PERMANENT ONDERZOEK LEEFSITUATIE module Gezondheid en Arbeid 2003 DOCUMENTATIE Inhoudsopgave Inleiding pagina 1
1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek 1.2 Onderzoeksopzet 1.3 Opdrachtgever 1.4 Historie 1.5 Revisie van de gezondheidsvragen in 2001 2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie 2.2 Steekproefkader 2.3 Steekproeftrekking 2.4 Steekproefomvang 3. Veldwerk 4. Verwerking 5. Ophoging 5.1 Methodiek 5.2 Hulpvariabelen en weegschema s module Gezondheid en arbeid 6. Kwaliteit 7. Beveiliging Mondelinge vragenlijst POLS module Gezondheid en Arbeid 2003 ZIE: GEZO_MONDELING_2003.DOC Schriftelijke vragenlijst POLS module Gezondheid en Arbeid 2003 ZIE: GEZO_SCHRIFTELIJK_2003.PDF pagina 2
Inleiding De informatie die in deze documentatie is opgenomen gaat specifiek in op de bijzonderheden die gelden voor de genoemde module (GEZO) en vult in dat opzicht de algemene documentatie voor POLS 2003 aan. Waar er voor de onderwerp-specifieke modules geen sprake is van afwijkingen van procedures of activiteiten ten opzichte van het algemene onderzoek POLS wordt dan ook verwezen naar de algemene documentatie. Voor de duidelijkheid wordt de structuur van de algemene documentatie aangehouden zodat gebruikers eenvoudig kunnen zien waar er sprake is van bijzonderheden. 1. Doelstellingen onderzoek 1.1 Doel onderzoek Het specifieke doel van de module Gezondheid en Arbeid is het schetsen van een zo volledig mogelijk overzicht van ontwikkelingen in: de gezondheidstoestand, het gebruik van medische en maatschappelijke voorzieningen, de leefstijl, waaronder arbeidsomstandigheden en het preventief gedrag van de Nederlandse bevolking van 0 jaar en ouder in particuliere huishoudens. 1.2 Onderzoeksopzet Voor informatie over de onderzoeksopzet voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 1.3 Opdrachtgever Een van de thema s binnen de module Gezondheid en Arbeid heeft betrekking op arbeidsomstandigheden. Op verzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zijn rondom het onderwerp arbeidsomstandigheden een aantal additionele vragen opgenomen. 1.4 Historie In 1981 is het CBS gestart met de continue Gezondheidsenquête. Tot 1997 werd de Gezondheidsenquête steeds als een afzonderlijk onderzoek uitgevoerd. Vanaf 1997 is de de enquête ondergebracht in POLS en wordt daar integraal voortgezet in de module Gezondheid en Arbeid. Mensen die deel uitmaken van de werkzame beroepsbevolking krijgen in deze module nog eens extra vragen gesteld over hun arbeidsomstandigheden. Op hun beurt vormen deze vragen een integrale voortzetting van het themablok kwaliteit van de arbeid zoals dat tot 1997 deel uitmaakte van het toenmalige Doorlopend Leefsituatie Onderzoek. De vragen naar gezondheid hebben betrekking op drie hoofdonderwerpen, te weten: medische consumptie, gezondheid en aandoeningen en leefstijlen en preventieve maatregelen. 1.5 Revisie van gezondheidsvragen in 2001 pagina 3
Op verzoek van de Centrale Commissie voor de Statistiek is in 1999 een begin gemaakt met de uitwerking van een revisievoorstel voor de gezondheidsonderdelen gezondheid en aandoeningen en leefstijlen en preventieve maatregelen. Doelstelling van de revisie was de deels verouderde gezondheidsvragen dusdanig aan te passen dat ze beter aansluiten bij internationale standaarden en actuele wetenschappelijke inzichten. Ten behoeve van de revisie is een werkgroep Revisie POLS- Gezondheidsenquête opgericht. In deze werkgroep hadden naast CBS-ers medewerkers van diverse belangrijke onderzoeksinstanties op het terrein van gezondheid en gezondheidsbeleid zitting. De participerende instanties waren RIVM, NIVEL, TNO-PG, SCP, UvA, EUR en KUN. De overeengekomen revisies van gezondheidsvragen zijn vastgelegd in een nota van Van den Berg & Van de Wulp (2000). Vanaf 2001 is de gereviseerde Gezondheidsenquête in het veld. Het spreekt vanzelf dat de revisie tot allerhande trendbreuken heeft geleid. Deze trendbreuken maar ook de inzichten van methodologische analyse naar de meetkwaliteit van het gereviseerde gezondheidsinstrumentarium staan beschreven in de CBS-nota Plausibiliteit nieuwe metingen algemene gezondheid en leefstijlen 2001. De revisie had betrekking op de volgende vragenblokken. Generieke gezondheidsmaat bevolking 12+ Aan het schriftelijke deel van de Gezondheidsenquête is een internationale standaard van een generieke gezondheidsmaat voor de bevolking van 12 jaar en ouder toegevoegd. Gekozen is voor de S(hort) F(ormat)-12. De SF-12 voorziet in een samengestelde maat voor fysieke gezondheid en een voor mentale gezondheid. Om psychische gezondheid uitvoeriger te kunnen meten is bovendien besloten aan de SF-12 drie aanvullende psychologische items uit de uitgebreidere SF-36 toe te voegen. Daarmee omvat de vragenlijst nu ook de volledige standaardmeting van de Mental Health Inventory op basis van 5 basisitems, ofwel de zogeheten MHI-5. De SF-12 plus de drie psychologische items kwamen in de plaats van de vroegere gehanteerde, psychologische items van de Affect Balance Scale en deels als aanvulling op de vraag naar de ervaren gezondheid. Vanwege de internationale vergelijkbaarheid gaf de werkgroep Revisie POLS-Gezondheidsenquête de voorkeur aan deze nieuwe internationale standaard. Daarnaast vond men het nieuwe meetinstrument beter aansluiten bij actuele wetenschappelijke inzichten. Generieke gezondheidsmaat kinderen Ook werd het noodzakelijk geacht een internationale standaard van een generieke gezondheidsmaat voor kinderen van 4 tot 12 jaar aan het mondelinge deel van de Gezondheidsenquête toe te voegen. De keuze viel op de zogeheten CHQ-PF28, ofwel de Child Health Questionaire-Parent Form, gebaseerd op 28 standaard items. Deze lijst voorziet in twee omvattende schaal en 14 deelschalen voor de gezondheid van kinderen. Ervaren gezondheid Deze kernvraag van vroegere gezondheidsonderzoeken is vanaf 2001 gewijzigd. Overeenkomstig de internationale standaard zijn de vroegere asymmetrische antwoordcategorieën symmetrisch gemaakt. Daarnaast zijn in het kader van de opname van generieke gezondheidsmaten voor kinderen (4-12 jaar) en personen van 12 jaar en ouder anders geformuleerde vragen naar ervaren gezondheid gesteld. De gereviseerde Gezondheidsenquête bevat dus drie vragen naar ervaren gezondheid tegen slechts één vraag in de vroegere enquêtes. Langdurige aandoeningen Zowel bij de personen van 12 + (schriftelijk deel) en kinderen jonger dan 12 (mondeling deel) zijn de vroegere vraagstellingen naar langdurige aandoeningen voor het merendeel gewijzigd. Daarbij is enerzijds sprake van meer gedetailleerde vraagstelling over aard en ernst van bepaalde aandoeningen (suikerziekte, hartziekten en kanker) en anderzijds van vragen naar andere aandoeningen dan voorheen. pagina 4
Kortdurende aandoeningen Hier gaat het om een geheel nieuw toegevoegd blok over infectueuze aandoeningen bij personen van 12 jaar en ouder (schriftelijk). Ruimte in de schriftelijke vragenlijst, maar ook in het mondelinge deel voor personen jonger dan 12 jaar, is verkregen door de, vanuit de wetenschappelijke optiek, verouderde VOEG uit het onderzoek te verwijderen. Veel voorkomende gezondheidsklachten De voorheen gehanteerde VOEG-items refereerden deels aan veel voorkomende gezondheidsklachten. Een vijftal klachten, verwijzend naar ongewone vermoeidheid, is in het mondelinge deel gehandhaafd. Wel zijn deze vragen anders geformuleerd dan de hiermee corresponderende VOEG-vragen. In tegenstelling tot de VOEG-vragen waar de referentieperiode onbestemd bleef, kennen de nieuwe vragen een referentieperiode van 14 dagen. Functiebeperkingen De vroegere OECD (schriftelijk) en ADL vragen (mondeling), refererend naar langdurige functiebeperkingen c.q. hulpbehoevendheid, blijven integraal gehandhaafd. Wel is een nieuw OECD-item over verstaanbaarheid toegevoegd en zijn bepaalde ADL-vragen die eerder alleen aan personen van 55 jaar en ouder werden gesteld, nu ook aan personen in de leeftijd van 12 tot en met 55 jaar gesteld. Een aanmerkelijke uitbreiding heeft plaatsgevonden in de specificatie van hulpmiddelen bij functiebeperkingen (schriftelijk deel). Ongezonde leefstijlen De schriftelijke vragen naar alcoholconsumptie bij personen van 12 jaar en ouder bleven ongewijzigd. Wel zijn een aantal nieuwe vragen toegevoegd over gemiddeld dagelijks drankgebruik op een door-de-weekse-dag en in het weekend. De rookvragen zijn voor het merendeel gewijzigd. Bovendien worden nu de rookvragen niet meer schriftelijk maar mondeling gesteld aan personen van 12 jaar en ouder. In het schriftelijk deel is een geheel nieuw vragenblok over bewegen toegevoegd. Hiermee kunnen metabolische ratio s van de hoofdvormen van bewegen en in het dagelijkse leven en daarmee van de totale lichamelijke activiteit worden berekend. Psychische klachten Behalve de eerder genoemde MHI-5 zijn ook twee geheel nieuwe vragen naar angststoornissen en depressies toegevoegd aan het schriftelijke deel van de POLS-module Gezondheid en arbeid. Preventieve voorzieningen (schriftelijk) Alleen de vragen naar griepvaccinaties bleven ongewijzigd. Hoewel er geen wijzigingen in vraagtekst hebben plaatsgevonden is het aantal vragen naar uitstrijkjes bij vrouwen vanaf 20 jaar iets ingeperkt. Ook het aantal vragen naar screening op borstkanker is iets ingeperkt. Daarbij zijn enkele vragen thans iets anders geformuleerd en zijn ook deels andere antwoordcategorieën gehanteerd. Bovendien worden deze vragen nu alleen aan vrouwen vanaf 30 gesteld. Vroeger was dat vanaf 20 jaar. Geheel nieuw zijn de schriftelijke vragen naar screening op prostaatkanker voor mannen vanaf 40 jaar. 2. Steekproef 2.1 Doelpopulatie De doelpopulatie van de module Gezondheid en Arbeid is de in Nederland woonachtige bevolking van 0 jaar en ouder in particuliere huishoudens. POLS is gebaseerd op een personensteekproef uit pagina 5
de Gemeentelijke Basis-Administratie. Alleen personen die wonen buiten instellingen en tehuizen in Nederland worden daadwerkelijk benaderd voor deelname aan het onderzoek. 2.2 Steekproefkader Voor informatie over het steekproefkader voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 2.3 Steekproeftrekking Voor informatie over de steekproeftrekking voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 2.4 Steekproefomvang Het continue karakter van de enquête wordt verkregen door het veldwerk evenredig gespreid over het kalenderjaar uit te voeren. De totale steekproefomvang voor POLS in 2003 is 59.961 personen groot; voor de module Gezondheid en Arbeid is dit 20.623. De steekproef is uitgezet in 12 nagenoeg gelijke maandporties. Een maandportie POLS omvatte gemiddeld 5.000 personen; voor GEZO gaat het om circa 1.700 personen per maand. De beoogde steekproefomvang voor de module Gezondheid en Arbeid bedroeg in 2003 netto 10 000 personen van 0 jaar en ouder. Van de 16.950 personen die benaderd werden waren er uiteindelijk 9.876 bereid daadwerkelijk deel te nemen. De respons voor de module Gezondheid en Arbeid bedroeg in 2003 58% en komt hiermee 3 procentpunten lager uit dan in 2002. Overzicht 1. Steekproef, uitzet en respons van module GEZO en POLS totaal 2003 Onderzoek Gewenste respons Steekproef Uitzet Respons absoluut % van uitzet GEZO 10.000 20.623 16.950 9.876 58,3% BASIS 26.500 56.961 44.838 25.163 56,1% 3. Veldwerk Voor informatie over het veldwerk, de screening en uitzet van de steekproef, het opleidingstraject van het enquêtecorps en de evaluatie van het veldwerk voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 4. Verwerking Voor informatie over interne gegevensverwerkingsproces van POLS voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 5. Ophoging 5.1 Methodiek pagina 6
Voor informatie over de toegepaste ophogingsmethodiek in POLS voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 5.2 Hulpvariabelen en weegschema s Wat de notatie van de weegschema s betreft betekent een plusteken + dat de verdeling van de betrokken variabele(n) in de ophoging wordt meegenomen maar dat - in tegenstelling tot bij een vermenigvuldigingsteken - deze aansluiting met de populatietotalen alleen geldt voor deze variabele(n) en niet voor de kruising van deze variabele(n) met andere variabelen. Voor de module Gezondheid en Arbeid is het weegmodel: (geslacht leeftijd) + burgerlijke staat + stedelijkheidsgraad + provincie-plus + werkzaam + gezondheid +roken met de hulpvariabelen: geslacht (twee categorieën) man vrouw leeftijd (dertien categorieën) 0-11 jaar 30-34 jaar 50-54 jaar 70 jaar of ouder 12-19 jaar 35-39 jaar 55-59 jaar 20-24 jaar 40-45 jaar 60-64 jaar 25-29 jaar 45-49 jaar 65-69 jaar burgerlijke staat (vier categorieën) gehuwd gescheiden verweduwd nooit gehuwd geweest stedelijkheidsgraad (vijf categorieën) zeer sterk stedelijk sterk stedelijk matig stedelijk weinig stedelijk niet stedelijk provincie plus Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht, exclusief de stad Utrecht Noord-Holland, exclusief Amsterdam Zuid-Holland, exclusief Rotterdam en Den Haag Zeeland Noord-Brabant Limburg Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht werkzaam (drie categorieën) werkzaam twaalf uur of meer per week werkzaam minder dan twaalf uur per week niet werkzaam pagina 7
gezondheid (vijf categorieën) zeer goed goed gaat wel slecht zeer slecht roken (drie categorieën) rookt rookt soms rookt nooit 6. Kwaliteit Voor informatie over de kwaliteit van de verzamelde gegevens voldoet de algemene documentatie van POLS 2003. 7. Beveiliging Voor informatie over de beveiliging van het bestand van de POLS basisvragenlijst zoals dat wordt meegeleverd met de module Gezondheid en Arbeid wordt verwezen naar de algemene documentatie van POLS 2003. pagina 8