De afbeeldingen staan zwart/wit op een los blad. Ze staan in KLEUR op de website van tekenen en de ELO



Vergelijkbare documenten
Tekst tussen hoekige haakjes [] hoeft niet in jouw antwoorden te staan. Deze tekst is een nadere uitleg of een voorbeeld.

beeldanalyse-kunstbeschouwing

H TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 2 STUDIEWIJZER-2 Week nr.

Hoe ga je te werk? - Bekijk de afbeeldingen van de kunstwerken van dansers (Degas, Segal, Nikki da St. Phalle).

WERKBOEK REFLECTIE Klassieke Oudheid Griekse kunst Powerpoint: KG01_1_GRIEKS_BOEK.ppt REFLECTIE_WB_KG01_1_GRIEKS_BOEK_ppt.doc; v1: 0207; v2: 0407; v3:

Kunstenaar 1... adres.. Kunstenaar 2. Kunstenaar 3... Kunstenaar 4 (reserve)..

Raster: een glasplaat of folie met een daarop aangebrachte, regelmatige zwarte structuur. Gedrukte versies noemen we een raster.

R u i m t e. Kunst BV

theorie tekenen onderbouw

BREED EN AVONTUURLIJK KIJKEN! - 3 min.

WERKBOEK REFLECTIE Middeleeuwen Gotiek-3 Powerpoint: KG03_2_GOTIEK_BOEK_3.ppt REFLECTIE_WB_KG03_2_GOTIEK_BOEK_3_ppt.doc; v1: 0307

H TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 1 STUDIEWIJZER-1

5.7. Boekverslag door J woorden 3 februari keer beoordeeld

Opdracht Beeldende vorming Licht en Ruimte in de Beeldende Kunst

overlapping voor- en achtergrond (groot voor, klein achter) afsnijding perspectief (kleur-, lijn-, atmosferischperspectief)

SCHRIJVEN. Instructiekaart voor de leerling nr. 5. A-vragen. Korte vragen die beginnen met Wie...? Wat...? Waar...? Wanneer...? Hoeveel...?

Workshop Schilderen. Succes! Beste docent,

KIJKWIJZER BEELDASPECTEN

Tekenen - Begrippenlijst

BEELD ANALYSE. Omschrijving vraag antwoord-terminologie. Maker Wie heeft het werk gemaakt Naam Kunstenaar

China. Landschapsschildering. Vakgebied: Beeldende Vorming. Lesduur: 60 minuten

V TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 4 STUDIEWIJZER-4 Week nr.

Tijdsplanning werkstuk groep 5

2. Bekijk de foto weer. Je ziet 2 tekeningen in de achtergrond. Welke van de twee is anders. Leg uit waarom.

Begrippen tekenen periode 4 VORM COMPOSITIE RUIMTE. Vorm. Silhouetten

Een tertiaire kleur is een kleur die uit menging van de drie primaire kleuren wordt verkregen, zoals bruin.

KIJKWIJZER SCHILDERIJ CKV 1 opdracht Cijfer:

Begrippenlijst 5 Massamedia Klas 3

Kleur-tegen-kleur contrast

BEELDASPECTEN HANDENARBEID TEKENEN BOVENBOUW

Reader/begrippenlijst periode 4 toetsweek :

Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3

beeldende vakken CSE GL en TL

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 5. Kleur en contrast AV

Fotografie. Incentive

beeldende vakken CSE GL en TL

- schilderijen - Voortgezet. Onderwijs

Roncalli mavo Tekenen/Kunstgeschiedenis klas 3.

3 CA: kunstwerk verwoording eigen mening 3 Datum: verwerking recensie + extra folders 1 Paraaf docent

KIJKWIJZER BEELDASPECTEN

November Glaceren met Acrylmedium December Het licht van Rembrandt / Het december gevoel de duisternis van Rembrandt

V TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 1 STUDIEWIJZER-1

Basis workshop fotografie. Fotograferen is niets meer dan beelden vangen.

Stap 4: Indeling maken

V TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 1 STUDIEWIJZER-1 Week nr.

H TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper versie 1 PERIODE 1 STUDIEWIJZER-1 Week nr.

Samenvatting CKV Vorm en ruimte (Beeldende begrippen)

Nu nog beter... Toegepaste kunst Kunst BV

Syllabus Beeldend 2havo/vwo ter voorbereiding op toets Beeldend in toetsweek

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Kijkwijzer beeldbeschrijving

Samenvatting Kunst beeldelementen

Bijlage W2 groep 7 1

Examenopgaven VBO-MAVO-D 2004

ZOEKEN NAAR DE VOLMAAKTE VORM NIVEAU ++

LESPAKKET HOLLANDS LICHT NAAM:. KLAS:..

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

project: Problemen in de wijk

Examentraining. Tips & trucs

Examen VMBO-GL en TL. beeldende vakken CSE GL en TL. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Help, ik moet een werkstuk maken!

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++

SPIEGEL AAN SCHERVEN

Praktijkwerkboek AKA. Kennismaken met het archief... 4 Je gaat kennismaken met een archief met papieren archiefstukken op het werk.

16 Tips voor betere vakantiefoto's

V TEKENEN en KUNSTBESCHOUWING/KUNSTGESCHIEDENIS Docent: Volkert Keijsper STUDIEWIJZER-SE-1

Museumles. Instructie individuele opdracht: blij. Welkom het museum.

Smoesjes. TipsforTrouble HOME TROUBLE MEER WETEN < > EXTRA PITTIG

Fictieopdracht 2. Film-boekverslag bij... BOY 7 VERGELIJKING LEESBOEK EN FILM KLAS 2

Hallo iedereen! 2D vs 3D vs diepte

7.1. Schilderijverslag door een scholier 2113 woorden 24 juli keer beoordeeld. Bos bij Oele. 1)Wat is het voor een kunstwerk?

DE STIJL OF TOCH JE EIGEN STIJL? NIVEAU ++

Grenzeloze vrijheid? Discussiebijeenkomst tienerclub

INSPIRATIEBLADEN CURSUS Tekenen en Schilderen programma 1 seizoen 2015/ 2016

Een close-up illustratie maken bij een spannend verhaal

Vraag 1. Vraag 2. Vraag 3. Vraag 4. Vraag 5. Vraag 6. Feedbackvragen Samenwerken en onderhandelen. Lees de Leerdoelen die bij deze casus horen

Opening Bierkade Joris Komen Fotografie

REFLECTIEVERSLAG POP ANIO Afdeling Cardiologie

Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?

Kleur. Kleurencirkel. De kleurencirkel wordt besproken in de klas. De kleurencirkel bestaat uit: primaire kleuren secundaire kleuren tertiaire kleuren

Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.

Wiskunde C vwo. Workshop Noordhoff wiskundecongres 19 november 2015 Jan Dijkhuis en Sabine de Waal. Programma

Fotocollage maken en vormgeven

klas 3 beeldende vormgeving buitentekenen

Jouw werkstuk lever je uiterlijk in op donderdag 20 maart 2014!!

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

beeldende vormgeving Naam:...Klas... Deze periode gaan we ons bezig houden met het menselijk lichaam en met enkele details.

Leerstofoverzicht Lezen in beeld

Inleiding tot de opdrachten Beeldelementen

Een spreekbeurt houden

Jacob van Ruisdael: Landschap met korenveld ( )

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

Kijkwijzer VMBO (Foto s details: Piet Vos tenzij anders vermeld)

ewogen en zoekende mensen vinden elkaar: Kerk - andere godsdiensten

project: Wat te doen met Oud en Nieuw?

Ze hebben daarbij o.a. kennis opgedaan over diverse beeldaspecten op het gebied van kleurtoepassing en compositie, ruimte en perspectief.

Rode Draad: Wat is Maatschappijleer?

3. In de inleiding worden verschillende woorden gebruikt om de mate van aandacht van de media weer te geven. Welke woorden zijn dit?

B1c impressionisme : uitleg, theorievragen, praktijkopdracht. M.Heine 2013

Transcriptie:

4H/5V OEFENVRAGEN BasisToets-1 (KB t/m Beeldende Aspecten) Naam:. Klas: 02_Oefenvragen_BasisToets-1; v1: 1312; v2: 1401; v3: 1401; v4: 1402; v5: 1403; v6: 1512 Je kunt deze oefenvragen BasisToets-1 maken als je hebt geleerd: Cijfer 1:. - vraag 1 t/m 10: hoofdstuk KB.0 uit Reflectie-1 (Kunstbeschouwing-inleiding) Cijfer 2:. - vraag 11 t/m 16: het Blauwe Boekje 1 (De zes basisbegrippen bij kunstbeschouwing) Cijfer 3:. - vraag 17 t/m 20: het Blauwe Boekje 3 (Kb/kg leren en maken: Tips voor het Cijfer 4:. beantwoorden van vragen over kb/kg) - vraag 21 t/m 23: het Blauwe Boekje 4 (Algemene punten van belang bij vragen en Eindcijfer: antwoorden) - vraag 24 t/m 25 (vorm), vraag 26 t/m 29 (kleur), vraag 30 (licht), vraag 31 t/m 39 (ruimte), vraag 40 t/m 45 (compositie): hoofdstuk KB.1 uit Reflectie-1 (Beeldende Aspecten) De afbeeldingen staan zwart/wit op een los blad. Ze staan in KLEUR op de website van tekenen en de ELO (totaal: 46 vragen, 71 onderdelen, 153 punten) score A Vraag 1 t/m 10 over Reflectie-1, KB.0: Kunstbeschouwing inleiding 1 pag.1 Wat is voorstelling? Geef de definitie.... 2 pag.1 Wat is de voorstelling van afbeelding 3... 3 pag.2 Wat is het tegenovergestelde van met een voorstelling? Geef 2 termen. 1..... 2..... 4 pag.2 Welk deel van het schilderij op afb.2 is het duidelijkst half-abstract? Noem het voorbeeld en motiveer je antwoord. Voorbeeld:.. Motivatie:. 5 pag.3 Wat is abstraheren? Geef de definitie... 6 pag.3 Het beeld op afbeelding 4 is realistisch. Wat betekent dat? 7 pag.4/5 Wat stelt het gebouw op afb.1 voor? Leg je antwoord uit... 8 pag.6 t/m 9 Noem de 3 zaken die de vormgeving van een product bepalen. ++ 1. 2. 3..

9 pag.8 Bij afbeelding 2 vormen vrouw en beeld een verticaal in het midden. Is dit een uitspraak over de voorstelling of over de compositie? Onderstreep het juiste antwoord: voorstelling compositie 2 10 a pag.7 en 8 Bij kunstbeschouwing heb je het o.a. over kleur en vorm. Gaat deze bewering over beeldende aspecten of over beeldende middelen? Onderstreep het juiste antwoord: beeldende aspecten beeldende middelen b pag.7 en 8 De kleuren op het schilderij van afb. 3 zijn fel en onnatuurlijk. Gaat deze bewering over beeldende aspecten of over beeldende middelen? Onderstreep het juiste antwoord: beeldende aspecten beeldende middelen c Geef argumenten voor je vorige twee antwoorden. Bij a... Bij b... B Vraag 11 t/m 16 over het Blauwe Boekje: De zes basisbegrippen bij kb 11 Wat is een beeldend aspect? Geef de definitie.. 12 Noem de acht beeldende aspecten in de juiste volgorde. 4p 4p 1.. 2.. 3.. 4.. 5.. 6.. 7.. 8.. 13 Wat is een beeldend middel? Geef de definitie.. 14 Onderstreep na de steeds het juiste of meest precieze antwoord. a In dit schilderij zie je een landschap met een weiland vol bloemen en dieren, terwijl op de achtergrond bergen te zien zijn. Zin a zegt iets over het schilderij, namelijk over: compositie ruimte voorstelling kleur vorm vormgeving b De ondergaande zon zet alles in een oranje gloed, maar de schaduwen zijn paarsachtig. Zin b zegt iets over het schilderij, namelijk over: compositie ruimte voorstelling kleur vorm vormgeving 15 De zes basisbegrippen bij kunstbeschouwing zijn: 1 beeldende aspecten, + 2 beeldende middelen, 3 voorstelling, 4.... 5 6...... 16 a Wat betekent het woord functie (bij kb/kg)? b Welke inhoudelijke betekenis heeft de overeenkomst in vorm tussen paarden en de rest van de natuur in afbeelding 3 binnen de stijl van het Orphisme, waartoe dit schilderij gerekend kan worden?

3... C Vraag 17 t/m 20 over het Blauwe Boekje: Tips voor het beantwoorden van vragen kb/kg 17 (Deze vraag gaat over wat je moet doen bij meer antwoorden per vraag.) Stel, in je proefwerk moet je bij een vraag meer dan één antwoord geven, bijvoorbeeld drie stijlkenmerken noemen. Hoe moet je het antwoord dan indelen?.... 18 (Deze vraag gaat over de vorm van je antwoord bij vragen met meer onderwerpen.) Als in een kb/kg vraag over twee onderwerpen iets wordt gevraagd, bijvoorbeeld COMPOSITIE en RUIMTE, hoe moet je antwoord er dan uit zien? 19 (Deze vraag gaat over hoe een GOED antwoord er uit ziet.) Een GOED antwoord bij kb/kg bestaat uit twee elementen. Welke twee? + Eerst een doen, daarna een. geven. 20 (Deze vraag gaat over hoe een GOED antwoord er uit ziet.) Een nadere uitleg geven is een goed voorbeeld van een UITBREIDING bij een BEWERING. Geef nog drie andere mogelijkheden van een UITBREIDING. ++ 1... 2... 3... D Vraag 21 t/m 23 over het Blauwe Boekje: Algemene punten van belang bij vragen en antwoorden 21 (Deze vraag gaat over de vorm van je antwoord bij vragen over verschillen tussen twee producten.) Welke vorm kun je je antwoord het best geven als je bijvoorbeeld 3 of meer verschillen/verbanden/vergelijkingen moet beschrijven tussen twee producten? 22 (Deze vraag gaat over antwoorden die te weinig zeggen.) Stel, een vraag bij afbeelding 1 is: Waaraan kun je zien dat dit een tempel uit de Klassieke Oudheid is? en jouw antwoord luidt: De kleur en de vorm. Leg uit waarom dit nooit een goed antwoord kan zijn en geef aan wat je wél zou moeten zeggen. +

4 23 (Deze vraag gaat over de manier van antwoorden bij aan-de-hand-van -vragen.) Het schilderij op afbeelding 2 komt plat over. Leg uit hoe dit kan aan de hand van twee beeldende aspecten. 4p E Vraag 24 t/m 25 over hfdst KB.1 Reflectie-1: het beeldend aspect Vorm 24 a Geef de definitie van het begrip vormrijm. b Geef een voorbeeld van vormrijm uit het schilderij op afbeelding 3. 25 a Noem de vormsoort die het best de vormen v.d. tempel op afb.1 beschrijft. b Welke vormsoort heeft het water op de voorgrond van afbeelding 2? F Vraag 26 t/m 29 over hfdst KB.1 Reflectie-1: het beeldend aspect Kleur 26 a Welke twee complementaire kleuren zijn het zuiverst in afbeelding 5? + 1..... 2..... b Tussen welke dingen is het kleurzuiverheidscontrast het grootst (afb.5)? + Kleur-kleur-, simultaan- en kwantiteits-, kleurzuiverheids- en complementaircontrast zijn vijf van de zeven kleurcontrasten van Itten. Bij vraag 26 c en d wordt naar de andere twee kleurcontrasten gevraagd. Je moet bij beide deelvragen een ander (het beste) kleurcontrast noemen. c Welk kleurcontrast zie je tussen de hooimijt en zijn slagschaduw (afb.5)? d Welke kleurcontrast zie je tussen hooimijt en de witte sneeuw (afb.5)? 27 Je hebt een wit t-shirt aan dat oranje kleurt door de ondergaande zon. a De plaatselijke kleur van je t-shirt is dan:...

5 b De lokale kleur van je t-shirt is dan:..... c De impressieve kleur van je t-shirt is dan:.... 28 Bewering: De kleurdynamiek werkt tegengesteld aan de ruimtewerking in afbeelding 3. Kruis hieronder het vakje met de juiste uitleg van deze bewering aan. a De paarden zijn groot en de bergen zijn klein in de achtergrond. b Warme kleuren wijken, koele kleuren komen op je af, maar in afb.3 zijn de warme kleuren vooraan en de koele kleuren achteraan. c Warme kleuren wijken, koele kleuren komen op je af, maar in afb.3 zijn de warme kleuren achteraan en de koele kleuren vooraan. d Warme kleuren komen op je af, koele kleuren wijken, maar in afb.3 zijn de warme kleuren achteraan en de koele kleuren vooraan. 29 Geef een voorbeeld van kleurperspectief uit afbeelding 2. G Vraag 30 over hfdst KB.1 Reflectie-1: het beeldend aspect Licht 30 a Als gevraagd wordt de lichtrichting in een schilderij te beschrijven, moet je dit doen:. b Beschrijf de lichtrichting in afbeelding 5 zo precies mogelijk. 3p c Welke aanduiding klopt helemaal niet met de lichtrichting in afbeelding 5? Onderstreep het juiste antwoord: meelicht tegenlicht zijlicht d Waardoor wordt de sfeer in een schilderij in het algemeen, en ook in H afbeelding 5, het meest bepaald?. Vraag 31 t/m 39 over hfdst KB.1 Reflectie-1: het beeldend aspect Ruimte 31 Ruimtesuggestie is slechts één manier van ruimte-uitbeelding. Noem twee manieren van ruimte-uitbeelding ZONDER suggestie. + 1..... 2..... 32 Verkleining en verkorting zijn twee manieren van ruimte-suggestie. Leg uit wat het verschil is tussen verkleining en verkorting. 4p

33 Noem, afgezien van verkleining en verkorting, nog vier andere manieren van ruimte-suggestie. 6 + + 1..... 2..... 3..... 4..... 34 Wat is plasticiteit? Geef de definitie. 35 De ruimtewerking van een beeld is afhankelijk van de vorm van het beeld. Leg dit uit voor 3 aspecten van de vorm van het beeld op afbeelding 6a/b. 3p 36 Bewering: Het beeld op afbeelding 6a/b heeft geen duidelijke voorkant. Kruis hieronder het vakje aan met een onzinnige gevolgtrekking. a De beschouwer wordt als het ware door de vorm van het beeld gedwongen er omheen te lopen. b Om de ruimtelijkheid van het beeld goed te kunnen begrijpen, moet de beschouwer om het beeld heen lopen. c Het beeld ziet er van alle kanten anders uit. Daarom moet de beschouwer er omheen lopen, zodat hij/zij de ruimtelijke werking goed kan zien en begrijpen d De beschouwer kan om het beeld heenlopen. 37 a Het landschap in afbeelding 2 is opgebouwd uit plans. Wat betekent dat? b Benoem de drie plans in afbeelding 2. ++ 1.... 2.... 3.. 38 a Stel, je moet het standpunt van een schilderij beschrijven. Welke drie punten moet je daarbij dan bespreken? + 1..... 2.... 3...... b De horizon in een schilderij of tekening geeft altijd aan:..

c Wat is een normaal standpunt? Geef de definitie... 7 39 Stel, je moet het standpunt van een schilderij beschrijven. a Wat moet je als eerste doen bij de beschrijving van het standpunt hoogte? b Welke conclusie kun je daarna uit het vorige antwoord trekken? c Wat moet je doen bij de beschrijving van het standpunt afstand? d Op welke twee zaken moet je letten bij de beschrijving van het standpunt rol (van de beschouwer)? I 1. 2. Vraag 40 t/m 45 over hfdst KB.1 Reflectie-1: het beeldend aspect Compositie 40 Noem, afgezien van de licht-donkerverdeling, de vijf belangrijkste zaken bij een compositietekening in de juiste volgorde en geef aan hoe je ze tekent. + 1. Daarin aangeven: op de juiste plaats, juiste verhoudingen, met enige nadruk: + + + + 2. 3. 4. 5. 41 Noem de vier soorten compositorische lijnen. + + 1..... 2..... 3..... 4..... 42 Waarop moet je letten bij het tekenen van compositorische lijnen? + + + 1..... 2..... 3..... 4..... 5..... 6.....

43 Noem de belangrijkste acht zaken die een compositie beweeglijk maken. 8 1................ 2................ 3................ 4................ 5................ 6................ 7................ 8................ 44 a Wat is de aandachtsplek in afbeelding 5 en hoe komt hij tot stand? Wat?.. Hoe? 1.. Hoe? 2.. b De compositie van dit schilderij is rustig. Geef de belangrijkste 2 oorzaken. 1. 2. c Leg uit hoe de werkwijze toch een element van beweging aan afb.5 geeft. 45 In afbeelding 3 is sprake van ritme. Geef een argument voor deze bewering. J Vraag 46 slotvraag over hfdst KB.1 Reflectie-1 46 Deze vragen gaan over afb.4. Onderstreep na de steeds het juiste of beste antwoord. a Rembrandt heeft een baret op en staat met één been vooruit. b Daardoor ontstaat een gat in de gesloten massa van het beeld. c Rembrandt staat hoog op zijn sokkel, wij moeten altijd naar hem op kijken. Zin a gaat over: compositie ruimte voorstelling vorm standpunt Zin b gaat over: compositie ruimte voorstelling vorm standpunt Zin c gaat over: compositie ruimte voorstelling vorm standpunt