, onderdeel c, al dan niet onder beperkingen, af, indien de verzoeker voldoet aan de eisen van medische geschiktheid om de werkzaamheden te verrichten, waarvoor betrokkene een bewijs van bevoegdheid of bevoegdverklaring heeft aangevraagd. 2. De Minister wijst geneeskundigen of geneeskundige instanties voor 3 jaar aan die met het verrichten van medische keuringen worden belast. 3. Een medische verklaring wordt afgegeven aan degene, die zulk een verklaring heeft aangevraagd, nadat hij is gekeurd door een krachtens het tweede lid aangewezen geneeskundige of geneeskundige instantie. 4. De Minister kan medische verklaringen afgegeven door de bevoegde autoriteit van een door hem bij ministeriële regeling aan te wijzen staat erkennen als geldige medische verklaring. 5. De Minister stelt regels met betrekking tot in ieder geval: a. de aanvraag tot keuring;

Pagina 27 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 b. de oproep voor en de aanmelding bij de keuring; c. de ten behoeve van de afgifte van een medische verklaring te verrichten keuring; d. de anamnese; e. de kennisgeving van de uitslag; f. de eisen van medische geschiktheid en de beperkingen waaronder de medische verklaring kan worden afgegeven; g. de afgifte en verlenging van de medische verklaring; h. de eisen waaraan een geneeskundige of een geneeskundige instantie moeten voldoen om tot het verrichten van medische keuring te kunnen worden aangewezen; i. de verplichtingen van de houder van de medische verklaring of van een geneeskundige of een geneeskundige instantie; j. de erkenning van in het buitenland verrichte keuringen; k. de schorsing en intrekking van de medische verklaring. 6. De medische verklaring is ongeldig gedurende de periode dat de gezondheidstoestand van de houder zodanig is, dat deze niet meer in staat is de werkzaamheden, waarvoor hem een bewijs van bevoegdheid is verleend, te verrichten. Artikel 35 1. De geldigheidsduur van een medische verklaring, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, wordt bij ministeriële regeling vastgesteld. 2. De geldigheidsduur van medische verklaringen, bedoeld in artikel 25, derde lid, onderdeel c, bedraagt voor een assistent-luchtverkeersleider ten hoogste 24 maanden. De geldigheidsduur van medische verklaringen voor een luchtverkeersleider bedraagt ten hoogste 48 maanden indien de betrokkene jonger dan 40 jaar is, 24 maanden indien de betrokkene tussen 40 en 50 jaar is en 12 maanden indien de betrokkene 50 jaar of ouder is. 3. Bij ministeriële regeling worden regels vastgesteld met betrekking tot de afgifte, verlenging schorsing en intrekking van een medische verklaring.

Pagina 28 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Hoofdstuk 6 Schorsing en intrekking Artikel 36 1. De Minister kan, onder vermelding van de redenen, een bewijs van bevoegdheid of vanwaardeverklaring dan wel een daarop weergegeven bevoegdverklaring schorsen wanneer: a. een ernstig vermoeden bestaat, dat de houder van het bewijs van bevoegdheid of de vanwaardeverklaring niet over voldoende kennis, bedrevenheid en ervaring ervoor beschikt; b. een ernstig vermoeden bestaat, dat de houder van het bewijs van bevoegdheid of de vanwaardeverklaring bij het verrichten van de hem toegestane werkzaamheden de veiligheid in gevaar kan brengen; c. een ernstige vermoeden bestaat, dat de houder van het bewijs van bevoegdheid of de vanwaardeverklaring luchtvaartvoorschriften heeft overtreden; d. niet in het bezit is van een geldige medische verklaring; e. de houder van het bewijs van bevoegdheid of de vanwaardeverklaring deze niet bij zich heeft bij het uitvoeren van zijn werkzaamheden. 2. De Minister neemt het document waarop het geschorste bewijs van bevoegdheid, de vanwaardeverklaring of de geschorste bevoegdverklaring is weergegeven in. De houder van het betrokken document is verplicht hieraan alle medewerking te verlenen. In geval van schorsing van één of meer bevoegdverklaringen verstrekt de Minister een aan de schorsing aangepast document. 3. De Minister heft de schorsing op zodra de redenen, die tot de schorsing hebben geleid, zijn komen te vervallen. 4. De Minister kan een aanwijzing als bedoeld in artikel 34, tweede lid, schorsen, wanneer een ernstig vermoeden rijst, dat de houder van de autorisatie niet langer voldoet aan de krachtens het vijfde lid, onderdeel g, van dat artikel vastgestelde vereisten.

Pagina 29 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 5. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in de artikelen 20, derde lid, en 30, vierde lid. 6. Indien een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een bevoegdverklaring is geschorst op één van de in het eerste lid, onderdelen a of b, bedoelde gronden, kan de Minister bepalen dat de houder zich opnieuw aan een door de Minister aan te geven examen onderwerpt, dat beperkt kan blijven tot één of enkele onderdelen of zich aan een psychologische beoordeling onderwerpt. De schorsing wordt opgeheven bij het met goed gevolg afleggen van het examen of bij een positieve psychologische beoordeling. 7. Indien een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een bevoegdverklaring is geschorst op grond van het eerste lid, onderdeel d, wordt de schorsing opgeheven bij opnieuw gebleken medische geschiktheid. 8. Schorsing van het bewijs van bevoegdheid of de vanwaardeverklaring betekent schorsing van op het document weergegeven bevoegdverklaringen voor de duur van die schorsing. 9. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld met betrekking tot de procedure van schorsing. Artikel 37 1. De Minister kan een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een bevoegdverklaring intrekken: a. op verzoek van de houder; b. wanneer het bewijs van bevoegdheid, de vanwaardeverklaring of de daarop weergegeven bevoegdverklaring ten minste drie maanden is geschorst; c. wanneer gedurende een periode van ten minste 24 maanden de houder van een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een bevoegdverklaring als bedoeld in de artikelen 7 respectievelijk 8 geen gebruik ervan maakt; d. wanneer gedurende een periode van ten minste 6 maanden de houder van een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een be-

Pagina 30 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 voegdverklaring als bedoeld in de artikelen 22 respectievelijk 23 of van een STC geen gebruik ervan maakt; e. wanneer gedurende een periode van ten minste 12 maanden de houder van een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of een bevoegdverklaring als bedoeld in de artikelen 3 respectievelijk 5 of 8 geen gebruik ervan maakt; f. wanneer bij de aanvraag of het verzoek om verlenging van het bewijs van bevoegdheid, de vanwaardeverklaring, de bevoegdverklaringen of de medische verklaring onjuiste gegevens zijn verstekt. 2. Indien een bewijs van bevoegdheid, vanwaardeverklaring of één of meer bevoegdverklaringen van de houder daarvan zijn ingetrokken, is hij verplicht het document, waarop deze bevoegdheden zijn weergegeven, onverwijld bij de Minister in te leveren. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op een autorisatie als bedoeld in de artikelen 20, derde lid, en 30, vierde lid. 4. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op een aanwijzing als bedoeld in artikel 34, tweede lid. 5. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld met betrekking tot de procedure van intrekking. Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen Artikel 38 Bewijzen van bevoegdheid, vanwaardeverklaringen, algemene bevoegdverklaringen of bijzondere bevoegdverklaringen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit geldig zijn, behouden hun geldigheid voor de in deze documenten genoemde termijn.

Pagina 31 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 Artikel 39 Medische verklaringen die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit landsbesluit geldig zijn, behouden hun geldigheid voor de in de verklaring genoemde termijn. Artikel 40 Degene die met ingang van de dag van inwerkingtreding van dit landsbesluit als geneeskundige of geneeskundige instantie voor het verrichten van medische keuringen of als examinator is aangewezen, behoudt die bevoegdheid voor de duur van die aanwijzing. Artikel 41 Het Landsbesluit luchtvaartexamens (AB 1993 no. GT 17) en de Regeling brevettering en vluchtuitvoering (AB 1995 no. 73) worden ingetrokken. Artikel 42 1. Dit landsbesluit treedt in werking op een bij landsbesluit te bepalen tijdstip.

Pagina 32 Afkondigingsblad van Aruba 2019 no. 34 2. Het kan worden aangehaald als Landsbesluit bewijzen van bevoegdheid voor het luchtvaartpersoneel. Gegeven te Oranjestad, 15 april 2019 J.A. Boekhoudt De minister van Transport, Communicatie en Primaire Sector, C.V.J. Romero De minister van Justitie, Veiligheid en Integratie, A.C.G. Bikker